nacht en de morgen
In het huis
tussen de
FLORIADE IN TREK BIJ
AUTORITEITEN
ONZE Q
IS UW Q
ZO LEER JE VERPLEGEN
Pag. 13
Willy Middeljans
Geknipt
Gemakkelijk
Kunst
Luisterzegels zelden
stuk gekocht
Zorg en afleiding
RESA-HILVERSUM
„Wat wil ik worden r - een vraag die jongeren soms 's nachts wakker
houdt. Een stewardess, hoog en charmant in de wolken, een reptielen-op
passer, laag en onveilig tussen ploertig loerende serpenten dat kunnen
beroepen zijn die jongeren zich wensdromen.
Welnu, u hebt ze gezien: Yvonne, blonde stewardess in spe en
Simon, die in Artis een voorschot op zijn carrière kreeg. Vandaag de
beurt aan Willy Middeljans. Vandaag geeft pagina Q de loopbaan te
leen aan een verpleegster
Zitnc Li.-ibÜLAU
tekst hans verharen foto's egbert munks
VLAK BIJ EINDHOVEN, de stad van liet licht, staat een somber gebouw. Het herbergt ongeveer
duizend mensen. Een dorp, zou men kunnen zeggen, onder de rook van Eindhoven. Een dorp
van één kolossaal huis, met een plechtige oprijlaan ervoor en gedempte stemmen in de gangen.
Wie een bezoek brengt aan dit huis dat tussen nacht en morgen staat, krijgt een facet van het
leven voor ogen, dat hij niet kent. De deuren zijn er dik als bomvrije muren, zé sluiten herme
tisch en gaan geruisloos open. Maar voor elke deur heb je een sleutel nodig. Vaal, stoffig licht valt
door de hoge ramen, waarachter de lente een nummertje weggeeft, in de koele gangen.
Verspreid, staande of zittend, zijn er schimmen te zien. Ze spreken je graag toe, in hun on
bekende taal, ze kijken je aan met bodemloze blikken. Een klein, verwonderlijk klein mannetje zit
zingend op de tegels. Hij lacht minzaam als we passeren. Minzaam lachen doen ze trouwens veel,
de patiënten van de Rijks psy
chiatrische inrichting Eindho
ven.
De geneesheer-directeur, L. Ph.
Schreinemachers, is een aardige
man. Hij zit betogend met armen
en hoofd, achter zijn plechtige bu
reau in een kamer van het hoofd
gebouw, die uitziet öp de oprijlanen
en het vijvertje voor de deur. „Als
er morgen honderd sollicitanten
komen, kan ik ze allemaal ge
bruiken, gegarandeerd". Hij be
denkt zich. ,,Als ze gezond zijn na
tuurlijk".
„We kunnen gewoonweg geen
patiënten meer aannemen bij ge
brek aan verplegend personeel. We
kunnen 1050 patiënten plaatsen. Op
het ogenblik hebben we er 900."
„Ach, zowel verplegers als verpleeg
ster s-in-de-dop schrikken ervoor terug
om hier te komen werken. Tussen de
krankzinnigen. Maar er is zoveel goed
werk te doen. De mensen zijn bang
voor inrichtingen als de onze. Ze
denken dat hier allemaal niet-toere-
(keningsvatbaar verklaarde klanten
van de justitie zitten. Met een moord
op hun geweten of zo. Die zijn er
natuurlijk wel bij. Ja, en dan. we
hebben ook vooral zwaar gestoorde
mensen. Daarom, is hier zoveel goed
werk te verrichten".
Óp de 900 patiënten maar 28 ver
pleegsters. Men is gauw geneigd die
afkeer en angst voor zielszieken te
begrijpen. Men weet er echter niets
van. Behalve dan die paar meisjes,
die we ontmoetten in de" inrichting.
