Paulus, Saskia
helden
c.s.:
via radio
Moderne visie dringt
BLOEMPJES DER VREUGD
VOOR DE LIEVE JEUGD
door in illustraties
Fans
Paulus
Paardjes
WITTE
il KRUIS
WITTE KRUIS
Wijsneuzen
Dienstmaagd
Snuif en wrijf
Zaterdag 24 oktober 1959
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 10
Van Brave Hendrik tot het jongetje
Kinderboekenweek
alles behalve bal
yooï
3R de vijf
de keer or
ganiseren de
Nederlandse
uitgevers en
boekhandela
ren een zoge
naamde Kinder
boekenweek,
die dit jaar
aanstaande
woensdag be
gint.
Precies als
bij de Boeken
week voor gro
te mensen be
gint de Kinder
boekenweek
met een feest,
zonder Boeken
bal weliswaar
maar met een
voorstelling
van De Won-
derfluit door
het Scapino bal
let.
^TROUWENS
de jeugdi
ge lezers maak
ten ook een ei
gen affiche voor
hun week van
het boek. Zij
krijgen een
boekenkrant
en een ge
schenk, en in
de etalages van
veel boekhande
laren zullen de
roman, de ge
dichtenbundel
en het weten-
schappeiyke
boek voor vol
wassenen moe
ten wijken voor
boeken met ver
halen, gedich
ten en platen
voor de jeugd.
Ter gelegen
heid van de
Kinderboe
kenweek bla
derden wij in
kinderboeken
van vroeger en
nu. Van die
speurtocht ver
tellen wij u
in de artikelen
op deze pagina.
TN woord en
beeld para
deren daarin de
helden uit de
kinderboeken
van meer dan
een eeuw ge
schiedenis van
het lezen: Van
Kornelis die het
glas gebroken
had, van de
brave Hendrik
en de lieve
Saartje tot aan
Jip en Janneke
en het jongetje,
dat toch lekker
stout wil zijn.
Of er veel
veranderd is in
de kinderlec
tuur? Oordeelt
u zelf maar.
dat „lekker" stout is
mmmmsEmmemmmarnrnammmmmm
niinnimMiiniiiiMiiiiiiii
De helden en heldinnen van het moderne
kinderboek danken hun populariteit aan de
radio en niet aan de televisie, hoezeer de
jeugduitzendingen daarvan ook reeksen jonge
kijkers tot zich trekken. Op zichzelf is dit ken
merkend. Misschien dat het medium televisie
nog te jong is om reeds zijn weerslag in de
kinderliteratuur te kunnen hebben. De moge
lijkheid bestaat evenwel ook, dat de kinderen
weinig behoefte hebben nog eens te lezen wat
zij visueel ervaren hebben, daar hun fantasie
al bij voorbaat is vastgelegd. Hetzelfde ziet
men namelijk ook bij de film. Het lezen van
een roman is dikwijls een stimulans om de
film te gaan zien (die dan altijd tegenvalt),
maar zelden is het zien van een film een aan
sporing om het boek te gaan lezen. -
HET GEBROKEN GLAS.
SENS VEHItUm,
Cornclis had eett glas gebroken
pi Voor' aan de ftraat.
Schoon hij de Hukken had verflokcn
Hij wift geen raad.
Hij had een aflehrik van te liegen,
Wijl God het ziet:
En zou hij nu Mama bedriegen,
Dat.kon hij niet.
Hij Hond onthutfeld en bewogen,
De moeder komtt
|l Zij ziet de tranen in zijn oogen,
Hij fcheen veriiomd.
SS jfeeft Keesje, zeizc, wat bedreven?
Wat fchceit gr aan?
'k Heb zei hijmoeder lief! zo even
Weer kwaad gedaan.
Uit: Kleine Gedigten voor kinderen.
Nauwkeurig nagedrukt naar de
eerste uitgave van 1778 en uit
gegeven door L. J. C. Boucher-.
De radio werkt stimulerend op de
fantasie en vandaar de populariteit
van Saskia en Jeroen, van Ernstjan
en Snabbeltje, van Paulus de boska
bouter, wier avonturen deel na deel
vullen en met hartstochtelijke belang
stelling worden gevolgd, zowel in hoor
spel- als in boekvorm. Maar de radio
is niet alleen verantwoordelijk voor
de ,,fan"-houding van de jonge lezer
tjes, die even intiem zijn met hun hel
den als zij het over een jaar of zes
zullen zijn met de filmsterren en vo
calisten. De bewondering berust op
een zich verbonden voelen met de
hoofdfiguren van de boeken, omdat de
ze stammen uit een al of niet fantas
tische werkelijkheid, die tot de levens
sfeer van het kind behoort.
