Merkwaardige journalistiek in blad van (ge)goede huize Het harde geslacht I ikappie en het ijsbergraadsel i „ZEKERE P. RUSSEL" VI.UCHT BLIJFT OVERBODIG Duur Uit de kerken Zaterdag 1 oktober I960 ZEKÜWSCII DAGBLAD Pag. 2 Halve ivaarheid Zelf aan de slag DE TINTELS Jack Dunkley Provinciale Staten EET u wie ik ben? „Zekere P. Russel". En weet u waaraan ik me schuldig maak? Aan „verdichtsels, insinuaties, leugens, onwaarheden, naïeve veron derstellingen, boute beweringen plus aperte onjuistheden". En weet u ten slotte voor wie ik partij gekozen lieh? „Voor de SS-officier". Aldus lees ik in het Wage- ningse fotoblad „De Spiegel", gedateerd op vandaag 1 oktober. pen". Ik moge opmerken, dat de za ken op deze manier enigszins anders liggen. Op het moment dat ik over Köp pern begon te schrijven, kon u lezen dat er op dat ogenblik nog niets de finitief geregeld was voor een vertrek van de familie Kaufmann naar Ne derland. Onjuist, zegt het fotoblad, de zaak was in kannen en kruiken, het geld stroomde binnen en er waren al meer dan zestig aanbiedingen om de heer Kaufmann aan werk te helpen. Wel, de heer Kaufmann zelf heeft tegen mij wat anders gezegd. Want persoonlijk heeft hij me verteld: ,,Kijk, hier zijn wat aanbiedingen, maar dan wordt mijn gezin in Ne derland verspreid en dat willen we niet; tien aanbiedingen heb ik nu, maar ik heb er niets aan; ik kan in een woonwagen in Nederland gaan wonen, maar dat willen we niet; het is allemaal erg vriendelijk van de Nederlanders, maar dit is geen basis om hier uit Köppern weg te gaan en ik weet nog helemaal niet of ik naar Nederland ga". Aldus de heer Kauf mann persoonlijk, tijdens mijn be zoek aan zijn dorp Köppern. In een verhaal, dat twee en een halve pagina beslaat, wordt twintig keer de naam van deze krant genoemd, negen keer de mijne voluit en twee keer word ik aangeduid als „R". Het verhaal handelt over de heer Max Kaufmann in Köppern die, zoals u gisteren in een bericht van het Amerikaanse pers agentschap Associated Press hebt kunnen lezen, in Duitsland is gearresteerd en wiens vrouw en twee zoons ergens in Neder land verblijven. Het genoemde blad te Wagenin- gen heeft destijds onder zijn lezers geld ingezameld om de heer Kauf mann en zijn gezin in de gelegen heid te stellen naar Nederland te komen en hier te gaan leven. Dat siert dit blad; menslievend werk is fraai werk en de heer Kaufmann is een dankbaar onderwerp om een actie omheen te bouwen. Immers, was hij niet de enige van alle ge tuigen, die tijdens een proces in Frankfort rond de Joodse caféhou der Kurt Sumpf, durfde verklaren, dat de heer Sumpf wel degelijk was gepest, geslagen en uitgescholden? ,.Hij is bijzonder flink opgetreden in het proces-Sumpf en hij verdient daar voor ons aller waardering. Dat daar tegenover een groepje van, zeg tien, mensen uit Köppern onze verachting en meer als u wilt waard is, dat staat ook als een paal boven wa ter", zo stond op 14 september te le zen in deze rubriek. DE KEERZIJDE van een Engels dagblad en een Ame rikaans weekblad in Köppern zijn agan kijken. De berichten in de andere bla den komen uit Enschede twaar de heer en mevrouw Kaufmann in april een door genoemd blad georganiseerde persconferentie gaven), uit Amster dam of uit Wageningen. De berichten uit de laatste plaats vermelden steeds het in die stad uitgegeven fotoblad als bron. IK SLIEP OOK „ABSOLUUT ONWAAR" Begin september ben ik naar Köp pern gegaan om, zoals ik u daarna vertelde, er achter te komen in hoe verre waar was wat over de heer Kaufmann in Nederland werd gezegd. Kaufmann komt naar Nederland om dat hij in Köppern wordt weggepest", luidde