De geschiedenis van Volkswagen van het plan tot 4000 per dag Het harde geslacht SPORTVISSERS HEBBEN GEEN VRIJHEID MEER EEN MILJOEN DUITSERS WORDEN AANDEELHOUDERS Zaterdag 3 december 1960 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 Auto voor de massa Uitvoering vastgesteld Zure reaktte Heinz Nordhoff Geen eigenaar Stad en fabriek DOOR DICNATE ROBBERTZ De Kamer over de kam**** Zelf aan de slag Raad Haamstede bijeen (Van een medewerker) WOLFSBURG Zeker een miljoen Duitsers zullen'in het voorjaar van 1961 aandeelhouders zijn van het Volkswagenwerk in Wolfsburg. Na het besluit van de Westduitse bondsregering om het aandelen pakket van deze op twee na de grootste automobielfabriek van de wereld en de grootste van Europa aan de kleine man in Duits land (buitenlanders kunnen geen aandeelhouders worden) ter beschikking te stellen, is er een ongekende aandrang ontstaan bij de banken, die intekenlijsten voor de aankoop van een aandeeltje gereed hebben liggen. Men gelooft in Duitsland dat de Volks wagenfabriek een absoluut zekere zaak is en men waagt er daarom zon der bezwaar een deel van de spaar centjes aan. Het is opvallend dat het veelal jonge mensen zijn, die de begin tijd van de volkswagen niet of nauwe lijks nog in hun herinnering hebben meegemaakt, die een aandeeltje wil len bezitten. In het algemeen heerst de opvatting dat de volkswagen een schepping is, door Hitier geïnspireerd. Dat is echter slechts ten dele waar. De bekende autoconstructeur prof. dr. ing. Ferdinand Porsche, in 1875 in Maffersdorf bij Keichenberg in Bohe- men geboren, die in 1900 in opdracht van een koetsfabriek in Wenen al een soort elektrisch voortbewogen auto tiad ontworpen, waarmee op de we reldtentoonstelling in dat jaar te Pa rijs gehouden een maximum snelheid van 30 km per uur wercl behaald en die voorts een belangrijke rol heeft ge speeld bij de ontwikkeling van de Mer- cedes renwagens, was al op het eind. van de twintiger jaren bezeten van het idee een auto te bouwen voor de massa. Zij moest zo robuust mogelijk zijn, zuinig als een motorfiets en ook niet Veel duurder. In de herfst van het jaar 1931 waren de eerste plannen ge reed. De carrosserie verschilde maar weinig van het model, zoals we dat nu kennen, doch hoewel de Zündapp en de N.S.U. fabrieken zich lang met de plannen bezighielden en zelfs de Sow- jets er belangstelling voor hadden, bleef men huiveren voor het waagstuk van een produktie aan de lopende band. In 1933 kwam Hitier aan de macht. 'Hij was volkomen gebiologeerd door de gedachte tiet Duitse volk te motorise ren. Daarvan getuigen o.a. de grote autobanen, die weliswaar niet Hitiers uitvinding waren (reeds voor 1933 was er over gesproken) doch waarvan de grootscheepse aanleg toch wel door hem geïnspireerd werd. Zo ging het ook met de volkswagen. In de herfst van 1933 kon Porsche zijn constructie aan mijnheer de Führer, zoals hij Hitier bleef noemen, voorleg gen. Toen reeds werd de standaard uit voering vastgelegd: maximum snelheid 100 kilojheter per uur, autobaainvqst, benzineverbruik 7 liter voor 100 kilo meter, 4 of 5 zitplaatsen, luclitkoèling Örti een ga fdge Uit'te kiinnen sparen en een prijs, die onder 1000 Mark («toentertijd' circa 600 gulden) moest liggen. Onder druk van de Rijksbond der Duitse autoindustrie (een politiek gelijkgeschakelde organisatie) kreeg Porsctie 20.000 Mark per maand om zijn plannen uit te werken. Volgens Adam von Opel, de direc teur van de Opelfabrieken, was het voor Porsche een onmogelijke opgave, doch Porsche bleef met Boheemse on verzettelijkheid in een