Duizenden Brabanders pendelen naar Rotterdam Britse visseri j in nood VAN DOOIE PIER IS BEGONNEN TV NIEUWE FUNCTIE VOOR MOLEN VAN VEROLME HARINGEN ZIJN ONVINDBAAR - VISSER JAAGT OP HAAIEN In Scheveningen in 1961 weer in Noordzee flaneren Bussen vol Belgen gaan naar West-Brabant Beter werkmeer loon en betere behandeling Zaterdag 21 november 1959 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 10 Apart verhaal Halve eeuwfeest C.N.V. T 7 riest Ontvangstcentrum bij Rozenburgse werf Niet meer verboden 't damesbad te bezichtigen Kaal Geen kans April 1961 Burgerlijke stand Van een onzer redacteuren VOORDAT de hanen van West-Brabant kans krijgen de nieuwe dag te melden, lopen in duizenden slaapkamers wekkers af. Als de nacht nog dicht over de kleine dorpen en gehuchten ligt, reppen groepjes mannen zich langs dromerige wegen. Niet ver, want de bus stopt meestal vlak bij hun huis, soms er voor. De bus boort zijn licht door de nacht en zijn stralen bundelen zich met andere koplamplichten, bij iedere kruising. De bussen gaan groepjes vormen, die op de rijkswegen grote lange groepen wor den. Optrekkend naar Rotterdam. De pendeldienst, die drie maal daags duizenden arbeiders van West-Brabant naar de fabrieken in Rotterdam brengt, maakt de nacht "op de Brabantse wegen drukker dan de vroege morgen in een grote stad. En wie het leger autobussen overdag moet kruisen, kan op een klein uurtje vertraging rekenen. „Denk niet, dat wij voor onze lol een paar uur per dag in een bus gaan zitten; het gaat om de ping", zo ver telden zes, zeven man tegelijk, toen wij bij een van de grote fabrieken in Rot terdam, de bus binnenstapten. „De ping" vormt wel een hoofdbestand deel van het pendel-verschijnsel, maar er bleken meer facetten aanwezig. Geen reservoir Iedere dag rijden uit de kleine West- ■brabantse plaatsen vele duizenden mannen naar Rotterdam om daar hun boterham te verdienen. Zij werken in ploegendienst en zijn soms ieder et maal tien tot twaalf uur van huis. Een vakbond heeft dezer dagen ver klaard, dat West-Brabant met opzet buiten de industrialisatie wordt gehou den, omdat men een arbeidersreser voir voor Rotterdam wil houden. Maar West-Brabant staat niet bui ten het industrialisatieplan; in Etten staat een groot complex van tien pas gebouwde fabrieken en vijf in aan bouw. Doch deze moeten bun arbei ders in pendeldienst uit België halen, want de Brabanders gaan er niet wer ken. Niet praten Toen de grapjes in de bus waren getapt, kwamen enkele werkers tot een serieus gesprek. Waarom zij de Rotterdamse indus trieën boven de fabrieken in eigen om- geving verkiezen? Ten eerste is het loon in Rotterdam aanmerkelijk hoger. Het verschil va- meert van vijftien tot' dertig gulden per week.. ,,eff daar „hebben we graaig een paar uur bussen voor over". Ten tweede zijn de sociale voorzie ningen in Rotterdam veel beter dan in West-Brabant., „er zijn fabrieken bij ons, waar je amper je handen kunt wassen en een goede kantine is een uitzondering", In de meeste Rot terdamse fabrieken zijn ruime heldere zalen voor de werkpauzen; het orga nisatieleven wordt volledig erkend; meestal is er een winstuitkering en an dere prettige zaken, die het werk aantrekkelijk en de binding met de fabriek groot maken. Tenslotte is het arbeidsklimaat in tterdam beter. Er moet in West- ibant een schoenfabriek zijn, waar 1 is verboden tijdens het werk met elkaar te praten. En waar de arbeiders wèl mogen praten, heerst een zo scherp afgesteld puntenstelsel „dat je geen tijd hebt om je neus te snuiten", zoals een der mannen het uitdrukte Het vervoer van de werkers uit West-Brabant naar Rotter dam, vormt een hoofdstuk apart. Dit vervoer is in particu liere hand en de laatste jaren zijn er tientallen bedrijven en bedrijfjes verrezen, die zich