de boodschap hier en ik heb in Köppern gevraagd: Meneer Kaufmann, is dat zo? ,,Ja". Daarop kwam het antwoord van de heer Kaufmann neer en* wat hij mij alfemaal vertelde heb ik u uitvoerig verhaald op 9, 10 en 13 september. Maar elke medaille heeft twee kanten en omdat u er als lezer van deze krant recht op hebt naar waarheid en juistheid te worden in gelicht en ik in mijn taak als verslaggever te kort zou schieten als ik u die inlichtingen niet ver schafte daarom heb ik ook die andere kant van de medaille beke ken. Kijk, en dat wordt mij nu door dat te Wageningen verschijnende blad dat intussen iets moet gaan doen met de 18.000 gulden die het meldt voor de heer Kaufmann bijeen gezameld te hebben hoogst kwalijk genomen. DE KOK Het lust mij bepaald niet in te gaan op alle insinuaties, die aan mijn adres worden geuit, maar het.lijkt mij voor de berichtgeving rond de heer Max Kaufmann dienstig enkele punten aan te roeren. ..Alle grote bladen in Nederland, België en Engeland" hebben, volgens het te Wageningen verschijnende blad, ,,hun speciale verslaggevers" naar Köppern gestuurd en allemaal kwam men tot de conclusie, dat het voor de heer Kaufmann ginds niet meer te harden was. In feite heeft behalve deze krant één landelijk dagblad zijn corres pondent te Bonn opgedragen eens bij de heer Kaufmann te gaan informeren, terwijl ook de Bonner correspondent Ik had u gemeld, dat ik ,,in uren lange gesprekken verdeeld over twee dagen" geluisterd heb naar wat de heer Kaufmann, de burgemeester van Köppern en andere mensen mij te ver tellen hadden. ,,Wij hebben dat eens nauwkeurig nagepluisd", schrijft het Wageningse blad en het komt tot de conclusie, dat ik van zeven tot half tien met de familie Kaufmann heb gepraat, een stevige nachtrust genoot en de volgende dag ,voor de mid dag alweer spoorslags richting Bot terdam" vertrokken was. Nu is het bijzonder prettig dat ik niet alleen was, maar een getuige bij me had. Want in zaken waarin, onder het mom van hulp aan derden, over de hoofden van honderdduizenden heen tegen anderen gescholden wordt, kan men niet voorzichtig genoeg zijn. Belangi'jjk is het eigenlijk helemaal niet. maafr van kwart over zes in de middag ttot kwart voor twaalf in de avond helbben mijn getuige en ik (de eerste dag) met de heer Kaufmann ge sproken eri van tegen, halftien tot tegen elf uur in de ochtend (Van de volgen de dag) plus nog eens van tegen een tot drie uur in de middag. Dat zijn bij elkaar negen uren praten met de heer Kaufmann. Ik dacht wel, dat men in die tijd het een en ander kon be spreken. UNIFORMEN De burgemeester van Köppern, de heer Levermann, was in de oorlog of- Wageningse blad, dat heeft hij óf tegen dit blad óf tegen mij onwaarheid ge sproken. Wat de heer Max Kaufmann aan anderen vertelt, weet ik niet. Wat ik zelf gezien heb in Köppern is: dat zijn vrachtwagens werk hadden en stenen vervoerden, dat zijn taxi rit ten maakte, dat hij buiten zijn oudste zoon nog een chauffeur in dienst had en dat hijzelf verklaarde met de rit ten voor de Taunus Quarzit Werke een royale driehonderd Mark per dag te kunnen verdienen, ruim voldoende om zijn bedrijf te laten draaien en zijn schulden te gaan af betalen. En daarom blijf ik bij mijn mening. De heer Kaufmann heeft zich moedig en hijzonder flink gedragen bij het proces- Sumpf. Hij verdient daarom ons aller waardering en bewon dering. Maar hij behoeft he slist niet naar Nederland te vluchten. Eenvoudig omdat hy, als hg dat wenst, in Köppern een goed belegde boterham kan verdie nen. AI zal hij hard moeten wer ken om af te komen van die schuld, die schommelt tussen een halve en een hele