I VAN SCHOOL NAAR BEROEP: SPRONG IN HEI DUISTER? Mondige gemeente door pastoraat - Ingewikkeld patroon maatschappij vormt obstakel voor kind SPELDEPRIKJES.... In herv. kerk is wachten op beslissing over prof. Smits di Kaapse en Transvaalse herken vragen morele argumenten irt Breedmoderamen eindigde gesprek Radertjes Bacterie Caricatuur In de schillen Kan regering apartheid zedelijk en praktisch aanvaardbaar maken? Helpt elkander vergaderde CU Zeeland adviesbureau Adem inhouden ds G. A. Odé te Biggekerke De prijs Zaterdag 21 januari 1961 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 7 Groeiende vraag naar een beroepskeuze-instituut N VROEGER JAREN was het voor de opgroeiende jeugd hetrekkelijk eenvoudig om een be roep te kiezen. Met opzet schrijven we „betrekkelijk eenvoudig" omdat uit de aard der zaak ook toen, laten we zeggen 50 of 100 jaar geleden, talloze mensen op de verkeerde post te recht kwamen. „Als ik rn'n leven nog eens mocht over doen werd ik dit of dat", zei men dan. "jVTIETTEMIN was de wereld van toen, in vergelijking met die van -■-"nu tamelijk eenvoudig van structuur, al moet er bij gezegd wor den dat een oordeel achteraf nooit geheel objectief kan zijn. Maar hoe het ook zij, van de toenmalige jeugd kan met enig voorbehoud gezegd worden dat ze een beroep kozen. Tegenwoor dig, vooral in de na-oorlogse wereld, is van kiezen nauwelijks meer sprake. De jeugd ziet de buitenkant en wel licht zullen film en publiciteit het hunne er toe bijdragen om van die buitenkant een caricaturale voorstelling te geven. Het beroep hult zich in een gespecia liseerde wereld in mistige nevelen, de buitenkant wordt steeds opwindender, geeft stof voor wilde dromen, maar laat zich in z'n harde realiteit niet ont dekken. staan kunnen dan een verantwoor de aanwijzing krijgen omtrent de richting die zij te gaan hebben. Een advies, dat aan de hand van een psychologische test opgemaakt is naar de aard en de aanleg van het kind. Dit alles om de grootste teleurstellingen zo veel mogelijk te vermijden. Elders op deze hiervan meer. pagina leest u Sommige mensen gaan 's zondaigs niet naar de kerk omdat zij hat in de week zo druk helbben en die ene dag recht op rust zeggen te helblben. Sommige mensen gaan 's zondags jiuist naar de kenk, omdat ze het in de week zo druk hebben en die ene dag willen horen van de rust, die er is voor Gods kinderen,. Sommige mensen helbben op alles en nog wat kritiek, omdat ze zelf alles 'beter kunnen en weten, maar niets uitvoeren. Sommige mensen, helblben het te druk om kritiek te helbben, omdat ze bezig zijn met de arbeid, waartoe ze geroe pen zijn. Sommige mensen verminderen hun bij dragen en collectes voor allerlei ge meentelijk werk omdat ze uit erva ring weten, dat het ook een dure tijd is voor de gemeente. Sommige mensen Bij welk soort behoort U? ,,De Hand". De woningbouw vereniging „Werk- mansbelang" te Terneuzen gunde onder hands d'e bouw van 27 galerij woningen en 2 eengezinswoningen aan de N.V. Gebr. van der Poel te Terneuzen, voor de som van 405.500 gulden. Dit is het laatste blok galerijwoningen in de zeven Triniteits- polder. Van een medewerker DE ZAAK prof. dr. P. Smits nadert haar einde. Of misschien nadert zij een nieuw begin. In elk geval: het breed-moderamen van de hervormde synode heeft meegedeeld, dat zijn besprekingen met prof. Smits zijn afgesloten en dat de resultaten hiervan in de februari zitting van de synode zullen worden meegedeeld HET zal dan bijna twee jaar gele den zijn, dat de Leidse hoogleraar in het blad van de Vereniging van vrijzinnige hervormden, Kerk en Wereld, een Goede-vrijdagartikel schreef. Dat artikel wekte meer