De geschiedenis van Volkswagen
van het plan tot 4000 per dag
Het harde geslacht
SPORTVISSERS HEBBEN
GEEN VRIJHEID MEER
EEN MILJOEN DUITSERS WORDEN AANDEELHOUDERS
Zaterdag 3 december 1960
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 2
Auto voor de massa
Uitvoering
vastgesteld
Zure reaktte
Heinz Nordhoff
Geen eigenaar
Stad en fabriek
DOOR
DICNATE ROBBERTZ
De Kamer over de kam****
Zelf aan de slag
Raad Haamstede
bijeen
(Van een medewerker)
WOLFSBURG Zeker een miljoen Duitsers zullen'in
het voorjaar van 1961 aandeelhouders zijn van het
Volkswagenwerk in Wolfsburg. Na het besluit van
de Westduitse bondsregering om het aandelen
pakket van deze op twee na de grootste automobielfabriek van
de wereld en de grootste van Europa aan de kleine man in Duits
land (buitenlanders kunnen geen aandeelhouders worden) ter
beschikking te stellen, is er een ongekende aandrang ontstaan bij
de banken, die intekenlijsten voor de aankoop van een aandeeltje
gereed hebben liggen.
Men gelooft in Duitsland dat de
Volks wagenfabriek een absoluut zekere
zaak is en men waagt er daarom zon
der bezwaar een deel van de spaar
centjes aan. Het is opvallend dat het
veelal jonge mensen zijn, die de begin
tijd van de volkswagen niet of nauwe
lijks nog in hun herinnering hebben
meegemaakt, die een aandeeltje wil
len bezitten. In het algemeen heerst
de opvatting dat de volkswagen een
schepping is, door Hitier geïnspireerd.
Dat is echter slechts ten dele waar.
De bekende autoconstructeur prof. dr.
ing. Ferdinand Porsche, in 1875 in
Maffersdorf bij Keichenberg in Bohe-
men geboren, die in 1900 in opdracht
van een koetsfabriek in Wenen al
een soort elektrisch voortbewogen auto
tiad ontworpen, waarmee op de we
reldtentoonstelling in dat jaar te Pa
rijs gehouden een maximum snelheid
van 30 km per uur wercl behaald en
die voorts een belangrijke rol heeft ge
speeld bij de ontwikkeling van de Mer-
cedes renwagens, was al op het eind.
van de twintiger jaren bezeten van het
idee een auto te bouwen voor de
massa.
Zij moest zo robuust mogelijk zijn,
zuinig als een motorfiets en ook niet
Veel duurder. In de herfst van het
jaar 1931 waren de eerste plannen ge
reed. De carrosserie verschilde maar
weinig van het model, zoals we dat nu
kennen, doch hoewel de Zündapp en
de N.S.U. fabrieken zich lang met de
plannen bezighielden en zelfs de Sow-
jets er belangstelling voor hadden,
bleef men huiveren voor het waagstuk
van een produktie aan de lopende
band.
In 1933 kwam Hitier aan de macht.
'Hij was volkomen gebiologeerd door de
gedachte tiet Duitse volk te motorise
ren. Daarvan getuigen o.a. de grote
autobanen, die weliswaar niet Hitiers
uitvinding waren (reeds voor 1933 was
er over gesproken) doch waarvan de
grootscheepse aanleg toch wel door
hem geïnspireerd werd.
Zo ging het ook met de volkswagen.
In de herfst van 1933 kon Porsche zijn
constructie aan mijnheer de Führer,
zoals hij Hitier bleef noemen, voorleg
gen.
Toen reeds werd de standaard uit
voering vastgelegd: maximum snelheid
100 kilojheter per uur, autobaainvqst,
benzineverbruik 7 liter voor 100 kilo
meter, 4 of 5 zitplaatsen, luclitkoèling
Örti een ga fdge Uit'te kiinnen sparen
en een prijs, die onder 1000 Mark
(«toentertijd' circa 600 gulden) moest
liggen. Onder druk van de Rijksbond
der Duitse autoindustrie (een politiek
gelijkgeschakelde organisatie) kreeg
Porsctie 20.000 Mark per maand om
zijn plannen uit te werken.
Volgens Adam von Opel, de direc
teur van de Opelfabrieken, was het
voor Porsche een onmogelijke opgave,
doch Porsche bleef met Boheemse on
verzettelijkheid in een garage te Stutt
gart aan zijn project werken.
