en en
staken
spoorwegmensen
Professor Rüier
Rijden en staken
^Meesterwerken-bende" steelt
voor drie ton schilderijen
Hard oordeel
Zaterdag april 1960
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 9
17 september 1944: geallieerde luchtlandingstroepen worden neergelaten op punten in het zuiden en midden
van bezet Nederland, o.m. bij Arnhem. De oorlog belooft een keer te nemen. Nog een maand, zo verwacht
men, en de Duitsers capituleren. Om de verwarring onder de bezetters te vergroten en hun transportmoge
lijkheden te beperken geeft de Nederlandse regering in Londen het lang verwachte sein tot de spoorweg- flOOT"
staking. De oorlog zou echter nog acht maanden duren. De staking ook. IJCUCU1U
99
ff
Bekentfmakfnff.
Grote verzetsdaad
DE LEUGEN
WAARHEID
Tegen de leugen van Gerbrandy kan
alleen deze waarheid ons volk redden.
„Kwajongenswerk"
Onverwacht sein
Rauters gelijk
De
overwinnaar
G. Joustra
Commentaar
Bezwaar
Andere tendens
RESA-HILVERSUM
EPOS VAN HELDENDOM
MET OMSTREDEN NUT
IN zijn boek „Rijden en staken 19401945" heeft professor
Rüter niet slechts de spoorwegstaking behandeld, maar ook
hier en daar een oordeel vellend het beleid van de di
rectie van de Nederlandse spoorwegen en van de spoorwegvak
beweging in de oorlog aan een beschouwing onderworpen. De
wijze waarop hij dat heeft gedaan heeft tot gevolg gehad dat de
uitgave van het boek in die kringen diep wordt betreurd.
Van een onzer redacteuren
/V september 1946 kreeg professor dr. A. C. Rüter,
hoogleraar in de Nederlandse geschiedenis in Leiden
eertijds gepromoveerd op een proefschrift over de
spoorwegstaking van 1903, opdracht van het Rijks
instituut voor Oorlogsdocumentatie om een monografie
over de staking van 1944'45 voor te bereiden. Op zijn
verzoek werd die opdracht later uitgebreid, zodat hij het
beleid van de directie van de NS en van de spoorwegvak-
beweging in de oorlogsjaren mee in het onderzoek kon
betrekken.
VANDAAG verschijnt het resultaat van professor Rüters
arbeid: „Rijden en staken, 19401945". De staking was
de heldhaftige daad van dertigduizend mensen. Omdat
zij echter langer duurde dan was voorzien en de vorst ook
vervoer te water onmogelijk maakte, ontstond in het Wes
ten een noodtoestand. Vijftienduizend mensen kwamen om
door honger en koude Professor Rüter is van oordeel dat de
staking in militair opzicht de Duitsers geen ernstig nadeel
heeft toegebracht. Zij heeft achteraf gezien van de Neder
landse bevolking veel zwaardere offers gevraagd, ook wan
neer men rekening houdt met het feit dat de staking, die
onder ongunstige omstandigheden bijna acht maanden werd
volgehouden, de naam van Nederland in de geallieerde
wereld ten goede kwam.
LIET IS een hard oordeel, waarin
-*■ professor Rüter echter nog verder
gaat. Hij vraagt: Was de staking
een militaire noodzaak? Zijn ant
woord moeilijk te geven, zegt
hij, omdat de vraag ,.een specula
tie insluit met mogelijkheden die
niet verwezenlijkt zijn, en boven
dien een zuiver technische en za
kelijke beschouwing eist van een
quaestie, die ook politieke, morele
en emotionele aspecten had"
luidt
„In de kritieke acht of veertien da-
Dr. ir. W. HUPKES
zwichtte niet
SEYSS-INQUART
tegenspeler
SABOTAGE EN LUCHTAANVALLEN LEGDEN VOOR DE STAKING HET TREINVERKEER OP VERSCHEIDENE
PLAATSEN AL LAM. (ILLEGAAL GENOMEN FOTO)
A
NEDERLANDERS!
