6
Hl ET HARDE GESLACHT
jSPORT
en rijen maar!
Proost, jongens -
Dierendag
t5?w-
ikappie en het ijsbergraadseli
EEN SERIE PROEVEN DIE
EEN HARDE TAAL SPREKEN
BAZURKA
ZEEUWSCH DAGBLAD
HJiiiitiiiiiiiiiiiiiiiuiiin
FLITS
j GORDON
in het
heelal
Dan Barry
SJAANTJE
I DE
I TINTELS
Jack
Dunkley
Chr. onderwijzers le
Middelburg bijeen
c jNOGIN SHOCKTOESTAND.
nAcio'a /Z'<J,l-IJICröO6DUITTER0S-
.DOKTER /TEN, M AAP 15 NOG NI ET
5®?«Brv ff iV_ WEER 810 BEWUST-
zion,
\A een handvol sherry's, één
-LN cognac, twee glazen wijn
plus een volledige warme maaltijd:
de stukken voeren er af toen
mevr. E. van Strien in haar Tau-
nus de circuitweg opreed. De van
achter een muur de weg opwande
lende pop werd door haar frontaal
geschept (bovenste foto), dertig
meter meegesleurd en onder de
wielen fijngemalen (foto midden).
Het namaak-slachtoffer had zijn
pc sjaal e»i laars verloren (foto
onder) en zou, ware het een mens
geweest, op slag zijn gedood. ,.Had
ik dan moeten remmen?", vroeg
mevr. Van Strien, de door alcohol
beïnvloede proefpersoon.
iiiiliimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiliiiiiHiiiiiiiiiiiiiiii
Vandaag is het Dierendag. Dat
is een heel goede dag. vooral s
g omdat hij uitdrukkelijk niet is
bedoeld als de enige dag in het
jaar waarop men vriendelijk i
g moet zijn voor de dieren. Inte- g
g gendeel: het is de bedoeling dal g
we ons. na de opwekking van g
g deze dag. heel het jaar door wat g
g meer om de dieren hekommeren, g
g Nu valt ons dat. lijkt me.
g gaandeweg gemakkelijker. In g
g het zogenaamd redeloze dier g
ontdekt men tegenwoordig dik- g
g wijls meer rede dan in rede-
g voerende mensen. Ik behoef niet I
g eens een naam te noemen; het g
allertriestigste is dat de rede-
g lozen aan iedereen bekend zijn g
g Zij verliezen alle rede voor het g
forum der miljoenen, slaan g
g schuimbekkend op conferentie- g
g tafels, braden kippen in hun ho- g
g telkamers. gedragen zich als... g
g nee. dat kan ik uitgerekend op g
g deze dag niet schrijven, en be-
g heersen desondanks het levenslot g
van miljoenen mensen.
g Je krijgt het er soms be- g
g nauwd van. Benauwder dan je g
g voor het gevaarlijkste dier be-
g hoeft te wezen. g
AAN SPLINTERS
In het begin van de ochtend
hadden ze alle zeven hun ritje
gereden: voor- en achteruit een
denkbeeldige garage in, tussen
pionnen door en afmelden bij dé
eindstreep. Foutloos deden ze het
allemaal
Nu, na die lunch en na die
twee sherry's, die twee glazen
rode wijn plus die cognac, stapten
ze op het circuit wéér achter het
stuur.
O ja, tussen haakjes: u kent ook
die opmerking: „Goed, we hebber
een borrel gedronken, maar we
hebben er stevig bij gegeten en
dat scheelt enorm'
Nou, dan had u maar eens
naast me moeten staan, op dat
Zandvoortse circuit. De (denk
beeldige) garagedeuren werden in
splinters gereden, de pionnen
sneuvelden achter elkaar, er werd
geloeid op de gaspedalen, de
reactiesnelheden liepen met stuk
ken terug.
OVERMOEDIG
„En nu het borreluurtje''. Dok
ter Meijboom had inmiddels
bloed getapt, want hoewel het
hier niet om een wetenschappelijk
onderzoek ging, maar alleen om
visueel aan te tonen dat alcohol
ook kleine hoeveelheden
wel degelijk invloed heeft op de
bestuurder, onderwierp elk van
de zeven zich aande bloedproef.