uit sluitend of bijna uitsluitend met de pendeldienst bezig houden. De chauffeurs kennen iedere man van hun bus en de route loopt langs kronkelige straatjes en afgelegen landweg getjes. Bij cafeetjes staan groep jes mensen te wachten en als hét zo uitkomt, rijdt de bus tot voor een huisje. Soms heeft de be woner zich verslapen en dan klimt de chauffeur achter zijn stuur vandaan om even een roffel op de slaapkamerruit te geven. Want hij weet, waar die is. De chauffeur kent hun problemen, en de zorgen van de chauffeur zijn de mannen achterin weer niet onbekend. Eens per week, als de kassier rijn werk heeft verricht, gaat een der mannen met de pet rond. En voor de rest volstaan zij met een grommende groet, als zij 's morgens in het donker de bus binnenstappen. De verhoudingen zijn precies uitgebalanceerd. En zij zijn goed. TERNEUZEN. De afdeling Oost Zeeuwsc'.i-Vlaanderen van het C.N.V heeft het 50-jarig bestaan van tiet vak verbond in het Concertgebouw gevierd. Nadat voorzitter C. Hameling het ope ningswoord had gesproken, gaf de heer H. Beenhakker, districtsbestuurder, een overzicht van het vakverbond. Vervol gens werden gelukwensen aangeboden, hetgeen door het Burgerlijk Bestuur en de heer J. Groenenberg. hoofd van de hervormde school, schriftelijk geschied de. Namens de C.B.T.B. bood de heer J. v. d. Hoeve zijn gelukwensen aan en namens de kerkeraden van de her vormde en gereformeerde kerk de heer P JóOSse. De Axels- toneelgroep van Co Bakker speelde flierna de klucht „De onbekende wereld". Jenny Hame ling en Corrie de Bruyne boden de da mes van het gezelschap bloemen aan. waarna de heer M. van Langevelde (a.r. bewindsman) de bijeenkomst sloot met dankgebed. De vakbond, die zo fel heeft gea geerd tegen de pendeldienst op Rot terdam, deed het voorkomen, of het slechts een kwestie van fabrieken is. Doch de oorzaak van de trek naar Rotterdam zit dieper. „Vele industrieën van boven de Moerdijk", zo vertelde een man, die kennelijk over het vraagstuk had na gedacht, „gingen hun fabrieken naar West-Brabant verplaatsen. Goedkope arbeidskrachten, dachten ze. Mis schien lukte dat vijftig jaar geleden nog, maar nu niet meer", was zijn te vreden slotconclusie. En als er nu eens fabrieken in West- Brabant kwamen, waar onder dezelf de omstandigheden als in Rotterdam kon worden gewerkt? De reactie is flauwtjes. De mannen komen via de pendel dienst na de arbeid ook werkelijk los van hun werk. Als de bus vijf minu ten heeft gereden is de fabriek al tot een vaag begrip geworden. En een uurtje later stapt de man uit in een straatje met bomen, met kleine huizen en een landelijke rust. Achter zijn huisje „Als ik in een flat moest wonen kunnen ze me net zo goed in de bajes stoppen" ligt een tuin, waar vrije uren sappige vruchten voortbrengen. Scheiding van woon- en werkgelegenheid is tot werkelijkheid geworden. Natuurlijk, als ze in de dagploeg zitten twaalf uur 's middags weg en 's avonds elf uur terug zien ze een week lang bun kinderen niet en als het 's winters boos weer is, kan men zich iets prettigers voorstellen dan twee dagelijkse busritten van ruim een uur. „Maar och," zo meent een der busondernemers,, „er zijn al tijd vele Brabandens geweest, die uit zwermden." Omdat de verschillen tussen hun ei gen Brabantse land en Rotterdam voor de Brabanders nog steeds te groot zijn, drijven de fabrieken in West-Brabant met moeite op de Bel gische arbeiders en trekken duizenden Brabanders iedere dag in een leger autobussen naar Rotterdam. Van onze correspondent ONDEN. John Hare, de AJ Britse minister van landbouw en visserij, heeft het maar moei lijk. Als een boer klaagt, nu ja, dan ligt meestal het spreekwoor delijke schepje zout al klaar. Maar nu klagen de Britse vissers. En ze klagen hard. Dat gebeurt maar zelden