Een
les
voor
alle
ouders
Rust
Duitse leraar tuchtigde
leerlingen wat te fors
DE NATUUR
I KAPPIE EN DE KRIELKUNSTMAAN
ERGIFTIGDE OLIJVEN
Vrijdag 2 september 1960
ZEEUWSCH DAGBLAD
verieli hei verhaal van Maastricht zoals het
werkelijk is en met een opmerkelijke conclusie
Maastricht Het is
Zes man sterk
„Soort Chicago"
Preventief gewerkt
De les
STRAFEXPEDITIE
MET SLAAG
in en om uw huis
door Andrew Garve
FLITS
GORDON
in het
heelal
Dan Barry
I DE
I TINTELS
Jack
Dunkley
Uit de kerken
HOP GESIGNALEERD
Pagina 2
de laatste avonden rus
tig in Maastricht. Ik
ben gisteravond door
het stadspark van deze stad
gelopen, maar behalve een on
noemelijk aantal regenplassen
die mij de heren in De Bilt
zouden doen omkopen als dat
mogelijk ware kwam ik
praktisch niemand tegen. Drie
volwassenen, om precies te
zijn, maar niet één meisje en
niet één jongen.
Dat is anders geweest in deze stad
waar, naar men zegt, Italië begint. HeeJ
anders is dat geweest en de bewijzen
zijn te vinden in het huis van bewa
ring, waar nu al ruim veertien dagen
zes jongens opgesloten zitten, vanwege
de door hen bedreven wandaden.
[iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Zeventien augustus 1960 was in de
Limburgse hoofdstad een dag, die
waarlijk aan de zomer deed denken. De
avond was er één om buiten te zitten
en een meisje van nog geen vijftien
jaar deed aldus met haar wat oudere
vriendin, op een bank in het Maas
trichtse stadspark.
Plotseling waren zij omringd door een
aantal jongens van tussen de vijftien en
zeventien jaar en zes uit deze groep
werden op slag handtastelijk en op
dringerig. Het oudste meisje vluchtte
weg, hét jongste Werd door het zestal
meegenomen naar een donkere plek
waar zij trachtten .het kind aan te
randen.
Het is allemaal niet doorgegaan
want het veertien-en-een-halfjarig meis
je wist zich los te wringen en holde op
kousevoeten naar huis en later naar het
politiebureau, dat ligt aan het enige
plein dat Nederland telt en dat hier
Vrijthof heet.
Het heeft maar even geduurd en de
politie had het zestal te pakken. De
vijftien jongens die werkeloos toezagen
gaan vooralsnog vrijuit, maar de zes
zijn voor de officier van justitie geleid
en opgesloten, verdacht van het mede-
plegen van aanranding. En toen was
meteen de knuppel in het hoenderhok
gegooid.
Het is in ons land niet te doen ge
bruikelijk, dat dergelijke pogingen tot
aanranding volop bekend gemaakt wor
den, maar hier is een uitzondering ge
maakt. De gegevens over de toedracht
zijn door de politie zelf verstrekt, het
bericht kwam in de kranten en het
werd zelfs 's morgens om acht uur
voorgelezen door de nieuwslezer van
de radio.
Een al bijna twintig jaar oude ver
ordening, die nog steeds van kracht
was, werd van stal gehaald en de com
missaris van politie in Maastricht liet
weten dat jongens en meisjes beneden
de achttien jaar niet meer zonder ge
leide van ten minste een der ouders
's avonds na negen uur op straat, in
een café of dancing mochten verblijven.
,,In Maastricht is de avondklok afge
kondigd", heette het. ,,Is Maastricht
het Chicago van Nederland?", werd ge
vraagd door schrijvers die nog nimmer
in Amerika, laat staan in Chicago
waren en die slechts uit de boekjes
weten, „dat er een hoop boeven" zijn.
„Kan uw kind nog veilig in Maastricht
over straat lopen?", werd aan andere
lezers voorgehouden en weer elders
werd erop gewezen dat Maastricht „een
zuidelijke stad is met temperament, een
beetje Frans, met alle gevolgen van
dien".
Ja ja, en zo ging de baarlijke non
sens door dit goede land en werd één
poging tot aanranding en één waar
schuwing van een politiecommissaris
aan het adres van de ouders „vertaald"
in verhalen, die het in een driestuivers
roman bepaald niet onaardig zouden
doen.
Wat is er nu eigenlijk aan de hand,
in Maastricht? „De groep, die men
elders als nozems aanduidt, die kennen
we hier niet", werd me gistermiddag
op het politiebureau hier verteld.
