I
VAN SCHOOL NAAR BEROEP:
SPRONG IN HEI DUISTER?
Mondige gemeente door pastoraat -
Ingewikkeld patroon
maatschappij vormt
obstakel voor kind
SPELDEPRIKJES....
In herv. kerk is wachten op
beslissing over prof. Smits
di
Kaapse en Transvaalse herken
vragen morele argumenten
irt
Breedmoderamen eindigde gesprek
Radertjes
Bacterie
Caricatuur
In de schillen
Kan regering apartheid
zedelijk en praktisch
aanvaardbaar maken?
Helpt elkander
vergaderde
CU
Zeeland
adviesbureau
Adem inhouden
ds G. A. Odé
te Biggekerke
De prijs
Zaterdag 21 januari 1961
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 7
Groeiende vraag naar een
beroepskeuze-instituut
N VROEGER JAREN was het voor de opgroeiende jeugd hetrekkelijk eenvoudig om een be
roep te kiezen. Met opzet schrijven we „betrekkelijk eenvoudig" omdat uit de aard der zaak
ook toen, laten we zeggen 50 of 100 jaar geleden, talloze mensen op de verkeerde post te
recht kwamen. „Als ik rn'n leven nog eens mocht over doen werd ik dit of dat", zei men dan.
"jVTIETTEMIN was de wereld van toen, in vergelijking met die van
-■-"nu tamelijk eenvoudig van structuur, al moet er bij gezegd wor
den dat een oordeel achteraf nooit geheel objectief kan zijn.
Maar hoe het ook zij, van de toenmalige jeugd kan met enig
voorbehoud gezegd worden dat ze een beroep kozen. Tegenwoor
dig, vooral in de na-oorlogse wereld, is van kiezen nauwelijks meer
sprake.
De jeugd ziet de buitenkant en wel
licht zullen film en publiciteit het hunne
er toe bijdragen om van die buitenkant
een caricaturale voorstelling te geven.
Het beroep hult zich in een gespecia
liseerde wereld in mistige nevelen, de
buitenkant wordt steeds opwindender,
geeft stof voor wilde dromen, maar
laat zich in z'n harde realiteit niet ont
dekken.
staan kunnen dan een verantwoor
de aanwijzing krijgen omtrent de
richting die zij te gaan hebben.
Een advies, dat aan de hand van
een psychologische test opgemaakt
is naar de aard en de aanleg van
het kind. Dit alles om de grootste
teleurstellingen zo veel mogelijk te
vermijden.
Elders op deze
hiervan meer.
pagina leest u
Sommige mensen gaan 's zondaigs niet
naar de kerk omdat zij hat in de
week zo druk helbben en die ene dag
recht op rust zeggen te helblben.
Sommige mensen gaan 's zondags jiuist
naar de kenk, omdat ze het in de week
zo druk hebben en die ene dag willen
horen van de rust, die er is voor Gods
kinderen,.
Sommige mensen helbben op alles en
nog wat kritiek, omdat ze zelf alles
'beter kunnen en weten, maar niets
uitvoeren.
Sommige mensen, helblben het te druk
om kritiek te helbben, omdat ze bezig
zijn met de arbeid, waartoe ze geroe
pen zijn.
Sommige mensen verminderen hun bij
dragen en collectes voor allerlei ge
meentelijk werk omdat ze uit erva
ring weten, dat het ook een dure tijd
is voor de gemeente.
Sommige mensen Bij welk soort
behoort U?
,,De Hand".
De woningbouw vereniging „Werk-
mansbelang" te Terneuzen gunde onder
hands d'e bouw van 27 galerij woningen en
2 eengezinswoningen aan de N.V. Gebr.
van der Poel te Terneuzen, voor de som
van 405.500 gulden. Dit is het laatste blok
galerijwoningen in de zeven Triniteits-
polder.
Van een medewerker
DE ZAAK prof. dr. P. Smits nadert haar einde. Of misschien nadert
zij een nieuw begin. In elk geval: het breed-moderamen van de
hervormde synode heeft meegedeeld, dat zijn besprekingen met prof.
Smits zijn afgesloten en dat de resultaten hiervan in de februari
zitting van de synode zullen worden meegedeeld
HET zal dan bijna twee jaar gele
den zijn, dat de Leidse hoogleraar
in het blad van de Vereniging van
vrijzinnige hervormden, Kerk en Wereld,
een Goede-vrijdagartikel schreef. Dat
artikel wekte meer nog dan door zijn
inhoud verzet door de vorm waarin het
was gesteld en waavan vooral de uit
drukking „Geef mijn portie maar aan
Fikkie" ergernis wekte.