en daarom trekt de minister het zich aan. Het komt, vreemd genoeg niet door de IJslandse visserij-oorlog. Alleen de vroeger in IJslandse wateren vissen de. kleine trawlers worden daardoor getroffen, zoals die van Fleetwood, waar van de 1450 vissers er nu 300 zonder werk zijn. Van de 26 trawlers zijn er zes opgelegd en twee voor I sloop verkocht. VERLIEZEN Nee, het gaat om de haringvisserij. Die heeft dit jaar geweldige verliezen opgeleverd, terwijl het de haringvloten van het vasteland juist goed is ge gaan. De Britten zijn het er nog lang niet over eens, wat hier de oorzaak van is. Langs de havenkant van Great Yarmouth zeggen sommigen dat het buitengewoon warme zomerweer te lang 'heeft geduurd. Anderen weer ge ven onze vastelandse vismeelfabrieken en trawlers de schuld. Deze laatste zouden teveel van de ondermaatse ha ring hebben weggevist. En ook von den wij daar verleden week enkelen die zeiden dat de haring waarschijn lijk andere gewoonten had gekregen en was verhuisd. AAN DE WAL Wat echter zeker is: 30 mijl uit de kust, bij Smith's Knoll waar de gro tere haringen (die volgens Engelse smaak de beste zijn) altijd samen schoolden, waren er dit jaar maar heel weinig. Het is het slechtste ha ringjaar in de Britse geschiedenis. Het begon al niet goed, en zelfs de volle maan van oktober bracht niet de gebruikelijk grote vangsten. Integen- deel. Vroeger was omstreeks deze tijd vrijdags bijna de hele vloot buiten gaats. en druk bezig. Nu liggen bijna alle drifters langs de wal. Vroeger kwamen ze met honderd en tweehon derd kantjes terug. Nu meestal met niet meer dan tien of twaalf. Langs de Atlantische kust is het al even erg. Daar wordt voornamelijk op de pilser, een grote soort haring, ge- ten binnen te slepen, ging het niet meer. Verleden japr was de vangst ook al slecht geweest, gedeeltelijk door het toenemen van het aantal blauwe haai en, die niet alleen veelvraten zijn, maar ook geweldige nettenvernielers. Veel van de pilservissers langs-die zuidwestkust in pittoreske plaatsjes als Looe, Polperro, Fowey, en verder op St. Ives, waar de laatste weken veel schepen doelloos op het strand bleven liggen, hebben zich het afgelo pen seizoen op de haaienvangst toe gelegd. PIJN Het is steeds een spannende jacht, daar weten wij van mee te praten. Maar liever zouden deze vissers hun vreedzamer werk weer opvatten. Het is een trots volk daar in het westen, en het doet hun meer pijn dan de vakantieganger om nu langs haventjes als dat van Polperro ge teerde tonnen te zien hangen waar de bezoeker door een gleuf geldstukken naar binnen kan werpen „voor het behoud van onze haven, nu de vis vangst kwijnt." GEEN VIS Een grootscheepse advertentiecam pagne om de Britten meer vis te laten eten heeft tot nu toe weinig resultaat gehad. Vis doet velen nog teveel aan de vleesloze oorlogsdagen denken. John Buil eet nu elf ons vlees, maar slechts anderhalf ons vis in de week. Op weg terug in de Cornish Riviera Express hoopten wij de vissers te be moedigen door in de restauratiewagen een visgerecht te bestellen. Maar dat ging niet door. De spoorweg-kellners waren in wil de staking. Een ton met een gleuf erin doet op de toeristen een beroep. Het opschrift ver meldt, dat de inkomsten van het vissers plaatsje zozeer achteruit zijn gegaan, dat men de hoge kosten van havenonderhoud en dergelijke niet meer kan betalen. „Geef een kleine, gift en help daarmede een van de meest schilderachtige vissersplaatsjes in stand te houdenDe vissers kunnen niet dan met pijn in het hart naar deze ton kijken. vist. Na een enkele recordvangst in januari, toen er voor het schilderach tige Megavissey zeventig schepen aan te pas moesten komen om een school van 190:500 kilo met scheurende net- monse. VLISSINGEN Geboren: Marina A, dv C P v d Meet