ZIEKENFONDSEN ONTVINGEN ONJUISTE DECLARATIES Souburgse wachtmeester werd ernstig bedreigd DS. BUDDINGH IN GOES Sommige Zeeuwen hadden het geld te lief boete en celstraf Eis luidde j 3000 voorwaardelijke Gevoelige celstraffen - tien en acht maanden - geeist Lastig heerschap ,.jFlatgebouwen van Waterstaat GEVOELIGE CATECHISATIE Middelburgse tandarts voor rechtbank Dodelijk ongeluk Kruiningen berecht SatDs r h^6?? n SM» ssa Hard werken meende, dat een onvoorwaardelijke ge RECHTBANK MIDDELBURG Vreemd Gebitten Met traetor brommer aangereden Jubileum en afscheid bij belastingdienst wAnöeLinqen öoor be zeeuwse histoRie POLITIERECHTER MIDDELBURG Kellner onmiddellijk vrijgelaten Verordening uit 1916 wordt opgeruimd Plattelandsvrouwen in Kruiningen vergaderden 1 Xaterdag 23 januari 1960 ZEEUWSCH DAGBLAD /ag. 5 Rechtbank Middelburg MIDDELBURG De buschauffeur W. K. uit Kruiningen maakte op 17 oktober 1 - x ,1 t. x r van het vorig jaar met zijn vervoermid- I J k «- eu!5 alleen op het straf" del op liet Haven;)Wn in "ijl. woonplaats rechtelijke vlak bewegen, maar even- een ongelnkki {e manoeuvre, die waardoor MIDDELBURG Drie maan den voorwaardelijke gevangenis straf met een proeftijd van twee jaar, en een onvoorwaardelijke geldboete van 3000 subs. 100 da gen hechtenis, eiste de officier van justitie bij de Middelburgse rechtbank, mr. G. J. B. v. d. Dussen, vrijdag tegen de Middel burgse tandarts K. E. v. d. V. In de periode van september 1957 tot juni 1959 zou de tandheelkun dige bij drie Zeeuwse ziekenfond- zeer op het civielrechtelijke Niette- een motorr,jfl..r. die vaIl d(. veerboot min heeft verdachte zich herhaaldelijk afkvvam dodJelijk verongelukte. Voor dit vals" deela'raties Mr v d" DussënVe feit hoor(le K- ^teren voor de Middel- dergeHjkê gèdragüfgen was a&m^ verklaarde, dat er geen waterdichte waarbij het - voor de tandarts - toeh ^ft«d van twee jaa' Dc cliauffcië regeling bestaat, waaruit blijkt, dat »m betrekkelijk luttele bedragen ging p„u h« ?oekMoos hebben gereden tandartsen aan verzekerden duurdereOverigens voerde de officier aan, dat gebitten mogen verstrekken. Naar het v; d- v* enorm hard werkt en nog K was die dag erg terneergeslagen. steeds een grote praktijk bezit. „Een zijn - schijnt is het wel geoorloofd, maar - - honderd procent zekerhoid hierover be- ffroot hedrajr is verder terugbetaald en staat er niet. De patiënten kunnen kie- verdachte heeft niet alleen zijn eigen zen uit verschillende protheses, vaak belangen op het oog gehad", nemen zij de duurdere. H zei verder De raadsman, mr. J. J. v. d. Weel, dat het terugontvangen <*eld zal wor- herinnerde eraan, dat de tandarts open den gedistribueerd onder de mensen, j hartlSzijn fouten had erkend. „Hij die teveel hebben betaald Hij gaf nog j §aal zich niet te buiten aan luxe, leeft enkele cijfers waaruit bleek, dat de voor zÜn Sezin en he,eft er zelfs nog fondspatiënten ƒ60 voor een nieuw ge- een Paar Hongaarse kinderen bij ge bit betalen, terwijl het ziekenfonds i no^1.eI?:..^1-jn werh heeft hem waar- 21.25 daarbij le«t schijnlijk parten gespeeld. Mijn client tt i0 [heeft een drukke praktijk". Pleiter vangenisstraf niet nodig zou zijn, bij a zou zijn, sen, het Algemeen Middelburgs De of"Cier van justitie noemde de wilde dan ook volstaan met een geld- kwestie-v. d. V. een vrij geruchtma-Jboete, kende zaak. Hij zei dat de maatrege- Ziekenfonds, het Ziekenfonds Walcheren te Vlissingen en het Ziekenfonds Zuid- en Noord-Beve land te Goes, valse declaraties hebben ingediend. De financiële misdragingen zouden zijn begon nen toen het zogenaamde tand- artsenkonflikt met de zieken fondsen tot het verleden behoor de. Uitspraak 3 februari. Tegenover de rechtbank, die gepresi deerd werd door mr. B. S. Sieperda, gaf verdachte het tenlastegelegde toe. Hij zei