Er werd wat heen en weer geschoven
tussen generale synode en Zuidholland
se kerkvergadering die klagers naar
elkaar vewezen.
DIT komt natuurlijk in de eerste
plaats omdat het aantal beroepen
zich heeft verveelvoudigd, en het einde
van die ontwikkeling is nog niet in
zicht. Van een jongeman, die laat
ons zeggenvan de Mulo afkomt, kan
met geen mogelijkheid verwacht wor
den dat hij de 100.000 mogelijkheden
die voor hem liggen met enige rede
lijkheid kan overzien. Misschien eist
een globaal overzicht van de duizen
den beroepen die in de hedendaagse
maatschappij voorkomen, meer kennis
dan hem in zijn vierjarige Mulo-oplei
ding is bijgebracht. Vandaar dat er
tegenwoordig mensen zijn die er hun
beroep van gemaakt hebben om alle
beroepen te leren kennen. In de wan
deling noemt men dit beroepskeuze-ad
viseurs, en dit zijn mensen, die in nau
we samenwerking met psychologen
waardevolle adviezen kunnen verstrek
ken.
HET beroep, in de breedste zin van
het woord, lijkt dus op een bacte
rie, die zich met angstaanjagende snel
heid vermenigvuldigt, en het is aan
geen twijfel onderhevig dat deze bac
terie een mensenleven zelfs lichame
lijk ten gronde kan richten. Een ieder
weet dat een verkeerde beroepskeuze
soms voor hele gezinnen ruïneuze ge
volgen kan hebben. Het is een ramp
als iemand een leven lang werk moet
verrichten dat zijn hart niet heeft, of,
sterker nog, dat hem met walging ver
vult. Toch komt dat laatste helaas
maar al te vaak voor.
De keuze van het werk, die vaak al op
jeugdige leeftijd moet worden gedaan,
is dus in sociaal opzicht van het aller
grootste belang. De keuze moet gron
dig voorbereid worden en mag niet op
een misslag uitlopen.
Maar de veelheid van mogelijkheden
hoe aantrekkelijk ook op het eerste
gezicht is niet zelden een valstrik.
'ontwikkeling voortschrijdt is de zicht
baarheid van het ambacht aanzienlijk
geringer geworden. In feite kijkt de
jeugd in een mistige toekomst waaruit
zich soms heel vaag enige gestalten
losmaken, die echter onmiddellijk weer
in de nevelen verdwijnen.
Wat houdt het precies in als men
vertegenwoordiger is, of agent bij een
verzekeringsmaatschappij? De gemid
delde jongen, die op het punt staat de
schoolbanken te verlaten zal zeggen:
Dat zijn mensen die de gehele dag in
een auto rondrijden om zakenrelaties te
bezoeken. Het is duidelijk dat dit ne
velige beeld op geen enkele wijze de
werkelijkheid dekt. Toch zijn dit nog
de meer eenvoudige voorbeelden. Het
is bekend dat de groot-industrieën ge
heel een gesloten boek zijn. De jeugd
vermoedt een paleis van techniek,
droomt van stampende machines en
van de geheimzinnige rust van labora
toria, maar de harde practijk komt
hier op neer dat ze reeds bij het hek
door de terreinpolitie worden tegenge
houden. Het ambacht is een gesloten
boek.
Wat vader daar in die fabriek doet
mag Joost weten.
Er is weinig fantasie voor nodig
om deze voorbeelden met tientallen uit
te breiden.
TVAAR komt
J-' Naarmate de maatschappij
overigens nog
iets bij.
in zijn
EEN piloot is iemand die zich mag
verheugen in de populariteit van een
filmster, die z'n hele leven rondsjouwt
in een glamour-pakje en die in Mos
kou ontbijt en in New York de thee
gebruikt. De meer avontuurlijk aange
legde jongen zal van hem de perma
nente held maken, die duizend keer op
het nippertje aan de dood ontsnapt
zonder nochtans ooit een schramme
tje op te lopen en die als klap op de
vuurpijl herhaaldelijk door duizenden
wordt ingehaald als de wegbereider van
een nieuwe wereld.
