Ideale bloemlezing
van de Europese
schilderkunst
4-1...
maar
tóch
Bezoek aan hel museum Boymans- van Beuningen: een opwindend avontuur
DE MOED VAN EEN MENS
DUITSE DONAU-SCHOOL
HOLLANDSE ZEVENTIENDE EEUW
QUATTROCENTO VAN VENETIË
O
BAAYENS
FLORENCE VAN DE
VIJFTIENDE EEUW
Zaterdag 21 november 1959
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 9
Tocht naar Cordura duurt te lang
Romeinen bij Madrid
EE
ITALIË
MANIËRISME EN GRECO
ZEVENTIENDE EEUW
ZIJPAD VAN HET MANIËRISME
NEDERLANDERS
DUITSE SCHOLEN
der ACHTTIENDE EEUW
WITTE
KRUIS
WITTE KRUIS
tStandóveróchii aló
rem
Prof. dr. J. Ridderbos
dinsdag tachtig jaar
door Simon van Adelberg
De collectie Thyssen-Bornemisza is ontzagwekkend rijk. Zij staat
op een niveau als hedentendage in particuliere collecties nauwelijks
denkbaar is. De eigenaar heeft de directie van het museum
Boymans-van Beuningen in de gelegenheid gesteld een vrije keuze
te maken uit zijn totale bezit, dat bestaat uit ongeveer 350 schilde
rijen. Slechts voor enkele werken is een uitzondering gemaakt,
omdat het niet verantwoord was die te vervoeren.
Honderdtien werken zijn er gekozen, vanaf een driedelig altaar
uit het laatste kwart van de dertiende eeuw, nog geheel volgens
de Byzantijnse traditie geschilderd, tot ongeveer het jaartal 1900
met schilders als Fragonard en Robert.
In onze krant van 10 november heeft André Glavimans, die enige
tijd geleden een bezoek heeft gebracht aan de collectie in de Villa
Favorita aan het Meer van Lugano, gewezen op de vele tijden,
stijlen en scholen in de verzameling van Baron Thyssen-Bornemisza,
nu de hoogtepunten er van in de zalen van Boymans-van Beuningen
zijn geëxposeerd, krijgt zij er voor de beschouwer nog een attractie
bij, de mogelijkheid namelijk om de collectie te zien samen met het
Rotterdamse bezit.
Alhrecht Altdorfer: Portret van een vrouw. Ca. 1519
Frans Hals: Familiegroep. Ca. 1645.
Het is tot dusver niet gelukt deze familie te identificeren.)
IN de film Zij kwamen naar Cordura ren, het water raakt op. En de majoor
is een cavaleriecharge het belang- (Gary Cooper) krijgt volop gelegenheid
wekkendst. Het is de laatste droom van de helden van een andere, menselijker
een aan pensioen toe zijnde kolonel, die zijde te beschouwen, d.w.z. als een troep
denkt met deze klassieke frontale aan- bruten en wanhopigen.
val od een zwaar versterkte ranch naam _TT
te maken en decoraties te verdienen. 7" kwamen naar Cordura_zou een boei-
Door de moed van zijn mannen slaagt ende film zijn geweest, mdien er niet
zijn waanzinnig plan, terwijl het aantal zoveel geld aan was gespendeerd, als
J - het gegeven niet was uitgerekt tot een
vertoningsduur van meer dan twee uur
en als men de psychologische analyses
erbuiten had gehouden.
Nu duurt de tocht naar Cordura te
lang, zelfs met Gary Cooper als de ma
joor, die bezeten is van het geheim van
de moed, met Van Heflin als een hard
man en een verweerde Rita Hayworth.
die alle glamour heeft afgelegd in het
verlangen een actrice te worden.
Anthony Bosman
gesneuvelden en
gewonden niet
wordt geteld.
Zij kwamen
naar Cordura
speelt tijdens de
Amerikaanse
strafexpeditie in
1916 tegen de
Mexicaanse op
standelingen van
Pancho Villa
maar deze ex
peditie is slechts
aanleiding vooi
uitwerking van
het th^ma de
moed van de
mens, dat verder
de film beheerst.
