ZIEKENFONDSEN ONTVINGEN
ONJUISTE DECLARATIES
Souburgse wachtmeester
werd ernstig bedreigd
DS. BUDDINGH IN GOES
Sommige Zeeuwen hadden
het geld te lief
boete en
celstraf
Eis luidde j 3000
voorwaardelijke
Gevoelige celstraffen - tien
en acht maanden -
geeist
Lastig heerschap
,.jFlatgebouwen
van Waterstaat
GEVOELIGE CATECHISATIE
Middelburgse tandarts voor rechtbank
Dodelijk ongeluk
Kruiningen berecht
SatDs r h^6?? n SM» ssa
Hard werken meende, dat een onvoorwaardelijke ge
RECHTBANK MIDDELBURG
Vreemd
Gebitten
Met traetor brommer
aangereden
Jubileum en afscheid
bij belastingdienst
wAnöeLinqen öoor be zeeuwse histoRie
POLITIERECHTER MIDDELBURG
Kellner onmiddellijk
vrijgelaten
Verordening uit 1916
wordt opgeruimd
Plattelandsvrouwen in
Kruiningen vergaderden
1
Xaterdag 23 januari 1960
ZEEUWSCH DAGBLAD
/ag. 5
Rechtbank Middelburg
MIDDELBURG De buschauffeur W.
K. uit Kruiningen maakte op 17 oktober
1 - x ,1 t. x r van het vorig jaar met zijn vervoermid-
I J k «- eu!5 alleen op het straf" del op liet Haven;)Wn in "ijl. woonplaats
rechtelijke vlak bewegen, maar even-
een ongelnkki {e
manoeuvre,
die
waardoor
MIDDELBURG Drie maan
den voorwaardelijke gevangenis
straf met een proeftijd van twee
jaar, en een onvoorwaardelijke
geldboete van 3000 subs. 100 da
gen hechtenis, eiste de officier
van justitie bij de Middelburgse
rechtbank, mr. G. J. B. v. d.
Dussen, vrijdag tegen de Middel
burgse tandarts K. E. v. d. V. In
de periode van september 1957
tot juni 1959 zou de tandheelkun
dige bij drie Zeeuwse ziekenfond-
zeer op het civielrechtelijke Niette- een motorr,jfl..r. die vaIl d(. veerboot
min heeft verdachte zich herhaaldelijk afkvvam dodJelijk verongelukte. Voor dit
vals" deela'raties Mr v d" DussënVe feit hoor(le K- ^teren voor de Middel-
dergeHjkê gèdragüfgen was a&m^
verklaarde, dat er geen waterdichte waarbij het - voor de tandarts - toeh ^ft«d van twee jaa' Dc cliauffcië
regeling bestaat, waaruit blijkt, dat »m betrekkelijk luttele bedragen ging p„u h« ?oekMoos hebben gereden
tandartsen aan verzekerden duurdereOverigens voerde de officier aan, dat
gebitten mogen verstrekken. Naar het v; d- v* enorm hard werkt en nog K was die dag erg terneergeslagen.
steeds een grote praktijk bezit. „Een zijn -
schijnt is het wel geoorloofd, maar - -
honderd procent zekerhoid hierover be- ffroot hedrajr is verder terugbetaald en
staat er niet. De patiënten kunnen kie- verdachte heeft niet alleen zijn eigen
zen uit verschillende protheses, vaak belangen op het oog gehad",
nemen zij de duurdere. H zei verder De raadsman, mr. J. J. v. d. Weel,
dat het terugontvangen <*eld zal wor- herinnerde eraan, dat de tandarts open
den gedistribueerd onder de mensen, j hartlSzijn fouten had erkend. „Hij
die teveel hebben betaald Hij gaf nog j §aal zich niet te buiten aan luxe, leeft
enkele cijfers waaruit bleek, dat de voor zÜn Sezin en he,eft er zelfs nog
fondspatiënten ƒ60 voor een nieuw ge- een Paar Hongaarse kinderen bij ge
bit betalen, terwijl het ziekenfonds i no^1.eI?:..^1-jn werh heeft hem waar-
21.25 daarbij le«t schijnlijk parten gespeeld. Mijn client
tt i0 [heeft een drukke praktijk". Pleiter
vangenisstraf niet nodig zou zijn, bij
a zou zijn,
sen, het Algemeen Middelburgs De of"Cier van justitie noemde de wilde dan ook volstaan met een geld-
kwestie-v. d. V. een vrij geruchtma-Jboete,
kende zaak. Hij zei dat de maatrege-
Ziekenfonds, het Ziekenfonds
Walcheren te Vlissingen en het
Ziekenfonds Zuid- en Noord-Beve
land te Goes, valse declaraties
hebben ingediend. De financiële
misdragingen zouden zijn begon
nen toen het zogenaamde tand-
artsenkonflikt met de zieken
fondsen tot het verleden behoor
de.
