De kamer waarin wij wonen
Zaterdag 13 februari 1960
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 9
Och, och
V isnettenlampions
Toon vond bus
Zonder
Toefen
Acrobaten
Spiegel voor Jeska
Appel en Armstrong
TERE APPELBLOESEM
ROTTE TOMATEN I
MIDDELBURG 1941. Door de nauwe, nog niet door oorlogsge
weld aangeraakte straten van het oude stadje marcheert de
muziek. Honderden Middelburgers zjjn er voor op de been, want
zo'n optocht is nog steeds een evenement. Het Middelburgs Mu
ziekkorps is een keurige vereniging, die de marsjes beschaafd maar
luid afdreunt. De muzikanten zijn in uniform, voorop gaat het vaandel.
Tussen de heren met de saxen, de bejaarde buikige man met de Grote
Trom en de frisse meisjes met hun blikkerige trommeltjes loopt, net
jes in de maat, een heel klein jongetje met een klarinet en opvallend
grote ogen. Het is de negenjarige Theodorus Abraham Pihl.
VLISSINGEN 1960. In de rommelige, rokerige zaal van café
restaurant Delta op de Boulevard klinkt een driftige tenor. Er
wordt gedanst, aan de bar wordt hard gediscussieerd over Art
Blakey en zijn Jazz Massengers. Maar er wordt vooral geluisterd:
naar de korte man met het bebop-haar en de opvallend brede schou
ders, op het podium. Hij vat zijn publiek in een soms felle, vaak inge
togen solo. Zjjn tenorsaxofoon weeft een cel om de zaal. ,,De saxofonist
boeide zijn luisteraars" schrijft de krant 's. maandags. Zijn grote ogen
zien strak neer op zijn instrument maar men zou denken dat zij
naar binnen kijken. En ook dit is Theo Pihl.
..als tbeo binnenloopt
Als u vanavond de trein naar Vlissingen neemt kunt u tenorist Theo Pihl beluisteren in het illustere
gezelschap van trompettist Ado Broodboom en het Jan Huydts Trio. Een driftige tenor
Een tuinhuis, een zolder, lei
kelder, een autobus, een
door Hermien van Doorn
W/ANNEER je achttien bent
steek je niet graag nog avond
aan avond je voeten onder de
tafel van je ouders, in hun huis
kamer, die vrijwel nooit naar
jouw smaak is ingericht. Vraag
aan elke blonde paardestaart,
aan alle meisjes met opvallende
zwart omrande ogen, aan baar
dige en baardloze jongemannen,
waarom ze zich zoveel mogelijk
in hun eigen kamer terugtrek
ken en je krijgt eenzelfde ant
woord. Bovendien... wanneer je
studeert zitten ze de ouders
je aan je hoofd te zeuren,
lees je de experimentelen, dan
houden ze evenmin hun mond
en luister je naar Ella en
Louis, dan moet de radio uit
of op onhoorbaar worden afge
stemd. Op je eigen kamer heb
je van al die dingen geen last,
mits je je in een overmoedige
bui tenminste niet gaat ver
beelden Cees See zelf te zijn,
en de buren van een partijtje
slag-, stoot-, klop- en bonswerk
laat meegenieten.
Het is jammer zegt binnenhuis-
architecte mevrouw Jo Elffers
wat doe ik eigenlijk op pagina Q
dat bij de indeling van moder
ne woningen nog maar al te vaak
nauwelijks rekening wordt of kan
gehouden worden, met de nood
zaak Voor de opgroeiende kinde
ren uit een gezin een eigen hoek
je te creëren.
De bewoners van oude huizen
zijn wat dat aangaat dikwijls be
voorrecht. Van zolders en kelders
is voor een tijdelijke bewoning,
met betrekkelijk weinig middelen
wel iets te maken, omdat van de
ze ruimten reeds bij voorbaat een
zekere sfeer uitgaat.
Op onze vraag of mevrouw Elf
fers, een van de weinige deskun
digen in Nederland, die zich spe
ciaal beijveren de jonge mens te
leren zien. wat men via materia
len en kleuren met een ruimte
kan doen, dikwijls kamers voor
jongeren inricht, luidde het ant
woord: zelden of nooit. Beneden
de twintig is een groot deel van
de jeugd daar nog niet aan toe.
zegt deze binnenhuisarchitecte.
Kom bovendien niet aan hun ka
mer. want ze kunnen alles zelf.
met hun mond althans.
