Schepping
Schepper
IS ONZE SAMENLEVING
OVERGEORGANISEERD?
FEESTBUNDEL „WERELD EN KERK
Bouwen: daad van geloof
voor gehele gemeente
Evangelisatie concentreert
zich in één kleine wijk
Zaterdag 10 december 1960
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 9
CENTRALE AS
GEEN GALERIJEN
lnteressant experiment in geref. Deventer
Hele wijkgemeente op
getuigen ingesteld
Verdeling?
Overdracht
Zeven kerken werken
samen in Nijmegen
BOUWCOMMISSIE
PROGRAMMA
TAAK
Geref. kerk
Gapinge
door
ds. G. A. Odé te
Biggekerke
In Anna Jacobapolder is
een fraaie nieuwe gerefor
meerde kerk verrezen naar
een ontwerp ran architect
Tuinhof. Begin oktober j.l.
werd deze kerk officieel in
gebruik genomen. Vooral het
interieur, met het liturgisch
centrum, „doet" het zeer
goed.
«iiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiitiiiiiiiHiiiiiiiiiitiiiiiiiitiiiiimiiiiiiiiihiiiiiiiiiitiiMiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii^
TiiiitiiHiiiiiiHiiiiimiiiiiHiifiiHiimitiiiiimtiHtHiiiiiHiiiiiiiiHimiMiiiiitiimiHttiitiiimiimiiiiiiiiiiitiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
tiiiiiiiiimiMitiiMitiwHHfiiiimtiimimiiiiiiiiimimiiiiiiitiiiiiifiiiimiiiiiiiifiitiiiiiiiiifititifiminirmmiiitiiHiiitiMitiHin
Kerk is geen lokaalruimte
Op ons verzoek zijn twee
Zeeuwse architecten, de heren
ir. P. J. 't Hooft te Goes en
G. Tuinhof te Vlissingen, bereid
geweest om voor onze krant
hun visie te geven op het onder
werp: Kerkbouw en architec
tuur. Hun mening kon uiter
aard maar een globale strek
king hebben, omdat het onmo
gelijk is om in het bestek van
ons krantenartikel alle aspecten
van dit onderwerp te belichten.
Daar is bovendien het onder
werp te veelomvattend voor.
Wij zijn beide architecten zeer
erkentelijk voor hun bijdrage.
Deze week plaatsen wij de bij
drage van de heer Tuinhof. Bin
nenkort hopen wij de visie
van de heer 't Hooft te publi
ceren.
De heer G. Tuinhof is een
Fries van geboorte. In de oor
logsjaren kwam hij in Zeeland
terecht. En na de oorlog zag hij
in ons gewest een enorm ar
beidsveld. Daarom bleef hij in
Zeeland. Vlak na de oorlog
kwam het architectenbureau
Steen en Tuinhof in Vlissingen
tot stand. De heer Steen is een
neef van de heer Tuinhof en
heeft een bureau in Leeuwar
den. Naast een groot aantal
scholen heeft de heer Tuinhof
voor twee kerken het ontwerp
vervaardigd.
Voor de geref. kerk in Ga-
pinge en voor de geref. kerk in
Anna Jacobapolder.
grote invloed. In dit opzicht heeft de
gemeente een taak.
Al te vaak leeft hier de gedachte
dat het bouwen van een kerk een aan
gelegenheid is van de predikant en
'bouwkommissie bijgestaan door de ar
chitect.
Neen, er moet door heel de gemeen
te gebouwd worden. Dit bouwen moet
een daad van het geloof zijn, en juist
dan zullen de resultaten zichtbaar
worden van de geestelijke waarden
die aanwezig zijn in de gemeente.
Als eerste vraag komt in de arbeid
van de architekt naar voren, welke
vorm geven wij de plattegrond?