GIGANTISCHE havencomplexen wor
den uit de grond gestampt, het is
een boeiend panorama dat elk rechtge
aard jongenshart in vuur en vlam kan
zetten. De schooljongen ziet zich reeds
dwalen door de wonderwereld van tech
niek, elke dag vol verrassingen en
adembenemende avonturen, maar hij
ziet niet dat hij en al z'n soortgenoten,
straks als een zielig klein radertje zal
worden ingepast in een groot en on
overzichtelijk geheel. En welk radertje
moet hij kiezen?
Hij kent geen beroep, hij ziet er
niets van en baseert zijn keuze geheel
lukraak op een visioen dat geen enkel
aanknopingspunt meer heeft met de
werkelijkheid.
In vroeger tijden moet dat anders
geweest zijn. De jeugd groeide op en
speelde tussen werkende mensen. Hij
liep werkplaatsen binnen, werd er
waarschijnlijk met vaart weer uitge
gooid. maar onderhield niettemin spe
lenderwijs het contact met de reali
teit. Praetisch iedere schooljongen wist
wat zijn vader deed. Eenvoudig omdat
hij die vader dagelijks aan het werk
zag.
De keuze die de jeugd tenslotte moest
maken kon bovendien tot een betrekke
lijk gering en tamelijk overzichtelijk
aantal beroepen beperkt blijven.
DE veelheid en de verscheidenheid
van de beroepen vormt voor de op
groeiende jeugd een probleem, een
probleem, dat die jeugd ook niet tot
een oplossing kan brengen omdat de
interne gang van zaken, en de ware
aard van een beroep zich steeds meer
inkapselt in de schillen van een gespe
cialiseerde maatschappij. Alleen de
buitenkant is te zien, maar die be
driegt.
Vandaar dat er een groeiende
behoefte ontstaat aan een zo breed
mogelijke beroepskeuze-instituut
waarin psychologen, in nauwe sa
menwerking met beroepskeuze
adviseurs de inventaris kunnen op
maken. De jongens en meisjes die
op de drempel van de maatschappij
JOHANNESBURG (E.P.S.). Zuid-
afrika's twee grootste Nederduitsch-ge-
reformeerde kerken hebben verklaard»
dat politieke rechten de Afrikanen die
in „blanke" gebiedsdelen wonen niet on
begrensd kunnen worden onthouden»
tenzij volledige territoriale apartheid in
de praktijk mogelijk is. „Zij die het
met deze verklaring niet eens zijn, moe
ten nu precies de zedelijke gronden aan
geven voor' hun gezichtspunt", zo zeg
gen de Kaapse en de Transvaalse Ned.-
geref. kerken in hun verklaring. „Deze
verantwoordelijkheid mag niet ontlopen
worden".
De twee kerken gaven deze verklaring
uit om enkele misverstanden uit de weg
te ruimen die bestonden ten aanzien van
het standpunt dat hun afgevaardigden
onlangs hebben ingenomen op het door
de Wereldraad bijeengeroepen beraad
over de rassensituatie in Zuid-Afrika.
De twee kerken stemden in met een
resolutie van dit beraad, al behielden
ze op enkele punten reserves. De reso
lutie noemde o.m. directe parlemen
taire vertegenwoordiging voor de niet-
blanken gewenst.
In de thans uitgegeven verklaring van
beide kerken heet het, afgezien dus
van een eventuele uitvoerbaarheid van
strikte scheiding van blanken en niet-
blanken in aparte gebieden dat wat
gezegd is van rechten voor Afrikanen
nog veel meer geldt van de anderhalf
miljoen kleurlingen (gemengd-.,bloedi-
gen"). „Het laatste woord over het wel
zijn van de kleurlingen wordt niet ge
zegd in adviesraden, maar in het par
lement" (De adviesraden zijn de ver
tegenwoordigingen van de kleurlingen
voor wie in de volksvertegenwoordiging
van de Unie geen plaats is). „Dit recht
kan hun niet voor altiid onthouden wor
den". Aldus de verklaring van beide
kerken.
Breuk niet Verwoerrl
Sommige waarnemers menen, dat de
ze verklaring van de twee kerken de
mogelijkheid inhoudt van een breuk tus
sen de Nederduitsch-eereformeerden en
de regering van dr. H. F. Verwoerd.
