MIJN CONDITIE? FORMIDABEL SPRAK DE HEER VAN EST mm- ferranta KLINKENDE PROLOOG VAN OUDE TOUR-REUS IN RIJSSEL ERG1FTIGDE OLIJVEN I KAPPIE EN DE KRIELKUNSTMAAN I DtimpObevrijdl Dit is uw merk voor FOTO en CINE Ds. J. J. Talens overleden f Zelf aan de slag Jack Dunkley Prof. dr. J. Severijn moet rust houden Zaterdag 25 juni 1966 ZEETIWSCH DAGBLAD Pagina 2 ■M- RIJSSEL Middenin het jaarbeursgebouw van Rijssel stak meneer W. van Est me gis termiddag een hand als een bij zettafeltje toe, kneep eens flink in mijn vijf vingers, lachte breed en vroeg: „Hoe is ie?" Nou, hij is ivel fijn, zei ik, en haalde verlicht adem toen de landgenoot mij losliet. En je conditie, Wim?, vroeg ik, want zo iets moet je direct er bijvra- gen. „Formidabel", sprak de renner, die altijd onmiddellijk overschakelt op de taal van het land waar hij vertoeft. „Va- Este", riep toen dokter Robert Boncourt en de 37jarige vader van enkele Brabantse kinderen moest mee achter het gordijn. Oude vrienden Het is hier weer als vanouds ln Rijssel, mag ik wel zeggen. De ober op het terras van ons hotel, waar persfotograaf Bob Kuhry en ik voor een knetterende regenbui onder een scherm zaten te schuilen, heeft me half opgegeten. „Ik ken u. ik ken u van het vorige jaar, u bent Neder lander en u gaat met de Tour mee", riep de man met een enthousiasme als had hij de hele voetbalpool ge wonnen. Er werden handen gedrukt, de ober klopte me eerst op mijn schouder, ging toen op dat lichaams deel hangen, voerde op die manier een gesprek over meneer Goddet en de zon die een dag eerder nog zo warm scheen, tikte me vervolgens enkele keren vriendschappelijk in de hals en zei: „Wat wilt u drinken? Ja ja, van het huis, ik vind het veel te l^uk.-fiat, u terugkomt". Loeier Voor de derde keer in mijn leven sta ik dus weer vlak voor de start van de Tour de France, het circus van de heer Jacques Goddet, die er nu al vele jaren een best honorarium uithaalt. Zijn troepen hebben inmid dels deze Noordfranse industriestad, waar de mooie fabrieksmeisjes in net zulke grote aantallen te zien zijn als de rondslenterende Algerijnen, vol komen bezet. Het verkeer gaat in elke straat niet sneller dan stapvoets en de ruim vierhonderd auto's, die met de grote Tourplaten voor- en achterop rondrijden, zijn daar niet vreemd aan. Mijn autootje is een van die vier honderd. Aan alle kanten is het ver- voermiddel nu versierd met kleur rijke platen en toen dat gebeurd was controleerde een heer van de organisatie mijn claxon. Onvoldoende, was zijn oordeel. Aardig voor in de stad, maar niet voor tussen het duizendkoppige pu bliek, straks in de bergen. U moet een dubbele claxon hebben, zo'n loeier, sprak die heer. Wel rekenen Wel. dat is dan ook gebeurd en gis termiddag zijn ze er in een garage drie en een half uur mee bezig ge weest. Als ik nu een stoot op de toe ter geef, holt heel Rijssel de deur uit en denkt dat er brand is. Zo is ie goed, aldus de Tourorganisator. „En dan krijg ik van u veertienduizend frank", spraken ze zonder een spier te vertrek ken in die garage: hetgeen u op een kleine honderd gulden moogt stellen. Echt zin De Nederlandse ploegleider Nicolaas Ruchly heb ik ook ontmoet. Dat was even nadat hij gistermiddag hier ar riveerde. kersvers uit Den Haag. „Ik heb er echt zin in", zei hij en ik dacht bij mezelf: hoe is het moge lijk. „Weet je wat het is?", vertrouwde de heer Nicolaas (Klaas voor de vrien den.) Buchly me toe: ,,Ik ben nu al leen hè, zo zonder iemand boven je en dan kun je je eigen plan trekken". Ja, zo gaat dat en Piet van Est, die nog steeds rood haar heeft en die ze onbegrijpelijkerwijs enkele jaren gele den de bijnaam .,de blauwe" toedach ten, knikte eens. Hij is donderdag even thuis geweest, terug van de Ronde van Zwitserland of daaromtrent en gisteren kwam hij al weer naar Rijs sel. De conditie van Piet? „Geweldig", zei hij. Dat is anders ook de conditie van Joop, Ab, de tweede Joop, Coen, Martin en die andere Piet die verderop Damen heet, voor het geval u zich al zorgen maakte. Ik zit er weer helemaal in, bij de jongens. Ik mocht zo