Uit deze plattegrond wordt het ge
heel opgebouwd. Hieruit volgt of er
een rustige sfeer, verkregen zal wor
den. ..Lawaai" heeft eens iemand ge
zegd is „de afval van onze. bescha
ving". Hieruit blijkt .ook van welke
grote betekenis d'e rust is binnen de
muren van onze kerken en hoe nood
zakelijk het is dat de architekt een
ruimte schept waar de rust voelbaar
is.
ZULLEN wij aan vorenstaande eisen
voldoen, dan is naar onze mening
een plattegrond meit een centrale as,
de meest ideale grondvorm. Alle ban
ken staan evenwijdig in één richting,
gericht op het „Liturgisch centrum".
Het is niet mogelijk dat de kerkgan
gers elkaar tijdens de dienst aankij
ken. hetgeen wel het geval is met
„Centraalbouw", Basiliekvorm of
Waaiervorm. Vooral het opstellen in
waaiervorm van de banken die wel
het beste vertolken „het zich scharen
rond Gods Woord" maar waaruit ook
blijkt dat er maar een kleine afstand
ligt tussen kerk en schouwburg.
Van grote betekenis is ook de raam-
verdeling waardoor het licht in de
kerkruimte verspreid wordt.
Wanneer het in verband met de si
tuatie mogelijk is bouwen wij -gaarne
een l«erk met de as Oost-West. Het li
turgisch centrum met de preekstoel
aan de Oostelijke wand.
De raamverdeling kan op deze wij
ze ruim zijn en aangebracht in de
noordwand, links van de zitplaatsen,
terwijl het aanbeveling verdiend in de
zuidwand direkt naast het liturgisch
centrum lichtramen aan te brengen
zodanig, dat het zonlicht vrij spel
heeft op dit centrale punt in de kerk
zonder hinder te veroorzaken t.o.v. de
kerkgangers.
De plaats van het orgel is om ver
schillende redenen eveneens van zeer
groot belang.' In een asvormige kerk
zal het om orgeltechnische redenen
geen bezwaar zijn het orgel te plaat
sen boven de preekstoel of daar te
genover.
Persoonlijk zijn we van mening
dat de plaats van het orgel is tegen
over de preekstoel (kontakt dominee
organist). Het liturgische centrum is
de plaats waar alle handelingen plaats
vinden met als belangrijkste het zich
scharen om het woord. Daarop moet
in elk opzicht het accent gelegd wor
den.
Het orgel hier tegenover neemt een
te grote plaats in en beïnvloedt dit
centrum als muziekcentrum (schouw
burg).
Het orgel dient de gemeentezang te
begeleiden en komt hierom op de
tweede plaats achter de kerkgangers.
TÏTIJ willen voor wat de inrichting be-
treft nog wijzen op de minder ge
lukkige oplossing van galerijen. Deze
zijn alleen verantwoord om financiële
redenen. De nadelen zijn vele. Wij wij
zen op de onrust, veroorzaakt door de
afzondering t.o.v. de rest van de ge
meente. De gemeenschap der heiligen
wordt niet voldoende tot uitdrukking
gebracht. Laat elke bouwkommissie en
architekt trachten zich te beperken
van deze zolderruimte om op deze wij
ze de éénheid van de kerkelijke ge
meente meer zichtbaar te maken.
Voor wat het interieur betreft rest
ons nog te wijzen op de keuze van
de materialen. De keuze hiervan wordt
beïnvloed door letterlijk alle omstan
digheden. De sfeer, de accoustiek en
de liturgische werking wordt voor een
groot deel hierdoor bepaald.
Ten slotte nog enige opmerkingen
over het exterieur. Vast staat dat de
hoogste waarden ook waar het de ar-
chitektuur betreft liggen binnen de
muren van het kerkgebouw.