Het boeren-dagblad Die Vaderland
zegt in dit verband: Het verschil van
mening heeft zo'n grote omvang aange
nomen, dat het ingrijpen van „de hoog-
BRUINISSE Voor de Hervormde
Vrouwenvereniging „Helpt elkander",
sprak mejuffrouw A. Ossewaarde uit
Yerseke over het onderwerp „Ook des
avonds nog fit". Mejuffrouw Ossewaar
de beheerste het onderwerp uitstekend,
en wist de dames te boeien ondanks het
feit dat alle middelen die zij opgaf om
efficiënter te werken, bij de meesten
wel bekend waren.
De sloperij „Scheldeveem" te Ter
neuzen heeft druk werk. Het eerste zee-
.schip dat onder de hamers kwam is
thans zover onttakeld dat het karkas
naar de Terneuzense scheepbouw maat
schappij zal worden gesleept die het
verder zal slopen. Deze week zal nog
worden begonnen aan een Engelse
trawler en volgende week zullen een
Engelse trawler en een hopper-zuiger
hup laatste reis naar Terneuzen ma
ken.
ste wereldlijke autoriteit" nodig kan zijn
om „een eind te maken aan verdere
verwarring en verdenking".
Dit commentaar van Die Vaderland
wordt uitgelegd als een suggestie dat
door de verklaringen uit kerkelijke kring
de regering gedwongen wordt tot reac
tie. Te denken valt aan een poging om
te bewijzen dat apartheid zedelijk ge
rechtvaardigd is en dat territoriale
apartheid in praktijk te verwezenlijken
is.
Wij tekenen hierbij nog aan, dat de
secretaris van de Kaapse kerk er wel
erg naast geweest is. We hebben be
richt hoe deze in scherpe woorden ver
klaard heeft dat de Kaapse synode
nooit de verklaring van het Wereld
raad-beraad zou kunnen aanvaarden.
De nieuwe verklaring leert nu wel an
ders. Zij is tevens een bewijs te meer
van het onbehagen in Nederduitsch-
gereformeerde kring over de apart
heid. Intussen zijn er de laatste ver
kiezingsuitslagen om er aan te herin
neren dat stellig ook bij zeer velen in
deze kerken een eventueel onbehagen
nog niet bonen de bewustheidsdrempel
uit is.
JIJAAR trots de schoonste
droom om deze kinderen ge
bouwd, werd het jongetje later
vuilnisman, en het meisje is nooit
getrouwd."
Zo eindigt een liedje van Jules
de Corte, dat tot titel heeft „Illu
sie".
Afgezien van het feit, dat de
mensen die bij de gemeentelij
ke reinigingsdiensten werken re
den hebben zich een beetje ge
prikkeld te voelen, blijft de type
ring van dit liedje toch kostelijk.
Want ouders maken zich zon
der uitzondering illusies over
•hun kinderen.
Illusies, die later maar al te
vaak in scherven vallen.
Het valt niet mee om in de
maatschappij een positie te ver
overen, waarin een mens zich op
z'n plaats weet.
En dat laatste is immers het
belangrijkste.
HOE komt een kind, dat op de
drempel van de maatschappij
staat straks op een post terecht die
voldoening zal schenken en die zich
aanpast bij de aard en de aanleg
van het kind? Deze vraag is niet al
leen voor de ouders, maar juist
ook voor de jeugd zelf van uit
zonderlijk belang.
Maar een enigszins betrouwbaar
antwoord is in vele gevallen zonder
hulp van deskundigen niet té ge-
r'EN
van de meest
voor de opbouw
belangrijke dingen
van het gemeentele-
ven is ongetwijfeld het pastoraat. Het is
daarom opmerkelijk, dat de zielszorg zo
lange tijd op de achtergrond is gebleven.
Nu echter al'lerwege min of meer een ver
vreemding van de kerk valt te constate
ren, wordt er op allerlei manier opnieuw
aandacht aan geschonken. En gelukkig
maar. Immers het hoogste, dat God ons
kan opdragen is niet het professoraat
maar het pastoraat, welke ten doel heeft,
de enkeling te brengen lot de prediking
en de Sacramenten, en daarmee tot het
Woord Gods, hen in te voegen in de ge
meente en daarbij te houden.