Intussen bouwde de Duitse automo
bielindustrie eigen „volkswagens". De
oppositie tegen Porsche werd duide
lijk toen von Opel in 1937 op de auto
tentoonstelling Hitier begroette met:
Heil Hitier, mijnheer Hitier, hier is
onze volkswagen en daarbij de pas
ontworpen Opel P. 4 toonde, die voor
een prijs van 1450 Mark geleverd kon
worden. Intussen waren reeds in 1936
de eerste drie echte volkswagens klaar
gekomen. De proefritten leverden zeer
gunstige resultaten op.
De automobielindustrie reageerde
Ietwat zuur en bleef oppositie voeren,
zodat Hitier afstapte van het oorspron
kelijke plan om de volkswagen door
de gezamenlijke industrie te laten bou
wen. In 1937 kreeg de leider van het
Duitse arbeidsfront Robert Ley de op-
drecht een automobielfabriek te stich
ten en er de volkswagen, die KDF-wa-
gen zou heten, te fabriceren. (K.D.F.
betekende Kraft durch Freude. Het
was een nationaal-socialistische orga
nisatie, die de vrije-tijdsbesteding van
het Duitse volk regelde).
Tot einde 1938 had de constructie
van de volkswagen <al 30 miljoen Mark
gekost. De financiën kwamen van de
Staat en van het arbeidsfront. De eer
ste wagen die van de band rolde
werd niet een enorme propaganda aan
het Duitse volk voorgesteld. De prijs
was 990 Mark, hoewel iedere ingewij
de wist dat voor deze prijs de auto
nooit kon worden gebouwd. Maar het
bewijs van het tegendeel behoefde
nooit geleverd te worden.
Weliswaar legde Hitler in 1939 de
eerste steen voor de huidige Volkswa-
genfabriek in Wolfsburg en groeide het
werk snel tegen alle verdrukking in,
doch een privé volkswagen is hier tot
eind 1945 niet gefabriceerd. In de fa
brieken te Wolfsburg werden gedu
rende de oorlog tanks, vliegtuigonder
delen en circa 50.000 legerauto's met
de volkswagenmotor gemaakt.
Na de demontage van de vrachtwa
genfabriek, waarvan liij directeur was,
ging prof. Nordhoff naar West-Duits-
land, werd daar door de Amerikanen
veroordeeld tot het uitsluitend verrich
ten van handenarbeid, ging vervolgens
naar Hamburg en werd er autohande
laar. Eind 1947 werd hij door de En
gelsen naar Wolfsburg gebracht. Toen
had hij nog nooit een volkswagen ge
zien.
Als Opelman had hij ook een diep
gewortelde afkeer van de fabrieken in
Wolfsburg en hij zag aanvankelijk
geen enkele toekomstmogelijkheid voor
deze fabrieken. Vanaf 1945 waren er
in totaal 110 wagens gefabriceerd,
maar de fabriek leefde van de hand
in de tand. Dat er gewerkt werd, was
te danken aan de Britse overste Rad-
cliff, die werkgelegenheid wilde schep
pen voor de vluchtelingen uit Oost
en midden-Duitsland. Dat de volkswa
gen eens de scherpste concurrent van
de Britse automobielindustrie zou wor
den vermoedde toen nog geen mens.
Na de oorlog wilde niemand iets
van de volkswagenfabrieken weten.
Zelfs in demontage hadden de bezet
ters geen interesse. Wel werd de
vrachtwagenfabriek van Opel in Bran
denburg gedemonteerd en daarmee
kwam de man vrij, die nu
met de naam Volkswagen evenzeer
verbonden is als Porsche, namelijk
prof. Heinz Nordhoff.
Op 1 janüSH 1948 werd Nordhoff
directeur en van toen af ging tiet on
ophoudelijk voorwaarts met de volks
wagen, waarvan er t.ot nu toe 4 mil
joen zijn gefabriceerd.
Vanaf 1961 kunnen er dagelijks 4000
de fabriek verlaten, dat is één mil
joen per jaar. Het model heeft in al
die jaren enige kleine wijzigingen on
dergaan, doch is volgens deskundigen
tijdloos geworden. Curieus is dat de
opbouw van de fabrieken geschiedde
zonder dat er een eigenaar bestond.