Uitspraak 3 februari.
Tegenover de rechtbank, die gepresi
deerd werd door mr. B. S. Sieperda,
gaf verdachte het tenlastegelegde toe.
Hij zei opzettelijk, maar ook wel uit
slordigheid te hebben gehandeld. Hij j
was ertoe gekomen na de kontraktloze i
periode. Er werd toen een andere re
geling ingevoerd, waarbij tegemoetko-
mingen die door de ziekenfondsen wer
den verstrekt, met een percentage wer
den gekort. „Ik ben toen eigen rechter
gaan spelen, omdat ik het met die re- j
geling niet eens was", bekende de tand-
arts, die op rustige maar niettemin
bewogen wijze zijn mededelingen deed.
De president vond de houding van
verdachte nogal vreemd. „Men gaat
toch geen strafbare handelingen plegen
als men het ergens niet mee eens is?
Ik begrijp nu wel hoe u ertoe geko
men bent, maar aan de andere kant
moest een man van uw positie toch
wel beter weten!"
De tenlastelegging bevatte slechts
drie gevallen van het aantal onjuist
bevonden declaraties. Twee ervan had
den betrekking op het Algemeen Mid
delburgs Ziekenfonds en een op het
Ziekenfonds Walcheren. Steekproeven
van het AMZ hadden uitgewezen, dat
zestien en dertig extracties in rekening
waren gebracht, terwijl in werkelijkheid
veel minder tanden en kiezen waren
getrokken. In het laatste geval waren
er achtentwintig opgegeven, terwijl niet
één trekking had plaatsgevonden.
De ziekenfondsen stelden, toen dit
alles aan het licht kwam, een onder
zoek in. Het ontdekken van de vals
heid in geschrifte was slechts een
kwestie van tijd. Ook de afdelingsraad
van de Maatschappij voor Tandheel
kunde liet zich met de affaire in. Er
volgde voor de tandarts een schorsing
voor drie maanden als lid, terwijl hem
een boete werd opgelegd van 100 on
voorwaardelijk en 4000 voorwaarde
lijk.
Heeft u verder nog meer geknoeid?"
vroeg de president.
Verdachte antwoordde, dat hij be
halve de ziekenfondsen ook cliënten
had benadeeld door hen teveel te laten
betalen bij het verstrekken van nieuwe
gebitten. Hij had fondspatiënten niet
bepaald op fondsprotheses gewezen,
maar maer reclame gemaakt voor duur
dere gebitten.
Dit deed 'hij niet alleen in Middel
burg, ook in Kamperland, waar zijn
arbeid dus viel onder het Ziekenfonds
Zuid- en Noord-Beveland.
Mr. Sieperda vond het een goed ge
baar van v. d. V., dat hij aan de
drie ziekenfondsen in totaal reeds
een bedrag van 12.000 gulden had te
rugbetaald. „Niettemin hebt u in
ernstige mate geknoeid", merkte hij
op, „u had zich moeten onderwerpen
aan de regeling, zoals die door het
Centraal Bestuur van de Zieken
fondsraad is opgesteld. Eigen rechter
spelen is altijd fout!"
De directeur van het Algemeen Mid
delburgs Ziekenfonds, de heer W. J.
H., trad als getuige a charge op. Hij
Boete van 250 gulden
MIDDELBURG. Een geldboete
van 250 en een onvoorwaardelijke ont
zetting uit de rijbevoegdheid voor de
tijd van zes maanden eiste de officier
van justitie bü de Middelburgse recht
bank, mr. J. L. Andreac, vrijdag tegen
de landbouwer C. H. G. uit 's-Graven-
polder, die op 6 november van het vorig
jaar met zijn tractor met aanhangwa
gen de bromfietser v. d. L. had aange
reden, waarbij deze ernstig lichamelijk
letsel opliep.
Het ongeluk gebeurde op de 's-Graven-
polderseweg, nadat G. naar rechts het
Bunzingvalsewegje wilde inrijden. De
officier kenschetste G. 's rijden als
hoogst roekeloos en onvoorzichtig. G.
werd bijgestaan door mr. J. A. Fijn van
Draat.
Uitspraak 5 februari.