"./anneer mevrouw Elffers met
de ouders praat over een gehele
door HANS VERHAGEN
"E
ZIJN naam zal velen niets zeg
gen maar de overigen des
te meer. De bezoekers van de
jazzclubs in het zuidwesten van
ons land bijvoorbeeld, waar Theo
Pihl (wiens naam zelden op de af
fiche verschijnt) zo maar eens
binnenloopt, de grote zwarte kof
fer in de hand. Die zet hij dan
bescheiden neer in een gangetje.
Aan de tapkast vat hij een biertje
en beluistert het combo van van
avond. Het is een kleine ver
kenning.
Al gauw, heel gauw. schieten er
mensen op hem af. Zijn pilsje is
nog niet eens op, of Theo moet er
aan geloven. Hij gelóóft eraan
èn erin, zoals een moderne jazz
man betaamt.
Nu, wie Theo Pihl zegt, zegt
jazz. Kijk, zo gauw is hij niet in
zicht, of daar is ook die grote ver
zilverde sax. Now 's The Time, dat
gróte nummer van Charlie Parker,
is een favoriet van Pihl: het is hem
ais od de sax geschreven. Zó be
gint het: een beetje onwennig, ner
veus misschien („je moet ontspan
nen zijn, jezelf vrij maken") maar
al met de dynamiek die Pihl's soli
zo héérlijk en het begin van zijn
optreden zo verrassend maakt.
In de middenregisters fluistert
hij het eerste chorusnow 's
the timeen langzaam maakt
hij zich dan los van de wereld,
waar hij zojuist nog een biertje
heeft staan drinken.
Dan groeit de andere wereld, om
met Remco Campert te spreken:
bij hoog en bij laag, want Pihl buit
zijn instrument volkomen uit: het
fluit in de hoge tonen en bast rond
de lage C, het praat zachtjes, gilt
of zingt. De melodie van het num
mer is allang vergeten, die zien we
straks wel terug. Pihl swingt.
jé In elke meisjeskamer ook in die inn teenagers met rertcarde
ll.It.-kapscls is tic spiegel het belangrijkste attribuut.
of gedeeltelijke vernieuwing van
tiet interieur, zitten vooral de
teenagers er bij met een gezicht
van: Och, och wat zitten jullie
weer een geld te verspillen. Latei-
blijkt echter herhaaldelijk, dat ze
er voor zich zelf toch ook wel iets
van hebben opgestoken. Deze sym
pathieke, oudere Rotterdamse bin
nenhuisarchitecte zou trouwens
helemaal niet willen, dat de jon
geren alles deden wat zij zegt. Ze
wil ze graag helpen en adviseren,
maar een eigen vorm. die lang
zaam met hen meegroeit, moet de
jeugd zelf vinden, daar hebben de
ouderen part noch deel aan.
Jammer vindt mevrouw Elffers
het, dat nog zoveel jongeren het
met afdankertjes van tiiuis moe
ten doen. Voor het ontwikkelen
van zelfstandige initiatieven bij de
inrichting van de eigen kamer is
dat weinig bevorderlijk.
Diezelfde klacht hoorden we de
ze week ook overal van de teen
agers. op zwarte, rode. groene en
blauwe kousenbenen, en van hun
vriendjes, sommigen met de
baard nog in de keel, anderen
met plukjes haar ergens tussen
neus en lippen of op de kin. Wie
er ook 's avonds op wollen pan
toffels naar de t.v. zitten te kij
ken. zij niet. Van je eigen kamer
kun je echter te weinig maken,
we hebben er geen geld en geen
tijd voor, waren zij overwegend
van mening. En voor de rest
we zijn allemaal dol op visnetten,
lampions en kussens op de vloer,
om ie eigen hok zo gezellig mo
gelijk aan te kleden.
Zodra deze jongeren echter
gaan verdienen, gaan ze uitkijken
naar tuinhuisjes, zolders, keu
kens. kelders en autobussen om
er een eigen home in in te rich
ten.
Penna de Vries, 21 jaar, bin
nenhuisarchitecte en eigenares
van een kunsthandeltje in Delft,
woont bijvoorbeeld op zo'n zolder
boven baar ouderlijk huis. Van
daag woon ik zus cn morgen
woon ik zo, vertelde zij ons. Ik
hecht namelijk helemaal niet aan
de dingen om mij heen; wanneer
er maar ruimte blijft om prak
tisch te wonen, zodat je veel
rommel snel kunt wegmoffelen.
Fenna houdt van modern en oud
om haar zolder aan te kleden.