„Straatschenderijen komen hier prak
tisch niet voor en over het algemeen
hebben we hier zelfs vrij weinig last
van de jeugd."
De poging tot aanranding van die zes
jongens in het stadspark is een feit en
het was juist de politie die dit feit ge
bruikte om herhaling te voorkomen.
„Het ging om jongens uit behoor
lijke gezinnen", is me gezegd, „en ze
opereerden b\jna uitsluitend in het
stadspark. We hebben er meteen een
einde aan willen maken en sinds ge
waarschuwd is, dat artikel 92 van de
algemene politieverordening nog steeds
van kracht is en jongeren dan achttien
jarigen niet alleen na negenen 's avonds
buiten mogen, hebben we geen enkel
proces-verbaal voor overtreding van dit
artikel hoeven maken."
Het heeft dus gewerkt, die waar
schuwing in Maastricht. Óndanks en
kele plaatselijke briefschrijvers naar
kranten die wezen op avondscholen en
padvindersbijeenkomsten. „Want de
bona fide jongelui laten we uiteraard
volkomen ongemoeid en als jongens of
meisjes van zestien of zeventien van
een avondcursus na negenen op weg
naar huis zijn, krijgen ze natuurlijk
helemaal geen last met de politie",
hoor ik.
Maar ik hoor meer van die politie in
Maastricht en dat slaat op elke Neder
landse stad, op elk Nederlands dorp,
op elk ouderpaar.
„Het zijn de ouders, die al deze
ellende kunnen voorkomen", werd me
meegedeeld. „In tientallen, misschien
honderden, gevallen weten de ouders
helemaal niet waar hun veertien- en
vijftienjarige kinderen 's avonds om
negen en tien uur uithangen. De vaders
en de moeders zitten naar televisie
uitzendingen te kijken of zijn naar
vrienden en de jongelui wippen door
de achterdeur naar buiten en zoeken
de straat op.
We hebben hier mededelingen van
ouders gehad die zeiden: mijn zoon
komt 's avonds niet buiten; en diezelf
de zoon was door ons gesignaleerd. Veel
ouders zijn laks wat dit punt van de
opvoeding aangaat".
Overigens heeft de commissaris van
politie hier met zijn herinnering aan die
algemene politieverordening zich de
dank van duizenden Maastrichtse
ouders op de hals gehaald. Overal kan
men horen zeggen: „met voldoening en
instemming kennis genomen" en van
verscheidene kanten wordt me gezegd:
„Je durft je kinderen nu ten minste
weer een boodschap te laten doen en
naar familie te laten gaan, ook al is
het nog geen negen uur 's avonds.
Want de schrik zit er bij de kwaad
willende jongens nu goed in en de
preventie die zienderogen is uitge
gaan van de woorden van de com
missaris is van niet te onderschatten
belang."
Af Het Vrijthof, Nederlands enige plein
waar zes jongetjes zich lieten gaan en
avonds na negen uur een
dorpse rust heerst.
Maastrichtse stadspark hun lering trek
ken.
Voor de ouders van het betrokken
meisje is deze les bijna te laat ge
komen.
Er zijn hier ook al stemmen opge
gaan die pleiten voor een landelijke in
stelling van dat verbod van negen uur
in de avond. „Daar ik veronderstel dat
niet alleen Maastricht doch vrijwel
iedere gemeente van enige omvang met
dit probleem zit, zou het wellicht aan
beveling verdienen dat deze maatregel
wordt overgenomen", zo heb ik hier al
gelezen. En ook: „Mogen tevens de
overige gemeenten in ons land het voor
beeld van Maastricht volgen."
Ik weet niet of dat nodig is. Dat zal
elke commissaris van politie in zijn
eigen plaats wel beoordelen, dacht ik.
Maar de les van Maastricht is, naar
ik meen, wel deze: dat andermaal en
met nadruk de aandacht gevestigd is
op de Nederlandse jongens en meisjes
van veertien tot en met zeventien jaar
en dat het toch voor de hand ligt, dat
hun ouders uit dat voorval in het
Artis' directie vergunne mij,
dat ik symbolisch een ruikertje
van-hulde deponeer aan de voet
van haar apenrots.
Zij heeft en dan nog wel
tijdens de Firato'. het mee
voeren en doen spelen van tran
sistors, draagbare radiootjes, in
de dierentuin verboden.
En terecht. Waarvoor gaat men
naar Artis? Voor het getrompet
ter der olifanten en niet voor
dat van Louis Armstrong, voor
het gekweel der rijstvogels en
niet van Corry Brokken, voor
het gebrul der leeuwen en niet
vanneen, dat schrijf ik niet
Alle gekheid op een stokje: ik
meen het. Tenminste weer een
gebiedje waar we de draagbare
plaag ontlopen kunnen.