opzettelijk, maar ook wel uit slordigheid te hebben gehandeld. Hij j was ertoe gekomen na de kontraktloze i periode. Er werd toen een andere re geling ingevoerd, waarbij tegemoetko- mingen die door de ziekenfondsen wer den verstrekt, met een percentage wer den gekort. „Ik ben toen eigen rechter gaan spelen, omdat ik het met die re- j geling niet eens was", bekende de tand- arts, die op rustige maar niettemin bewogen wijze zijn mededelingen deed. De president vond de houding van verdachte nogal vreemd. „Men gaat toch geen strafbare handelingen plegen als men het ergens niet mee eens is? Ik begrijp nu wel hoe u ertoe geko men bent, maar aan de andere kant moest een man van uw positie toch wel beter weten!" De tenlastelegging bevatte slechts drie gevallen van het aantal onjuist bevonden declaraties. Twee ervan had den betrekking op het Algemeen Mid delburgs Ziekenfonds en een op het Ziekenfonds Walcheren. Steekproeven van het AMZ hadden uitgewezen, dat zestien en dertig extracties in rekening waren gebracht, terwijl in werkelijkheid veel minder tanden en kiezen waren getrokken. In het laatste geval waren er achtentwintig opgegeven, terwijl niet één trekking had plaatsgevonden. De ziekenfondsen stelden, toen dit alles aan het licht kwam, een onder zoek in. Het ontdekken van de vals heid in geschrifte was slechts een kwestie van tijd. Ook de afdelingsraad van de Maatschappij voor Tandheel kunde liet zich met de affaire in. Er volgde voor de tandarts een schorsing voor drie maanden als lid, terwijl hem een boete werd opgelegd van 100 on voorwaardelijk en 4000 voorwaarde lijk. Heeft u verder nog meer geknoeid?" vroeg de president. Verdachte antwoordde, dat hij be halve de ziekenfondsen ook cliënten had benadeeld door hen teveel te laten betalen bij het verstrekken van nieuwe gebitten. Hij had fondspatiënten niet bepaald op fondsprotheses gewezen, maar maer reclame gemaakt voor duur dere gebitten. Dit deed 'hij niet alleen in Middel burg, ook in Kamperland, waar zijn arbeid dus viel onder het Ziekenfonds Zuid- en Noord-Beveland. Mr. Sieperda vond het een goed ge baar van v. d. V., dat hij aan de drie ziekenfondsen in totaal reeds een bedrag van 12.000 gulden had te rugbetaald. „Niettemin hebt u in ernstige mate geknoeid", merkte hij op, „u had zich moeten onderwerpen aan de regeling, zoals die door het Centraal Bestuur van de Zieken fondsraad is opgesteld. Eigen rechter spelen is altijd fout!" De directeur van het Algemeen Mid delburgs Ziekenfonds, de heer W. J. H., trad als getuige a charge op. Hij Boete van 250 gulden MIDDELBURG. Een geldboete van 250 en een onvoorwaardelijke ont zetting uit de rijbevoegdheid voor de tijd van zes maanden eiste de officier van justitie bü de Middelburgse recht bank, mr. J. L. Andreac, vrijdag tegen de landbouwer C. H. G. uit 's-Graven- polder, die op 6 november van het vorig jaar met zijn tractor met aanhangwa gen de bromfietser v. d. L. had aange reden, waarbij deze ernstig lichamelijk letsel opliep. Het ongeluk gebeurde op de 's-Graven- polderseweg, nadat G. naar rechts het Bunzingvalsewegje wilde inrijden. De officier kenschetste G. 's rijden als hoogst roekeloos en onvoorzichtig. G. werd bijgestaan door mr. J. A. Fijn van Draat. Uitspraak 5 februari. MIDDELBURG „We zullen je verzuipen en je kop onder wa ter houden zouden de los- werkman W. A, G. uit Middel burg en de classificeerder J. E. uit Nieuw- en St. Jóostland heb ben gezegd tegen de Souburgse wachtmeester A. W. op de dag na Sinterklaas. Of ze hun voornemen ook zouden hebben uitgevoerd is uiteraard niet komen vast te staan, maar wel dat beiden giste ren voor de Middelburgse recht bank gevoelige gevangenisstraf fen G. tien en E. acht maanden onvoorwaardelijk met aftrek tegen zich hoorden eisen door de officier van