Schepping Schepper IS ONZE SAMENLEVING OVERGEORGANISEERD? FEESTBUNDEL „WERELD EN KERK Bouwen: daad van geloof voor gehele gemeente Evangelisatie concentreert zich in één kleine wijk Zaterdag 10 december 1960 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 9 CENTRALE AS GEEN GALERIJEN lnteressant experiment in geref. Deventer Hele wijkgemeente op getuigen ingesteld Verdeling? Overdracht Zeven kerken werken samen in Nijmegen BOUWCOMMISSIE PROGRAMMA TAAK Geref. kerk Gapinge door ds. G. A. Odé te Biggekerke In Anna Jacobapolder is een fraaie nieuwe gerefor meerde kerk verrezen naar een ontwerp ran architect Tuinhof. Begin oktober j.l. werd deze kerk officieel in gebruik genomen. Vooral het interieur, met het liturgisch centrum, „doet" het zeer goed. «iiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiitiiiiiiiHiiiiiiiiiitiiiiiiiitiiiiimiiiiiiiiihiiiiiiiiiitiiMiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii^ TiiiitiiHiiiiiiHiiiiimiiiiiHiifiiHiimitiiiiimtiHtHiiiiiHiiiiiiiiHimiMiiiiitiimiHttiitiiimiimiiiiiiiiiiitiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii tiiiiiiiiimiMitiiMitiwHHfiiiimtiimimiiiiiiiiimimiiiiiiitiiiiiifiiiimiiiiiiiifiitiiiiiiiiifititifiminirmmiiitiiHiiitiMitiHin Kerk is geen lokaalruimte Op ons verzoek zijn twee Zeeuwse architecten, de heren ir. P. J. 't Hooft te Goes en G. Tuinhof te Vlissingen, bereid geweest om voor onze krant hun visie te geven op het onder werp: Kerkbouw en architec tuur. Hun mening kon uiter aard maar een globale strek king hebben, omdat het onmo gelijk is om in het bestek van ons krantenartikel alle aspecten van dit onderwerp te belichten. Daar is bovendien het onder werp te veelomvattend voor. Wij zijn beide architecten zeer erkentelijk voor hun bijdrage. Deze week plaatsen wij de bij drage van de heer Tuinhof. Bin nenkort hopen wij de visie van de heer 't Hooft te publi ceren. De heer G. Tuinhof is een Fries van geboorte. In de oor logsjaren kwam hij in Zeeland terecht. En na de oorlog zag hij in ons gewest een enorm ar beidsveld. Daarom bleef hij in Zeeland. Vlak na de oorlog kwam het architectenbureau Steen en Tuinhof in Vlissingen tot stand. De heer Steen is een neef van de heer Tuinhof en heeft een bureau in Leeuwar den. Naast een groot aantal scholen heeft de heer Tuinhof voor twee kerken het ontwerp vervaardigd. Voor de geref. kerk in Ga- pinge en voor de geref. kerk in Anna Jacobapolder. grote invloed. In dit opzicht heeft de gemeente een taak. Al te vaak leeft hier de gedachte dat het bouwen van een kerk een aan gelegenheid is van de predikant en 'bouwkommissie bijgestaan door de ar chitect. Neen, er moet door heel de gemeen te gebouwd worden. Dit bouwen moet een daad van het geloof zijn, en juist dan zullen de resultaten zichtbaar worden van de geestelijke waarden die aanwezig zijn in de gemeente. Als eerste vraag komt in de arbeid van de architekt naar voren, welke vorm geven wij de plattegrond? Uit deze plattegrond wordt het ge heel opgebouwd. Hieruit volgt of er een rustige sfeer, verkregen zal wor den. ..Lawaai" heeft eens iemand ge zegd is „de afval van onze. bescha ving". Hieruit blijkt .ook van welke grote betekenis d'e rust is binnen de muren van onze kerken en hoe nood zakelijk het is dat de architekt een ruimte schept waar de rust voelbaar is. ZULLEN wij aan vorenstaande eisen voldoen, dan is naar onze mening een plattegrond meit een centrale as, de meest ideale grondvorm. Alle ban ken staan evenwijdig in één richting, gericht op het „Liturgisch centrum". Het is niet mogelijk dat de kerkgan gers elkaar tijdens de dienst aankij ken. hetgeen wel het geval is met „Centraalbouw", Basiliekvorm of Waaiervorm. Vooral het opstellen in waaiervorm van de banken die wel het beste vertolken „het zich scharen rond Gods Woord" maar waaruit ook blijkt dat er maar een kleine afstand ligt