maar met ze •mee de kamer van dokter Robert Boncourt in, die hier gistermiddag alle renners onder de loep en de ste thoscoop nam. Ik zag de vaderlander Albert Gel dermans in zijn onderhemdje zitten; overigens een hemdje met een ruit- motiefy voor de geïnteresseerden. Zijn bloeddruk werd gemeten. Nu heb ik niet zoveel verstand van bloed drukken. De meter liep eerst naar 90, toen terug naar 60, weer om hoog en zo verder. Maai* dokter Boncourt zei dat het prima was en die heeft er ten slotte voor gestu deerd, moet u maar aannemen. Ik kan niet meer Op de weegschaal gingen onze acht renners ook. „Ha, 75 kilo, schoon" constateerde de heer W. van Est tot zijn genoegdoening. Meer of minder dan vorig jaar?, wilde ik weten, want ik kan maar niet genoeg aan de weet komen van die meneer W. van Est. „Minder man", zei hij, „drre kilo. Vorig jaar ging ik met 78 schoon de Tour in. Dat scheelt drie kilo's". Het geen natuurlijk bijzonder scherp was opgemerkt. Ja. en de rood-wit-blauwe plaat op de ploegleidersauto van de heer Nico laas Buchly zat natuurlijk weer. op zijn kop. Maar dat moogt u de Fran sen niet kwalijk nemen, want die ken nen ten slotte maar één vlag. Die hangt dan ook overal in de stad. Iedereen vindt het enorm dat de Tour Advertentie gaat beginnen en nu al hebben zeven mensen me gevraagd: wie gaat er winnen? Ik heb tegen alle zeven iets anders gezegd, maar aan de laatste vragen steller noemde ik: Wim van Est. Dat is natuurlijk onzin, maar ik ben zo blij dat „Wimrae", zoals ze hem thuis noemen, weer hier is, dat hét er gewoon uit moest. Bijna vier weken lang heb ik het vorig jaar zijn zachte glimlach gemist; 22 etappes lang zag ik in 1959 niet die robuste Brabantse rug, die gewel dige kuiten, die door en door grap pige houding op de tweewieler. Nu wel. Nu heb ik zelfs gezien hoe de Tourdokter op de blote borst van de heer W. van Est naar zijn hart luisterde. Ik houd ermee op. Ik kan niet meer. Er zit een brok in mijn keel l Aan het sombere einde van Fleet Street dichtbij de Crown Inn en niet ver van de befaamde Cheshire Chee se staat een uit rode baksteen opge trokken gebouw van vijf verdiepin gen waarin de Londense Morning Call is gehuisvest, een landelijk dagblad met een gecontroleerde da gelijkse netto verkoop van bijna twee miljoen exemplaren. Hoewel het dag blad populair is heeft nog niemand een goed woord over gehad voor het gebouw waarin het wordt samenge steld. Het is een monster van klas sieke lelijkheid uit de late Victoriaan se periode met lelijke stukken van een lichtrode kleur op de plek waar een door een tijdbom geslagen gat is gerepareerd. Behalve dat het gebouw niets moois heeft j.s het ook weinig ge schikt voor zijn doel. Het interieur had misschien aan zijn doel beant woord in de rustige dagen van wel eer, toen verslaggevers zich naar hun arbeid begaven met een hoge hoed op het hoofd en gekleed in jacquet en de schrijvers van hoofdar tikelen fulmineerden met een fles port onder hun bereik. In de huidige tijd zijn de donkere smalle gangen, de steile stenen trappen, de verouderde liften en een groot aantal kleine ka mers met zware mahoniehouten deu ren volkomen ongeschikt voor het maken van een modern dagblad. De directeuren zijn lange tijd van plan geweest de hele zaak te laten afbre ken en in plaats daarvan een nieuw gebouw te laten optrekken als een waardige buur van de glimmend zwarte Daily Express en de voorna me Daily Telegraph, doch daar zij vóór de oorlog hun kansen hadden laten voorbijgaan, zien zij zich thans geplaatst voor de onoverkomelijke moeilijkheden van een tijdelijke huis vesting en het aanvragen van bouw vergunningen. Zij hadden zich daar om tevreden moeten stellen met ver beteringen van het interieur, zoals modernisering van het sanitair en aanvullende gerieven voor de voor naamste medewerkers. Op een warme maandagavond aan het einde van juli 1949 was er de gebruikelijke onderbreking van het drukke geroezemoes in de kantoorlo kalen toen de wijzer van de .klok de zeven naderde. Het werk van de dagploeg was nagenoeg geëindigd en V door Andrev/ Garve de arbeid van de nachtredactie was nauwelijks begonnen. Het was het uur van het redactionele doodtij waarin degenen die de samenstelling van de krant hadden bepaald het drukken aan anderen overlieten. De speciale redacteuren gingen ge leidelijk het gebouw verlaten langs de in een groen uniform gestoken por tier: het waren de kunstredacteur met een stapel recensie-exemplaren, de sportredacteur, de landbouwmede- werker eigenaar van een boerde rij die een aardig centje verdiende door over zijn verliezen te schrijven en verder de columnist de schrijver van de dagelijkse artikeltjes-op-een vaste-plaats, die nagenoeg deed wat hij wilde. De „open lucht"-verslag- gever wiens verhalen over zijn kam- peerondernemingen zowel een voor beeld als een aansporing voor de opgroeiende generatie waren start te zijn wagen in de garage van de krant als voorbreiding voor een on gedwongen verkenning van nog een nieuwe route. Op de bovenverdieping lieten an dere bevoorrechte redacteuren die een eigen kamer hadden met hun naam op de deur hun sleutels rin kelen en grepen naar hun hoeden. De schrijver van de hoofdartike len die juist van een zetter met een wit voorschoot een nog vochtige proef had ontvangen concentreerde zich op het laatste en moeilijkste werk van zijn gewoonlijk niet veel eisende baan namelijk het schrap pen van enige alinea's uit een ko lom die bijna iedere alinea kon mis sen zonder onherstelbare schade te lijden. Over enige minuten zou hij ook zijn vertrokken. In de nieuwsafdeling was de gro te spanning geweken. De chef van de nieuwsdienst had het grootste ge deelte van zijn problemen reeds aan de hem alles.- r.ae tic da uv overgedragen e.i in de geest drenk hij al een gezel:.mei zijn nieuwe aard-ge verslaggeefster. Een paar redactieleden li pen nos in en uit voor een laatsie bezigheid 'zoals het laten tekenen van een on- kostenrekening of het verkrijgen van een paraaf voor hei concept van een brief of ook wel alleen cm even goe denavond te zeggen alvorens te ver trekken. De diplomatieke medewerker kwam binnenslenleren om de nacht chef van de nieuwsdienst mee te de len dat hij zo nodig in het Savoy Hotel was te bereiken. De nachtre dacteur bestudeerde daarop het avond- rooster waarbij hij zich zorgen maakte over de saaiheid van het nieuws en heimelijk hoopte op een grote brand of een ontploffing met een groot verlies aan mensenlevens. Het kleine joch dat tot taak had de stroken van de druktelegraaf af te scheuren had in de gaten dat zijn baas andere dingen aan zijn hoofd had en zat in een smerig wildwestver- haal verdiept. De verslaggeverskamer, door een glazen deur van de nieuwsdienstka mer gescheiden, was zo rommelig als een slagveld. Ondanks de schaar ste aan belangrijke berichten of wel licht juist daarom hadden alle repor ters klaarblijkelijk een drukke dag gehad. Oude kranten, knipsels uit het archief, encyclopedieën, telefoon gidsen en hopen kopijpaoier waren in wanorde op de schrijftafels te midden van de schrijfmachines op gestapeld een ware nachtmerrie voor de werkster. Grote papierman den puilden uit als hoornen des overvloeds. (Wordt vervolgd) Dit is de moeder van onze veelbe sproken Wim van Est. Wanneer we zo naar het glunderende gezicht van moe der Van Est kijken, mogen wij aan nemen, dat zij de „toertoekomst" van haar zoon niet somber inziet. Te Warnsveld overleed de emeritus predikant van de Nederlands Hervorm de kerk, ds. Johannes Jan Talens. Wij len ds. Talens werd op 16 mei 1874 ge boren. Na theologie te hebben gestu deerd aan de Rijksuniversiteit te Utrecht werd hij in 1897 door het Provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland toegelaten |tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv, Kerk. De overledene diende de gemeenten Niekerk (24 april 1898), Bie- rum (1902), Garrelsweer (17 januari 1932), waar hem op 1 november 1943 emeritaat werd verleend. Tijdens zijn ambtsperiode in Garrelsweer was ds. Talens praetor van de Ring Loppersum en Praeses van de Classis Apppinge- dam terwijl hij ook quaestor van deze 'g Classis was. is De oudste renner van de Tour de France: Wim van Est. Hier wordt de man van 't Heike voor de zoveelste maal in zijn lange wielerloopbaan ge ïnterviewd. Advertentie neus, keel,borst van vastzittend slym In Terneuzen kwamen Rijkswerk plaats en P.Z.E.M. tegen elkaar uit voor de zomeravondcompetitie. P.Z.E.M. won met 111. 