De lotgevallen van Saskia en Je
roen zijn levensecht en met zin voor
de kleine, maar heel belangrijke din
gen in de kinderwereld beschreven
door Jaap ter Haar. De avonturen, die
dezelfde schrijver Ernstjan en Snab
beltje laat beleven, zijn evenzeer van
een typerende directheid. Nimmer
gaan zij de geloofwaardigheid en de
fantasie van het kind teboven. Zelfs
de met zijn kwak kwakkwak kwok pra
tende eend Snabbeltje blijft reëel.
Paulus de boskabouter, een schep
ping van Jean Dulieu, begeeft zich
meer in het domein van de fantasie,
maar de reacties van hem en de die
ren waarmee hij zijn avonturen be
leeft bezitten in feite eenzelfde reali
teit. Zijn lotgevallen zijn die van een
klein kereltje, in een groot bos met
tal van dieren. Zijn gedragingen en
angsten zijn zuiver menselijk. Daaruit
ontstaat de humor, waardoor Paulus
zo'i» grote vriend van de jeugd is ge
worden.
Vier delen van „De Paulusboom'
zijn er zojuist bij de uitgeverij C. P
J. van der Peet te Amsterdam ver
schenen: Paulus en het ei, Paulus en
de verrassing, Paulus en 't klaag-
hemd, Paulus en Poetepoet. Elk boek
door de schrijver zelf alleraardigst ge
ïllustreerd, is een verrukking om de
speelsheid en lichte fantasie waar
mee het werd geschreven.
Onder de kleinsten hebben de boe
ken van Annie M. G. Schmidt een ver
diende populariteit. Jip en Janneke,
Wiplala en het beertje, Pippeloentje
zijn de „best sellers" uit een omvang
rijk oeuvre, dat gekenmerkt wordt door
originaliteit, fantasie en zin voor wer
kelijkheid en kolder, welke steeds bin
nen de grenzen van de bevattelijkheid
van het kind blijft.
kwartje m Bruintje zijn nu
Koninklijke faardjes aeuierden. Precies
zoals- de KoviinMijfee "familie droMix zij
ook een gouden kroon.
De zachte zeemleren schoen-j
tj.es UMen zj. alleen am j
lals de I
paleis zijn. Sn datjasjeenorcekje
Bruintje ons laat
dat i
zien 0, dat is voor de
koude daijen in de
en de winter.
Tenslotte verdienen de drie paard
jes van Piet Worm alle aandacht, om
dat daarmee een in wezen oude maar
in mentaliteit nieuwe vorm van hei
kinderboek werd geschapen. Niet het
verhaal is hoofdzaak en evenmin zijn
de kostelijke tekeningen het. Zij vor
men een boeiend en verrassend ge
heel, hetgeen tot uiting komt door de
in de tekst verweven tekeningen en
het handschrift waarin het verhaal is
geschreven.
De drie paardjes zijn thans voor de
tweede maal aangetreden, nu als De
drie gekroonde paardjes bij Van Hol-
kema en Warendorf n.v. te Amster
dam. Zij zijn koninklijke paardjes ge
worden, omdat de prinsessen uit het
eerste boek hen meenamen naar het
koninklijk paleis. Een kijk- en lees
boek van de eerste rang, waarop men
zelfs als volwassene niet uitgekeken
raakt.
Advertentie
Piet Worm is de schrijver en tekenaar
van De drie gekroonde paardjes, uaaruit
dit een pagina is. verkleind en zonder de
kleur, die zo'n aantrekkelijk element is.
Advertentie
fiiictir* verdrogen door
PUROLPOEPER
DE eckte PIJNSTILLER
Een maand gaat vlug! Stop
dat opzien naar nare dagen
met WITTE KRUIS.
Tabletten, poeders
of cachets!
Maar als hij
ze op de markt
verkocht, zag
hij elke'keer
dat de vissers
vrouwen veel,
véél meer "Vis
hadden.
Pagina uit Marco en de haai, van F. J. Tripp
I
K ben lekker stout.
Dat is de titel van
een der kinderboe
ken van Annie M. G.