Prof. mr. P. S. GERBRANDY
gaf het sein
gen na de proclamatie heeft de sta
king de Duitsers zonder twijfel veel
last bezorgd Maar van tweeën een:
de geallieerde poging om bij Arn
hem door te breken slaagde of slaag
de niet. In het eerste geval zou het
spoorwegbedrijf djoor die doorbraak
zelf en door de luchtaanvallen toch
verlamd zijn; in het tweede geval
was de staking na de stabilisatie der
fronten niet zo belangrijk meer. De
loop, die de zaken tenslotte genomen
hebben, laat vermoeden dat de Geal
lieerden dan door nog krachtiger, lucht
aanvallen, zonder staking van het per
soneel der Nederlandse Spoorwegen,
het Duitse vervoer wel hadden kun
nen reduceren tot het punt, waartoe
zij het thans, met een staking, te
rugdrongen.
De hele kwestie zou in dat geval
niet van zoveel belang geweest zijn:
de Nederlandse spoorwegmensen, in
ieder geval het locomotief- en trein
personeel, zouden van de lijnen zijn
gejaagd, zoals dat voor de 17de sep
tember reeds in Noordbrabant en
Zeeland was geschied.
ZO GEZIEN lijkt de staking militair
niet van essentieel belang, al heeft
zij de Duitsers natuurlijk veel moei
lijkheden berokkend en de taak der
Geallieerden verlicht. Deze konden
thans b.v. met minder luchtaanval
len volstaan en spaarden dus vlieg
tuigen voor andere doeleinden en fron
ten. Het was stellig niet zonder re
den, dat zij na de nederlaag bij
Arnhem een hervatting van het be
drijf in het Westen wel, maar ten
Oosten van de IJsel niet wilden toe
staan."
Professor Rüter betoogt dan dat
minister-president Gerbrandy de sta
king afkondigde in de overtuiging dat
de oorlog hoogstens nog een dag of
veertien zou duren en in de hoop, dat
het Nederlandse volk door een grote
daad tot zijn bevrijding zou bijdra
gen, zodat het zich een aanzienlijke
goodwill in het buitenland zou schep
pen.
Welnu, het oordeel over het morele
effect moet gunstiger luiden dan dat
over het militaire en materiële: „Het
is stellig van het allergrootste gewicht
geweest," zo schrijft professor Rüter,
„dat onmiddellijk voor de bevrijding
en terwiile van de bevrijding een
massale daad van verzet was gesteld,
waarmee de ganse bevolking van het
Westen door de band van nood en
offer werd verbonden. Offers voor een
hoog geestelijk doel zijn, al mag het
soms anders lijken, niet vergeefs. Wel
imponderabel in hnn uitwerking".
De spoorwegstaking 19441945 is
een grandioos succes geworden als ver
zetsdaad. Ondanks gebrek aan voor
bereiding, ondanks misverstanden en
moeilijkheden is zij geslaagd, vooral
dank zij het verzet dat zorgde voor
geld en voedsel voor de stakers, die
uiteraard geen reserves hadden ge
vormd.
IN HET ZEER gedetailleerde werk
van professor Rüter treeds vooral
één figuur indrukwekkend naar vo
ren. Het is dr. ir. W. Hupkes. die
kort na het begin van de bezetting in
de directie van de Nederlandse spoor
wegen prof. dr. ir. J. Goudriaan op-1
volgde als president (Prof. Goudriaan
werd om redenen, die niets hadden
uit te staan met de spoorwegen, in
oktober 1940 ais gijzelaar naar
Buchenwald gebracht).
De heer Hupkes „type van een
Nederlands bedrijfsleider: een beza
digd en nuchter man, die een stevige
greep op zijn onderneming wenst"
begon van meet af aan de verhouding
tussen directie en personeel, die on
der prof. Goudriaan slecht was gewor-
den, te herstellen. Hij achtte dat be
langrijk, vooral in zo moeilijke tij
den.
De heer Hupkes was het, die door
geen krimp te geven tegenover de be
zetters. zelfs niet tegenover Seyss
Inquart, die vaak zijn tegenspeler was
de spoorwegen in Nederlandse han
den wist te houden.