garage te Stutt gart aan zijn project werken. Intussen bouwde de Duitse automo bielindustrie eigen „volkswagens". De oppositie tegen Porsche werd duide lijk toen von Opel in 1937 op de auto tentoonstelling Hitier begroette met: Heil Hitier, mijnheer Hitier, hier is onze volkswagen en daarbij de pas ontworpen Opel P. 4 toonde, die voor een prijs van 1450 Mark geleverd kon worden. Intussen waren reeds in 1936 de eerste drie echte volkswagens klaar gekomen. De proefritten leverden zeer gunstige resultaten op. De automobielindustrie reageerde Ietwat zuur en bleef oppositie voeren, zodat Hitier afstapte van het oorspron kelijke plan om de volkswagen door de gezamenlijke industrie te laten bou wen. In 1937 kreeg de leider van het Duitse arbeidsfront Robert Ley de op- drecht een automobielfabriek te stich ten en er de volkswagen, die KDF-wa- gen zou heten, te fabriceren. (K.D.F. betekende Kraft durch Freude. Het was een nationaal-socialistische orga nisatie, die de vrije-tijdsbesteding van het Duitse volk regelde). Tot einde 1938 had de constructie van de volkswagen <al 30 miljoen Mark gekost. De financiën kwamen van de Staat en van het arbeidsfront. De eer ste wagen die van de band rolde werd niet een enorme propaganda aan het Duitse volk voorgesteld. De prijs was 990 Mark, hoewel iedere ingewij de wist dat voor deze prijs de auto nooit kon worden gebouwd. Maar het bewijs van het tegendeel behoefde nooit geleverd te worden. Weliswaar legde Hitler in 1939 de eerste steen voor de huidige Volkswa- genfabriek in Wolfsburg en groeide het werk snel tegen alle verdrukking in, doch een privé volkswagen is hier tot eind 1945 niet gefabriceerd. In de fa brieken te Wolfsburg werden gedu rende de oorlog tanks, vliegtuigonder delen en circa 50.000 legerauto's met de volkswagenmotor gemaakt. Na de demontage van de vrachtwa genfabriek, waarvan liij directeur was, ging prof. Nordhoff naar West-Duits- land, werd daar door de Amerikanen veroordeeld tot het uitsluitend verrich ten van handenarbeid, ging vervolgens naar Hamburg en werd er autohande laar. Eind 1947 werd hij door de En gelsen naar Wolfsburg gebracht. Toen had hij nog nooit een volkswagen ge zien. Als Opelman had hij ook een diep gewortelde afkeer van de fabrieken in Wolfsburg en hij zag aanvankelijk geen enkele toekomstmogelijkheid voor deze fabrieken. Vanaf 1945 waren er in totaal 110 wagens gefabriceerd, maar de fabriek leefde van de hand in de tand. Dat er gewerkt werd, was te danken aan de Britse overste Rad- cliff, die werkgelegenheid wilde schep pen voor de vluchtelingen uit Oost en midden-Duitsland. Dat de volkswa gen eens de scherpste concurrent van de Britse automobielindustrie zou wor den vermoedde toen nog geen mens. Na de oorlog wilde niemand iets van de volkswagenfabrieken weten. Zelfs in demontage hadden de bezet ters geen interesse. Wel werd de vrachtwagenfabriek van Opel in Bran denburg gedemonteerd en daarmee kwam de man vrij, die nu met de naam Volkswagen evenzeer verbonden is als Porsche, namelijk prof. Heinz Nordhoff. Op 1 janüSH 1948 werd Nordhoff directeur en van toen af ging tiet on ophoudelijk voorwaarts met de volks wagen, waarvan er t.ot nu toe 4 mil joen zijn gefabriceerd. Vanaf 1961 kunnen er dagelijks 4000 de fabriek verlaten, dat is één mil joen per jaar. Het model heeft in al die jaren enige kleine wijzigingen on dergaan, doch is volgens deskundigen tijdloos geworden. Curieus is dat de opbouw van de fabrieken geschiedde zonder dat er een eigenaar bestond. De vroegere bezitter, het Duitse ar beidsfront werd in 1945 