MIDDELBURG „We zullen
je verzuipen en je kop onder wa
ter houden zouden de los-
werkman W. A, G. uit Middel
burg en de classificeerder J. E.
uit Nieuw- en St. Jóostland heb
ben gezegd tegen de Souburgse
wachtmeester A. W. op de dag na
Sinterklaas. Of ze hun voornemen
ook zouden hebben uitgevoerd is
uiteraard niet komen vast te
staan, maar wel dat beiden giste
ren voor de Middelburgse recht
bank gevoelige gevangenisstraf
fen G. tien en E. acht maanden
onvoorwaardelijk met aftrek
tegen zich hoorden eisen door de
officier van justitie, mr. G. J. B.
v. d. Dussen.
Na de voetbalwedstrijd op zondagmid
dag waren G. en E. in Souburg een
café binnengestapt. Er werden ettelijke
biertjes-gedronken en toen de beide he
ren weer de straat opgingen, was G.
verre van nuchter. Toen hij op zijn
fiets was gestegen, werd hij tussen de
Souburgse brug en de spoorlijn aange
houden door wachtmeester W.. die van
oordeel was, dat de lamp van G.'s fiets
niet brandde. „Die brandt wel," had
de los werkman gezegd. W. beweerde
het tegendeel weer, waarop G. opnieuw
ontkende. „Dan ga je maar mee naar
het bureau", antwoordde de politieman.
Op dat moment kwam E. tussenbeiden,
die de wachtmeester aanbood G. wel
naar huis te brengen. G. was intussen
kwaad geworden en begon te schelden,
maar de politieman toonde zich onver-
biddellijk. G. maakte toen gebruik van
zijn vuisten, wel poogde E. hem hier
van nog af te houden, maar weldra ge
raakte het drietal in gevecht en liep al
strijdende naar de brug. waar de
wachtmeester met zijn rug tegen de leu
ning werd gedrukt.
TEGEN DE LEUNING
De politieman, die als getuige op
trad, verklaarde: „Ik vocht voor mijn
leven, want ze sloegen zulke taal uit,
dat het menens werd. Ik liet me op
mijn knieën vallen en ben toch nog we
ten te ontkomen.
De raadsman van E., mr. J. J. v. d.
Weel, stelde terloops een vraag: „Mag
ik eens vragen, kunt u zwemmen?"
Wachtmeester W.: „Matigjes" opnieuw
mr. v. d. Weel: „En hebt u wel eens
gekleed gezommen?" W.: „Nooit!"
De tweede getuige, de opperman B.
R., verklaarde zeer onwelvoeglijke
woorden te hebben gehoord. ,,Ik zag dui
delijk hoe W. tegen de leuning werd
gedrukt. Ik heb me toen maar een beet
je teruggetrokken. (De president, mr. P.
v. Empel: „Je dacht, de politie be
schermt zich zelf wel?" Getuige:
„Ja").
De dienstvervanger bij Rijkswaterstaat
J. V. zei de indruk te hebben gehad,
dat de beide heren de wachtmeester over
de brug wilden slaan. Hij had nog even
de helpende hand geboden, waardoor
de politieman iets vrijer kwam te zit
ten. Daarna had hij G. nog horen zeg
gen: „Daar gaan we nog een paar bier
tjes op drinken. Ik ben het tweetal toen
uit het oog verloren".
De officier noemde het gedrag van
G. en E. een ernstige bedreiging. Het
bewijs van schuld was volgens hem
wel geleverd. De politie moet onge
stoord dienst kunnen doen, meende mr.
v. d. Dussen, zij moet zelfs beschermd
worden. Hij achtte G. iets schuldiger
en eiste daarom tegen hem een zwaar
dere straf.
G's raadsman, mr. W. F. P. Kurtz,
kreeg uit W.'s verklaringen de indruk,
dat G. eigenlijk niet meer had gesla
gen. De wachtmeester was al vechtende
met E. de brug opgegaan. Hij was niet
met de officier eens, dat de politie be
schermd moet worden. De politie moet
het publiek beschermen, maar ook zich
zelf. Pleiter vroeg een gedeeltelijk voor
waardelijke straf.
Mr. J. J. v. d. Weel, raadsman van
E., geloofde niet aan de in de tenlaste
legging genoemde poging tot doodslag.
Op de plaats waar werd gevochten
was het kanaal op die avond één me
ter diep. En van mishandeling kan ook
niet worden gesprokén, omdat het in
schoonmoeder was stervende en
deze wetenschap hield hem de gehele
dag bezig. Nadat hij passagiers had af
gezet, reed hij nog naar de remise om
te trachten vervanging te vinden, doch
er was niemand aanwezig. Daarop reed
K. verlaat naar de pont om de
reeds van de 'boot komende reizigers zo
snel mogelijk op te vangen. Bij de weg-
kruising op het Veerplein merkte hij een
motorrijder, die op zijn eentje een eind
voor de file auto's uitreed, niet op, mei
'het reeds vermelde gevolg.