Om zijn doel te bereiken was hij
tot concessies tegenover de bezetter
bereid, concessies die de geschie
denis heeft de heer Hupkes gelijk ge
geven noodzakelijk waren, maar
die bij het verzet in Nederland een
bijzonder slechte indruk maakten. In
In September heeft Gerbrandy met de belofte
van spoedige bevrijding het bevel tot een
verlceersstaking gegeven. De „bevrijding" is
niet gekomen. Het verkeer staakt in dienst van
Millioenen, menschen in het Westen van
Nederland moeten thans in honger en koude
voor de lengen van Gerbrandy boeten.
Voor de vernieling e! de bescSadiging van spoorwegisstal-
laties, waterwegen met hun inrichtingen, telefoonkabels en post.
kantoren stel ik alle inwoners van de gemeente verantwoordelijk
binnen bet grondgebied, waarvan de daad is begaan.
De bevolking van zoodanige gemeenten dient er rekening
mede te houden, dat ter vergelding eigendommen worden ver
beurdverklaard en buizen of huizengroepen worden verwoest.
tk raad de gemeenten aan in baar gebied door bet vormen
voor een afdoende bescherming van de verkeenmiddelen en vaa
de inrichtingen ton dienste van bet berichtenverkeer.
Tegen deze leug^,.staat,één,,,r :i
Slechts door de handen ineen te
slaan en als één volksgemeenschap
te arbeiden kan ons volk den nood
van deze millioenen opheffen.
Brallend beroep om staking te breken
'.y'.A 'ij
Oe
i voor het bezette
Nederlandse!» gebied
•SEYSS-INQUART.
-M- Seyss-Inquart waarschuwt
de ondergrondse pers werden, met
betrekking tot de spoorwegen, woor
den als „collaboratie" en „sabotage"
(van het verzet) meer dan eens ge
bruikt.
NA DE STAKING van mei 1943, waar
aan de spoorwegen niet deelnamen,
nam die kritiek toe. Het Parool
schreef: Helaas de spoorwegen
bleven draaien. Daar was blijkbaar
de solidaire verzetsgeest niet voorhan
denEn Je Maintiendrai: „Ter
wijl Nederlandse soldaten, ongehoor
zaam aan het bevel van de Neder-
landsche Regering, hun plaatsen zoe
ken in de treinen, samengesteld en
gereden door de, eveneens deze heve
len saboterende Nederlandsche Spoor
wegen, staan op eenzame plaatsen
mannen tegen de muurarbei
ders, boeren, bedrijfsleiders, die zich
opofferen voor die „mannen", die nu
in de treinen stappen. De schoten blij
ven knallen, het is nog niet volbracht.
Moge de echo van die schoten klin
ken, hun leven lang, in de ooren van
hen die meenden het prachtige ver
zet van ons volk als „kwajongens-
werk" te moeten betitelen."
De heer Hupkes kwam in een
steeds lastiger parket, maar zwichtte
niet. Zijns inziens konden de spoor
wegen maar éénmaal staken. Die sta
king bereidde hij ook voor. Hij liet
voor alle arbeiders een maand loon
klaar leggen, waarvan de populaire
naam het doel het best omschreef:
,,Invasiegeld".
HIJ WAS er op voorbereid van de
Nederlandse regering in Londen het
sein te krijgen tot de staking. In fei
te verraste het bevel uit Londen hem
evenzeer als zijn personeel. De mi
nister-president. professor Gerbrandy,
gaf het sein tot de staking via de
B.B.C.
Daarmee passeerde Gerbrandy niet
alleen de directie van de NS, maar
(Advertentie)
Laat Uw fiets steeds paraat staan
ook zijn kabinet. De ministers moes
ten over de spoorwegstaking via de
radio horen. Zo ook minister Albarda,
die daarover zijn beklag deed in de
eerste vergadering van de minister
raad. Gerbrandy had zijn antwoord
klaar. Hij zei Albarda al sinds 1903
als een voorstander van een spoor
wegstaking te kennen
Toch had zijn sein tot staking de
spoorwegen, een sterk gecentrali
seerd bedrijf, overrompeld. Er waren
stations waar gewoon werd doorge
werkt, zoals er ook waren waar de
staking algemeen was.
Als de Duitsers, zo meent prof. Rü
ter, op dat tijdstip een actie hadden
ondernomen om de staking te breken
waren zij stellig geslaagd.
Zo'n actie bleef echter uit. Met me
dewerking van het verzet kreeg de
staking meer en meer een algemeen
karakter.