justitie, mr. G. J. B. v. d. Dussen. Na de voetbalwedstrijd op zondagmid dag waren G. en E. in Souburg een café binnengestapt. Er werden ettelijke biertjes-gedronken en toen de beide he ren weer de straat opgingen, was G. verre van nuchter. Toen hij op zijn fiets was gestegen, werd hij tussen de Souburgse brug en de spoorlijn aange houden door wachtmeester W.. die van oordeel was, dat de lamp van G.'s fiets niet brandde. „Die brandt wel," had de los werkman gezegd. W. beweerde het tegendeel weer, waarop G. opnieuw ontkende. „Dan ga je maar mee naar het bureau", antwoordde de politieman. Op dat moment kwam E. tussenbeiden, die de wachtmeester aanbood G. wel naar huis te brengen. G. was intussen kwaad geworden en begon te schelden, maar de politieman toonde zich onver- biddellijk. G. maakte toen gebruik van zijn vuisten, wel poogde E. hem hier van nog af te houden, maar weldra ge raakte het drietal in gevecht en liep al strijdende naar de brug. waar de wachtmeester met zijn rug tegen de leu ning werd gedrukt. TEGEN DE LEUNING De politieman, die als getuige op trad, verklaarde: „Ik vocht voor mijn leven, want ze sloegen zulke taal uit, dat het menens werd. Ik liet me op mijn knieën vallen en ben toch nog we ten te ontkomen. De raadsman van E., mr. J. J. v. d. Weel, stelde terloops een vraag: „Mag ik eens vragen, kunt u zwemmen?" Wachtmeester W.: „Matigjes" opnieuw mr. v. d. Weel: „En hebt u wel eens gekleed gezommen?" W.: „Nooit!" De tweede getuige, de opperman B. R., verklaarde zeer onwelvoeglijke woorden te hebben gehoord. ,,Ik zag dui delijk hoe W. tegen de leuning werd gedrukt. Ik heb me toen maar een beet je teruggetrokken. (De president, mr. P. v. Empel: „Je dacht, de politie be schermt zich zelf wel?" Getuige: „Ja"). De dienstvervanger bij Rijkswaterstaat J. V. zei de indruk te hebben gehad, dat de beide heren de wachtmeester over de brug wilden slaan. Hij had nog even de helpende hand geboden, waardoor de politieman iets vrijer kwam te zit ten. Daarna had hij G. nog horen zeg gen: „Daar gaan we nog een paar bier tjes op drinken. Ik ben het tweetal toen uit het oog verloren". De officier noemde het gedrag van G. en E. een ernstige bedreiging. Het bewijs van schuld was volgens hem wel geleverd. De politie moet onge stoord dienst kunnen doen, meende mr. v. d. Dussen, zij moet zelfs beschermd worden. Hij achtte G. iets schuldiger en eiste daarom tegen hem een zwaar dere straf. G's raadsman, mr. W. F. P. Kurtz, kreeg uit W.'s verklaringen de indruk, dat G. eigenlijk niet meer had gesla gen. De wachtmeester was al vechtende met E. de brug opgegaan. Hij was niet met de officier eens, dat de politie be schermd moet worden. De politie moet het publiek beschermen, maar ook zich zelf. Pleiter vroeg een gedeeltelijk voor waardelijke straf. Mr. J. J. v. d. Weel, raadsman van E., geloofde niet aan de in de tenlaste legging genoemde poging tot doodslag. Op de plaats waar werd gevochten was het kanaal op die avond één me ter diep. En van mishandeling kan ook niet worden gesprokén, omdat het in schoonmoeder was stervende en deze wetenschap hield hem de gehele dag bezig. Nadat hij passagiers had af gezet, reed hij nog naar de remise om te trachten vervanging te vinden, doch er was niemand aanwezig. Daarop reed K. verlaat naar de pont om de reeds van de 'boot komende reizigers zo snel mogelijk op te vangen. Bij de weg- kruising op het Veerplein merkte hij een motorrijder, die op zijn eentje een eind voor de file auto's uitreed, niet op, mei 'het reeds vermelde gevolg. Verdachte verklaarde ter zitting al tijd meer op de auto's te letten dan op de slagboom; de motorrijder reed echter zoals gezegd een eindje vooruit. 'De officier van justitie, mr. J. L. An- dreae, daarentegen stelde, dat de bus chauffeur de motorrijder had moeten en kunnen zien. 