ton. Arjen moest bekennen dat hij er niet veel van wist. Wel kon hij goed boogschieten en in het paardrijden behoefde hij voor niemand onder te doen. Het leven op Lodycke was geheel anders dan in het eenzame Borren- damme. Arjen leerde de Bevelandse edelen en hun zonen kennen. Hij moest de voorname vrouwen komen begroeten, die zijn stiefmoeder be zochten en hij zat naast zijn vader in de wapenzaal, als de mannen wijn dronken en dobbelden. In de ruwe spelen van zijn broers was hij on handig. al wilde hi.i dat niet laten blijken. Hij verbeet de pijn wanneer ze hem opzettelijk ruwe stoten ga ven. Gewoonlijk dreef Claes de spot met de geleerdheid van Arjen, die vlot Latijn kon lezen en de Franse en Duitse taal sprak. Joos was ja loers op hem. Hij wilde dat ook le ren en schaamde zich niet om met Arjen in de torenkamer te gaan zit ten, waar de boeken van Borrendam- me op rijen stonden, samen met de oude gele perkamenten, die de ka pelaan aan zijn leerling gegeven had. Terwijl Claes door de bossen zwierf en ook in tijden dat het ver boden was op wild jaagde, leerde Arjen aan Joos wat hij zelf van de vreemde talen wist. Niet altijd ech ter was Joos geduldig genoeg om op een bankje achter de tafel te blijven zitten. Hij was avontuurlijk van aard en wilde verder gaan dan hij kon. Lodycke vond hij te klein en zelfs de Bevelanden waren niet groot genoeg voor hem. Om pijn te leren verdragen verwondde hij zich zelf en om tegen koude bestand te zijn, stond hij eens midden in de winter tot aan zijn hals in een wak. Jurein, die uitgezonden was, vond hem en trok hem er uit. Hij kreeg een pak ransel en moest hete krui denaftreksels drinken. Naderhand bemerkte niemand dat hij enige last ondervond. Hij was niet zo'n harts tochtelijke ruiter als zijn broers, maar als Claes en Joris op hun hengsten wegreden, ging hij toch dikwijls mee. Het volk noemde hen de wilde jonkers, om hun hardheid en om hun woeste ritten, dwars over hagen en sloten en over de boeren erven heen. De boeren en het daglonersvolk vreesden hen, want Claes had gauw zijn zweep gereed als iets hem niet zinde. Joris was de enige die zich om een omvergereden kind of een vertrapt schaap bekommerde. Hij hield van vee en zat ook graag bij de boeren om naar de verhalen te DOOR DICNATE ROBBERTZ luisteren die de oudsten onder hen kenden. Hij kreeg de bijnaam van ,,de boerenjonker" en Claes stak daarom de draak met hem. Joris trok zich daar niets van aan, maar toen Claes ook Arjen uitlach te en hem bespotte om zijn vroom heid en zijn liefde voor de weten schap, maakte Arjen zich zo kwaad dat hij Claes een slag in zijn ge zicht gaf. Claes verdedigde zich en ze vochten met elkaar op het bin nenplein. De sterke Claes moest het afleggen tegen de lenige en felle bastaard. Na die nederlaag gedroeg hij zich behoorlijker tegen Arjen, maar achter diens rug bleef hij de spot drijven met ,,de monnik". Heer Adriaen geloofde dat na de dood van Oda het ongeluk in zijn le ven gekomen was. Lange tijd was hij in zichzelf gekeerd en bijna niet te genaken. Zelfs niet de bastaard. Zijn driftbuien werden talrijker en meer nog dan voordien liet hij alles wat met zijn landerijen en hoeven te maken had aan Poppen de Voge- laer over. Toen in een zomer de oogst mislukte en de rentmeester er op bleef aandringen dat de boeren toch hun pacht zouden opbrengen, werd hij door jonker Joris terecht gewezen. Heer Adriaen was zo ver wonderd over wat Joris tegen de Vo- gelaer zeide, dat hij niet tussenbei de kwam. Hij had niet gedacht dat één van zijn zonen zich om de boe ren zou bekommeren. Maar nu toon de Joris echter veel meer van land bouw