Tai Tai
en Shan
lachen
fijntjes
Het harde geslacht
KAPPIE EN DE LUCHTSTRIJD
Uit de kerken
ZEEUWSCH DAGBLAD
P. W. RUSSËL'S
LACHJE
HOOG HET GLAS
PASTE PRECIES
VOOR T EERST: 1ste
WACHTEN OP
1100 tv-toestellen per
dag geregistreerd
Maandag 16 januari 1961
Pag. 2
LISSABON. Chan Tai Tai
is geen familie van Chang
Sing Han noch van Kong Muk
Cheong of van Li Chun Shan. Ze
zaten wel allemaal in die Elec
tron, die ons van Schiphol naar
Lissabon bracht en ze waren met
z'n zevenen: allemaal Chinezen
die de Javaanse bedienden aan
boord van het Nederlandse schip
„Sarangan" gingen aflossen.
Ja, dat is nu zo langzamer
hand wei een beetje bekeken
met die Javaanse bedienden in
de messrooms van Nederlandse
vracht- en passagiersvaarders.
Want de politiek van Indonesië
heeft het allemaal wat ingewikkeld
gemaakt- Onze schepen komen
niet meer in Djakarta en als de
Indonesiërs verlof hebben, moeten
ze eerst naar Singapore gebracht
en vandaar, op kosten van de
maatschappij die ze in dienst
heeft, naar huis. Wat omslachtig,
dat ziet u wel. Daarom die Chine
zen.
•iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
Uit Hongkong, zeggen ze bijna al
lemaal als je vraagt waar ze van
daan komen. Om te sparen, antwoor
den ze als je vraagt waarom ze va
ren. En wat ze met hun spaarcent
jes dan van plan zijn, dat houden de
zeven Chinese bemanningsleden van
de Sarangan" stilzwijgend voor zich.
Even was ik ze uit het oog verlo
ren want hun bus had een kortere
weg genomen in Lissabon van vlieg
veld naar haven, maar 's avonds rond
eGn uur of elf kwam ik ze weer te
gen: onder in een gang van de „Sa
rangan", Chan Tai Tai en Li Chun
Shan. „We hebben onze hutten al, de
Javanen slapen vannacht in de stad
en morgen varen we, we hebben er
zin in en hoe eerder we op zee zitten
hoe eerder we weer sparen".Tai Tai
en Shan lachten fijntjes. Maar wat ze
met dat lachje bedoelen, daar zal
nooit iemand achter komen.
IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIINIIIItlltllllllllllllllllllllHIlIHHIIlllllHf
Oud en nieuw zaten intussen hier en
daar nog even broederlijk bijeen. Zo
als in de hut van de tweede machi
nist. die dan eigenlijk ,,2-de WTK"
heet. Hij is de heer P. L. Vlinkervleu
gel uit Zierikzee. ,,Naar huis? Nee,
eerst nóg een reisje met de Saran
gan", zei hij en hief het bier.
Naast hem de nieuwe marconist,
die zojuist met ons vliegtuig ter af
lossing vers uit Nederland was aange
voerd. Nog één avond had hij om te
wennen en dan begint het werk weer:
vijf maanden lang, op z'n minst.
,,Je moest naar de haven eigenlijk
heel langzaam gaan en als je verlof
hebt heel vlug naar huis vliegen",
zei iemand. Vele kreten en het „Hij
wel" waren het gevolg, maar ieder
had goeie zin.
iiiiiiniitiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiii
Niet het minst kapitein J. Beyer
van de „Sarangan", die ook al tien
maanden van huis (Den Haag) is,
maar nog niet met verlof gaat.
„Het is nu dus de vijf en twin
tigste keer dat er bij onze maat
schappij een scheepsbemanning per
vliegtuig wordt afgelost", sprak de
kapitein, „en ik moet eerlijk toege-
ven: van ketelbink tot kapitein, we
zijn allemaal reuze in onze schik met
deze gang van zaken. Je verspeelt
geen tijd, je bent van het dagen in
bussen of treinen hangen af en zou
de regeling niet bestaan, dan kwam
je soms in geen jaren thuis en dat
is het toch ook niet".
De heer J. H. Remmers uit Groningen is zojuist helemaal
„vers" uit Nederland aangevoerd en gaat weer als marconist
varen op de „Sarangan". Hij is hier op bezoek in de hut van
de tweede machinist, de heer P. L. Vlinkervleugel (in overhemd),
die een glaasje bier weggaf. Achteraan, half verscholen, de
vierde stuurman H. W. Bouwman uit Den Haag, tweede van
rechts ook juist uit Nederland gekomen de heer P. van
Dam uit Utrecht (2e WTK) en helemaal op het hoekje de heer
W. J. Lammers uit Zutphen (3e WTK).
De benoeming van jhr. mr. G. Bee-
laerts van Blokland, Nederlands ambas
sadeur in New Dehli, tot ambassadeur
bij het Afghaanse hof is binnenkort te
verwachten. Hij zal beide posten com
bineren.