Twee keer.
Weer vloeide de sherry en de
campari in de glazen; het bier
schuimde en de jenever borrelde.
En na dat uur nog eens een z.g.
schrikproef.
Een pop kwam onverwachts
de weg over en zes van de zeven
proefpersonen reden die namaak-
mens geheel aan flarden. Maar
één reageerde snel genoeg en
remde nog precies op tijd.
„Niet te geloven hoe overmoe
dig je wordt" zei de heer J. Fol-
kerts, hoofdagent-instructeur van
de Rotterdamse politie en een van
de proefpersonen. En mevrouw E.
van Strien, bekend rallyrijdster
en nu ook proefpersoon, zei met
een glazig-lachend gezicht: „Had
ik dan moeten remmen?".
door
FÜl.'lllllllllllllllllllllllllt
WE MOETEN HÊTHOOFDKWAR-^
TIER- BELLENZARKOV. ER ZITSV-
9TÊEM IN DIS AANVALLEN OPONS
URANIUM. ALLE ATOOM CENTRA
LES MOETEN GEWAARSCHUWD^
■L WORDEN.
opera mundl KFS,
wemogbsdituaargeen
VUURWERK-HEBBEN
VAN DE POLITIE.
ROLFJE, l-l ET RIJ
KE UONGETUE,
HEEFT ER WAT OP
GEVONDEN.
HU HEEFT VOOR
50 GULDEN
KLAPSI GAREN
GEKOCHT.
DOOR
DICNATE ROBBERTZ
10
In de gang die naar de kapel leid
de bevonden zich aan de ene kant
kleine ronde venstertjes. Van daar
zag ze het wijde land in het gave
licht van de meidag. In de verte, af
getekend tegen de nevelige horizon,
lag de stad Romerswale. De wind
speelde over de toppen van de bo
men en rimpelde het water van het
Marollegat. dat achter de parken en
landerijen langs het kasteel naar de
Schelde stroomde. Het rijke vrucht
bare land met boerderijen en vrien
delijke dorpen lag voor haar zoals
*e het al vaak gezien had. En toch
leek het nu anders.
Het was meer dan tijd om met
Adriaen te spreken. Was er aan de
beste boom geen dorre tak of een
geschonden blad? Moest hij zich
zelf en haar het leven vergallen
om de wandaden van een neef? En
was het niet de hoogste tijd zich los
te maken van het verlangen om het
aanzien van zijn geslacht te vergro
ten en 't bezit uit te breiden? Het
was hem bijna tot waanzin gewor
den en hij versomberde zijn dagen
door onvrede. Hij had zich de haat
op de hals gehaald van poorters en
ingelanden en van allen die meen
den een eigen recht of gezag te moe
ten verdedigen.
Opziende naar het kruisbeeld dat
aan de donkere muur van de kapel
hing huiverde de vrouwe van Lodyc-
ke. Was het verkeerd van haar ge
weest zich terug te trekken en naast
haar man te gaan leven in plaats
van met hem samen? Had zij moe
ten buigen en om zijn liefde en ver
trouwen bedelen?
Dan had ze zichzelf moeten «bre
ken en om dat te doen had ze niet
genoeg van Adriaen gehouden. Die
gedachten dwarrelden door haar
hoofd terwijl haar lippen het gebed
zeiden. Zou hun leven anders gewor
den zijn, als zij haar trots had kun
nen breken? Zouden hun zonen dan
met een andere aard geboren zijn
als zij hen onder een deemoedig
hart gedragen had? En Arjen? Zou
hij er dan wellicht niet geweest zijn?
Ze schrok van die gedachte,
want ze hield van de bastaard of
het haar eigen kind was. Dat kwam
omdat hij anders was dan zijn
broers. Arjen mocht dan een Ro-
merswaler zijn, hij was geen wilde
jonker.