'Hij reed met een snelheid van veertig kilometer. De ziekte van IQ.'s schoonmoeder heeft hier echter een grote rol gespeeld. Nooit is echter geble ken dat K., die al dertig jaar chauffeur is, roekeloos heeft gereden, aldus de of ficier, daarom achtte hij een vrijheids straf niet juist. In zijn pleidooi zei mr. Drion, dat er te weinig getuigen «varen en dus te wei nig bewijs was om verdachte schuldig te verklaren. Naar zijn mening had K. al genoeg straf gekregen: hij was zon der werk gekomen en zijn schoonmoeder was overleden. De geëiste straf noemde pleiter onevenredig zwaar. Ily conclu deerde "*ot vrijspraak of zo niet da:» een bescheiden geldboete. Uitspraak 5 fe bruari. het water vallen van de wachtmees ter hoogstens met een nat pak zou worden bekocht. Wel is er sprake van een zekere bedreiging. Maar om over de brug te worden gegooid, zouden de beide mannen W.'s benen moeten heb ben gepakt. Pleiter vroeg voor zijn cliënt een aanzienlijk lagere straf. De officier ging nog even in op de kwalificatie: poging tot doodislag: „er werd toch gezegd, we zullen je verzuipen en je kop onder water houden...." Uitspraak 5 februari. MIDDELBURG. In aanwezigheid van een groot aantal ambtenaren is het veertig-jarig ambtsjubileum gevierd van de assistent le klasse bij de belasting dienst, S. Paauwe, die, in verband met zijn pensionering per 1 februari a.s„ tevens afscheid nam van de dienst. Het hoofd van de inspectie, de heer A. A. Vermeulen sprak, naast de geluk wensen ook woorden van waardering voor het werk en de dienstijver van de jubilaris en bood de door het ministerie, in verband met het ambtsjubileum, toe gekende gratificatie aan, terwijl hij na mens de ambtenaren een geschenk over handigde. Vervolgens werd het woord gevoerd door de heer J. H. Drioel, als chef van de jubilaris, die de prettige verhouding onder de collega's roemde. Hierna sprak de commies-secretaris, A. K. Louws, namens de administratie en de afd. Middelburg van de Ned. Chr. Bond van Overheidspersoneel en bood de jubilaris een mand fruit aan. Hoofdcontroleur A. D. Grims bracht zijn felicitaties op rijm evenals de ge pensioneerde commies, J. Riemens. De heer Paauwe sprak dankwoorden. De afdeling Aagtekerke van "de N.C.V.B. vergaderde onder leiding van mevrouw Vos-Schout. Mevrouw de Jong- Bikker uit Middelburg sprak over „Ar beidsvreugde". De dames Rina Duijzer, Coba Pol derman en Corrie Kodde uit Sint-Anna- land slaagden voor het diploma ma- chineschrijven op het op 2 januari te Bergen op Zoom gehouden examen. Zij werden opgeleid door de heer K. Koets- dijk, hoofd van de Isaac Da Costa-School uit Oudenbosch en de in het wijkgebouw te Sint-Annaland gehouden cursus. door l. van Wallenburg Een jaar nadat ds. Buddingh de Ned. Herv. kerk van Bigge- kerke verlaten had en zich bij de Afgescheidenen gevoegd had, werd hij beroepen als predikant voor Zeeland met Goes als woon plaats. Zijn traktement bedroeg 800.per jaar en vrij wonen of 200.vergoeding voor huis huur. Op verschillende plaatsen in Zuid-Beveland had hij gemeen ten gesticht. Ook in Goes had zich een flink aantal personen van de kerk afgescheiden. Als kerkgebouw werd de bergschuur voor hout en turf van bakker De Jonge gebruikt. (Een diaken (la ter -ouderling) van de nieuwe ge meente, die door dik en dun met de predikant meeging. „De he melse bakker" werd hij wel ge noemd.) Er was veel moed voor nodig om in die tijd te durven preken. Het was na- MIDDELBURG. Voor de Middel burgse politierechter, mr. W. Thone, hadden zich donderdag verschillende Zeeuwen te verantwoorden voor het wegnemen van grote of kleine geldbe dragen. In Zeebrugge had een uit Sluis afkomstige kellner, de 35-jarige H. S. uit de linnenkast van de vrouw op wiens naam het café stond, een bedrag van 50.000 