opgeheven; daarna kwam een Britse beheerder en sinds oktober 1948 was de Duitse Bondsregering met het beheer belast. Ten slotte werd na heftige juridi sche vechtpartijen in de zomer van dit jaar beslist dat van het stamkapitaal ad 600 miljoen mark de Bondsregering en het land Neder-Saksen ieder 20 pet. zouden krijgen en de rest 360 mil joen Mark—in de vorm van volksaan delen ter besctiikking vam het Duitse volk zou komen. Daarbij geniet het personeel van de volkswagenfabriek rond 60.000 man, uiteraard voorkeur. Voor de fabriek en directeur Nordhoff, die wel eens de koning van Wolfsburg wordt genoemd, zal er niet veel veranderen. Nordhoff is een autoriteit en geen dictator wiens prestaties hoog aangeschreven staan. De liefste bezigheid van het perso neel is om op zondag naar de zoge naamde Steimker berg te wandelen om er hun directeur bij het tuinieren, een van zijn liefhebberijen, te obser veren. Een andere liefhebberij van Nordhoff is het kweken van orchidee- en en het verzamelen van kunst uit het Kmer tijdperk (de Kmer is een ver dwenen volksstam uit Cambodscha. De tempelruïnen van Angkor getuigen thans nog van tiun grote cultuur). Het huis van Nordhoff getuigt ech ter evenzeer van zijn liefde voor de grootwildjacht in Afrika en voor de moderne schilderkunst. Stad en fabriek zijn een. -Wolfsburg is ontstaan uit een barakkenwijk, waar aanvankelijk wild westtoestanden heersten. Thans staan er 11.000 woningen. Ieder jaar betaalt de fabriek aan d'e stad 40 miljoen mark aan onderne mersbelasting. De stad is, uitermate kinderrijk. Tussen de lang uitgestrek te fabriekscascade en het Mittellandka- naal groeit het koren. De ondernemers- raad zou dit akkerbouwgebied van 1250 bij 100 meter graag als parkeerplaats willen hebben, want duizenden auto's van de werknemers moeten aan de overkant van het kanaal worden ge parkeerd. Maar Nordhoff is en blijft er tegen. Voor hem zijn het koren en het da gelijks brood nog steeds iets heiligs dat ook door de glans en de roem van de modernste autofabriek niet mag worden verdreven. 62 Joanna ging terug naar de deur. Adriaen stond in het licht van de kandelaar. Dat is je grootste schuld, dat je het volk wilt laten sterven om je wil door te drijven. Ik ga morgen naar Bergen, maar ik ga alleen. Je wilt me verlaten, Joanna? Zijn stem was onvast. Verbieden om met mij mee te gaan kan ik je niet, Adriaen. Dat wil ik ook niet. Maar ik wil alleen zijn om over alles na te denken. Hier, waar de dood mij overal tegen komt, kan ik dat niet. Langzaam daalde zij de trap af. Het was nacht toen Adriaen ein delijk naar beneden ging. Hij wekte Jurein en droeg hem op een boot gereed te maken. Daar moesten zo veel kleren en andere dingen in ge laden worden, als vrouw Joanna no dig zou hebben. Ook voor zichzelf moest Jurein iets meenemen, omdat ze voorlopig niet terug zouden komen. Ik blijf hier, zei de knecht stug, zonder zijn heer aan te zien. Wat betekent dat, Jurein. Wei ger je mij dienst? Leg het uit zoals ge wilt, heer. Ik ben op Lodycke geboren en daar wil ik sterven. Er zijn andere knech ten die u even goed zullen dienen. Adriaen keerde zich om. Jurein had een heel ander gezicht gekregen. Er was iets vijandigs in zijn hou ding. Geloof je wat Cornelis Jans- zoon heeft zitten vertellen, Jurein? Meen je dat Viaes Benne het beter weet dan ik? De knecht boog zijn hoofd en zweeg, maar er lag zo'n uitdrukking van verzet en onwil op zijn gezicht dat Adriaen niet verder aandrong. In het woonvertrek lag Arjen te slapen. De jonker had zijn rust no dig. Sinds zijn '-omst op het