Hermann Geiger redde
700 mensen het leven
Het hari
De hoofdcom m is
H.M.C.A. Staal vertelt
DE NATUUR
AVONTUUR VAN
KORTE DUUR
KAPPIE EN DE LUCHTSTRIJD
Uit de kerken
P. W.RUSSEL'S
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
Hij wilde meer
22000 landingen
Dag en nacht
Nederlanders de eersten
Dikwijls verzekerd
Wonderlijk
INDONESISCHE DAKOTA
MET 21 MAN ZOEK
TUINDER IN DONKER
AANGEREDEN
in en om uw huis
Donderdag 26 januari 1961
V. 1
Op de Meent in Rotterdam
stond gistermiddag een groe
ne Mercedes met een Zwitsers
nummerbord. Voor het Beursge
bouw was het en binnen trof ik
de heer Hermann Geiger. Wie
„Geiger" zegt en daarbij denkt
aan „vliegen, gletsjers en mensen
redden" die heeft het helemaal
bij het rechte eind.
Midden In de Zwitserse Alpen
daar waar het Sion heet is zo'n
kleine vtfftg jaar geleden een jongetje
geboren, dat ze Hermann (met twee
keer n) noemden. Geen mens had toen
enig idee wat hy later moest worden.
De oude heer Geiger zelf helemaal
niet, maar hy begon met zyn zoon
skiën te leren en Hermann ging in de
winterdag op de twee latten naar
school.
Dat heeft zo een aantal jaren ge
duurd en daar kwam Hermann Geigers
besluit: ik ga vliegen leren. Hij begon
en nu is Hermann Geiger een van die
Zwitsers zijn land telt er bosjes
die zo'n heel koppig doorzettingsver
mogen hebben. Wat hij begon zou hij
afmaken en: goed.
Het brevet werd gehaald, maar Gei
ger wilde meer. Hij wilde kunnen vlie
gen in Pipercups. in Super-Pipers, in
kleine transporttoestellen, in vliegtui
gen voor acht passagiers en tenslotte
in helicopters.
Wel, Hermann Geiger kén ze nu vlie
gen, allemaal en zonder moeite.
Hij is dus een Zwitser en als u het
mij vraagt maar dat is een geheel
persoonlijke mening komt hij daar
om niet zo gemakkelijk los over zich
zelf. Zwitsers kunnen zich wel eens
hullen achter een masker van stugheid;
ze menen er niets van en als je ze
maar een keer dat masker hebt laten
afnemen, zijn het prettige praters.
Het lukte, bij Geiger, en het masker
ging af. Het kwam te liggen naast ons
op tafel en we hebben er niet meer
naar gekeken. Hoe lang hij vloog,
hoeveel uur en zo, wilde ik weten.
„Twee en dertig jaar vlieg lk", zei
Geiger zakelijk, of het heel gewoon
was. „Twaalfduizend uur heb ik in
de lucht gezeten en 22.000 gletsjer-
landingen heb lk uitgevoerd".
Twee en twintigduizend gletsjer
landingen?
„Jawohl".
Waaróm al die gletsjerlandingen?
„Oh, dat kan zijn om mensen te red
den, dat kan zijn om bouwmateriaal
voor skiliften te brengen, om voedsel
voor berghotels aan te voeren, om
hout voor ovens en kachels te brengen,
om spullen voor hooggelegen Alpen
hutten te vervoeren of om skilopers
naar plekken te brengen, waar geen lift
is", aldus Hermann Geiger.
En is dat een eigen vliegtuig waar
u mee vliegt?
„Nee, we hebben een Aero-club en
die heeft de toestellen. Op ons vlieg
veld zijn dag en nacht vijf mensen
startklaar, We wisselen af en in totaal
hebben we twee en veertig piloten,
maar die vijf zijn beroeps", aldus de
heer Geiger.
Wat verstaat u precies onder dat
mensen redden?, was mijn volgende
vraag.
„Soms moeten mensen geholpen wor
den omdat ze in een gevaarlijke situ
atie verkeren", zei de Zwitser. „Dan
is er dus nog niets gebeurd, maar er
kan elk ogenblik iets gebeuren en de
plek waar ze verblijven is gevaarlijk."
„Maar zo'n zevenhonderd mensen
zouden vandaag de dag niet meer in
leven zijn wanneer ik ze niet per
vliegtuig of helicopter had kunnen weg
halen", merkte hij droogjes op.
„Ja, inderdaad, alle nationaliteiten.
