Verbreken der verloving
beter bewijs van liefde?
Bont
Boeket
STERVEN EN DAN
Sociale aspecten van
de vrije zaterdag
Krankbezoeker catechiseerde
aan weeskinderen
Gemengd huwelijk in uitziekt
H. A. Visser ruimde
een Augiasstal op
F,
Onderwijs
Predikanten niet te vlug
naar westen vluchten
zegt Duitse synode
Geen sentimenteel
gekreun, maar echt
evangelisch
Kerkelijke schlagers
Grote schoonmaak
Geen misdeelden
Bejaarde Witrussen
uit Hongkong onder
hoede der kerken
Kerk afbrekend
Goese kerkeraadsverordeningen III
Ds. W. C. van Hattem
te Terneuzen
Thomascantor kan in
Oost-Duitsland niet
onbelemmerd werken
Zaterdag 3 december 1960
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 7
f
Jordaners gelijmd met koek
en
koffie
IN AMSTERDAM woont een bekende Hervormde predikant, die
het geheel alleen heeft aangedurfd om tegen de brede en
machtige stroom van gevestigde meningen op te roeien.
Die predikant is ds. H. A. Visser, de pastor van de beroemde
Amsterdamse Westerkerk. Ruim 20.000 mensen, waarvan een groot
deel ras-echte Jordaners genoemd kan worden, zijn daar aan zijn
pastorale zorgen toevertrouwd. Natuurlijk zijn de meesten slechts in
naam Hervormd of omdat je toch iets moet zijn maar dit feit
vermag aan het optimisme van ds. Visser nauwelijks iets af te doen.
Aan de voet van de beroemde Amsterdamse Westertoren bouwde Ds. H. A.
Fisier een nieuwe „Jordaangemeente" op. Is er een Amsterdamser beeld denkbaar
dan deze wijd en zijd vermaarde toren, spiegelend in het water van een
eeuwenoude stadsgracht
ER dringt zich in steeds sterkere mate het vraagstuk van de vrije
zaterdag aan ons op. De golf van vrije zaterdagen in verschillende
sectoren van het maatschappelijk leven, laat uiteraard andere
groepen, die daaraan nog niet toe zijn, niet onbewogen. Thans zijn
daar de groepen van winkelpersoneel en onderwijzers bij gekomen. De
bonden van winkelpersoneel hebben verklaard, dat tenminste een vrije
zaterdagmiddag mogelijk moet zijn. In de vaktijdschriften van het
onderwijzend personeel is er eveneens reeds over geschreven. Daar
vooral wijst men op mogelijkheden als inkrimping van leerstof en een
rationeler behandeling ervan.
Wat het laatste betreft zou men ge
neigd zijn zich af te vragen of het nu,
terwijl de vrije zaterdag in discussie is,
blijkbaar wel kan. Vroeger was er een
aantal onoverkomelijke bezwaren. Maar
dit terzijde.
De vrije zaterdagmiddag van het win
kelpersoneel roept een aantal vragen op,
die zeker de moeite van het overwegen
waard zijn. Daar is in de eerste plaats
het sociale aspect van het personeel
zelf. Wij zijn van mening, dat het win
kelpersoneel, evenals elke andere groep
werknemers, recht kan doen gelden op
deze vrije tijd. Wanneer overal om ons
heen die vrije zaterdag in opmars is,
lijkt het wat irreëel bepaalde groepen
daarvan uit te zonderen.
DE LANDEN rond ons is de vrije
zaterdag al lang een begrip. De win-
Kels zijn dicht en daaraan is net publiek
gewend. Men kan dus niet als een eiland
je temidden van die ontwikkeling dO"f
blijven voor veranderingen.
Met het noemen van het woord pu
bliek komt het consumentenbelang ter
sprake. Ook dat is een uiterst belang
rijk aspect in deze zaak, omdat het wel
eens te dikwijls voorkomt, dat het con
sumentenbelang niet gewogen wordt. In
dit verband echter, zal dit wel degelijk
moeten geschieden. Gezinsproblemen als
het gezamenlijk doen van inkopen spe
len bij winkelsluiting immers een belang
rijke rol. Toch menen wij, dat daaraan
in dit bepaalde geval niet te zwaar ge
tild behoeft te worden. Koopgewoonten
laten zich vrij eenvoudig veranderen.