98
Eerst had hij gedacht dat het moe
heid was, of kwam het door de op
winding om alles wat hen. tegenliep.
Joanna wist er niets van. Arjen be
hoefde het ook niet te weten, maar
nu was het zo hevig dat hij het haast
niet meer verbergen kon. Hij voelde
de onderzoekende blik van Arjen.
Ik vind dat wij verplicht zijn het
huis van de heilige Wolfert als ons
eigen bezit in ere te houden. Al is
het kleiner, daarom is het niet min
der dan Lodycke.
Onhoorbaar ging Joanna het ver
trek uit. Zij wilde niet horen wat Ar.
jen en zijn vader tegen elkaar zou
den zeggen, want ze zou dan de zijde
van Arjen kiezen. Ik heb geen
geld om Wolfertshuis te laten herstel
len. En hoe zou jij iets kunnen
doen van wat je erfdeel opbrengt?
Dat is nauwelijks voldoende om als
een goed poorter te kunnen leven.
Adriaen beet de woorden er uit. De
pijn vrat door heel zijn lichaam. Het
was of er midden in hem een vuur
brandde dat met vlammen uitsloeg.
Hij kroop nog dieper in elkaar en
kreunde.
Meer is er ook niet nodig, meen
de Arjen. Over wat ^ïij graag zou
willen bleef hij zwijgen. Zijn vader
zou het immers belachelijk vinden,
dat hij in Romerswale bleef wonen
om daar iets te doen wat het leven
een doel gaf. En toch moest het eens
tussen hen uitgesproken worden.
Wat doe je alleen in de Ruter-
bloeme? De vraag kwam zo on
verwacht, dat Arjen eerst niet wist
wat hij moest antwoorden. Adriaen
had een kruik naar zich toe getrok
ken, die onder een bank stond. Ar
jen zag dat hij de stop er af trok en
de kruik aan de mond zette. Hij
dronk gulzig en bleef de kruik nog
sen ogenblik vasthouden voor hij
haar weg zette. Zoals zijn vader nu
dronk had Arjen eens een vreemde
matroos zien drinken in een haven
kroeg. De man was laveloos geweest
en achterover tegen de vloer geval
len. Maar zijn vader was nuchter.
Toch gaf het hem een gevoel van
weerzin om hem te zien drinken als
een kroegloper.
Als je daar met alle geweld wilt
blijven, zou het dan niet beter zijn
om een vrouw te hebben? Je bent
oud genoeg om kinderen te verwek
ken. Met een kleine zoon van jou .op
m'n knie zou ik kunnen denken dat
je moeder nog leefde en jij dat kind
was. En dat alles vergeten wat er
ligt tussen die zomerdagen en deze
onzalige tijd. Ja, vervolgde hij, de
verlegenheid van Arjen ziende. Met
je moeder was het altijd zomer. Zij
was mij liever dan Lodycke. Voor
haar zou ik mijn wapen en mijn
DOOR
DIGNATE ROBBERTZ
naam hebben verloochend. Het is
goed dat jij dat weet, Arjen. Je
broers mogen over mij denken zoals
zij menen dat recht is, maar jij mag
mij nooit iets verwijten.
Arjen zat zo stil, dat hij zelfs zijn
adem inhield. Nu en dan zag hij het
gezicht van zijn vader vertrekken
van pijn. Weer dronk Adriaen uit de
kruik, met lange slokken. Toen hij de
vraag las in de verschrikte ogen van
Arjen, glimlachte hij treurig: Er
zit van binnen iets dat niet weg wil,
daarom drink ik zo.
En helpt het?
Adriaen schokte met zijn schouders.
Dat ik jou met die zweep raak
te.Hij kwam naar Arjen toe en
legde zijn hand op het litteken. Ar
jen huiverde.
Laat dat, zei hij stugger dan
hij bedoelde.
Het was een ongeluk. Dat litte
ken zal wel vergroeien.
Geloof jij, Arjen, geloof jij dat
ik schuldig ben aan de ondergang
van Lodycke?
Ze stonden tegenover elkaar. Ar
jen zag het sombere licht in de ogen
van zijn vader. Zijn slapen waren in
gevallen. Bijna doorschijnend spande
de gele huid over de jukbeenderen.
Het rosse ha^r hing glansloos en
stug tot in de nek, waar de fluwelen
kraag t-> wijd was geworden.