Wie echter bijzondere belang
stelling heeft voor haar oude
meubelen, kan ze overnemen. In
Delft is voorlopig nog voldoende
te koop en deze jeugdige binnen
huisarchitecte laat de jongeren
hun eigen interieur maar inrich
ten houdt wel van veranderin
gen.
Toon Breevoort, 27 jaar en re-
produktiefotograaf in Rotterdam,
woont al vijf jaar in zijn eentje
in een oude bus op het terrein
van een woonwagenkamp. Ik zat
nog in militaire dienst, zocht een
huis en vond een bus, vertelde
Soms wil hij zijn sterk opge
bouwde solo weieens even
verbrokkelen door een onnodig,
misplaatst technisch loopje, een
vervelend cliché. Maar tot het
einde van zijn nummer, tot het
Now 's The Time natuurgetrouw
wèèr-klinkt, houdt Pihl zijn luiste
raars en met name ook zichzelf in
zijn ban. Ja, hij gelooft in de mu
ziek.
Dat was al zo, toen Theo acht
tien jaar geleden begon te studeren
op de klarinet van een muziekver
eniging, stevig aangemoedigd door
zijn vader, de uitstekende Vlissing-
se schilder Bram Pihl, die zijn zoon
bij de geboorte (op 19 maart 1932)
kennelijk de artistieke mogelijk
heden had meegegeven. Zoon be
zocht de lagere school, enige jaren
de ulo en de ambachtsschool. Maar
oorspronkelijk heeft de kunstzin
nig begaafde familie Pihl zich op
zee bewogen en op zijn zestiende
jaar ook gaat Theo in de marine.
Hij lacht, een bekend lachje:
J'
ste Weten): Illinois Jacquet, Flip
Philips, tenorsaxofonisten. Dat
blijkt als Theo, terugkerend in
Nederland, zich ook een tenor
aanschaft.
Hij speelt ermee in Casablanca
op de Zeedijk in Amsterdam, waar
ook musici als altist Sarei Reys,
tenorist Kid Dynamite en trom
pettist Ado Broodboom werken.
Zij vinden een vurig en gewaar
deerd collega in hem, bewonderd
vooral door de jongens van de
marine. „Kok Pihl" is daar een
begrip dat méér inhoudt dan al
leen lekker eten en een hele ftfne
jongen.
Als kok Pihl vervolgens in Vlis
singen terugkeert is het uit met
deze pret maar er komt een
dankbare taak voor in de plaats.
Vijf, zes jaar geleden is de mo
derne jazz in Zeeland nog aan
merkelijk minder bemind dan nu.
Middelbare scholen nodigen Theo
Pihl op hun feestavondjes uit en
zij worden ermee geconfronteerd.
Ook in een Vlissingse nachtclub
kan men zijn onstuimige spel vaak
beluisteren.
Er volgt een optreden voor de
radio-microfoon met de ritmesectie
van de Skymasters. Zijn kring be
wonderaars wordt allengs groter
Intussen trouwt Theo. En een
paar maanden later is hij op weg
naar Curacao, dat een muzikaal
eldorado voor hem blijkt te zijn.
We horen hem nog met een krach
tige blues in de ether, en dat is
dan voorlopig het laatste dat we
horen. De omstandigheden eh een
half-vergane saxofoon, de veel-be-
speelde, doen hem voorlopig zwij
gen. Na anderhalf jaar Curacao
keert Theo, zónder sax, in Vlis
singen terug.
„Hihi, ik heb zojuist de bronzen
medaille voor 12 jaren trouwe
dienst gehad". Hij zit, in zwarte
trui en licht, modern jasje in de
huiskamer waar zijn éénjarige
dochter Karin om de aandacht gilt,
terwijl vierjarige zoon Lex in zijn
vaders foto-album bladert: „Dat is
Theo en dat is de rommelebom".
De rommelebom. Dat betekent;
drums, ritme. De rommelebom
heeft derhalve in het leven van
Pihl een belangrijke rol gespeeld,
daarvan kan zijn foto-album ge
tuigen. Allemaal Theo's met rom-
meleboms, overat ter wereld.
Op zijn achttiende jaar vertrekt
Theo A. Pihl als kok eerste klas
op de HMS Van Galen naar Korea,
waar dan de oorlog woedt. We
zien hem niet in het kombuis,
maar wel in bandjes, bijvoórbeeld
op het achterdek, klarinet-spelend
Era dit is tenorsaxofonist Theo
Pihlzoals we hem in het foto-album
niét zagen: met zijn andere instru
ment. de pollepel, scharrelend in
het kombuis van de HMS Medusa.
met als décor: het woeste land
schap van Korea. Daarna volgt
één wereldreis.