en veeteelt te weten dan de rentmeester. Het beviel Adriaen wel dat Poppen op zijn vingers werd getikt, maar het zinde hem niet dat Joris het op wilde nemen voor de pachters en kleine boeren. Ook kwam het niet te pas dat een jonker van het kas teel met de dijkgraaf meeging om te onderzoeken of de klachten over slecht versterkte zeedijken en zee weringen gegrond waren. Toen er ziekte onder het vee uit brak en ook de beste runderen van het kasteel in de grond gedolven moesten worden, ging Claes naar Voorhoute om met zijn neef Diede- rick feest te vieren. Hij had een he kel aan ellende. Joos vluchtte naar vrienden op het eiland Tholen. Maar Joris ging van de ene boerderij naar de andere en trachtte, de zieke die ren te genezen met een medicijn die hij uit het klooster had gehaald.Dat klooster stond in Romerswale. Het werd Maria's Paradijs genoemd en het was befaamd om zijn monniken, die meesters waren in hei bereiden van geneeskrachtige dranken en zal ven. De prior was bevriend met heer Adriaen. Nu en dan kwam hij op het kasteel om over verschillende dingen te praten. Hij had grote ver ering voor vrouwe Joanna en toen Arjen gekomen was, voelde hij zich ook aangetrokken tot de ver standige en ernstige jongen. In die moeilijke jaren, toen de boeren honger leden en stierven aan buikloop en andere besmettelijke ziekten, kwamen de poorters en handwerkers van Romerswale in verzet. Ze verweten hun baljuw machtsmisbruik. Heer Adriaen kon het hoge ambt niet blijven bekle den. Verbitterd en opstandig tegen de steeds groter wordende voorrech ten der stedelingen trok hij zich te rug op Lodycke. Nog één wens en gedachte vervulden hem. Zijn zonen zouden de tanende macht terugwin nen en het aanzien van hun geslacht herstellen. Ze moesten weer land gaan bedijken, zoals hun vaderen dat gedaan hadden en meester blij ven over het eigene. De ambachts heren kregen te veel recht van spre ken. Zelfs de pachtboeren konden hun belangen tot bij de graaf gaan bepleiten, zonder de leenheer te ken nen. Zijn zonen moesten zo'n groot bezit verwerven, dat hun woord wet zou worden. Adriaen van Romers wale was niet van plan zich te la ten ringeloren door ambachtsman nen. die nog nooit op een kasteel gewoond hadden en wier voorvade ren misschien wel zwervende mars kramers of boerenknechten geweest waren. (Wordt vervolgd) Dat de heer Kaufmann vier maan den gevangenis tegoed had, wist ik. Hijzelf had het me niet verteld', even min als er ooit een woord over in het te Wageningen verschijnende blad heeft gestaan. Maar op 16 september maakte een persbureau deze zaak wereldkundig en het blad te Wageningen noemt het „een heel gemeen en absoluut onwaar bericht". Deze week donder- dag is de heer Kaufmitm in Duits- land gearresteerd om die vier maan- den, hem opgelegd wegens een do- delijk verkeersongeluk, uit te gaan zitten. In genoemd blad staat: ,,De heer Kaufmann is naar Duitsland terugge keerd om daar voorlopig zijn zaken af te wikkelen en de nog lopende ver plichtingen na te komen, eer hij zich in Nederland gaat vestigen". geen WOORD Maar .wederom geen woord over de 15.000 Mark schuld sinds een handvol maanden, over de 30.000 Mark dié hij bij de bank nog moet betalen voor zijn vrachtwagens, over de 3000 Mark die er nog voor de taxi betaald moe ten worden, over de 2000 Mark boete wegens overtreding van een rijbesluit, over de boete wegens belastingfraude, over de 6000 Mark strop bij de ver koop van een aanhangwagen, over de 3100 Mark reparatiekosten, over de IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Op de voorpagina van het Britse blad Financial Times stond een advertentie van