Nat ura Artis Magistra, zo
heet de Amsterdamse dierentuin
voluit: De natuur als leermees-
teresse der kunst. Ik wou ervan
maken: Silentium artis ma
gister. Het zal volgens de lati
nisten teel niet k'opnen maa*-
het is bedoeld te betekenen /li
tis geeft die lir me' ttn
sistor een lesje
Minimi
Eigen nieuwsdienst
HAMBURG. Ulrich Tietz, als le
raar verbonden aan een internaat voor
jongens bij Delmenhorst in de buurt
van Bremen, is wegens zijn eigen
aardige opvattingen op het gebied van
de opvoedkunde ontslagen. Hij liet
drie veertienjarige jongens die het in
ternaat hadden verlaten om naar hun
ouders terug te keren, een strafmars
maken van twintig kilometer.
De drie knapen, die als lastig op te
voeden zonen door hun ouders vrijwil
lig naar tiet opvoedingsinternaat waren
gestuurd, hadden, er op een goede dag
meer dan genoeg van en gaven er de
voorkeur aan voortaan maar liever
weer thuis te zijn. Op weg naar huis
werden zij gesnapt met al hun spullen.
Zodra zij in handen kwamen van hun
leraar Tietz, liet hij hen hun koffers
openmaken, waarna de jongens gedwon
gen werden al hun meegenomen kleren
over elkaar aan te trekken. Vervolgens
moest ieder met twee zware keien in
de uitgestrekte handen diepe kniebui
gingen maken. Daarna werden de half
leeggemaakte koffers met stenen ge
vuld en voorwaarts mars ging het een
uur lang met meester Tietz op de fiets
er achteraan.
OPGESLOTEN
Op een gegeven ogenblik weigerden
de jongens de strafexpeditie voort te
zetten, waarna Tietz afstapte en erop
in sloeg en hen met trappen tot ver
der doorlopen aanspoorde. Na een voet-
Ireis van bijna tien uur -over een af
stand van meer dan 20 km werd het
I drietal twee dagen en twee nachten In
een kamer van het gesticht opgesloten,
die overeenkomst vertoont met een ge
vangeniscel.
Uit protest tegen de behandeling wei
gerden de jongens hun celruimten
sc'.ioon te maken, waarop, gelijk de po
litie thans heeft kunnen vaststellen, le
raar Tietz met een Spaans rietje de
jongens een voor een afranselde. Niet
geheel onbegrijpelijk hebben de knapen
het hier niet bij laten zitten en de zaak
kwam uit.
Een medisch onderzoek bleek nodig
en bevestigde de verklaringen der ge-
tuchtigden. De leiding van het internaat
distantieerde zich onmiddellijk van het
•optreden van de 34-jarige Tietz, die
thans toegeeft enigszins zijn strafmaat
regelen te hebben overdreven.Niet
temin zag de leiding van het internaat
zich gedwongen Tietz van zijn functie te
ontheffen.
Nepeta of kattenkruid is een rijk
bloeiende vaste plant waarvan men in
elke niet te schaduwrijke tuin veei ple
zier kan hebben. Ze bloeit al vroeg in
de voorzomer en gaat er lang mee
door. De lila-blauwe bloemen vallen
bijzonder op en deze Nepeta wordt ook
veel voor randplant gebruikt en voldoet
er uitstekend voor. Men kan ook voort-
kweken door middel van scheuren en
stekken; in deze tijd kan men veel be
ter stekken.
Haines leek vriendelijk klaar
blijkelijk had Cardew nog niet met
hem gesproken. „Nu," begon hij,
„Bill Iredale heeft het goedje hier
gebracht, natuurlijk, en iedereen
heeft er een blik op geworpen. Ik
herinner me daar alles van, omdat
ik souschef-buitenland was en veel
met zijn reportages te maken had.
Het was enige dagen in de kamer
van mr. Ede en werd toen naar de
kamer van de afdeling-buitenland ge
bracht en daarop liet mr. Ede aan
mr. Lambert weten hij was onze
chef-buitenland dat hij er goed
aan zou doen het kwijt te raken.
Mr. Ede zei dat, toen hij het goedje
enige dagen later op de afdeling-bui
tenland zag rondslingeren en dit hem
niet de goede methode leek."
Haines knikte. Hij had met Lam
bert gesproken en deze had hem
hetzelfde verteld. „En wat gebeurde
er toen?" vroeg hij, Jessop nauw
keurig observerend.
