JAAR KUNST ;T> KINDERLIJK SPEL - GEEN KUNST Schatten der farao's in het Rijksmuseum Zaterdag oktober 1960 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 9 BOVEN: In de pyramide van Giza werd dit ,,re- servehoofd" van kalk steen gevonden. Deze hoofden werden tijdens de vierde dy nastie gemaakt voor het geval dat de mensen waren overleden en het stoffelijk overschot niet was terug te vinden. Tot op heden is Giza de enige vind plaats van deze hoofden, waar aan de oren bijna altijd ontbre ken. De gevonden „reserve- hoofden" leveren een merk waardige reeks portretten van leden van het hof vanChephren. Er wordt van deze hoofden ook verondersteld, dat zij dienden om de ziel van de dode te ont vangen. Wellicht zijn zij over blijfselen uit een tijd, toen de A Deze groep van twee vrouwen en een jonge man, uit kalksteen ge houwen, heeft nog de resten van de beschildering, die alle beelden moet hebben versierd, de vrouwen met gele, de jonge man met roodbruine kleur. Het gewaad van de vrouwen was met blauwe ruiten versierd. Voor op het voetstuk staan de namen van Meret-tefs, een voorname vrouw van het hof, en van de schrijver Chennoe. Deze personen hebben echter niet model gestaan, doch heb ben zoals dikwijls in de Egyp tische kunst voorkomt, het beeld „geadopteerd" en hun eigen namen erin laten zetten (Oude Rijk). UTRECHT De Indische taalge- leerde ïndu Shekhar. hoogleraar in het Sanskriet aan de univesiteit van Tehe ran. promoveerde gistermiddag aan de Zijn proefschrift Sanskrit drama, lts origin and decline, toont aan hoe het toneel in Indië zich reeds had ontwik keld lang voor de christelijke jaartel- door Anthony Bosman WAT eeuwenlang afgesloten is geweest van de buitenwereld in pyramiden en rotsgraven, daarna dikwijls werd geroofd om het goud of om het wonder en ver volgens in musea werd ondergebracht, heeft voor het eerst het land van ontstaan verlaten. Niet alleen om te getuigen van de grootheid van de Egyptische beschaving, maar ook om de actie te steunen, die de Unesco voert om in samenwerking met de regering van de Verenigde Arabische Repu bliek de cultuurmonumenten in Nubië voor onder gang te behoeden. Nederland blijft daarbij niet achter. In opdracht van de Nederlandse regering hebben Nederlandse deskundigen een plan uitgewerkt om door de bouw van drie dijken het tempelcomplex op het eiland Philae van de ondergang te redden. En nog andere voorstellen tot hulpverlening hebben Nederlandse autoriteiten in overweging. Het is zeker als dank voor deze bemoeienissen te beschouwen, dat de Egyptische regering erin toe stemde een zo groot aantal kunstschatten tijdelijk uit de musea in Kairo en Alexandria af te staan. Dank zij dit genereus gebaar kan men tot en met de laatste dag van het jaar in het Rijksmuseum te Am sterdam de uitingen van Egyptische cultuur van vijfduizend jaar aanschouwen. Niet dat er in Nederland niets daarvan te zien zou zijn. Het Rijksmuseum van oudheden te Lei den bezit oen op zichzelf indt uk- wekkende collec tie, die echter slechts in klei ne kring bekend is. Nu zal men, wellicht roet ver bazing, constate ren hoe belangrijk het Nederlandse be zit aan Egyptische kunst is. Want op dikwijls indrukwekkende wijze is de tentoonstelling aangevuld met werken uit Leiden, grote sculpturen, reliëfs en houten plastieken vooral, die moeilijk vanuit Egypte konden worden gezon den. mummificatie van de gewone burger nog niet in zwang was (Oude Rijk). MIDDEN: Te Memphis is dit hoofd, dat waarschijnlijk Se- menchkare, schoonzoon en me deregent van Echnaton, voor stelt gevonden. Het stamt uit het Nieuwe Rijk en is geheel gemaakt in de stijl van die tijd, waarbij de evolutie in de kunst werd gevolgd zonder evenwel de geest van het Oude Rijk op te geven. ONDER: De invloed van de