De heer en mevrouw Voorham brengen het evangelie, zonder meer NIET AMUSEREN TEN KOSTE VAN ANDEREN Kerstfeest afschaffen 0 Onderweg naar de vrede toe Een aparte gemeente zonder kerkgebouw KERSTFEEST IN AMSTERDAM MET TWEEHONDERD JORDANERS Waarom Maria wordt vereerd Zaterdag 24 december 1960 ZLEUW SGH DAGBLAD Pag. 7, Jan Rap en zijn maat doen mee aan een „kerkelijk gesprek" Katholieken in Zeeland Niet te tellen Temidden van deze bonte Het Woordniet ik Vaste gemeente Geref. huwelijksbureau Puntzitters Absenten Wanneer de etalage de kansel, de huiskamertafel, het altaar en Bing Croshy de operazangmeester van het kerstfeest zijn geworden, zouden wc dan maar niet liever het DOOR ds.M. den Boer te Zaamslag „Waar heb ik nu mijn sleutels gelaten", schijnt de heer Voorliam te willen zeggen. OMMEN. - Er zijn in ons goede vaderland nog streken, waar Jan Rap en diens maat nog zo meeleven met wat men vroeger godsdiensttwisten noem de, dat ze daarin aanleiding vinden tot belhamelstreken. We moeten er wél voor naar Salland. In een plaatselijk nieuws- en advertentieblad te Ommen hebben twee gerefor meerden in open brieven met elkaar gediscussieerd over het feit, dat ze lid waren van ge reformeerde kerken, die in twee kerkverbanden waren georgani- niseerd. Het debat heeft kolommen druks in de Nieuwe Ommer Courant in beslag genomen met diepgaande beschouwingen omtrent verbond en doop, waarmee wethouder G. J. Sei nen uit Ommen als niet-vrijge- maakte maar wel bezwaarde gereformeerde en ds. R. te Vel de als wél-vrijgemaakte (en niet-meer bezwaarde) gerefor meerde elkaar trachtten te over tuigen van het gelijk van hun eigen kerkelijke standpunt. Door deze publieke discussie hebben onbekenden het twee keer nodig gevonden zich in domme vijandschap aan het kerkgebouw van de vrijgemaak- ten te vergrijpen, een keer door inklimming. de andere keer door beschadiging. QNZE hoofdstad heeft haar eigen, karakteristieke kerstsfeer. Een geur van den- nebomen verspreidt zich over de Singel en Heilssoldaten met dikke wanten aan betrekken op tochtige hoeken hun ere wacht bij zwarte kerstpotten. Het lijkt een feest te wor den van lampionnetjes en guirlandes, van wildbraad en dure wijnen. Dit alles stemmig gestoffeerd met woorden van vrede en goede wil. Amsterdam hult zich in een gedempt licht. Auto's en trams fonkelen in de uitstralende glans van etalages. Het ver keer trekt als een stroom van vloeibaar licht door de straten, glijdt vertraagd rond een don kere verkeerszuil en weerspie gelt zich in het glimmende as falt. De grote stad is een plaats van scherpe tegenstellingen. Luidruchtige café's verkopen een brutaal schitterend bac chanaal, elders heerst een doorvoed burgerlijk fatsoen. De discussie snel beëindigd is daarop maar in de kerkbode. Zeeland in het algemeen en katholiek Zeeland in het bijzonder mist voldoende leidinggevend kader meent dagblad ,,De Stem" (katholiek dagblad voor Zeeland) Deze stelling kan men wat verzachten door op enkelingen te wijzen maar in zijn algemeenheid is deze uitspraak waar. Er is een verlies aan leidingge vende figuren tengevolge van het weg trekken van vele jonge mensen. Een groot deel van het verenigingsleven werkt daardoor gebrekkig. Het aanwezi ge potentieel kan misschien ook niet ten volle worden benut vanwege de woon wijze in talrijke verspreide kleine woon kernen. Daar komt bij, dat de Zeeuw als sterk individualistisch staat ge boekt. In Vlissingen zijn bepaalde so ciale groepen slecht vertegenwoordigd: (hogere) ambtenaren, leraren en mid denstand. Misschien geldt dit a fortio ri voor het katholieke volksdeel van de Scheldestad. De moeite die men er heeft een acceptabele KVP-fractie te forme ren voor de raad, lijkt een indicatie. Dit lijkt ons ook een van de redenen, vervolgt ,,De Stem" de voornaamste wellicht van het feit dat de katho lieken in het maatschappelijke leven van de provincie een zo kleine rol