Willy Middeljans bijvoorbeeld, een
20-jarige leerling-verpleegster, die nog
maar kort aan de inrichting verbon
den is. Zij liet dan ook een heel an
der geluid horen. „T'k wil graag ver-
WIE verpleegster wil worden in
de rijks psychiatrische inrichting
Eindhoven kan zich wenden tot
de directeur L. Ph. Schreinemachers,
om inlichtingen. De inrichting ligt
ongeveer vier kilometer van Eind-
hovens centrum en is hiermee door een
goede autobusdienst verbonden.
Leerling-verpleegsters moeten intern,
gediplomeerde verpleegsters kunnen
extern zijn.
Om het diploma te behalen moet men
minstens achttien jaar oud zijn en drie
jaar werken. Een eerste jaar leerling
verpleegster verdient ongeveer 110,
bruto per maand, maar zij krijgt er dan
ook kost en inwoning bij. De kleding
wordt door het rijk verschaft.
Leerling-verpleegsters krijgen een
gratis opleiding voor het B-diploma,
„Verpleging van zenuw- en ziels
zieken".
Na het behalen van dit diploma krijgen zij een salaris van bruto 302,23
tot 436,55. Voor het bezoeken van eigen woonplaats ontvangen de leer
lingen tweemaal per maand een gedeeltelijke vergoeding van de reiskosten.
Het eten is er uitstekend, de kamertjes kunnen gezellig gemaakt worden
en er is, binnen de muren van de inrichting, meer dan genoeg te doen.
In 1960 worden voor gehuwde verpleegsters dienstwoningen gebouwd.
GE XEESH EER-DIRECTEUR
L. PH. SCH REIN KMA CHEJiS
aardige man
pleegster worden voor dit soort men
sen, dankbaar werken. Je gaat zoveei
van d&ze patiënten houden, dat heb ik
in die korte tijd al wel gemerkt".
Krankzinnigenverpleegslers in een
kamer!je, compleet met buikorgel en
(niet, zichtbaar) icitle muizen.
ii ttmmmmmm
Willy Middeljans, van kruin *ot en
kel geknipt voor dit vak, zoals ze snel
en onopgemerkt heen en weer hol"
met sleutels en tasjes, heeft één dag
een voorschot op haar loopbaan ge
had. Met een van de zeven psychia
ters ging ze ons voor door dit trieste
dorp. Het werd een rondgang die wp
niet zo licht zullen vergeten.
Het begon dus in de kamer van de
geneesheer-directeur, waar trouwens
voor iedere adspirant-veripleegster de
loopbaan begint, nl. met de sollicitatie
Dokter Schreinemachers ontvouwde
zijn plannen. Letterlijk. Want het
wordt hoog tijd voor de vernieuwing
van de inrichting. Nu zijn er nog e»r.
hoofdgebouw met grote zijvleugels,
enkele bijgebouwen, waarvan één al
vernieuwd, en bovenal dus: de plan
nen, die slechts wachten op het laat
ste woord uit Den Haag.
Onder de geestelijk gestoorde
patiënten bevinden zich uiteraard ooi-
vele lichamelijk zieken. Vaak hang4
dat nauw samen. De bedoeling
dus, behalve nieuwe paviljoens en be
tere kamertjes voor het personeel: een
nieuw klinisch centrum.
,,Het oude gebouw kan niet meer
op tegen de moderne, frisse ziekenhui
zen van tegenwoordig".
De rondgang gaf de directeur ge
lijk, beschilderd en behangen, zijn de
ziekenzalen en de kamertjes apart
allemaal wat mistroostig gebleven. Jn
de gangen hangen de klassieke aqua
relletjes die men, met h<un opgewekte
kijkjes op badplaatsen en oude stad
jes, in een gebouw als dit kan ver
wachten. Er zijn veel trappen.
Van de directeurskamer gingen we
naar het zaaltje waar o.a. de sollici
tanten medisch worden gekeurd. Willy
ging voor ons op de tandartsenstoel
zitten. Even later liepen we in de
zonnige tuin. waar bloemen en strui
ken mooi weer speelden.
