De heer en mevrouw Voorham brengen
het evangelie, zonder meer
NIET AMUSEREN TEN
KOSTE VAN ANDEREN
Kerstfeest afschaffen
0
Onderweg naar de vrede toe
Een aparte gemeente
zonder kerkgebouw
KERSTFEEST IN AMSTERDAM MET TWEEHONDERD JORDANERS
Waarom Maria wordt vereerd
Zaterdag
24 december 1960
ZLEUW SGH DAGBLAD
Pag. 7,
Jan Rap en zijn maat
doen mee aan een
„kerkelijk gesprek"
Katholieken in
Zeeland
Niet te tellen
Temidden van deze bonte
Het Woordniet ik
Vaste gemeente
Geref. huwelijksbureau
Puntzitters
Absenten
Wanneer de etalage de kansel, de huiskamertafel, het altaar
en Bing Croshy de operazangmeester van het kerstfeest zijn
geworden, zouden wc dan maar niet liever het
DOOR
ds.M. den Boer
te Zaamslag
„Waar heb ik nu mijn sleutels
gelaten", schijnt de heer Voorliam te
willen zeggen.
OMMEN. - Er zijn in ons
goede vaderland nog streken,
waar Jan Rap en diens maat
nog zo meeleven met wat men
vroeger godsdiensttwisten noem
de, dat ze daarin aanleiding
vinden tot belhamelstreken.
We moeten er wél voor naar
Salland. In een plaatselijk
nieuws- en advertentieblad te
Ommen hebben twee gerefor
meerden in open brieven met
elkaar gediscussieerd over het
feit, dat ze lid waren van ge
reformeerde kerken, die in twee
kerkverbanden waren georgani-
niseerd.
Het debat heeft kolommen
druks in de Nieuwe Ommer
Courant in beslag genomen
met diepgaande beschouwingen
omtrent verbond en doop,
waarmee wethouder G. J. Sei
nen uit Ommen als niet-vrijge-
maakte maar wel bezwaarde
gereformeerde en ds. R. te Vel
de als wél-vrijgemaakte (en
niet-meer bezwaarde) gerefor
meerde elkaar trachtten te over
tuigen van het gelijk van hun
eigen kerkelijke standpunt.
Door deze publieke discussie
hebben onbekenden het twee
keer nodig gevonden zich in
domme vijandschap aan het
kerkgebouw van de vrijgemaak-
ten te vergrijpen, een keer
door inklimming. de andere keer
door beschadiging.
QNZE hoofdstad heeft haar
eigen, karakteristieke
kerstsfeer. Een geur van den-
nebomen verspreidt zich over
de Singel en Heilssoldaten met
dikke wanten aan betrekken
op tochtige hoeken hun ere
wacht bij zwarte kerstpotten.
Het lijkt een feest te wor
den van lampionnetjes en
guirlandes, van wildbraad en
dure wijnen. Dit alles stemmig
gestoffeerd met woorden van
vrede en goede wil.
Amsterdam hult zich in een
gedempt licht. Auto's en trams
fonkelen in de uitstralende
glans van etalages. Het ver
keer trekt als een stroom van
vloeibaar licht door de straten,
glijdt vertraagd rond een don
kere verkeerszuil en weerspie
gelt zich in het glimmende as
falt.
De grote stad is een plaats
van scherpe tegenstellingen.
Luidruchtige café's verkopen
een brutaal schitterend bac
chanaal, elders heerst een
doorvoed burgerlijk fatsoen.
De discussie
snel beëindigd
is daarop maar
in de kerkbode.
Zeeland in het algemeen en katholiek
Zeeland in het bijzonder mist voldoende
leidinggevend kader meent dagblad ,,De
Stem" (katholiek dagblad voor Zeeland)
Deze stelling kan men wat verzachten
door op enkelingen te wijzen maar in
zijn algemeenheid is deze uitspraak
waar. Er is een verlies aan leidingge
vende figuren tengevolge van het weg
trekken van vele jonge mensen. Een
groot deel van het verenigingsleven
werkt daardoor gebrekkig. Het aanwezi
ge potentieel kan misschien ook niet ten
volle worden benut vanwege de woon
wijze in talrijke verspreide kleine woon
kernen. Daar komt bij, dat de Zeeuw
als sterk individualistisch staat ge
boekt. In Vlissingen zijn bepaalde so
ciale groepen slecht vertegenwoordigd:
(hogere) ambtenaren, leraren en mid
denstand. Misschien geldt dit a fortio
ri voor het katholieke volksdeel van de
Scheldestad. De moeite die men er heeft
een acceptabele KVP-fractie te forme
ren voor de raad, lijkt een indicatie.