kas teel was hij voortdurend bezig ge weest met de vluchtelingen te hel pen. Van de prior uit Maria's Pa radijs had hij veel gehoord over het verzorgen van zieken en hij kende het gebruik van heel wat zalven en kruiden. Adriaen keek naar het smal le ingevallen gezicht. Er lagen don kere kringen om de ogen en soms trilde de mond. Tot het ochtend werd bleef hij naast zijn bastaard zoon zitten. Het gewone rumoer van de wakker wordende boeren en het geloop van de knechten en meis jes was al begonnen voor Arjen zijn ogen opsloeg. - Je moet vandaag naar Romerswale varen. Tweemaal heb ik een knecht gezonden, maar geen van beiden is teruggekomen. Wij weten niets over je schoonzus ter. Wie weet of je broer misschien al terug gekomen is. Als Berta al leen is moet je met haar naar Ber gen komen. Het zal een moeilijke tocht zijn, want je weet hoe het met haar staat. Arjen had zijn kleren gladgestre ken en zocht naar het stuk brood dat één van de meisjes voor hem had neergelegd. En hier vader? Als er niemand van ons meer is? De oudste knecht zal het ge zag voeren. Dat is Michel. Wij kun nen ons op hem verlaten. Wat de boeren aangaat. ik zal overwe gen hoe ze hier vandaan kunnen. Hij zweeg, want Joanna kwam bin nen. Ze was al gekleed voor de reis. Ik zal doen wat u mij opdraagt, vader. Daarna zou ik graag vrij wil len blijven omom Joris te zoe ken. Er was tussen vader en zoon geen woord gewisseld over Joris. Jo anna had de bastaard verteld hoe het kwam dat Joris niet op het kas teel was. Arjen hoopte nog dat zijn broer tijdig Agger zou hebben be reikt, voor de orkaan zijn volle kracht had gekregen. Maar eerst de zorg voor je schoonzuster, tenzij Claes inmiddels thuisgekomen is. De boot die vrouwe Joanna en heer Adriaen van hun verdronken kasteel naar Bergen zou brengen, lag gereed. Alles wat ze wilden mee nemen was er in gebracht. Jurein was nergens te vinden. Michel, die een luide heldere stem had, riep overal zijn naam, maar er kwam geen antwoord. Adriaen stond op zijn onderlip te bijten. Jurein bete kende voor hem meer dan een ge wone knecht. Jurein had hem al ge diend toen heer Nicolaes nog leef de en hij was altijd met hem mee gereden naar Borrendamme. Voor Jurein had Adriaen nooit iets ge heim gehouden. De knecht wist meer van zijn leven dan Joanna. En nu weigerde hij met hem mee te gaan? In Jurein's plaats moest Simon mee. Er zaten sterke roeiers in de boot en bij gunstige wind kon er een zeil gehesen worden. Het wa ter stond hoog, zodat ze gemakke lijk door de gebroken dijk in de Schelde kwamen. Iedere keer als er iets donkers in het water dreef, keerde heer Adriaen zich om. Hij vreesde dat het Jurein zou kunnen zijn, die gezegd had dat hij op Lodycke wilde sterven. Twee zonen van een Lodyckse boer roeiden jonker Arjen naar de stad. Met de platte boot die ze hadden, konden ze de poort dicht naderen. Daarna wilden ze terug naar Tolsen- de, om onderdak te zoeken voor hun ouders en een klein zusje. Na het vertrek van heer Adriaen naar Bergen was het onrustig gewor den onder de vluchtelingen. Hoewel er nog een grote voorraad voedsel in het kasteel was, vreesden de boe ren toch dat ze er niet lang meer zouden kunnen blijven. Arjen had getracht hen gerust te stellen, maar ze geloofden hem niet, omdat hij zelf ook wegging. Romerswale lag als een dode stad onder de laaghangende wolkenhe mel. Tegen haar muren dreven aller lei voorwerpen en verdronken dieren. Hier en daar dreven ook lijken. Aan de stank van modder en ontbinding was nergens te ontkomen. De Koe poort was nog maar primitief her steld. Arjen