Toch zal het uiterlijk van het ge
bouw een weerspiegeling moeten zijn
van het innerlijke. Dit uiterlijk kun
nen wij nog accentueren door het
plaatsen van een toren. Om financi
ële redenen blijft deze veel achter
wege, hetgeen wij ten zeerste betreu
ren, daar juist het kerkgebouw in d,
gemeenschap het accent moet geven -
EEN KERK mag in geen geval een lokaalruimte worden, die
wel het aantal zitplaatsen kan bevatten en ruimte heeft voor
een preekstoel. De ruimte moet de betreder stil maken. Er
moet iets gevonden worden van Gods Majesteit, een sfeer,
die men alleen beleven moet en die niet onder woorden is te brengen".
Met deze woorden formuleert de heer G. Tuinhof, architect in Vlis
singen, zijn mening als wij met hem praten over het onderwerp:
„Kerkbouw en architectuur".
17 EN VEEL omvattend, en vaak ook
moeilijk onderwerp. Achter de me
ning van de heer Tuinhof schuilt een
toon van een levensbeschouwelijke vi
sie. En dat is déze toon: bij het ont
werpen van een kerk gaat het niet al
leen maar om enkele keurige strakke
lijnen op papier te zetten. Daarom
vormt elke opdracht voor een archi
tect tot kerkbouw een probleem apart.
De heer J. Meijerink uit
Rotterdam heeft op de preek
stoel uiting gegeven aan en
kele symbolen. Het lijkt alsof
zich in het midden een slang
voortbeweegt. Dit is echter
de doornenkroon van Chris
tus, met rechts de nagels en
links de gesel (het lijden van
Christus). Verder zijn aan
gebracht een korenschoof en
een beker als de tekenen van
het Heilig Avondmaal. Daar
steekt a.h.w. bovenuit een
grote duif (de Heilige Geest),
die zijn snavel richt naar bo
ven, naar het Woord, dat
vanaf de kansel gepredikt
wordt.
DR IS VEEL kritiek op slecht
-L» vergaderbezoek, maar de vraag
moet worden gesteld of al die kri
tiek billijk is, schrijft de heer M.
W. Schakel in „Patrimonium".
Tussen de in hoogheid gezeten
overheid en het volk bevond zich
vroeger een luchtledig, maar nu
dit vacuum allengs is opgevuld
door een dioht netwerk van ver-
Van een medewerker
DEVENTER. De Gereformeerde
kerk van Deventer zal haar evangeli
satie-arbeid concentreren op één stads
wijk. Wel zal zij het werk dat al be- Evenals
meentewerk en het evangelisatiewerk
in de EP. het werk onder de leer
lingen van de tropische landbouw
school, de patiënten in beide zieken
huizen, en verder wat elke predikant
buiten zijn wijk aan plichten heeft
(voorzitterschap kerkeraad enz.).
staat voortzetten, maar de evangelisa
tiepredikant ds. T. J. Hagen zal niet
meer voor al die arbeid verantwoorde
lijk zijn. De nieuwe wijk ten noor
den van de Ceintuurbaan wordt de
evangelisatieparochie (EP) genoemd.
Zij omvat ongeveer vierhonderd
zielen". Zoals wij dit voorjaar hebben
bericht, staat ds. Hagen een vorm van
kerkelijk leven voor ogen, waarin geen
plaats is voor aparte evangelisatie,
maar waarin alle kerkleden bij de
evangelieverbreiding zijn betrokken.
Deze gedachten worden nu in deze
nieuwe -wijk uitgewerkt. Wat de prak
tijk zal leren, wordt basis voor de
sterkere kerksplitsing, die men in De
venter wil doorvoeren voordat de mas
saliteit het niet zinvol meer maakt.
vroeger de gereformeerde
zending in Indonesië zich concentreer
de op enkele gebieden, omdat de Ne
derlandse gereformeerden onmogelijk
dat hele land alleen konden bewer
ken, zo heeft men dat nu in het klein
in Deventer gedaan.
En bij de keus van het arbeidsveld is
uiteraard rekening gehouden met wat
andere christelijke kerken reeds doen
of denken te doen in het sterk on
kerkelijke Deventer. Terecht heeft
men zich afgevraagd, waarom alle
kerken in eenzelfde stadsdeel zouden
werken, terwijl andere kwartieren
geestelijk gesproken braak blijven
liggen.