en K Vaane; Cornells R, zv A C de Veij en E Kools; Marinus G P, zv M A Steenbakker en M A B Brouwer; Robert, zv H P Roskam en M Braam; Jacobus A, zv M C Louws en A J Munter; Anna M, dv P H Janse en J C Romeijnsen; Lambertus W, zv P Nagelkerke en J J de Leeuw. Ondertrouwd: w Kluijfhout, 24 j te Kou- dekerke en W Sinke, 20 j; D Schout, 24 j te Zierikzee en A H P de Klerk, 20 j; P A Bil, 30 j en A C van Maaren, 24 j. Gehuwd; J A Wielemaker, 33 3 en J v d Woestijne, 27 j te Loosduinen; R de Ridder, 25 j en M J Tienesen, 18 j. te Millingen a d Rijn. Overleden: W Fritz, 58 j, ev M Dellebeke; G P J Timmerman, 57 j, ev G J J Klijberg; J Daane, 76 j, ev P Boogaard; A A Sonne- vïjlle, 53 j, ev S C Hol; J P Prince, 73 j, ev A L van Zalen: B de Kam, 77 j, wedn van J Stevense; W Dekker, 71 j, wed van H Si- Van onze Haagse redactie EN HAAG. In 1920 keek de Haag- li j) se, deftige burger li die op zijn beroem de pier wandelend een oogje naar beneden waagde neer op een soort aangespoelde zeehond. Het was dan een vrouwelijke badgast. In 1961 zullen niet alleen deftige Hagenaars, maar ook met busladingen aangevoerde gasten sociaal toerisme een oogje van de beroemde pier omlaag kunnen wagen. Wat zij daar zullen zien weten wij allen. De tijden zijn ver anderd. De pier ook. Tot de „bezettende macht" in 1943 het kleinood van de Nederlandse kust per ongeluk of expres in brand hielp, had het wandelcentrum van Den Haag 42 jaar trouwe dienst verricht. Het leek wel of het er nooit waaide, het leek wel of het er nooit regende, het ieek wel of er nooit ver-velende mensen liepen. Het moet aan de zui verende zeelucht hebben gelegen, hoe wel bepaalde kringen volhouden dat de Scheveningse pier een wereld beroemd roddelcentrum moet zijn ge weest. Wat er te roddelen viel over en tus sen al die volslagen bedekte dames zal de wat jongere generatie wel nooit duidelijk worden, maar het wordt vol gehouden. Ook dat zichzelf respecte rende. dus op een ministerie werken de meisjes op de pier de banden van hun leven knoopten. Wie zich de zorgeloze pantoffelpara des op zondagochtend kan herinne ren, zal met deze erkenning geen moeite hebben. Het moet dan ook voor al deze mensen een trieste ge beurtenis zijn geweest na de bevrij ding een totaal verkoolde klomp in zee te zien liggen. Met moeite en pijn werden spoedig de resten weggenomen waarbij de ve le ijzeren binten uit de zeebodem moesten worden getrokken waar nie mand bijzonder happig op was. Maar de ongekroonde koning van Schevenin gen mr. A. Adema Zijlstra zat er persoonlijk achteraan om tenminste het seizoen 1946 een kans te geven. Maar de kust lag er toch wel erg kaal bij zonder pier. Het roddelen en flaneren zonder kolkende zee onder zich was heel anders. Jaren duurde het voordat de plan nen van de exploitatie maatschappij zeebad aannemelijke vormen kregen. Eerst werd gedadht aan een soort eiland in zee. met een brug verbon den. De technische bezwaren hielden het tegen. De oude Andreus Vierlingh, beroemd waterbouwkundige, beweer de destijds al; ge zult de golven niet weerstaan, maar in soetigheit gelei den. Hiermee is nu in wetenschappelijke en verbeterde zin rekening gehouden bij de nieuwe pier, beducht voor de onderwaartse meppen van 20 ton per vierkante meter die de zee kan uit delen. In het waterloopkundig labora torium in Delft werden heel kleine piertjes en hun probleempjes in be drieglijk nagebootste zeetjes beproefd. Ziehier het resultaat; De zee heeft geen vat op de kleine tweehonderd betonnen palen waarop het wandeldek en de drie a-symmetri sche plateau's rusten, spoelt er zon der veel weerstand omheen, stormt naar de voet van de pier, moet tegen een lange glooiing van grint-asfalt, op kruipen, begint al vermoeid te raken, ontmoet dan nog betonnen ribbels die de