moest over hopen puin en afbraak klimmen. Daarachter wa ren kuilen, gevuld met groezelig wa ter. Zijn voeten zakten weg in taai bruinachtig slik. Waar de weg weer begaanbaar was, werd hij versperd door karren en wagentjes, die met levenden en doden heen en weer gin gen. In de straten die naar de Markt liepen waren de mensen bezig om hun ingestorte en beschadigde hui zen te herstellen. Onder het puin zochten zij naar nog bruikbare din gen (Wordt vervolgd) Van onze Haagse redactie DEN HAAG De talrijke grieven, die de sportvisserij in ons land tegen de Kamer voor de binnenvisserij koes tert, zijn in de Tweede Kamer in de openbaarheid gebracht. Bij zijn begro tingsbehandeling is minister Marijnen gistermiddag door enige Kamerledten tekst en uitleg gevraagd over het doen en laten van de Kamer voor de binnen visserij. De rooms-katholieke burgemeester van Aardeniburg, de heer J. M. A. C. van Dongen, trok het debat aan. Bij het sport vissen in de vrije natuur kan men nau welijks meer over „vrij" praten, zo zei hij. De Kamer voor de binnenvisserij, opgezet als nationaal orgaan voor een billijke verdeling van viswater, is ge groeid tot een ondoorzichtig apparaat dat haar eigen reglementen ontduikt, zeer hoge kosten met zich brengt en een politiek bedrijft, waardoor de klach ten hand over hand toenemen. De heer Van Dongen vroeg met klem om een beroepsinstantie die het vergun ningenbeleid van de Kamer zou kunnen toetsen. Op dit gebied is de Kamer thans autonoom. Als gevolg hiervan blijven tal van polders voor de henge laars gesloten. De heer Van Dongen noemde er voor de vuist weg een vijftiental op „en er zijn er nog veel meer", zo zei hij. Hij verlangde toezicht van de minister op de Kamer, opdat deze zal werken zoals in de wet is bedoeld. De liberaal mr. F. G. van Dijk sloot zich wat betreft de bezwaren tegen de praktijken van de Kamer voor de bin nenvisserij geheel aan bij de heer Van Dongen. Hij waarschuwde minister Ma- rijnen voor het verlenen van verder gaande bevoegdheden aan dit lichaam dat hem hierorp heeft gevraagd. De liberale woordvoerder kon weinis geestdrift opbrengen voor de soort „vis- kundige toetsing", die de Kamer blijk baar aan zich wil trekken. Het wordl allemaal erg ingewikkeld gemaakt, zo toonde mr. Van Dijk aan, die verwees naar de vijf bladzijden jurisprudentie op art. 17 van de visserijwet en een hoogsl ingewikkeld arrest van de Hoge Raad van 1951. Dit arrest moet duidelijk makel i waarom iemand, die met een hengel door het water sleept, nog niet met een sleephengel behoeft te vissen. En dan moet men gewoon sportvisser zijn om zoiets te begrijpen, riep mr. Van Dijk. Ais men op deze manier voor zijn ge noegen moet gaan vissen, is het plezier er gauw af. Ook van socialistische zijde is de mi nister over de Kamer voor de binnen visserij ter verantwoording geroepen, bij monde van dr. W. H. Vermooten. Deze vestigde de aandacht van de bewinds man nog op iets anders; het minieme uiteetten van pootvis in de openbare wateren, ondanks het feit dat zestig pro cent van de bijdragen voor de organisa tie tot verbetering van de binnenvisserij door de hengelaars wordt bijeengebracht. De niet-georganiseerde hengelaars, de gelegenheidsvissers en kleine groepjes vissers, die rond tachtig procent van alle sportvissers in ons land uitmaken, wor den in hun recreatie de dupe, omdat de O.V.B. voornamelijk vis uiteet in ver pachte wateren, aldus de heer Vermooten. Dl NATUUR IN EN OM UW HUIS Wie het oude huis wil laten be groeien, kan de gewone klimop poten: hedera moet men dan bestellen. Klim