De vroegere evangelisatiecommissie
gaat zich nu bijzonder bezig houden
met het werk dat in de EP zal ge-
De EP wordt een wijk. waarin de pre- daan worden en zal zich voor de rest
dikant zowel naar binnen als naar van de stad bepalen tot instructie voor
buiten werkthervormd" gezegd: zo- werk, dat daar voortaan van de
wel apostolair als pastoraal werk- wijkraden zal uitgaan.
zaam is), evenals de ouderlingen, ter-
wijl de diaken tegelijk diaconaal en
apostolair werk verrichten. De leden
der kerk zullen zo is de bedoeling
ook elk met de verbreiding van
het evangelie van doen hebben.
De wijk grenst aan een nieuw woonge
bied, de Keizerslanden. Zodra dit ge
bied bebouwd wordt, schuift de wijk-
grens op. zodat het zielental vierhon
derd blijft.
In de Keizerslanden moet er zo spoedig
mogelijk een gebouwtje komen, waar
alle activiteiten van de EP worden
gehouden (behalve kerkdiensten;
want dan zou er in Deventer een
nieuwe predikant beroepen moeten
worden). Wel kunnen hier bijzonde
re evangelisatiediensten worden ge
houden, te leiden door ouderlingen en
voorts de ook elders bekende wel
kom-diensten.
Het nu al bestaande evangelisatiewerk
elders in de stad wordt op den duur
overgedragen aan de wijk-kerkraden.
De evangelisatiepredikant behoeft dus
niet meer van het ene eind van de
stad naar het andere te rennen, hier
een contact vast te houden, daar één
te winnen, elders met lede ogen toe
te zien hoe kerkleden vervreemden.
Zijn taak is voortaan het normale ge-
NIJMEGEN. De diaconieën van
acht protestantse gemeenten in Nijme
gen hebben samen de stichting Protes
tants interkerkelijk bejaardencentrum
opgericht, die naar een voorzichtige
schatting in 1963 haar verzorgingshuis
en bejaardenwoningen gereed denkt te
hebben.
Opmerkelijk is de bijzonder brede sa
menwerking, die de diaconieën omvat
van twee hervormde gemeenten (Nijme-
gen-stad en land en Hees-Neerbosch),
twee gereformeerde kerken (vrijge
maakt en niet-vrijgemaakt)de luther
se gemeente, de doopsgezinde gemeen
te, de remonstrants-gereformeerde ge
meente en de christelijk gereformeerde
kerk.
Ze hebben zich alle kunnen vinden
in de stichtingsgrondslag: „De stich
ting is gebaseerd op de erkenning van
de bijbel als het woord van God en
verricht mitsdien haar arbeid op
grond van het geloof in Jezus Chris
tus als Zoon van God. de Heiland der
wereld en de barmhartige Hogepries
ter.
enigingen, organisaties en stich
tingen moet men zich niet ver
wonderen dat de veelheid der var
kens met excuses voor het
beeld de vergaderspoeling hier
en daar dun gemaakt heeft. In dit
verband moet ons de opmerking
van het hart, aldus nog steeds de
heer Schakel, dat onze samenle
ving overgeorganiseerd is.
De heer Schakel wijst voorts op de
betekenis van het .gezin en hij schrijft:
Als de ledige stoel in de- vergader
zaal betekent, dat het gezin deze avond
een gerechtvaardigd aandeel in de be
langstelling en de activiteiten van de
betrokkene ontvangt, dan zou de toorn
onzer critiek onbillijk ontstoken zijn.
Dat er heel wat avonden in het gezin
met prietpraat en minder verdaan wor
den, neemt het feit niet weg dat heel
wat potentiële, doch op een bepaald
ogenblik afwezige vergaderingbezoe
kers, hun koninklijke, priesterlijke en
profetische taak in dat gezin wel dege
lijk ernstig nemen.