Dat dit met name op huisbezoek ter spra
ke moet komen is duidelijk. Dat de her
derlijke zorg (pastor is herder) zich ook
buitenshuis kan afspelen moet evenzeer
duidelijk zijn. Een herder verzorgt nu
eeumaal zijn schapen niet allen in de
stal! Of, om een woord van Jezus in her
innering te brengen: „Nog andere schapen
heb Ik, die van deze stal niet zijn; ook
die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn
stem horen en het zal worden één kudde
en één Herder (Joh. 10:16)."
LJET is dus weliswaar de vraag, welke
vorm van gemeente-zijn voor ogen ge
houden dient te worden. Volgens de één is
het meest kenmerkende van een gemeen
te, dat zij een gebedsgemeenschap vormt,
voor een ander dat zij met apostolaire be
wogenheid in de wereld staat, voor weer
een ander, dat het gemeentelid een per
soonlijke bevinding heeft van het heil des
Heren, voor een vierde, het onderling dia-
konaat, omdat de liefde tot God zich
eerst uit in de liefde tot de naaste.
Met deze, en dergelijke kwesties nu
houdt zich een brochure bezig, die dooi
de Raad voor de Herderlijke Zorg van de
Ned. Herv. kerk is samengesteld, en vo
rig jaar door de Generale Synode is aan
vaard.
Ook al is het in de eerste plaats be
doeld als een handreiking voor de pasto
rale arbeid van de kerkeraad, toch geloof
ik, dat wij allen er onze winst mee kun
nen doen.
TN DIT synodaal geschrift wordt er op
gewezen, dat op grond van Efez-iërs 4
voor het pastoraat verondersteld wordt
een zekere mondigheid van de gemeente
leden, een zekere gemeenschap onderling
en een bepaalde dienstbereidheid; verge
lijk de verzen 12 tot en met 14. Uit dit
schriftgedeelte blijkt dat het onderricht der
floor
kerk de noodzakelijke voorwaarde is voor
het opbloeien lot geestelijke mondigheid,
terwijl gemeenschap en dienstbetoon als
aspecten van de geestelijke mondigheid
worden genoemd.
ïyrONDIGHEID is daarom niet slechts in-
zicht, maar ook antwoord en daad. Dit
houdt voor de kerkdienst in, dat de ge
meente voldoende gelegenheid krijgt om
te antwoorden. In deze denk ik aan de
gezongen geloofsbelijdenis en het eventu
eel hoorbaar meebidden van het „Onze
Vader". En waarom zal een gemeentelid
ook niet eens de schriftlezing verzorgen?
Iu Amerika 'kent men de z.g. responsive
reading. De voorganger geeft in de dienst
een schriftgedeelte op, dat achter in de
liederenbundel staat. Afwisselend is de
tekst vet en gewoon gedrukt. De eerstge»
noemde tekst lezen de kerkgangers hard
op.
Ook de huiselijke eredienst, waar vader
of moeder voorleest uit de (kinder-)bijbel
en voorgaat in &ebed, behoort tot de mon
digheid van de gemeente, evenals de me
deverantwoordelijkheid voor het kerke-
werk, waartoe onder meer het houden van
gemeente-avonden kan bijdragen, tenein
de tot meer geestelijke interesse en begrip
voor eikaars opvattingen en noden te ko-
j\/TONDIGHEID
omdat zonder
s defensief onmisbaar,
dat de gemeente weer
loos staat tegenover de vele huidige stro
mingen en offensief onmisbaar, omdat zon
der dat, het Evangelie onvoldoende door
dringt onder ni et-gel ovenden.
Voorts heeft de .gemeente de roeping
een geloofsgemeenschap te zijn. Voor een
dorp kan zulks betekenen, dat een valse
eenheid vanwege louter traditie wordt
doorbroken om een diepere eenheid voor
te leven in plaats van sectarische invloe
den in de hand te werken. Zo kan het
kring-Werk b.v. zeer gemeenschapsvor
mend zijn, zoals de activiteiten, die door
vrouwenverenigingen of vrouwenbonden on-
ondernomen worden.
