DE NATUUR
Ambtenaren voelen zich
speelbal van willekeur
ET HARDE GESLACHT
KAPPIE
HET IJSBERGRAADSEL
Uit de kerken
Vrijdag 28 oktober 1960
ZEEUWSCH DAGBLAD
P. W. RUSSEL'S
H.B.S.-ERS VRAGEN HERSTEL VAN
FOUT VAN THORBECKE:
jExcellentie, er klopt
iets niet in Limburg
SAPPIGER
EN MAAR INDIENEN
HET GETAL 45: FOUT
CIJFER 1 VOOR ELKE
10.657
OUDE TELLING
SUCCES MET TELEGRAM
OM HET SPEL
in en om uw huis
VOORZITTER CENTRALE RIJKSPERSONEEL:
KONINKLIJKE GIFT
KONINGIN OPENT
ZIEKENHUIS
door
dignate
Raad Oosterland
Pagina 2
HEERLEN. Op de speelplaats van de Wilhelminaschool in
Heerlen lagen gisteren een boel blaren en in het midden stond
de heer G. van Malkenhorst. Hij wachtte op een fotograaf uit
Maastricht, die een foto van hem kwam maken. Met reden, voor
geval u dacht „waarom?" Want de heer G, van Malkenhorst is een
schoolhoofd, een onderwijzer en een leraar die opvalt.
Weet u wat schoolhoofd Van Malken
horst zegt? Dit: Thorbecke heeft zo'n
kleine honderd en tien jaar geleden een
fout gemaakt en niet zo'n kleintje. Zo,
dat is dan dat en die uitspraak behoeft
wei enige toelichting, dacht ik.
Dat de heer Van Malkenhorst, die in
Barneveld werd geboren, hoofd van de
Wilhelminaschool is, moogt u wat dit
verhaaltje betreft eigenlijk weer ver
geten. Dat hij ook leraar is, moet u
wel even onthouden.
Leraar staatsinrichting aan het Gro-
tius college, om precies te zijn. Ook in
Heerlen, ja, en de leerlingen van de
vijfde klas H.B.S.-A krijgen bijvoor
beeld les van hem.
„Nu is staatsinrichting voor leerlingen
niet direct het meest boeiende vak",
zegt me de heer Van Malkenhorst. „Om
niet te zeggen, dat het af en toe be
paald wel droog is. En nu dacht ik,
door mijn leerlingen op iets te wijzen,
dat vak wat interessanter en wat sap
piger te maken."
Nou, dat wijzen op iets heeft de heer
Van Malkenhorst dan gedaan. Hij is
begonnen met zijn klas artikel 8 van
de Grondwet nog eens duidelijk voor
te houden en uit te leggen. Dat is niet
zo'n lang artikel, dat achtste. Het is
er wel een, waardoor men op de Haag
se ministeries soms hoofden met heel
gekke punten eraan krijgt, vanwege
alle rechten die de Nederlander aan dat
achtste artikel ontleent.
Kijk, dit staat erin: „Ieder heeft het
recht om verzoeken, mits schriftelijk,
aan de bevoegde macht in te dienen."
En dat doen wij dan ook dapper.
Boeren schrijven dat zij geen afstand
van hun weiland willen doen om er
een weg van te laten maken, vaders
vragen om hun zoon van militaire
dienst vrij te stellen, omdat hij nodig
is in zaak of winkel, al of niet alleen
staande juffrouwen verzoeken om
uitbreiding van de Hinderwet vanwege
het lawaai van de buren en weer
anderen zijn „uw schuldige dienaar" na
een opmerking dat het toch „te gek
wordt met het lawaai van motorvoer
tuigen".
En tussen al die verzoeken is er
dezer dagen een op het ministerie van
binnenlandse zaken aangekomen, dat
ondertekend was door zeven H.B.S
leerlingen: zes meisjes en één jonge
man. En de geestelijke vadermaar
dat wist u al: de heer Van Malkenhorst.