Op de achtergrond van de hierboven
gesignaleerde perspolemiek stond de
brandende vraag: is het vergaderen
van leden in verenigingsverband een
verdwijnend verschijnsel?
Er zijn er, die de mening koesteren,
dat het steeds minder zal gaan passen
in het patroon van onze tijd en dat de
televisie-in-opmars er zoal niet de
doodsteek dan toch weinig minder dan
de genadeslag aan zal geven.
Nu kan niet ontkend worden, dat de
televisie vooralsnog haar duizenden ver
slaat. Maar in een land als Amerika
is de keer al gekomen.
Het behoeft ons niet te verwonderen.
Het sociale, het op elkander aangewe
zen zijn, heeft God de mens ingescha
pen. Het is één van de allermooiste
trekjes uit Zijn wonderbare schepping.
Het is dan ook onze innige overtui
ging, dat de goed voorbereide -verga
dering zich zal handhaven.
DE GRONDSLAG voor zijn betoog
heeft de Tuinhof gevonden in het
feit, dat God bouwt- aan zijn gemeen
te. Want, zo verklaart hij: Voordat
er gebouwd kan worden, heeft de ar
chitect een grote en mooie taak. En
juist de voorbereidingen voor de bouw
van een kerkgebouw zijn een grootse
taak, juist in dat opzicht, in onze
kerkbouw, zullen wij God verheerlij
ken. Wij immers mogen bouwen en
door dit bouwen zal God bouwen aan
zijn gemeente."
Wij laten verder de heer Tuinhof
aan het woord:
„Om verschillende redenen kan een
kerkeraad zich geplaatst zien voor
het grote probleem „bouwen". Inder
daad een probleem niet alleen finan
cieel maar ook kerk- en bouwtech
nisch.
EEN VAN iDE EERSTE beslissingen
vormt het benoemen van een
bouwcommissie. Van deze beslissing
hangt verder het gehele verloop af.
Zij is het die verder de kerkeraad ad
viseert over alle belangrijke dingen,
waaronder de keuze van architekt, de
aannemer, het bouwterrein etc.
In het algemeen is het de gewoonte
dat een bouwcommissie gekozen
wordt uit leden van de kerkeraad.
Wanneer dit mogelijk is verdient dit
alle aanbeveling. De vraag is alleen
maar, is dit steeds mogelijk. Te veel
wordt hier al te gemakkelijk een
bouwkommissie samengesteld.
Als eis zal moeten gelden dat een
dergelijke commissie bestaat uit in de
eerste plaats: een bouwkundige, een
financieel deskundige, een administra
tieve kracht en drie algemene leden.
Wanneer de kerkeraad niet beschikt
over een of twee leden die aan boven
genoemde eisen voldoen, verdient het
aanbeveling deze leden te benoemen
uit de gemeente.
De werkzaamheden van de commis
sie zullen bestaan uit het vaststellen
van een bouwprogramma.
ALS EERSTE EIS zal de commissie
moeten stellen dat er „een kerk"
gebouwd zal worden, en in geen geval
een lokaalruimte die wel het aantal
zitplaatsen kan bevatten en ruimte
beeft voor een preekstoel.
Het programma zal verder beïn
vloed worden door:
a. Grootte van de gemeente;
b. Of er voor de jeugd naast de kerk
voldoende lokalen aanwezig zijn;
c. Intensiviteit van het verenigings
leven;
d. Is de gemeente een dorp- of
stadgemeente;
e. Waar zal de kerk gebouwd wor
den;
f. Hoe is het algemeen bouwkarak-
ter van het dorp of stad;
g. Is er recreatie in verband met
vakantiegangers enz. enz.
Nadat de kerkeraad aan dit pro
gramma goedkeuring verstrekt heeft,
zal de commissie overgaan tot het
voorstel inzake keuze van de archi
tekt.