Hoe reageerden de Duitsers? Die
reactie was, betoogt professor Rüter,
er bijna een van opluchting. Bij
de slag om Arnhem was al gebleken,
dat er van militair nadeel geen spra
ke kon zijn (de generaals Christian
sen en Student lieten zich in die zin
uit); de Duitsers wisten zich met het
transport te redden.
HET WAS RAUTER, die het duide
lijkst liet merken dat de staking
e$n opluchting voor de Duitsers bete
kende: zij zou volgens hem een zwa
re slag toebrengen aan het verzet door
zijn verbindingen te verbreken en de
koeriersdiensten en wapentransporten
te belemmeren. Daarin kreeg hij ge
lijk. Het vervoer over de rail was
sterk toegenomen, omdat auto's en
fietsen meer en meer uitvielen. Voor
de NS was 1944, vergeleken bij 1939,
tot aan de staking een „topjaar"!
Er was uiteraard een „naspel",
toen na acht maanden staking de be
vrijding kwam. Professor Rüter be
handelt dat naspel in het laatste
hoofdstuk van „Rijden en staken". De
spoorwegen bevonden zich op dat mo
ment in desolate toestand. Het herstel
stiet aanvankelijk op grote moeilijk
heden. Minstens zo erg waren toen de
spanningen in de menselijke verhou
dingen.
Professor Goudriaan wilde zijn ze
tel als president van de NS weer in
nemen. Het hoofdbureau te Utrecht
weigerde zich echter aan zijn leiding
te onderwerpen. Zijn positie was door
enkele beleidsdaden kort na de Duit
se invasie verzwakt; het feit van zijn
internering bleek niet voldoende te
genwicht te vormen. Hij kreeg gele
genheid ontslag te nemen en de heer
Hupkes werd zijn opvolger.
Zoals de heer Hupkes systematisch
had getracht de leiding van de sta
king in handen te houden, zo tracht
te hij volgens professor Rüter het
zelfde te doen met de zuivering, d.
w.z. het verwijderen of straffen van
al die elementen die in hun plicht
als Nederlander tekort waren gescho
ten. De Nederlandse regering had de
ze zuivering uitdrukkelijk als over
heidstaak gesteld.
(Advertentie)
GORDIJNSPIRAAL
met de originele onderdelen
In een woord vooraf schrijft pro
fessor Rüter al over de moeilijk
heden, die er zijn geweest bij de
voorbereidingen van de uitgave,
moeilijkheden tussen hem en een
door de vroegere president van de
NS, dr. ir. W. Huipkes, samenge
stelde commissie van mensen die
bij de staking direct waren betrok
ken. De commissie-Hupkes stelde
wijzigingen in het manuscript voor,
die, zo schrijft professor Rüter,
„mijn visie op de gebeurtenissen"
verwierpen.
Dr. ir. Hupkes, die overigens in het
boek naar voren komt als de man
aan wie Nederland wellicht het be
houd van de spoorwegen te danken
heeft, gaf ons te kennen, dat hij de
uitgave van „Bijden en staken" niet
toejuichte. Tot verder commentaar
was hij niet bereid.
Herhaaldelijk belicht professor Rü
ter ook de persoon van de heer G.
Joustra, die in 1940 voorzitter werd
van de Nederlandse Vereniging van
Spoor- en Tramwegpersoneel Hij
schrijft dat Joustra's optreden bij ve
len ergernis veroorzaakte, dat hij in
1941 een. bezoek bracht aan Duits
land en dat hij vele malen in gezel
schap van NSB'ers (o.m. met H. J.
Woudenberg onder wiens commissa
riaat medio juli 1940 het Nederlands
verbond van vakverenigingen kwam)
op één podium optrad.
Direct na de oorlog werd de heer
Joustra van verschillende zijden be
ticht van heulen met de vijand (het
communistische orgaan De Waarheid
schreef hem bijvoorbeeld toe, dat hij
Musserts Nederlands Arbeidsfront zou
hebben verdedigd); de heer Joustra
bracht deze zaken voor de rechter
en won het pleit steeds gemakkelijk.
