Brussel loopt vof met vorsten en steekt voorzichtig de lampjes aan
Zilver van Sen
jam van een onbekende
r
Het harde geslacht
DE NATUUR
KAPPIE EN DE LUCHTSTRIJD
gehoord en gezien
Pag. 2
73 7$6c
P. W. RUSSEL'S
•ir
DIGNATE ROBBERTZ
in en om uw huis
I it de kerken
Woensdag 14 december I960
ZEEUWSCH DAGBLAD
lÉiiiiSlÉi
iiiii
RUSSEL. Flarden be-
bopmuziek scheuren de
avondlijke lucht boven
de Place Brouckère in
het Brusselse centrum
aan stukken op deze dinsdag 13
december 1960, nu alle Belgen
nog maar iets meer dan vieren
twintig uur verwijderd zijn van
de kreet: Leve de koningin! Zo
als steeds bij dit soort gelegen
heden schijnt drie vierden van
alle voorbereidingen in het laat
ste etmaal te moeten worden
uitgevoerd, maar de winkeliers
hier vinden, dat zij twee vliegen
in één klap slaan. „We betalen
elk jaar tegen Kerstmis samen
die muziek om het centrum wat
gezelliger te maken", hebben ze
mij gezegd. En na een kort stil
zwijgen lieten ze er wat onge
bruikelijk op volgen: „en nu is
die muziek tegelijk voor het hu
welijk van de koning".
Overigens heeft de Belgische hoofd
stad nog nooit zoveel vorsten, prinsen
en prinsessen geherbergd als op dit
ogenblik. Eén koningin, één groot
hertogin, één koning en meer dan
dertig vorstenkinderen kwamen naar
hier. En de Brusselaars
geweldig.
vinden het nek
EN MAAR ETEN
In hun etalages hebben ze zich van
hun beste kant laten zien, al blijkt die
kant vooral de gastronomische te zijn.
In elke straat kan men foto's van
koning Boudewijn en dona Fabiola
aantreffen tussen varkenskluiven en
stukken kip, tussen schoenen en fra
giele stukjes lingerie, tussen bonbons,
taartjes en broodjes tartaar. De restau
rants hebben allemaal een „menu royal".
En de hoogste heerlijkheid in deze
dagen schijnt te zijn uitgebreid te eten
en over de nieuwe koningin te praten.
Maar het commerciële is de Brus
selaar ook niet vreemd met de gedachte
aan de Expo nog vers in het geheugen.
Grinnekend zien de restaurateurs de
bussen vol Spanjaarden uit Cadiz en
Santander, uit Barcelona en Madrid de
Grote Markt oprijden en vriendelijk
maken zij uitnodigende gebaren, wan
neer ze de hongerige gezichten van de
ver-komers ontdekken. Duizenden Duit
sers, die eveneens de bus namen, blijken
al even welkom, en eigenlijk mag men
elke nationaliteit bezitten, want eten
doet ten slotte elk mens.
ZIJ IS SPAANSE
Ergens in het hart van Brussel is de
Boterstraat en daar krioelen in het
zogeheten Pershuis de twaalfhonderd
journalisten, gekomen uit alle hoeken
van de wereld, door elkaar. Moeilijk
heden zijn er om overwonnen te wor
den, zoals een wijs'man eens gezegd
heeft, maar wanneer er op een tribune
voor cameramensen en fotografen in
het paleis maar plaats is voor twintig
mensen en er zijn tweeëntwintig kaar
ten uitgereikt, dan wordt het wel een
bijzondere opgaaf om daaruit te komen.
En, jawel, ze vlogen me weer om de
nek, de t'ree Spaanse collega's met
wie ik al drie jaar het leed van de
Tour de France heb gedragen. „Jij
hier, dat is groots, daar moet onmid
dellijk wijn op gedronken worden. O,
is hier geen wijn? Nou, dat is in
Spanje anders", zeiden ze.
„En wat vinden jullie van dona
DOÖR
71
De knecht schudde koppig zijn
hoofd. Ik blijf hier, mokte hij.
Ik ook! Joris pakte hem bij
zijn schouder. We zullen één boot
hier houden. Daar kunnen we brood
en bier uit de stad mee halen.
Jurein keek de jonker ontzet aan.
Dat kan niet, murmelde hij. Het
kasteel helemaal leeg. Op een
goede dag zal het water er in ko
men...