We kwamen in afdelingen waar
Willy nog nooit was geweest. Zieke
mannen te bed. Vrouwen breiend of
Aan de maaltijdVreemd eerst, van
later vind je
kaartspelend in hun afdeling. Je vraagt
je af wat er in zulke mensen omgaat,
als je zo binnenkomt om te kijken.
Een dokter gaat gemakkelijk met ze
om, geeft ze schouderklopjes, maakt
een praatje, een grapje en vervolgt
zijn weg, in druk gesprek met WiJly
Middeljans, die zo'n privélesje niet
onbenut voorbij laat gaan.
We zien een gebouw dat een mo
derne indruk maakt. Schouwburg an
nex bioscoopzaal, foyer annex club
lokaal voor de schaakvereniging, kerk.
De uniekste kerk, die men zich se
dert 1517 denken kan: links het al
taar, rechts het preekgestoelte. De
bidbankjes zijn tegelijk stoeltjes. Een
protestants en een rooms-katholiek
geestelijke zijn aan de inrichting ver
bonden.
Verder: de werkplaatsen. Ruimte
waar onderdeeltjes voor een bekende
gloeilampenfabriek in Eindhoven wor
den gemaakt, de smid, de timmerman
Ook ruimte voor de studio" van de
patiënten: er staan bizarre beeld
houwwerken van een timmerman die
zijn waandenkbeelden in het gips
zo'n lange tafel met al je collegaatjes
het leuk.
overplant. En. verderop is de grote
bakkerij, deels door patiënten gedre
ven.
In zijn kantoor liet ,,onze" psychia
ter proeven van zijn therapie met te
ken- en schilderwerk zien. Het is zeer
opmerkelijk (of misschien juist niet),
dat daar werk bij is dat echt kwali
teiten bezit. Een jonge, zwaar ge
stoorde man ontwikkelt zelfs een
vreemde, zeer persoonlijke manier
van uitdrukken anemoonachtige
motieven, knap van kleur en bijzon
der van compositie. In het gewone le
ven had deze jonge metselaar nooit
getekend. Hier maakt hij dingen die
veel moderne epigonen hem zouden
benijden
In sommige gevallen is de lijn op
waarts duidelijk herkenbaar. Dit gaat
meestal niet ten gunste van de pic
turale kwaliteiten van de aquarellen,
maar uiteraard is het de dokter daar
niet om begonnen. Van een volkomen
onontwarbare chaos in
kening naar een duidelijk herkenbar*
koe op de laatste
In de kamer van de geneesheer-direc
teurv.l.n.r. Willy Middeljansde direc
teur L. Ph. Schreinemachers en een
dokter. Zo begint het
tuurlijk, dit werk slokt je bijna he
lemaal op.
Al heb je na elke week „wacht"
(nacht-wacht) vier a vijf dagen va
kantie. Je bent en je blijft ermee be
zig, omdat je hier niet te doen hebt
met paperassen maar met mensen,
met mensen nog wel die je hulp no
dig "hebben.
En de meisjes die ervóór gekozen
hebben? Willy Middeljans was zonder
meer enthousiast. Niet alleen over
deze inrichting, maar wel speciaal
over de verpleging van geesteszieken.
,,Je hebt het idee, dat je wat doét",
zei ze. Andere meisjes lieten ons hun
kamertjes zien. Ze hadden het leuk
gemaakt, de één met witte muizen,
boeken en foto's; de ander met teke
ningen en felkleurige kussens. De één
zat heftig op een buikorgel te spelen,
de ander had een begaafdheid voor
tekenen en portretteerde haar colle
gaatjes. Praten doen ze in hun con
versatiezaaltje, of in de kantine bene
den. „We gaan bijna nooit uit", zei
Willy, ,,er is hier zoveel te doen."