Dit lijkt ons ook een van de redenen,
vervolgt ,,De Stem" de voornaamste
wellicht van het feit dat de katho
lieken in het maatschappelijke leven
van de provincie een zo kleine rol spe
len.
Min of meer staat men een beetje af
zijdig in het algemeen. Typerend in dit
verband is bijvoorbeeld een zitting van
Provinciale Staten waarin de KVP met
een fractie van zeven man, ongerekend
de twee katholieke gedeputeerden, toch
sterk is vertegenwoordigd.
Slechts wanneer het Zeeuwsch-Vlaarn-
se belangen betreft komt de fractie in
het geweer. Begrijpelijk, omdat van de
zeven vier man uit dat gewest afkom
stig zijn. Het doet echter toch de vraag
rijzen of Zeeuwsch-Vlaanderen, waar de
katholieken van Zeeland zijn geconcen
treerd. ook geestelijk niet te zeer een
randgebied van Zeeland blijft.
De classis Assen der Geref. kerken
heeft betreurd dat door een samenkomst
van de gereformeerde jeugd op dankdag
de kerkdiensten op die dag met dooi de
jeugd zijn bezocht.
Het (vrijgemaakte) Landelijk ver
band van gereformeerde koren, korpsen
en musici heeft aan de komende synode
van Assen verzocht het minderheids-
voorstel van de psalmberijmingsdeputa-
ten te aanvaarden. Zoals wij onlangs be
richtten luidde dit voorstel in het kort:
Met Hasper verder in zee.
In het nieuwe parlement van Tan-
ganjika heeft een blanke vrouw een ze
tel gekregen, de Zweedse zendelinge
Barbro Johansen. die al' ruim vijftien
jaar in dit land werkt.
Onder de bevolking van Israël
(thans meer dan twee miljoen) bevinden
zich volgens de laatste gegevens j2.()UU
christenen van wie tweeduizend protes
tant zijn; de overigen rooms-katholiek
en orthodox.
De Emmaus-beweging van abbe
Pierre, die in Parijs daklozen en armen
self-supporting maakt, heeft een afdeling
gekregen in Zweden. Enige theologen
van de beroemde universiteitsstad Lund
hebben het initiatief genomen.
wemeling maken mensen zich
op om het kerstfeest te vieren.
De bijeenkomsten zijn niet meer
te tellen. Hier stroomt een zaal
vol voor een kerstcabaret: Fran
se mopjes, een zwoel muziekje,
kaarslicht.
Elders komt men samen om de
kern van het Kerstfeest te vieren,
de geboorte van het Wereldlicht.
Een van de mensen die in Am
sterdam een traditie hebben op
gebouwd is ir. H. Voorham, de
man die in de Jordaan regel
matig evangelisatiebijeenkomsten
houdt. De zaal aan de Marnix-
kade, waar hij elke week een klei
ne 200 mensen trekt, heeft op
kerstavond een aparte sfeer.
Die sfeer wordt niet veroor
zaakt door rode kerstklokken en
slingers van dennegroen. Er is
iets anders dat de mensen hier
bindt. Wat dat is valt moeilijk on
der woorden te brengen. De heer
Voorham zelf zegt er het volgen
de van: Ik geloof niet jn de aan
trekkelijkheid van allerlei uitbun
dige feestvreugde. Op den duur
krijgen de mensen daar genoeg
van. Als ze er op uit zijn om de
schittering van een feest te bele
ven, dan kunnen ze beter in de
bioscoop, in de schouwburg of
zelfs thuis bij hun televisietoestel
terecht. Ik kan niet concurreren
met de beroepsgijn van de ver
maakscentra.
Dat het Jordaanpubliek toch blijft
komen is in feite helemaal niet logisch.
We kunnen dit maar op één manier
verklaren: Ze komen voor het Evange
lie, voor het ,,kale" Evangelie.
Met deze woorden heeft de heer Voor
ham direct al de eer van zichzelf ge
worpen. Hij gelooft niet dat de mensen
voor hem komen, hij zou die gedachte
ook niet kunnen verdragen.
Er is eenvoudig de moed en het ge
loofsvertrouwen om het aan te durven
met het Evangelie, zonder meer. Het
woord van God moet het doen, ik niet,
zegt de heer Voorham. Hij brengt dan
ook geen schitterend verhaal, waar
men ondanks zichzelf ademloos naar
luistert. Geen verrassende anecdotes,
geen typisch kerstsentiment. Niets van
dat alles. De heer Voorham stelt zich
ten doel het Evangelie te verklaren, de
bijbel open te leggen en de inhoud voor
de mensen te ontvouwen. Net zoals het
er staat, eenvoudig, maar groots en
diepzinnig. Het enige geheim is dit:
De heer Voorham doet zelf geen poging
om diepzinnig te zijn of origineel. Juist
daarom is hij de klankbodem gewor
den van een gehoorzame Evangeliever
kondiging.