Dan zijn wij hier weg, meen
de Joris. Er zal dan nog we] een
andere plaats zijn, waar ik een goe
de knecht best zal kunnen gebruiken.
Zo een als jij, die verstand heeft
van paarden.
Joris dacht aan Diete...
De Bergse schuit kwam nog een
keer terug. Simon bracht een brief
mee van vrouwe Joanna. Het was
een antwoord op het bericht dat hij
de eerste keer had meegenomen. Jo
ris moest daar niet blijven, schreef
ze. Joanna was er van overtuigd dat
Lodycke alleen nog maar ongeluk
over hen zou brengen: maar dat wil
de Joris niet geloven. Bij de afvaart
zei hij tegen Simon, dat niemand in
Bergen zich over hem ongerust be
hoefde te maken. Trouwens, heer
Adriaen had bevolen dat de wapen
zaal moest blijven zoals ze was. Om
die te ontruimen zou hij zelf komen.
Mijn moeder zal dus wei begrij
pen dat ik niet kan weg gaan, zo
lang onze wapens en schilden hier
nog hangen. Het klonk half spot
tend. Simon keek de jongen verwij
tend aan maar beloofde toch de bood
schap te zuilen overbrengen.
Nu zitten we dan alleen op Lo
dycke. zei Joris tegen Jurein. toen
de schuit eindelijk uit het zicht was.
Alleen met Vlaes Benne.
Jurein zei het aarzelend. Hij liet een
oude hond uit een nap drinken. Het
dier deugde eigenlijk nergens meer
voor maar het was een uitstekende
jachthond geweest. Daarom had Jo
ris hem niet willen doodslaan.
Is Vlaes Benne dan niet mee
gegaan? vroeg hij verwonderd. Waar
is hij
in de paardenstal. Hij slaapt
daar. 's Nachts loopt hij over het
plein of hij klimt in de wachttoren
en kijkt over het ondergelopen land.
Hij is waanzinnig, jonker, en kent
zijn eigen naam niet meer.
Heeft hij zich verborgen toen
de anderen weggingen?
De knecht knikte. Simon en ik
hebben hem overal gezocht, 's Avonds
toen het laatste vlot weg was, stond
hij op de wachttoren.
Laat hem dan blijven, zei Jo
ris. Als hij wil kan hij bij ons eten
en slapen. Wij zijn jju knechten on
der elkaar.
Jurein deed of hij dat niet hoorde.
Hij wist heel goed waarom de boe-
renjonker weggegaan was. Hij had
het zwaard en de wapenring gezien
die in een wandkast van de wapen
zaal lagen. Maar dat belette niet dat
voor hem een jonker toch een jon
ker zou blijven.
Het werd een vreemd wild leven
op het verlaten kasteel, waar iedere
dag stenen van afbrokten. Aan de
noordelijke zijde drong de vloed al
tot onder de fundamenten, maar de
bouw was hecht. Joris geloofde dat
ze het wel zo lang zouden houden,
tot hij met Andries Janszoon 'n
overeenkomst gemaakt had over de
hoeve van Agger
Bij ebbe zwierf hij over de droog-
gekomen akkers en weilanden. Hij
vond de oude paden en wegen en
ook weer het spoor door de Wilde
Moer. Hij schoot op wilde ganzen
die overv'ogen en soms viste hij in
diepe geulen en kreken. Ze aten en
dronken niet meer dan nodig was
om ir. leven te blijven Hun gezich
ten werden grauw en verweerd met
een ernstige wantrouwige uitdruk
king. Ze spraken zelden met elkaar
en dan nog met gedempte stem.
(Wordt vervolgd)
Fabiola?" vroeg ik. „Zij is een Spaanse",
zeiden de twee collega's, keken heel
ernstig en trots en vonden dat daar
mee eigenlijk alles was gezegd. Zo van:
beter kon die koning niet wensen.
KISTEN KINDERBOEKEN
Intussen heeft de feestverlichting
van Brussel proef gedraaid. Niet ge
weldig die verlichtmg: wat kronen, wat
ornamenten en de gebruikelijke lampjes
langs de gevels. Maar zo'n proefstomerü
heeft dan toch weer een voordeel: er
bleken met één klap tweeduizend-
honderdtwaalf lampjes door te slaan,
omdat iemand twee draadjes verkeerd
had verbonden.