Wie herinnert zich niet de vooroorlog
se toestanden, toen men tot zaterdag
avond 10 of 11 uur inkopen kon doen.
Met het instellen van de winkelsluiting
om -ongeveer 6 uur hield iedere huis
vrouw rekening. De koopgewoonten ver
plaatsten zich eenvoudig naar de zater
dagmorgen en de zaterdagmiddag.
Het komt ons voor, dat dit thans ook
kan gebeuren. Indien de consument
weet, dat hij of wel de gehele zaterdag
of wel de zaterdagmiddag met terecht
kan, dan stelt hij zich daarop in. Een
alternatief is dan bovendien de koop
avond, waarvan wij bij de invoering van
de gesloten zaterdag zeker een pleitbe
zorger willen zijn. Bij het gehele pro
bleem moet men namelijk de talrijke
bij-argumenten weliswaar in zijn beoor
deling betrekken, maar ze er niet door
laten overheersen, want dan zou het wel
eens kunnen gebeuren, dat men nimmer
tot een vrije zaterdag voor het winkel
personeel kan komen.
Bij het onderwijzend personeel ligt de
zaak iets anders, maar ten principale
toch wel hetzelfde. Ook deze groep van
werknemers zal te zijner tijd terecht
een beroep doen op de alom ingevoerde
vrije zaterdag. Dat is het sociale as
pect voor de werknemer. Bij het ouder
wijzend personeel spelen echter enkele
andere factoren mee, die beslissend zijn
voor de invoering van een vrije zater
dag. Dat is het pedagogische aspect,
en de medische kant. Om met het laat
ste te beginnen. Het zou uit medisch
oogpunt op weerstanden kunnen stuiten
kinderen vijf dagen lang zonder onder
breking van een vrije middag op school
te laten komen. Ook het pedagogische
aspect en niet in de laatste plaats het
leerplan, dat nu eenmaal afgewerkt
moet worden. Hoe zal het niveau zijn
van dit leerplan, wanneer men uitslui
tend rekening gaat houden met de so
ciale wenselijkheid het onderwijzend
personeel een vrije zaterdag te bezor
gen.
Meer dan bij het winkelpersoneel spe
len de bij-oogmerken een rol van bete
kenis, omdat de grote groep van leer
lingen ten slotte de hone van het van-
land vormt en zij als zodanig be
kwaamd moeten worden voor hun taak
in de toekomst. Toch is het van belang
reeds thans aandacht aan dit probleem
te schenken, opdat wij niet onvoorbe
reid zullen zijn, wanneer de vrije zater
dag op school onstuitbaar zal blijken te
zijn.
Ten slotte en daarbij willen wij het
grote belang van een verantwoorde be
slissing op de voorgrond stéllen, dienen
de ouders in dit verband ook een stem
te hebben.
Ook zij zullen moeten kunnen meebe
slissen of de vrije zaterdag op school
kan worden ingevoerd. Dat klinkt wel
licht wat overdreven, maar wij zijn van
mening, dat de ouders hierbij evenzeer
belanghebbenden zijn als de onderwij
zers.
De vrije zaterdag is in opmars. Laten
wij er voor zorgen, dat de problemen,
die de vrije zaterdag oproept, ons niet
onvoorbereid vinden.
BERLIJN (EPS). De synode van
de Evangelische kerk der Unie, de fe
deratie van Duitse kerken die gemeen
ten van zowel lutherse als calvinistische
confessie telt, heeft een herderlijk
schrijven opgesteld over de vlucht van
Oostduitse predikanten naar het westen.
De provinciale kerken in Oost-Duits-
land die tot de EKU behoren, omvatten
de meerderheid van de protestanten in
de Duitse Democratische Republiek.
De vlucht naar het westen vervult de
synode met grote zorg. Zij vraagt ge
loofsgehoorzaamheid en stelt dat de
evangelische christen niet zonder meer
de vrijheid heeft om de plaats te ver
laten waar God hem heeft gesteld.