Zie, Ik verkondig u grote blijdschap!
Tweehonderd Jordaners luisteren,
ze luisteren aandachtig. Ze voelen dat
ze niet gelijmd worden, dat ze niet
naar de mond worden gesproken, maar
dat ze hier „waar voor hun geld krijgen".
Dat laatste zeggen we natuurlijk al
leen maar spreekwoordelijk, want er is
niemand die een cent hoeft te betalen.
Het is nu eenmaal een merkwaardig
vastgeroeste gedachte dat de kerk van
de wind moet leven. De kerk mag wel
geven, maar nooit vragen, aldus zegt
de buitenwereld. En de heer Voorham
houdt met dit feit, met deze ingewor
telde idee rekening. Goed, het is gra
tis. Kom maar binnen, jullie kunnen je
portemonnaie dichthouden. De heer
Voorham zwijgt over de zaalhuur, over
de koffie die geserveerd wordt en over
de pakketjes die voor de mensen
klaargemaakt worden.
Intussen komen de mensen niet voor
die pakketjes. Het is op de kerstavond
nauwelijks drukker dan op de normale
door de weekse avonden. Het is een
vaste Jordaangemeente geworden, een
gemeente van om en nabij de 200 zie
len, die elke dinsdagavond komt opda
gen om naar een Evangelieverkondi
ging te luisteren. Elke dinsdagavond
een schriftgedeelte waar zonder meer
een parafrase op wordt gegeven. Een
uitlegging die besloten wordt met een
gebed. Maar de heer en mevrouw Voor
ham laten het hier niet bij. Ze hebben
te maken met mensen die nu eenmaal
De r.k. Mariaverering is voor velen
uit de protestantse kerken volkomen on
begrijpelijk. Maria neemt in het leven
van de rooms-katholieken een grote
plaats in en daarom gaat na een hu
welijksmis doorgaans de jonge bruid
voor een persoonlijk gebed naar het Ma-
ria-altaar. Het blad van het bisdom
Roermond, „Credo" heeft er een be
schouwing aan gewijd, die ons een be
ter beeld kan geven van de gevoelens
voor en de opvattingen over Maria, de
moeder van de Heer.
Het blad schrijft:
„Wanneer we zien, dat na het doop
sel het nieuwe kindje door peter en me.
ter wordt toegewijd aan Maria, door het
bidden van een daarvoor gemaakt gebed
voor het beeld van de Lieve Vrouw, dan
getuigt dat van ons geloof in de zending,
die Maria toevertrouwd kreeg, door God
zelf in het verlossingsplan.
Maria had een taak bij het eerste be
gin van dat verlossingsplan, toen Zij als
Moeder de mensgeworden Zoon van
God ontving en verzorgde. Die taak
gaat verder, omdat de bedoeling van
de menswording verder ging dan enkel
aan Christus het leven te geven.
Christus het Hoofd zou ledematen
krijgen de wijnstok zou ranken krij
gen de mensen zouden opgenomen
worden IN Christus Jezus, zoals de H.
Paulus zegt en de inlijving IN Chris
tus, dat opgenomen worden IN Christus,
lag opgesloten in Gods plan was me
de bedoeld vanaf de eerste komst van
Christus in de schoot van Maria. Chris
tus zou het begin zijn van een rijk,
waaraan geen einde zou komen.
In zijn meditatie zegt hierover Gutzwil-
ler: Het rijk, dat hier werd gegrond
vest de heerschappij, die hier begon
nen werd zou een eeuwig rijk en een
eeuwige heerschappij zijn. „In die ge
dachte sprak de engel in de kerst
nacht: „Ik verkondig u een grote vreug
de, die voor geheel het volk zal zijn."
Het moederschap van Maria was dus
niet een gewoon moederschap, dat zich
enkel beperkte tot het kind, dat Zij zou
baren. Dat moederschap zou de Christus
BLIJVEN baren in de zielen der men
sen blijven verzorgen. Maria werd
daar degene, die het „Heilige" zou ba
ren.
Wanneer dat „Heilige" door het doop
sel in het kind wordt doorgegeven
wanneer dat kind bij het doopsel wordt
geënt op Christus, ingelijfd in Hem, dan
werkt op dat ogenblik in die ziel het
moederschap van Maria. Dat kind
wordt kind van God maar ook kind van
Maria. Op dat (grote) moederschap, dat
in de loop der tijden aan ontelbaar ve
len het LEVEN zou schenken, heeft Ma
ria Haar „Fiat" uitgesproken. In de ge
dachte aan dat Moederschap wordt die
gedoopte aan Maria toegewijd, toever
trouwd voor verdere verzorging en be
scherming.