Tenslotte worden wij erbij bepaald dat
het pastoraal beleid gericht zij op de
dienstvaardigheid der gemeente. Een ge-,
zond-geestelijk gemeenteleden Iaat immers
geen enkelvoudige domiuéeskerk toe. Ook
de leden afzonderlijk zullen gemobiliseerd
worden tot dienstbetoon, zonder ander
zijds feen rusteloos, krampachtig activis
me te stimuleren. Maar het feit, dat zo
veel mogelijk gemeenteraden samen het
nodige werk verzetten voorkomt de Hed
ging om al het we'iik te leggen op de
schouders van enkele geschikt gebleken
figuren, met als gevolg dat zij overbelast
raken of nog erger dat zij te veel „macht"
krijgen, terwijl de rest gelaten inslaapt of
slechts kritiek laat horen. De beste stuurlui
staan nog altijd aan de wal!
Een gunstig klimaat ontstaat derhalve
daar, waar het pastoraat aan medewer
kers echte verantwoordelijkheid en tevens
werkelijke zorg schenkt.
CAMENVATTEND zij opgemerkt, dat al-
lereerst door degenen, die pastoraal
bezig zijn, veel geluisterd dient te wor
den naar de behoeften en wensen van hen,
die op hun weg geplaatst worden. Pas
daarna heeft het zin om een „passieve" ge
meente, waarin elk voor zich zelf leeft,
te wijzen op liet Evangelie, dat van een
ieder lid der kerk vraagt zich daadwerke
lijk te geven. De opdracht, die wij allen
als gemeentelid hebben is niet gebonden
aan het kerkelijk ambt. De gemeente in
zijn geheel is geroepen Hem te verkondi
gen, die als de grote Pastor, de Goede
Herder, zijn leven gaf. Mogen dhn Zijn
schapen Zijn stem horen tot opbouw van
zich zelf en tot uitbouw van het Konink
rijk Gods in deze wereld. Het is Zijn ge
nade èn opdracht, dat wij tezamen in Zijn
herderlijke dienst staan. Echte mondig
heid drijft niet uiteen, maar voert tot el.
kander en maakt van de gemeente een
gebeds- èn een werkgemeenschap
ven. Niet alleen de school, maar
ook de beroepskeuze is dikwijls een
sprong in de volstrekte duisternis.
Wie zich het belang van deze
„sprong" realiseert, zal dikwijls de
adem inhouden.
Maar hoe zou het anders moeten?
Die vraag hebben ook wij ons ge
steld, en we zijn terecht gekomen
bij de Christelijke stichting Schooi
en Beroepskeuze voor Zeeland.
In de woonkamer van de heer A.
M. Gillissen, de administrateur van
de stichting, troffen we o.m. ook de
psycholoog van deze instelling, Drs.
C. G. J. Keulemans uit Bilthoven,
die juist weer enige dagen in Zee
land had gewerkt.
De Zeeuwse stichting is in een
soort federatief verband opgenomen
in het landelijk centraal Christelijk
bureau voor school en beroepskeuze.
De moeilijkheid is n.l. dat een pro
vinciale stichting onmogelijk een
eigen psycholoog in dienst kan heb
ben, en toch is dit laatste een voor
waarde om op rijkssubsidie te kun
nen, rekenen. De provinciale vereni
gingen werken dus in zoverre sa
men, dat ze vanuit de gemeenschap
pelijke „pot" een vak-psycholoog
kunnen bekostigen.
Intussen zijn in het bestuur van
de Zeeuwse stichting o. m. verte
genwoordigd het Chr. Lager en
Middelbaar onderwijs, het C.N.V.,
de N.C.V.B., de C.B.T.B., de mid
denstandsorganisaties en de Chr.
Plattelandsvrouwenbond.
DE MEESTE onderzoeken,die de
heer Keulemans in Zeeland ver
richt komen voort uit schoolgroe-
pen. Natuurlijk is deze groepsgewij
ze aanmelding er op gericht de kos
ten zo veel mogelijk te drukken.
Maar ook individueel kan men zich
voor een onderzoek aanmelden,
waarbij de prijs van het onderzoek
wordt bepaald aan de hand van het
jaarinkomen. Geen vast tarief dus
waar de minder draagkrachtigen
over zouden kunnen struikelen.
De vraag wat zo'n onderzoek nu
precies behelst is natuurlijk niet
weer te geven.
Globaal omschrijft de heer Keule
mans zijn werk als volgt: „Zelf
maak ik de inventaris op, d.w.z. ik
kijk wat er in het kind zit. De be
roepskeuze-adviseur, die nauw met
mij samenwerkt, kan dan aan de
hand van het rapport uitmaken wel
ke beroepen, of groepen van beroe
pen het meest in de lijn liggen."