Japan, waar zoveel goede jazz
musici wonen. Rio de Janeiro,
waar hij musiceert met die grote
zwarte man met die grote witte
gitaar, de componist van het be
kende Delicado. Tijdens die reis
komen Pihl's jazzy-talenten meer
en meer tot ontplooiing, zij het
nog wat onder de invloed der
muzikale acrobaten van Jazz at
the Philharmonic (toen het Hoog-
Maar een paar maanden later
hèèft hij er weer één, verkregen
in ruil voor een schilderij van zijn
vader. Theo gaat vervolgens (in
middels 26) naar Amsterdam om
een opleiding tot korporaal-kok te
volgen en er wordt meer gemusi
ceerd dan ooit..
Als hij dan weer terugkeert, treft
hij geen Walcheren meer aan, dat
(letterlijk) van toeten noch blazen
weet. De bloeitijd der jazzclubs
is aangebroken en vooral op de
Walehersc Jazzsoeiety wordt zijn
verschijning bijna een muzikale
onmisbaarheid. Hti speelt er, sa
men met o.a. pianist Henk van
Buul en tenorist Jack van Poll,
maar nu voor mensen die ook het
werk van Stan Getz kennen, van
Jimmy Guiffre, Sonny Rollins,
Zoot Sims. r
Is één van deze mensen Theo's
grote favoriet? „Ach, het hangt
van het moment af, waarop hun
muziek je treft er zijn zóveel
goeieEn dat klopt, want er
zijn geen duidelijk-omlijnde in
vloeden in zijn spel. dat zich in
middels meer en meer verinner
lijkt, te vinden. „Getz misschien.
„Misschien". Dat is ook het ant
woord op de vraag, of Theo Pihl
geen beroepsmusicus gaat worden.
„Het zit er wel in, natuurlijk,
maar het kan nog wel een paar
jaartjes duren. Het eerste streven
is voorlopig: een bariton-saxofoon,
nog steeds ja, maar zo'n ding kost
1500 gulden en van een gewoon
traktement je
Zoontje Lex interrumpeert met
gezang. „Theo, Theo wat heb je
een grote neus".
Maar Theo hèèft geen grote neus.
!T„st u nog j
Boon(e)tjes? I
DAT BOONE, liedjeszanger I
en filmster te Hollywood,
Californië, moest zo nodig I
een boekje schrijven, dat nu I
ook in onze taal is uitgege-
ven en tot titel draagt: Tus-
sen Twaalf en Twintig, ge-
sprekken met jonge mensen.
.Jonge-, mensen! Boone zal I
■bedoelen: jonge robotten, die I
„Tevreden zijn met Vandaag
I Koekjes bij Së Thee", die aan
(Boone's bleke lippen hangen
als hij zijn Regels Voor Be- I
ginnelingen geeft: „Doe kalm I
aan. Houd de Gulden Mid- I
denweg. Geen Uitersten" of
I zijn „Twee tips om populair
te zijn".
hij. Dat gaat zo, als je wel eens
voor jezelf wilt zorgen. Over het
interieur van mijn huis valt wei
nig te vertellen; alles wat ik no
dig 'neb past er precies in, Wan
neer Toon een fuif geeft, is dat
echter nog al schadelijk voor
hem; je kunt alleen maar zitten,
eten en drinken in zijn woning.
Voor de liefhebbers: bussen zijn
er nog wel te krijgen, standplaat
sen minder, want zo'n huis op
vier wielen ontsiert het land
schap.
Jeska van Vonderen. 20 jaar,
mannequin en studente in
Utrecht, zal nooit een binnen
huisarchitect in haar kamer
laten. Stel je voor, dat een ander
je voorschrijft hoe je de muren
moet behangen en in welke kleur
de deur wordt geverfd. Nee, dat
maak ik zelf wel uit, zegt Jeska.
Misschien wordt het dan wat
minder verantwoord, maar het
blijft in ieder geval mijn huis.
In haar kamer gaan oud en
modern samen, naast een rotan
stoeltje en een moderne bank,
prijkt bijvoorbeeld een zalige
ouderwetse stoel, waar je hele
maal in weg kunt kruipen, en niet
te vergeten een grote oude spiegei.