Arjen dacht aan de ambachtsman
nen diè elkaar niets gunden en aan
Poppen de Vogelaer, die gedaan had
alsof Lodycke van hem was. Aan
Cornelis Janszoon en aan al de pach
ters en gezworenen en boeren. Ze
hadden gekrakeeld en gescholden om
te tonen dat zij niet bang waren voor
de kasteelheer.
Neen. Het antwoord klonk
vast. Wat ge gedaan hebt, vader,
hebt ge gedaan, omdat het niet an
ders kon.
Heer Adriaen zakte terug op de
haardbank en boog zich voorover.
Laat me nu alleen, Arjen. Ik
weet dat jij niet kunt liegen. Dat kon
je moeder ook niet.
Hij borg zijn gezicht in zijn han
den en bleef zo zitten
Op de avond van Sint Thomas kwa
men Claes en Berta met de kleine
Nicolaes. Nelleke droeg het kind. Het
was koud weer met oostelijke wind.
Michel, die de poort achter hen sloot*
voorspelde een dik pak sneeuw.
Berta was bang voor veel koude
want Nicolaes hoestte heel erg en
bibberde alsof hij niet warm kon
worden. Ze was er zo nerveus van
dat ze dadelijk uitvoerig tegen Joan
na begon te vertellen hoe slecht het
was met de gezondheid van het kind.
Ze wilde, als haar schoonmoeder dat
goed vond, heel de winter in Bergen
blijven. Het huis in Schakerloo was
zo oud. Het tochtte overal en de lucht
was er altijd ziltig en vochtig.
Joanna stelde haar gerust. Nico
laes was zwak geboren. Veel geluk
was er nog niet in zijn leven ge
weest, maar hij was ook nauwelijks
één jaar oud. Als hij door de Kwade
tijd heen was zou hij gauw genoeg
tot een gezonde jongen opgroeien.
Claes zat met schuinhangend hoofd
naar de vrouwen te luisteren, alsof
hij er niet veel van geloofde. Dat
Arjen ook in Bergen was deed hem
plezier. Nu behoefde hij niet steeds
bij de vrouwen te zitten of met zijn
vader te praten. Nog steeds kon hij
niet vergeten hoe Lodycke onder wa
ter gekomen was. Over de wegge
slagen nooddijken, waar zijn laatste
geld mee verloren gegaan was, wilde
hij liever helemaal niets zeggen.
De dagen vóór Kerstfeest brachten
de jonkers samen door. In de taveer
nen van Bergen werd goede wijn ge
schonken. Claes moest goedvinden
dat Arjen hun verteer betaalde, an
ders had hij het met geld van Berta
moeten doen.
Er is veel veranderd, bastaard,
sinds jij bij ons kwam, knorde hij.
Ik had nooit gedacht dat ik nog eens
van jou iets zou moeten aannemen.
Als je het liever niet doet, zal
ik mij niet beledigd voelen, ant
woordde Arjen. Laten we vrede be
waren, broer, het is Kersttijd.
(Wordt vervolgd)
Al i.iPiRi.iniP
BLIJF PAAR NI ET 0£Z29
STAAN, GORDONIK
WBET WAT JE WJLT.
DOE DEMEPAILU21N
DE BUSEN VERDWIJN.'
Toen deze foto werd gemaakt,
zaten ze nog in de supercrnistellation
Electron en vlogen boven Frankrijk.
Nu zitten ze op volle zee, eerste
stuurman P. Briedé (links) en twééde
stuurman F. G. Heuseveldt van de
„Sarangan".
Een grote rijzige kerel, die kapitein
Beyer, die zijn hoofd moet scheefhou-
den om tussen de vloer en het pla
fond van de mess te kunnen.
Dat was eigenlijk wel een beetje
gek. na dat tot en met Portugese
porthuis, na dat helemaal Lissabonse
cafeetje met koffie, na die besnorde
heer die ook Spaans verstond en die
me sigaretten verkocht, na al die klei
ne Portugezen op straat die allemaal
kleine pasjes maken en dat £an lang
zaam na dat alles weer ineens een
oprecht brok Nederland, midden in
die haven van Lissabon.
Het Nederlandse bier was er weer,
de stukjes gekookte Gelderse worst
lagen er, naast de opgerolde plakken
ham en hier en daar ging een sigaar
In rook op.
■iiHiiiliiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiililliMimiHiiiiiiilliiiiilllMiiiiMmilliiMilitiiiiiii
Vragen als „Is het koud in Utrecht?"
en „Wat heeft Ajax gepresteerd?"
ja, weer helemaal het eigen volkje
onder elkaar. Tot iemand komt zeg
gen, dat er buiten iets is met het la
den en dat de Portugese wachtsman
er geen raad mee weet.