Twaalf jaar geleden voerde ik mijn
eerste redding uit. Het was een Neder
lands echtpaar, dat weet ik nog goed,
maar de naam ben ik kwijt. En verder
zijn er veel Spanjaarden en Duitsers,
Italianen en Amerikanen onder de
genen, die ik van toppen en hellingen
afhaalde."
Ik dacht misschien hetzelfde, wat
u nu denkt: wie betaalt al dat werk,
want doorgaans gaat alleen de zon
voor niets op en zeker in het Alpen
land.
„Dat is verschillend", zei de heer
Hermann Geiger. „Onder degenen die
ik mocht redden waren arme mensen,
die echt geen geld hadden. Dan wordt
er natuurlijk nergens meer over ge
praat, want dan is het gewoon een
zaak van mens tot mens. Soms zijn
„Soms is het
schuin boven de glet
sjers hangen met je
vliegtuig, helemaal
zó", deed gisteren de
vermaarde Zwitser
Hermann Geiger voor.
Wat hij op zijn naam
mag zetten, wordt u
hiernaast in G. en G.
verteld.
het vermogende mannen en vrouwen
die gered worden en die betalen dan
vanzelf alle kosten. Gaat het om berg
beklimmers of clubs, dan blijkt, dat
die bijna altyd verzekerd zijn en dan
is het dus de verzekering die de nota
krijgt."
106
Simon,
ik wil weten
Graaf op,
wat hier ligt!
Met zijn rug naar de knecht ge
keerd wachtte hij tot deze op zou
houden met graven. Arjen schudde
Jurein aan zijn schouders. Spreek
toch! Is Joris verdronken, Jurein?
De oude woelde met beide handen
in de aarde die Simon uitgegraven
had. Toen Arjen nogmaals zijn vraag
stelde knikte hij stom. Heb jij
hem gevonden?
Jurein schudde het hoofd. Wan
neer was het? Je moet lang denken
en dan tegen mij zeggen wat je weet.
De oude kromp in elkaar alsof hij
slaag verwachtte, maar gaf geen ant
woord.
Simon had alle aarde van het zeil
geschept. Op een wenk van Adriaen
pakte hij aarzelend aan de touwen,
die er omheen zaten. Arjen moest
hem helpen en ook Jurein kwam
overeind uit zijn half zittende houding
en trok mee met zijn zwakke krach
ten. Een der touwen brak zodat het
zeil opengleed. Het gezicht van Joris
was helemaal zwart geworden, de
ogen waren weggezakt. Een lucht
van ontbinding waaierde hun tege
moet.
Weg!Doe weg
Heer Adriaen stak beide handen
afwerend voor zich uit. Op zijn ge
zicht stond ontzetting te lezen. Simon
greep snel de tippen van het zeil en
dekte het lijk van de boerenjonker
weer toe. Arjen moest de beide
knechten helpen om het lichaam in
dekens en versleten paardenkleden te
wikkelen. Met afgescheurde repen en
touwen, die ze in een wandkast van
het dienstverblijf vonden knoopten ze
alles aan elkaar vast. Adriaen was
terug gewankeld naar de stal. Hij
moest zich vasthouden aan de ringen
in de wand, waaraan vroeger de
paarden vastgemaakt werden. Zijn
hele lijf trilde en zijn blik was we
zenloos.
God sta ons bij, nu zal niemand
de boerenjonker nog herkennen,
hoorde hij Simon mompelen. Hij had
de knecht willen slaan omdat hij dat
zeide, maar hij had er geen kracht
toe. Bovendien was Simon al weg
gelopen om de schipper te roepen en
hem te vragen of hij wilde helpen
om de vracht naar de boot te dra
gen.
Ik dacht niet dat er nog zoveel
aan waarde in dat verdronken huis
was, knorde de schipper. Je heer had
wel meer knechten mogen meene
men. Ik zal me extra laten betalen
omdat ik zo'n vracht moet helpen
dragen.
Je zult zoveel krijgen als je
hebben wilt, antwoordde Simon.
DOOR
D I CNATE
ROBBERTZ
Arjen was teruggegaan naar het
dienstverblijf, waar aan de wand de
jachtroeren en visnetten van Joris
hingen en diens rijkleding. De ree
bruine kleur van het leer was vaal
geworden. Op een schapje stond zijn
grote verzilverde drinkbeker. Die
had hij van zijn vader gekregen toen
hij zijn eerste stuk wild schoot. Ar
jen nam alles mee en droeg het naar
de boot. Toen hij met de boog en
pijlenkoker van Joris naar buiten
kwam zag hij zijn vader.