Belgische franks weggeno men. De vrouw had hiervan aangifte gedaan. VROUWENPOLDER. Nog dit jaar zullen zeven reusachtige betonblokken boven de zeedijk tussen Veere en Vrouwenpolder uitsteken. „Flatgebou wen" zegt de rijkswaterstaat. Het zijn de zeven enorme caissons die vervaar digd worden voor de definitieve af sluiting van het Veerse Gat in 1961. Een kleine vlakte in de Ooster Nieuw- iandpolder achter de zeedijk tussen Veere en Vrouwenpolder is in enkele maanden tijds in een reusachtig dok van enkele honderden meters lang veranderd. De zeven betonnen gevaartes zullen in een lange rij worden geconstru eerd. Van de eerste caisson steekt reeds tien meter hoog traliewerk boven de fundamenten uit. Van de vierde werd onlangs het grondvlak uitgelegd. De caissons worden 45 en een halve meter lang, 20 meter breed en 20 en een halve meter hoog. Voor het stalen traliewerk zullen de luiken worden aangebracht die het water terzijnertijd zullen moeten doorlaten. Als aan het Noord-Bevelandse dijkgedeelte, dat nu reeds 1700 meter lang is, in dit jaar 300 meter zal zijn bijgebouwd, moeten de caissons gereed zijn. In 1961 zal de eindafsluiting een feit worden. Dan zal het tien meter diepe poldertje in een kanaal worden veranderd, als de zee dijk. bij het voormalige di.ikgat dat er tijdens de oorlog werd aangebracht, zal worden doorgestoken. De toekom stige dijk van caissons za] dan een varende dijk zijn die met behulp van sleepboten naar de plaats van afslui ting in het Veerse Gat zal worden ge bracht. Honderd werklieden vinden in de caissonbouw voor een heel seizoen emplooi. Ze zullen o.m. 2000 ton be- wapeningsstaal en 2500 ton staal voor het traliewerk in de drijvende dijk verwerken. Hoog steekt het traliewerk van de eerste caisson boven de funda menten uit. Honderd arbeiders vinden in de caissonbouw emplooi. MIDDELBURG. Op 7 december nam de schil der H. M. M. A. het voor zijn zoontje op, die van twee leeftijdgenoten een pak slaag had gekregen. Die twee knapen bevon den zich in het cathechi- satielokaal, onder de hou- de van een predikant. A. vroeg de dominee of hij de twee jongens kon spre ken. Het verzoek werd ingewilligd. Eenmaal bui ten de deur van het lokaal gekomen, kregen de kna pen plotseling harde klap pen rond hun oren. Voor de politierechter verklaarde de schilder dat de jongens zijn zoontje al geruime tijd tergden. „Maar wat is dat voor toestand", vroeg de officier van justitie zich af, „verdachte vraagt een hulpprediker of hij enkele jongens mag spreken, en versiert zo een pak slaag door hen uit een catechisatielokaal weg te halen". Het zoontje van de schilder zou een gebrekkige jongen hebben uitgescholen, waardoor hij van de andere jongens een pak slaag opliep. Verdachte verklaarde echter ook dat zijn zoontje door andere jongens onder druk werd gezet. De of ficier vorderde een boete van vijftig gul den of tien dagen voor mishandeling. De poptierechter, mr. W. Thone, kon zich voorstellen dat verdachte partijvoor zijn zoontje had getrokken, maar al had die dan een aframmeling gehad, dan had verdachte toch nog niet het recht zelf het recht in handen te nemen. Hij vonniste 10 lager dan de eis. De havenarbeider A. T. V. uit Scher- penisse had in een bus een collega tij dens een vechtpartij mishandeld. Hij gaf de vechtpartij toe, al meende hij niet zelf de aanleiding te zijn geweest. In de bus die de pendeldienst tus sen Tholen en Rotterdam onderhoudt, zat hij met een andere collega op een bankje. ,.We zaten tamelijk nauw", aldus verdachte, „en hij ga mij telkens porren in mijn maag. Dat vond ik min derwaardig, en daarom heb ik hem maar een klap op zijn hoofd gegeven." „Ik vind het toch wel tamelijk vreemd, zo'n vechtpartij in de bus", meende de officier van justitie, en vorderde een boete van 25 of vijf