Die is in de kamer van een man
nequin onmisbaar.
Karei Eykman. 23 jaar, toekom
stig theoloog en schrijver van tek
sten voor studentencabarets is het
helemaal niet met Jeska van Von
deren eens. Je hebt eèn binnen
huisarchitect nodig, al was het al
leen maar om te weten welke ma
terialen en kleuren er voor de in
richting van je kamer voorhanden
zijn, zegt hij.
In zijn kamer in Utrecht, die
onder dc studenten in de Domstad
de meisjeskamer wordt genoemd,
vanwege de moderne kleurtjes die
er in werden toegepast, prijkt on
der andere een Karei Appel, stuk
je voor stukje uit de brokstukken
van een omgehaalde muur op de
jé Oud en nieuw gaan in dit
Utrechtse slude.nteninlerieur heel
goed samen, In het midden de
schommelstoel uit Uncle Satchmo's
Lullaby.
E SS bijeen gezocht en een moder
ne Italiaanse vlinderstoel. Karei
Eykman is bovendien in het bezit
van een oude schommelstoel, ge
kregen van zijn hospita omdat hij
ook dominee wordt, net als de vo
rige eigenaar. Zoiets draag je
maar gelaten. Louis Armstrong
heeft zich tenslotte in precies zo'n
stoel laten vereeuwigen, voor de
hoes van de plaat Uncle Satchmo's
Lullaby.
In Utrecht, waar de studenten
nog overwegend donker en traditio
neel wonen, hebben ze gehoord,
dat de Amsterdammers het de
laatste jaren meer in kelders, vis
netten en lampions zoeken. De
zelfde semi-artistieke rage dus, die
onder de teenagers woedt. Je doet
er aan mee, of niet. Maar dan be
hoor je tot de uitzonderingen.
De jeugd moet nog leren zich
zelf te zijn, zei mevrouw Elffers
bij het afscheid tegen ons. Elk
interieur is in zekere zin goed,
mits je er niet door in een rich
ting wordt gedrongen, die je niet
eigen is.
Wij zijn ons zeif, zeggen de
jongeren.
Toch zou mevrouw Elffers wel
eens gelijk kunnen hebben, maar
dat mag natuurlijk niet gezegd
worden op onze pagina Q.
I IIET is schier niet te gelo-
Iven wat deze Marsepei
nen Man (getrouwd, vier kin- I
deren, afgestudeerd student I
theologie, hobby: coca-cola I
drinken) al niet voor schijn-
I heiligs, braafs en meer weer- t
Izinwekkends bijeen heeft we
ten te garen. Kwasi-religieus, I
op Diep Menselijke Toon bab- I
belt de Kwalijke Boone over I
Leven, Jonge Liefde, Zijn
I Mamma, Huiswerk Maken
(„een onderwerp, waarover
ik geen grapjes wens te ma
ken") en De Zalige Gewaar
wording Van De Eerste Zoen.
Zó zelfbewust dat men denkt
met een goede grap te doen
te hebben. Maar het is geen
I grap, het is de grootste gees- I
Itelijke krachttoer van Pat
Boone, die overigens zeer I
beslist geen stjjve is, maar I
tot inzicht kwam en nu weet I
dat hij Zoet Moet Zijn omdat
I heel de wereld immers zo I
Izoet geurt. Zouden ze in
Amerika allemaal zo lijn? I
Beleeft de jeugd daar inder- I
daad tussen twaalf en twin- I
tig de lente van de romantiek.
I met een hoofdletter R
teven teer, blij en lieflijk als
appelbloesem"? Ik kan en wil I
het niet geloven, maar men I
zou hier haast denken met I
communistische propaganda
I te doen te hebben. I
QM Boone's weke films en
liedjes heb ik mij nooit
boos kunnen maken, maar dit i
even lieve als misleidende I
geschriftje is daarin volko- I
men geslaagd. Ik heb er geen
woorden voor. Die had ik
wel, toen ik Tussen Twaalf 1
en Twintig voor het eerst las
Ik heb toen een heleboel din- I
gen gezegd, die Pat Boone I
het schaamrood naar de ka-
ken zouden doen stijgen. Onze
tekenaar Adriaan Meijers
hoorde dat en maakte mijn
lange artikel (vol verrukkelij- I
ke citaten, teer, blij en lieflijk I
als rotte tomaten) overbodig I
door onderstaande tekening.
Er is niets meer aan toe te
voegen. Dat mannetje links I
ben ik. Grrrr
V. I