Schmidt. Hoe stout dat
hedendaagse jongetje is,
blijkt al meteen uit het
eerste versje, waarin hij
o.a. zegt geen handjes
meer te willen geven,
geen vieze havermout
eten, geen tandenpoet
sen, wel spugen op het
zeil, en dat besluit met
„En dat is alles wat ik
wil. En als ze kwaad
zijn, zeg ik: Bil!"
Zo op het eerste gezicht is
dat jongetje dus een heel ander
knaapje dan zijn leeftijdgenoot
jes, waarmee de jeugd een an
derhalve eeuw geleden in ver
halen en gedichten in aanra
king kwam.
In de achttiende en negentiende
eeuw waren het vrijwel allemaal
echt lieverdjes, waarvan de ge
hoorzaamheid, de beleefdheid en
de zindelijkheid van alle kanten af
droop.
Het begon al met de Kleine Gedig
ten voor kinderen, die werden ge
schreven door Hieronymus van Al
phen, in 1778 werden uitgegeven en
nadien door talrijke generaties kinde
ren werden gelezen. Zelfs de kinderen
van nu kennen de versjes van Van
Alphen nog en de Haagse uitgever
Boucher heeft ze zojuist weer in. de
oude uitgave herdrukt,
De kinderen in Van Alphens boekje
zijn stuk voor stuk voorbeelden die
even graag leren als spelen, want
,,mijn spelen is leren en mijn leren
is spelen" zegt zo'n wijsneus. Hij weet
ook al, dat ,,Die vermaak heeft in het
lezen, hoeft geen eenzaamheid te vre
zen, maar is altoos wel tevrêen."
In zoet rij"mende gedichtjes houdt
Van Alphen zijn lieve lezertjes van
1778 voor, hoe mooi het voor een kind
is ijverig te zijn, vader en moeder te
gehoorzamen, dankbaar te zijn „als
mijn kleine hond".
Velen van ons kennen waarschijnlijk
de beroemd geworden berijmde vertel
ling van Het gebroken glas:
Cornells had een glas gebroken
Voor aan de straat
Schoon hij de stukken had verstoken
Hij wist geen raad
Hij had een afschrik van te liegen
Wijl God het ziet:
En zou hij nu Mama bedriegen
Dat kon hij niet.
Hij bekent dan ook heel eerlijk:
'k Heb, zei hij, moeder lief, zo even
Weer kwaad gedaan
WIJ leven in de eeuw van de kinder
tekening. We hebben ons bevrijd van
het dode en dodende tekenonderwijs op
de scholen, nog lang niet voldoende wel
iswaar, omdat de vernieuwing slechts
langzaam doordringt. Maar de noodza
kelijkheid van het tekenen als een zich
spontaan uiten, waarbij de vrije crea
tiviteit voorop staat, is wel algemeen
aanvaard, ook al ontbreken de onder
wijzers soms nog de middelen en de
artisticiteit om tot verdere uitwerking
van het principe te komen.
Veel veranderd
Het kon niet anders of de nieuwe vi
sie op het tekenonderwijs, welke samen
ging met een ommekeer in de pedago
gische opvattingen, weerspiegelde zich
ook in de illustratie van het kinderboek.
Op enkele 'uitzonderingen na, zoals de
boekjes van Nelly Bodenheim en Rie
Cramer, werd er weinig zorg aan de
illustraties besteed. De een of andere,
meestal niet zo heel goede teke naar,
werd wel bereid gevonden tegen een
schandalig laag honorarium wat krab
bels bij de tekst te maken, waarin de
jonge lezers met veel moeite een schim
van de hoofdpersonen konden bespeu
ren. Ofwel men overdreef naar de an
dere kant en zette de kinderen comple
te schilderijen voor, die niets aan d«
fantasie overlieten.
Er is op dat gebied in de laatste tien
jaar heel wat veranderd. Er werd zorg
besteed aan de illustraties, die dikwijls
een belangrijk onderdeel van het boek
je werden. He', mooiste voorbeeld zijn
de Gouden Boekjes van de Bezige Bij
voor de heel jonge kinderen, boekjeu
zijn er de laatste jaren talrijke boeken
op de markt gekomen, die het peil van
de kinderliteratuur aanzienlijk hebben
verhoogd.
Een recent voorbeeld is Marco en de
haai van F. J. Tripp, een verhaal uit
Sicilië, dat naar het Duitse origineel bij
de Uitgeverij G. W. Breughel in Den
Haag verscheen. Niet alleen is het ver
haal buitengewoon boeiend, maar de te
keningen bezitten een geestige individu
aliteit.