Uit de praktijk blijkt al te veel, dat
de weg gevolgd wordt van de minste
weerstand door voor te stellen:
De architekt die lid is van de ge
meente ein die men moeilijk kan pas
seren of een architekt die in de naas
te omgeving een kerk gebouwd heeft.
Welke keus dan?
Wij willen voorstellen zoek ook on
der die architecten, die door hun vak
manschap in andere belangrijke bouw
werken hun prestaties hebben getoond.
GEWAPEND met het bouwprogram
en de situatietekening, kan de ar
chitect z'n geestelijke arbeid aanvan
gen. Uit zijn geest zal immers het
schetsplan geboren worden. Hij zal
zich verplaatsen in alle omstandighe
den die een rol meespelen tot het tot
stand komen van het ontwerp.
Een belangrijke omstandigheid is
de financiële zijde. Deze is van zeer
Links en rechts van de hoofdin
gang is een mozaiek aangebracht,
waarin de geschiedenis van dfe mens
naar en van de boom des levens staat
afgebeeld: het paradijs, de zondeval,
verdrijving uit het Paradijs, verzoe
ning door het kruis van christus, en
het opstandingslicht, waarvoor de
mens in berouw neerknielt. Ook de
geschiedenis van de kerk is te zien,
uitgebeeld met een visnet, en met
een duif (Heilige geest). En dan de
mens, die het genadebrood ontvangt.
VOALS U in de dagbladen hebt kunnen
lezen, vierde het Instituut „Kerk en We
reld" te Driebergen vorige maand zijn 15-
jarig bestaan. In internaatsverband worden
uitgaande van de Ned. Herv. Kerk, daar
de Wika's („Werkers in kerkelijke arbeid")
opgeleid voor dienstbetoon in de wereld.
Na twee jaar vorming, één jaar praktijk
en nog een slotjaar op „De Horst" worden
zij uitgezonden als jeugdwerk! eid(st)ers,
sociaal-werk(st)ers of evangelisten. Zij
worden geplaast in kerkelijke, en wereldlij
ke functies, soms ook als personeelsfunctio
naris in grote bedrijven, of als catecheet in
de stad voor het godsdienstonderwijs op de
scholen. Hun aantal is thans gestegen tot
plm. 160.
Voorts begon „Kerk en Wereld" met een
breed Conferentie- en Cursuswerk, dat
ten doel heeft gewone gemeenteleden te
scholen en hen bewust te maken van hun
opdracht als Christen in deze wereld tot
op- en uitbouw van het gemeente-leven.
Met name ook het z.g. „Open Deur-
werk" wil de zorg voor de verbreiding van
het Evangelie onderstrepen en stimuleren.
Naar alle zijden strekt dit Instituut haar
arbeid en experimenten uit. Het beoogt de
Kerk te vernieuwen tot een veelvormig
apostolaat, dat midden in de moderne tijd
staat.
Tenslotte beoogt „Kerk en Wereld" het
woord „Wereld" steeds meer te vullen
met het begrip: „de hele bewoonde wereld
omvattend". Zo werken reeds twee Wika's
op de zendingsvelden van Afrika, terwijl
omgekeerd, mensen van buiten onze lands-
grenzen de laatste jaren in Driebergen hun
opleiding genieten.
U begrijpt, op grond van dit alles, was
er reden genoeg hun jubileum feestelijk te
gedenken. Toch gaf die dag niet slechts
aanleiding tot een terugblik, maar vooral
tot vooruitzien. Dit blijkt wel uit de inhoud
van een bundel opstellen die verschenen is
ter gelegenheid van het derde lustrum, ge
titeld „Wereld en Kerk".
TVEZE feestbundel, waaraan verschillende
toonaangevende personen hebben mee
gewerkt, begint nl. met een bijdrage van
Ds. F. J. Pop, voorzitter en docent van
„Kerk en Wereld", een bijdrage welke als
onderwerp heeft het thema van het gehou
den lustrum: „Op weg naar de Wereld van
Morgen". Ds. Pop vangt aan er op te wij-
zen, dat het heden niet in zichzelf rust,
of terwille van zichzelf geleefd kan worden.