Excellentie, Limburg heeft een
Statenlid te weinig, wilt u die fout her
stellen. Daarop komt het verzoek van
die H.B.S.-ers neer. Resoluut wijzen
zij het aantal van 45 leden af en druk
ken de vinger op één getal verder: 46.
Ja, zesenveertig Statenleden moet de
provincie Limburg hebben en niet
minder. Daar gaat het om. En dat
wordt minister Toxopeus precies uit
gelegd.
Toen Thorbecke in 1850 zijn Provin
ciale Wet maakte, heeft hij die ver
gissing begaan, zeggen de zeven ijverige
volgers van de lessen in staatsinrichting
daar in Heerlen. Waarom en hoe? Wel,
„hij is niet uitgegaan van een evenredig
zielental der diverse provincies", zo
schrijven zij aan de minister.
Thorbecke stelde, dat in elke provin
cie de Statenvei-gadering niet te gering
moest zijn met het oog op de haar op
gedragen taak, maar ook weer niet te
talrijk in verband met haar wetgevende
en administratieve taak.
Na een lange berekening kwam
G. van Malkenhorst:
niet so droog
t
Thorbecke tot deze slotsom: de provin
cie Drenthe krijgt 35 Statenleden en
voor elke 10.657 inwoners die een pro
vincie meer telt dan Drenthe krijgt die
provincie één Statenlid extra boven de
35 toegekend.
Kunt u het volgen? Goed, dan gaan
we verder.
Nu de gemaakte fout en ik ga de
leerlingen letterlijk citeren.
„De fout is ontstaan doordat bij het
opmaken van het wetsontwerp het
resultaat van de laatste volkstelling
nog niet bekend was, zodat men een
vorige telling tot grondslag heeft ge
nomen."
De Staten van Limburg hebben al
eerder geprobeerd die fout eruit te
krijgen. In 1851 al hebben zij een adres
gericht aan de regering, maar tot op
lieden is er niets veranderd en daar
willen die zeven H.B.S.'ers nu iets aan
doen.
Door die fout, zeggen ze, doordat men
de verkeerde en verouderde volkstel
ling heeft aangehouden, heeft Limburg
die 45 Statenleden gekregen. Was de
nieuwe volkstelling gebruikt, dan was
gebleken dat Limbung recht had op 46
leden. Welnu, dat moet dan maar als
nog gebeuren. En als dat om technische
redenen nu niet mogelijk is, dan maar
bij de eerstvolgende Statenverkiezing,
zo stellen de zeven uit Heerlen aan de
minister voor.
Minister Toxopeus wandelde ergens
door Nieuw-Guinea, toen het verzoek
schrift zijn ministerie bereikte, maar
wanneer hij een paar dagen van zijn
reis is uitgerust, zal hij het stuk bin
nenkort wel onder ogen krijgen.
„Over niet te lange tijd zal het aan
tal Statenleden voor elke provincie
dus uitgebreid worden", vertelde me
gistermiddag de heer Van Malkenhorst.
„In het nieuwe wetsontwerp wordt
daarvoor genomen: anderhalf maal het
huidige aantal leden. Voor Limburg is
dat dan anderhalf maal 45. Dat is 67 li
en dat wordt afgerond op 67. Wordt het
anderhalf keer 46, dan komen we op
69. Dat scheelt dus twee leden in de
toekomst."
Of het lukt, wat die leerlingen vra
gen? Ik weet het niet, maar de heer
Van Malkenhorst heeft al eerder din
gen aangepakt en die tot een goed ein
de gebracht.
Ruim een jaar geleden zat hij op
zjjn school met drie klassen zonder
onderwijzer. Wat deed hij? Hij stuur
de een telegram naar de staatssecreta
ris van defensie met dit verzoek: Kimt
u tien diensplichtige militairen-onder-
wijzers in Heerlen legeren, dan kun
nen ze om toerbenrten les geven op
onze school en kan die school door-
draalen.