Toen Joanna terug kwam uit de
kapel wachtte de dijkgraaf, Corne
lls Janszoon. haar op. Hij veront
schuldigde zijn komst. terwijL de
i heer afwezig was, maar het betrof
ernstige zaken die niet langer uit-
gesteld konden worden. Zoals Joan-
na vermoedde kwam hij over de
herstellingen aan de zeedijk en over
het afgraven van een binnendijk
j praten. Adriaen wilde die binnendijk
laten slechten om een stuk koren-
land te winnen. De dijkgraaf was
1 evenwel van mening dat de zeedijk
I niet stevig genoeg was om bij hoge
I vloed het water van de Schelde te
gen te kunnen houden. Bij een door
braak zou de tweede dijk het land
nog beschermen.
Cornells Janszoon was geen onbe
kende op het kasteel. Joanna ver
trouwde hem meer dan anderen die
hun heer kwamen raden en inlich
ten. De dijkgraaf was minder sluw
dan de rentmeester. Hij had een
eerlijke liefde en een oprechte be
zorgdheid voor het land en de hoe
ven.
Is het je bedoeling. Cornelis
Janszoon; dat ik deze zaak met heer
Adriaen zal bespreken? vroeg Joan
na, hem onderzoekend aanziend.
De dijkgraaf knikte.
Zelf heb ik meer dan eens de
dijk ter sprake gebracht, vrouwe.
Maar heer Adriaen luistert liever
naar Poppen de Vogelaer, die alle
klachten van ingelanden verzwijgt
en doet alsof hij alleen het voor het
zeggen heeft. Bij de laatste dijk-
schouw door de opperdijkgraaf is de
slechte zorg gebleken die besteed
wordt aan het delven en de water
lozingen. Het land achter in de pol
ders staat bij nat weer geregeld on
der water.
(Wordt vervolgd)
in do
door
I W.Lohmann
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniinniiiimnm
pHHIIttlMlMIHIttUIHlt
door
20. Ploeterend en puffend zwommen
Kappie, Okkie, de meester en de maat
weg van de Kraak. Kappie was de eer
ste. die de glibberige bodem van de ijs
berg onder zijn voeten voelde.
..Ahoy! Hierheen mannen!" riep hij
gedempt. Hier is een soort ondiepe nis!
Maar maak geen herrie, anders komen
die overgehaalde ijsberen op ons af
Gelukkig waren de onaangename die
ren nergens meer te bekennen. Glijdend
en struikelend kropen zij op handen en
voeten voort, tot zij de holte bereikten.
Daar kropen zij kleumend tegen elkaar.
..Kijk zei Kappie met een prop in
zijn keel. „Kijk, onze goeie, ouwe Kr
De naam van zijn schip kwam niet
over zijn lippen; de ontroering was
hem te machtig. Met vochtige ogen
staarden de mannen naar de plek, waar
hun schip worstelde met de zee. Er
stak nog maar een deel van de voor
steven boven de golven. Toen ging ook
dit dee) in een vreselijk gegorgel on
der.
Daarop werd alles stil, behalve de
maat, die zijn snikken in zijn baard
trachtte te smoren.
Kappie zuchtte „Het was een goed
schip zei hij eindelijk. „Maar met
gezever krijgen we het niet weerom!
Laten we ja blij zijn, dat wij tenmin
ste voorlopig zijn gered!"
„Dat woordje „voorlopig" was wel
op zijn plaats, dat zouden zij gauw ge
noeg bemerken. Het was immers een
heel vreemde ijsberg, waarop zij wa
ren aangeland!
MIDDELBURG. Voor de afdeling
Walcheren van de Prot. chr. onderwij
zersvereniging sprak mej. A. Vink uit
Hilversum, kleuterleidster, over het on-
I derwerp: „De aanpassing kleuterschool-
lagere school",
i Na gememoreerd te hebben, dat de
kleuterschool de laatste tijd in het cen
trum der belangstelling staat, bracht zij
dè zgn. schoolrijpheid ter sprake. De na-
I druk werd gelegd op het grote verschil
tussen kleuterschool en lagere school.
