GEZIEN, Jo Vincent liet m 1 haar stem horen Het harde geslacht - en de minister is in Jeruzalem Chrfann» 4 DE NATUUR iKAPPIE EN HET IJSBERGRAADSELI P. W. RUSSEL'S beroemde geneesmiddelen in 1 tablet doen wonderen! Uit de kerken Woensdag 9 november 1960 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 Moet u nagaan De stroom De heer U Beg aan Met plezier in en om uw huis DOOR D I GNATE Waarom zo hees Belachelijk Zo'n wurm Anderen niet ER STAK gistermiddag een pluk afgeknipte geraniums ergens uit een Rotterdamse vuilnisbak. Dat was niet zo vreemd, want volgens alle tuinrubrieken en kweekdeskundigen is dit de tijd om uw geraniums in te korten en binnen te halen. Ja, ja, van de dahlia's ook. En de knollen bewaren, op zolder of in een droge kast; zeggen de deskundigen. Ikzelf doe het al jaren, met wisselend succes. Want elk voorjaar zijn er wel een stel van die dingen zo uitgedroogd, dat het geen enkele zin meer heeft ze aan de „Natuur in en om uw huis" toe te vertrouwen. Overigens is gisteren minister Van Aartsen in Jeruzalem aangekomen om er tien dagen lang de woningbouw te bestuderen. Daar staat een mens dan zo even bij stil: minister Van Aartsen en een studie van woningen. In Israël. En over een tijdje komen er misschien ministers uit Jeruzalem hier de woningen bekijken. Met de El-Al of de K.L.M. Zo houden we elkaar op de hoogte, dunkt me. Dat doet generaal-majoor Willem den Toom ook. Hij is de plaatsvervan gende chef van de Nederlandse lucht machtstaf en hij heeft gisteren ook iets gedaan, dat me helemaal uit Wash ington werd bericht. Hij kwam aan bij het hoofdkwartier van het strategi sche luchtcommando in Omaha. Niet voor tien. maar voor veertien dagen. En intussen draait de wereld verder en werden dr. F. A. de Graaff die secretaris is van prins Bernhard benoemd tot commandeur in de Huis orde van Oranje en in Utrecht een 43-jarige kaashandelaar veroordeeld tot vijfduizend gulden boete omdat hij aan de belasting een bedrag van ne gentig mille had verzwegen. Negentig mille. Moet u nagaan, hoe veel televisie-toestellen dat geweest zouden zijn. Dat houdt anders niet op, die geld stroom van u, om langdurig zieken van een TV te voorzien. De giro was er weer met 237 en een halve gulden, afkomstig uit Pijn- acker en Hulshorst, Rotterdam en Heinenoord en twintig plaatsen elders In ons land. Wéér waren er mensen die bi) ons binnenliepen en tientjes bij de kas en onze portier deponeerden. Een meneer die bijvoorbeeld geen naam wilde noemen „Zegt u maar van Piet Paaltjes", zei hij tegen de portier en liet zijn tien gulden achter. En vijf man van een Rotterdams benzinesta tion stuurden me elk één gulden. Een aangetekende brief uit Sas van Gent (ook met tien gulden), een apo theek met 12,50, een tientje zonder af zender en later op de middag nog een paar tientjes, gestopt in enveloppen, die verder geen afzender meldden. O ja, en een telefoontje van iemand, die me honderd gulden aankondigde. Als dat zo doorgaat staat het elfde toestel er voor ik het weet. Ja, wat er allemaal op één dag ge beurt. Zo langs de neus weg, zonder dat men er eigenlijk veel aandacht aan besteedt. Er waren gisteren drie mensen die heel lang met me wilden praten en ze deden dat ook. Maar intussen vertrok van Schiphol de heer U Chan Tun Aung, die zich hier heeft laten voor lichten over ons ambtelijk apparaat, zoals dat heet. Geen mens die gisteren heeft gedacht: O ja, nu vertrekt me neer Chang Tun Aung, maar intus sen is hij gewoon weg. Met zeven bij- reizers, allemaal uit Birma, waar ze alle ambtelijke diensten willen gaan reorganiseren. En niemand van die mensen uit Bir ma die weer één seconde dacht aan