Een verweerde Rita
Hayworth in Zij kwamen
naar cordura.
MADRID (UPI). Op de kale en
winderige vlakten ten zuiden van Ma
drid, waar nog niet eens zolang geleden
de troepen van Alexander de Grote, van
EN majoor, die eenmaal een lafaard Spaanse opstandelingen tegen Napoleon
is geweest en zich nu afvraagt wat en soldaten van Salomon en Sheba mar-
moed in de mens eigenlijk is, krijgt de cheerden, rukken thans de Romeinse co-
opdracht vijf mannen, die zich bijzonder horten op. Zege en schrijve vierdui-
iin het gevecht hebben onderscheiden, zend Romeinse soldaten en vierduizend
naar het hoofdkwartier in Cordura te volgelingen van de legendarische leider
brengen voor hun decoratie. Een van der gladiatoren, die in opstand zijn ge-
collaboratie beschuldigde Amerikaanse komen onder aanvoering van Kirk Dou-
vrouw wordt als gevangene aan de klei- glas. Spartacus heet de film waarvoor
ne groep toegevoegd soldaten van het Spaanse leger de
Dan begint de tocht, die steeds moei- marsfiguren van de Romeinen net zo
zamer en uitputtender wordt, want de lang hebben moeten oefenen totdat zij
paarden gaan aan de Mexicanen verlo- ze onder de knie hadden.
ET VERTREKPUNT van de collectie is het driedelige altaar dat
nog alle kenmerken heeft van de hiëratische kunst van Byzan
tium. Maar spoedig treden, in het paneel Madonna met Kind van
een der eerste grote meesters van het Venetiaanse trecento, Paolo
Veneziano, zelfstandige karaktertrekken op. De voorstelling en
de groenige tonen van de gezichten zijn nog traditioneel-byzantijns, maar
in de ornamentiek kondigt de nieuwe tijd zich reeds aan.
DE VROEGE renaissance, hoogre-
naissance en barok van Italië heb
ben uiterst belangrijke werken in de
collectie, wenken, die parallellen en
pendanten vinden in de eigen col
lectie. Ghirlandaio, Veronese, Titïaan,
Ercole de Roberti zijn in beide col
lecties vertegenwoordigd.
Een van de boeiendste werken is in
deze afdeling" de Annunciatie van
Bellini, met Crivelli's Maria Bood
schap in de National Gallery in Lon
den een der belangrijkste „proefstuk
ken" van het probleem van het cen
trale perspectief.
Uniek voor Nederland is ook dit
collectie Tintoretto's die het museum
siert. Öp de vijf in het eigen bezit
is het spirituele en tegelijk expres
sieve portret van de senator, een
werk uit Tintoretto's laatste levens
jaren, een schitterende aanvulling.
A/TET Tintoretto is de collectie dan
intussen in het Maniërisme be
landt, dat in de collectie-Thyssen niet
zeer uitgebreid, maar wel op hoog
niveau is vertegenwoordigd. Met het
Maniërisme weten de kunsthistorici
overigens niet zo heel goed weg. De
hele zestiende eeuw er in onder te
brengen is een onbevredigende maat
regel. Zeker staat El Greco er geheel
en al buiten. Zijn extatische kunst
past niet in het theatrale van het Ma
niërisme. In de collectie-ltiyssen
deze Kretenzische Spanjaard met drie
werken aanwezig. In de eigen collec
tie van het museum is een engelen-
beeltenis.
Het Caravaggisme is in de collectie-
Thyssen met een groot doek van de
naamgever van deze stijl zeil en het
is interessant zijn werk te kunnen ver
gelijken met de Hieronymus van de
Utrechtse Caravaggist Hendrick Ter-
bruggen, welke schilderij in mei 1958
door het Rotterdamse museum is ver
worven.