nog dan door zijn inhoud verzet door de vorm waarin het was gesteld en waavan vooral de uit drukking „Geef mijn portie maar aan Fikkie" ergernis wekte. Er werd wat heen en weer geschoven tussen generale synode en Zuidholland se kerkvergadering die klagers naar elkaar vewezen. DIT komt natuurlijk in de eerste plaats omdat het aantal beroepen zich heeft verveelvoudigd, en het einde van die ontwikkeling is nog niet in zicht. Van een jongeman, die laat ons zeggenvan de Mulo afkomt, kan met geen mogelijkheid verwacht wor den dat hij de 100.000 mogelijkheden die voor hem liggen met enige rede lijkheid kan overzien. Misschien eist een globaal overzicht van de duizen den beroepen die in de hedendaagse maatschappij voorkomen, meer kennis dan hem in zijn vierjarige Mulo-oplei ding is bijgebracht. Vandaar dat er tegenwoordig mensen zijn die er hun beroep van gemaakt hebben om alle beroepen te leren kennen. In de wan deling noemt men dit beroepskeuze-ad viseurs, en dit zijn mensen, die in nau we samenwerking met psychologen waardevolle adviezen kunnen verstrek ken. HET beroep, in de breedste zin van het woord, lijkt dus op een bacte rie, die zich met angstaanjagende snel heid vermenigvuldigt, en het is aan geen twijfel onderhevig dat deze bac terie een mensenleven zelfs lichame lijk ten gronde kan richten. Een ieder weet dat een verkeerde beroepskeuze soms voor hele gezinnen ruïneuze ge volgen kan hebben. Het is een ramp als iemand een leven lang werk moet verrichten dat zijn hart niet heeft, of, sterker nog, dat hem met walging ver vult. Toch komt dat laatste helaas maar al te vaak voor. De keuze van het werk, die vaak al op jeugdige leeftijd moet worden gedaan, is dus in sociaal opzicht van het aller grootste belang. De keuze moet gron dig voorbereid worden en mag niet op een misslag uitlopen. Maar de veelheid van mogelijkheden hoe aantrekkelijk ook op het eerste gezicht is niet zelden een valstrik. 'ontwikkeling voortschrijdt is de zicht baarheid van het ambacht aanzienlijk geringer geworden. In feite kijkt de jeugd in een mistige toekomst waaruit zich soms heel vaag enige gestalten losmaken, die echter onmiddellijk weer in de nevelen verdwijnen. Wat houdt het precies in als men vertegenwoordiger is, of agent bij een verzekeringsmaatschappij? De gemid delde jongen, die op het punt staat de schoolbanken te verlaten zal zeggen: Dat zijn mensen die de gehele dag in een auto rondrijden om zakenrelaties te bezoeken. Het is duidelijk dat dit ne velige beeld op geen enkele wijze de werkelijkheid dekt. Toch zijn dit nog de meer eenvoudige voorbeelden. Het is bekend dat de groot-industrieën ge heel een gesloten boek zijn. De jeugd vermoedt een paleis van techniek, droomt van stampende machines en van de geheimzinnige rust van labora toria, maar de harde practijk komt hier op neer dat ze reeds bij het hek door de terreinpolitie worden tegenge houden. Het ambacht is een gesloten boek. Wat vader daar in die fabriek doet mag Joost weten. Er is weinig fantasie voor nodig om deze voorbeelden met tientallen uit te breiden. TVAAR komt J-' Naarmate de maatschappij overigens nog iets bij. in zijn EEN piloot is iemand die zich mag verheugen in de populariteit van een filmster, die z'n hele leven rondsjouwt in een glamour-pakje en die in Mos kou ontbijt en in New York de thee gebruikt. De meer avontuurlijk aange legde jongen zal van hem de perma nente held maken, die duizend keer op het nippertje aan de dood ontsnapt zonder nochtans ooit een schramme tje op te lopen en die als klap op de vuurpijl herhaaldelijk door duizenden wordt ingehaald als de wegbereider van een nieuwe wereld. GIGANTISCHE havencomplexen