tussen kerk en schouwburg. Van grote betekenis is ook de raam- verdeling waardoor het licht in de kerkruimte verspreid wordt. Wanneer het in verband met de si tuatie mogelijk is bouwen wij -gaarne een l«erk met de as Oost-West. Het li turgisch centrum met de preekstoel aan de Oostelijke wand. De raamverdeling kan op deze wij ze ruim zijn en aangebracht in de noordwand, links van de zitplaatsen, terwijl het aanbeveling verdiend in de zuidwand direkt naast het liturgisch centrum lichtramen aan te brengen zodanig, dat het zonlicht vrij spel heeft op dit centrale punt in de kerk zonder hinder te veroorzaken t.o.v. de kerkgangers. De plaats van het orgel is om ver schillende redenen eveneens van zeer groot belang.' In een asvormige kerk zal het om orgeltechnische redenen geen bezwaar zijn het orgel te plaat sen boven de preekstoel of daar te genover. Persoonlijk zijn we van mening dat de plaats van het orgel is tegen over de preekstoel (kontakt dominee organist). Het liturgische centrum is de plaats waar alle handelingen plaats vinden met als belangrijkste het zich scharen om het woord. Daarop moet in elk opzicht het accent gelegd wor den. Het orgel hier tegenover neemt een te grote plaats in en beïnvloedt dit centrum als muziekcentrum (schouw burg). Het orgel dient de gemeentezang te begeleiden en komt hierom op de tweede plaats achter de kerkgangers. TÏTIJ willen voor wat de inrichting be- treft nog wijzen op de minder ge lukkige oplossing van galerijen. Deze zijn alleen verantwoord om financiële redenen. De nadelen zijn vele. Wij wij zen op de onrust, veroorzaakt door de afzondering t.o.v. de rest van de ge meente. De gemeenschap der heiligen wordt niet voldoende tot uitdrukking gebracht. Laat elke bouwkommissie en architekt trachten zich te beperken van deze zolderruimte om op deze wij ze de éénheid van de kerkelijke ge meente meer zichtbaar te maken. Voor wat het interieur betreft rest ons nog te wijzen op de keuze van de materialen. De keuze hiervan wordt beïnvloed door letterlijk alle omstan digheden. De sfeer, de accoustiek en de liturgische werking wordt voor een groot deel hierdoor bepaald. Ten slotte nog enige opmerkingen over het exterieur. Vast staat dat de hoogste waarden ook waar het de ar- chitektuur betreft liggen binnen de muren van het kerkgebouw. Toch zal het uiterlijk van het ge bouw een weerspiegeling moeten zijn van het innerlijke. Dit uiterlijk kun nen wij nog accentueren door het plaatsen van een toren. Om financi ële redenen blijft deze veel achter wege, hetgeen wij ten zeerste betreu ren, daar juist het kerkgebouw in d, gemeenschap het accent moet geven - EEN KERK mag in geen geval een lokaalruimte worden, die wel het aantal zitplaatsen kan bevatten en ruimte heeft voor een preekstoel. De ruimte moet de betreder stil maken. Er moet iets gevonden worden van Gods Majesteit, een sfeer, die men alleen beleven moet en die niet onder woorden is te brengen". Met deze woorden formuleert de heer G. Tuinhof, architect in Vlis singen, zijn mening als wij met hem praten over het onderwerp: „Kerkbouw en architectuur". 17 EN VEEL omvattend, en vaak ook moeilijk onderwerp. Achter de me ning van de heer Tuinhof schuilt een toon van een levensbeschouwelijke vi sie. En dat is déze toon: bij het ont werpen van een kerk gaat het niet al leen maar om enkele keurige strakke lijnen op papier te zetten. Daarom vormt elke opdracht voor een archi tect tot kerkbouw een probleem apart. De heer J. Meijerink uit Rotterdam heeft op de preek stoel uiting gegeven aan en kele symbolen. Het lijkt alsof zich in het midden een slang voortbeweegt. Dit is echter de doornenkroon van Chris tus, met rechts de nagels en links de gesel (het lijden van Christus). Verder zijn aan gebracht een korenschoof en een beker als de tekenen van het Heilig Avondmaal. Daar steekt a.h.w. bovenuit