Bij dezelfde uitgeverij kwam De va
kantie van Liesbet en de beren uit,
waarvan het illustratiemateriaal bestaat
uit heerlijke, verhalende foto's van pop
pen, waardoor ieder jong kind zijn pop
penwereld tot leven ziet komen. De fo
to's zijn van Dare Wright, Clare Len-
nart schreef de Nederlandse tekst.
De tekeningen, waarmee Jean Dulieu
de avonturen van Paulus de boskabou
ter illustreert, zijn kleine meesterwerk
jes van geestig inzicht, en zo zijr. er
talrijke andere boeken, waarvan de te
keningen een cadeau op zichzelf zijn.
Maar
Maar de laatste tijd breekt bet pron
kerige boek met schilderij-aehüge il
lustraties zich weer baan. Het negon
met Walt Disney-boeken over bekende
sprookjes, met veel goud en kleui ver
sierd. De Bezige Bij heeft zojuist Las
sie weet raad en Rin Tin Tin en de
verborgen schat laten verschijnen, voor
beelden van Amerikaanse wansmaak,
lelijk van kleur en telkens juist rer-
keerd van interpretatie in uitgewerkte
irkeningen, die geen centimeter ruim
te laten voor de fantasie van het kind.
A AN hedendaagse kin-
derboeken wordt
door uitgevers, druk
kers, tekenaars en schrij
vers alle mogelijke zorg
besteed. Wij moeten
echter niet denken, dat
dit in de vorige eeuw
niet het geval is geweest.
Hoe mooi kinderboe
ken vaak verzorgd wer
den is te zien in Bloem
pjes der Vreugd voor
de Lieve Jeugd, een ver
zameling van meer dan
200 van de „mooiste
vaersjes en de fraflijste
verhalen van vroeger
met ruim 400 konstige
afbeeldingen".
Deze bloempjes der
Vreugd zijn verzameld
door Leonard de Vries
en ter gelegenheid van
een vorige Kinderboe
kenweek uitgegeven door
De Bezige Bij te Amster
dam.
De verzamelaar heeft
een speurtocht onderno
men door bijna 200 jaar
kinderlectuur en daar
van een unieke verza
meling aangelegd in het
fraai uitgegeven boek,
dat niet alleen aan de
jeugd van onze tijd
maar ook (en misschien
nog wel veel meeraan
de ouders uren van ple
zier zal schenken.
Gravuren
Het boek bevat ruim
tweehonderd van de
mooiste verhalen en ge
dichten van de achttien
de en de negentiende
eeuw van schrijvers als
Hieronymv.s van Alphen.
Vrouwe Bilderd'jk, Jan
Piet er Heye, de blinde
dichteres Petronella
Moens en de dienst
maagd Francijne de Boer.
Men komt er Piet de
Smeerpoets in tegen,
Brave Hendrik en de
lieve Herman, die geen
vriendje meer wilde zijn
met de Willem die
vloekte.
Een ontelbaar aantal
afbeeldingen in zwart
wit en in de originele
kleuren laten zien, hoe
de boeken vroeger wer
den geïllustreerd met
tekeningen, houtsneden
en kopergravuren.
De hedendaagse lezer
komt uit de toelichtende
tekst van Leonard de
Vries te weten, dat er
ook op het gebied van
de kinderlectuur niets
nieuws onder de zon is.
Keuze
De uitgevers van
jeugdpockets kunnen de
voorbeelden van zulke
kleine boekjes al vinden
aan het begin van de
uorige eeutu. Ook strip
verhalen zijn niet nieuw.
Oude dichters schreven
hun rijmen onder of
naast plaatjes, waarin
de lessen in beeld wer
den gebracht.
En wie denken mocht
dat de ouders vroeger
geen grote keus hadden
als zij hun kroost een
boekje wilden cadeau ge
ven, wordt ook al uit
de droom geholpen. Leo
nard de Vries vond een
catalogus uit 1781 van
de uitgever Pieter Hay-
man. Die catalogus be
vat „meer dan honderd
onderscheydene Werk
jes voor kinderen, met
en zonder plaatjes."
Volgens Leonard de
Vries was er in het be
gin van de vorige eeuw
in Nederland al zo'n om
vangrijke produktie van
kinderboeken, dat deze
waarschijnlijk weinig
voor die van het ogen
blik onderdoet.
Handpersen
De meeste van die
boekjes werden met
grote toewijding ge
maakt. De beste kunste
naars voorzagen ze van
platen. De typografische
verzorging was uitste
kendMet de handper
sen van toef werden
vaak zulke mooie resul
taten verkregen, dat nog
menig hedendaagse
drukker er jaloers op
kan zijn.