Naast de „normale" onderzoeken
voor school of beroepskeus krijgt
de psycholoog ook veel te maken
met probleemkinderen. (Vooral de
eerste drie klassen van de Middel
bare school).
Opvallend is ook dat vele kinde
ren na eèn Mulo-opleiding niet we
ten wat ze zullen gaan doen. Van
deze categorie heeft de heer Keule
mans veel meer onderzoeken dan
b.v. van de eind-examinandi van
Gymnasium of H.B.S.
De Christelijke stichting voor
school en beroepskeuze werkt hoofd
zakelijk op Protestantse scholen.
Maar ook worden onderzoeken ver
richt op openbare scholen en men
is daar dan een graag geziene gast.
TTET werkterrein van de Zeeuwse
1 stichting is nog steeds groeiende.
Tot vele Christelijke scholen in Zee
land, maar ook in Bergen op Zoom
strekt de invloed zich uit.
Maar ook de vakorganisatie
krijgt de laatste tijd grote belang
stelling. En dat is, gezien de pers
pectieven die dit werk opent, geen
wonder.
Het ideaal is natuurlijk dat op
den duur alle kinderen aan een on-
lerzoek kunnen worden onderwor
pen. Maar dit ideaal ligt, gelet op
de enorme financiële moeilijkheden
nog in een ver verschiet.
Maar er is een begin, een begin
dat voor veie kinderen in Zeeland
van grote en verstrekkende beteke
nis kan zijn.
De verontwaardiging duurde reeds
enige tijd en protesten en bezwaren be
reikten de generale synode, toen de
commissie voor het opzicht uit de Zuid
hollandse kerkvergadering de kat de
bel aanbond. Jammer genoeg was het
de verkeerde bel voor de verkeerde kat.
De discussie over de betekenis van
het heilswerk van Christus stapte over
naar taak van de commissie voor het
opzicht en de kerkrechtelijke plaats
van iemand die geen predikant meer is.
Dr. Smits die is gepromoveerd op
een zeer geprezen dissertatie over Kerk
en Stad is namelijk geen kerkelijk
hoogleraar, maar rijkshoogleraar. Zijn
band met de Hervormde kerk is, behal
ve zijn lidmaatschap, het feit dat hij
eervol ontslag als predikant heeft gehad
en dezelfde bevoegdheden heeft gekre
gen als een emerituspredikant: preken
e.d.
Toen dat eenmaal vaststond (de
commissie uit de generale synode oor
deelde zo in hoger beroep) verschoof
de zaak naar het breedmoderamen
van de synode. Dat had de bevoegd
heid als van een emeritus gegeven en
dat diende dus in gevallen waarin de
waardigheid van de kerk dat vereist
die bevoegdheid weer in te trekken.
Maar het breedmoderamen wilde eerst
wel eens met prof. Smits spreken.
Deze begon met niet of te Iaat te
antwoorden en eerst thans blijkt dit ge
sprek te zijn afgelopen. Hoe? Dat we
ten we pas over een paar weken, als
het persverslag van de synode ons daar
in wil laten delen.
TNTUSSEN heeft prof. Smits niets na-
a gelaten om de aandacht te trekken
bij het „onaangepaste" af, om het nu
ook eens sociologisch te zeggen.
Omstreeks kerst 1959 hield hij in de
nieuwe moskee te Den Haag een toe
spraak waarin hij zijn inzichten omtrent
Christus' geboorte ten beste gaf.
De nieuwe Haagsche courant gaf
daarvan een verslag. Dat verslag was
niet goed, liet de hoogleraar weten.
Daarna gaf hij een eigen résumé, dat
tot geen andere conclusie kon leiden
dan: Dat verslag van de NHC gaf de
zaak aardig weer.
Daarna viel er enige tijd stilte rond
om dr. Smits, totdat hij verscheen in
een vergadering te Amsterdam, waar de
schrijver Szcesny (De toekomst van het
ongeloof) het woord voerde. In ant
woord op een vraag van prof. Smits zei
de schrijver, dat hij het wel met hem
eens was, maar dat de door dr. Smits
gegeven mening weinig met het chris
tendom te maken had.
Hierop bleek dat de gevallen stilte
van hogerhand opgelegd was. Dr. J. J.