TAE Nederlandse zeventiende eeuw
*-* heeft in de collectie-Thyssen hef.
grandioze grote groepsportret van Hals
het landschap van Philips Koninck en
het fijnzinnige doek van Aert van dei-
Neer als toppen.
In deze kunstperiode vullen eigen
verzameling en gastcollectie elkaar
opnieuw schitterend aan. In het bij
zonder krijgt de beschouwer een wijds
beeld van de zeventiende-eeuwse land
schapskunst met werken van de bei
de Ruysdaels. Albert Cuyp, Aart van
der Neer (niet minder dan zes schil
derijen) en nog enige anderen.
Rubens is te zien op een niveau en
in hoeveelheid die onvergelijkelijk is.
Het zelfportret van Jan Steen vult het
eigen bezit, waarin geen zelfportret
is, prachtig aan.
Trouwens ook de ..voortijd" van de
zeventiende eeuw met Jan Sco-
rel en Lucas van Leyden heeft in
beide collecties fraaie voorbeelden.
El Greco: Mater Dolorosa (Moeder van smartenCa. 15861590.
In het paneel, van Ucello heeft
de abstractie plaats gemaakt voor
innerlijke bewogenheid. De vroege
ontwikkeling in Venetië en Siena
wórdt in de collectie-Thyssen in
verscheidene werken duidelijk ge
markeerd en met het eigen bezit
van het museum in Sienese pa
nelen, het werk van Jacopo di Cione
en Matteo da Giovanni krijgt
men een beeld zoals in een Neder
lands museum anders nooit moge
lijk is.
En dan volgt het boeiendste
en belangwekkendste deel van
de tentoonstelling: het tijd
perk waarin Europa tegelij
kertijd in twee verschillende
perioden was verdeeld: het
herfsttij in het noorden, het
quattrocento in Italië.
Twee schilders uit het noor
den hebben in aie tijd een
moeilijk te overschatten in
vloed in de Europese kunst
gehad: Jan van Eijck met de
nieuwe olieverftechniek en
Rogier van der Weyden.
Van Jan van Eijck is er
geen werk in de collectie-
Thyssen, maar men kan zijn
schitterende Drie vrouwen bij
het Graf uit de vioegere ver
zameling-Van Beuningen m
het museum zien, van Rogier
van der Weyden zijn er twee:
het kleine eikenhouten paneel
van de Zittende Madonna, een
der allermooiste schilderijen
van de collectie, en een be
trekkelijk laat werk (onge
veer 1455, het Portret van een
man.
VAN DE Noordnederlands»
primitieven, nog geheel
vervuld van de gothische
beschaving, geeft Boymans-
van Beuningen thans een
zeldzaam beeld. De Delftse
Meester van de Virgo inter
Virgines is met drie werken
vertegenwoordigd en samen
met het hemelse paneel van Geertgen
tot St. Jans, het paneel van de Manna-
meester en de werken van Jeroen Bosch,
de grote meesters van het noordelijke
herfsttij (alle werken in het eigen
bezit) is dit deel een kleine reprise
op de schitterende tentoonstelling van
de Noordnederlandse primitieven in
het Rijksmuseum, twee jaar geleden.
De Zuidnederlandse vijftiende
eeuw is al evenzeer met boeiende
topstukken aanwezig: de kop van de
Bourgondische hofschilder uit het
begin van de eeuw, het sublieme
portret uan Johanna de Waanzin
nige, de oudste dochter van Fer
dinand en Isabella, die door twee
vorsten gevangen is gehouden en
haar leven beëindigde in eeji kerker,
eén paneel van Juan de Flandes en
de Madonna van Dieric Bouts, de
Hollander die in Leuven zijn nieuwe
vaderland vond,
AANSLUITEND aan de kunst
Nederlanden zijn de Duitse scholen
prachtig vertegenwoordigd met het
enige portret dat bekend is van Alt
dorfer, de leidende meester van de
Donau-school, de Christus van de
Westfaler Meester Bertram, het be
roemde portret van Hendrik VIII door
Holbein de Jonge, van wiens vader
er ook twee portretten zijn, en van
andere niet zo bekende meesters. De
Duitse bijdrage eindigt met het Ve
netiaanse portret met de carica-
turale Leonardijnse koppen en de go
tische handen in het centrum van
Dürer, naar het woord van prof. Van
der Meer de laatste meester in wie
de Duitse genius zich voor lange tijd
in de beeldende kunst manifesteerde.