Aan de andere kant, zo heeft de voor
zitter van het breed moderamen dr. Joa
chim Beckmann in een toelichting ge
zegd, moet op de regering sterke aan
drang uitgeoefend worden, dat zij toe
standen schept, waarin geen plaats is
voor vrees »n gewetensdwang, de voor
naamste oorzaken van de stroom vluch
telingen.
Er is thans een ordinantie die ge
vluchte predikanten ambtelijke arbeid
in de Bondsrepubliek verbiedt, wanneer
ze de DDR verlaten hebben zonder over
leg met de kerkelijke instanties.
Gemeenten Gods in Midden-
Amerika verdrievoudigd
GENEVE, (EPS). Een bijzonder
sterke ontwikkeling vertonen in Midden-
Amerika de Gemeenten Gods. Deze ge
meenten vormen een groep van de Pink
ster-zendingsbeweging. Ze hebben zich
in de afgelopen zeven jaar verdrievou-
digd
Volgens de laatste cijfers tellen deze
gemeenten thans in Midden-Amerika 225
kerken,' elfduizend gelovigen en 26.000
zomdagsschoolleerlingen.
Het aantal zendingsposten is van 193
tot 631 omhooggesprongen.
Meer dan 1541 zendelingen uit
Zweden zijn thans in de hele we
reld aan het werk. De pinksterbewe
ging staat met 452 zendelingen op de
eerste plaats. In totaal hebben de
Zweedse zendingsgenootschappen
(hans 1943 gemeenten in de zendings-
lebieden onder hun hoede.
Ds. Visser heeft het geheel alleen aan
gedurfd om tegen een brede en mach
tige stroom van gevestigde meningen op
te roeien.
Waarom?
Wat was er dan aan de hand?
Welnu, om te beginnen mogen we
rustig zeggen dat die machtige Her
vormde gemeente van ruim 20.000 zie
len, tien jaar geleden practisch plat lag.
Er is zelfs in alle ernst over gespro
ken om de deuren van deze fraaie kerk
maar „dicht te spijkeren".
De Jordaan was voor de kerk prac
tisch een braak liggend terrein. Er
werd alleen' gewerkt door een legertje
evangelisten van allerlei richting
die maar één ding gemeen hadden: Zij
Waren voorstanders van het „sentimen
tele Christendom".
DE „VROME" Jordaners die meestal
pas boven de 65 jaar zo braaf
waren geworden werden er gelijmd
met koffie en koek en vooral met zoete
liedjes. Dat wil zeggen met de kerke
lijke schlagers, de muzikale mormels,
waarvan de tekst bovendien nog pië
tistisch gezwijmel was. Helaas staan
de zangbundels die in de kerkelijke
kringen opgeld doen nog steeds stamp
vol met die rommel zegt ds. Visser.
Aldus was het „kerkelijke" beeld van
de Amsterdamse Jordaan omstreeks
het jaar 1949, het jaar waarin ds. Vis
ser zijri „grote schoonmaak" mocht be
ginnen. Hij verhuisde van de Water
graafsmeer naar de Westerkerkgemeen
te en besefte terstond dat hij van de
grond af kon beginnen.
Om kort te gaan: Zijn rigoureuze aan
pak heeft de aandacht getrokken.
HET moet gebeurd zijn dat hij op een
van de eerste kerstfeestvieringen
die hij daar meemaakte een forse bom
heeft laten ontploffen.
Het ging allemaal weer heel zwoel en
heel behaaglijk. De „ontroerde" aanwe
zigen keken met één oog in het Evange
lie en met het andere oog naar de zoe
te chocolademelk en naar de kerstpak
ketjes die klaar lagen om uitgedeeld te
worden.
Christelijke liedjes kwelen om de koek,
meebidden terwille van een dampende
kop koffie en tot slot van het festijn
een verkapte bedeling als alle aanwezi
gen een kerstgeschenk in hun „roe»:"
zakdoek mochten knopen.
Dit alles was voor ds. Visser te veel.
Hij beende de preekstoel op en liet
enkele verbijsterd luidruchtige woor
den uit zijn mond vallen.
„Geen worst en geen cenit!" schreeuw
de hij en zijn woorden knalden als
zweepslagen door de kerk.