wor den uit de grond gestampt, het is een boeiend panorama dat elk rechtge aard jongenshart in vuur en vlam kan zetten. De schooljongen ziet zich reeds dwalen door de wonderwereld van tech niek, elke dag vol verrassingen en adembenemende avonturen, maar hij ziet niet dat hij en al z'n soortgenoten, straks als een zielig klein radertje zal worden ingepast in een groot en on overzichtelijk geheel. En welk radertje moet hij kiezen? Hij kent geen beroep, hij ziet er niets van en baseert zijn keuze geheel lukraak op een visioen dat geen enkel aanknopingspunt meer heeft met de werkelijkheid. In vroeger tijden moet dat anders geweest zijn. De jeugd groeide op en speelde tussen werkende mensen. Hij liep werkplaatsen binnen, werd er waarschijnlijk met vaart weer uitge gooid. maar onderhield niettemin spe lenderwijs het contact met de reali teit. Praetisch iedere schooljongen wist wat zijn vader deed. Eenvoudig omdat hij die vader dagelijks aan het werk zag. De keuze die de jeugd tenslotte moest maken kon bovendien tot een betrekke lijk gering en tamelijk overzichtelijk aantal beroepen beperkt blijven. DE veelheid en de verscheidenheid van de beroepen vormt voor de op groeiende jeugd een probleem, een probleem, dat die jeugd ook niet tot een oplossing kan brengen omdat de interne gang van zaken, en de ware aard van een beroep zich steeds meer inkapselt in de schillen van een gespe cialiseerde maatschappij. Alleen de buitenkant is te zien, maar die be driegt. Vandaar dat er een groeiende behoefte ontstaat aan een zo breed mogelijke beroepskeuze-instituut waarin psychologen, in nauwe sa menwerking met beroepskeuze adviseurs de inventaris kunnen op maken. De jongens en meisjes die op de drempel van de maatschappij JOHANNESBURG (E.P.S.). Zuid- afrika's twee grootste Nederduitsch-ge- reformeerde kerken hebben verklaard» dat politieke rechten de Afrikanen die in „blanke" gebiedsdelen wonen niet on begrensd kunnen worden onthouden» tenzij volledige territoriale apartheid in de praktijk mogelijk is. „Zij die het met deze verklaring niet eens zijn, moe ten nu precies de zedelijke gronden aan geven voor' hun gezichtspunt", zo zeg gen de Kaapse en de Transvaalse Ned.- geref. kerken in hun verklaring. „Deze verantwoordelijkheid mag niet ontlopen worden". De twee kerken gaven deze verklaring uit om enkele misverstanden uit de weg te ruimen die bestonden ten aanzien van het standpunt dat hun afgevaardigden onlangs hebben ingenomen op het door de Wereldraad bijeengeroepen beraad over de rassensituatie in Zuid-Afrika. De twee kerken stemden in met een resolutie van dit beraad, al behielden ze op enkele punten reserves. De reso lutie noemde o.m. directe parlemen taire vertegenwoordiging voor de niet- blanken gewenst. In de thans uitgegeven verklaring van beide kerken heet het, afgezien dus van een eventuele uitvoerbaarheid van strikte scheiding van blanken en niet- blanken in aparte gebieden dat wat gezegd is van rechten voor Afrikanen nog veel meer geldt van de anderhalf miljoen kleurlingen (gemengd-.,bloedi- gen"). „Het laatste woord over het wel zijn van de kleurlingen wordt niet ge zegd in adviesraden, maar in het par lement" (De adviesraden zijn de ver tegenwoordigingen van de kleurlingen voor wie in de volksvertegenwoordiging van de Unie geen plaats is). „Dit recht kan hun niet voor altiid onthouden wor den". Aldus de verklaring van beide kerken. Breuk niet Verwoerrl Sommige waarnemers menen, dat de ze verklaring van de twee kerken de mogelijkheid inhoudt van een breuk tus sen de Nederduitsch-eereformeerden en de regering van dr. H. F. Verwoerd. Het boeren-dagblad Die Vaderland zegt in