mevrouw M. J. C. Giphart-Speet uit Vlaardingen, die vandaag honderd jaar wordt, twaalf kinderen heeft gehad, nu een en dertig kleinkinderen „Oma" te gen zich laat zeggen en nog eens drie en zestig kleinkinderen kan opsom men. En tussen al die bedrijven door komt een Amerikaans schrijver even in Den Haag vertellen, dat Israël een einde moet maken aan dat voortduren de aantrekken van Joden. Het was de heer Alfred Lilienthal, die dat zei en hij is, naar ik verneem, een kenner van het Midden-Oosten. Meneer Lilienthal heeft gepleit voor meer onpartijdigheid bij de beoorde ling van het geschil tussen Israël en de Arabische landen. Men bekijkt alles teveel door de zionistische bril, zei hij. „Men is begaan met het lot van de Joden, en bekijkt de verhouding tussen Israël en de Arabische wereld niet zui ver meer". Nu moet meneer Lilienthal mij niet kwalijk nemen, maar het lijkt me wel voor de hand liggen dat „men" be gaan is met het lot van „de Joden". Tenminste, dat zou je zo zeggen, na wat er de achter ons liggende twintig jaar is gebeurd. Hoewel er met de re gelmaat van de klok hele kleine en nare staaltjes van antisemitisme tot me doordringen, die gewoon onvoor stelbaar zijn. En als ik zo de buitenkant bekijk, dan vind ik het heel normaal dat Is raël zich een hoop meer sympathie in de wereld heeft weten te verwerven, dan de landen van de heer Nasser. Wat Israël naar buiten presenteert wat wij in Nederland te zien kregen Advertentie Bij pijn. griep of „landerig" gevoel zorgt een enkel labiel d:l U weer met plezier Uw werk kunt doen! 20 tabi. f. 0.80. Voordelige gezinsverpakking 100 tabl. f. 3.50 CORRY BROKKEN zangeres GREETJE KAUFFELD zangeres? MIEKE TELKAMP zangeres? aan Vierdaagse-loopsters, aan inzen dingen op de Floriade, aan dansgroe pen dat is allemaal goed, prettig, vriendelijk, knap. Maar de heren Dr. A. Khandji, am bassadeur van de Verenigde Arabische republiek en Dr. A. H. Badawi, de Arabische rechter bij het internatio nale gerechtshof zullen de woorden De lidcactus moet nu een rustperiode doormaken; als men haar maar steeds laat doorgroeien zal ze geen bloemknop pen vormen en rust moet haar daar toe dwingen. Wel zal men da plant re- geimatig moeten besproeien. Doe dat vooral met lauw water; het leidingwa ter zo uit de kraan is veel te koud. Als ze eenmaal in de twee weken wordt be goten kan men dat wel als voldoende beschouwen. Nu mag men haar dus ook niet bemesten en het is ook zeer belang rijk haar volledig met rust te laten. Dat wil dus zeggen: niet verplaatsen. MEVROUW JO VINCENT „Ik word gek van de telefoontjes 41 Arjen wuifde terug naar het volk en keerde zich lachend om naar Jo ris, wiens naam ook al geroepen werd. Boerenjoniker, 'het geldt ook jou! Joris zei niets. Met samengekne pen lippen en gefronste wenkbrau wen keek hij over de hoofden heen. Hij herkende Lodyckse boeren en dagloners uit het dorp. Dezelfden die nederig hun geschenken hadden aan geboden bij de komst van Claes en Berta en óók dezelfden die hun nood geklaagd hadden over de onverschil ligheid van heer Adriaen. Verwacht ten zij nu dat Claes de oneerlijke dijkgraven weg zou jagen of de be lastingen verminderen? Ondanks hun vrijmoedige taal bleven ze onderda nig en slaafs. Hij kon het voor hen opnemen en ruzie met zijn vader riskeren om recht voor hen te krij gen. Maar zodra Iheer Adriaen of zelfs maar zijn erfzoon zich lieten zien, bogen ze weer en dansten ze op hun stramme benen alsof er nooit sprake was geweest van zware belastingen en slecht onderhouden dijken. Zonder nog naar het samengeko men volk te kijken reed Joris mee naar Wolfertshuis waar de jonkers zouden eten om daarna de stad in te