Er is weinig fantasie voor nodig om
te weten wat daarna gebeurde. Er viel
een ademloze stilte, midden in de ge
temperde behaaglijkheid, een ijzige
leegte, waarvan ds. Visser rijkelijk ge
bruik maakte om zijn standpunt nog
eens fors toe te lichten.
Sindsdien is het voor zover het ds.
Visser en zijn medewerkers betreft
grondig met de worst en de koek en
met de koffie en de chocolademelk ge
daan.
Er wordt ook niet meer gesproken van
tante Riek en ome Koos. „We hebben
deze mensen de eeuwen door als gede-
elasseerden beledigd", zegt ds. Visser.
Daarom is het eerder onize taak om hun
weer een gevoel van eigenwaarde terug
te geven, dan dat kwasi populaire ge
doe, waarbij het Woord van God ver
kocht wordt als een derderangsroman
met een premie om de verkoop te sti
muleren.
Hartgrondig kan ds. Visser het uit
zijn mond spuwen.
Hij werkt nu voor Jordaners!
met Bachcantates, en die gaan er in
„als koek".
Deze triviale omschrijving is alleen
in dit verband op z'n plaats. Met leeu
wenmoed heeft hij de verkapte bede
ling, het (premiestelsel, het gezwijmel,
de verziekte liedjes en het sentimenteei
gekreun de deur uit gezwiept.
Het gevolg was dat hij op het eerst
volgende kerstfeest vier (4) mensen in
de kerk had.
Maar toen werd tenminste het harde
Evangelie als een fonkelende diamant
bewonderd en omhoog gehouden.
Het was afgelopen met de kreupele
zielen.
DS. VISSER stond principieel op het
standpunt dat hij niet te maken had
met misdeelde kinderen, maar niet
geroepen Zonen Gods.
En in het horizontale vlak met men
sen die door het loutere feit van hun
geboorte het recht hadden verkregen
om een persoonlijkheid te ontwikkelen.
Van die tijd af was het niet meer
ome Koos en tante Riek, maar mijn
heer Verkerk en mevrouw De Bree.
En ds. Visser was op het goede pad.
Vandaag trekt hij de duizenden.
DE z.g.n. gemengde huwelijken
welijken tussen, twee mensen
hu-
van
verschillende kerkgenootschappen
hebben al heel wat pennen in beroering
gebracht. In een nummer van „Woord
en Dienst" heeft dr. E. van der Schoot
uit Utrecht een artikel geschreven over
het huwelijk tussen protestanten en le
den van de rooms-katholieke kerk en
de kerkeraad van de vrijgemaakte Ge-
ref. kerk te Heemse (O.) heeft de leden
der gemeente speciaal gewezen op
moeilijkheden, die kunnen ontstaan bij
een gemengd huwelijk.
Dr. Van der Schoot schreef:
„Wat de huidige realiteit nog be
treft, zijn mij tot op heden persoon
lijk, voorzover ik mij kan herinne
ren, geen voorbeelden bekend, dat
men, de eigen kerk trouw blijvend,
tot een harmonieuze oplossing van
de moeilijkheden in huwelijk en ge
zin kwam. Ik meen een beperkt
aantal overgangen (in beide richtin
gen) te hebben meegemaakt, die
voorzover men dat kan en mag be
oordelen mij als verantwoord
voorkwamen. Een aanzienlijk groter
aantal niet-overtuigende overgangen
leerde ik kennen; dat is altijd een
betreurenswaardige zaak. Helaas
moet men zeggen, dat in vele ge
vallen de betrokkenen elkaar en
zichzelf de grootste dienst bewijzen
met de verloving te verbreken
m.a.w. juist ter wille van elkaar
niet te trouwen, hoe verschrikke
lijk moeilijk dat ook is.
Als predikant en pastoor beiden
bemoeienis hebben met een ge
mengde verloving, moeten ze naar
mijn mening, indien enigszins moge
lijk, ook contact met elkaar zoeken.
Gelet op de grote invloed, die ze
kunnen hebben op leven en toekomst
van de betrokkenen, mag dit niet
ontlopen worden. Als een eerlijk ge
sprek en samenspel tussen de
(rooms-katholieke en protestantse)
pastores, terwille van de aan hun
zorg toevertrouwden, niet mogelijk
blijkt, is dat diep beschamend. Ik
moet tot mijn leedwezen zeggen, dat
de pastorale begeleiding van mensen
in deze moeilijkheden in het alge
meen deerlijk tekort schiet; men
weet wel te zeggen, wat wel mag
of moet, maar of dat nu pastorale
zorg is??