Wij hebben steeds weer rekening te hou
den met de toekomst. Dat maakt onze ver
antwoordelijkheid groter, en ons bestaan in
de huidige tijd boeiender en tevens min
der krampachtig. Typerend reeds voor
het Israëlisch levensgevoel is, dat het ver
vuld is van het besef, op ,weg te zijn naar
een doel. De God van Israël i6 geen rui
tende God, maar de God der geschiede
nis, een Reiziger, die zich door de wereld
beweegt en de zijnen voorgaat. Dit besef
van op reis te zijn verhindert ons het nu-
bestaande te zien als het enig aanvaard
baar-juiste, waarbij we ons moeten aan
passen teneinde in vorm te zijn. Het drijft
ons er veeleer toe, het bestaande te bele
ven als iets, dat nabij de verdwijning is.
Het leven ligt vóór ons en daar heen zijn
wij op weg. Daarom zullen wij steeds op
nieuw een relatie moeten zoeken tot wat
komende is, daar God de mensheid voor
uit is en ons van daar uit roept Hem te
volgen. Niet alleen de ondernemer, de we
tenschapsmens, de psycholoog en de wijs
geer doch ieder Christen zal elk op zijn
wijze bezig moeten zijn met de wereld van
morgen. De ware, eigenlijke drijfveer ach
ter het hele werk van „Kerk en Wereld"
is derhalve de stellige verwachting van het
Koninkrijk Gods. De weg naar die Toe
komst is allerminst vaag, maar zeer con
creet, gegeven als een geschenk en een op
dracht, en zo noopt het Evangelie er toe
de wereld van morgen te zien in het pers
pectief van en levend onder de inwerking
van de kracht van Gods beloofde vrede
rijk!
TN HET voorafgaande ligt, dunkt mij, on
der meer opgesloten, dat „Kerk en
Wereld" ook met de verkregen ervaringen
en inzichten wil openstaan voor nieuwe mo
gelijkheden, die de aanvaarde verantwoor
delijkheid voor het apostolaat der kerk
zouden kunnen verdiepen en verwijden. De
verbinding van „Kerk" en „Wereld" mag
immers niet slechts in naam bestaan,
maar zal ook een realiteit moeten zijn in
de praktijk van het leven. Ook al zijn zij
verschillende gegevenheden, dit hebben zij
met elkaar gemeen, dat zij beide van God
zijn, zowel de „Kerk" als de „Wereld", die
Hij alzo lief gekregen heeft.
De kerk zal welbewust in de wereld moe
ten staan als een licht op de kandelaar.
Haar blijde boodschap geldt niet alleen
haar leden, maar ook de wereld daarbui
ten. Zodra de kerk ophoudt zendingskerk te
zijn, doet zij haar eigensoortig karakter
geweld aan. Het wezen van de kerk i6
haar gezonden-zijn in de wereld met een
verlossend, verstaanbaar Woord, in ver
wachting van de volle openbaring van het
Rijk Gods, waar geen tempel meer zijn
zal. Op de bekering tot Christus volgt, als
bet goed is, altijd de bekering „tot" de
wereld
Wanneer „Kerk en Wereld" ook in dej
toekomst haar opdracht verstaan, zal dit
[nstituut nauw betrokken blijven bij de
vragen die samenhangen met de verande
rende gestalte van de maatschappij; daar-
bij evenwel niet vergetend dat het zinvol
apostolaat nooit tot activisme mag leiden,
maar geworteld is in een gemeenschap die
dit apostolaat draagt en inspireert met
haar geloof, haar gebed en offerbereidheid.
Zo zij de ruimte van de kerk met haar
levend Woord de krachtcentrale, van waar
uit de apostolaire arbeid geschiedt, de we
reld de akker waarop gewerkt wordt, en
het Koninkrijk het doel, waaraan èn de
kerk èn de wereld ondergeschikt zijn.