Het telegram kwam in de kranten
en werd er vermeld als: „Noodkreet
van schoolhoofd". Het gevolg? Staats
secretaris Calmeyer stelde vier jonge
onderwijzers voorlopig vrij van mili
taire dienst en de Wilhelminaschool
in Heerlen hield volle klassen mét on
derwijzers.
Wat zou de minister antwoorden,
dacht u?, vroeg ik aan de heer Van
Malkenhorst.
„Geen idee", zei hij. „Als hij de
fout herstelt en hij maakt er zesen
veertig leden van dan wordt die zes
enveertigste natuurlijk een K.V.P.-er.
Onze school is een protestantse school,
maar wij protestanten hebben in de
Staten van Limburg maar één lid. Dat
Hier zijn ze, de zeven Heerlense H.B.S.-
ers die minister Toxopeus schreven dat
Thorbecke zich vergist heeft. Op de
voorgrond Willy Voogt met bril) en
Sietske van der Steen en daarachter van
links te beginnen: Aad Mey, Margriet
van der ScheurHenny KlunderSelma
Rienks en Ans van Sambeek.
is drs. F. A. Kraaijeveld en die kwam
er net met de hakken over de sloot
in. Een K.V.P.-er dus, maar dat geeft
niets en dat kan ons niet schelen.
Want het gaat om het spel en niet om
de knikkers.
En, theoretisch gesteld, zou u zelf
dat zesenveertigste lid willen zijn?
De heer Van Malkenhorst lachte
eens diepzinnig. Hij dacht even na en
zei toen: „Dat zou niet kunnen, want
ik sta niet op de lijst".
Bij het aanleggen van een tuin moet
u er rekening mee houden dat de bomen
op twee meter afstand komen van de
90heidingslijn; buurman kan er later
bezwaar tegen maken als ze er korter
op groeien; alle overhangende takken
zou hij er dan mogen afknippen. Plaat
selijk verschillen de voorschriften in de
ze nog wel eens, doch over het alge
meen is het zo dat een haag ook een
halve meter van de scheiding moet wor
den gepoot.
UTRECHT (ANP) Er heer
sen onrust en ontevredenheid onder
het overheidspersoneel. De jonge
mensen voelen er in het algemeen
niets meer voor in dienst van de
overheid te treden. Men voelt zich
vaak een speelbal van de willekeur.
Dit zei gisteren de heer J. J. Land
man als voorzitter van de Centrale
van rijkspersoneel, waarbij veertig
organisaties zijn aangesloten, in de
vergadering van de bestuursraad.
De oorzaak van deze mentaliteit
wilde de heer Landman zoeken in de
onzekerheid of men in overheidsdienst
niet ten prooi zal vallen aan achter
stelling in rechtspositie. Hij meende
dat men in deze dienst ook geen en
kele zekerheid heeft, dat men zich
met hard werken een behoorlijke po
sitie kan verwerven.
Waarom wachten?
Waarom, zo vroeg de heer Land
man zich af, moet het overheidsper
soneel jarenlang wachten op de tot
standkoming van een definitieve ziek
tekostenverzekering? En waarom
moet het zo lang duren voordat de
franje van de „ruimte 1960" wordt
verdeeld? Dit wachten kan, aldus de
heer Landman, alleen maar noodlot
tig zijn voor de ambtenaren.
In dit verband noemde hij het voor
stel van minister Toxopeus van bin
nenlandse zaken om de inconveniën-
tentoeslag van 40 gulden per maand
op de politiesalarissen uit de „ruim
te" te kalen een onzalige gedachte.
De ambtenaren zouden daardoor met
elkaar moeten betalen wat aan de
politie-ambtenaren, maar bovendien
aan de kleuterleidsters en het ver
plegend personeel, reeds jarenlang is
onthouden.