spe len. Min of meer staat men een beetje af zijdig in het algemeen. Typerend in dit verband is bijvoorbeeld een zitting van Provinciale Staten waarin de KVP met een fractie van zeven man, ongerekend de twee katholieke gedeputeerden, toch sterk is vertegenwoordigd. Slechts wanneer het Zeeuwsch-Vlaarn- se belangen betreft komt de fractie in het geweer. Begrijpelijk, omdat van de zeven vier man uit dat gewest afkom stig zijn. Het doet echter toch de vraag rijzen of Zeeuwsch-Vlaanderen, waar de katholieken van Zeeland zijn geconcen treerd. ook geestelijk niet te zeer een randgebied van Zeeland blijft. De classis Assen der Geref. kerken heeft betreurd dat door een samenkomst van de gereformeerde jeugd op dankdag de kerkdiensten op die dag met dooi de jeugd zijn bezocht. Het (vrijgemaakte) Landelijk ver band van gereformeerde koren, korpsen en musici heeft aan de komende synode van Assen verzocht het minderheids- voorstel van de psalmberijmingsdeputa- ten te aanvaarden. Zoals wij onlangs be richtten luidde dit voorstel in het kort: Met Hasper verder in zee. In het nieuwe parlement van Tan- ganjika heeft een blanke vrouw een ze tel gekregen, de Zweedse zendelinge Barbro Johansen. die al' ruim vijftien jaar in dit land werkt. Onder de bevolking van Israël (thans meer dan twee miljoen) bevinden zich volgens de laatste gegevens j2.()UU christenen van wie tweeduizend protes tant zijn; de overigen rooms-katholiek en orthodox. De Emmaus-beweging van abbe Pierre, die in Parijs daklozen en armen self-supporting maakt, heeft een afdeling gekregen in Zweden. Enige theologen van de beroemde universiteitsstad Lund hebben het initiatief genomen. wemeling maken mensen zich op om het kerstfeest te vieren. De bijeenkomsten zijn niet meer te tellen. Hier stroomt een zaal vol voor een kerstcabaret: Fran se mopjes, een zwoel muziekje, kaarslicht. Elders komt men samen om de kern van het Kerstfeest te vieren, de geboorte van het Wereldlicht. Een van de mensen die in Am sterdam een traditie hebben op gebouwd is ir. H. Voorham, de man die in de Jordaan regel matig evangelisatiebijeenkomsten houdt. De zaal aan de Marnix- kade, waar hij elke week een klei ne 200 mensen trekt, heeft op kerstavond een aparte sfeer. Die sfeer wordt niet veroor zaakt door rode kerstklokken en slingers van dennegroen. Er is iets anders dat de mensen hier bindt. Wat dat is valt moeilijk on der woorden te brengen. De heer Voorham zelf zegt er het volgen de van: Ik geloof niet jn de aan trekkelijkheid van allerlei uitbun dige feestvreugde. Op den duur krijgen de mensen daar genoeg van. Als ze er op uit zijn om de schittering van een feest te bele ven, dan kunnen ze beter in de bioscoop, in de schouwburg of zelfs thuis bij hun televisietoestel terecht. Ik kan niet concurreren met de beroepsgijn van de ver maakscentra. Dat het Jordaanpubliek toch blijft komen is in feite helemaal niet logisch. We kunnen dit maar op één manier verklaren: Ze komen voor het Evange lie, voor het ,,kale" Evangelie. Met deze woorden heeft de heer Voor ham direct al de eer van zichzelf ge worpen. Hij gelooft niet dat de mensen voor hem komen, hij zou die gedachte ook niet kunnen verdragen. Er is eenvoudig de moed en het ge loofsvertrouwen om het aan te durven met het Evangelie, zonder meer. Het woord van God moet het doen, ik niet, zegt de heer Voorham. Hij brengt dan ook geen schitterend verhaal, waar men ondanks zichzelf ademloos naar luistert. Geen verrassende anecdotes, geen typisch kerstsentiment. Niets van dat alles. De heer Voorham stelt zich ten doel het Evangelie te verklaren, de bijbel open te leggen en de inhoud voor de mensen te ontvouwen. Net zoals het er staat, eenvoudig, maar groots en diepzinnig. Het enige geheim is dit: De heer Voorham doet zelf geen poging om diepzinnig te zijn of origineel. Juist daarom is hij de klankbodem gewor den van een gehoorzame Evangeliever