DE latere tijd krijgt eveneens van
uit de twee verzamelingen een
bijna afgerond beeld. Tiepolo heeft
belangrijke stukken, de drie doeken
van Canaletto zijn groots en van
Guardi is er een kleine expositie op
zich, vier werken in eigen bezit, twee
in de gastcollectie. Van Goya is er het
overweldigende portret van Ferdinand
VII van Spanje.
Met meesters als Fragonard, Hubert
Advertentie
Beoordeel een minderheid mefc
naar heb aantal - ook niet bij
radio en televisie. De 150.000
abonné's van Vrije Geluiden be
tekenen méér. dan hun aantal
weergeeft
Bent u het eens met het streven
van Vrije Geluiden om te accen
tueren wat ons Nederlanders
bindt - inplaats van wat ons
„verzuilt"
Stelt u ook prijs op onpartijdige
voorlichting over he.u beste dat
elke week op .rauio en televisie
■wordt geboden - door welke om
roep ook
Wenst u ook een duidelijke ea
volledige weergave van binnen-
en buitenlandse uitzendingen?
Voeg u dan bij deze grote kri
tische minderheid (met zo'n hoog
percentage jonge mensen) en
vraag een proefnummer aan - of
nog beter: abonneer u direkt ad
f 2.50 per kwartaal. Het adres is
VPRO
postbus 11
HILVERSUM
Advertentie
DE £Ckte PIJNSTILLER
Hebt u griep die zo echt in
uw botten is gaan zitten.Jaagt
hem eruit met
WITTE KRUIS.
Tabletten, poeders, cachets
Domenico Ghirlandaio: Portret van
Giovanna Tornabuoni- 1488.
(Giovanna Tornabuoni was uit het ge-
slacht Albizzi, de vijanden van de Medici's.
De verzoening tussen beide geslachten
kuam tot stand toen Giovanna op 15 juni
1486 met Lorenzo Tornabuoni, een neef
ran Lorenzo de Medici trouwde. Haar
huwelijksgeluk heeft slechts kort geduurd.
Zij stierf nog voor 1490 in het kraambed.)
De Latijnse tekst op het schilderij be
tekent: Indien gijo kunst, haar karakter
ert ziel kon afbeeldendan zou er geen
schoner schilderij op de wereld zijn.
Robert. Pater en Nattier sluit de ten
toonstelling.
Boymans-van Beuningen is in
deze maanden een ideale bloem
lezing van de Europese beeldende
kunst. In het, bestek van een
krantenartikel kunnen slechts en
kele facetten worden aangeduid, in
werkelijkheid is een bezoek aan het
museum thans een avontuur zoals
men in ons land vrijwel nooit kan
beleven.
Advertentie
UW METGEZEL IN ELK SEIZOEN
fcij kri«btlhoeu en opkomendé'V«rk oud
heid viuj een piar Pottertjes in de mond,
Dit voorkomt veel narigheidGeven een
frisstadem na een cigaret of een borreltjev
In handige
platte doosjes a 55. cent
«MP. M. TER HfRKIl X.V. HILVERSUM
Gentile Bellini: De boodschap aan Maria. Ca. 1470.
NLANGS heb ik gelezen, dat men
de beschaving kan vergelijken
met een tuin en de kritiek met
het snoeimes, maar dat wanneer
er teveel wordt geknipt, een Engelse
rots-tuin de vlakheid zal krijgen van
een Frans park. Er wordt ook ge
knipt met een bedoeling, welke aan
het gezond makende snoeien vreemd
is, namelijk, om het geniale en hel
genie te trancheren, zoals een goed
ober een kip open snijdt ten gerieve
van de smulpaap, die beter moest
weten, namelijk, dat kluiven uit het
handje het lekkerste is.