dagen. Verdach te gaf toe dat het beter geweest zou zijn als hij de chauffeur even had ge waarschuwd. Daar was de politierech ter het roerend mee eens. Hij vonniste conform de eis. 99 De kellner bevond zich reeds 56 da gen in voorarrest. De officier van justitie meende dat de feiten wettelijk vast stonden. Hij acht te dan ook bewezen dat verdachte het geld had gestolen en vorderde een on voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met aftrek. De raadsman van verdachte, mr. W. K. H. Dieleman, wees er op dat ver dachte reeds vele jaren met mevrouw W. samen woonde. Gezamenlijk hadden ze het café opgebouwd, het stond ech ter op naam van mevrouw W. omdat ze de Belgische nationaliteit bezit. Het geld was uit een „gezamenlijke pot" ge nomen, zodat de raadsman zich afvroeg of hier wel van diefstal sprake was. Mevrouw W. had direkt na de aan klacht reeds spijt van haar maatregel gekregen en wilde die weer intrekken. Verdachte was tot het wegnemen van het geld gekomen, toen hij in geldnood raakte door de huwelijksplannen van zijn dochter. De raadsman bepleitte on middellijke invrijheidsstelling, daar ver dachte nog slechts enkele dagen van de gevorderde straf had uit te zitten. De politierechter achtte de diefstal be wezen. Hij vonniste met acht weken on voorwaardelijk met aftrek, en gelastte de onmiddellijke invrijheidsstelling van de kellner. „Geen ruggesteun Toen de 55-jarige A. J. uit Vlissingen met zijn draaiorgeltje in Serooskerke kwam, zag hij een portemonnaie lig gen die een inwoonster van het dorp er had neergelegd. J. aarzelde niet lan ger en stak de portemonnaie in zijn zak. Kort daarop voelde hij zich ver plicht om de beurs weer weg te gooi en, want de politie werd er bij ge haald. „Het is al lang geleden dat u een veroordeling hebt gehad", merkte de officier, mr. Ph. M. Schenkenberg van Mierop, op. Hij vorderde een voor waardelijke gevangenisstraf van een maand met een proeftijd van twee jaar en toezicht van het Leger des Heils en een boete van 15 of drie dag/en. Ver dachte voelde niet veel voor het toe zicht. „Ik heb dat ruggesteuntje niet nodig", meende hij. Het vonnis luidde dan ook twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar zonder toe zicht. De boete bleef gehandhaafd. Z.D. 7.13 22 JAN 739 ,,Wat had je er mee willen doen?", vroeg de politierechter aan de 18-jarige verdachte R. de N. uit Arnemuiden die in oktober bij een kennis geregeld geld wegnam. „Niks", antwoordde de jonge man. Het was een totaal geweest van 65 en het was vroeger al eens meer voorgekomen. De officier van justitie noemde het niet fraai, omdat verdach te geregeld bij de eigenaar van het geld thuis kwam. Hij requireerde een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken met een proeftijd van twee jaar en toezicht van het Leger des Heils en een boete van dertig gulden of zes dagen. Het vonnis luidde conform. De werkbaas A. T. V. uit Raams- donk zag in zijn kosthuis op Tholen een winkellade openstaan en nam er een bil jet van tien gulden uit weg. Hij erken de de diefstal, toen hij voor het hekje stond. De officier hield er rekening mee dat het de eerste keer was, en vorder de een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken met een proeftijd van twee jaar en een boete van dertig gul den op zes dagen. De politierechter von niste conform. ZAAMSLAG In de raadsvergadering van 1 februari a.s. die 's middags om half drie zal worden gehouden komt nog eens een heel andere verordening op ta fel. Het kantongerecht te Terneuzen maak te de gemeente erop attent dat nog een verordening uit het jaar 1916 van kracht was betreffende drankmisbruik van ge demobiliseerde militairen. De burge meester had dan de bevoegdheid ten minste als de bloemetjes te veel buiten werden gezet om de café's te slui ten. Thans