kondiging. Zie, Ik verkondig u grote blijdschap! Tweehonderd Jordaners luisteren, ze luisteren aandachtig. Ze voelen dat ze niet gelijmd worden, dat ze niet naar de mond worden gesproken, maar dat ze hier „waar voor hun geld krijgen". Dat laatste zeggen we natuurlijk al leen maar spreekwoordelijk, want er is niemand die een cent hoeft te betalen. Het is nu eenmaal een merkwaardig vastgeroeste gedachte dat de kerk van de wind moet leven. De kerk mag wel geven, maar nooit vragen, aldus zegt de buitenwereld. En de heer Voorham houdt met dit feit, met deze ingewor telde idee rekening. Goed, het is gra tis. Kom maar binnen, jullie kunnen je portemonnaie dichthouden. De heer Voorham zwijgt over de zaalhuur, over de koffie die geserveerd wordt en over de pakketjes die voor de mensen klaargemaakt worden. Intussen komen de mensen niet voor die pakketjes. Het is op de kerstavond nauwelijks drukker dan op de normale door de weekse avonden. Het is een vaste Jordaangemeente geworden, een gemeente van om en nabij de 200 zie len, die elke dinsdagavond komt opda gen om naar een Evangelieverkondi ging te luisteren. Elke dinsdagavond een schriftgedeelte waar zonder meer een parafrase op wordt gegeven. Een uitlegging die besloten wordt met een gebed. Maar de heer en mevrouw Voor ham laten het hier niet bij. Ze hebben te maken met mensen die nu eenmaal De r.k. Mariaverering is voor velen uit de protestantse kerken volkomen on begrijpelijk. Maria neemt in het leven van de rooms-katholieken een grote plaats in en daarom gaat na een hu welijksmis doorgaans de jonge bruid voor een persoonlijk gebed naar het Ma- ria-altaar. Het blad van het bisdom Roermond, „Credo" heeft er een be schouwing aan gewijd, die ons een be ter beeld kan geven van de gevoelens voor en de opvattingen over Maria, de moeder van de Heer. Het blad schrijft: „Wanneer we zien, dat na het doop sel het nieuwe kindje door peter en me. ter wordt toegewijd aan Maria, door het bidden van een daarvoor gemaakt gebed voor het beeld van de Lieve Vrouw, dan getuigt dat van ons geloof in de zending, die Maria toevertrouwd kreeg, door God zelf in het verlossingsplan. Maria had een taak bij het eerste be gin van dat verlossingsplan, toen Zij als Moeder de mensgeworden Zoon van God ontving en verzorgde. Die taak gaat verder, omdat de bedoeling van de menswording verder ging dan enkel aan Christus het leven te geven. Christus het Hoofd zou ledematen krijgen de wijnstok zou ranken krij gen de mensen zouden opgenomen worden IN Christus Jezus, zoals de H. Paulus zegt en de inlijving IN Chris tus, dat opgenomen worden IN Christus, lag opgesloten in Gods plan was me de bedoeld vanaf de eerste komst van Christus in de schoot van Maria. Chris tus zou het begin zijn van een rijk, waaraan geen einde zou komen. In zijn meditatie zegt hierover Gutzwil- ler: Het rijk, dat hier werd gegrond vest de heerschappij, die hier begon nen werd zou een eeuwig rijk en een eeuwige heerschappij zijn. „In die ge dachte sprak de engel in de kerst nacht: „Ik verkondig u een grote vreug de, die voor geheel het volk zal zijn." Het moederschap van Maria was dus niet een gewoon moederschap, dat zich enkel beperkte tot het kind, dat Zij zou baren. Dat moederschap zou de Christus BLIJVEN baren in de zielen der men sen blijven verzorgen. Maria werd daar degene, die het „Heilige" zou ba ren. Wanneer dat „Heilige" door het doop sel in het kind wordt doorgegeven wanneer dat kind bij het doopsel wordt geënt op Christus, ingelijfd in Hem, dan werkt op dat ogenblik in die ziel het moederschap van Maria. Dat kind wordt kind van God maar ook kind van Maria. Op dat (grote) moederschap, dat in de loop der tijden aan ontelbaar ve len het LEVEN zou schenken, heeft Ma ria Haar „Fiat" uitgesproken. In de ge dachte aan dat Moederschap wordt die gedoopte aan Maria toegewijd, toever trouwd voor verdere verzorging en be scherming. Zo zie ik ook