Een dergelijk loonbeleid. zo zei de
heer Landman tenslotte, zou een aan
merkelijke verslechtering ten aanzien
van de geleide loonpolitiek betekenen,
omdat de ambtenaren bij een algeme
ne loonronde tenminste wisten waar
zij aan toe waren.
DËN HAAG Koningin Juliana heeft
aan het Nederlands steunfonds voor de
Nederlandse Antillen een bijdrage ge
schonken voor de slachtoffers van de
orkaan Donna op het eiland St. Maarten.
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG. Konir.gin Juliana heeft
gistermiddag het nieuwe rode-kruiszie-
kenhuis in Den Haag geopend. Zij deed
dit door een stalen koker te metselen in
een muur van de hal.
In die koker bevonden zich een oor
konde, die betrekking had oo de eerste
steenlegging van het vroegere zieken
huis aan de Sportlaan, dat in de oorlog
werd afgebroken, een oorkonde, die de
opening van het nieuwe ziekenhuis ver
meldde en een aantal Nederlandse mun
ten.
De Koningin gebruikte het zilveren trof-
feltje dat in 1922 was gebruikt door ko
ningin Emma bij de eerste steenlegging
van het oude ziekenhuis.
Een groot aantal autoriteiten en het
verplegend personeel wocnden de plech
tigheid bij.
De minister van. sociale zaken mr. dr.
Ch. J. M. A. van Rooy gaf een over
zicht van de geschiedenis van het ro-
de-kruisziekenhuis.
Tenslotte maakte koningin Juliana een
rondgang door het gebouw.
31
Het zinde de ambachtsheer ook
niet dat Adriaen van Lodycke hoge
baten trok uit de kleinere ambach
ten, waarin hij deelgerechtigd was,
terwijl hij minder dan Duvene op
bracht voor het verstevigen en on
derhouden der zeedijken.
De kasteelheer hield zich niet aan
de verordeningen en wanneer de dijk
graaf of de gezworenen hem daarop
wilden wijzen, liet' hij hen door zijn
knechten van de poort wegjagen.
Het nieuwe rijswerk aan de Schel-
dedijk en het aanvoeren der zoden en
palen had Duvene alleen moeten be
kostigen. Wel had Poppen de Voge-
laer toegezegd dat heer Adriaen de
onkosten zou helpen dragen, maflr
wat zou daar van terecht komen? En
nu wilden de Lodyckers nog dat hij
zijn stem zou geven aan het afgra
ven van de enige binnendijk, die het
land zou kunnen beschermen als de
Scheldedijk doorbrak. En die rrfede-
werking en toegevendheid werd van
hem verlangd, nadat de wilde jonker
zijn zoon verslagen had!
Al zijn ergernissen had Duvene zit
ten opkroppen. Hij stond op het punt
om er met Cornelis Janszoon over
te gaan praten toen een afgevaardig
de uit het ambacht Nieuwerkercke het
woord nam. Deze klaagde over de
achteloosheid van de dijkgraaf. Bij
de Sint Geertenschouw waren de ga
ten die de voorjaarsstormen geslagen
hadden nog niet eens voorlopig ge
dicht geworden. Onderwijl zwierven
de polderjongens rond en maakten
de wegen onveilig. Hij kreeg bijval
van de mannen van Couwerve die een
voorstel indienden om de dagdieverij
van de polderjongens tegen te gaan.
's Zomers, als er bij de boeren meer
te verdienen was dan aan de dijk,
lieten ze hun werk in de steek en
liepen weg. Sommigen onder hen rui
den de goede werkers op, als ze
niet zo vér gingen hen af te ranse
len. Ook had de dijkgraaf toegelaten
dat men jongens in dienst nam die
nauwelijks een schuier konden vast
houden en had hij gedoogd dat zij
uitbetaald werden als volwassen man
nen. Zo werd tenminste beweerd.
Bij navraag was echter gebleken,
dat de jongens een zeer gering loon
ontvingen. Het overschot verdween
in de zakken van de dijkgraaf en
zijn helpers.