laatste fut eruit halen en kletst dan tenslotte in de zogenaamde woel- kamer. Deze „kamer" waarvan een wand door de strandmuur wordt ge vormd, is zestig meter breed en zes tien diep. De woesteling stort daarin, valt omlaag, geeft het op en moet ten slotte naar de zijkanten de wijk ne men. Zonder een centje pijn kunnen de wandelaars achter glasbeschutting het spel van de natuurlijke krachten ga deslaan. Is men daarop uitgekeken, dan wacht aan het èind van het 375 m lange wandeldek een restaurant dat volgens verwachtingen wel van popu laire klasse zal worden, een op het zuiden gebouwd zonterras dat plaats biedt aan 1200 gasten, een eiland met een 43 m hoge uitkijktoren dit er als een verticale krukas bijstaat, een ver maakscentrum, desgewenst een over dekt kindereiland en een tweedekspla- teau waarvan de bestemming nog niet vaststaat en waarbij het voor de ge hele pier geldend principe wordt ge volgd: vermaak gescheiden van rust. Onderweg ontmoet hij op het twaalf meter brede wandeldek overdekte win kelgalerijen en een groot aantal van de 6000 gasten die de pier ineens kan hebben op het totale oppervlak van 12.000 vierkante meter. Een ieder mag dus twee vierkante meter de zij ne noemen. Van de problemen in het restaurant zal hij niet veel merken, want een wetenschappelijk bureau is bezig uit te vissen hoe de aanvoer van die dui zenden liters bier en dergelijke moet geschieden. Een dienstingang buiten de pier om is er namelijk niet. Inge nieur Wiersma van het hoogheem raadschap Delfland die voor de EMS toezicht houdt op de bouw van het waterbouwkundige deel, had het bij de voorbesprekingen vergeefs over een bierleiding In april 1961 hoopt men de eerste bezoeker te kunnen ontvangen tegen een toegangsprijs van ongeveer twee kwartjes. Als alles goed gaat. En dat gaat het tot nog toe ondanks de twee kleine doorbraakjes bij de laatste stor men die het fortuin zelf uit het zuidwesten kwamen en niet uit het noordwesten zodat men op het ogen blik gelijk is met het werkschema. Deze en de volgende winter wordt doorgewerkt om de zomergasten zo min mogelijk te hinderen. Zo'n lof waardig inzicht was vroeger ondenk baar. De overheid zette zonder blikken of blozen borden neer op boulevard en strand: verboden zich an de omgeving van het damesbad op te houden. In drie talen Eigen nieuwsdienst HAARLEM Als de plannen doorgaan, zal de molen van Verolme terugkeren bij Verolme. Niet als werkzame houtzager, zoals hij eerlang op de werf van Jan Smit in Alblasserdam pronkte, maar als restau rant ergens langs de Nieuwe Waterweg. Daar moest het gevaarte in 1952 verdwij nen wegens een uitbreiding van de werf, toen de firma Verolme die overnam, maar de heer Verolme schonk de molen gracielijk aan de vereniging De Holland se Molen. Die hem aanbood aan Amers foort en later, omdat Amersfoort er niet veel voor voelde, aan Haarlem. Daar zou hij een waardige opvolger kunnen zijn van de in 1932 afgebrande en nog steeds legendarische Adriaan, In Haarlem werd een comité gevormd, dat geld bij elkaar bracht voor de mon tage en de plaatsing van de oude hout zager. Er was zo'n zestigduizend gulden nodig. Het ging echter niet alleen om geld, maar er was ook nog een mulder nodig. Daarop viel ten slotte het Haarlem se plan in duigen: molenaars zijn bij zonder schaars in onze dagen. Men zat in de Spaarnestad dus met de molen iet of wat in de maag. MET TERRASJE Hierop dook de heer Verolme weer op, die zijn molen wel terug wil hebben om er in de nabijheid van zijn werf op Rozenburg een ontvangstcentrum voor buitenlandse gasten van te maken. Er moet een plaatsje voor worden gevonden aan de Nieuwe Waterweg en er komt een terrasje voor. Het interieur moet mooi worden, aangepast aan de behoeften des zakelijken vreemdelings. Haarlem laat zich overigens