de bruid naar het Maria- altaar gaan, wanneer zij door het sa crament van het huwelijk met haar man samen in het mystieke Lichaam van Christus een nieuwe functie een nieu we opdracht een nieuwe plaats heeft gekregen. Deze toekomstige levenstaak, om op heel bijzondere wijze mede te werken aan de uitbreiding van het rijk van Christus, ligt helemaal in de lijn van het algemeen geestelijk Moeder schap van Maria. Wat Maria's bestem ming was, waarop Maria haar Fiat uitgesproken heeft, dat moeten wij nu met Haar, in Haar dienst doorzetten. Zij zal ons daarbij helpen en bijstaan." De heer en mevrouw Voorham hebben bij hun evangelisatiewerk de hulp van een aantal jonge mensen. Bij de foto: Mevrouw Voorham met twee van haar „jonge - staf - leden". moeilijk de drempel van een kerk over komen. Goed, dan in een zaal. Maar het merkwaardige is dat hier toch een gemeente is gegroeid. Een gemeente die ook bearbeid wordt. Want naast de wekelijkse samenkomst gaan de heer en mevrouw Voorham er ook op uit. Ze bezoeken de zieken, nemen een bloempje voor ze mee, en sterken ze met de troost van het Evangelie. En dit alles naast een druk bezet leven. De heer Voorham is ingenieur en heeft op een leidinggevende post weinig tijd over. Toch houdt hij zijn Evangelisatie werk al vele jaren lang vol. Dit zou zonder de intensiéve hulp van zijn vrouw natuurlijk ondenkbaar zijn. Dat het toch met de regelmaat van een klok voortgang heeft kan niet an ders dan voortkomen uit een groot ge loof en uit een strakke tijdsindeling. Kostelijke typen zie je op zo'n samenkomst. Aandacht voor het Evangelie. ZEIST. De kerkeraad van de Ge reformeerde kerk te Zeist ontving een brief waarmee hij niet zomaar opeens gereed kwam. Een gemeentelid ver zocht de kerkeraad namelijk stappen te doen om te komen tot stichting van een landelijk gereformeerd huwelijksbureau, waarbij jongeren en ouderen in een vei lige, vertrouwde en discrete sfeer zou den kunnen informeren naar een levens partner. De kerkeraad kwam er, als gezegd, niet direct uit. Hij besloot zijn licht op te steken bij de beide hoogleraren in de ethiek, prof. dr. R. Schippers te Am sterdam en prof. dr. G. Brillenburg Wurth te Kampen. Ds. H. Wiersinga schreef in de Open Poort over het amusement: Het spel hoort bij de mens; hij mag genieten; hij mag zich amuse ren; hij mag vrolijk zijn en spelen. Amusement is niet verkeerd. Op de vraag echter of amusement altijd onschuldig is, antwoordt hij echter: Nu: zo eenvoudig ligt het ook weer niet. We zeggen niet: drank of film of dans is uit de boze, „mag niet". Maar daarom zijn de schul den die we tijdens het zgn. „on schuldig amusement" maken vele. Wij zijn namelijk allen zondaars. En onze zonde is, dat wij slechts aan eigen plezier denken en dat dit meestal ten koste van een ander gaat! Wij kunnen ons zodanig amuseren op de dansvloer, dat dit plezier ten koste van onze eigen vrouw gaat. Het is maar al te vaak het begin van een avontuur met een andere vrouw. En laten we dit niet versie ren met het woord „liefde". Het is niet anders dan egoïstische begeer te en liefdeloosheid tegenover zijn naaste (als uw echtgenote niet uw „naaste" is, wie dan wel?). Wij kunnen ons zodanig amuseren in het café, met het ene onschul dige biertje na het ander, dat dit „genot" ten koste van ons gezin gaat. Het al te nodige geld gaat on gemerkt op en het gezin is de dupe. Om maar niet te spreken van de manier waarop vader thuiskomt. We kunnen ons zodanig amuseren in de cinema, dat we er geen enkele week buiten kunnen. We moéten uit. Kinderen worden verwaarloosd of- hun geboorte reeds voorkomen, om toch maar niets van dit amusante uitgaan te missen. Amusement ten koste van de kinderen! Denkt u er wel eens aan, hoeveel mensen 's zondags moeten werken om de amusementsmolen op gang te houden? Laten wij niet te snel onze twintigste eeuw een sociale eeuw noemen (hoe socialistisch en min stens