Zo zie ik ook de bruid naar het Maria-
altaar gaan, wanneer zij door het sa
crament van het huwelijk met haar man
samen in het mystieke Lichaam van
Christus een nieuwe functie een nieu
we opdracht een nieuwe plaats heeft
gekregen. Deze toekomstige levenstaak,
om op heel bijzondere wijze mede te
werken aan de uitbreiding van het rijk
van Christus, ligt helemaal in de lijn
van het algemeen geestelijk Moeder
schap van Maria. Wat Maria's bestem
ming was, waarop Maria haar Fiat
uitgesproken heeft, dat moeten wij nu
met Haar, in Haar dienst doorzetten.
Zij zal ons daarbij helpen en bijstaan."
De heer en mevrouw Voorham
hebben bij hun evangelisatiewerk de
hulp van een aantal jonge mensen.
Bij de foto: Mevrouw Voorham met
twee van haar „jonge - staf - leden".
moeilijk de drempel van een kerk over
komen. Goed, dan in een zaal. Maar
het merkwaardige is dat hier toch een
gemeente is gegroeid. Een gemeente
die ook bearbeid wordt. Want naast de
wekelijkse samenkomst gaan de heer
en mevrouw Voorham er ook op uit.
Ze bezoeken de zieken, nemen een
bloempje voor ze mee, en sterken ze
met de troost van het Evangelie. En
dit alles naast een druk bezet leven.
De heer Voorham is ingenieur en heeft
op een leidinggevende post weinig tijd
over. Toch houdt hij zijn Evangelisatie
werk al vele jaren lang vol. Dit zou
zonder de intensiéve hulp van zijn
vrouw natuurlijk ondenkbaar zijn.
Dat het toch met de regelmaat van
een klok voortgang heeft kan niet an
ders dan voortkomen uit een groot ge
loof en uit een strakke tijdsindeling.
Kostelijke typen zie je op zo'n
samenkomst. Aandacht voor het
Evangelie.
ZEIST. De kerkeraad van de Ge
reformeerde kerk te Zeist ontving een
brief waarmee hij niet zomaar opeens
gereed kwam. Een gemeentelid ver
zocht de kerkeraad namelijk stappen te
doen om te komen tot stichting van een
landelijk gereformeerd huwelijksbureau,
waarbij jongeren en ouderen in een vei
lige, vertrouwde en discrete sfeer zou
den kunnen informeren naar een levens
partner.
De kerkeraad kwam er, als gezegd,
niet direct uit. Hij besloot zijn licht op
te steken bij de beide hoogleraren in de
ethiek, prof. dr. R. Schippers te Am
sterdam en prof. dr. G. Brillenburg
Wurth te Kampen.
Ds. H. Wiersinga schreef in de
Open Poort over het amusement:
Het spel hoort bij de mens; hij
mag genieten; hij mag zich amuse
ren; hij mag vrolijk zijn en spelen.
Amusement is niet verkeerd.
Op de vraag echter of amusement
altijd onschuldig is, antwoordt hij
echter:
Nu: zo eenvoudig ligt het ook
weer niet. We zeggen niet: drank
of film of dans is uit de boze, „mag
niet". Maar daarom zijn de schul
den die we tijdens het zgn. „on
schuldig amusement" maken vele.
Wij zijn namelijk allen zondaars.
En onze zonde is, dat wij slechts
aan eigen plezier denken en dat dit
meestal ten koste van een ander
gaat!
Wij kunnen ons zodanig amuseren
op de dansvloer, dat dit plezier ten
koste van onze eigen vrouw gaat.
Het is maar al te vaak het begin
van een avontuur met een andere
vrouw. En laten we dit niet versie
ren met het woord „liefde". Het is
niet anders dan egoïstische begeer
te en liefdeloosheid tegenover zijn
naaste (als uw echtgenote niet uw
„naaste" is, wie dan wel?).
Wij kunnen ons zodanig amuseren
in het café, met het ene onschul
dige biertje na het ander, dat dit
„genot" ten koste van ons gezin
gaat. Het al te nodige geld gaat on
gemerkt op en het gezin is de dupe.
Om maar niet te spreken van de
manier waarop vader thuiskomt.
We kunnen ons zodanig amuseren
in de cinema, dat we er geen enkele
week buiten kunnen. We moéten uit.
Kinderen worden verwaarloosd of-
hun geboorte reeds voorkomen, om
toch maar niets van dit amusante
uitgaan te missen. Amusement ten
koste van de kinderen!