In ieder geval moet ook dit pro
bleem van het gemengde huwelijk
een machtige stimulans voor de ker
ken zijn om de eenwording van de
christenheid zo intensief mogelijk te
zoeken.
De Heemser kerkeraad verklaar
de: Wie zich bij de gemeente voegt,
zal dit alleen moeten doen om der-
wille van God en niet om deriuilie
van mensen. Wanneer van een ver
loofd paar of van een echtpaar één
der partijen niet tot de vrijgemaak
te kerk behoort, maar wel wil toe
treden, zal de kerkeraad verlangen
dat de persoon in kwestie de cate
chisatie gaat bezoeken, of, indien hij
of zij reeds belijdenis heeft gedaan,
toch nog het onderricht der kerk
zal volgen, echter zonder dat men
opnieuw belijdenis zal moeten doen.
In de meeste gevallen zal een pe
riode van twee jaar catechetisch on
derwijs aanbevelenswaardig zijn. In
sommige gevallen is dat niet vol
doende, een andere keer kan het
korter. De kerkeraad van Heemse
hoopt dat zustergemeenten in de
classis Hardenberg dezelfde ge
dragslijn zuiien voigen-
GENÈVE (EPS). Een groep van 82
bejaarde Witrussische orthodoxe
vluchtelingen, waaronder vele zieken
en invaliden is vorige week in
Genève aangekomen uit Hongkong.
Het vervoer geschiedde onder auspi
ciën van de Wereldraad van kerken
en op kosten van het Deense vluch
telingencomité.
De bejaarden, die zich in de loop van
deze eeuw om aan de dwang van het
communistische bewind te ontkomen
steeds verder naar het oosten hebben
gevestigd, gaan naar verschillende
tehuizen in Zwitserland en andere
landen, waar de kerken voor hen zul
len zorgen voor de rest van hun
leven.
„Twintig „„blijven onder de hoede van
het liulpbureau van de Zwitserse pro
testantse kerken. Anderen gaan naar
kerkelijke tehuizen in, Frankrijk, Bel-
gie', Engeland en Nederland.
In de afgelopen vier jaar heeft de
Wereldraad bijna vijfhonderd van de
Witrussische vluchtelingen in Hong
kong naar Europa helpen brengen.
In de Bazuin van 28 October schreef
prof. dr. K. Dijk een artikel over Kerk
besef, waarin hij enkele symptomen sig
naleerde, die wijzen op afbrokkeling van
het kerkelijk besef:
Een afbrokkeling, die (om daar
mee te beginnen) hierin uitkomt, dat
men op de zondag zonder enig be
zwaar de deuren van het eigen kerk
huis voorbij loopt of rijdt om in een
andere kerkgemeenschap geestelijk
genot te zoeken en een bijzondere
gemeenschap der heiligen te vinden;
ik hoor, dat dit euvel toeneemt en
dat deze m.i. onjuiste „interkerke
lijkheid" zelfs met vrome woorden
verdedigd wordt. Een afbrokkeling,
die helaas ook te constateren valt
in de frequentie van gemeenschap
pelijke diensten en de gemakkelijk
heid ten opzichte van kanselruil, ter
wijl de generale synode van Leeu
warden, nog maar vijf jaren gele
den (behalve enkele noodzakelijke
uitzonderingen) deze kanselruil en
over-en-weer-diensten nadrukke
lijk hééft afgewezen! Een afbrokke
ling, die ik ook hierin merk, dat niet
weinigen onder ons veel sterker de
gemeenschap zoeken met de zgn.
midden-orthodoxie, die vaak zeker
niet-gereformeerd is, dan met onze
broeders en zusters in een zelfde be
lijdenisgemeenschap, als bv. de Chr.