De vroegere bezitter, het Duitse ar
beidsfront werd in 1945 opgeheven;
daarna kwam een Britse beheerder en
sinds oktober 1948 was de Duitse
Bondsregering met het beheer belast.
Ten slotte werd na heftige juridi
sche vechtpartijen in de zomer van dit
jaar beslist dat van het stamkapitaal
ad 600 miljoen mark de Bondsregering
en het land Neder-Saksen ieder 20 pet.
zouden krijgen en de rest 360 mil
joen Mark—in de vorm van volksaan
delen ter besctiikking vam het Duitse
volk zou komen.
Daarbij geniet het personeel van
de volkswagenfabriek rond 60.000 man,
uiteraard voorkeur. Voor de fabriek
en directeur Nordhoff, die wel eens de
koning van Wolfsburg wordt genoemd,
zal er niet veel veranderen. Nordhoff
is een autoriteit en geen dictator
wiens prestaties hoog aangeschreven
staan.
De liefste bezigheid van het perso
neel is om op zondag naar de zoge
naamde Steimker berg te wandelen
om er hun directeur bij het tuinieren,
een van zijn liefhebberijen, te obser
veren. Een andere liefhebberij van
Nordhoff is het kweken van orchidee-
en en het verzamelen van kunst uit het
Kmer tijdperk (de Kmer is een ver
dwenen volksstam uit Cambodscha. De
tempelruïnen van Angkor getuigen
thans nog van tiun grote cultuur).
Het huis van Nordhoff getuigt ech
ter evenzeer van zijn liefde voor de
grootwildjacht in Afrika en voor de
moderne schilderkunst. Stad en fabriek
zijn een. -Wolfsburg is ontstaan uit een
barakkenwijk, waar aanvankelijk wild
westtoestanden heersten.
Thans staan er 11.000 woningen.
Ieder jaar betaalt de fabriek aan d'e
stad 40 miljoen mark aan onderne
mersbelasting. De stad is, uitermate
kinderrijk. Tussen de lang uitgestrek
te fabriekscascade en het Mittellandka-
naal groeit het koren. De ondernemers-
raad zou dit akkerbouwgebied van 1250
bij 100 meter graag als parkeerplaats
willen hebben, want duizenden auto's
van de werknemers moeten aan de
overkant van het kanaal worden ge
parkeerd.
Maar Nordhoff is en blijft er tegen.
Voor hem zijn het koren en het da
gelijks brood nog steeds iets heiligs
dat ook door de glans en de roem van
de modernste autofabriek niet mag
worden verdreven.
62
Joanna ging terug naar de deur.
Adriaen stond in het licht van de
kandelaar. Dat is je grootste
schuld, dat je het volk wilt laten
sterven om je wil door te drijven.
Ik ga morgen naar Bergen, maar ik
ga alleen.
Je wilt me verlaten, Joanna?
Zijn stem was onvast.
Verbieden om met mij mee te
gaan kan ik je niet, Adriaen. Dat
wil ik ook niet. Maar ik wil alleen
zijn om over alles na te denken.
Hier, waar de dood mij overal tegen
komt, kan ik dat niet.
Langzaam daalde zij de trap af.
Het was nacht toen Adriaen ein
delijk naar beneden ging. Hij wekte
Jurein en droeg hem op een boot
gereed te maken. Daar moesten zo
veel kleren en andere dingen in ge
laden worden, als vrouw Joanna no
dig zou hebben. Ook voor zichzelf
moest Jurein iets meenemen, omdat
ze voorlopig niet terug zouden komen.
Ik blijf hier, zei de knecht stug,
zonder zijn heer aan te zien.
Wat betekent dat, Jurein. Wei
ger je mij dienst?
Leg het uit zoals ge wilt, heer.
Ik ben op Lodycke geboren en daar
wil ik sterven. Er zijn andere knech
ten die u even goed zullen dienen.
Adriaen keerde zich om. Jurein
had een heel ander gezicht gekregen.
Er was iets vijandigs in zijn hou
ding.
Geloof je wat Cornelis Jans-
zoon heeft zitten vertellen, Jurein?
Meen je dat Viaes Benne het beter
weet dan ik?
De knecht boog zijn hoofd en
zweeg, maar er lag zo'n uitdrukking
van verzet en onwil op zijn gezicht
dat Adriaen niet verder aandrong.