De kinderboekenweek
1959 is ons een welkome
aanleiding nog eens de
aandacht te vestigen op
Bloempjes der Vreugd.
Wij weten zeker, dat oud
en jong er ook nu nog
heel veel plezier aan zal
beleven.
Hij krijgt natuurlijk geen straf. Maar
wel een zoen als begeleiding van de
zedeles:
Die altoos wil de waarheid spreken
Wordt wel beloond
Die leugens zoekt voor zijn gebreken
li ordt nooit verschoond
Dat Hieronymus van Alphen popu
lair was en dat ook lange tijd na zijn
dood is gebleven, blijkt wel uit de.
vele navolgers, die hij gehad heeft in
een J. J. A. Goeverneur (die vooral
bekend is geworden om zijn Prik-
kebeen. U weet wel: Lieve zuster Ur
sula, ik ga naar Amerika), in J. P.
Heye die behalve door de zedekundige
kindergedichten bekend werd door
zijn liederen als De Zilvervloot van
Piet Hein, De zeven kikkertjes en Zie
de maan schijnt door de bomen.
Het waren dus niet de schoolmees
ters, die de kinderlectuur verzorgden.
Van Alphen was advocaat, Goever
neur een Groningse theoloog en Jan
Pieter Heye had een drukke dokters
praktijk.
Bekende schrijfsters uit die dagen
waren Petronella Moens en Francijn-
tje de Boer, van wie de uitgever trots
op de titelpagina van haar boekje
vermeldt, dat zij dienstmaagd was in
Sneek.
Bij al die dichters ligt de opvoe
dende bedoeling wel duimendik op ie
dere versregel. Wat overigens de jeug
dige lezers helemaal niet gehinderd
schijnt te hebben. Die pedagogische
inslag, typerend voor de schrijvers uit
de zeventiende en de achttiende eeuw,
vinden wij niet terug in de verhalen
EEN STRIPVERHAAL UIT DE VORIGE EEUW. Omdat boeken voor
veel mensen in de vorige eeuw te duur waren, verkochten straatventers
de zogenaamde kinderprenten, sanctjes of volksprenten. Jaarlijks wer
den er miljoenen van die prenten voor een cent of een oortje verkocht.
Deze voorlopers van de stripverhalen waren toen de jeugd- en volks
lectuur bij uitnemendheid.
Piet de Smeerpoets
en gedichten van de hedendaagse
schrijvers. Tenminste dat vond bij
voorbeeld de jury, die enkele jaren ge
leden een der boeken van Annie M.
G. Schmidt uitriep tot het beste kin
derboek van het jaar.
Maar eigenlijk geloven wij, dat het
stoute jongetje van haar op de lezer
tjes van nu dezelfde indruk moet ma
ken als op de lieve Kornelis van Van
Alphen. Anderhalve eeuw geleden werd
de moraal gegeven door de les er zo
dik mogelijk op te leggen en nu komt
die zelfde moraal om de hoek kijken
in de stoute beweringen van de deug
niet, die ieder lief lezertje van thans
ook onmiddellijk als zodanig herkent.
Tussen 1778 en 1959 dus tussen Van
Alphen en Annie M. G. Schmidt
gaapt anderhalve eeuw, waarin duizen
den andere kinderboeken zijn versche
nen. En de helden daarvan zijn er al
lemaal op uit hun leeftijdgenoten ken
nis en deugd bij te brengen. Het is
onmogelijk de hele galerij van Hen
drikken, Frederika's en andere kinder
boekenfiguren hier op te roepen.
Slechts enkele daarvan, die velen van
ons in de eigen jeugd ongetwijfeld nog
wel hebben gekend en waarvan er
twee zelfs nu nog altijd tijdens de
leesuurtjes op de scholen rondwande
len. (Ot en Sien)
De eerste is Piet de Smeerpoets uit
het Duits van de arts Heinrich Hoff
mann ook in Nederland hekend ge
worden en tot in de eerste helft van
onze eeuw vele malen herdrukt. Lijkt
die Piet de Smeerpoets niet een beetje
op het stoute jongetje, dat ook niets
doet en niets wil? Nee, er is eigen
lijk niet veel veranderd. Alleen is de
zedekundige pil in een wat moderner
verguldsel gestoken.
Advertentie
Uw verkoudheid van neus.
keel of borst weg met