Grieks-Romeinse kunst is te vinden in dit Hoofd van een Nubiër. Het beeld ontstond in het tijdperk 332 voor Chr. tot 395 na Chr. A Beeldje van een kat, uit 1085 tot 332 voor Chris tus. Deze beeldjes waren gewijd aan de godin Bast in haar tempel te Boebastis. Soms bevatten zij de mummie van een kat. ran, promoveerde gisierrrnaaag aan at- tveiu Rijksuniversiteit te Utrecht tot doctor j ling. in de letteren en wijsbegeerte. Dr rlndu Shekhar, die sinds jaren gro Advertentie 't Is een kwestie tm kannen Want wie wil kan lekker koken. Als U tenminste Maizena Duryea gebruikt - het ideale bindmiddel voor groenten, soepen en sausen. te belangstelling heeft voor het toneel en de dans en die zelf ook verscheidene toneelstukken heeft geschreven, belicht in zijn dissertatie het ontstaan en de ontwikkeling van het Indische toneel. Pyramiden en mummies, zij zijn veruit de bekendste uitingen van Egyptische cultuur. De pyramiden door hun ontzagwekkende grootheid, de mummies door de sensatie mensen te aanschouwen, die duizenden jaren geleden leefden, stierven, begraven werden en wier stoffelijk omhulsel de tijd heeft doorstaan. Vreemde getui genissen van een vreemde, maar boei ende beschaving. Zelden heeft het volksbegrip zo juist de essentie van een cultuur beseft, zonder het mis schien verstandelijk te weten. De Egyptische kunst in welke vorm ook berust op het leven na de dood, dat alles beheerst. Paleizen, woningen, zij werden gemaakt van het verganke- lijkste aller materialen, gestampte klei of ongebakken tegels. Tot stof zijn zij vergaan. Maar de paleizen en de wo ningen van de doden, zij werden ge bouwd .met baksteen en bekleed met gehouwen steen, zij werden uitgehakt in de rotsen en weerstonden de tijd tot op heden toe. Nooit tevoren en nooit daarna heeft het geloof in een voortbestaan na de dood zozeer het leven en de kunst be heerst. Alle kunst diende de godde lijkheid van de farao en staat in het teken van grote ernst en verheven rust. Streng is het karakter van de Egyptische kunst, hard soms en zelfs onbarmhartig in zijn verwijdering' van alle menselijke gevoelens. Groot heid was synoniem onverzettelijke wilskracht, met heilige rust. Niets aards is er te vinden in de beelden van de farao's van het Oude Rijk (3000 tot 2300 voor Christus). Bovenmense lijk zijn de sculpturen zoals de farao's, die zij voorstellen, dat ook waren in al hun goddelijkheid. Even onvergankelijk als de beelden is de stijl. Er mogen in de vijfduizend jaren verschillen voorkomen, een steeds toenemende neiging tot ver menselijking naarmate de farao's hun goddelijkheid verloren en degradeer den tot absolute heersers (in het Middenrijk 2100 tot 2300 voor Chris tus) en tot oorlogshelden (in het Nieuwe Rijk, 1500-1000 voor Christus), het grondpatroon van de Egyptische kunst blijft in wezen hetzelfde. Als de voortgang van de farao-kunst door welke reden ook werd onderbroken en in de vijfduizend jaar zijn dat er vele geweest dan keerde men terug naar de vroegste vormen, zo niet instinctief dan door onderzoek. Telkens ziet men op de tentoonstel ling de kunst van het Oude Rijk, die het begin en het hoogtepunt is, terug komen in latere uitingen. Veizwakt weliswaar in het goddelijke en majes teitelijke, aangevuld door een streven naar geïdealiseerd realisme, dat steeds minder de idealisering ten doel heeft en steeds meer het realisme, hetgeen nauw samenhangt met de positie van de farao. Het is dan ook reeds lang niet meer de farao alleen, die uitvoerig voor zijn leven in het hiernamaals zorgt. Aan zienlijke ambtenaren, rijke kooplieden, zij volgen het gegeven voorbeeld na en de kunstenaars mogen zich ook in hun dienst stellen, waarmee aan het godde lijk principe afbreuk wordt gedaan. De tentoonstelling loopt door tol de Grieks-Romeinse tijd, de