een kleermaker. Trots meldde hij: I Bij ons koopt u de duurste i jjj herencostuums ter wereld. Is dat nu een kenmerk van 5 de welvaart, of een gewone spe- E culatie op het snobisme, vraagt ïïimiiiiiiiiiiiiiiififitiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiii ficier bij de SS, schrijft het bedoelde blad en het zegt erbij, dat ik verge ten heb die burgemeester te vragen wat hij in de oorlog deed. Het inte resseert me niets, wat die burgemees ter van Köppern in de oorlog deed. Drie kwart van Duitsland had in die tijd een uniform aan. Best mogelijk dat hij de uniform van de SS heeft gedragen. Ik heb dat in mijn verha len niet vermeld. Evenmin als ik meld de, dat de heer Max Kaufmann in die tijd meemarcheerde in de rijen van de SA. zoals ik in de steeds betrouwbaar gebleken „Frankfurter Rundschau" lees. Het gaat hier niet om de uni formen die de heren Levermann en Kaufmann in de laatste oorlog heb ben gedragen. Het gaat hier alleen om de vraag: Moet de heer Max Kaufmann inderdaad uit het dorp Köppern weg omdat hem het le ven daar onmogelijk wordt ge maakt sinds hij getuigde in de zaak rond de Joodse heer Kurt Sumpf?? En dan zeg ik: Neen. MIJN WOORDEN Ik heb partij gekozen ,,voor de SS- off icier", zegt het blad, dat me over burgemeester Levermann de woorden in de mond legt: ,,een rustige, betrouw bare figuur, die m.i. eerlijk van plan is Kaufmann te helpen". De waarheid is, dat ik over de heer Stark, reeds sinds ver voor de oorlog plaatsvervangend burgemeester van Köppern, schreef: ,,hij maakt een bij zonder rustige en betrouwbare indruk", terwijl ik aan het einde van mijn laatste verhaal zei: ,.De plaatselijke autoriteiten, zo is mijn besliste indruk, zijn eerlijk van plan hem (K.) te hei- brief waarin de Henschelfabriek aan dringt tot afbetaling „anders moeten wij tot onze spijt maatregelen ne men", over 1000 Mark strop voor een geleverde aanhangwagen met een te kleine band, over de 22.000 Mark hypotheek op zijn huis en over de 50.000 Mark, waarvoor hij door een autozwendelaar zou zijn opgelicht. Al lemaal inlichtingen, die ik onder getuige van de heer Kaufmann per soonlijk heb ontvangen. Geen woord over dit alles lees ik in het Wagening se blad. DE TROMPET Ik heb de heer Kaufmann uitvoerig verteld, wat de plaatsvervangende burgemeester, de heer A. Stark, mij zei. Dat de heer Kaufmann zijn da gelijkse ritten bij de Taunus Quarzit Werke kon terugkrijgen, als hij dat wenste en dat de gemeente garant staat voor die opdrachten. „Ja, Herr Stark is mij goed gezind", zei de heer Kaufmann me toen en hij peinsde: „Als ik die ritten weer kan maken heb j| ik werk genoeg". Geen woord hier-|p over in het blad uit Wageningen. De Heer Kaufmann liet mij, ongevraagd, .S zijn trompet zien die hij uit eenij= muurkast haalde en zei: „Al dertig |g jaar speel ik hierop; het is de enige ;gj vreugde die me nog rest". In het Wageningse blad lees ik: „Op verzoek van de '.-fotograaf haalde hij zijn oude trompet te voorschijn en poseerde daarmee, hoewel hij bij her- haling verklaarde al in geen tien jaar meer te hebben gespeeld". De zaak is heel eenvoudig: als de heer Kauf- ^1H1„IinMlllimmtulHfll^ mann zulks verklaard heeft aan het door heb Je onze Lieve „CHARLOTTE GEZIEN KEREL r* T" DE NATUUR IN EN OM UW HUIS IK BEN GEK OP DIE MODÈ VAN TEGENWOC«PIÜV,FRIS EN LUCHTIG, HE/HE,,, GEEN WONDER DAT IEDERE -JCT4GE MAN ZUN BLOED VOELTj— KOKEN LJ MMM.MAAR J'J BENT NIET JONG MEER/ f KAN/Z'JN, MAAR WAT J6 AAN JEUGD MIST KRUó JE ERAAN DOORTRAPT- HEI O B'J OUW6 JONösNM rr-s Scilla's pleegt men ook wel eens ster- hyacinthen te noemen: kleine bolgewas- jes die al heel vroeg in