een grote duif (de Heilige Geest), die zijn snavel richt naar bo ven, naar het Woord, dat vanaf de kansel gepredikt wordt. DR IS VEEL kritiek op slecht -L» vergaderbezoek, maar de vraag moet worden gesteld of al die kri tiek billijk is, schrijft de heer M. W. Schakel in „Patrimonium". Tussen de in hoogheid gezeten overheid en het volk bevond zich vroeger een luchtledig, maar nu dit vacuum allengs is opgevuld door een dioht netwerk van ver- Van een medewerker DEVENTER. De Gereformeerde kerk van Deventer zal haar evangeli satie-arbeid concentreren op één stads wijk. Wel zal zij het werk dat al be- Evenals meentewerk en het evangelisatiewerk in de EP. het werk onder de leer lingen van de tropische landbouw school, de patiënten in beide zieken huizen, en verder wat elke predikant buiten zijn wijk aan plichten heeft (voorzitterschap kerkeraad enz.). staat voortzetten, maar de evangelisa tiepredikant ds. T. J. Hagen zal niet meer voor al die arbeid verantwoorde lijk zijn. De nieuwe wijk ten noor den van de Ceintuurbaan wordt de evangelisatieparochie (EP) genoemd. Zij omvat ongeveer vierhonderd zielen". Zoals wij dit voorjaar hebben bericht, staat ds. Hagen een vorm van kerkelijk leven voor ogen, waarin geen plaats is voor aparte evangelisatie, maar waarin alle kerkleden bij de evangelieverbreiding zijn betrokken. Deze gedachten worden nu in deze nieuwe -wijk uitgewerkt. Wat de prak tijk zal leren, wordt basis voor de sterkere kerksplitsing, die men in De venter wil doorvoeren voordat de mas saliteit het niet zinvol meer maakt. vroeger de gereformeerde zending in Indonesië zich concentreer de op enkele gebieden, omdat de Ne derlandse gereformeerden onmogelijk dat hele land alleen konden bewer ken, zo heeft men dat nu in het klein in Deventer gedaan. En bij de keus van het arbeidsveld is uiteraard rekening gehouden met wat andere christelijke kerken reeds doen of denken te doen in het sterk on kerkelijke Deventer. Terecht heeft men zich afgevraagd, waarom alle kerken in eenzelfde stadsdeel zouden werken, terwijl andere kwartieren geestelijk gesproken braak blijven liggen. De vroegere evangelisatiecommissie gaat zich nu bijzonder bezig houden met het werk dat in de EP zal ge- De EP wordt een wijk. waarin de pre- daan worden en zal zich voor de rest dikant zowel naar binnen als naar van de stad bepalen tot instructie voor buiten werkthervormd" gezegd: zo- werk, dat daar voortaan van de wel apostolair als pastoraal werk- wijkraden zal uitgaan. zaam is), evenals de ouderlingen, ter- wijl de diaken tegelijk diaconaal en apostolair werk verrichten. De leden der kerk zullen zo is de bedoeling ook elk met de verbreiding van het evangelie van doen hebben. De wijk grenst aan een nieuw woonge bied, de Keizerslanden. Zodra dit ge bied bebouwd wordt, schuift de wijk- grens op. zodat het zielental vierhon derd blijft. In de Keizerslanden moet er zo spoedig mogelijk een gebouwtje komen, waar alle activiteiten van de EP worden gehouden (behalve kerkdiensten; want dan zou er in Deventer een nieuwe predikant beroepen moeten worden). Wel kunnen hier bijzonde re evangelisatiediensten worden ge houden, te leiden door ouderlingen en voorts de ook elders bekende wel kom-diensten. Het nu al bestaande evangelisatiewerk elders in de stad wordt op den duur overgedragen aan de wijk-kerkraden. De evangelisatiepredikant behoeft dus niet meer van het ene eind van de stad naar het andere te rennen, hier een contact vast te houden, daar één te winnen, elders met lede ogen toe te zien hoe kerkleden vervreemden. Zijn taak is voortaan het normale ge- NIJMEGEN. De diaconieën van acht protestantse gemeenten in Nijme gen hebben samen de stichting Protes tants interkerkelijk bejaardencentrum opgericht, die naar een voorzichtige schatting in 1963 haar verzorgingshuis en bejaardenwoningen gereed denkt