gaan. Ben je weer somber? vroeg Ar jen toen ze naast elkaar aan tafel zaten. Joris bromde wat. Allemaal loos vertoon. Laat het volk toch zijn vreugde. Ze moeten meer dagen in het jaar hard werken als dansen. Het is vertoon, hield Joris vol. In hun hart denken ze niet zo mooi over ons. Vind je het noodzakelijk om vandaag over oude veten te praten? Arjen zei het half geërgerd en half plagend. Lach toch mee, broer. Wie weet ontstaat er een ver broedering nu Claes in Wolfertshuis komt wonen. Ja, wie weet wat er uit groeit, gaf Joris toe, maar hij meende het niet. Diederick van Voorhoute en Sweer van Schengen wilden dat Claes nog één keer met hen mee zou gaan. Voor de laatste keer zouden ze sa men feestvieren alsof Claes nog een vrij man was. Het kan geen kwaad, vond Diederick. Arjen gaat ook mee en die zal er wel voor zorgen dat je geen echtbreuk pleegt. Joris gaf zijn neef een slag in het gezicht. Hou je mond, wijnvat, snauwde hij. Berta hield zich of ze niet gehoord had wat Diederick zei. Aan het gezicht van Claes zag ze ROBBERTZ wel dat (hij zin bad om mee te gaan, maar toen de jonkers naar buiten gingen, waar hun paarden stonden, bleef hij bij haar. Als je wilt, Claes, ga dan mee, zei ze. Ik wil voor jou nooit een be lemmering zijn. Hij schudde zijn hoofd en legde zijn arm om haar heen. We zijn nu thuis, Berta. Voor de eerste dag in ons eigen huis. In de namiddag kwamen de Rede rijkers met hun wagen op de Markt en speelden zij het spel „van die su- vere minne". Het ging over 'n rid- derzoon, die een boerenmeisje tot vrouw wilde hebben. De vader ver zette zich daartegen, omdat hij een jonkvrouw tot schoondochter wens te. Als het boerenmeisje gedwongen wordt om met een knecht te trou wen, verlaat de jonge edelman zijn vaders kasteel en rijdt naar dé hoe ve om zijn geliefde weg te halen. De boerenknecht achtervolgt hem en eist zijn bruid op, maar de smekingen van het meisje doen hem van ge dachten veranderen. Niet lang daar na achterhaalt de ridder de gelief den en weer moet het meisje smeken om beider leven. De genadeloze rid der wil echter niet toegeven. Het meisje wordt gevangen gezet onder de toren en haar geliefde moet ver weg reizen. In de nacht komt een engel en opent de gevangenis. In de geest voert hij het meisje naar de geliefde en als de volgende ochtend haar bewakers komen, vinden zij haar dood op de stenen vloer. Ten slotte komt een bode de ridder be richten dat zijn zoon in een vreemd land gestorven is. Het spel eindigde met het te late berouw van de kas teelheer, toen deze eindelijk ging in zien dat zuivere liefde sterker is dan alle aardse bezit 'en aanzien. Joris volgde met grote aandacht het spel, dat met veel vertoon en omhaal van woorden werd gespeeld. Dat heeft zin, zei hij tegen Arjen, die eerst niet begreep wat zijn broer daarmee bedoelde. Het heeft zin voor mij, maar ook voor de anderen. Het moet wel overal bekend zijn waarom Claes en Berta elkander kregen. Als je denkt, Joris, dat de Ro- merswalers een bedoeling hebben met dit spel, dan hoop ik niet dat het berouw bij vader ook te laat zal komen. Joris stond nog naar de spelers te kijken, maar toen hij Arjen dit hoor de zeggen keerde hij zich met een ruk om. Laten we over alles zwij gen. We krijgen kwade gedachten door al die mensen om ons heen. Ga mee naar meester Egidius. Ik wil nog iets eten voor ik terugrijd. Er zat niet veel volk in de gelag kamer van de Eglantier. Joris bestel de zijn gewone maai, zoals hij dat bij de boeren placht te eten. Rogge brood met gekookt zwijnsvlees en ajuinsaus met mosterd. Hij at met zijn handen tot de saus langs zijn kin droop en grinnikte om Arjen die fijnere kost