het voorjaar, bijna tegelijk met de sneeuwklokjes, kunnen bloeien. Die helder blauwe bloempjes vallen bijzonder op en het prettige is: ze bloeien elk voorjaar rij ker, doch dan moet men hen na de bloei wel met rust laten. Het is nu de goede tijd dat kleine goedje te bestel len. Ze kunnen dan op een diepte van zeven centimeter gepoot worden en ko men ongeveer op dezelfde afstand. Ze voldoen het best onder aan de voet van een boom of tussen licht struikgewas. Pioenrozen hebben niets te maken met gewone tuinrozen; ze behoren zelfs niet eens tot dezelfde familie. De bloem vorm doet er echter wel aan denken. Het zijn overblijvende tuinplanten die men nu bestellen kan. Ze kun>^ dan direct na ontvangst op de voo ne- stemde plaats gepoot worden. 7 ver langen wel een zeer voedzanv ond- soort en het is nuttig wat oude mest onder te spitten; stalmest is prima. Pioenrozen moeten wel een onderlinge afstand van een halve meter hebben. Wie zijn tuin in de winter wat aan trekkelijker wil maken zou ook eens wat groenblijvende struiken moeten aanplanten; er zijn mooie bonte hulst soorten en die zullen u zeker wel vol doen; soorten met zilverbonte en met goudbonte .bladeren. De struiken wor den met een zware grondkluit verzon ken en bij het poten moet men die zo veel mogelijk intact zien te houden. Maak het plantgat niet alleen voldoen de diep, doch vooral ook breed genoeg. De struiken hebben wel een onderlinge afstand van een paar meter nodig. 18.Terwijl de anderen haastig de noodzakelijkste dingen bijeen zochten, zonder welke men als schipbreukeling zeer onthand is, scharrelde de maat ze nuwachtig 'bij de reddingsloep rond, „Het is n-nog nooit zover gekomen m-met ons, d-dat wij de reddingb-boot moesten gebruiken.." dacht hij. „W- was ik maar in L-Lutjewier gebleven! Nou zullen we dagenlang op zee moe ten r-rondzwalken en s-storm en ontbe ringen doorstaan.." Een blik op de ijsberg waar de ijs beren hongerig grauwend ronddraafden, deed hem echter beseffen, dat zij geen keus hadden. Tranen verduisterden zijn ogen, terwijl hij de touwen van de sloep door zijn onvaste handen liet glijden. Hij dacht aan alle prettige dingen, die hij aan boord van de Kraak had beleefd. Maar lang duurde zijn gepeins niet. Plotseling bemerkte hij, dat het gorge lend geluid van het binnenstromende water afnam. Tegelijkertijd kwam het schip in een schuine stand te liggen. Met een gil sloeg de maat zijn armen om de reling. Helaas bemerkte hij te laat, dat daardoor de sloep uit zijn ka trollen schoot. Zo viel de enige kans op redding in het water, tolde enige malen rond en werd in het avondlijk duister al snel. onzichtbaar... NED. HERV. KERK Beroepen te Tholen J. den Besten te Dirksland, door de provinciale kerkver gadering te Utrecht als tweede predi kant voor de hervormde evangelisatie „Sola Fide" te Veenendaal A. A. Bos te Vuren en Dalem. Bedankt voor Wierden W. H. van Kooten te Hasselt. GEREF KERKEN Beroepen te Rheden-De Steeg en te Zoetermeer J. Kuiper te Abcoude. Benoemd tot assistent van de evan gelisatie-arbeid in Den Haag-west C. A. Vreugdenhil, em. pred. te Ouderkerk aan de IJssel. Benoemd tot hulp in het pastoraat te 's Gravenzande W. S. Pon tier. em. pred. te Honselersdijk. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Giessendam C. Hegen^an te Genemuiden. MIDDELBURG Prov. Staten van tien uur. De agenda vermeld o.a. voor stellen betreffende: wegenreglement Zeeland, medewerking vervroegde bouw Haringvlietbrug, oprichting en subsidie ring Zeeuwse museumstichting en com pensatie huurverhoging gepensioneer den.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1960 | | pagina 2