dit verband: Het verschil van mening heeft zo'n grote omvang aange nomen, dat het ingrijpen van „de hoog- BRUINISSE Voor de Hervormde Vrouwenvereniging „Helpt elkander", sprak mejuffrouw A. Ossewaarde uit Yerseke over het onderwerp „Ook des avonds nog fit". Mejuffrouw Ossewaar de beheerste het onderwerp uitstekend, en wist de dames te boeien ondanks het feit dat alle middelen die zij opgaf om efficiënter te werken, bij de meesten wel bekend waren. De sloperij „Scheldeveem" te Ter neuzen heeft druk werk. Het eerste zee- .schip dat onder de hamers kwam is thans zover onttakeld dat het karkas naar de Terneuzense scheepbouw maat schappij zal worden gesleept die het verder zal slopen. Deze week zal nog worden begonnen aan een Engelse trawler en volgende week zullen een Engelse trawler en een hopper-zuiger hup laatste reis naar Terneuzen ma ken. ste wereldlijke autoriteit" nodig kan zijn om „een eind te maken aan verdere verwarring en verdenking". Dit commentaar van Die Vaderland wordt uitgelegd als een suggestie dat door de verklaringen uit kerkelijke kring de regering gedwongen wordt tot reac tie. Te denken valt aan een poging om te bewijzen dat apartheid zedelijk ge rechtvaardigd is en dat territoriale apartheid in praktijk te verwezenlijken is. Wij tekenen hierbij nog aan, dat de secretaris van de Kaapse kerk er wel erg naast geweest is. We hebben be richt hoe deze in scherpe woorden ver klaard heeft dat de Kaapse synode nooit de verklaring van het Wereld raad-beraad zou kunnen aanvaarden. De nieuwe verklaring leert nu wel an ders. Zij is tevens een bewijs te meer van het onbehagen in Nederduitsch- gereformeerde kring over de apart heid. Intussen zijn er de laatste ver kiezingsuitslagen om er aan te herin neren dat stellig ook bij zeer velen in deze kerken een eventueel onbehagen nog niet bonen de bewustheidsdrempel uit is. JIJAAR trots de schoonste droom om deze kinderen ge bouwd, werd het jongetje later vuilnisman, en het meisje is nooit getrouwd." Zo eindigt een liedje van Jules de Corte, dat tot titel heeft „Illu sie". Afgezien van het feit, dat de mensen die bij de gemeentelij ke reinigingsdiensten werken re den hebben zich een beetje ge prikkeld te voelen, blijft de type ring van dit liedje toch kostelijk. Want ouders maken zich zon der uitzondering illusies over •hun kinderen. Illusies, die later maar al te vaak in scherven vallen. Het valt niet mee om in de maatschappij een positie te ver overen, waarin een mens zich op z'n plaats weet. En dat laatste is immers het belangrijkste. HOE komt een kind, dat op de drempel van de maatschappij staat straks op een post terecht die voldoening zal schenken en die zich aanpast bij de aard en de aanleg van het kind? Deze vraag is niet al leen voor de ouders, maar juist ook voor de jeugd zelf van uit zonderlijk belang. Maar een enigszins betrouwbaar antwoord is in vele gevallen zonder hulp van deskundigen niet té ge- r'EN van de meest voor de opbouw belangrijke dingen van het gemeentele- ven is ongetwijfeld het pastoraat. Het is daarom opmerkelijk, dat de zielszorg zo lange tijd op de achtergrond is gebleven. Nu echter al'lerwege min of meer een ver vreemding van de kerk valt te constate ren, wordt er op allerlei manier opnieuw aandacht aan geschonken. En gelukkig maar. Immers het hoogste, dat God ons kan opdragen is niet het professoraat maar het pastoraat, welke ten doel heeft, de enkeling te brengen lot de prediking en de Sacramenten, en daarmee tot het Woord Gods, hen in te voegen in de ge meente en daarbij te houden. Dat dit met name op huisbezoek ter spra ke moet komen is duidelijk. Dat de her derlijke zorg (pastor is