stellen B. en W. voor deze verordening in te trekken. Voorts zal de bestaande bouwverorde ning. die van 1933 dateert worden ge wijzigd en aangepast aan de thans al gemeen gebruikelijke bouwconstructies. Tenslotte is er een voorstel met be trekking tot de bezoldiging van het ge- meentepersoneel. B. en W. stellen voor eenzelfde maatregel te treffen als voor het rijkspersoneel, welke regeling in houdt dat over de maanden januari, fe bruari en maart een uitkering van 9 pro cent van de maandwedde ineens zal worden uitgekeerd. KRUININGEN. De afdeling Krui ningen van de Ned. Bond van Platte landsvrouwen hield een vergadering on der leiding van haar presidente, me vrouw Sonke-Klos. Mejuffrouw A. M. Hoekendijks uit Heemstede hield een le zing over „Vrouwen uit donker Amster dam". Na de pauze was er gelegen heid fot het stellen van vragen, waar van zeer druk gebruik gemaakt melijk verboden om met meer dan 20 personen bijeen te komen voor een kerkdienst. Ook mocht men voor dat doel zijn huis of schuur niet-afs'taan. Maar ds. Buddingh trok zich niets van dit verbod aan, evenmin als bak ker De Jonge. Bij iedere godsdienst oefening kwamen er dienaars van 't ge recht om proces-verbaal op te maken. 40.000 gulden boete 's Zondags preekte Buddingh drie keer, in de week ook nog verscheidene keren in Goes of op de dorpen. Iedere kerkdienst kostte enkele honderden gul dens aan boete, maar Buddingh betaal de niet en .liet zich tenslotte bij ver stek veroordelen. Eindelijk waren de boete's tot ruim 40.000.opgelopen en toen waren de rechters het beboeten moe. Ze namen ds. Buddingh en bak ker De Jonge gevangen. Zeven maan den lang zaten ze in Middelburg in de gevangenis (18 juni 183815 jan. 1839). Een moeilijke tijd was dit vooral voor de vrouw van de bakker, die met heel wat kleine kinderen onver zorgd achterbleef. Ze was echter een flinke vrouw die zich dapper door de zorgen wist heen te slaan. Voor de gevangenen was het wel uit te hou den: ze kregen geld genoeg en moch ten briefwisseling houden met fami lie en vrienden. Toch was de vrij heid hun aangenamer. Daarom richt ten ze een verzoek om gratie tot de Koning, dat gunstig ontvangen werd. Met de vermaning voortaan gehoor zaam te zijn aan de wetten des Lands werden ze vrij gelaten. Bovendien werden hun alle boeten kwijtgeschol den. Eens preekte Buddingh al wandelende van Goes naar 't Goese Sas, door een talrijke menigte omgeven. Op een andere zondag was de toe loop zo groot dat de turfschuur niet al len kon bevatten. Geen nood, men ging de .weg naar Kloetinge op en bij het Nissepaadje (oude Goesenaars wei be kend) preekte hij over Hebr. 13:11-13. „Zo gaat de Leraar voort, Zo trekt de schare heen. De Goese straatweg hoort, De psalmen van Datheen." Scheuring in de gemeente Het was ook mogelijk voor de Afge scheidenen om 's zondags rustig te kun nen samenkomen zonder beboet of door de politie gehinderd te worden. Wilde men met meer dan 20 personen kerk dienst houden, dan moest men bij het plaatselijk bestuur vergunning vragen, de namen en adressen van de gemeente leden opgeven en dag en uur der gods dienstoefening. Tevens moest men er van afzien te beweren de voortzetting der al oude Gereformeerde kerk te zijn en ver klaren nooit enige aanspraak te zullen maken op de bezittingen van die kerk. Men noemde dit het vragen van vrij heid. Verscheidene voormannen (Scholte, de Cock, van Velzen, Brummelkamp) de den zulks en de gemeenten werden ge noemd Christelijk Afgescheiden gemeen te. Ook een gedeelte van Buddinghs ge meente vroeg deze vrijheid aan en kon in 't vervolg rustig samenkomen. Buddingh zelf weigerde beslist. „Geen nieuwe naam voor de echte zonen van het huis", zei hij. Met een ander deel der gemeente bleef hij dit de ware Ge reformeerde kerk noemen, die op een andere plaats