Zijn, beleid en dat van de Neder
landse Vereniging werden door een
ereraad van het NW onderzocht, die
volgens professor Rüter tot een
zeer voorzichtig geformuleerde m
zwak gefundeerde uitspraak kwam,
waarin het optreden van de heer
Joustra als geheel een positieve bij
drage tot het verzet werd genoemd.
Deze conclusie werd door verscheide
ne nsa-oorlog.se, uit het verzet voortge
komen, kranten gekritiseerd, aldus
professor Rüter.
De door ir. Hupkes ingestelde zui
veringscommissies kregen klachten
over 7.300 personeelsleden, zijnde 1 op
elke 6 man. In de provincie Gronin
gen lag het percentage te beoordelen
gevallen op ruim 60. Bij elkaar wer
den 2.431 mensen (acht procent van
het personeel door strafmaatregelen
getroffen.
OOK tegen de directie van de Neder
landse Spoorwegen werden enkele
klachten ingediend; zij werden ge
seponeerd.
Professor Ruter beschouwt als
de „grote overwinnaar" in de spoor
wegstaking ir. Hupkes, wiens
triomf tegelijkertijd die is van de
continuïteit in de Nederlandse sa
menleving die door de bezettings
tijd niet wezenlijk is aangetast.
De heer Landskroon, die ook deel
uitmaakte van de „commissie-Hup
kes", vertelde ons, als commentaar
op de verschijning van „Rijden en
staken.'
„Mijn grote bezwaar tegen het boek
is dat professor Rüter is uitgegaan
van een vooropgezette mening. Ieder
een mag zijn eigen mening hebben,
maar niet als hij geschiedenis gaat
De heer Joustra, die overigens na
de oorlog verscheidene hoge Neder
landse en gèdlïieërde onderscheidin
gen kreeg voor zijn houding in de
oorlog, gaf ons als commentaar:
„Wij hebben in de oorlog geprobeerd
zonder onze opvattingen getveld aan te
doende spoorwegen te laten uier ken. Wij
waren het met de heer Hupkes eens, dat
een bedrijf als de spoorwegen maar één
keer goed kon staken en dat moest dan
op het voor de Duitsers meest fatale mo
ment zijn. Professor Rüter had al een
mening over vele zaken vóór hij de waar
heid ervan ging onderzoeken en hij was
niet geneigd die mening te herzien. Veel
van wat hij heeft geschreven is in strijd
met de tverkelijkheid. Ik heb hem wel
eens professor in de geschiedvervalsing"
genoemdOverigens, een paar jaar gele
den heeft de heer F. Landskroon, oud
lid van het bestuur van de Nederlands
Verenigingeen boek geschreven dat bi,
voorbaat de zaken recht set, die door
professor Rüter in een verkeerd daglicht
worden gesteld"
Het boek van de heer Landskroon
„Crisis-bezetting-wederopbouw, 20 ja
ren gescb'edenis vin «te Nederlandse
Vereniging", kwam in 1957 uit. De
visie van d^ heer Landskroon ver
schilt op verscheidene punten van die
van professor Rüter. Laatstgenoemde
laat herhaaldelijk blijken, dat ver
scheidene daden van de directie zo-
wel als van de vakorganisatie gedeel
telijk of voornamelijk ten deel hadden
de greep van de directie op het per
soneel of van de organisatie op haar
leden te verstevigen. Zelfs het aan
deel van de heren Hupkes en Joustra
m de organisatie van de staking zou
aan .de hand van bepaalde ftag-
men-ten in professor Rüters boek zo
kunnen worden uitgelegd. Deze ten
dens ontbreekt uiteraard in het
boek van de heer Landskroon.
G. JOUSTRA
omstreden persoonlijkheid
schrijven. Hij heeft alles aangeroerd
wat zijn mening versterkt en veel
weggelaten wat aan zijn kijk op ae
zaak afbreuk zou doen. In het bij
zonder geldt dit, waar hij over de
Nederlandse Vereniging schrijft. Het
principe van hoor en wederhoor paste
hij niet altijd toe.
Aan bepaalde mededelingen", zo
vervolgde de heer Landskroon, „iiecht-
te hij meer waarde dan aan andere.
Hij heeft ons gehoord zoals hij tien
tallen andere mensen heeft gehoord.