sociaal we ook denken te zijn). We zullen van God moeten leren, wat „sociaal" is. Werk de sabbat niet, zegt Hij, „opdat uw dienst knecht en uw dienstmaagd rusten zoals gij" (Deuteronomium 5:14). Laat uw amusement nooit gaan ten koste van uw medemens. Uw vrouw en uw kinderen en uw medemensen hebben recht op uw liefde en tijd en geld! Ik kan ook zeggen: laat uw amusement nooit gaan ten koste van uzelf! Want ge zijt een amuse- ments-slaaf voor ge het weet. In de Hervormde kerk te Zierikzee vond men in de collectezak de schrif telijk gestelde vraag waarom sommige mensen zo vroeg naar de kerk gaan en dan op de punt van een bank gaan zitten, zodat een ander er niet dooF- kan zo lazen wij in het Hervormd kerkblad voor Schouwen en Duiveland. Vanzelfsprekend zo luidt het ant woord van Ds. C. Bezemer kan ik hier geen antwoord geven namens al die „puntzitters", maar ik heb toch wel een vermoeden. De nauwe banken in de Gasthuiskerk zullen dit wel in de hand werken, maar meer nog: er zijn nu eenmaal mensen, die graag op de hoek van een bank zit ten, omdat ze dan meer de ruimte hebben. Ze voelen zich wat beklemd om links en rechts tussen de massa te zitten en verkiezen wat meer vrij heid. Deze gevallen doen zich voor, en daarom meen ik dat we hieruit niet direct verkeerde gevolgtrekkin gen zouden moeten gaan maken. Ds. P. van Til. Gereformeerd pre dikant te Middelburg, trekt in „Ons ker kelijk leven" van leer tegen de argu menten van catechisanten die verstek hebben laten gaan. Onder de kop „Argumenten van absenten" schrijft hij: Ziek - geldig argument. Feest van de buurtvereni ging - ongeldig. Repetitie voor een toneelstukje op het jaarfeest - ongel dig. Ik ben uit logeren - geldig. Ik moet een boodschap doen voor mijn vader of moeder. Nader onderzoek: Heb je je vader of moeder er op ge attendeerd dat je naar de catechisa tie moest? „Nee!" - ongeldig broeder tje of zustertje. Maar als ze „Ja" zeggen dan - zeer bedenkelijk! Er is een jaarvergadering voor een goed doel, en die begint een kwartier eerder dan het einde van mijn cate chisatie. Derhalve ben ik maar niet gekomen - Kolder! Vergeten. - Keurig verpakt argu ment, maar volkomen ondeugdelijk. Wij hebben laat gegeten en toen ben ik maar niet meer gekomen. - Ge wone wanorde in de huishouding. Huiswerk - catechisatie gaat altijd voor! Voorlopig slot: Ik stuur nooit be richt van verhindering van tevoren: daarvoor is mij te catechisatie veel te onbelangrijk. - Devaluatie, althans in uw ogen. Ik meen altijd nog dat het hier gaat om het hoogste goed. Over het Avondmaal schrijft Ds. van Dalen in Hervormd Vlaanderen dat de gemeente te weinig gebruik maakt van de vreugde het Lichaam en Bloed des Heren te ontvangen, zoals het als de eeuwige Offerande telkens tegen woordig gesteld wordt in het sacrament, voor ons mensen levende in de tijd. SPOOR WEGZENDING Meer dan 1,3 miljoen reizigers hebben dit seizoen geestelijke en stof felijke hulp ontvangen van de Spoor- wegzending der Evangelische kerk in Duitsland. Deze zending werkt met 170 grote centra in al de belangrijke stations in West-Duitsland. Ze heeft 3800 vrijwilligers en beroepskrachten in dienst. Er zijn ongeveer 2500 baptisten in Polen, verdeeld over 65 kerken en ge diend door vijftien predikanten en 57 andere verzorgers. Bij elke kerk hoort een zondagsschool en in totaal worden hiermee 854 kinderen bereikt. E wereld van morgen zal „barsten van de reli gie", heeft prof. dr.