te hebben. Opmerkelijk is de bijzonder brede sa menwerking, die de diaconieën omvat van twee hervormde gemeenten (Nijme- gen-stad en land en Hees-Neerbosch), twee gereformeerde kerken (vrijge maakt en niet-vrijgemaakt)de luther se gemeente, de doopsgezinde gemeen te, de remonstrants-gereformeerde ge meente en de christelijk gereformeerde kerk. Ze hebben zich alle kunnen vinden in de stichtingsgrondslag: „De stich ting is gebaseerd op de erkenning van de bijbel als het woord van God en verricht mitsdien haar arbeid op grond van het geloof in Jezus Chris tus als Zoon van God. de Heiland der wereld en de barmhartige Hogepries ter. enigingen, organisaties en stich tingen moet men zich niet ver wonderen dat de veelheid der var kens met excuses voor het beeld de vergaderspoeling hier en daar dun gemaakt heeft. In dit verband moet ons de opmerking van het hart, aldus nog steeds de heer Schakel, dat onze samenle ving overgeorganiseerd is. De heer Schakel wijst voorts op de betekenis van het .gezin en hij schrijft: Als de ledige stoel in de- vergader zaal betekent, dat het gezin deze avond een gerechtvaardigd aandeel in de be langstelling en de activiteiten van de betrokkene ontvangt, dan zou de toorn onzer critiek onbillijk ontstoken zijn. Dat er heel wat avonden in het gezin met prietpraat en minder verdaan wor den, neemt het feit niet weg dat heel wat potentiële, doch op een bepaald ogenblik afwezige vergaderingbezoe kers, hun koninklijke, priesterlijke en profetische taak in dat gezin wel dege lijk ernstig nemen. Op de achtergrond van de hierboven gesignaleerde perspolemiek stond de brandende vraag: is het vergaderen van leden in verenigingsverband een verdwijnend verschijnsel? Er zijn er, die de mening koesteren, dat het steeds minder zal gaan passen in het patroon van onze tijd en dat de televisie-in-opmars er zoal niet de doodsteek dan toch weinig minder dan de genadeslag aan zal geven. Nu kan niet ontkend worden, dat de televisie vooralsnog haar duizenden ver slaat. Maar in een land als Amerika is de keer al gekomen. Het behoeft ons niet te verwonderen. Het sociale, het op elkander aangewe zen zijn, heeft God de mens ingescha pen. Het is één van de allermooiste trekjes uit Zijn wonderbare schepping. Het is dan ook onze innige overtui ging, dat de goed voorbereide -verga dering zich zal handhaven. DE GRONDSLAG voor zijn betoog heeft de Tuinhof gevonden in het feit, dat God bouwt- aan zijn gemeen te. Want, zo verklaart hij: Voordat er gebouwd kan worden, heeft de ar chitect een grote en mooie taak. En juist de voorbereidingen voor de bouw van een kerkgebouw zijn een grootse taak, juist in dat opzicht, in onze kerkbouw, zullen wij God verheerlij ken. Wij immers mogen bouwen en door dit bouwen zal God bouwen aan zijn gemeente." Wij laten verder de heer Tuinhof aan het woord: „Om verschillende redenen kan een kerkeraad zich geplaatst zien voor het grote probleem „bouwen". Inder daad een probleem niet alleen finan cieel maar ook kerk- en bouwtech nisch. EEN VAN iDE EERSTE beslissingen vormt het benoemen van een bouwcommissie. Van deze beslissing hangt verder het gehele verloop af. Zij is het die verder de kerkeraad ad viseert over alle belangrijke dingen, waaronder de keuze van architekt, de aannemer, het bouwterrein etc. In het algemeen is het de gewoonte dat een bouwcommissie gekozen wordt uit leden van de kerkeraad. Wanneer dit mogelijk is verdient dit alle aanbeveling. De vraag is alleen maar, is dit steeds mogelijk. Te veel wordt hier al te gemakkelijk een bouwkommissie samengesteld. Als eis zal moeten gelden dat een dergelijke commissie bestaat uit in de eerste plaats: een bouwkundige, een financieel deskundige, een administra tieve kracht en drie algemene leden. Wanneer de kerkeraad niet beschikt over een of twee leden die aan boven genoemde eisen