Arjen wist niet wat of het ergste
was, het lijk van de boerenjonker in
oude paardendekens gewikkeld of
vader die wezenloos tegen de brok
stukken van zijn kasteel stond ge
leund. Hij wilde de boog tegen de
deurpost zetten en naar hem toe
gaan, maar toen viel zijn oog op een
steenhoop, niet ver van de poort.
Daaronder lag Vlaes Benne begra
ven. Zo had Joris hem verteld. En
hij had er bijgevoegd, dat God hem
een zelfde graf zou geven wanneer
het zonde was wat hij met het li
chaam van de oude boer had gedaan.
Arjen zette de boog niet eer, hij
klemde hem vast in zijn hand, zodat
het pijn deed, en liep met gebogen
hoofd en onzekere stappen naar de
boot.
Ze hadden geen moeite om Jurein
mee te krijgen. Nauwelijks was het
lichaam van Joris in de boot gelegd,
of hij liet zich van de wal glijden en
waadde door het slib. Arjen moest
hem binnenboord trekken, waar hij
vlak tegen het grote pak ging zitten,
alsof hij het wilde bewaken.
De maan was al opgekomen voor
ze weg konden varen. Heer Adriaen
was de laatste die Lodycke verliet.
Zijn gang war .raag en slepend- Niet
één keer keek hij r.og om naar het
binnenplein, waar langgerekte scha
duwen gleden over de brokstukken
van planken en balken. En over het
graf van Vlaes Benne..
De zee zag er uit als spelend zil
ver. Rondom ademde de nacht en
was het zachte kabbelen van het wa
ter tegen de stenen. Er was nauwe
lijks wind om het zeil te bollen.
Langzaam dreef de boot naar de ge
broken dijk.
Op de Schelde stond er meer trek
en was het donkere gonzen van grote
rollende golven. In het witachtig licht
dook vaag de kustlijn van Tholen op.
Het zwijgen was ontzettend. Arjen
wilde iets tegen de schipper zeggen
maar zijn lippen wilden niet van el
kaar. Heer Adriaen zat met zijn rug
r.aar de anderen gekeera Zijn ge
zicht stond strak, met starende ogen.
Zijn lange verzorgde handen hield hij
stijf in elkaar geklemd.
Vrouwe Joanna kwam Arjen tege
moet toen hij bij haar binnenkwam.
Zijn vader had hem opgedragen Jo
anna de tijding te brengen over de
ellendige dood van Joris. Het had de
jonker moeite gekost om uit te ma
ken in welke woorden hij de zware
boodschap zou overbrengen. Nu hij
voor zijn stiefmoeder stond kon hij
niets zeggen. Het viel hem op dat
ze er anders uitzag dan drie da
gen geleden, bij hun vertrek. Alsof
alle zorg en angst van haar afgeval
len waren.
Aan je gezicht zie ik dat je mij
geen goed bericht brengt, Arjen.
Mijn voorgevoel zeide mij dat Joris
niet meer leefde.
Ze keek hem recht in de ogen. Ar
jen kon die blik niet verdragen. Haar
verdriet was groter en dieper dan
het zijne.
Is hij in de Moer omgekomen?
Ze vroeg het zo rustig dat hij niet
anders kon dan toestemmend knik
ken.
Hij ligt in de gastenkamer,
bracht hij eindelijk uit. Het is beter
om niet naar hem te gaan kijken.
Dat wil ik ook niet. Maar ik zou
graag iets van hem in mijn handen
willen houden. Wil jij zijn gordel
voor me halen, Arjen?
(Wordt vervolgd)
Waarom Hermann Geiger gisteren in
Rotterdam was? Omdat hij er voor de
„Stichting Nederland Zwitserland" een
causerie kwam houden en een film
vertonen. In Amsterdam heeft hij dat
ook gedaan en vanavond doet hij het
zelfde in Den Haag. Dan nog zeven
lezingen in België en Hermann Geiger
gaat weer terug naar Zwitserland. Weer
vliegen. Weer gletsjerlandingen.
Ik vond het wonderlijk tegenover
een man gezeten te hebben, die 700
mensen het leven redde.
Dat gebeurt me niet elke dag.
„Dij ons is de klant geen koning. De mensen komen wel uit zich
zelf naar ons toe." Nee, het was natuurlijk niet de directeur
van een grote zaak, die deze woorden sprak, die moet tenslotte wel
degelijk rekening houden met de klant. Maar de heer H. M. C. A.