„De regels van. het huis ieer
vanzelf", zei de geneesheer-directeur.
Bovendien lijkt het werk In zo'n in
richting ons bijzonder interessant
omdat je dagelijks contacten moet
leggen met mensen die de grens,
waarvoor wij allen staan te dringen
in deze tijd, overschreden hebben,
Mensen op wie de wereld met zijn
vergroeide vormen, voor wie de ach
tergronden van het eigen leven ver
vaagd zijn en weggeslagen.
De stewardess, die wij vorige keer
voor deze serie interviewden, zei:
„Je leert de mensen zo goed ken
nen".
Willy Middeljans die verpleegster
in de Rijkspsychiatrische inrichting
Eindhoven wil worden, zei precies
hetzelfde.
Bij de eerste klonk het als een hol
le volzin maar Willy schoot pre
cies in de roos.
In dit dorp leer je de mensen ken
nen, die wij zijn.
En de verpleegsters? Zij zijn de on
misbare bewoonsters van dit dorp.
Per
verrassend. Bovendien kan de psy-
chiater de waanvoorstelling waaraan nJi.!3£
Eisen nleuwsdipneit
DEN HAAG De vraag Is gerezen
of het voor velen niet bezwaarlijk zal
de' èersta'tB- zÜn de luisterbijdrage van twaalf gulden
herkenbar# *>er voortaan vooruit en ineens
dat is toch w«l! ■S05'
De P.T.T. heeft daarop onderzocht
de maker leidt, met min of «neer
moeite van de prenten aflezen.
Over deze dingen pratend lopen wij
door de bosschages die de inrichting
omringen en waardoor er jaarlijks
zo'n 70 a 80 patiënten ontvluchten en
stuiten op een voetbalveld, waar pa
tiënten en verplegers eensgezind hun
trainingsrondjes lopen.
De enige twee toeschouwers, maar
dan ook trouwe, bij dit spel waren j
ezeltjes, moeder en kind, die ook bij
dit dorp behoren. Evenals een ten
nisveld, groentetuinen, een zwembad
en in iedere afdeling: een televisie
toestel, „een belangrijk communica
tiemiddel voor onze patiënten die vaak
het contact met de werkelijkheid heb
ben verloren".
U'ziet, er is voldoende zorg en af
leiding. Er is alleen onvoldoende per
soneel. Dat is eigenlijk pijnlijk. Dat
jongens (ook die zijn welkom!) en
meisjes de geestdodende arbeid op
een of ander kantoor prefereren boven
het werk op een inrichting als die te
Eindhoven pleit niet voor hen. Na-
Deze fraaie spreuk hing in de kamer
ran één der verpleegstertjes.en zo
lagen ze zelf, tussen de margrietjes, in
het gras te zonnen.
maand kan betalen, tegelijk worden
gekocht. Gebleken is dat de verkoop van
een of twee zegels tegelijk slechts zelden
voorkomt. De gemiddelde aankopen lig
gen tussen de zes en twaalf zegels in
eens, zodat de nieuwe inningsregeling
niet bezwaarlijk wordt geacht
De lente speelt mooi weer in de groene bebloemde laantjes van het duistere
dorp nabij de lichtstad. Aspirant-verpleegster Willy Middeljans en één der zeven
psychiaters zijn op weg naar het vrouwenpaviljoen.
TT ENS op een nacht, droomde ik
dat ik een duifje was. Ik vloog
vrij en blij door de lucht. Als
naam had ik Bianca gekozen. Mijn
verenpak was van goud. Ik speelde
op de wolken en was daar helemaal
alleen. Er waren daar geen mensen,
daardoor alleen was het daar al zo
prettig. Er was niemand, die mijn
gouden veertjes af kon rukken en ver
nietigen. De zon koesterde mijn vel.