- J. C. Hoekendijk onlangs gezegd. En dat die toekomst reeds begonnen is, merken we ieder jaar sterker, tijdens het midwinterfeest om ons heen en in ons. Het christelijke vernisje om het winterfeest laat al bedenke lijk de heidense ondergrond door. De goden dezer eeuw zijn andere dan de antieke goden, op wier feestdagen thans het kerstfeest valt. Maar dat heidens natuur gevoel samen met christelijke bevlieging, gehuld in engelenhaar en voorzien van prijskaartjes, door de feestglans van 's Heren geboortedag heenglimmen, wordt met het jaar duidelijker. ER HEEFT zich zelfs een heel „kerke lijk" jaar rondom deze natuurfees- ten gevormd. Kansel van deze religie is de winkeletalage, waarin de liturgi sche kleuren van Sinterklaas rood en goud al enkele weken vervangen zijn door wit, zilver en wat groen, met een enkele rode toets. Prof. dr. C. W. Mönnich noemt in De Groene deze kansels altaren. Maar la ten wij ze liever kansels noemen, ter zijde bij de ingang van bet liturgisch centrum van de huiskamer, waar de eredienst van het midwinterfeest zich voltrekt: feestelijke gezelligheid rond om een tafel der gemeenschap. En zelfs de sacramentele offergedachte ontbreekt hier niet: zijn de kerstpotten van het Leger des Heils niet een ver zamelplaats van gewetensgeld? T T HEBT HET Jules de Corte zeker wel eens voor de radio horen zingen, dat mooie liedje: Ik zou wel eens willen welen Waarom zijn de mensen zo moe Misschien door hun jachten en jagen Misschien door hun tienduizend vragen en ze zijn al zo lang onderweg naai de vrede toe Daarom zijn de mensen zo moe. In dit liedje vertolkt Jules de Corte wel echt het moderne levensgevoel. De mensen zijn moe, o zo moe, uiterlijk zou je het niet zeggen; er is drukte en beweging genoeg. Het leven is een continu lawaaibedrijf. Maar innerlijk is er de moeheid. Het zou niet moeilijk zijn een aantal opvallende ver schijnselen van het moderne leven op te sommen als symptomen van die moeheid. Dit zullen we niet doen. Liever willen we met Jules de Corte vragen: ik zon wel eens willen weten, waarom zijn de mensen zo moe? En dan geloof ik dat in dit liedje hel juiste antwoord gegeven wordt: ze zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe. Met dit antwoord staan we met beide voeten i«i het leven van onze tijd. Immers hoe is het? Nog altijd is daar liet troevenspel van de koude oorlog. Nu eens spant het hier en dan wepr daar. Telkens horen we het onder aards gerommel van de vulkaan waarop we leven, de vulkaan van de atoomwereld. Wanneer zal hij zijn lavastroom uitwerpen in de vorm van een derde wereldoorlog? De geluksdroom van de vrede wil maar geen werkelijkheid worden. Daarom, daar om zijn de mensen zo moe. Hoe lang zijn we nu al niet onderweg naar de vrede toe? En nu gaat het weer op het Kerstfeest aan. Nog even en we zit ten rond de Kerstboom. Laat nu uitgere* kend het Kerstfeest, het feest van de vre de zijn! Vrede op aarde dat is de meest belangrijke kerstklank. Ook zij, die in die dagen niet naar de kerk gaan, weten toch wel, dat deze twee onafscheidelijk bij el kaar horen: Kerstmis en Vrede. En bij den nengroen en kaarslicht zullen ook zij mis schien van die vrede wel zingen. Maar ver staan ze ook wat ze zingen? Vrede op aar de dat kan ook een gestolen lied zijn. En in vele monden is het een gestolen lied. Want waar is die vrede, waarvan liet Kerst feest spreekt? Een blauwe droom van de romantiek? Nee, dat konden we maar beter geen Kerst feest vieren. Want wat hebben we aan een droom? Hoeveel dromen zijn al niet als een zeepbel uit elkaar gespat? Gelukkig is het anders. Wie bij de bijbel leeft weet het wel, waarom het op de aarde maar geen vrede worden wil. Geen mens is zo wer- kelij'kheidsmens als de mens, die bij de bij bel leeft. We hebben pas nog in de bladen kunnen lezen een oproep tot „gelovig rea lisme". Nu, wie bij de bijbel leeft die is realist, gelovig realist, werkelijkheidsmens. Want die kent de hele werkelijkheid dei- werkelijkheden: God! Waarom de vrede van de aarde weg is? Omdat het kapot is tussen dc mens en God. God? Pardon over wie hebt U het, zegt de een. God? Dat station zijn we al lang voorbij gespoord, zegt de ander. Laat zo iemand nooit zeg gen, dat hij realist is. Want hij heeft de werkelijkheid der werkelijkheden uitgescha keld. Het ging stuk tussen de mens en God en toen ging het ook direct stuk tussen mens