Gereformeerden e.a. Een verminde
ring van kerkbesef, die ook hierin
valt te constateren (en dit zijn pu
blieke dingen) dat, terwijl voor onze
erediensten een bundel van 59 ge-
Zangen is vastgesteld, sommige li
turgen in onze samenkomsten zonder
blikken of blozen andere liederen la
ten zingen en het goede kerkvolk dit
doet zonder enig besef ervan, dat
men de eerste regel van goede kerk
orde overtreedt. Een verslapping
van het kerkbesef, die niet minder
uitkomt in andere vrijheden, welke
men zich in sommige erediensten
veroorlooft, en die deze samenkoms
ten meer tot een „vertoning" ma
ken dan dat ze zijn en blijven (ook
al zijn het jeugddiensten) samen
komsten van de kerk des Heren,
van het huisgezin des geloofs tot de
heilige eredienst, waarin Zijn Woord
in het middelpunt staat.
Meent men waarlijk, dat door dit
alles de kerk des Heren gebouwd
wordt?
Beeldt men zich heus in, dat door
deze vrijbuiterijen de zaak van
Christus gediend wordt?
De vrees is niet ongegrond, dat
sommige predikers zich zulke bij
zonderheden veroorloven om meer
mensen te trekken, en die opmerker
heeft gelijk, die laatst schreef: hoe
raarder hoe voller; ik zie deze din
gen zeker ook in het geheel van on
ze op sensatie-beluste-tijd, waarin de
Amerikaanse lawaaierige „gebedsge
nezers" honderden trekken, maar
dit maakt ze daarom des te droe
ver, want de gereformeerde kerken'
gaan er door achteruit.
De mart die een gemeente opbouwde. Ds. H. A. Visser in de
uitleenbibliotheek van de Amsterdamse Westerkerk.
TN HET derde en laatste verhaal over
de Goese Kerkeraadsverordeningen
schrijft onze medewerker: De weeskin
deren moesten 's zondagsmiddags direct
na de dienst de kerk verlaten en kre
gen dan catechisatie van de krankbezoe
ker. Wie de maandagcatechisatie van de
predikant niet kon bijwonen alsmede
„bedaegde ongeletterde luiden" moesten
door hem 's zondagsavonds om zes uur
onderwezen worden.
Om nu maar even bij de krankbezoe
ker te blijven, deze mocht volgens een
speciale overeenkomst met de magis
traat door de kerkeraad zelf, dus zon
der enige inmenging van de overheid,
benoemd worden. Hij moest bekend
staan als een zeer vrome, ervaren, recht
zinnige man in de kennis der waar
heid. De kerkeraad zou hem examine
ren om te weten „of hij niet alleen ge
sond en wel gefondeert is" maar hij
moest ook blijk geven een ervaren ziele-
trooster te zijn en de drie formulieren
van eenigheid „opregtelijk aannemen".
Zowel 's zondags als in de week moest
hij tijdens de kerkdiensten nauwkeurig
noteren voor wie de voorbede gevraagd
werd. Alle zieken moest hij „seer dik
wijls en menigmaal" bezoeken. Elke
TVTEEN, we schrijven niet over het boek
van ds. Telder, daarover is de laatste
tijd genoeg gezegd en geschreven. Het „en
dan" slaat na op de praktijk van de doden
bezorging, waarover ons uit het land van
de onbegrensde mogelijkheden de meest
verontrustende berichten bereiken. Berich
ten namelijk die er op wijzen, dat men de
dood niet meer serieus neemt. Meer en
meer wordt daar de predikant uitgescha
keld en neemt de begrafenisondernemer
zijn taak over, hetgeen naar moderne be
grippen misschien een stijlvolle begrafenis
bevordert, maar dat anderzijds de dood en
zijn verschrikking op de achtergrond dringt.
Het Rooms Katholieke maandblad „Jubi
lee" weet te vertellen, dat de „alive look"
(als levend eruit zien) waarmee de begra
fenisondernemers zo gaarne adverteren,
toe geleid heeft dat de doden er meer
uitzien als etalagepoppen, waar men genoe-
gelijk om heen zit en zelfs maaltijden bij
houdt. Van hier is het één stap naar de
coktailtable in de rouwkamer, waar som
mige ondernemers met succes voor
ijveren. Alles is erop gericht dat de doden
er gezonder uitzien dan de rouwdragenden,
vandaar, dat men de ineest onzinnige ad
vertenties tegenkomt in de dagbladen. Wat
denkt u bijvoorbeeld van de volgende, ge
lanceerd door de „Frigid Fluid Co." te
Chicago: NIEUW. NIEUW. NIEUW. Lanol-
Tex Arterial Fluid.... Het natuurlijke mid
del om de huidoppervlakte te verzachten,
geeft de huid dezelfde conditie als tijdens
het leven. Een andere maatschappij adver
teert met een middel dat werkt zonder vlek
ken achter te laten, en niet goed geld terug.