Verdachte verklaarde ter zitting al
tijd meer op de auto's te letten dan op
de slagboom; de motorrijder reed echter
zoals gezegd een eindje vooruit.
'De officier van justitie, mr. J. L. An-
dreae, daarentegen stelde, dat de bus
chauffeur de motorrijder had moeten en
kunnen zien. 'Hij reed met een snelheid
van veertig kilometer. De ziekte van
IQ.'s schoonmoeder heeft hier echter een
grote rol gespeeld. Nooit is echter geble
ken dat K., die al dertig jaar chauffeur
is, roekeloos heeft gereden, aldus de of
ficier, daarom achtte hij een vrijheids
straf niet juist.
In zijn pleidooi zei mr. Drion, dat er
te weinig getuigen «varen en dus te wei
nig bewijs was om verdachte schuldig
te verklaren. Naar zijn mening had K.
al genoeg straf gekregen: hij was zon
der werk gekomen en zijn schoonmoeder
was overleden. De geëiste straf noemde
pleiter onevenredig zwaar. Ily conclu
deerde "*ot vrijspraak of zo niet da:» een
bescheiden geldboete. Uitspraak 5 fe
bruari.
het water vallen van de wachtmees
ter hoogstens met een nat pak zou
worden bekocht. Wel is er sprake van
een zekere bedreiging. Maar om over
de brug te worden gegooid, zouden de
beide mannen W.'s benen moeten heb
ben gepakt. Pleiter vroeg voor zijn
cliënt een aanzienlijk lagere straf.
De officier ging nog even in op de
kwalificatie: poging tot doodislag: „er
werd toch gezegd, we zullen je verzuipen
en je kop onder water houden...."
Uitspraak 5 februari.
MIDDELBURG. In aanwezigheid
van een groot aantal ambtenaren is het
veertig-jarig ambtsjubileum gevierd van
de assistent le klasse bij de belasting
dienst, S. Paauwe, die, in verband met
zijn pensionering per 1 februari a.s„
tevens afscheid nam van de dienst.
Het hoofd van de inspectie, de heer
A. A. Vermeulen sprak, naast de geluk
wensen ook woorden van waardering
voor het werk en de dienstijver van de
jubilaris en bood de door het ministerie,
in verband met het ambtsjubileum, toe
gekende gratificatie aan, terwijl hij na
mens de ambtenaren een geschenk over
handigde.
Vervolgens werd het woord gevoerd
door de heer J. H. Drioel, als chef van
de jubilaris, die de prettige verhouding
onder de collega's roemde. Hierna sprak
de commies-secretaris, A. K. Louws,
namens de administratie en de afd.
Middelburg van de Ned. Chr. Bond van
Overheidspersoneel en bood de jubilaris
een mand fruit aan.
Hoofdcontroleur A. D. Grims bracht
zijn felicitaties op rijm evenals de ge
pensioneerde commies, J. Riemens.
De heer Paauwe sprak dankwoorden.
De afdeling Aagtekerke van "de
N.C.V.B. vergaderde onder leiding van
mevrouw Vos-Schout. Mevrouw de Jong-
Bikker uit Middelburg sprak over „Ar
beidsvreugde".
De dames Rina Duijzer, Coba Pol
derman en Corrie Kodde uit Sint-Anna-
land slaagden voor het diploma ma-
chineschrijven op het op 2 januari te
Bergen op Zoom gehouden examen. Zij
werden opgeleid door de heer K. Koets-
dijk, hoofd van de Isaac Da Costa-School
uit Oudenbosch en de in het wijkgebouw
te Sint-Annaland gehouden cursus.
door l. van Wallenburg
Een jaar nadat ds. Buddingh
de Ned. Herv. kerk van Bigge-
kerke verlaten had en zich bij de
Afgescheidenen gevoegd had,
werd hij beroepen als predikant
voor Zeeland met Goes als woon
plaats. Zijn traktement bedroeg
800.per jaar en vrij wonen of
200.vergoeding voor huis
huur.
Op verschillende plaatsen in
Zuid-Beveland had hij gemeen
ten gesticht. Ook in Goes had
zich een flink aantal personen
van de kerk afgescheiden. Als
kerkgebouw werd de bergschuur
voor hout en turf van bakker De
Jonge gebruikt. (Een diaken (la
ter -ouderling) van de nieuwe ge
meente, die door dik en dun met
de predikant meeging. „De he
melse bakker" werd hij wel ge
noemd.)