de molen, ook maar niet zo van het brood snoepen: Openbare werken is een beetje huiverig voor de nieuwe bestemming, die de mo len bij Rotterdam zou krijgen. De tech- BERGEN OP ZOOM. Geboren: Antoinetta, d. v. p. Theuns— Brueys; Cornells, z. v. C. Dries-De Crom; Cornelia, d. v. A. Scheitel aar-Slooven; Pe trus, z. v. P. Massar-Schot; Hosina, d. v. A. Schetters-Stoffels; Helena, d. v. P. Wil der s-Ver heezen; Franciscus, z. v. M. Mous- Alleman. Getrouwd: J. van Giels, 25 j. en F. Vleg- hels, 25 jA. van Horst, 34 j. en C. Ver- brugge, 25 j.; J. Klaassen, 23 j. en C. van Overveld, 20 j.; M. Franken, 30 j. en M. de Kort, 26 j.; C. Roovers, 67 j. en H. de Sit, '7 jaar. Overleden: A. Schot, 3 m., d. v. J. Schot- De Crom; K. de Koning, 53 j„ e. v. A. Scheerder; J. Kusters, 85 j., geh. gew. met J. Herrings. De goeie, ouwe pier, zoals vooroorlogse dagen hem hebben gekend. De pier zal zichzelf niet meer terugkennen, wanneer hij over anderhalf jaar als een Phoenix uit zijn as zal zijn herrezen. nisch adviseur van De Hollandse Molen, architect A. J. de Koning ziet het wat minder zwaar: een ontvangstcentrum kan er naar zijn smagk nog wel mee door. Bovendien kan de molen beter ergens aan de Waterweg staan dan in een Haarlemse opslagplaats liggen, vindt hij, ZIERIKZEE Geboren: Janna D, d.v. J W van Oeveren en J D Gaanderse; Cornells, z.v. A van Breugel en E Sprangers; Christiaan J, z.v. J C Flikweert en J J Nieuwenhuijs. Gehuwd: C J van Geesbergen 24 j en M Hanse 20 j; J Peute 22 j en J Jongejan 19 j; HL Kardol 28 j en W J Bernards 22 j. Overleden: M J Snoek 50 j e.v. P Leupe. ZAAMSLAG Geboren: Carmen E, d.v. J de Kraker en D Dieleman; Johannes, z.v. C Verboom en L de Jong; Janna, d.v. J B den Hamer en L Duerink; Pieternella J, d.v. AD Dekker en E W Steendijk; Elizabeth W, d.v. J L v d Wege en M C de Zeeuw. Gehuwd: W J Lensen 47 „j en A C de Bok 48 j; A de Keijzer 23 j eft P Willemsen 24 j- Overleden: M T van Espen 67 j e.v, C de Ridder; J J Zegers 40 j d.v. J Zegers en H Dieleman. MIDDELBURG Geboren: Agnes D A, d.v. J Sahertian en M N Nanlohy; Thona C, d.v, L M Hoek en T P Reijnoudt; Wilhelmina J, d.v. C Corbijn en P Verhage; Adriaan J, z.v. J A Pouwer en J de Witte; Adriaan, z.v. W J van Meer- veld en W J Verspoor; Andrea, d.v. P de Visser en M Sinke; Annemarie L, d.v. J E> A Bareman en J M Vos; Adriana J, d.v. W Roelse en M de Witte. Gehuwd: A V M Goormachtig 29 j en A W Pluijmers 23 j; C Moens 43 j en M W Krie- ger 38 j; JA Minet 25 j en P F de Kam 23 j; A J Marijs 25 j en A W Floressem 18 j; A J J Klaassen 21 j en A B de Munter 21 j; PL Adriaansen 22 j en E Davidse 22 j. Overleden: E H H Eekhout 63 j w.v. H C Hesseling; P Bassie 86 j w.v. J Kaljouw; J Labruijère 67 j e.v. A Alewijnse; A J M Heijliger 88 j w.v. R van Veen. GOES Geboren: Agatha M J w en Wilhelmina M C, dv L de Jonge en W Beulens; Frangois J, zv F J Tilroe en C J van Loo; Willem N, zv P J van Klaveren en R Koelewijn; Maria W P, dv G A Dronkers en G ter Telgte; Adriaan H, zv P K van den Berge en J van Sprang; Adriana C, dv J Slabbekoorn en J Kesselaar te Kapelle; Johannae dv J M Traas en F S Verboom te Wemeldinge: Cor nelia W, dv A H Ruijsink en L A Gouds waard. Ondertrouwd: J Pekaar, 27 j en W J Bak ker, 23 j; C Th van Wieringen, 39 j en Th G Th Witkam, 31 j; G Kuik, 26 j en J C van der Vegt, 24 j. Gehuwd: A van Tooren, 63 j en P J Hoek, 57 j. Overleden: J Puijpe, 82 .1, ongeh.; A T Daane, 76 j, ongeh. te Yerseke: A Pieters, 50 j, wedn van C van Gessele te Heinkens- zand; J Knieriem, 81 j, wedn van C Vader; L N Kouweh, 43 j, ev F Quaak te Haam stede; M v d Boogaart. ongeh.: 74 j; J Ars, 61 j, ev M van 't Westeinde te Borssele; C H Kok, 85 j, ev A J Visser; C Zuidweg, 72 j, ongeh.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 10