„Mr. Lambert wist niet goed wat
hij ermee moest aanvangen. Iemand
zei toen, dat het een uitstekend goed
je tegen onkruid in de tuin was en
Mr. Lambert vroeg mij of ik het
wilde meenemen, daar ik een groot
liefhebber van tuinieren ben."
„Ga verder," zei Haines rustig.
Dit was tenslotte de waarheid. Dat
had hij ook van Lambert vernomen.
Het feit,' dat Jessop dit zo gerede
lijk toegaf, maakte wel indruk.
„Maar ik wilde het niet hebben,"
ging Jessop verder. „Het wekte te
veel onaangename associaties op.
Toen had Mr. Cardew destijds
de diplomatieke medewerker een
goed idee.
Hij meende, dat het goedje van
geschiedkundig belang was en dat
het jammer zou zijn het te vernieti
gen. Hij stelde voor het zyklon juist
zoals het daar lag aan het nationa
le oorlogsmuseum over te dragen."
„Inderdaad?" Haines wist niet hoe
hij het nu had. „Ik heb vandaag
met Mr. Lambert gesproken, doch
deze heeft me hier niets van ge
zegd."
,,lk denk niet, dat hij het heeft ge
weten," zei Jessop peinzend.
„Neen, natuurlijk wist hij het niet.
Ik herinner me, dat hij verwondin
gen opliep tijdens een oefening van
de Home Guard en in verband daar
mee is hij toen ongeveer zes weken
met ziekteverlof geweest. Ik nam
toen voor hem waar.
Ik vermoed niet, dat hij verder
nog aan dat goedje heeft gedacht,
nadat hij mij had gevraagd het mee
V
te nemen en toen hij terugkwam,
was het natuurlijk al verdwenen.
Misschien heb ik hem verteld, wat
ermee is gebeurd, maar ik weet
werkelijk niet of ik het wèl of niet
heb gezegd."
„En wat gebeurde er verder
mee?"
„Nu," zei Jessop weifelend, „ik
vond dat een goed idee van Mr. Car
dew en daarom belde hij het mu
seum op en vroeg of zij het wilden
hebben. Ik herinner me dat tele
foongesprek omdat ze moeite had
den met de spelling van het woord
zyklon. Uit zijn gesprek kon ik in elk
geval opmaken dat zij het wel wil
den hebben en later zei hij, dat hij
het zelf onderweg zou afgeven wan
neer hij naar het departement van
Buitenlandse Zaken ging.
Het laatste wat ik ervan zag was,
dat Mr. Cardew de kamer van de
afdeling-buitenland verliet, met het
blik in een bruin stuk papier gewik
keld onder zijn arm."
„Was er iemand anders bij toen
dit gebeurde?"
Jessop fronste zijn voorhoofd. „Ik
ben er niet absoluut zeker van
misschien was er een jongen in de
kamer aanwezig, maar ik denk toch
van niet, omdat ik me herinner, dat
Mr. Cardew het blik zelf inpakte en
dat zou hij niet hebben gedaan als
er iemand anders was, die dat voor
hem kon doen."
De inspecteur bromde wat voor
zich heen en zei toen: „We kunnen
nu maar beter direct het museum
bellen."
Ogilvie had het telefoonnummer
reeds opgezocht en enige minuten
later was Haines in gesprek met
de directeur. Jessop zat volkomen
rustig op zijn stoel. Hij genoot nu
van het telefoongesprek. Hij wist
dat hij het er goed had afgebracht
en liet Ogilvies onderzoekende blik
onverschillig over zich gaan.
Hij luisterde met de nodige belang
stelling terwijl Haines inlichtingen
trachtte te verkrijgen. Zijn gezicht
nam een aan de omstandigheden
aangepaste bezorgde blik aan toen
uit Haines' woorden aan het eind van
het telefoongesprek bleek, dat hij
niet veel vorderingen had gemaakt
„Goed, sir," zei Haines, „we zul
len het daar dan bij moeten laten,"
en hij legde de hoorn terug en keek
Ogilvie veelbetekenend aan. „Voor
zover zij weten, hebben ze het nooit
gehad."
„Dat is zeer vreemd," mompelde
Jessop. „Natuurlijk kan Mr. Car
dew het ergens anders hebben gela
ten of het zelfs mee naar huis heb
ben genomen waar het uit zijn ge
dachten is gegaan. In die dagen was
het heel gemakkelijk iets te verge
ten."
„Misschien heeft hij het mee naar
huis genomen en is het niet verge
ten," opperde Haines opzettelijk ten
einde een beschuldiging uit te lok
ken.