De mees' smakeloze advertenties komt
men tegen,
sterft, wij doen
zoals hijvoorbeeld
de rest....
deze: U
TVTU kan men twee dingen doen wanneer
men dit alles leest, het ene is dat je
je schouders ophaalt en zegt: ach het is
Amerika en dan weer overgaat tot de orde
van de dag. Ik geloof dat als we dat doen
we 't gevaar niet onderkennen van een prak
tijk van dodenbezorging, die nu nog in
Amerika zich baan breekt, maar die even
als zovele andere dingen ook zijn weg naar
door
de oude wereld wel zal vinden. Het andere
wat je dan gaat doen is je ongerust maken,
niet zoals vele Amerikaanse predikanten en
priesters, die hierdoor hun inkomsten zien
dalen en er dus belang bij hebben om zelf
de begrafenis te regelen, maar omdat in
heel deze begrafenis „business" zich ele
menten openharen, die duidelijke sympto
men zijn van een totaal onchristelijke in
stelling t.a.v. de dood. Het gaat om de
„alive look", het gaat erom dat men de
verschrikking van de dood wegneemt.
TV/TA AR DAT LAATSTE is niet het werk
van de begrafenisondernemer. Dit laatste
kan Christus alleen. Hij is degeen, die de
dood overwon. En wanneer we nu allerlei
wegen zoeken om de verschrikking en de
ergernis van de dood weg te nemen, wan
neer we nu van de dode een „beeldje'!
maken, dan komt dat alleen omdat we én
de dood niet meer verstaan én omdat we
Hem die dé dood overwon kwijt zijn ge
raakt. De schrik voor de dood wordt niet
overwonnen ici een cocktailparty en een
lunch rondom een dode, die eruit ziet als
een etalagepop, maar allepn in het licht van
Christus' opstanding.
Heel de dodenbezorging, zoals deze ons
hier tegemoet komt openbaart een schrij
nende leegte en is niet meer dan een ca-
moeflage van de dood. En is daarom on
christelijk. Want christelijk wil zeggen én
de dood ernstig nemen, de laatste vijand
en de bezoldiging der zonden én Jezus erns
tig nemen, die gezegd heeft: Ik ben de op
standing en het leven, wie in Mij gelooft zal
leven, zelfs al is hij gestorven.
In art. 84 van de Nieuwe Kerkorde der
Gereformeerde Kerken staat heel kort het
volgende t.a.v. de begrafenis:
„De kerkeraden zullen er toe medewer
ken, dat de leden der gemeente, die ge
storven zijn, op christelijke wijze begraven
worden." Door velen is gemeend, dat dit
artikel „des Guten zuviel" was. In het licht
van het bovenstaande mogen we echter
dankbaar zijn voor een dergelijk artikel,
want er is ook een onchristelijke wijze van
begraven, er is ook een camoefleren, een
wegwerken van de dood, een wegdringen
van de toorn Gods, een niet willen weten
van het „weerkeren tot verbrijzeling", dan
koopt men voor negentienhonderd dollar
een gegarandeerd lucht- en waterdichte
kist, met verstelbaar bed, champagnekleu-
rig afgewerkt. Sterven en dan dit? Dan
voel ik me beter thuis hij lien die ergens
in Afrika een zendeling moesten begraven,
zonder enige middelen, enige aanduiding
zelfs van de plaats waar hij was neerge
legd, waarop een der deelnemers zei: ach,
laat ook maar, de Heer weet ook zijn plaats
wel op de dag der opstanding. Sterven en
dan dat: De dood is verzwolgen in de over*
winning.
Dood, waar is uw overwinning?
Dood, waar is uw prikkel?.-.