Buskes die zich van „hogerhand"
nooit overbodig veel heeft aangetrokken
verbrak het zwijgen en stelde de in
formatieve vraag, waarom dr. Smits
nog lid van de Hervormde kerk is. Het
was niet als een advies bedoeld, maar
alleen als vraag.
HET antwoord' op die vraag was voor
dr. Buskes reden om de discussie
te eindigen. Als prof. Smits' opvattin
gen die van de vrijzinnigen weergeven,
of van een door andere vrijzinnigen als
legitiem aanvaard facet van hun ge
loofsbeleving, dan is het kerkelijk ge
sprek onmogelijk: die opvattingen zijn
een ontkenning van de kerk van het
Evangelie.
Prof. Smits blijkt de Hervormde kerk
te beschouwen als een richtingenkerk.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de
Geref. kerken moet „onze kerk het in
zekere zin voor de innerlijke beweging
In haar theologie juist hebben van dog
matische spanningen die er altijd zul
len blijven tussen een typisch vrijzinni
ge en een typisch rechtzinnige benade
ringswijze èn theologische verwerking
van de bijbelse geloofswereld.
Als de ene modaliteit in onze kerk de
theologie van een andere kerk „niet
meer interessant vindt" dan glijdt de
Hervormde kerk over in een gerefor
meerd kerktype. Als dat in de naaste
toekomst zou gebeuren, zijn de her-
steld-verbanders voor niets in 1946 toe
getreden: via een omweg in de Her
vormde kerk komen ze dan wel weer
in een gereformeerde kerk terug",
vindt dr. Smits.
TTAT niet „interessant zijn" had dr.
Buskes geschreven: dit christendom
(van prof. Smits) interesseert hem niet,
en hij vindt het zelfs onzindelijk dat
hier nog van christendom gesproken
wordt.
Op de jaarvergadering van de Ned.
Protestantenbond heeft dr. Smits de
mogelijkheden van een richtingenkerk
nogmaals aangeroerd.
Rechtzinnig en vrijzinnig christendom
zijn niet twee mentaliteiten, maar in
waarheid twee principieel onverzoenlij
ke godsdienstige waarheidssystemen.
Die onverzoenlijkheid behoeft volgens
hem niet doorgetrokken te worden in
het menselijk vlak. Er is een mogelijk
heid tot een goede verstandhouding.
Prof. Smits wil geen twee kerken.
Niet op theologisch gebied, maar wel
als het om het geloof gaat voelt hij
zich soms meer verwant aan sommige
rechtzinnigen dan met sommige vrij
zinnigen. Samenwerking is mogelijk,
als ze tenminste niet onmogelijk ge
maakt wordt door de onaanvaardbare
nieuwe basisformule van de Wereld
raad, aldus dr. Smits.
YÏ7AT zal de beslissing van het breed-
moderamen zijn? En hoe zal het
gaan met de leertucht, die dit jaar vol
uit zal werken en zich niet alleen
tegen leerlingen maar ook tegen leraars
kan richten?
Volgens het Gereformeerd Weekblad
(uitg. Bout) is van die tucht over le
ringen niets terecht gekomen omdat al-
les verzandde in het oerwoud van ra
den en commissies.
Ja, die raden en commissies. In 1954,
toen de zaak van de sindsdien rooms ge
worden ds. J. Loos uit Hilversum de ge
moederen bezig hield, is er op de jaar
lijkse vergadering van theologische stu
denten van alle faculteiten in ons land
een mooi vers gemaakt op de raden
republiek, zoals ds. Buskes het eens
een keer noemde.
Wij sluiten deze beschouwing met dit
Yer?r a Ter toelichting diene, dat ds
J. H. Grolle zeer belangrijk is in de
de zaken van kerk en Is
rael. Het komische lag o.m. in het feit
dat deze raad natuurlijk met de hele
zaak-Loos helemaal niets te maken had
Overigens zijn de hier geciteerde cou-
actuaUteit °°B van onverminderde
Hoe zalig is de zoete rust
van 't provinciaal bestuur,
dat approbeert en denuncieert,
maar op de lange duur.
De raad voor Kerk en Eredienst.
de handen in het haar -
verwijst het naar een and're raad-
die speelt de zaak wel klaar
De raden gaan ten einde raad
m raadsvergadering
en spreken daar een oordeel uit
maar bij benadering.
Synode heeft het laatste woord
maar houdt dat nog in petto.
En eind lijk wordt de zaak gesmoord
bij Grolle in het ghetto.