Ja, en in het paleis van Brussel
wéten de merisen van de huishoudelijke
dienst er langzamerhand ook geen
raad meer mee, met de cadeaus. Ik
stak er gistermiddag even mijn neus
om de deur en struikelde tegelijk over
een doos met flessen likeur. Maar dat
is nikske, zei een heer, de flessen zijn
in strooi verpakt.
Wat de mensen hun koning allemaal
toesturen en wat ze allemaal bestem
men voor hun toekomstige koningin,
dat grenst aan het ongelooflijke. Ze
venendertig poppen zijn er tot gister
avond zes uur bij het paleis afgeleverd,
meer dan tweehonderd repen chocola,
ruim vierhonderd grammofoonplaten,
kisten vol met kinderboeken en dozen
met zeep. Vreemde geschenken mis
schien, zo op het eerste gezicht, maar
in het Brusselse paleis nemen ze elk
doosje met een gladgestreken gezicht
aan, pakken het uit en rangschikken
de inhoud tussen de reeds eerder ge
arriveerde cadeaus.
POT JAM
Dat zijn er heel wat, die cadeaus.
Daar ligt ergens een snoer van edel
stenen, waarvan men zegt dat het de
waarde van honderdduizend gulden
vertegenwoordigt en dat het is ge
schonken door een Belgische bank die
anoniem wenst te blijven. Er staat ook
een uit steen gehouwen beer uit Fin
land, en ernaast zilverwerk uit Djokja
van de heer Soekarno. Iemand in
Zwitserland had het originele idee om
een horloge te sturen en een gouden
schaal met eveneens gouden munten
kwam uit Oostenrijk.
Ik zou door kunnen gaan met het
uitstallen van alle kostbaarheden,
maar meer trok me een potje aard
beienjam. ,,Zelf gemaakt", stond erop
en de hofdienaren zeiden: Het is ano
niem gekomen net zoals dat daar.
En „dat daar" bleek een keurige
bril te zijn, comleet met zeempje om
te wrijven.
EN EEN FILMSTER
De mannen van de Brusselse motor
politie hebben overigens gisteren nau
welijks tijd gekregen om adem te halen,
want zonder onderbreking moesten de
vorsten en prinsessen die uit de hele
wereld per vliegtuig of trein hier aan
kwamen, geëscorteerd worden.
Er zijn mannen en vrouwen onder, van
wie de Belgen nooit of nauwelijks ge
hoord hebben en wanneer radio-Brus
sel meldt, dat prins Hendrik is aan
gekomen, dan heeft men echt wel even
vijf minuten nodig om te achterhalen,
dat hij een broer is van het staatshoofd
van Liechtenstein.
Bij graaf Toerring bleek men ook
in moeilijkheden te zitten tot de
nieuwslezer meedeelde dat het om een
neef van koningin Elisabeth ging en
een oud-oom van koning Boudewyn.
Ex-koningen zijn er ook, zoals ko-
Colutea arborescens pleegt men ook
wel de blaasjcsbloem te noemen;
eigenlijk is het meer een struik. Hij
bloeit met gele bloempjes die later ge
volgd worden door blaasvormige peul
tjes. Het is een sterk groeiende struik
en men moet er dus wel voldoende
ruimte voor hebben. In de lichte scha
duw doet deze heester het ook nog best,
doch veel bloemen moet men dan niet
verwachten.
ning Simeon en koning Umberto. Een
troonpretendent is er eveneens in de
vorm van Don Juan Carlos uit Spanje,
die zo zegt men, tijdens de banketten
aan de heel andere kant van de tafel
zal zitten dan de markies de Villaverde
en zijn vrouw, schoonzoon en dochter
van generaal Franco.
Een bont gezelschap zal zich de ko
mende dagen door de paleiszalen be
geven. Want behalve de fotograaf de
heer Tony Armstrong-Jones is er ook
een filmster van Mexicaanse afkomst,
die weer de vrouw is van Don Jaime,
een broer van dona Fabiola; tot nog
toe zijn echter noch Don Jaime noch
zijn filmster hier aangekomen. En de
sjah van Perzië heeft zijn broer prins
Golama gevraagd om hem in Brussel
te vertegenwoordigen. Dat wil de prins
dan öok graag doen, want gisteren
kwam hij hier aan.
Zesentwintig leden telt de recht
streekse familie van de bruid en alle
maal hebben ze de residentie van het
geslacht De Mora y Aragon in de Zur-
banostraat in Madrid overgelaten aan
Milagros om het huwelijk van hun
dochter, zuster, nicht of tante in Brus
sel bij te wonen.