Er was veel moed voor nodig om in
die tijd te durven preken. Het was na-
MIDDELBURG. Voor de Middel
burgse politierechter, mr. W. Thone,
hadden zich donderdag verschillende
Zeeuwen te verantwoorden voor het
wegnemen van grote of kleine geldbe
dragen. In Zeebrugge had een uit Sluis
afkomstige kellner, de 35-jarige H. S.
uit de linnenkast van de vrouw op
wiens naam het café stond, een bedrag
van 50.000 Belgische franks weggeno
men. De vrouw had hiervan aangifte
gedaan.
VROUWENPOLDER. Nog dit jaar
zullen zeven reusachtige betonblokken
boven de zeedijk tussen Veere en
Vrouwenpolder uitsteken. „Flatgebou
wen" zegt de rijkswaterstaat. Het zijn
de zeven enorme caissons die vervaar
digd worden voor de definitieve af
sluiting van het Veerse Gat in 1961.
Een kleine vlakte in de Ooster Nieuw-
iandpolder achter de zeedijk tussen
Veere en Vrouwenpolder is in enkele
maanden tijds in een reusachtig dok
van enkele honderden meters lang
veranderd.
De zeven betonnen gevaartes zullen
in een lange rij worden geconstru
eerd. Van de eerste caisson steekt
reeds tien meter hoog traliewerk
boven de fundamenten uit. Van de
vierde werd onlangs het grondvlak
uitgelegd.
De caissons worden 45 en een halve
meter lang, 20 meter breed en 20 en
een halve meter hoog. Voor het stalen
traliewerk zullen de luiken worden
aangebracht die het water terzijnertijd
zullen moeten doorlaten. Als aan het
Noord-Bevelandse dijkgedeelte, dat nu
reeds 1700 meter lang is, in dit jaar 300
meter zal zijn bijgebouwd, moeten de
caissons gereed zijn. In 1961 zal de
eindafsluiting een feit worden. Dan zal
het tien meter diepe poldertje in een
kanaal worden veranderd, als de zee
dijk. bij het voormalige di.ikgat dat
er tijdens de oorlog werd aangebracht,
zal worden doorgestoken. De toekom
stige dijk van caissons za] dan een
varende dijk zijn die met behulp van
sleepboten naar de plaats van afslui
ting in het Veerse Gat zal worden ge
bracht. Honderd werklieden vinden in
de caissonbouw voor een heel seizoen
emplooi. Ze zullen o.m. 2000 ton be-
wapeningsstaal en 2500 ton staal voor
het traliewerk in de drijvende dijk
verwerken.
Hoog steekt het traliewerk van de
eerste caisson boven de funda
menten uit.
Honderd arbeiders vinden in de
caissonbouw emplooi.
MIDDELBURG. Op
7 december nam de schil
der H. M. M. A. het voor
zijn zoontje op, die van
twee leeftijdgenoten een
pak slaag had gekregen.
Die twee knapen bevon
den zich in het cathechi-
satielokaal, onder de hou-
de van een predikant. A.
vroeg de dominee of hij
de twee jongens kon spre
ken. Het verzoek werd
ingewilligd. Eenmaal bui
ten de deur van het lokaal
gekomen, kregen de kna
pen plotseling harde klap
pen rond hun oren.
Voor de politierechter verklaarde de
schilder dat de jongens zijn zoontje al
geruime tijd tergden. „Maar wat is dat
voor toestand", vroeg de officier van
justitie zich af, „verdachte vraagt een
hulpprediker of hij enkele jongens mag
spreken, en versiert zo een pak slaag
door hen uit een catechisatielokaal weg
te halen".
Het zoontje van de schilder zou een
gebrekkige jongen hebben uitgescholen,
waardoor hij van de andere jongens een
pak slaag opliep. Verdachte verklaarde
echter ook dat zijn zoontje door andere
jongens onder druk werd gezet. De of
ficier vorderde een boete van vijftig gul
den of tien dagen voor mishandeling.
De poptierechter, mr. W. Thone, kon
zich voorstellen dat verdachte partijvoor
zijn zoontje had getrokken, maar al had
die dan een aframmeling gehad, dan
had verdachte toch nog niet het recht
zelf het recht in handen te nemen. Hij
vonniste 10 lager dan de eis.
De havenarbeider A. T. V. uit Scher-
penisse had in een bus een collega tij
dens een vechtpartij mishandeld. Hij gaf
de vechtpartij toe, al meende hij niet
zelf de aanleiding te zijn geweest.