voldoen, verdient het aanbeveling deze leden te benoemen uit de gemeente. De werkzaamheden van de commis sie zullen bestaan uit het vaststellen van een bouwprogramma. ALS EERSTE EIS zal de commissie moeten stellen dat er „een kerk" gebouwd zal worden, en in geen geval een lokaalruimte die wel het aantal zitplaatsen kan bevatten en ruimte beeft voor een preekstoel. Het programma zal verder beïn vloed worden door: a. Grootte van de gemeente; b. Of er voor de jeugd naast de kerk voldoende lokalen aanwezig zijn; c. Intensiviteit van het verenigings leven; d. Is de gemeente een dorp- of stadgemeente; e. Waar zal de kerk gebouwd wor den; f. Hoe is het algemeen bouwkarak- ter van het dorp of stad; g. Is er recreatie in verband met vakantiegangers enz. enz. Nadat de kerkeraad aan dit pro gramma goedkeuring verstrekt heeft, zal de commissie overgaan tot het voorstel inzake keuze van de archi tekt. Uit de praktijk blijkt al te veel, dat de weg gevolgd wordt van de minste weerstand door voor te stellen: De architekt die lid is van de ge meente ein die men moeilijk kan pas seren of een architekt die in de naas te omgeving een kerk gebouwd heeft. Welke keus dan? Wij willen voorstellen zoek ook on der die architecten, die door hun vak manschap in andere belangrijke bouw werken hun prestaties hebben getoond. GEWAPEND met het bouwprogram en de situatietekening, kan de ar chitect z'n geestelijke arbeid aanvan gen. Uit zijn geest zal immers het schetsplan geboren worden. Hij zal zich verplaatsen in alle omstandighe den die een rol meespelen tot het tot stand komen van het ontwerp. Een belangrijke omstandigheid is de financiële zijde. Deze is van zeer Links en rechts van de hoofdin gang is een mozaiek aangebracht, waarin de geschiedenis van dfe mens naar en van de boom des levens staat afgebeeld: het paradijs, de zondeval, verdrijving uit het Paradijs, verzoe ning door het kruis van christus, en het opstandingslicht, waarvoor de mens in berouw neerknielt. Ook de geschiedenis van de kerk is te zien, uitgebeeld met een visnet, en met een duif (Heilige geest). En dan de mens, die het genadebrood ontvangt. VOALS U in de dagbladen hebt kunnen lezen, vierde het Instituut „Kerk en We reld" te Driebergen vorige maand zijn 15- jarig bestaan. In internaatsverband worden uitgaande van de Ned. Herv. Kerk, daar de Wika's („Werkers in kerkelijke arbeid") opgeleid voor dienstbetoon in de wereld. Na twee jaar vorming, één jaar praktijk en nog een slotjaar op „De Horst" worden zij uitgezonden als jeugdwerk! eid(st)ers, sociaal-werk(st)ers of evangelisten. Zij worden geplaast in kerkelijke, en wereldlij ke functies, soms ook als personeelsfunctio naris in grote bedrijven, of als catecheet in de stad voor het godsdienstonderwijs op de scholen. Hun aantal is thans gestegen tot plm. 160. Voorts begon „Kerk en Wereld" met een breed Conferentie- en Cursuswerk, dat ten doel heeft gewone gemeenteleden te scholen en hen bewust te maken van hun opdracht als Christen in deze wereld tot op- en uitbouw van het gemeente-leven. Met name ook het z.g. „Open Deur- werk" wil de zorg voor de verbreiding van het Evangelie onderstrepen en stimuleren. Naar alle zijden strekt dit Instituut haar arbeid en experimenten uit. Het beoogt de Kerk te vernieuwen tot een veelvormig apostolaat, dat midden in de moderne tijd staat. Tenslotte beoogt „Kerk en Wereld" het woord „Wereld" steeds meer te vullen met het begrip: „de hele bewoonde wereld omvattend". Zo werken reeds twee Wika's op de zendingsvelden van Afrika, terwijl omgekeerd, mensen van buiten onze lands- grenzen de laatste jaren in Driebergen hun opleiding genieten. U begrijpt, op grond van dit alles, was er reden genoeg hun jubileum feestelijk te gedenken. Toch gaf die dag niet slechts aanleiding tot een terugblik, maar vooral tot vooruitzien. Dit blijkt wel uit de inhoud