Maar wij waren partij! Hij heeft
daardoor een vertekend beeld gege
ven van wat leefde in onze organisa
tie. In de organisatie was natuurlijk
oppositie, maar de massa bleef ons
trouw. Uit professor Rüters boek zou
men kunnen opmaken, dat er een al
gehele verbrokkeling in de organisa
tie dreigde.
Professor Rüter gebruikte met veel
aplomb uitspraken over onze organi
satie van mensen die ons volkomen
onbekend waren. Hij weigerde daar
entegen uitspraken van ons of van de
directie op te nemen. Ik weet dat
de heer Hupkes graag in het boek
opgenomen wilde hebben, dat hij in
het eerste oorlogsjaar over een be
paalde zaak een bepaalde mening
had. Professor Rüter had dus kunnen
schrijven; „De heer Hupkes verklaar
de dat hij meende da*
Het gebeurde echter niet"
Tot zover de mening van de heer
Landskroon.
Het manuscript is ook nö|'"toege
stuurd aan de heer Hupkes, opvolger
als president van de NS, van dr. ir. F.
Q. den Hollander, met hex verzoek
eventuele opmerkingen te willen ma
ken. De heer Den Hollander herhaal
de de bezwaren van de „commissie-
Hupkes". Daarover schrijft professor
Rüter.
„Ook indien men in aanmerking
neemt, dat technici en economen wat
onwennig staan tegenover de eisen,
allereerst van de professionele ethiek,
die de geesteswetenschappen hun be
oefenaren stellen, dan nog ging de di
rectie der Nederlandse Spoorwegen te
ver".
Commentaar van de Nederland
se Spoorwegen: „De zaak ligt ach
ter ons. De mensen die er in mee
speelden spelen niet meer mee."
Van onze correspondent
PARIJS. Voor meer dan drie
ton Nederlands geld aan moderne
schilderijen is in de nacht van don
derdag op vrijdag gestolen in het be
faamde hotel La Colombe d'Or te St.
Paul de Vence in de nabijheid van
Nice. Men verdenkt dezelfde inbre
kers, die enige tijd geleden ook ai
moderne schilderijen uit het museum
van Menton hebben meegenomen,
eveneens van deze inbraak en de
Franse dagbladen hebben al een
naam voor deze inbrekers gevonden
Le gang des chefs d'oeuvre, de
■meesterwerkenbende.
Het hotel La Colombe d'Or is jaren
lang eigendom geweest van een waard,
die veel schilders onder zijn vrienden
telde. Hij had trouwens de gewoonte,
wanneer de rekeningen eens wat erg
waren opgelopen te vragen hern maar
met een schilderij te betalen. Dat heb
ben meesters als Picasso, B-raque, Mo-
digliani, Miro, Bonnard en anderen
graag gedaan in een tijd. toen het hen
commercieel nog niet zo meezat als in
latere jaren. Daarenboven kocht Roux,
zo heette die hoteleigenaar, ook vaak
voor contant geld.
De dieven hebben een ruit uitgesne
den, daarna hebben aj een van de hou
ten luiken geopend en vervolgens rustig
de schilderijen mee naar buiten geno
men. Moderne lijsten lieten zij achter,
oude in hout gesneden lijsten hebben zij
meegenomen. Twintig meesterwerken
worden vermist: twee schilderijen van
Braque, een Rouault, een Modigliani,
vier van Femand Léger, een Derain,
ieen Dufy, een Suzanne Valadon, een
Bernard Buffet en nog andere.
Men verdenkt twee
waarschijnlijk Spanjaarden of Italianen
van de inbraak. Dinsdag 'nebbeu zij het
restaurant bezocht. Zij hebben alle schil
derijen nauwkeurig bekeken en de eige
naar kreeg zelfs wat argwaan, omdat
zij het oude huis zelf ook aan een nauw
keurig onderzoek onderwierpen. Zoveel
argwaan, dat hij hen, toen zij weggin
gen snel fotografeerde. Op die foto staan
zij echter alleen op de rug gezien.
(Advertentie)
Geslaagd dank zij
Bekende Schriftelijke 4'tirftutt)
H.B.S., Gymnasium, Onder w.akte
Middelbare Akten: Fr., D., Eng. en Ned. M.O.
buitenlander®. ToWc-Vertaler. Hooidoorr. V/T.H.-diploma.