Gode zij dank, die ons de overwinning
geeft door onze Here Jezus Christus,
HAMBURG, (EPS). Prof. Kurt
Thomas, de leider van het wereldbe
roemde Thomaskoor, het jongenskoor
in Leipzig dat de tradities van Johann
Sebastian Bach voortzet,, heeft zich blij
vend in West-Dultsland gevestigd.
De Thomascantor vertelde verslagge
vers, dat zijn besluit om te vertrekken
was veroorzaakt door de voortdurende
moeilijkheden in zijn werk. De aanlei
ding was het verbod geweest om met
het koor een tournee door de Bondsre
publiek te maken. Ook noemde hij de
geweigerde toestemming om te zingen
op de assemblee van de Lutherse We
reldfederatie in Amerika drie jaar gele
den.
dag moest hij in het oude mannen-, het
wees- en het gasthuis komen. „Soo Godt
de Heere de gemeinte met pestilentie of
andere besmettelijke ziekten geliefde de
besoeken sal de krankbesoeker sodanige
besogte alleen tot sijnen laste moeten
hebben Werd hij ergens 's nachts ont
boden dan was hij verplicht onverwijld
te gaan. Hij moest ook evangeliseren
want vreemdelingen van een andere re
ligie moest hij aansporen de kerkdien
sten bij te wonen en hen tevens waar
schuwen „tegen de verleidinge der Pa
pisten, ^mennisten en andere dwaal
geesten „Klemwetende onagtsame lui
den diende hij tot kerkbezoek op te
wekken. Als het nodig was om voor kor
te tijd uitstedig te zijn kon hij in over
leg met de voorzitter van de kerkeraad
het ziekenbezoek regelen.
Koster-ampt"
Volgens een besluit van de magis
traat mocht ook iemand tot ,,'t Koster-
ampt benoemd worden zonder stedelij
ke inmenging; hierbij hadden echter
wel de kerkmeesters een stem in het
kapittel. Men moge thans veelal de me
ning zijn toegedaan dat de plaats van
de dorpelwachter achter in de kerk is
met alzo m de oude tijd, althans niet
in Goes, want tijdens elke dienst moest
de koster onder de preekstoel zitten om
de briefjes van zieken, dopelingen en hu-
wenden in' ontvangst te nemen; ondui
delijk schrift moest hij netjes overschrij-
X®"' ontbrekende of verkeerde data in
vullen of verbeteren e.d. Deze werk
zaamheden moest hij pro deo verrich
ten. uitgezonderd het schrijfwerk in
verband met huwelijk. Daarvoor mocht
hij „afeisen 3 groten en niet meer".
De koster van de grote kerk "sal tel
ken nieuwe jaer een comptoir Alma
nak met schoon papier gebonden aan
oen kerkenraet vereeren waarvoor hij
uit de ondertrouw-beurse tot een ver
eering sal genieten 2 Schell.". Kloklui
den moest hij viermaal per dag: op zon
en feestdagen 's morgens en 's middags
tweemaal en op werkdagen 's morgens
en s avonds op gezette tijden. Van zijn
overige werkzaamheden vermelden we
alleen nog. dat hij 's winters voor de
leden van de magistraat en die van de
kerkeraad warme stoven moest klaarzet
ten, terwijl hij zo nodig de voorzitter
van de kerkeraad met een lantaarn
naar huis moest brengen.
Examens
De
kinderen werden viermaal per
jaar. s maandagsmiddags na elk avond
maal, door afgevaardigden van de ker
keraad en de magistraat geëxamineerd,
ue scholen werden eveneens viermaal
per jaar gevisiteerd. De daarheen afge
vaardigde deputatie is in onze ogen
nogal aan de grote kant: twee predikan
ten, twee (oudste) ouderlingen en twee
leden van de magistraat.
Het onderzoek van hen die belijdenis
des geloofs wilden afleggen moest in de
volle kerkeraad geschieden op zaterdag
middag na de proefpredieatie. Dit impli
ceert, dat er viermaal ner jaar belijde
nis kon worden afgelegd, want de proef-
predicatie moest op zaterdagmiddag
voor elk avondmaal aan het begin van
de kerkeraadsvergadering gehouden
worden door de predikant die het laatst
het avondmaal in de grote kerk bediend
naa.