op is groenblijvend en dat biedt de no dige voordelen. Vooral tegen een muur klimt de hedera prachtig; tegen een houten schutting gaat het niet zo gemak kelijk; dan zal men eerst gaas moeten spannen. Maak het plantgat niet al leen voldoende diep, doch ook breed ge noeg; de wortels moeten direct alle kanten kunnen uitgroeien. Klimop kan men in enkele soorten bestellen; de fijn- bladige is voor dit doel wel het mooist, doch ook de grofbladige voldoet wel. Het is nu de goede tijd voor het aan planten van peren en dus dient men die nu te besteller, en doe dat vooral bij een solide firma; er is veel ziek mate riaal in omloop. In kleinere tuinen zal men het vooral in de struikvormen moeten zoeken; hoge kroonbomen ko men voor de kleine tuin niet in aan merking. Die struikvormen groeien ech ter ook vrij snel en een onderlinge af stand van vier tot vijf meter mogen ze wel hebben. Vijgen kunnen ook in ons land zo maar buiten worden gekweekt; ze kun nen volop rijpe vruchten leveren, doch dan dient men wel een zeer beschutte en zonnige plaats te zoeken. Men poot ze ook veel als leiboom en tegen een muur of schutting op het zuiden vol doen ze uitstekend. Ze zijn echter niet winterhard en tegen de winter moet men de takken bij elkaar binden en rolt men er een dubbele rietmat omheen. Vijgen kan niet elke vruchtboomkweker u leveren, doch ze zijn wel te koop in ons land. 3. Okki en de meester, die zich aan de rand van de geheimzinnige wolk be vonden slaagden erin zich uit de weke, taaie massa te bevrijden. Doch de maat en Kappie waren er midden in en hun wanhopig geworstel om vrij te komen maakte hun toestand alleen maar be narder. „Trek je mes, jong!" hijgde Kappie, terwijl hij het voorbeeld gaf. „Ik krijg bijna geen lucht meer!" piepte de maat, zenuwachtig in de plakkerige substantie snijdend. „Ik kom hier n-nooit meer uit! Ach, ach, ik ga in damp op!" „Dit is geen damp!" zei Kappie nij dig. „Dit is klef en vies! Dit is een wolk waar een luchtje aan zit!" Inmiddels was hij er met veel moei te in geslaagd een gat boven zijn hoofd weg te snijden en daar wurmde hij zich nu doorheen. „Steek je handen uit jong!" riep hij de maat toe. „Dan trek ik je eruit!" Er werden twee bevende armen naar buiten gestoken en na enig sjorren van Kappie's kant verscheen het purperen hoofd van de maat uit het schuim. Okki en de meester slaakten een hoe raatje toen zij hen heelhuids op de wolk zagen verschijnen. Maar zij juichten te vroeg. Een plotselinge windstoot kreeg vat op de wolk. De luchtige massa tril de en ruiste en plotseling verhief hij zich van het dek, Kappie en de maat met zich mee voerend. KOUDEKERKE. De plaatselijke afdeling van de Ned. Chr. Vrouwenbond vierde heteerstelustrum onder leiding van de presidente, mevr. Barendsen- Koole. De bijeenkomst droeg een fees telijk tintje, mede door de aanwezigheid van de eerste presidente, mevr. Hoek stra. Na de pauze declameerde de heer Oosterwelder uit Amstedam op ver dienstelijke wijze. De kerstavond wordt gehouden op 19 december a.s. HAAMSTEDE. Zaterdagmorgen om half tien komt de gemeenteraad in o- penbare vergadering bijeen. De agen da vermeldt o.m. voorstellen tot intrek king verordening heffing haven- en ka- degelden, heffing rechten algemene be graafplaats, tot wijziging regeling lan dingsgelden voor vliegtuigen en tot het aanbrengen van straatverlichting langs de Hogehilleweg. De Cefa vertoont zaterdagavond in het verenigingsgebouw te Serooskerke (W) de humoristische film „Dertien ezels".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1960 | | pagina 2