genomen had en zijn neus optrok voor de sterke ajuin- lucht. Eén van ons beiden zal nu vol gen, knorde hij, zijn vingers aflik kend. Ik bedoel dat vader voor mij of voer Joos een vrouw zal zoeken, of wie weet, voor jou, Arjen. Arjen liet zijn lepel in het tinnen soepbord vallen en keek zijn broer zo verbaasd aan dat deze begon te lachen. Maar plots weer ernstig, be sloot hij: Dat spel op de Markt had een zin. We worden bejubeld en bespot. Wat doet het er ook toe! Ik vind dat het hele leven een soort wa genspel is, met zotte en treurige ver toningen. Hij dronk de laatste slok uit zijn beker en liet die daarna uit zijn hand vallen. Het lawaai van bin nenkomende gasten overstemde het rollen van de beker over de vloer. Joris maakte dat hij buiten kwam. Voor mij gaan jullie allemaal in Wolfertshuis wonen, dan blijf ik al leen op Lodycke. Ga je niet mee? vroeg hij, toen Arjen geen aanstal ten maakte om zijn paard uit de stal te halen. (Wordt vervolgd) van de heer Lilienthal wel met plezier beluisterd hebben. Dat hebben een heleboel men sen in Nederland ook de woor den van Nederlands grootste zangeres mevrouw Jo Vincent. En dat is gisteren heel goed ge bleken, toen zij de hele dag door door tientallen mensen in haar huis in Overveen werd opgebeld met boodschappen als: „Me vrouw Vincent, wat heerlijk dat u het nu eens hebt durven zeg- gen Wat mevrouw Vincent gezegd heeft? Wel, dat was eergisteravond, tijdens een televisie-interview van Willem O, Duys over stemmen, kelen, zangeres sen en -crooners. ,,Ik heb natuurlijk niets tegen de kleinkunst", vertelde mevrouw Vincent me gisteren. ,,Ik heb dat ook tijdens die televisie-uitzending gezegd. Ik vind een heleboel liedjes schattig, maar waarom moet alles zo hees worden gezongen? Als je een juffrouw van de straat wilt nadoen, best, eens een keer. Maar al die liedjes over sterren en liefde, daar hoort geen hese stem bij. En dat hees zingen is bovendien bijzonder slecht voor de stem". Tijdens die TV-uitzending werden na men genoemd van Greetje Kauffeld, Corry Brokken en Mieke Telkamp. Onze grootste zangeressen, zei Willem O. Duys. „Ik vind dat geen zangeressen", zei mevrouw Vincent. „Een zangeres heeft een langdurige opleiding nodig, moet een harde studie maken. Maar wie tegenwoordig drie weken heeft ge oefend en gaat zingen, noemt zich zangeres. Het kan wel aardig klinken en een heleboel mensen zullen het mooi vinden, maar het zijn geen zan geressen". „Ik wil niemand onaangenaam zijn", zei mevrouw Vincent gisteren, „maar ze vroegen mijn mening en die heb lk gezegd. Ook dat verliezen van de stem. Dat gebeurt die meisjes om de haver klap. Dat is toch belachelijk, dat je om de zoveel weken naar de keelarts moet omdat je je stem kwijt bent. Dat komt omdat die stemmen niet goed gebruikt worden, want die meis jes hebben geen studie gemaakt. Stel je voor dat een pianist elke maand naar de dokter moest omdat zijn vin gers niet meer willen. Dat is net zo belachelijk". Dat vinden we nu zo prettig, dat u het eens ronduit zei en we zijn het helemaal met u eens, zeiden al die mensen gisteren per telefoon tot mevrouw Vincent. „Ik zal er wel boze brieven over krijgen ook, dat neem ik wel aan, maar ik heb eerlijk mijn mening gezegd", vond mevrouw Vincent zelf. Ja, dat deed ze ook over het Deense kind Gitte, een meisje van een jaar of veertien die voor radio en televisie optreedt. „Ze moest een pak op haar broek hebben en haar ouders ook", was het commentaar van mevrouw Vincent tijdens die uitzending. En mi) zei ze: „Als je nagaat hoe veel werkelijk grote mensen er in concertzalen hebben gestaan in alle eenvoud en je ziet dan zo'n wurm met twee