In het woonvertrek lag Arjen te
slapen. De jonker had zijn rust no
dig. Sinds zijn '-omst op het kas
teel was hij voortdurend bezig ge
weest met de vluchtelingen te hel
pen. Van de prior uit Maria's Pa
radijs had hij veel gehoord over het
verzorgen van zieken en hij kende
het gebruik van heel wat zalven en
kruiden. Adriaen keek naar het smal
le ingevallen gezicht. Er lagen don
kere kringen om de ogen en soms
trilde de mond. Tot het ochtend
werd bleef hij naast zijn bastaard
zoon zitten. Het gewone rumoer van
de wakker wordende boeren en het
geloop van de knechten en meis
jes was al begonnen voor Arjen zijn
ogen opsloeg. - Je moet vandaag
naar Romerswale varen. Tweemaal
heb ik een knecht gezonden, maar
geen van beiden is teruggekomen.
Wij weten niets over je schoonzus
ter. Wie weet of je broer misschien
al terug gekomen is. Als Berta al
leen is moet je met haar naar Ber
gen komen. Het zal een moeilijke
tocht zijn, want je weet hoe het met
haar staat.
Arjen had zijn kleren gladgestre
ken en zocht naar het stuk brood dat
één van de meisjes voor hem had
neergelegd. En hier vader? Als er
niemand van ons meer is?
De oudste knecht zal het ge
zag voeren. Dat is Michel. Wij kun
nen ons op hem verlaten. Wat de
boeren aangaat. ik zal overwe
gen hoe ze hier vandaan kunnen.
Hij zweeg, want Joanna kwam bin
nen. Ze was al gekleed voor de reis.
Ik zal doen wat u mij opdraagt,
vader. Daarna zou ik graag vrij wil
len blijven omom Joris te zoe
ken.
Er was tussen vader en zoon
geen woord gewisseld over Joris. Jo
anna had de bastaard verteld hoe
het kwam dat Joris niet op het kas
teel was. Arjen hoopte nog dat zijn
broer tijdig Agger zou hebben be
reikt, voor de orkaan zijn volle
kracht had gekregen.
Maar eerst de zorg voor je
schoonzuster, tenzij Claes inmiddels
thuisgekomen is.
De boot die vrouwe Joanna en
heer Adriaen van hun verdronken
kasteel naar Bergen zou brengen,
lag gereed. Alles wat ze wilden mee
nemen was er in gebracht. Jurein
was nergens te vinden. Michel, die
een luide heldere stem had, riep
overal zijn naam, maar er kwam
geen antwoord. Adriaen stond op
zijn onderlip te bijten. Jurein bete
kende voor hem meer dan een ge
wone knecht. Jurein had hem al ge
diend toen heer Nicolaes nog leef
de en hij was altijd met hem mee
gereden naar Borrendamme. Voor
Jurein had Adriaen nooit iets ge
heim gehouden. De knecht wist meer
van zijn leven dan Joanna. En nu
weigerde hij met hem mee te gaan?
In Jurein's plaats moest Simon
mee. Er zaten sterke roeiers in de
boot en bij gunstige wind kon er
een zeil gehesen worden. Het wa
ter stond hoog, zodat ze gemakke
lijk door de gebroken dijk in de
Schelde kwamen. Iedere keer als er
iets donkers in het water dreef,
keerde heer Adriaen zich om.
Hij vreesde dat het Jurein zou
kunnen zijn, die gezegd had dat hij
op Lodycke wilde sterven.
Twee zonen van een Lodyckse boer
roeiden jonker Arjen naar de stad.
Met de platte boot die ze hadden,
konden ze de poort dicht naderen.
Daarna wilden ze terug naar Tolsen-
de, om onderdak te zoeken voor hun
ouders en een klein zusje.
Na het vertrek van heer Adriaen
naar Bergen was het onrustig gewor
den onder de vluchtelingen. Hoewel
er nog een grote voorraad voedsel
in het kasteel was, vreesden de boe
ren toch dat ze er niet lang meer
zouden kunnen blijven.
Arjen had getracht hen gerust te
stellen, maar ze geloofden hem niet,
omdat hij zelf ook wegging.
Romerswale lag als een dode stad
onder de laaghangende wolkenhe
mel. Tegen haar muren dreven aller
lei voorwerpen en verdronken dieren.