Ik ving die glanzende zonnestralen
op en probeerde ze te bewaren tegen
de koude, donkere en sombere wol
ken. Eén wolk had ik voor mezelf ge
reserveerd, die noemde ik de „Wolk
van Geluk". De dieren mochten er
allemaal komen, Sikkie, het magere
geitje, Moortje, de zwarte kat, een
arm klein zwervertje. En het oude
afgedankte paard, dat eenzaam door
de kale weide draaft, zou ik bijzonder
verwennen.
Mensen zou ik daar zeker weren.
Alleen oude en zieke mensen zouden
daar natuurlijk wel welkom zijn om
de zonnekracht te proeven. De ande
re mensen liet ik niet toe omdat zij
toch zouden komen om mijn wolk te
vernielen en uit elkaar te scheuren.
Eenmaal zou ik naar beneden vlie
gen, dat was dan om de mensen uit
te lachen, dat zij in die akelige we
reld moeten wonen. Boven het kerk
hof zou ik neerdalen om op een van
die graven, het allermooiste takje van
een boom in volle bloei neer te leg
gen. Ik zou dan een ogenblik uitrus
ten op het graf, waarop staat: „Hier
rust mijn lieve moeder". Aan haar
zou mijn allerlaatste groet zijn, zij,
die voortbracht, het mooiste wat men
ter wereld voort kan brengén, een
nieuw mensenleven. Hierna vloog ik
weg van haar, ver weg, hoog, heel
hoog de lucht in, om herinneringen
te vergeten, die kostbaar zijn en pijn
kunnen doen.
In de lucht zou ik de sombere wol
ken gaan kleuren. De somberste wolk
maakte ik zilver. Misschien vond die
wolk dat niet mooi dan zou ik
vragen: „Welke kleur wil jij dan wel
hebben, wolk?". Met iedereen in het
wolkenland zou ik rekening houden,
omdat de mensen dat beneden niet
doen. Soms zou ik me verbergen in
die grote wolkenpartij dan zou ik
bang zijn en verdriet hebben.
In de herfst zou ik de wolken ros
sig boven de bruingebronsde bomen
laten hangen, zodat de boomtoppen de
wollige wolkenbergen konden betas
ten. 's Nachts zou ik de hemelwand
rood kleuren, rood is de kleur van
warmte en liefde. In de nacht zijn er
misschien wel mensen, die zich een
zaam voelen. En het donkere uitspan
sel doet slechts hun eenzaamheid en
verdriet vergroten.
De sterren maakte ik groter en
glanzender. Ze zouden harder moeten
stralen en fonkelen. Ze zouden licht en
liefde moeten brengen in de harten
van de mensen, die daar eenzaam in
de grote wereld rondliepen, 's Nachts
zou ik dan toch maar weer naar be
neden vliegen, dat was om de men
sen die verdriet, heel veel verdriet
hadden te troosten. Ik zou mijn gou
den veertjes afplukken en ze aan hen
geven.
Misschien konden zij dan hun ver
driet vergeten en een ogenblik geluk
kig zijn. Want vanuit mijn plaatsje
vanaf de wolken, heb ik gezien dat
verdriet en eenzaamheid verschrikke
lijk kunnen zijn. Het vernielt het in
nerlijke beschaafde in een mens. Ik
zag de mensen uit hun huizen gaan,
hun ogen versleten van de tranen, die
zij hadden laten vloeien. Hun gang
vermoeid en zwaar door het denken,
Van een onzer verslaggevers
ROTTERDAM The right honorable
Walter Nash (78), premier van Nieuw
Zeeland, vergat gistermiddag even alle
beslommeringen van de pas geëindigde
conferentie der Britse gemenebestlanden.
Hij liep als een vriendelijke oude heer
door de rhododendronallee van de Flo-
riade, praatte even met Gertrud Hinrichs
van het Duitse paviljoen en was kinder
lijk verrast door de snelheid van de liften
in de Euromast.