lucifershoutjes, dan Is dat niet anders dan belachelijk". Ik geloof wel, dat mevrouw Jo Vincent de knuppel in het hok heeft geworpen. Maar ik geloof ook, dat zij iets geweldigs heeft gedaan. Zij heeft in een vraaggesprek voor de televisie nu eens niet die houding van negen van de tien mensen aan genomen en lieflijke en nietszeggende antwoorden gegeven op vragen. Nee, ze heeft eerlijk geantwoord, ze heeft precies verteld, hoe zij over de zaken dacht en ze heeft dingen gezegd (zo als over „dat wu m"), die duizenden mensen nu al zolang eens gezegd zouden willen hebben. Mevrouw Jo Vincent is niet alleen een „grande dame", maar ze is ik zou willen zeggen: dé „autoriteit" om te praten, wanneer er iets over zin gen en zangeressen moet worden ge zegd. Deze autoriteit dan heeft gespro ken en zij zal er ongetwijfeld kritiek mee oogsten. Ze is daar niet bang voor en waarom zou ze? Maar ze heeft durven zeggen, wat anderen niet durfden. En daarom heeft ze mijn bewonde ring. iiiMiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiimRiinniiiniiiHimuiiHiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiLiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 51. Nadat Geldjeslijmer hen het val luik had getoond, waardoor de haaien werden gevoederd, had geen van de zeelieden nog erg veel belangstelling voor de andere technische snufjes waarmee de berg was toegerust. Okki en de meester liepen met sombere ge zichten voort, terwijl zij Geldjeslijmer en zijn ijsberg inwendig op allerlei ma nieren verwensten. De maat wankelde zachtjes weeklagend mee, terwijl hij met bolle angstogen om zich heen keek. Merkwaardig genoég legde Kappie, die even tevoren alle techniek had ver wenst, als enige een diepgaande be langstelling aan de dag. „Wanneer zien we nou iets van de machinekamer?" vroeg hij gretig. Geldjeslijmer zwaaide een deur open, „Die heb ik voor het laatst bewaard" zei hij. „Alsjeblieft." Zij bevonden zich nu in een flinke ruimte, in het midden waarvan een groot schakelbord stond, met een aan tal hefbomen ervoor. „Dit heeft ja niets meer met scheep vaart te maken", meende Kappie laat dunkend. „Deksels! Het lijkt wel een wisselwachtershuisje van de spoorwe gen!" „Je vergist je, het heeft juist alles met scheepvaart te maken,!" wierp de scheepsbouwer tegen. „Kijk maar, die linkse hefboom regelt de botsingskracht waarmee wij de schepen tot zinken brengen! De tweede bedient het beweeg bare plateau buiten, met de volgende duiken of stijgen we en die daar, vlak bij je, laat de berg kantelen.." „Kantelen..." herhaalde Kappie bij zichzelf en hij had moeite om zijn op winding te "erbergen. „Juist, dat is alles wat ik wild weten.. NED HERV KERKEN Beroepen door de Generale Synode als predikant voor buitengewone werk zaamheden, secr. jeugdwerk oecomeni- sche raad van kerken in Ned. H. van Andel, kand. te Blaricum. Bedankt voor Naarden, toez. J. C. Bregman te Bergentheimvoor Nun- speet, toez. L. Blok te Capelle aan de IJssel. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Roenmond, A. J. Jelsma te Zaltbommel, te Ulrum, T. Kamper te Scbarendijke; te Exmorra-Allinga- wier-Tjerkwerd J. Sap, kand. te Lei den; te Schiedam, G. van Halsema te Fijnaart. GEREF (VRIJGEM.) Beroepen te Rijnsburg, R. Timmer man te Hijken-Hooghalen. CHRIST. GEREF. Beroepen te Mijdrecht, P. Op den Velde te Hilversum. De werkzaamheden aan een duiker in de Langeweg te Drelschor zijn inmid dels gereed gekomen, zodat deze weg weer voor het verkeer is opengesteld. Thans is de Daniël Lopse Hock'esweg voor alle verkeer gesloten in verband met het verzakken van een duiker

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1960 | | pagina 2