Cornelis Janszoon werd rood tot in
zijn nek toen hij die beschuldigingen
hoorde. Hij begon luid te proteste
ren. Tegen de dijkgraaf in eiste de
ambachtsheer van Couwerve bestraf
fing voor zulke dingen.
ROBBERTZ
Mensen die óp zo'n manier het
algemeen belang schaden, moesten
worden gelijkgesteld met dagdieven
en belhamels! Doodstraf zou niet te
swaar zijn voor de ergsten en tevens
een afschrikwekkend voorbeeld voor
de anderen!
De opperdijkgraaf verzocht Cou
werve om zich te matigen, maar de
ambachtsheer was niet tot bedaren te
brengen. Hij wrokte nog omdat hij
geen extra penningen gekregen had
van de laatste aanbestedingen onder
Cornelis Janszoon. Openlijk verweet
hij de dijkgraaf diens knoeierijen
met geld, om over de penningen
maar niet te spreken. Iedereen wist
toch wat hij bedisselde met aanne
mers en schippers die zoden moesten
vletten en rijs aanvoeren. Nog eer hij
uitgesproken was ontstond er tumult.
Cornelis Janszoon schreeuwde donker
rood van kwaadheid dat Couwerve
zijn woorden terug moest nemen om
dat alles gelogen was. Tevergeefs ha
merde de opperdijkgraaf op het
Gentse laken, terwijl de gezworenen
en de ontstelde hoevenaren zich in
twee kampen verdeelden.
De mannen van Couv^erve, Duvene
en Lodycke schreeuwden tegen de
genen, die uit Broecke en Creecke en
de verdere zuidelijke ambachten
kwamen. Over en weer verweet men
elkaar verwaarlozing van dijken en
waterlozingen. In Creecke liet
men toe, dat palingvissers hun fuiken
voor de sluis zetten en in plaats van
de ruigte weg te halen, die de water
afvoer tegenhield, zaten de onderdijk
graaf en de opzichters mee te eten
van de vis.
Een dikke gezworene uit Broeck
blies zich zo op, dat hij een blauwe
kleur kreeg en met schorre stem
riep, dat Cornelis Janszoon liever
pauweneieren uitbroedde over de
bierkroes in de herbergen, dan dat
hij lette op het weggeslagen rijswerk.
Ook was er een veel te hoge vier-
schat geëist van enige pachters, die
wegens ziekte en veesterfte in gebreke
waren gebleven om hun schot tijdig
te betalen. Het recht eiste dan, dat
zij een bepaald bedrag vierdubbel
zouden betalen als boete. Adriaen
van Lodycke had zoiets wel kunnen
verhinderen, maar die zat liever aan
de rijke tafel van zijn Bergse ver
wanten. Dat was plezieriger dan thuif
voor zijn ingelanden te zorgen en het
arme volk te beschermen tegen de
hebzucht van de dijkgraaf en zijn
rentmeester. Voor de bouw van de
brug over de Marolle, die door heer
Adriaen moest bekostigd worden, was
het geld uit de zakken van de arme
boeren gehaald. De zaak was tot voor
de burggraaf geweest, maar die had
Lodycke in het gelijk gesteld.
Op den duur werden beide partij
en het onderling ook oneens omdat de
ambachtsheren zich beledigd voelden.
Zij voerden immers een wapen en
werden meer tot de edelen dan bij het
gewone volk gerekend. Ze voelden
zich beledigd door de uitlatingen van
enkele Hoevenaren, die alles wat edel
was voor inhalig en leugenachtig uit
maakten
Eindelijk gelukte het de oude Phili-
bert die de vergadering, voorzat, de
aandacht van de aanwezigen te ves
tigen op het punt, waarover de ge
schillen ontstaan waren: de middel-
dijk, die de boeren van Lodycke wil
den afgraven op raad en verlangen
van hun heer. Hier en daar waren
zompen in het land, doordat er te veel
grond was weggehaald bij de aanleg
van de buitenste zeedijk. Die wilden
ze nu aanvullen met aarde van de af
te graven binnendijk. Bovendien re
kenden zij dat er door het gelijkma
ken een stuk korenland gewonnen
zou worden.