Op de kleuterschool leeft het 'kind ge-
heel in een speelinstellirg en op de la-
j gere school kcrnt het aan op een taak-
instelling. Op de kleuterschool moet de-
ze taakinstelling voo-rbereid worden.
De kleuterleidster heeft de taak om de
overgang voor het kind gemakkelijk te
maken. Van groot belang is ten slotte,
aldus mej. Vink, dat er contact bestaat
tussen kleuterschool eii lagere school.
De afd. St. Laurens van de NCVB
vergaderde onder leiding van mevrouw
D H. Baas-Kemp. Zuster A. Evertse
distrikts ver pleeg ster te Middelburg.'
sprak over: ,.De vooruitgang van de
verpleging en de medische wetenschap".
De eerstvolgende vergadering i* ge
pland op 27 oktober.
Nee, nee. Drie borreltjes doen
u niks. Maar vergis u niet! Op het
circuit van Zandvoort heb ik
(onder het oog van de politie)
een serie alcoholproeven meege
maakt, die wel een andere taal
spreken.
Vijf mannen en twee vrouwen
hadden zich als proefpersoon ter
beschikking gesteld. De Rotter
damse politiearts dr. G. Meijboom
onderwierp hen aan een even-
wichtsproef. Er waren ook schrijf
proeven, reactietesten en ogen-
proeven en toen werden de sher
ry's ingeschonken.
„Proost!". De glazen gingen om
hoog. Twee sherrytjes werden er
gedronken, zoals bij zoveel al of
niet zakelijke gesprekken overal
in ons land. „En nu aan tafel,
jongens".
Biefstuk, gebakken aardappels,
doperwten. Plus, zoals normaal
bij een zakenlunch, twee glazen
rode wijn. IJs toe en koffie met
cognac en de oogjes van de zeven
werden al glaziger.
T T moet die foto's maar eens bekij-
ken, ik zeg er verder niets meer
over. 't Is maar dat u het weet: ook
na één borrel bent u tegenover an
deren én uzelf niet verantwoordelijk
achter het stuur.
T^R WAS GEGETEN, weer ge
il/ reden en het borreluur brak
aan. Steeds luidruchtiger werd
de summing, steeds waziger de oogjes.
De Rotterdamse politieman Folkïrts,
üie ik als een bijzonder serieuze
autorijder had leren kennen, werd
alsmaar lacheriger en wilde hele fles
sen in een halve lampion leeggieten
(rechts boven). Het „Nog eentje dan"
was niet van de lucht. Wat er ge
dronken werd noteerde men precies
e-> do dram.- werd per maatglas ge
schonken (linker foto). En die lege
tafel (midden), ziet die er niet uit
zoals zoveel tafels na een zaken-
lunch? Politie-arts dr. Meijboom
(rechts) constateerde de verslapte
rMf V onmiddellijk en wie van de
proefpersonen zijn vinger moest na
kijken voor de ogenproef, zakte direct
al door de mand.
A LLE ZEVEN hadden ze zich vrijwillig beschikbaar gesteld om de alcohol-
Xx proef on het Zaiidvnurt.se circuit te onderga'». Helemaal links de heer
Nico van Vliet (Avro-televisie) en vervolgens: rallyrijdster mevr. E. van Strien-
van Hasselt uit Heemstede, de heer J. Folkerts van de Rotterdamse politie, de
heer J. Popkema van de politie Zandvoort, mevr. G. van Voorst Vader uit Zeist,
de heer Y. Heerema en de heer J. Warning.
ANDVOORT. ,,Nou, nog ééntje dan, maar niet méér
want ik heb m'n vrouw beloofd dat ik met eten thuis
zou zijn." Hoeveel keer, dacht u, wordt per dag in
Nederland dit zinnetje gezegd? De jenevertjes en de sherry's
worden dan omgeslagen, „Groeten aan je vrouw", tip aan de
ober of barkeeper, autosleuteltjes, portier open, starten, gas
en Hup!, daar gaan ze huiswaarts. „Natuurlijk, echt drinken
en dan rijden is idioot, maar die drie borreltjes doen me
niks."