Denkt u er wel eens aan, hoeveel
mensen 's zondags moeten werken
om de amusementsmolen op gang te
houden? Laten wij niet te snel onze
twintigste eeuw een sociale eeuw
noemen (hoe socialistisch en min
stens sociaal we ook denken te zijn).
We zullen van God moeten leren,
wat „sociaal" is. Werk de sabbat
niet, zegt Hij, „opdat uw dienst
knecht en uw dienstmaagd rusten
zoals gij" (Deuteronomium 5:14).
Laat uw amusement nooit gaan ten
koste van uw medemens. Uw vrouw
en uw kinderen en uw medemensen
hebben recht op uw liefde en tijd
en geld! Ik kan ook zeggen: laat
uw amusement nooit gaan ten koste
van uzelf! Want ge zijt een amuse-
ments-slaaf voor ge het weet.
In de Hervormde kerk te Zierikzee
vond men in de collectezak de schrif
telijk gestelde vraag waarom sommige
mensen zo vroeg naar de kerk gaan
en dan op de punt van een bank gaan
zitten, zodat een ander er niet dooF-
kan zo lazen wij in het Hervormd
kerkblad voor Schouwen en Duiveland.
Vanzelfsprekend zo luidt het ant
woord van Ds. C. Bezemer kan
ik hier geen antwoord geven namens
al die „puntzitters", maar ik heb
toch wel een vermoeden. De nauwe
banken in de Gasthuiskerk zullen dit
wel in de hand werken, maar meer
nog: er zijn nu eenmaal mensen, die
graag op de hoek van een bank zit
ten, omdat ze dan meer de ruimte
hebben. Ze voelen zich wat beklemd
om links en rechts tussen de massa
te zitten en verkiezen wat meer vrij
heid. Deze gevallen doen zich voor,
en daarom meen ik dat we hieruit
niet direct verkeerde gevolgtrekkin
gen zouden moeten gaan maken.
Ds. P. van Til. Gereformeerd pre
dikant te Middelburg, trekt in „Ons ker
kelijk leven" van leer tegen de argu
menten van catechisanten die verstek
hebben laten gaan.
Onder de kop „Argumenten van
absenten" schrijft hij: Ziek - geldig
argument. Feest van de buurtvereni
ging - ongeldig. Repetitie voor een
toneelstukje op het jaarfeest - ongel
dig. Ik ben uit logeren - geldig. Ik
moet een boodschap doen voor mijn
vader of moeder. Nader onderzoek:
Heb je je vader of moeder er op ge
attendeerd dat je naar de catechisa
tie moest? „Nee!" - ongeldig broeder
tje of zustertje. Maar als ze „Ja"
zeggen dan - zeer bedenkelijk!
Er is een jaarvergadering voor een
goed doel, en die begint een kwartier
eerder dan het einde van mijn cate
chisatie. Derhalve ben ik maar niet
gekomen - Kolder!
Vergeten. - Keurig verpakt argu
ment, maar volkomen ondeugdelijk.
Wij hebben laat gegeten en toen ben
ik maar niet meer gekomen. - Ge
wone wanorde in de huishouding.
Huiswerk - catechisatie gaat altijd
voor!
Voorlopig slot: Ik stuur nooit be
richt van verhindering van tevoren:
daarvoor is mij te catechisatie veel
te onbelangrijk. - Devaluatie, althans
in uw ogen. Ik meen altijd nog dat
het hier gaat om het hoogste goed.
Over het Avondmaal schrijft Ds.
van Dalen in Hervormd Vlaanderen dat
de gemeente te weinig gebruik maakt
van de vreugde het Lichaam en Bloed
des Heren te ontvangen, zoals het als
de eeuwige Offerande telkens tegen
woordig gesteld wordt in het sacrament,
voor ons mensen levende in de tijd.
SPOOR WEGZENDING
Meer dan 1,3 miljoen reizigers
hebben dit seizoen geestelijke en stof
felijke hulp ontvangen van de Spoor-
wegzending der Evangelische kerk in
Duitsland. Deze zending werkt met
170 grote centra in al de belangrijke
stations in West-Duitsland. Ze heeft
3800 vrijwilligers en beroepskrachten
in dienst.
Er zijn ongeveer 2500 baptisten in
Polen, verdeeld over 65 kerken en ge
diend door vijftien predikanten en 57
andere verzorgers. Bij elke kerk hoort
een zondagsschool en in totaal worden
hiermee 854 kinderen bereikt.
E wereld van morgen zal
„barsten van de reli
gie", heeft prof. dr.- J.
C. Hoekendijk onlangs
gezegd. En dat die toekomst
reeds begonnen is, merken we
ieder jaar sterker, tijdens het
midwinterfeest om ons heen en in
ons. Het christelijke vernisje om
het winterfeest laat al bedenke
lijk de heidense ondergrond door.