In de bus die de pendeldienst tus
sen Tholen en Rotterdam onderhoudt,
zat hij met een andere collega op een
bankje. ,.We zaten tamelijk nauw",
aldus verdachte, „en hij ga mij telkens
porren in mijn maag. Dat vond ik min
derwaardig, en daarom heb ik hem
maar een klap op zijn hoofd gegeven."
„Ik vind het toch wel tamelijk vreemd,
zo'n vechtpartij in de bus", meende de
officier van justitie, en vorderde een
boete van 25 of vijf dagen. Verdach
te gaf toe dat het beter geweest zou
zijn als hij de chauffeur even had ge
waarschuwd. Daar was de politierech
ter het roerend mee eens. Hij vonniste
conform de eis.
99
De kellner bevond zich reeds 56 da
gen in voorarrest.
De officier van justitie meende dat de
feiten wettelijk vast stonden. Hij acht
te dan ook bewezen dat verdachte het
geld had gestolen en vorderde een on
voorwaardelijke gevangenisstraf van
twee maanden met aftrek.
De raadsman van verdachte, mr. W.
K. H. Dieleman, wees er op dat ver
dachte reeds vele jaren met mevrouw
W. samen woonde. Gezamenlijk hadden
ze het café opgebouwd, het stond ech
ter op naam van mevrouw W. omdat
ze de Belgische nationaliteit bezit. Het
geld was uit een „gezamenlijke pot" ge
nomen, zodat de raadsman zich afvroeg
of hier wel van diefstal sprake was.
Mevrouw W. had direkt na de aan
klacht reeds spijt van haar maatregel
gekregen en wilde die weer intrekken.
Verdachte was tot het wegnemen van
het geld gekomen, toen hij in geldnood
raakte door de huwelijksplannen van
zijn dochter. De raadsman bepleitte on
middellijke invrijheidsstelling, daar ver
dachte nog slechts enkele dagen van de
gevorderde straf had uit te zitten.
De politierechter achtte de diefstal be
wezen. Hij vonniste met acht weken on
voorwaardelijk met aftrek, en gelastte
de onmiddellijke invrijheidsstelling van
de kellner.
„Geen ruggesteun
Toen de 55-jarige A. J. uit Vlissingen
met zijn draaiorgeltje in Serooskerke
kwam, zag hij een portemonnaie lig
gen die een inwoonster van het dorp
er had neergelegd. J. aarzelde niet lan
ger en stak de portemonnaie in zijn
zak. Kort daarop voelde hij zich ver
plicht om de beurs weer weg te gooi
en, want de politie werd er bij ge
haald. „Het is al lang geleden dat u
een veroordeling hebt gehad", merkte
de officier, mr. Ph. M. Schenkenberg
van Mierop, op. Hij vorderde een voor
waardelijke gevangenisstraf van een
maand met een proeftijd van twee jaar
en toezicht van het Leger des Heils en
een boete van 15 of drie dag/en. Ver
dachte voelde niet veel voor het toe
zicht. „Ik heb dat ruggesteuntje niet
nodig", meende hij. Het vonnis luidde
dan ook twee weken voorwaardelijk met
een proeftijd van twee jaar zonder toe
zicht. De boete bleef gehandhaafd.
Z.D. 7.13 22 JAN 739
,,Wat had je er mee willen doen?",
vroeg de politierechter aan de 18-jarige
verdachte R. de N. uit Arnemuiden die
in oktober bij een kennis geregeld geld
wegnam. „Niks", antwoordde de jonge
man. Het was een totaal geweest van
65 en het was vroeger al eens meer
voorgekomen. De officier van justitie
noemde het niet fraai, omdat verdach
te geregeld bij de eigenaar van het
geld thuis kwam. Hij requireerde een
voorwaardelijke gevangenisstraf van
zes weken met een proeftijd van twee
jaar en toezicht van het Leger des
Heils en een boete van dertig gulden
of zes dagen. Het vonnis luidde conform.
De werkbaas A. T. V. uit Raams-
donk zag in zijn kosthuis op Tholen een
winkellade openstaan en nam er een bil
jet van tien gulden uit weg. Hij erken
de de diefstal, toen hij voor het hekje
stond. De officier hield er rekening mee
dat het de eerste keer was, en vorder
de een voorwaardelijke gevangenisstraf
van drie weken met een proeftijd van
twee jaar en een boete van dertig gul
den op zes dagen. De politierechter von
niste conform.
ZAAMSLAG In de raadsvergadering
van 1 februari a.s. die 's middags om
half drie zal worden gehouden komt nog
eens een heel andere verordening op ta
fel.