en mens, en tussen volk en volk. Én dat is nu de boodschap van het Kerstfeest! Dan vieren we de geboorte van een kind, dat zich liet bedden in een kribbe. En dat kind was de eigen zoon van God. Welnu, dat kind bezorgt ons de vrede. Het bezorgt de vrede met God. Dat allereerst. En die vrede is er nu al. Vandaag! Dat is geen droom maar werkelijkheid. En die vrede ligt voor het grijpen. De Kribbe is zo laag, dat ieder er bij kan. Door te geloven mi dat kind komt die vrede ons leven binnen. En dat is een rijk bezit. Er is niets erger dan in conflict met God te leven. Dan wordt ons leven een ring zonder zetting: de steen van het echte geluk is er uit weggenomen. Maar door dit kind wordt de steen weer in de ring gezet. En daar blijft het niet bij. Die vrede, begint van binnen. Maar het wordt een vrede die zich uit zal breiden over de hele aarde. Ik weiger beslist te geloven dat het Kerstfeest alleen om de innerlijke vredetigheid. Bing Crosby is thans de opperzang- meester. Met zijn „I'm dreaming of a white Christmas" doordrenkt hij warm en gevoelig de kerstsfeer. Warm en ge voelig, maar daverend hard slaat zijn lied neer in het gezellig geroezemoes van de huiskamer. En het geeft ge wijde glans aan de tinkelende glazen. Het geeft (stereofonisch) diepte aan kersthaas of kalkoen. Het verleent vul ling in de leegte tussen koe en kalf van kerststal en gesprek. Zo is het nu reeds. En wie in de kersttijd om zich heen kijkt, de ontwik keling met name in de Verenigde Sta ten volgt (nooit waren zoveel Amerika nen lid van een kerkelijke groep als in deze ontkerstende tijd) die begrijpt wat dr. Hoekendijk bedoelde met zijn religie, die in de wereld van morgen een hemelkoepel over de aarde zal vormen, in alle zoetelijke kleuren van de juke-foox. Er zitten inderdaad in deze kerstvie ring antichristelijke trekken. WAT IK van deze ontwikkeling het meest benauwend vind, is dat niet alleen buiten de kerk de nieuwe religie van vrede en vreten (om het nu maar heel grof te zeggen), ingang vindt. Door onze zondagsschoolvieringen en diaconale uitreikingen van krentebol, si naasappel en chocolademelk hebben wij trouwens in deze en de vorige eeuw de akker zelf bereid, al heeft het kerstboek (waarin alles goed kwam) deze stoffe lijke gaven op „hoger" plan willen brengen. Een bericht uit een (gereformeerd) kerkblad: „Zondagavond 25 december zal een kerstzangdienst gehouden wor den. We hebben de tijd zo gesteld, dat u rustig uw kersthaas kunt consume ren". Er was een tijd, dat men in onze kring verschrikkelijk zuinig leek, als het ging over kerstdiners en kerstdit- ten en datten. Wij hadden wel wat an ders en dat Anders moet ik met een hoofdletter schrijven. Maar nu die maat schappij de groepen openbreekt en het handhaven van een eigen stijl een on menselijke taak dreigt te worden? Ja, nu is het hoofdlettertje som«s maar nau welijks te zien. Jaar en dag weergalmde van de kan sels, dat de kerstviering van de wereld de onze niet kon zijn. Dat was vroeger makkelijk; het is nu alleen nog maar makkelijk te zeggen. Toen zat er nog niet zoveel religie in. Het was toen zo maar een geseculariseerd feest. Maar nu heeft ik weet niet wie (de antichrist toch zelf?) er met een kwast van we reldformaat de zilveren verf over ge haald- En nu lijkt het een praten te gen een levenspatroon dat onafwendbaar zich gaat aftekenen. Is een zuivere viering van 's Heren geboorte op 25 december die moeite waard? Is zij op een of andere manier eis? En heeft zij toekomst? TTET KERSTFEEST is het jongste van de christelijke feesten. In Egypte moet zijn oorsprong gezocht worden. Hier herdacht men op 6 januari de ver schijning des Heren en zijn doop (op die dag viel ook de geboortedag van de zonnegod Aton). Men las er in de kerk Mattheus 2, waarin de wijzen uit het oosten voorkomen; vandaar de ontwik keling naar Driekoningen. Later, in de vierde eeuw, kwam in Rome de 25ste