De goden dezer eeuw zijn andere
dan de antieke goden, op wier
feestdagen thans het kerstfeest
valt. Maar dat heidens natuur
gevoel samen met christelijke
bevlieging, gehuld in engelenhaar
en voorzien van prijskaartjes,
door de feestglans van 's Heren
geboortedag heenglimmen, wordt
met het jaar duidelijker.
ER HEEFT zich zelfs een heel „kerke
lijk" jaar rondom deze natuurfees-
ten gevormd. Kansel van deze religie
is de winkeletalage, waarin de liturgi
sche kleuren van Sinterklaas rood en
goud al enkele weken vervangen
zijn door wit, zilver en wat groen, met
een enkele rode toets.
Prof. dr. C. W. Mönnich noemt in De
Groene deze kansels altaren. Maar la
ten wij ze liever kansels noemen, ter
zijde bij de ingang van bet liturgisch
centrum van de huiskamer, waar de
eredienst van het midwinterfeest zich
voltrekt: feestelijke gezelligheid rond
om een tafel der gemeenschap. En
zelfs de sacramentele offergedachte
ontbreekt hier niet: zijn de kerstpotten
van het Leger des Heils niet een ver
zamelplaats van gewetensgeld?
T T HEBT HET Jules de Corte zeker wel
eens voor de radio horen zingen, dat
mooie liedje:
Ik zou wel eens willen welen
Waarom zijn de mensen zo moe
Misschien door hun jachten en jagen
Misschien door hun tienduizend vragen
en ze zijn al zo lang onderweg naai
de vrede toe
Daarom zijn de mensen zo moe.
In dit liedje vertolkt Jules de Corte wel
echt het moderne levensgevoel. De mensen
zijn moe, o zo moe, uiterlijk zou je het niet
zeggen; er is drukte en beweging genoeg.
Het leven is een continu lawaaibedrijf. Maar
innerlijk is er de moeheid. Het zou niet
moeilijk zijn een aantal opvallende ver
schijnselen van het moderne leven op te
sommen als symptomen van die moeheid.
Dit zullen we niet doen. Liever willen we
met Jules de Corte vragen: ik zon wel eens
willen weten, waarom zijn de mensen zo
moe? En dan geloof ik dat in dit liedje hel
juiste antwoord gegeven wordt: ze zijn al
zo lang onderweg naar de vrede toe. Met
dit antwoord staan we met beide voeten i«i
het leven van onze tijd. Immers hoe is het?
Nog altijd is daar liet troevenspel van de
koude oorlog. Nu eens spant het hier en dan
wepr daar. Telkens horen we het onder
aards gerommel van de vulkaan waarop
we leven, de vulkaan van de atoomwereld.
Wanneer zal hij zijn lavastroom uitwerpen
in de vorm van een derde wereldoorlog?
De geluksdroom van de vrede wil maar
geen werkelijkheid worden. Daarom, daar
om zijn de mensen zo moe.
Hoe lang zijn we nu al niet onderweg
naar de vrede toe? En nu gaat het weer
op het Kerstfeest aan. Nog even en we zit
ten rond de Kerstboom. Laat nu uitgere*
kend het Kerstfeest, het feest van de vre
de zijn! Vrede op aarde dat is de meest
belangrijke kerstklank. Ook zij, die in die
dagen niet naar de kerk gaan, weten toch
wel, dat deze twee onafscheidelijk bij el
kaar horen: Kerstmis en Vrede. En bij den
nengroen en kaarslicht zullen ook zij mis
schien van die vrede wel zingen. Maar ver
staan ze ook wat ze zingen? Vrede op aar
de dat kan ook een gestolen lied zijn.
En in vele monden is het een gestolen lied.
Want waar is die vrede, waarvan liet Kerst
feest spreekt?
Een blauwe droom van de romantiek?
Nee, dat konden we maar beter geen Kerst
feest vieren. Want wat hebben we aan een
droom? Hoeveel dromen zijn al niet als een
zeepbel uit elkaar gespat? Gelukkig is het
anders. Wie bij de bijbel leeft weet het
wel, waarom het op de aarde maar geen
vrede worden wil. Geen mens is zo wer-
kelij'kheidsmens als de mens, die bij de bij
bel leeft. We hebben pas nog in de bladen
kunnen lezen een oproep tot „gelovig rea
lisme". Nu, wie bij de bijbel leeft die is
realist, gelovig realist, werkelijkheidsmens.