Staal niet. Die heeft nooit gebrek gehad aan belangstelling, bij hem
kwamen de mensen inderdaad vanzelf. Zij het dan niet altijd vrij
willig.
H. M. C. A. STAAL
lachen
DJAKARTA (Reuter A.P.) In het
bergachtige gebied tussen Djakarta en
Bandoeng is waarschijnlijk een Dakota
van de Indonesische luchtvaartmaat
schappij Garuda met 21 man aan boord
neergestort. Van het toestel is niets
meer gehoord sinds het vertrek uit Dja
karta dinsdagochtend. Het weer is slecht,
want in Indonesië is de natte moesson
net aangebroken. Regen en lage bewol
king bemoeilijkten gisteren het opspo
ringswerk, waarvoor drie helikopters en
legereenheden waren ingezet.
Van de 21 inzittenden waren zestien
mensen passagiers. Onder hen zijn vijf
Europeanen: twee leden van het perso
neel van Swiss air, de vice-consul van
de Oostduitse diplomatieke vertegen
woordiging in Djakarta, een Amerikaan
en de heer J J. van Westerling, van
wie de nationaliteit niet bekend is.
Eigen nieuwsdienst
NOORD-SCHARWOUDE. De 69-ja-
rige tuinder P. Brammer uit Oud-Kars
pel is gistermorgen tussen Koedijk en
Noord-Scharwoude aangereden. Hij is
daarbij om het leven gekomen.
De chauffeur van de auto had Bram
mer, die rechts van de weg liep, in het
donker niet gezien.
Van onze correspondent
VENLO. De Venlose politie heeft
gistermiddag een elf- en een dertienja
rige jongen aangehouden, die uit het
r.k. jongensdorp in Roggel waren ge
vlucht met het plan de wijde wereld in
te trekken.
De jongens reden met een gestolen
fiets naar Meijel en ontvreemdden
daar een bromfiets. Hierop kwamen zij
verkleumd in Venlo aan. Toen zij zich
in het sportfondsenbad stonden te war
men, maakte de politie een einde aan
hun illusie.
Enkele maanden geleden nam de
heer Staal afscheid na drie en veertig
jaar trouwe dienst, zoals dat officieel
heet. Afscheid van de Rotterdamse
politie, waar hij de laatste dertien jaar
hoofdcommissaris is geweest.
Hij is nu gepensioneerd en zou dus
rustig in zijn tuintje kunnen gaan
werken. Maar dat doet hij niet, inte
gendeel, hü reist nu door ons land
om, zoals hij zelf zegt, velen op een
andere manier in kennis te stellen met
het werk van de politie.
Geen dooie dienders
Wel, en gisteren dan sprak de heer
Staal in Rotterdam, zo ongeveer voor
de veertigste keer, voor een groepje
van dertig jonge invaliden. Wanneer
wij eerlijk onze mening mogen zeggen:
oud-hoofdcommissaris Staal is een
grappenmaker. Terecht werd er gis
teren door dertig mensen veel en vaak
gelachen om de grappige anecdotes,
die hij vertelde. En in drie en veertig
jaar maakt een politieman heel wat
mee.
„Wij lachen te weinig", zegt de heer
Staal. „Humor heeft ieder mens nodig
en daarom ben ik nu bjj u. En humor
is er ook bjj de politie. Wjj zien er
misschien wel uit als dooie dienders,
maar we kunnen pok niet voortdurend
lopen te bulderen van het lachen op
straat."
Cineraria's zijn er nu te kust en te
keur; rijk bloeiende planten waarvan
men lang plezier kan hebben, doch zet
ze niet in de warme woonkamer; dat
is veel te warm voor hen; u zult er
veel langer plezier van hebben als ze
vorstvrij, doch zo koel mogelijk gezet
worden. Ze verlangen nu wel een licht
en liefst een zonnig plekje; later zal
men ze in het voorjaar tegen de zon
moeten beschermen.
Domme mensen
Wij hoorden ook, dat politiempn
een moeilijk beroep is. Ook al loopt
hij op zijn gemak met de handen op
de rug, hij staat voortdurend bloot aan
geestelijke spanningen, hij moet overal
bij zijn. Alhoewel de politie, naar de
mening van velen, altijd te laat komt.
Enfin, hoe men in het algemeen over
de politie denkt is wel bekend, dach
ten wij. Daarom waren de woorden
van oud-politieman Staal de aandacht
waard.