Het kantongerecht te Terneuzen maak
te de gemeente erop attent dat nog een
verordening uit het jaar 1916 van kracht
was betreffende drankmisbruik van ge
demobiliseerde militairen. De burge
meester had dan de bevoegdheid ten
minste als de bloemetjes te veel buiten
werden gezet om de café's te slui
ten. Thans stellen B. en W. voor deze
verordening in te trekken.
Voorts zal de bestaande bouwverorde
ning. die van 1933 dateert worden ge
wijzigd en aangepast aan de thans al
gemeen gebruikelijke bouwconstructies.
Tenslotte is er een voorstel met be
trekking tot de bezoldiging van het ge-
meentepersoneel. B. en W. stellen voor
eenzelfde maatregel te treffen als voor
het rijkspersoneel, welke regeling in
houdt dat over de maanden januari, fe
bruari en maart een uitkering van 9 pro
cent van de maandwedde ineens zal
worden uitgekeerd.
KRUININGEN. De afdeling Krui
ningen van de Ned. Bond van Platte
landsvrouwen hield een vergadering on
der leiding van haar presidente, me
vrouw Sonke-Klos. Mejuffrouw A. M.
Hoekendijks uit Heemstede hield een le
zing over „Vrouwen uit donker Amster
dam". Na de pauze was er gelegen
heid fot het stellen van vragen, waar
van zeer druk gebruik gemaakt
melijk verboden om met meer dan 20
personen bijeen te komen voor een
kerkdienst. Ook mocht men voor dat
doel zijn huis of schuur niet-afs'taan.
Maar ds. Buddingh trok zich niets
van dit verbod aan, evenmin als bak
ker De Jonge. Bij iedere godsdienst
oefening kwamen er dienaars van 't ge
recht om proces-verbaal op te maken.
40.000 gulden boete
's Zondags preekte Buddingh drie
keer, in de week ook nog verscheidene
keren in Goes of op de dorpen. Iedere
kerkdienst kostte enkele honderden gul
dens aan boete, maar Buddingh betaal
de niet en .liet zich tenslotte bij ver
stek veroordelen. Eindelijk waren de
boete's tot ruim 40.000.opgelopen
en toen waren de rechters het beboeten
moe. Ze namen ds. Buddingh en bak
ker De Jonge gevangen. Zeven maan
den lang zaten ze in Middelburg in de
gevangenis (18 juni 183815 jan. 1839).
Een moeilijke tijd was dit vooral
voor de vrouw van de bakker, die
met heel wat kleine kinderen onver
zorgd achterbleef. Ze was echter een
flinke vrouw die zich dapper door de
zorgen wist heen te slaan. Voor de
gevangenen was het wel uit te hou
den: ze kregen geld genoeg en moch
ten briefwisseling houden met fami
lie en vrienden. Toch was de vrij
heid hun aangenamer. Daarom richt
ten ze een verzoek om gratie tot de
Koning, dat gunstig ontvangen werd.
Met de vermaning voortaan gehoor
zaam te zijn aan de wetten des Lands
werden ze vrij gelaten. Bovendien
werden hun alle boeten kwijtgeschol
den.
Eens preekte Buddingh al wandelende
van Goes naar 't Goese Sas, door een
talrijke menigte omgeven.
Op een andere zondag was de toe
loop zo groot dat de turfschuur niet al
len kon bevatten. Geen nood, men ging
de .weg naar Kloetinge op en bij het
Nissepaadje (oude Goesenaars wei be
kend) preekte hij over Hebr. 13:11-13.
„Zo gaat de Leraar voort,
Zo trekt de schare heen.
De Goese straatweg hoort,
De psalmen van Datheen."
Scheuring in de gemeente
Het was ook mogelijk voor de Afge
scheidenen om 's zondags rustig te kun
nen samenkomen zonder beboet of door
de politie gehinderd te worden. Wilde
men met meer dan 20 personen kerk
dienst houden, dan moest men bij het
plaatselijk bestuur vergunning vragen,
de namen en adressen van de gemeente
leden opgeven en dag en uur der gods
dienstoefening. Tevens moest men er van
afzien te beweren de voortzetting der al
oude Gereformeerde kerk te zijn en ver
klaren nooit enige aanspraak te zullen
maken op de bezittingen van die kerk.
Men noemde dit het vragen van vrij
heid.
Verscheidene voormannen (Scholte, de
Cock, van Velzen, Brummelkamp) de
den zulks en de gemeenten werden ge
noemd Christelijk Afgescheiden gemeen
te. Ook een gedeelte van Buddinghs ge
meente vroeg deze vrijheid aan en kon
in 't vervolg rustig samenkomen.