Koptische en de Islamitische periode, tijden waarin de eigen kunst goeddeels verlorer. ging en de artistieke ontwikkeling een to taal andere richting inging, zodat er kunstvormen ontstonden met eigen kenmerken. Als men in de laatste zaal is gekomen, bestaat er geen verband meer met wat er aan voorafging. En men kan niet beter doen dan nog eens de zalen van het Oude, het Midden en het Nieuwe Rijk door te dwalen om de herinnering levend te houden aan een overweldigende cultuur, die niet alleen met beeldhouwwerken en reliëfs ver tegenwoordigd is, maar ook zij het in mindere mate met gebruiksvoor werpen, sieraden, die bijdragen tot het algemene beeld. A Een van de hoogtepunten van de tentoonstelling is de Groep Mykerios, ge vonden in Giza. Deze afbeel ding geeft een fragment ervan. Het leistenen beeld werd aan getroffen in de dodentempel van koning Mykerios naast diens pyramide. Het gelaat van de koning heeft individuele trekken. De vorst wordt in zijn beeld voor de eeuwigheid weer gegeven in de volle kracht van zijn leven, de blik gericht op de oneindigheid (Oude Rijk), Uit het Nieuwe Rijk stamt deze schminklepel in de vorm van een zwemmend meisje, dat voor zich een eend houdt. Vroeger was de holte bedekt met een deksel. A De kunst van de goud smid had tijdens de twaalfde dynastie (Mid den Rijk) een perfectie bereikt, die later niet meer geëvenaard zou worden. Dit borstsieraad, dat heeft toebehoord aan de farao Sesostris II, wordt als het prachtigste beschouwd dat de Egyptische kunst heeft voort gebracht. :n \r Gekleurd kalkstenen beeld Gehurkte Schrij ver, waarschijnlijk een prins, die zich als intellectueel hij kon lezen en schrijven! liet uitbeelden. Er wordt ook verondersteld dat dit beeld ty pisch dat van een beroeps schrijver is door de zware tor so van de man die lichaams oefening mist en de uiterst ge trouw weergegeven beroeps houding (Oude Rijk). EINDHOVEN Jean Dubuf- fet, een peinzend kijkende Fransman van 59, die afwisse len wijnhandelaar en kunst schilder is, maakt bij wijze van grafiek zinken steendrukken, dat wil zeggen, hij maakt li tho's met behulp van zinken platen. Dubuffets grafiek is thans in Nederland te zien, tot 30 okto ber in het Van Abbe-museum te Eindhoven, van 4 november tot 12 december in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Dat is een vergissing. Het grafische werk van Dubuffet hoort niet thuis in een museum voor beeldende kunst. Het is geen kunst, het is een kinder lijk spelletje. Dubuffet speelt dat aldus: hij laat allerlei materialen op zinken platen inwerken, zuren, harspoeder, spiritus, benzine, water en drukt dan de pla ten af. Soms ook gaat hij te werk met stukjes leer. stukjes sinaasappel schil. steentjes, houtjes, zelfs met de rug van een behulpzaam persoon. Mooie titels Het resultaat daarvan zijn bladen papier met allerlei toevallige, grilli ge vormen. Daarbij verzint hij titels. Daarin is hij goed. Cosmografie. Ge lukkige aarden. Parcours, De muur van water, Mycelium, Geest van de aarde. Dramatische zon of Veld van de gedachte heten zijn bladen. Dubuffet geeft zich blijkbaar met genoegen over aan zijn kinderlijke fantasie. Hij maakt hele series die ook allemaal poëtische namen dra gen van zulke druksels. Onder de maal Het zijn niet alleen toevallige ab stracties die de wijnhandelaar-schil der vervaardigt. Hij beweegt zich ook op het figuratieve terrein. Vooral hier blijkt zijn gebrek aan kunstenaar schap. Dat kan hij bij herkenbare motieven niet meer verbergen achter de toevalligheid of indrukwekkende ti tels- Hier en daar doet dit deel van zijn werk aan Klee denken. Maar daarmee is er op het artistieke vlak alles van gezegd. Voor de rest toont het slechts onmacht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1960 | | pagina 9