Hier en daar dreven ook lijken. Aan
de stank van modder en ontbinding
was nergens te ontkomen. De Koe
poort was nog maar primitief her
steld. Arjen moest over hopen puin
en afbraak klimmen. Daarachter wa
ren kuilen, gevuld met groezelig wa
ter. Zijn voeten zakten weg in taai
bruinachtig slik. Waar de weg weer
begaanbaar was, werd hij versperd
door karren en wagentjes, die met
levenden en doden heen en weer gin
gen. In de straten die naar de Markt
liepen waren de mensen bezig om
hun ingestorte en beschadigde hui
zen te herstellen. Onder het puin
zochten zij naar nog bruikbare din
gen
(Wordt vervolgd)
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG De talrijke grieven,
die de sportvisserij in ons land tegen
de Kamer voor de binnenvisserij koes
tert, zijn in de Tweede Kamer in de
openbaarheid gebracht. Bij zijn begro
tingsbehandeling is minister Marijnen
gistermiddag door enige Kamerledten
tekst en uitleg gevraagd over het doen
en laten van de Kamer voor de binnen
visserij.
De rooms-katholieke burgemeester van
Aardeniburg, de heer J. M. A. C. van
Dongen, trok het debat aan. Bij het sport
vissen in de vrije natuur kan men nau
welijks meer over „vrij" praten, zo zei
hij. De Kamer voor de binnenvisserij,
opgezet als nationaal orgaan voor een
billijke verdeling van viswater, is ge
groeid tot een ondoorzichtig apparaat
dat haar eigen reglementen ontduikt,
zeer hoge kosten met zich brengt en
een politiek bedrijft, waardoor de klach
ten hand over hand toenemen.
De heer Van Dongen vroeg met klem
om een beroepsinstantie die het vergun
ningenbeleid van de Kamer zou kunnen
toetsen. Op dit gebied is de Kamer
thans autonoom. Als gevolg hiervan
blijven tal van polders voor de henge
laars gesloten.
De heer Van Dongen noemde er voor
de vuist weg een vijftiental op „en er
zijn er nog veel meer", zo zei hij. Hij
verlangde toezicht van de minister op
de Kamer, opdat deze zal werken zoals
in de wet is bedoeld.
De liberaal mr. F. G. van Dijk sloot
zich wat betreft de bezwaren tegen de
praktijken van de Kamer voor de bin
nenvisserij geheel aan bij de heer Van
Dongen. Hij waarschuwde minister Ma-
rijnen voor het verlenen van verder
gaande bevoegdheden aan dit lichaam
dat hem hierorp heeft gevraagd.
De liberale woordvoerder kon weinis
geestdrift opbrengen voor de soort „vis-
kundige toetsing", die de Kamer blijk
baar aan zich wil trekken. Het wordl
allemaal erg ingewikkeld gemaakt, zo
toonde mr. Van Dijk aan, die verwees
naar de vijf bladzijden jurisprudentie op
art. 17 van de visserijwet en een hoogsl
ingewikkeld arrest van de Hoge Raad
van 1951.
Dit arrest moet duidelijk makel i
waarom iemand, die met een hengel
door het water sleept, nog niet met een
sleephengel behoeft te vissen. En dan
moet men gewoon sportvisser zijn om
zoiets te begrijpen, riep mr. Van Dijk.
Ais men op deze manier voor zijn ge
noegen moet gaan vissen, is het plezier
er gauw af.
Ook van socialistische zijde is de mi
nister over de Kamer voor de binnen
visserij ter verantwoording geroepen, bij
monde van dr. W. H. Vermooten. Deze
vestigde de aandacht van de bewinds
man nog op iets anders; het minieme
uiteetten van pootvis in de openbare
wateren, ondanks het feit dat zestig pro
cent van de bijdragen voor de organisa
tie tot verbetering van de binnenvisserij
door de hengelaars wordt bijeengebracht.
De niet-georganiseerde hengelaars, de
gelegenheidsvissers en kleine groepjes
vissers, die rond tachtig procent van alle
sportvissers in ons land uitmaken, wor
den in hun recreatie de dupe, omdat de
O.V.B. voornamelijk vis uiteet in ver
pachte wateren, aldus de heer Vermooten.