Stemmen, we zullen stemmen!
Wie is voor en wie is tegen de afgra
ving? stelde Phillibert voor. Maar
daartegen verzette zich Poppen de
Vogelaer uit alle macht. Volgens hem
behoorde de dijk bij het ambacht Lo
dycke en daarover had niemand an
ders te beslissen dan alleen heer Adri
aen.
(Wordt vervolgd)
Illllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllll
41. Via de spreekbuis ontspon zich een
verhit, technisch gesprek tussen Kappie
en de meester.
„Ik kan mijn ketels toch niet force
ren?" riep de meester verongelijkt.
„Mijn toerental moet toch ergens van
daan komen? En waar haal ik zo gauw
voldoende druk vandaan, als jij meteen
op volle kracht wil varen?"
„Wat wil je anders, met die ijsberg
vlak achter ons?" antwoordde Kappie
ongeduldig. „Schakel dan de reservemo
tor erbij in.
„Krakende krukassen! Dat is toch ze
ker technisch niet verantwoord!" klonk
het uit de machinekamer. „Dan krijgen
de kruiskoppelingen een contradruk en
als ze niet breken, lopen de geleideba-
nen warm! Nou, dan heb je de poppen
helemaal aan het dansen!"
Kappie keerde zich vol walging van de
spreekbuis af.
„Dat technische gedoe.." foeterde hij.
„Altijd is er wel wat, waardoor iets
ja niet kan..ik word er kompleet zee
ziek van!"
Hij nam een besluit. „We doen het an
ders, jong!" sprak hij, zich tot de maat
wendend. „Hier kan' alleen een gehaai
de laveertechniek ons nog helpen! Voor
uit, scherp naar bakboord en als die
ijsklomp volgt, onmiddellijk weer naar
stuurboord, begrepen?"
Nu pas bleek echter, hoe groot het
technisch overwicht van de ijsberg was
op de Kraak. De piraten namen niet
eens de moeite om Kappie's manoeuvre
te volgen. Zij namen hun toevlucht
tot een heel andere techniek..
„We zijn nu dicht genoeg genaderd.."
snerpte de stem van de grote baas uit
de luidsprekers. „Nu zijn ze erbij. Kan
telen tot 45 graden maar-."
NED. HERV. KERKEN
Beroepen te Groot-Ammers: C. Vos
te Bennekom. Aangenomen het beroep
van de generale synode als predikant
voor Oostelijk Flevoland (voor buiten
gewone werkzaamheden), A. J. Hoorn
te Hulshorst; naar Paramaribo, (Ev.
Luth. K.) A. Weiland te Meeden Be
dankt voor Oldekeppel en Wieringer-
meer: A. M. Arntzenius te Grootegast.
OOSTERLAND. De Raad dezer ge
meente kwam in een spoedeisende ver
gadering onder voorzitterschap van bur
gemeester S. W. A. Laurense. Voor de
eerste maal wordt de vergadering ge
opend met het ambtsgebed. Verder be
vatte de agenda een 11-tal punten, waar
onder een voorstel tot vaststelling be
lastingverordeningen, (begrafenisrech
ten, rioolbelastmg en straatbelasting(
Verder een voorstel tot instandhouding
van de school te Sirjansland. Punt 9 be
helsde een voorstel tot gedeeltelijke in-
trekking van het raadsbesluit van 30
september jl. inhoudende verkoop wo
ningwetwoningen en inbrenging van eni
ge woningen in het woningbedrijf. Deze
materie, waar de gemeente een strop
heeft, vorderde een ellenlange bespre
king. Op deze vergadering werd enige
gaan11 0611 °^en overge-