Wég was hij al, de eerste stuurman
P. Briedé uit Gouda. Twee uur gele-
Kapitein J. Beyer van de „Saran
gan": hij paste precies tussen vloer
plafond.
den zat hij nog in het vliegtuig, nu
was zijn werk al begonnen.
Voor de eerste keer als eerste
stuurman, want hij heeft zijn rang
net. Op de brug zal hij staan, wan
neer er door het Panamakanaal wordt
gevaren en met het beladen zal hij
zich moeten bezighouden wanneer
men ergens voor anker ligt aan de
westkust van Amerika.
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiMiiilliriliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiii
Voorlopig is het varen, 's avonds
een biertje of het schip beladen, hier
en daar eens aan de wal, dertig da
gen op zee van Amerika naar de
zuidpunt van Afrika, ergens een
grammofoonplaat kopen, weer varen,
de Rode Zee, het Suezkanaal en
dan misschien wel weer naar Lis
sabon. Wat zal er aan boord komen,
touw of golfplaten, auto's of zakken
pindanoten?
De stuurlui zullen het wel zien en
ze zullen zorgen dat het zorgvuldig op
de lijsten staat aangegeven en geno
teerd.
Hun verlof zit erop, het werk
wacht, thuis wachten ze al op het vol
gende verlof, maar de Rotterdamsche
Lloyd wacht op de verrichte arbeid.
De bemanning van de „Sarangan"
is „geruild", de kapitein en nog een
paar mensen bleven. Verse krachten
gaan het schip, weer over de zeeën
brengen, andere mannen beginnen
met hun vakanties op te maken.
Alles nerneemt z'n gewone gang en
de „Sarangan" vaart.
Op volle zee alweer, wanneer u dit
leest.
iimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiminimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiinr.
Na drie uur en twintig minuten vliegen stapten ze in Lissabon uit het
vliegtuig en doken in de bus: Chan Tai Tai en Li Chun Shan, twee van de
zeven Chinese bedienden die het Javaanse personeel gaan aflossen.
Sinds 1 januari van dit jaar zijn er
iedere dag ruim 1100 nieuwe televisie
toestellen geregistreerd, zodat op 13
januari in ons land het aantal bezitters
van een televisietoesel gestegen was
tot 816.604.
In 1960 zijn er niet minder dan 216,682
nieuws t.v.-toestellen aangegeven. Dat
is bijna 12 procent meer dan in 1959,
toen de aanwas 193.730 bedroeg.
39. „Nu eens kijken, waar de radio
hut hier ergens is", sprak Kappie be
drijvig. „Bliksiekater, wat zullen die
walrotten opkijken als ze horen, dat ik
Bombastos in mijn macht heb.."
Maar Kappie wist niet, dat er zich
in Banana inmiddels enige veranderin
gen hadden voorgedaan.
Toen zijr. oproep doorkwam, werd on
middellijk de telefoon in het paleis aan
gesloten en het was El Ballón, de lucht-
maarschalk, die de hoorn opnam.
Alloy!" zei Kappie. „Ik wilde maar
even laten weten, dat we jullie presi
dent hebben opgesloten. We houden hem
net zolang als gijzelaar, tot jullie ons
op de Kraak laten vertrekken!"
„Zozo", antwoordde El Ballón. „Be
dankt voor de boodschap, kapitein.
Maar Fidelio Bombastos moogt u hou
den! Van nu af aan ben IK namelijk
president van Cubus.."
NED. HERV. KERK
Beroepen te Hasselt: L. Blok te Ca-
peile a.d. IJssel. Bedankt voor Leeuwar
den: G. Wassenaar te Harderwijk.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Hantum: I. de Jong,
kand; te Nootdorp, te Melbourne iAus
tralië) T. J. Hagen, evangelisatiepredi-
*®Tnt te Deventer. Bedankt voor Laren
(N.H.) mr. dr. J. Ozinga te Lunteren.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Red Deer (Alta. Canada)
Free Chr. Ref. Church Th. Rutters te
Ensc'hede-W.
Met ingang van 1 april 1961 is het
onderwijzeres aan de schippersschool
te Wemeldinge benoemd mej. J. van
den Berghe te Eindhoven. Als tijdelijk
onderwijzer is thans aan de school ver
bonden de heer J. Hoogerheide uit We
meldinge.
In de geref. kerk te Colijnsplaat
zal donderdag a.s. een zangavond wor
den gehouden t.ib.v. Sonneheerdt te Er-
melo. Enkele blinden zullen zingen
dia's worden vertoond en het hervormd
kerkkoor zal medewerking verlenen.