Want die kent de hele werkelijkheid dei-
werkelijkheden: God! Waarom de vrede
van de aarde weg is? Omdat het kapot is
tussen dc mens en God. God? Pardon
over wie hebt U het, zegt de een. God? Dat
station zijn we al lang voorbij gespoord,
zegt de ander. Laat zo iemand nooit zeg
gen, dat hij realist is. Want hij heeft de
werkelijkheid der werkelijkheden uitgescha
keld. Het ging stuk tussen de mens en God
en toen ging het ook direct stuk tussen
mens en mens, en tussen volk en volk. Én
dat is nu de boodschap van het Kerstfeest!
Dan vieren we de geboorte van een kind,
dat zich liet bedden in een kribbe. En dat
kind was de eigen zoon van God. Welnu,
dat kind bezorgt ons de vrede. Het bezorgt
de vrede met God. Dat allereerst. En die
vrede is er nu al. Vandaag! Dat is geen
droom maar werkelijkheid. En die vrede
ligt voor het grijpen. De Kribbe is zo laag,
dat ieder er bij kan. Door te geloven mi dat
kind komt die vrede ons leven binnen. En
dat is een rijk bezit. Er is niets erger dan
in conflict met God te leven. Dan wordt
ons leven een ring zonder zetting: de steen
van het echte geluk is er uit weggenomen.
Maar door dit kind wordt de steen weer
in de ring gezet. En daar blijft het niet
bij. Die vrede, begint van binnen. Maar het
wordt een vrede die zich uit zal breiden
over de hele aarde.
Ik weiger beslist te geloven dat het
Kerstfeest alleen om de innerlijke vredetigheid.
Bing Crosby is thans de opperzang-
meester. Met zijn „I'm dreaming of a
white Christmas" doordrenkt hij warm
en gevoelig de kerstsfeer. Warm en ge
voelig, maar daverend hard slaat zijn
lied neer in het gezellig geroezemoes
van de huiskamer. En het geeft ge
wijde glans aan de tinkelende glazen.
Het geeft (stereofonisch) diepte aan
kersthaas of kalkoen. Het verleent vul
ling in de leegte tussen koe en kalf van
kerststal en gesprek.
Zo is het nu reeds. En wie in de
kersttijd om zich heen kijkt, de ontwik
keling met name in de Verenigde Sta
ten volgt (nooit waren zoveel Amerika
nen lid van een kerkelijke groep als in
deze ontkerstende tijd) die begrijpt
wat dr. Hoekendijk bedoelde met zijn
religie, die in de wereld van morgen
een hemelkoepel over de aarde zal
vormen, in alle zoetelijke kleuren van
de juke-foox.
Er zitten inderdaad in deze kerstvie
ring antichristelijke trekken.
WAT IK van deze ontwikkeling het
meest benauwend vind, is dat niet
alleen buiten de kerk de nieuwe religie
van vrede en vreten (om het nu maar
heel grof te zeggen), ingang vindt.
Door onze zondagsschoolvieringen en
diaconale uitreikingen van krentebol, si
naasappel en chocolademelk hebben wij
trouwens in deze en de vorige eeuw de
akker zelf bereid, al heeft het kerstboek
(waarin alles goed kwam) deze stoffe
lijke gaven op „hoger" plan willen
brengen.
Een bericht uit een (gereformeerd)
kerkblad: „Zondagavond 25 december
zal een kerstzangdienst gehouden wor
den. We hebben de tijd zo gesteld, dat
u rustig uw kersthaas kunt consume
ren".
Er was een tijd, dat men in onze
kring verschrikkelijk zuinig leek, als
het ging over kerstdiners en kerstdit-
ten en datten. Wij hadden wel wat an
ders en dat Anders moet ik met een
hoofdletter schrijven. Maar nu die maat
schappij de groepen openbreekt en het
handhaven van een eigen stijl een on
menselijke taak dreigt te worden? Ja,
nu is het hoofdlettertje som«s maar nau
welijks te zien.
Jaar en dag weergalmde van de kan
sels, dat de kerstviering van de wereld
de onze niet kon zijn. Dat was vroeger
makkelijk; het is nu alleen nog maar
makkelijk te zeggen. Toen zat er nog
niet zoveel religie in. Het was toen zo
maar een geseculariseerd feest. Maar
nu heeft ik weet niet wie (de antichrist
toch zelf?) er met een kwast van we
reldformaat de zilveren verf over ge
haald- En nu lijkt het een praten te
gen een levenspatroon dat onafwendbaar
zich gaat aftekenen.
Is een zuivere viering van 's Heren
geboorte op 25 december die moeite
waard? Is zij op een of andere manier
eis? En heeft zij toekomst?
TTET KERSTFEEST is het jongste van de
christelijke feesten. In Egypte moet
zijn oorsprong gezocht worden. Hier
herdacht men op 6 januari de ver
schijning des Heren en zijn doop (op die
dag viel ook de geboortedag van de
zonnegod Aton). Men las er in de kerk
Mattheus 2, waarin de wijzen uit het
oosten voorkomen; vandaar de ontwik
keling naar Driekoningen.