herder) zich ook buitenshuis kan afspelen moet evenzeer duidelijk zijn. Een herder verzorgt nu eeumaal zijn schapen niet allen in de stal! Of, om een woord van Jezus in her innering te brengen: „Nog andere schapen heb Ik, die van deze stal niet zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder (Joh. 10:16)." LJET is dus weliswaar de vraag, welke vorm van gemeente-zijn voor ogen ge houden dient te worden. Volgens de één is het meest kenmerkende van een gemeen te, dat zij een gebedsgemeenschap vormt, voor een ander dat zij met apostolaire be wogenheid in de wereld staat, voor weer een ander, dat het gemeentelid een per soonlijke bevinding heeft van het heil des Heren, voor een vierde, het onderling dia- konaat, omdat de liefde tot God zich eerst uit in de liefde tot de naaste. Met deze, en dergelijke kwesties nu houdt zich een brochure bezig, die dooi de Raad voor de Herderlijke Zorg van de Ned. Herv. kerk is samengesteld, en vo rig jaar door de Generale Synode is aan vaard. Ook al is het in de eerste plaats be doeld als een handreiking voor de pasto rale arbeid van de kerkeraad, toch geloof ik, dat wij allen er onze winst mee kun nen doen. TN DIT synodaal geschrift wordt er op gewezen, dat op grond van Efez-iërs 4 voor het pastoraat verondersteld wordt een zekere mondigheid van de gemeente leden, een zekere gemeenschap onderling en een bepaalde dienstbereidheid; verge lijk de verzen 12 tot en met 14. Uit dit schriftgedeelte blijkt dat het onderricht der floor kerk de noodzakelijke voorwaarde is voor het opbloeien lot geestelijke mondigheid, terwijl gemeenschap en dienstbetoon als aspecten van de geestelijke mondigheid worden genoemd. ïyrONDIGHEID is daarom niet slechts in- zicht, maar ook antwoord en daad. Dit houdt voor de kerkdienst in, dat de ge meente voldoende gelegenheid krijgt om te antwoorden. In deze denk ik aan de gezongen geloofsbelijdenis en het eventu eel hoorbaar meebidden van het „Onze Vader". En waarom zal een gemeentelid ook niet eens de schriftlezing verzorgen? Iu Amerika 'kent men de z.g. responsive reading. De voorganger geeft in de dienst een schriftgedeelte op, dat achter in de liederenbundel staat. Afwisselend is de tekst vet en gewoon gedrukt. De eerstge» noemde tekst lezen de kerkgangers hard op. Ook de huiselijke eredienst, waar vader of moeder voorleest uit de (kinder-)bijbel en voorgaat in &ebed, behoort tot de mon digheid van de gemeente, evenals de me deverantwoordelijkheid voor het kerke- werk, waartoe onder meer het houden van gemeente-avonden kan bijdragen, tenein de tot meer geestelijke interesse en begrip voor eikaars opvattingen en noden te ko- j\/TONDIGHEID omdat zonder s defensief onmisbaar, dat de gemeente weer loos staat tegenover de vele huidige stro mingen en offensief onmisbaar, omdat zon der dat, het Evangelie onvoldoende door dringt onder ni et-gel ovenden. Voorts heeft de .gemeente de roeping een geloofsgemeenschap te zijn. Voor een dorp kan zulks betekenen, dat een valse eenheid vanwege louter traditie wordt doorbroken om een diepere eenheid voor te leven in plaats van sectarische invloe den in de hand te werken. Zo kan het kring-Werk b.v. zeer gemeenschapsvor mend zijn, zoals de activiteiten, die door vrouwenverenigingen of vrouwenbonden on- ondernomen worden. Tenslotte worden wij erbij bepaald dat het pastoraal beleid gericht zij op de dienstvaardigheid der gemeente. Een ge-, zond-geestelijk gemeenteleden Iaat immers geen enkelvoudige domiuéeskerk toe. Ook de leden afzonderlijk zullen gemobiliseerd worden tot dienstbetoon, zonder ander zijds feen rusteloos, krampachtig activis me te stimuleren. Maar het feit, dat zo veel