Buddingh zelf weigerde beslist. „Geen
nieuwe naam voor de echte zonen van
het huis", zei hij. Met een ander deel
der gemeente bleef hij dit de ware Ge
reformeerde kerk noemen, die op een
andere plaats in Goes godsdienstoefe
ning hield. Echter steeds vervolgd en
bemoeilijkt door de politie en telkens
beboet.
De tweede oorzaak van de onenigheid
en broedertwist was de kwestie van de
psalmberijming. We weten dat ds. Bud
dingh de psalmen van Datheen weer in
gevoerd had. In de meeste andere ge
meenten zong men echter de nieuwe
psalmen. In zulke plaatsen wilde Bud
dingh niet preken, hij verbrak de ge
meenschap met allen die nieuwe psal
men zongen. Vroegere vrienden liep hij
als vreemden voorbij.
Ten slotte scheurde hij zijn beroeps
brief als predikant voor Zeeland in stuk
ken (30 jan. 1839). Verschillende com
missies en deputaties werden gezonden
om hem tot andere gedachten te bren
gen. De kopstukken van de Afscheiding
bemoeiden zich met de zaak, maar Bud
dingh bleef op zijn stuk staan. Daar
heette hij nu eenmaal Buddingh voor!
Boete van 30.000 gulden
Voor een deel der gemeente, waartoe
ook bakker de Jonge behoorde, bleef
hij preken. De justitie bleef doorgaan
met hem te beboeten. Evenals vroeger
werden de boeten niet betaald, tot ze
in 1843 ver over de dertigduizend gul
den beliepen. Toen raakte het geduld
van de rechters uitgeput. Toen hij op
reis was werd hij onderweg gegrepen
en in de gevangenis te Nijmegen gezet.
Zijn vriend De Jonge onderging hetzelf
de lot in Middelburg.
Wat deed Buddingh nu? Om uit de
gevangenis te raken nam hij zijn toe
vlucht tot een middel, dat hij tot nu toe
streng had afgekeurd: hij vroeg aan de
Koning om vrijheid! Grote verbazing en
ergernis over deze houding.
Vooral de vrouw van bakker De Jon
ge nam het hem hoogst kwalijk. In een
krasse brief stak ze haar mening niet
onder stoelen of banken. Haar man was
in alles met hem meegegaan en zat nog
steeds in de gevangenis, terwijl hij door
zijn gedraai vrij was. Zoals te begrij
pen is, ging de bakkerszaak er ook niet
op vooruit.
Maar de veranderlijke Buddingh trok
zich er weinig van aan hoe men over
hem dacht en antwoordde haar dat hij
meende in Gods weg te zijn door op de
ze wijze te handelen. Eerst veel later
kwam de „hemelse bakker" uit de ge
vangenis, waarin hij anderhalf jaar ge
zucht had.
Niet door deze kwestie is er verwij
dering ontstaan tussen de predikant en
het gezin De Jonge. Het zijn altijd trou
we gemeenteleden van hem geweest,
ook toen De Jonge weer vrij was en de
volgende jaren.
Het begon eigenlijk met een kleinig
heid. Buddingh was een paar weken
weggeweest.
Toen hij weer thuiskwam bij De Jon
ge, waar hij inwoonde, zei diens vrouw
argeloos: „Wel dominé. wat zijt ge toch
lang weggebleven." Dat woord viel ver
keerd. Best mogelijk, dat de bakkers
vrouw hem er wel meer op had gewe
zen, dat hij de gemeente nogal eens
verliet.
In ieder geval wilde hij hier niet
langer blijven, want de duivel was
hier in huis. Ze werd gesommeerd
aanstaande zondag in de kerk open
lijk haar schuld te belijden. Zij re
geerde in haar huis en niet haar
man en stond er niet in de Schrift
dat een ouderling zijn huis wel moet
regeren? Over dat heerschappij-vocren
moest zij boete doen.
Bewust van haar onschuld weigerde
zij. Dan zal hij haar uit de kerk bid
den. Maar ditmaal werd zijn gebed niet
verhoord: ze bleef geregeld ter kerk
komen.
Als bidden niet helpt, dan zal hij haar
eruit vloeken. De vloekpsalmen van Da
theen werden over haar lioofd uitge
stort, maar de vloek is niet gekomen,
Ten slotte werd bakker De Jonge met
heel zijn gezin eenvoudig geschrapt uit
het lidmatenboek. Hij legde zijn ambt
als ouderling neer en is overgegaan
naar de Ned. Hervormde kerk.
In Buddinghs sterfjaar 1870 is het nog
tot verzoening gekomen. De onbesuisde
dominé heeft de eerste stap gezet op
het pad der verbroedering en De Jonge
heeft met een hart vol dankbaarheid de
v-nnd der verzoening gegrepen.