Later, in de vierde eeuw, kwam in
Rome de 25ste december in zwang als
dag waarop de gemeente bijzonder
dacht aan Christus als Zon der gerech-
gaat. We zijn op weg naar het rijk van de
allesómspannende vrede, ook tuèsen volk
en volk. Nu zijn we ineens niet meer moe.
We worden vrolijke mensen, samen onder
weg naar de vrede toe.
Die zon is evenmin als in Egypte een
toevalligheid: in Rome was 25 decem
ber de dag geweest van de zonverering
en de midwinterzonnewende (Waar doet
dat woord toch ook weer aan denken?
O ja, aan het winterfeest dat samen
met heldengedenkdag, machtsovername
en de verjaardag van Sint Adolf deel
uitmaakte van het nationaalsocialisti-
sche kerkelijke jaar.)
De dag van de Zon der gerechtigheid
verdrong 6 januari als herdenkingsdag
van Christus' geboorte.
Deze encyclopedie-wijsheid is vol
doende om eraan te herinneren dat het
kerstfeest niet is ingesteld of verordi
neerd, maar in praktijk is .gegroeid en
geënt op het heidendom. (De enige ker
kelijke feestdag waarvan de datum
aan de Bijbel is ontleend is Pasen, op
of omstreeks de veertiende Nisan).
Zelfs van Pasen weet men niet zeker
of het feest direkt in de Kerk gevierd
werd: het nieuwe testament rept er
niet van. Men neemt aan dat de oud
ste kerk iedere zondag de opstanding
herdacht, iedere vrijdag de kruisiging,
iedere donderdag het eerste avondmaal,
enz.
De vraag laat zich stellen: waarom
een apart feest voor Christus' geboor
te? En waarom kreeg het zo'n oneven
redig .grote plaats bij de herdenking
van de heilsfeiten? Misschien omdat
het zo „aanspreekt", in feite zo'n mak
kelijk feest is?
^OMS vraag ik mij af: zouden wij die
midwinterfeesten maar niet hele
maal ontkerstenen? Het stof afschud
den van onze voeten en de herdenking
van Christus' komst verschuiven? Naar
6 januari bijvoorbeeld.
De liturgische beweging, die zoveel
waarde aan de oudchristelijke kerk en
haar traditie hecht, kan daartegen
moeilijk bezwaar hebben: de datum is
ouder dan 25 december. En laten wij
dan het huidige kerstfeest laten voor
wat het is, een heel groot gecombineerd
vader-, moeder- en kinderendag je.
Een sobere gedachtenis op 6 januari
of op een andere dag dan 25 december.
Het gaat wel niet zover als de maatre
gel van Calvijn die alle christelijke
feestdagen afschafte (het is hem dan
ook maar tijdelijk gelukt). Maar het is
afgezien van alles althans een op
heffen van de onchristelijke druk die
het gejacht van kerkdienst naar feest
maaltijd legt op de huismoeders, om
niet meer te noemen.
Dat was maar een terzijde. Iets heel
anders: als de „wereld" blijft oprukken
met haar religie, dan komt de dag
waarop zij die het teken van het beest
niet dragen de grote feesten niet mee
mogen vieren. Laat de kerk voor die
tijd stichtelijkheid, knusheid en geloof
uit elkaar pellen (nu zijn ze, zeker
tijdens het kerstfeest, onontwarbaar
verstrengeld). Dan hebben haar leden
het inzicht, als het zover is: Wat wij
nu op 25 december gaan missen, is het
wezenlijke niet.
Kerstfeest is (anders dan de zondag)
een menselijke instelling, waarvan de
datum alleen door traditie op een. hei
dens feest is vastgesteld. Het heeft
geen zin voor een zuivere viering op 25
december te strijden, want antichriste
lijke machten zullen dit feest zo in hun
klem krijgen dat Ohristgelovigen het op
den duur niet meer mee zullen mogen
vieren. Dus laat ons de herdenking van
Christus' geboorte maar naar een an
dere dag verschuiven...
Maar nu ik dit alles geschreven heb.
hoor ik mijn zoontje van drie vragen
of zijn moeder hem het verhaal van de
herders wil voorlezen. Ik luister ernaar
En opeens is wat ik geschreven heb wel
erg verstandelijk. Misschien nuttig 'om
mezelf en u beter bewust te maken van
wat in de komende dagen centraal
moet zijn. Maar als alles wat ik heb
geschreven waar is. dan moet de twij
fel eraan, die nu in mij opkomt eea
aanvechting door de wereld zijn.
Ja of nee?
Ik weet het niet.