mogelijk gemeenteraden samen het nodige werk verzetten voorkomt de Hed ging om al het we'iik te leggen op de schouders van enkele geschikt gebleken figuren, met als gevolg dat zij overbelast raken of nog erger dat zij te veel „macht" krijgen, terwijl de rest gelaten inslaapt of slechts kritiek laat horen. De beste stuurlui staan nog altijd aan de wal! Een gunstig klimaat ontstaat derhalve daar, waar het pastoraat aan medewer kers echte verantwoordelijkheid en tevens werkelijke zorg schenkt. CAMENVATTEND zij opgemerkt, dat al- lereerst door degenen, die pastoraal bezig zijn, veel geluisterd dient te wor den naar de behoeften en wensen van hen, die op hun weg geplaatst worden. Pas daarna heeft het zin om een „passieve" ge meente, waarin elk voor zich zelf leeft, te wijzen op liet Evangelie, dat van een ieder lid der kerk vraagt zich daadwerke lijk te geven. De opdracht, die wij allen als gemeentelid hebben is niet gebonden aan het kerkelijk ambt. De gemeente in zijn geheel is geroepen Hem te verkondi gen, die als de grote Pastor, de Goede Herder, zijn leven gaf. Mogen dhn Zijn schapen Zijn stem horen tot opbouw van zich zelf en tot uitbouw van het Konink rijk Gods in deze wereld. Het is Zijn ge nade èn opdracht, dat wij tezamen in Zijn herderlijke dienst staan. Echte mondig heid drijft niet uiteen, maar voert tot el. kander en maakt van de gemeente een gebeds- èn een werkgemeenschap ven. Niet alleen de school, maar ook de beroepskeuze is dikwijls een sprong in de volstrekte duisternis. Wie zich het belang van deze „sprong" realiseert, zal dikwijls de adem inhouden. Maar hoe zou het anders moeten? Die vraag hebben ook wij ons ge steld, en we zijn terecht gekomen bij de Christelijke stichting Schooi en Beroepskeuze voor Zeeland. In de woonkamer van de heer A. M. Gillissen, de administrateur van de stichting, troffen we o.m. ook de psycholoog van deze instelling, Drs. C. G. J. Keulemans uit Bilthoven, die juist weer enige dagen in Zee land had gewerkt. De Zeeuwse stichting is in een soort federatief verband opgenomen in het landelijk centraal Christelijk bureau voor school en beroepskeuze. De moeilijkheid is n.l. dat een pro vinciale stichting onmogelijk een eigen psycholoog in dienst kan heb ben, en toch is dit laatste een voor waarde om op rijkssubsidie te kun nen, rekenen. De provinciale vereni gingen werken dus in zoverre sa men, dat ze vanuit de gemeenschap pelijke „pot" een vak-psycholoog kunnen bekostigen. Intussen zijn in het bestuur van de Zeeuwse stichting o. m. verte genwoordigd het Chr. Lager en Middelbaar onderwijs, het C.N.V., de N.C.V.B., de C.B.T.B., de mid denstandsorganisaties en de Chr. Plattelandsvrouwenbond. DE MEESTE onderzoeken,die de heer Keulemans in Zeeland ver richt komen voort uit schoolgroe- pen. Natuurlijk is deze groepsgewij ze aanmelding er op gericht de kos ten zo veel mogelijk te drukken. Maar ook individueel kan men zich voor een onderzoek aanmelden, waarbij de prijs van het onderzoek wordt bepaald aan de hand van het jaarinkomen. Geen vast tarief dus waar de minder draagkrachtigen over zouden kunnen struikelen. De vraag wat zo'n onderzoek nu precies behelst is natuurlijk niet weer te geven. Globaal omschrijft de heer Keule mans zijn werk als volgt: „Zelf maak ik de inventaris op, d.w.z. ik kijk wat er in het kind zit. De be roepskeuze-adviseur, die nauw met mij samenwerkt, kan dan aan de hand van het rapport uitmaken wel ke beroepen, of groepen van beroe pen het meest in de lijn liggen." Naast de „normale" onderzoeken voor school of beroepskeus krijgt de psycholoog ook veel te maken met probleemkinderen. (Vooral de eerste drie klassen van de