in Goes godsdienstoefe ning hield. Echter steeds vervolgd en bemoeilijkt door de politie en telkens beboet. De tweede oorzaak van de onenigheid en broedertwist was de kwestie van de psalmberijming. We weten dat ds. Bud dingh de psalmen van Datheen weer in gevoerd had. In de meeste andere ge meenten zong men echter de nieuwe psalmen. In zulke plaatsen wilde Bud dingh niet preken, hij verbrak de ge meenschap met allen die nieuwe psal men zongen. Vroegere vrienden liep hij als vreemden voorbij. Ten slotte scheurde hij zijn beroeps brief als predikant voor Zeeland in stuk ken (30 jan. 1839). Verschillende com missies en deputaties werden gezonden om hem tot andere gedachten te bren gen. De kopstukken van de Afscheiding bemoeiden zich met de zaak, maar Bud dingh bleef op zijn stuk staan. Daar heette hij nu eenmaal Buddingh voor! Boete van 30.000 gulden Voor een deel der gemeente, waartoe ook bakker de Jonge behoorde, bleef hij preken. De justitie bleef doorgaan met hem te beboeten. Evenals vroeger werden de boeten niet betaald, tot ze in 1843 ver over de dertigduizend gul den beliepen. Toen raakte het geduld van de rechters uitgeput. Toen hij op reis was werd hij onderweg gegrepen en in de gevangenis te Nijmegen gezet. Zijn vriend De Jonge onderging hetzelf de lot in Middelburg. Wat deed Buddingh nu? Om uit de gevangenis te raken nam hij zijn toe vlucht tot een middel, dat hij tot nu toe streng had afgekeurd: hij vroeg aan de Koning om vrijheid! Grote verbazing en ergernis over deze houding. Vooral de vrouw van bakker De Jon ge nam het hem hoogst kwalijk. In een krasse brief stak ze haar mening niet onder stoelen of banken. Haar man was in alles met hem meegegaan en zat nog steeds in de gevangenis, terwijl hij door zijn gedraai vrij was. Zoals te begrij pen is, ging de bakkerszaak er ook niet op vooruit. Maar de veranderlijke Buddingh trok zich er weinig van aan hoe men over hem dacht en antwoordde haar dat hij meende in Gods weg te zijn door op de ze wijze te handelen. Eerst veel later kwam de „hemelse bakker" uit de ge vangenis, waarin hij anderhalf jaar ge zucht had. Niet door deze kwestie is er verwij dering ontstaan tussen de predikant en het gezin De Jonge. Het zijn altijd trou we gemeenteleden van hem geweest, ook toen De Jonge weer vrij was en de volgende jaren. Het begon eigenlijk met een kleinig heid. Buddingh was een paar weken weggeweest. Toen hij weer thuiskwam bij De Jon ge, waar hij inwoonde, zei diens vrouw argeloos: „Wel dominé. wat zijt ge toch lang weggebleven." Dat woord viel ver keerd. Best mogelijk, dat de bakkers vrouw hem er wel meer op had gewe zen, dat hij de gemeente nogal eens verliet. In ieder geval wilde hij hier niet langer blijven, want de duivel was hier in huis. Ze werd gesommeerd aanstaande zondag in de kerk open lijk haar schuld te belijden. Zij re geerde in haar huis en niet haar man en stond er niet in de Schrift dat een ouderling zijn huis wel moet regeren? Over dat heerschappij-vocren moest zij boete doen. Bewust van haar onschuld weigerde zij. Dan zal hij haar uit de kerk bid den. Maar ditmaal werd zijn gebed niet verhoord: ze bleef geregeld ter kerk komen. Als bidden niet helpt, dan zal hij haar eruit vloeken. De vloekpsalmen van Da theen werden over haar lioofd uitge stort, maar de vloek is niet gekomen, Ten slotte werd bakker De Jonge met heel zijn gezin eenvoudig geschrapt uit het lidmatenboek. Hij legde zijn ambt als ouderling neer en is overgegaan naar de Ned. Hervormde kerk. In Buddinghs sterfjaar 1870 is het nog tot verzoening gekomen. De onbesuisde dominé heeft de eerste stap gezet op het pad der verbroedering en De Jonge heeft met een hart vol dankbaarheid de v-nnd der verzoening gegrepen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1960 | | pagina 5