„Ja, wat mij ook altijd opvalt is dat
politieagenten in hoorspelen en op het
beeldscherm in Nederland altijd uiterst
domme mensen zijn. De mensen van
de Engelse Scotland Yard daaren
tegen worden steeds voorgesteld als
bijzonder spitse figuren, voor wie een
lucifertje voldoende is om een moord
op te lossen. Wij kunnen dat in ieder
geval niet", aldus de heer Staal.
Liever werken
Grappige verhaaltjes? Dit bijvoor
beeld: De politie heeft een „strafklas"
waar baldadige jongetjes hun vrye
middag door moeten brengen. Daar
krijgen zij verkeerslessen en in het
begin ook gymnastiek, maar daar
wedden ze «op* *»otdadifrer van Een
opstel over de noIït*e moeten zy ook
maken en zo schreef «*en jongetje dit:
Ik ga liever werken, dan dat ik agent
word.
En dan die Vlaardingse jongen, die
in Hoek van Holland een bromfiets
stal en in Rotterdam werd aangehou
den door een agent, die oomerkte dat
het ziin bromfiets was. Die was een
paar dagen tevoren gestolen in Hoek
van Holland.
„Ja, en zo kan ik nog wel uren door
gaan", zegt de heer Staal, die eenmaal
od gang. moeiliik te stopnen is ..Kiik
ik zou graav meer van dergeliike le
zingen houden voor minder validen
war>* juist di£ rnpne-o»-. ^«bben er be-
hpoffo aan nm te lachen
En lachen kunnen ze, wanneer oud
hoofdcommissaris Staal vertelt.
48. „Dit zijn gaspatronen!" legde El
Catról uit. „Eigendom van de marine.
Daarom heb ik ze net uit het rubber
bootje gehaald, om ze niet in handen
van El Ballon te laten vallen!"
„Gaspatronen?" vroeg de meester,
de sigaar-aehtige voorwerpen bekijkend.
„Hoe werken die?"
„Waar is het ventiel van het schip?"
vroeg de admiraal. „Dan zult u de wer
king meteen kunnen zien!"
De meester ging hem voor over het
dek en de anderen volgden. Kappie liep
hoofdschuddend mee. „Het is toch een
sakkers raar schip", mompelde hij.
„Iedereen is er voortdurend mee bezig
geweest om het kleiner en groter te
maken, maar er is nog geen mijl be
hoorlijk mee gevaren! Bliksiekater! En
dan te oedenken, dat dit allemaal be
gon met een proefvaart!"
Inmiddels had El Catról het ventiel
losgeschioefd, zodat nu het restant
lucht in de kruiser sissend ontsnapte.
Blubberend schiompelden schoorsteen
en kanonnen ineen en het schip begon
in de breedte te groeien wat het aan
noogte verloor.
„Hier kan n-niets goeds van k-ko-
men!" gilde de maat, die in een diepe
plooi van het dek rolde.
De meester vond het technisch onver
antwoord en Fidelio Bombastos vroeg
zich achterdochtig af, of wellicht ook
El Catról tegen hem zou zijn.
Maar toen liet de admiraal de eerste
gaspatroon in het luchtreservoir val
len
Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Baarn
J. B. Oskamp te Nijmegen. Benoemd
tot hulpprediker te Hoofdplaat H. J.
Begeer, voorheen catecheet aldaar.
Benoemd tot hulpprediker te Dedems-
vaart J. H. Annema, voorheen hulppre
diker te Eestrum.
Geref. Kerken. Tweetal te Heemste
de (vac. P. J. Richel) G. Meijen te
Utrecht en J. Wilschut te Zeist; te
IJmuiden (vac. J. van Leeuwen) W.
Kats te Tiel en Z. C. Versluys te Schoon-
hoven-Willige-Langerak. Beroepen te St.
Jacobiparochie I. de Jong, kand. te
Nootdorp.
Geref (vrijgem). Aangenomen naar
Middelburg J. R. Wiskerke te Heemste
de.
Christ. Geref. Beroepen te Zeist I. de
Bruyne te Rotterdam-C. Bedankt voor
Rotterdam-Kralingen M. W. Nieuwen-
huyze te Amsterdam-W.
Doopsgez. Broederschap. Beroepen te
Zeist dr. H. B. Kossen te Berlikum.
Geref. Gem. Bedankt voor Zoeter-
meer A. F. Honkoop te Goes.