december in zwang als dag waarop de gemeente bijzonder dacht aan Christus als Zon der gerech- gaat. We zijn op weg naar het rijk van de allesómspannende vrede, ook tuèsen volk en volk. Nu zijn we ineens niet meer moe. We worden vrolijke mensen, samen onder weg naar de vrede toe. Die zon is evenmin als in Egypte een toevalligheid: in Rome was 25 decem ber de dag geweest van de zonverering en de midwinterzonnewende (Waar doet dat woord toch ook weer aan denken? O ja, aan het winterfeest dat samen met heldengedenkdag, machtsovername en de verjaardag van Sint Adolf deel uitmaakte van het nationaalsocialisti- sche kerkelijke jaar.) De dag van de Zon der gerechtigheid verdrong 6 januari als herdenkingsdag van Christus' geboorte. Deze encyclopedie-wijsheid is vol doende om eraan te herinneren dat het kerstfeest niet is ingesteld of verordi neerd, maar in praktijk is .gegroeid en geënt op het heidendom. (De enige ker kelijke feestdag waarvan de datum aan de Bijbel is ontleend is Pasen, op of omstreeks de veertiende Nisan). Zelfs van Pasen weet men niet zeker of het feest direkt in de Kerk gevierd werd: het nieuwe testament rept er niet van. Men neemt aan dat de oud ste kerk iedere zondag de opstanding herdacht, iedere vrijdag de kruisiging, iedere donderdag het eerste avondmaal, enz. De vraag laat zich stellen: waarom een apart feest voor Christus' geboor te? En waarom kreeg het zo'n oneven redig .grote plaats bij de herdenking van de heilsfeiten? Misschien omdat het zo „aanspreekt", in feite zo'n mak kelijk feest is? ^OMS vraag ik mij af: zouden wij die midwinterfeesten maar niet hele maal ontkerstenen? Het stof afschud den van onze voeten en de herdenking van Christus' komst verschuiven? Naar 6 januari bijvoorbeeld. De liturgische beweging, die zoveel waarde aan de oudchristelijke kerk en haar traditie hecht, kan daartegen moeilijk bezwaar hebben: de datum is ouder dan 25 december. En laten wij dan het huidige kerstfeest laten voor wat het is, een heel groot gecombineerd vader-, moeder- en kinderendag je. Een sobere gedachtenis op 6 januari of op een andere dag dan 25 december. Het gaat wel niet zover als de maatre gel van Calvijn die alle christelijke feestdagen afschafte (het is hem dan ook maar tijdelijk gelukt). Maar het is afgezien van alles althans een op heffen van de onchristelijke druk die het gejacht van kerkdienst naar feest maaltijd legt op de huismoeders, om niet meer te noemen. Dat was maar een terzijde. Iets heel anders: als de „wereld" blijft oprukken met haar religie, dan komt de dag waarop zij die het teken van het beest niet dragen de grote feesten niet mee mogen vieren. Laat de kerk voor die tijd stichtelijkheid, knusheid en geloof uit elkaar pellen (nu zijn ze, zeker tijdens het kerstfeest, onontwarbaar verstrengeld). Dan hebben haar leden het inzicht, als het zover is: Wat wij nu op 25 december gaan missen, is het wezenlijke niet. Kerstfeest is (anders dan de zondag) een menselijke instelling, waarvan de datum alleen door traditie op een. hei dens feest is vastgesteld. Het heeft geen zin voor een zuivere viering op 25 december te strijden, want antichriste lijke machten zullen dit feest zo in hun klem krijgen dat Ohristgelovigen het op den duur niet meer mee zullen mogen vieren. Dus laat ons de herdenking van Christus' geboorte maar naar een an dere dag verschuiven... Maar nu ik dit alles geschreven heb. hoor ik mijn zoontje van drie vragen of zijn moeder hem het verhaal van de herders wil voorlezen. Ik luister ernaar En opeens is wat ik geschreven heb wel erg verstandelijk. Misschien nuttig 'om mezelf en u beter bewust te maken van wat in de komende dagen centraal moet zijn. Maar als alles wat ik heb geschreven waar is. dan moet de twij fel eraan, die nu in mij opkomt eea aanvechting door de wereld zijn. Ja of nee? Ik weet het niet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1960 | | pagina 7