Middel bare school). Opvallend is ook dat vele kinde ren na eèn Mulo-opleiding niet we ten wat ze zullen gaan doen. Van deze categorie heeft de heer Keule mans veel meer onderzoeken dan b.v. van de eind-examinandi van Gymnasium of H.B.S. De Christelijke stichting voor school en beroepskeuze werkt hoofd zakelijk op Protestantse scholen. Maar ook worden onderzoeken ver richt op openbare scholen en men is daar dan een graag geziene gast. TTET werkterrein van de Zeeuwse 1 stichting is nog steeds groeiende. Tot vele Christelijke scholen in Zee land, maar ook in Bergen op Zoom strekt de invloed zich uit. Maar ook de vakorganisatie krijgt de laatste tijd grote belang stelling. En dat is, gezien de pers pectieven die dit werk opent, geen wonder. Het ideaal is natuurlijk dat op den duur alle kinderen aan een on- lerzoek kunnen worden onderwor pen. Maar dit ideaal ligt, gelet op de enorme financiële moeilijkheden nog in een ver verschiet. Maar er is een begin, een begin dat voor veie kinderen in Zeeland van grote en verstrekkende beteke nis kan zijn. De verontwaardiging duurde reeds enige tijd en protesten en bezwaren be reikten de generale synode, toen de commissie voor het opzicht uit de Zuid hollandse kerkvergadering de kat de bel aanbond. Jammer genoeg was het de verkeerde bel voor de verkeerde kat. De discussie over de betekenis van het heilswerk van Christus stapte over naar taak van de commissie voor het opzicht en de kerkrechtelijke plaats van iemand die geen predikant meer is. Dr. Smits die is gepromoveerd op een zeer geprezen dissertatie over Kerk en Stad is namelijk geen kerkelijk hoogleraar, maar rijkshoogleraar. Zijn band met de Hervormde kerk is, behal ve zijn lidmaatschap, het feit dat hij eervol ontslag als predikant heeft gehad en dezelfde bevoegdheden heeft gekre gen als een emerituspredikant: preken e.d. Toen dat eenmaal vaststond (de commissie uit de generale synode oor deelde zo in hoger beroep) verschoof de zaak naar het breedmoderamen van de synode. Dat had de bevoegd heid als van een emeritus gegeven en dat diende dus in gevallen waarin de waardigheid van de kerk dat vereist die bevoegdheid weer in te trekken. Maar het breedmoderamen wilde eerst wel eens met prof. Smits spreken. Deze begon met niet of te Iaat te antwoorden en eerst thans blijkt dit ge sprek te zijn afgelopen. Hoe? Dat we ten we pas over een paar weken, als het persverslag van de synode ons daar in wil laten delen. TNTUSSEN heeft prof. Smits niets na- a gelaten om de aandacht te trekken bij het „onaangepaste" af, om het nu ook eens sociologisch te zeggen. Omstreeks kerst 1959 hield hij in de nieuwe moskee te Den Haag een toe spraak waarin hij zijn inzichten omtrent Christus' geboorte ten beste gaf. De nieuwe Haagsche courant gaf daarvan een verslag. Dat verslag was niet goed, liet de hoogleraar weten. Daarna gaf hij een eigen résumé, dat tot geen andere conclusie kon leiden dan: Dat verslag van de NHC gaf de zaak aardig weer. Daarna viel er enige tijd stilte rond om dr. Smits, totdat hij verscheen in een vergadering te Amsterdam, waar de schrijver Szcesny (De toekomst van het ongeloof) het woord voerde. In ant woord op een vraag van prof. Smits zei de schrijver, dat hij het wel met hem eens was, maar dat de door dr. Smits gegeven mening weinig met het chris tendom te maken had. Hierop bleek dat de gevallen stilte van hogerhand opgelegd was. Dr. J. J. Buskes die zich van „hogerhand" nooit overbodig veel heeft aangetrokken verbrak het zwijgen en stelde de in formatieve vraag, waarom dr. Smits nog lid van de Hervormde kerk is. Het was niet als een advies bedoeld, maar alleen als vraag. HET antwoord' op die vraag was voor dr. Buskes reden om de discussie te eindigen. Als prof. Smits' opvattin gen die van de vrijzinnigen weergeven, of van een door andere vrijzinnigen als legitiem aanvaard facet van hun ge loofsbeleving, dan is het kerkelijk ge sprek onmogelijk: die opvattingen zijn een ontkenning van de kerk van het Evangelie. Prof. Smits blijkt de Hervormde kerk te beschouwen als een richtingenkerk. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Geref. kerken moet „onze kerk het in zekere zin voor de innerlijke beweging In haar theologie juist hebben van dog matische spanningen die er altijd zul len blijven tussen een typisch vrijzinni ge en een typisch rechtzinnige benade ringswijze èn theologische verwerking van de bijbelse geloofswereld. Als de ene modaliteit in onze kerk de theologie van een andere kerk „niet meer interessant vindt" dan glijdt de Hervormde kerk over in een gerefor meerd kerktype. Als dat in de naaste toekomst zou gebeuren, zijn de her- steld-verbanders voor niets in 1946 toe getreden: via een omweg in de Her vormde kerk komen ze dan wel weer in een gereformeerde kerk terug", vindt dr. Smits. TTAT niet „interessant zijn" had dr. Buskes geschreven: dit christendom (van prof. Smits) interesseert hem niet, en hij vindt het zelfs onzindelijk dat hier nog van christendom gesproken wordt. Op de jaarvergadering van de Ned. Protestantenbond heeft dr. Smits de mogelijkheden van een richtingenkerk nogmaals aangeroerd. Rechtzinnig en vrijzinnig christendom zijn niet twee mentaliteiten, maar in waarheid twee principieel onverzoenlij ke godsdienstige waarheidssystemen. Die onverzoenlijkheid behoeft volgens hem niet doorgetrokken te worden in het menselijk vlak. Er is een mogelijk heid tot een goede verstandhouding. Prof. Smits wil geen twee kerken. Niet op theologisch gebied, maar wel als het om het geloof gaat voelt hij zich soms meer verwant aan sommige rechtzinnigen dan met sommige vrij zinnigen. Samenwerking is mogelijk, als ze tenminste niet onmogelijk ge maakt wordt door de onaanvaardbare nieuwe basisformule van de Wereld raad, aldus dr. Smits. YÏ7AT zal de beslissing van het breed- moderamen zijn? En hoe zal het gaan met de leertucht, die dit jaar vol uit zal werken en zich niet alleen tegen leerlingen maar ook tegen leraars kan richten? Volgens het Gereformeerd Weekblad (uitg. Bout) is van die tucht over le ringen niets terecht gekomen omdat al- les verzandde in het oerwoud van ra den en commissies. Ja, die raden en commissies. In 1954, toen de zaak van de sindsdien rooms ge worden ds. J. Loos uit Hilversum de ge moederen bezig hield, is er op de jaar lijkse vergadering van theologische stu denten van alle faculteiten in ons land een mooi vers gemaakt op de raden republiek, zoals ds. Buskes het eens een keer noemde. Wij sluiten deze beschouwing met dit Yer?r a Ter toelichting diene, dat ds J. H. Grolle zeer belangrijk is in de de zaken van kerk en Is rael. Het komische lag o.m. in het feit dat deze raad natuurlijk met de hele zaak-Loos helemaal niets te maken had Overigens zijn de hier geciteerde cou- actuaUteit °°B van onverminderde Hoe zalig is de zoete rust van 't provinciaal bestuur, dat approbeert en denuncieert, maar op de lange duur. De raad voor Kerk en Eredienst. de handen in het haar - verwijst het naar een and're raad- die speelt de zaak wel klaar De raden gaan ten einde raad m raadsvergadering en spreken daar een oordeel uit maar bij benadering. Synode heeft het laatste woord maar houdt dat nog in petto. En eind lijk wordt de zaak gesmoord bij Grolle in het ghetto.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1961 | | pagina 7