„O, neen zei Jessop met er
gernis in zijn blik. „U wilt toch niet
zeggen, dat Mr. Cardewbrak
hij af. „Daaraan heb ik nooit ge
dacht," zei hij langzaam. „Maar ik
weet zeker, dat hij het niet zou
doen.
„Waarom is u daarvan zo zeker?
Ziet u hoog tegen Mr. Cardew op?"
„Ik denk niet, dat hij zoiets zou
doen," zei Jessop.
Haines keek Ogilvie aan. „Ik denk,
dat we niettemin beter doen met op
nieuw Cardew te horen." Ogilvie
knikte en ging de kamer uit om hem
op te zoeken.
„Welnu, mr. Jessop," zei Haines
op beminnelijke toon, „ik hoorde,
dat mr. Ogilvie reeds met u heeft
gesproken over uw doen en laten tij
dens de voorlaatste nacht."
„Ja," zei Jessop. „Vanmorgen bel
de hij mij thuis op. Ik kon niet goed
begrijpen, waar het allemaal op
sloeg."
„O, dat waren maar een paar rou-
tinevragen. Heel wat van uw colle
ga's zijn daar ook mee lastig ge
vallen."
(Wordt vervolgd)
2!lllllllllllllllll|||||||||||
door
rnijiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiif
1 door
UEVe HELP, WAT EEN
I RUZIE MET OS VROUW
I GISTEREN,... ZE
V^EUROE ME GEK
I JELAATOVeRje LO-1
pen preo.JEHAD
'R VAN REPLIEK
I MOETen PI ENEN..
HEaiKGSPAAN. lENEENS t.
TOEN WE NAAR \PUNK TEGEN
BED GINGEN HEB IK HAAR Ge-
ER EENS PUNK DE SCHREEUWP?
WAARHEID GEZEGD/»
|iiniinmiiinnniniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiniiiiiiniHHHiimiiiiniiinniiiinmiinniiiiniiiniii',i'iiiiiin!iiiinnnniiinnniniiniiiiniiinniiiiiiiMiiiiniiniiMiMniMiiiiniiiMiniiiiiininiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiii^
s S
110. „Wat is dat voor een ding? Is
het te koop? Wat kost het?" vroeg de
onbekende, terwijl hij naast de wonder
lijke optocht bleef lopen. Begerig staar
de hij naar de kunstmaan.
„Zit niet in mijn vaarwater, man!"
riep Kappie kriegel. „Wat dat ding is,
zal ik niet aan je neus hangen, want
dat is een geheim! En te koop is het
ook niet, want het gaat naar de koop-
vaardijraad, zoals je ziet!"
„De koopvaardijraad?" herhaalde de
persoon. „Nee, maar, dat treft! Daar
ben ik immers lid van. Geef hem mij
maar mee, kapitein. Dat bespaart u een
hoop moeite
Kappie nam hem van terzijde op,
van hoofd tot voeten.
„Ik heb jouw gezicht anders nooit op
het kantoor van de koopvaardij ont
moet, maat!" zei hij. „Jij vaart vast en
zeker onder vreemde vlag. Maak nu
maar dat je wegkomt".
Dat Kappie het bij het rechte eind
had, bleek wel toen zij het gebouw van
de koopvaardij bereikten.
Dubbelster, die er zeer afgetobt uit
zag, Kappie en zelfs de spionnen wer
den zonder moeite binnengelaten. Maar
de vreemdeling werd de toegang botweg
geweigerd
HERV. KERK
Beroepen te Finsterwolde. C. D. v.
Goeverden te Mijnsherenland.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Exmorra-Allingawier en
Tzum: J. Vergeer, kand te Woerden;
beroepbaar: kand. S. H. Koetsier, Fijn-
je van Salverdastraat 1 te Amster-
dam-Slotervaart.
HAAMSTEDE De opzichter van de
Domeinen, de heer N. J. Lysen, ont
dekte woensdagmorgen in de buurt van
de bungalow „de Roggebolle" aan de
Kloosterweg. Vorig jaar werd eveneens
een hop gezien tussen de Schelphoek
en Koudekerke. De vogel is vrij groot
en is oranjebruin gekleurd met zwart
bandeerde vleugels en staart. Het
meest opvallende is de opzetbare kuif
met lange zwartgepunte veren. Hij
vliegt als een grote vlinder traag en
golvend. Het geluid is een gedempt ver
dragend hoep-hoep-hoep
De te Bruinisse gehouden collecte voor
de Blindenhulp „De Fakkels Bijeen"
bracht 76,10 op.