Dit ongedwongen bezoek viel samen met
een visite, die de leden der Staten-gene-
raal en hun opgetogen dames aan de
Rotterdamse tentoonstelling brachten, zo
dat de beide gezelschappen elkaar een
paar keer op beschaafde wijze voor de
voeten liepen.
Mr. Nash kon haast niet wegkomen van
de Floriade, zodat het uitgebreide motor
escorte, waarmee hij om half zes in de
richting Den Haag wegstoof om het rege
ringsdiner nog op tijd te halen, enige
opmerkingen aan het publiek ontlokte
over maximumsnelheden in bebouwde
kommen. De oorzaak van deze snelle
terugrit lag in het feit, dat de Nieuwzee-
landse gast. naar iemand uit het bestuur
van de Floriade opmerkte, méér van tuin
bouw afwist dan hijzelf.
Dinsdag zal bij de Verolme scheepswerf
Alblasserdam n.v. te Alblasserdam de
motortanker P. S. Gerbrandy te water
worden gelaten en worden gedoopt door
mevrouw H. E, Gerbrandy-Sikkel,
dat zij gedaan hadden. Hun allerlaat
ste hoop verpletterd door de hardheid
van hun medemensen.
Zij allen waren eenzaam, zowel de
jongeren als de ouderen. De verbitter
de trekken las ik van hun gelaat. Hun
cynische opmerkingen klonken hol en
wrang over deze planeet. Geen van
allen had ook nog maar een enkele
verwachting omdat ze schijnbaar wel
wisten, dat er van de mensen niets
te verwachten valt. Ze hadden zich
gewapend tegen hun medemens, om
dat een mens in het leven gewapend
moet zijn. Anders steken zij. Ik zag
daar ook vanaf de wolken, dat men
sen, die een moment hun wapen weg
gegooid hadden, nog teleurgestelder
werden in hun medemensen. Ik had
ze allemaal willen waarschuwen pas
op, ze vernietigen je. ze maken je
geestelijk kapot, ze trappen je, zoals
de moderne techniek de grote wereld
vertrapt.
Hierna vloog ik terug naar de wol
ken. Weg, fijn, héél ver weg van de
mensen en hun techniek om bescher
ming in de wolken te zoeken.
JOS TABBERS
Advertentie
Geslaagddank zij
(N«d*rlands Talencentrum) - Tel. 5432
Vraagt ons prospectus
Talen: Ned„ Frans, Duits, Engels L.O. eri
MO.A.-OncUrwijzersaklte-WlskundeL.O.
en M.O.A. - MULO A en B„ H.B.S, en Gymn.
PraktijkexamensBoekh., Ned., Frans,
Duits, Engels en Hoofdcorrespondent.
TK heb alle pagina's Q gelezen. Ik
A heb ze gelezen, de artikelen over
jazz (maar waarom nooit over oude
jazz?), de portretten van jazzmusici
(maar waarom altijd zulke onbeken
de?), de verhalen met foto's over jon
ge meisjes (maar waarom nooit eens
gewone?); alles over de vluchtelin
gen, de oorlog, studenten, de idolen, de
stewardessen, de jonge mensen in de
maatschappij, de experimentele dich
ters alles.
Ik heb het met plezier gelezen. Maar
ik ben diep teleurgesteld in onze jeugd,
in mijn leeftijdgenoten althans zo
als zij op uw pagina ten tonele wor
den gevoerd. Ik geloof niet in de jeugd
van pagina Q. Maar helaas u hebt
het altijd met grote, mooie foto's kun
nen bewijzen. De gillende koppen op
het jazzfeest. De ongewassen meisjes
in de lentezon. De dichter Remco Cam-
pert over een stoelleuning hangend.
Toch geloof ik dat Pagina Q een. to
neel is. En uw redacteur is de regis
seur. Ik ben ook jong. Maar ik zal me
nooit door hem laten regisseren.
M. de G.,