Dl NATUUR IN EN OM UW HUIS
Wie het oude huis wil laten be
groeien, kan de gewone klimop poten:
hedera moet men dan bestellen. Klim
op is groenblijvend en dat biedt de no
dige voordelen. Vooral tegen een muur
klimt de hedera prachtig; tegen een
houten schutting gaat het niet zo gemak
kelijk; dan zal men eerst gaas moeten
spannen. Maak het plantgat niet al
leen voldoende diep, doch ook breed ge
noeg; de wortels moeten direct alle
kanten kunnen uitgroeien. Klimop kan
men in enkele soorten bestellen; de fijn-
bladige is voor dit doel wel het mooist,
doch ook de grofbladige voldoet wel.
Het is nu de goede tijd voor het aan
planten van peren en dus dient men die
nu te besteller, en doe dat vooral bij
een solide firma; er is veel ziek mate
riaal in omloop. In kleinere tuinen zal
men het vooral in de struikvormen
moeten zoeken; hoge kroonbomen ko
men voor de kleine tuin niet in aan
merking. Die struikvormen groeien ech
ter ook vrij snel en een onderlinge af
stand van vier tot vijf meter mogen ze
wel hebben.
Vijgen kunnen ook in ons land zo
maar buiten worden gekweekt; ze kun
nen volop rijpe vruchten leveren, doch
dan dient men wel een zeer beschutte
en zonnige plaats te zoeken. Men poot
ze ook veel als leiboom en tegen een
muur of schutting op het zuiden vol
doen ze uitstekend. Ze zijn echter niet
winterhard en tegen de winter moet
men de takken bij elkaar binden en rolt
men er een dubbele rietmat omheen.
Vijgen kan niet elke vruchtboomkweker
u leveren, doch ze zijn wel te koop in
ons land.
3. Okki en de meester, die zich aan
de rand van de geheimzinnige wolk be
vonden slaagden erin zich uit de weke,
taaie massa te bevrijden. Doch de maat
en Kappie waren er midden in en hun
wanhopig geworstel om vrij te komen
maakte hun toestand alleen maar be
narder.
„Trek je mes, jong!" hijgde Kappie,
terwijl hij het voorbeeld gaf. „Ik krijg
bijna geen lucht meer!" piepte de
maat, zenuwachtig in de plakkerige
substantie snijdend. „Ik kom hier
n-nooit meer uit! Ach, ach, ik ga in
damp op!"
„Dit is geen damp!" zei Kappie nij
dig. „Dit is klef en vies! Dit is een
wolk waar een luchtje aan zit!"
Inmiddels was hij er met veel moei
te in geslaagd een gat boven zijn hoofd
weg te snijden en daar wurmde hij
zich nu doorheen.
„Steek je handen uit jong!" riep hij
de maat toe. „Dan trek ik je eruit!"
Er werden twee bevende armen naar
buiten gestoken en na enig sjorren van
Kappie's kant verscheen het purperen
hoofd van de maat uit het schuim.
Okki en de meester slaakten een hoe
raatje toen zij hen heelhuids op de wolk
zagen verschijnen. Maar zij juichten te
vroeg. Een plotselinge windstoot kreeg
vat op de wolk. De luchtige massa tril
de en ruiste en plotseling verhief hij
zich van het dek, Kappie en de maat
met zich mee voerend.
KOUDEKERKE. De plaatselijke
afdeling van de Ned. Chr. Vrouwenbond
vierde heteerstelustrum onder leiding
van de presidente, mevr. Barendsen-
Koole. De bijeenkomst droeg een fees
telijk tintje, mede door de aanwezigheid
van de eerste presidente, mevr. Hoek
stra. Na de pauze declameerde de heer
Oosterwelder uit Amstedam op ver
dienstelijke wijze. De kerstavond wordt
gehouden op 19 december a.s.
HAAMSTEDE. Zaterdagmorgen om
half tien komt de gemeenteraad in o-
penbare vergadering bijeen. De agen
da vermeldt o.m. voorstellen tot intrek
king verordening heffing haven- en ka-
degelden, heffing rechten algemene be
graafplaats, tot wijziging regeling lan
dingsgelden voor vliegtuigen en tot het
aanbrengen van straatverlichting langs
de Hogehilleweg.
De Cefa vertoont zaterdagavond in
het verenigingsgebouw te Serooskerke
(W) de humoristische film „Dertien
ezels".