9 De uitslagen van de in de zomer avondcompetitie in Goes gespeelde wed strijden zijn: Gem. WerkenP.T.T, li 00; Haringman—Typo's 1—8; Inter Sca ld isDe Zon 1—1; V.V.Z.B.D.A.F sc 2—4. DE NATUUR IN EN OM UW. HUIS llUlllllilllllllllllllllllllMliiii) |!iiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii>iiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiHiiiii>iiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiii!iiii!:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ PfiC—EQloen Ehl MAOELIEF MST 'sl cUWjiW MIDDEL veqW'JDÊCEhJ. 1 1-ITE12 VtOElME^T VOLPOEMnE Wie er liefhebberij in heeft stokrozen in 'eigen tuin te kweken, zal het zaad van de Althaea rosea nu moeten bestel len; direct na ontvangst kan het dan in de volle grond van de tuin gezaaid wor den Een hoekje van een halve vierkan te meter is al voldoende; het zaad moet juist onder de oppervlakte zitten en het is wel nuttig het gezaaide met vochtige zakken of lappen af te dekken. Later zal men ze dan op een apart bedje moe ten verplanten. In een goed onderhouden gazon be- hoort geen onkruid te groeien; paarde-i bloemen en madeliefjes mogen er ook j niet in groeien. Voorheen moesten al die j onkruiden met wortel en al uitgestoken I worden, doch tegenwoordig zijn er che mische middelen die voor dit doel ge- bruikt kunnen worden. Dat zijn een soori groeistoffen die men met water moet verdunnen; in de zaadhandel kan men t- u wel aan helpen, doch men dient I zich wel strikt te houden aan de voor-1 schriften die op de verpakking staan aan-i gegeven. Uw balkonbakken en andere bloembak, ken staan meestal zo dat de planten wei nig van het regenwater mee krijgen en ze zullen dus regelmatig begoten moeten worden; dat kan men het best met eer. pijpgieter doen en niet met de broesgie ter. De planten zullen ook regelmatig be mest moeten worden en voor dit doel kan men wel gebruikmaken van de bekende kamerplantenkunstmest die in water op- glost moet worden. Voor één bak heeft j men aan een liter vloeimest al wel vol doende. Eigen nieuwsdienst UTRECHT. De gezondheidstoestand van prof. dr. J. Severijn te Utrecht laat de laatste tijd te wensen over. Op me disch advies houdt de hoogleraar enige tijd rust. Prof. Severijn is 77 jaar oud. Hij is voorzitter van de Gereformeerde bond in de Hervormde kerk. De collecte ten bate van „Sonnevanck" en Zonnegloren" bracht in Zoutelande 159,50 op. Advertentie 51. Nietsvermoedend naderden profes sor Dubbelster en Kappie het stadje. „We nemen de trein naar de dichtst bijzijnde havenplaats", zei Kappie. ,,Daar ligt de Kraak op ons te wach ten!" Dubbelster antwoordde niet Hij was in somber gepeins verzonken. ,,Als het zo doorgaat is mijn laat ste kans om de kunstmaan bij te stel len verkeken," dacht hij. „Er zal niets anders opzitten dan de plannen van de kapitein andermaal te doorkruisen Doch hierin werd reeds door anderen voorzien. Toen zij een heggetje passeer den, sprongen er plotseling een aantal beambten te voorschijn, die hun opge wonden de weg versperden. ,,Halt! Staan blijven! Jullie willen de stad opblazen, hè? Maar daar komt niets van in!" werd er geroepen. ..Kom, kom.. zo'n hekel heb ik nu ook weer niet aan landrotten!" zei Kappie, nadat hij wat van zijn verba zing was bekomen. Jullie hebben de verkeerde voor, lui. Ik ben een eerlijk zeeman, die zijn roer recht houdt. Bo vendien waarmee zou ik jullie over gehaalde stad moeten opblazen? Zoiets I doe je' niet met een rietje!" ,.Neebeaamde een der autori teiten, terwijl hij strak naar een bult onder Kappies jas staarde. ,,Dat doe je niet hè?" En hij nam Kappies kraag in een schroevende greep en haalde de i kunstmaan te voorschijn De beroemde Italiaanse film

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1960 | | pagina 2