van een bundel opstellen die verschenen is ter gelegenheid van het derde lustrum, ge titeld „Wereld en Kerk". TVEZE feestbundel, waaraan verschillende toonaangevende personen hebben mee gewerkt, begint nl. met een bijdrage van Ds. F. J. Pop, voorzitter en docent van „Kerk en Wereld", een bijdrage welke als onderwerp heeft het thema van het gehou den lustrum: „Op weg naar de Wereld van Morgen". Ds. Pop vangt aan er op te wij- zen, dat het heden niet in zichzelf rust, of terwille van zichzelf geleefd kan worden. Wij hebben steeds weer rekening te hou den met de toekomst. Dat maakt onze ver antwoordelijkheid groter, en ons bestaan in de huidige tijd boeiender en tevens min der krampachtig. Typerend reeds voor het Israëlisch levensgevoel is, dat het ver vuld is van het besef, op ,weg te zijn naar een doel. De God van Israël i6 geen rui tende God, maar de God der geschiede nis, een Reiziger, die zich door de wereld beweegt en de zijnen voorgaat. Dit besef van op reis te zijn verhindert ons het nu- bestaande te zien als het enig aanvaard baar-juiste, waarbij we ons moeten aan passen teneinde in vorm te zijn. Het drijft ons er veeleer toe, het bestaande te bele ven als iets, dat nabij de verdwijning is. Het leven ligt vóór ons en daar heen zijn wij op weg. Daarom zullen wij steeds op nieuw een relatie moeten zoeken tot wat komende is, daar God de mensheid voor uit is en ons van daar uit roept Hem te volgen. Niet alleen de ondernemer, de we tenschapsmens, de psycholoog en de wijs geer doch ieder Christen zal elk op zijn wijze bezig moeten zijn met de wereld van morgen. De ware, eigenlijke drijfveer ach ter het hele werk van „Kerk en Wereld" is derhalve de stellige verwachting van het Koninkrijk Gods. De weg naar die Toe komst is allerminst vaag, maar zeer con creet, gegeven als een geschenk en een op dracht, en zo noopt het Evangelie er toe de wereld van morgen te zien in het pers pectief van en levend onder de inwerking van de kracht van Gods beloofde vrede rijk! TN HET voorafgaande ligt, dunkt mij, on der meer opgesloten, dat „Kerk en Wereld" ook met de verkregen ervaringen en inzichten wil openstaan voor nieuwe mo gelijkheden, die de aanvaarde verantwoor delijkheid voor het apostolaat der kerk zouden kunnen verdiepen en verwijden. De verbinding van „Kerk" en „Wereld" mag immers niet slechts in naam bestaan, maar zal ook een realiteit moeten zijn in de praktijk van het leven. Ook al zijn zij verschillende gegevenheden, dit hebben zij met elkaar gemeen, dat zij beide van God zijn, zowel de „Kerk" als de „Wereld", die Hij alzo lief gekregen heeft. De kerk zal welbewust in de wereld moe ten staan als een licht op de kandelaar. Haar blijde boodschap geldt niet alleen haar leden, maar ook de wereld daarbui ten. Zodra de kerk ophoudt zendingskerk te zijn, doet zij haar eigensoortig karakter geweld aan. Het wezen van de kerk i6 haar gezonden-zijn in de wereld met een verlossend, verstaanbaar Woord, in ver wachting van de volle openbaring van het Rijk Gods, waar geen tempel meer zijn zal. Op de bekering tot Christus volgt, als bet goed is, altijd de bekering „tot" de wereld Wanneer „Kerk en Wereld" ook in dej toekomst haar opdracht verstaan, zal dit [nstituut nauw betrokken blijven bij de vragen die samenhangen met de verande rende gestalte van de maatschappij; daar- bij evenwel niet vergetend dat het zinvol apostolaat nooit tot activisme mag leiden, maar geworteld is in een gemeenschap die dit apostolaat draagt en inspireert met haar geloof, haar gebed en offerbereidheid. Zo zij de ruimte van de kerk met haar levend Woord de krachtcentrale, van waar uit de apostolaire arbeid geschiedt, de we reld de akker waarop gewerkt wordt, en het Koninkrijk het doel, waaraan èn de kerk èn de wereld ondergeschikt zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1960 | | pagina 9