Milagros Resines, zo heet ze voluit
en ze is de oudste gedienstige van de
familie de Mora y Aragon. Ze heeft
dona Fabiola zogezegd als hummel van
twee jaar nog op de knie gehad en ze
bleek plotseling de aangewezen auto
riteit om te putten in het verleden
van de toekomstige koningin van
België.
Fabiola is verlegen, schuchter,
ernstig, hoofs en niet gemakkelijk toe
gankelijk, heeft de dienstmeid ver
klaard. Maar als voelde ze dat ze er
toch ook iets prettigs bij moest zeggen:
„Geeft Fabiola één keer aan iemand
haar vertrouwen, dan is dat voor altijd",
aldus juffrouw Milagros.
UIENSOEP
En terwijl op deze late dinsdagavond
in december steeds meer buitenlanders
zich door de koude en mistige lucht
van hotel naar hotel laten rijden om
toch aan een kamer te komen, kwamen
op tientallen hoeken de stratenmakers
van Brussel met handschoenen aan en
bij grote schijnwerpers nog snel even
het wegdek platstrijken om donderdag
de koninklijke bruidsauto niet te veel
te laten schokken.
Op dit moment zitten twee Belgische
vrouwen van de radio onder hoogspan
ning te werken, want de Belgische
radio wil alle huisvrouwen de dag van
het huwelijk in staat stellen Spaans te
eten en daarom moeten er nog recep
ten, die zojuist uit Madrid arriveerden,
vertaald worden.
Daarbij is bijvoorbeeld: sopa con ago.
U kunt ook gewoon zeggen: uiensoep.
|iiNiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii>iiiwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir
12. Het vreemde gedrag van de reus
achtige oorlogsbodem d^d Kappie en
zijn mannen een ogenblik lang het
vraagstuk van de wolken vergeten. Zij
brachten de sloep tot voor de valreep
van de kruiser en klommen aan boord.
pappie had nog maar een paar passen
aan dek gedaan of hij hield halt.
„Merkwaardig...." mompelde hij. „Wat
een deksels raar schip is d l' Zeg jongs,
merken jullie dat je onze voetstappen
helemaal niet hoort?!"
De meester stampte op het dek.
„De vloer geeft mee!" riep hij ver
baasd.
De maat verbleekte.
„Een s-spookschip..." fluisterde hij.
„De vl-vliegende Hollander!" gilde hij
vervolgens.
„Sta niet te loeien als een misthoorn!"
siste Kappie, hem nijdig in de ribben
porrer.id. „Jij met je vliegende Hollan
der! Dit is een hypermodern schip uit
de twintigste eeuw, aardappel!"
Inmiddels was Okki verder op onder
zoek uitgegaan en bestudeerde een van
de kanonnen.
„Wat een kanjer..." dacht hij. „Een
schot van zo'n ding en de hele Kraak
ligt in puin!"
Hij nam een sprongetje om zich bo
ven op het geschut te hijsen. Toen slaak
te hij een opgewonden kreet.
Onder het geringe gewicht van de
scheepsjongen boog de dikke loop door,
alsof het een. springplank was!
NED. HERV. KERK
Beroepen te Hall: G. P. Post, vic. te
Terneuzen.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Nijkerk, vac. H. Tien:
C- L. Pleysant te Leeuwarden; te Sid-
deburen: M. N. de Wolf te Klaziena-
veen. Bedankt voor Lemmer: E. Bae-
rends te Anjum; voor Rijsoord: J. Gou-
mare te Hilversum.
GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT)
Beroepen te Apeldoorn-Z.A. C.Noort
te Groningen en W. van 't Spijke te
Drogeham.
Bedankt voor Oud-Beijerland: P. N.
Rubbers' te Noordsche Schut.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Poortugaal: A. Vergunst
te Rotterdam-C.
Tijdens de vergadering van de Her
vormde Knapenvereniging viel het zoon
tje van de heer I. Rijnberg uit Stnt-An-
naland van het podium af. Aanvankelijk,
leek zijn val wat onschuldig, maar
maandag adviseerde dokter Nooteboom
naar het Algemeen Burger Gasthuis in
Bergen op Zoom te gaan, waar bleek,
dat zijn arm gebroken was. Nadat hij
behandeld was, kon hij weer met zijn
arm in het gips naar huis terug keren.
f