Een tegenwoordig veel gebruikte
methode, om kritiek uit te oefenen
is de toepassing van vervlakkende
ontleding. Men snijdt als het ware
alle détails weg en houdt dan een
geraamte over. Deze methode is som
mige historici, vooral zij die het ac
cent leggen op de sociologische aan
pak, niet vreemd en zulks leidt tot
vaak opmerkelijke resultaten: soms
verrassend door niet vermoede con
clusies, soms verbijsterend door het
terzijde schuiven van overtuigend
bronnenmateriaal.
ZO 'heeft de Amsterdamse hoogle
raar Dr. H. J. Brugmans ter
jongste vergadering van het Histo
risch Genootschap voor het verga
derde puik van de beoefenaren onzer
vaderlandse historie uiteengezet, dat
de achterlijkheid en de slapheid van
Nederland in de eerste helft van de
vorige eeuw moeten worden herleid
tot het bestaan van twee klassen, die
door een waterdicht schot van elkaar
gescheiden waren. De conclusie was,
dat de oprechte democratie hier had
gefaald, dat er geen doorstraling van
onder naar boven werd toegelaten en
dat het dus de dood in de pot was.
Dit betoog was om meer dan één
reden opmerkelijk en het werd om
standig en nogal positief op de korrel
genomen.
Er zouden dan volgens de his
toricus Brugmans eigenlijk in die
periode maar twee klassen zijn ge
weest, namelijk het volk en de betere
of fatsoenlijke stand. Een midden
stand, zoals wij die kennen, dat wil
zegge een industriële, commerciële,
wetenschappelijke, agrarische en ad
ministratieve middenstand was er
niet. Men behoorde of tot het volk
en droeg dan een pet en liep op
klompen, danwel men werd gerekend
tot de fatsoenlijken te behoren. Tal
van magere baantjes werden niet
vervuld door kleine lieden uit het
volk omhoog gekropen, maar door
fatsoenlijken, die economisch waren
afgezakt. Jan boezeroen met de pet
lukte het niet tot de fatsoenlijken
omhoog te komen. Weliswaar waren
er enkele uitzonderingen. Zo was het
standsverschil in Nederlands Indië
weggevallen en ook de zeevaart ken
de de opmars van scheepsjongen tot
kapitein.
TIET volk was een homogene mas-
sa, maar de fatsoenlijken vielen
onderling toch wel uiteen in groep
jes, zodat men van betere standen
moest gewagen. De gehuwde vrouw
uit het volk bracht het nooit verder
dan tot vrouw, maar achter het ijze
ren 'standsgordijn was de vrouw van
de dominee een juffrouw, doch de
eega van een academisch medicus
mocht mevrouw heten, hetgeen, wel
aanleiding gaf tot echt vrouwelijke
spanningen, zoals een hooggeleerde
opponent van prof. Brugmans op
merkte, toen hij er aan herinnerde,
dat zijn overgrootmoeder nog maar
juffrouw en zijn grootmoeder bereids
mevrouw was.
Al laten wij nu daar, wat het ver
haal over de standsverschillen in de
eerste helft van de vorige eeuw in
onderdelen waard is en al laten wij
ook buiten beschouwing, of werkelijk
de klove* tussen het volk en de fat
soenlijken zo onoverbrugbaar was,
als prof. Brugmans het tekende, zelfs
al geven wij de voorkeur aan een
eenvoudiger verklaring van de ma
laise in het Nederland dier dagen,
namelijk de algemene afkeer vooral
van industriële nieuwigheden en de
betrekkelijke geringe betekenis voor
's lands welvaart van de nijver
heid, dan nog blijft het al dan niet
effectief zijn van standsverschillen
zeer belangwekkend, met name voor
de spreiding van de cultuur.
/"AP vrijwel geen enkel terrein des
geestelijken levens valt iets be
langwekkends te bespeuren en zelfs
het in 1817 te Genève ten doop ge
houden reveil, dat in Bilderdijk en
in Da Costa steun vond en via Willem
de Clerq en Groen van Prinsterer
doordrong, had tientallen jaren nodig
om bij ons volk aan te slaan. Het
reveil zelf vond zijn aanhang bij de
aanzienlijken en de gemene man stel
de zich met een heroplevend piëtisme
tevreden, dat paste bij zijn simpele
geestesleven.
Meer nog dan op het economische
vlak, dunkt mij dan ook de werking
van standsverschillen op cultureel
gebied effectief. Het heldere brein
en de ontembare dadendrang baan
den voor de jongens uit het volk de
weg naar omhoog, maar wanneer een
slap economisch klimaat die weg
dood deed lopen, dan was er ook
voor de stoutmoedigen geen uit
komst. Met de verandering van dit
klimaat en geïnspireerd door de
komst van vele buitenlanders, werd
alles anders en velen werden welva
rend.
HPERUGKOMEND op ons uitgangs-
■*- punt meen ik te mogen vaststel
len, dat het onvermijdelijke van cul
turele verschijnselen versluiering is.
De rechtlijnigheid van hun geraam
te moet worden ont-dekt. Dat was
voor de man uit het volk, die nau
welijks iets meer onderwijs had ge
noten, dan weleer de volksschool of
armenschool hem bood, een te zwa
re opgave. Bovendien vroeg hij zich
af, of het resultaat wel de moeite
van deze voor hem inspannende ont
dekkingen loonde. Daarbij kan de
kritiek hem op weg helpen.
Degene, die van huisuit erudiet is,
heeft oog voor de details, die hem
bekoren, maar de man uit een an
dere stand wil allereerst houvast heb
ben en die is hier zo moeilijk te
grijpen. De volkomen democratise
ring van ons onderwijs, de radio en
de krant hebben boven de materiële
basis van steeds groter en ruimer
gespreide welvaart, aan de standen
hun scheidsmuren ontnomen. Hele
maal verdwenen zijn zij nog niet.
Net zo min tussen de groepen onder
ling als innerlijk bij degenen, die de
standsverschillen materieel wegvaag
den, doch ideëel nog niet geheel ver
werkten.
Ieder geslacht zal dat beter doen.
R.
Van een medewerker
KAMPEN. Dinsdag wordt prof. dr.
J. Ridderbos tachtig jaar. Hij is eme
ritus hoogleraar aan de Theologische
Hogeschool der Geref. kerken te Kampen
(Oudestraat) en de nestor van de geref.
theologische hoogleraren. Over het be
reiken van deze mijlpaal ligt een scha
duw doordat mevrouw Ridderbos eind
oktober overleed
Jan Ridderbos werd 24 nov. 1879 te
Bedum geboren. Hij studeerde aan de
Vrije Universiteit te Amsterdam en deed
in 1905 zijn intrede te Oosterend in
Friesland. In 1907 pron* veerde hij cum
laude tot doctor in de eologie op een
proefschrift over De theologie van Jona
than Edwards.
In 1909 ging dr. Ridderbos naar Mep-
pel. op 28 juli 1912 deed hij zijn intrede
te Bussum. Toen was de generale syno
de van 's-Gravenhage net een week aan
de gang. Na in de vakature van de
Kamper oudtestamenticus A. Noordtzij
eerst tevergeefs benoemd te hebben dr.
C. Ch. Aalders (die later aan de Vrije
Universiteit O.T. ging doceren) benoemde
deze synode dr. Ridderbos tot hoogle
raar te Kampen. In januari 1913 hield
hij zijn intreerede over De betekenis vap
het O.T. voor de chr. religie.
Van zijn vele publicaties noemen wij
zijn arbeid aan de totstandkoming van
de Korte verklaring en van de groté
Commentaar op het Oude Testament*,
waarin dr. Ridderbos' eigen commentaar
op de Psalmen alom bewondering oogst
te.
Advertentie
DE SPECIAALZAAK VOOR UW BRIL