H Het beklemmende relaas van een testpiloot In bange, traag voortkruipende uren vocht John Squier voor zijn leven aar°tertmaker% Uitgestorven Schok Waanzinnig Hard als steen Als tegen een muur Branding Radar Kieviten sterven langs de grote wegen 'Zelf aan de slag Zaterdag 10 oktober 1959 ZEEUWSCH DAtrBLAu Pag. IK VIEL VAN 13.000 METER HOOGTE TOHN Squier, 39 jaar, ervaren testpiloot van de „English Electric Aircraft Works", ver trok met een „Lightning P 1" voor een test vlucht op donderdag 34 september jl. en werd een uur later ais vermist opgegeven. De Light ning, goed voor 2100 km per uur, is geheim, topgeheim en weldra was de jacht op piloot en vliegtuig, die naar men vermoedde in de Ierse zee waren neergestort, geopend. In dit artikel vertelt Squier wat er met hem en de Lightning P 1 gebeurde. Alles heeft hij niet mogen onthullen. De geheimhouding rond het nieuwe vlieg tuig blijft ook nu nog angstvallig bewaard. De gebeurtenissen echter, die elkaar in razend tempo bijna achterhaalden, toen de Lightning P 1 in een onbestuurbare demoon veranderde, vindt u hier beschreven, zonder opsmuk, ver teld door de man die de val van 13.000 meter overleefde. de lucht in werd geslingerd en dat is tevens de tijd, die men na bericht van vermissing gebruikt voor opsporing van een testpiloot. Daarna wordt hij opgegeven. Ik dacht aan mijn vrouw en mijn kinderen, die in ondragelijke spanning moesten verkeren. Toen het vloed werd, maakte ik de boot los en roeide voorzichtig ma noeuvrerend tussen de golven naar de rotsen. Het kleine bootje helde soms ver vaarlijk, maar deze keer lukte het. De kust was nu bijna tastbaar en toen in eens was alles voorbij. Voelde ik weer grond onder mijn voeten en waadde ik door het water naar de rotsachtige kust. die weinig uitnodigend voor mij lag. Het water spatte in mijn rug en ik moest mij schrap zetten, om niet voor over op de scherpe stenen te vallen. De Lightning P.l, een gevechtsvliegtuig, waarmee ik voor een proefvlucht was op gestegen van het Warton vliegveld, zoemde tevreden, terwijl het steeds hoger boven de Ierse zee klom. Het was donderdag 24 september, een hete schroeiende dag. Ik vloog bijna op top snelheid en was benieuwd of we de 2100 km. per uur zouden halen ET LEEK er wel op en dat gaf mij een gevoel van ontzag en tevredenheid. Alles liep volgens plan, alles, totdat ineens het beeld ra dicaal veranderde, totdat de Lightning 1, gewillig instrument, plotseling een gejaagd hortend wezen werd, waarover ik elke controle verloor. Met angstaanjagende snelheid ver volgde het een koers, die ik met alle macht trachtte te wijzigen. Tevergeefs. De stijgende vlucht ging over in een horizontale en toen merkte ik hoe het vliegtuig verder van richting veran derde, om daarna razendsnel bijna lood recht naar beneden te duiken. Wat er verkeerd is gegaan, mag ik nog niet onthullen, maar u zult begrij pen dat, toen de duik naar beneden begon, er voor mij slechts één keus was: Er uit, zo snel mogelijk. Elke minuut, die ik daarmee wachtte, kon immers de laatste zijn. IK HAALDE de handel van de schiet stoel over. Boven mij ging het ■sehuifdak open. Een schok volgde. Ik werd opgeheven en weggeslingerd uit het-vliegtuig, dat met een snelheid van zeker 1500 km per uur nu bijna kaars recht naar beneden jachtte. De snelheid had me niet verontrust, Dat kende ik. Nieuw was echter de sprong naar beneden, de wetenschap, te zijn overge leverd. aan de beschermende constructie van staal en rubber, van schietstoel, parachute en opgevouwen reddingboot. De parachute zou, dat wist ik, na een zekere spanne tijds automatisch open gaan, wanneer de piioot het bewustzijn had verloren. Maar ik was niet bewus teloos, integendeel. Na het moment, dat ik naar buiten werd geslingerd, 13 km boven de aarde, heb ik nauwkeurig hetgeen daarop volgde kunnen registreren. Ik wilde dat dan ook en besloot om, zo lang als mogelijk was, te wachten met het openen van de parachute, ten einde beter de vlucht van het onbe mande vliegtuig te kunnen volgen en dat later te rapporteren. HET WAS een waanzinnig idee. mis schien, maar dat heb ik me pas later gerealiseerd. Nu had ik wél haast om naar beneden te komen en ik schatte, dat ik zeker met een snelheid van 190 km per uur de aarde naderde. Het zuurstofapparaat bewees nu zijn onschatbare waarde. Ik schoot, langzaam om mijn as draai end, naar beneden en zag weldra alleen een witte zee van wolken, ver beneden mij. De Lightning 1 was reeds lang ui' mijn gezichtsveld verdwenen. Het moet op dat moment, zeker twee keer snel ler dan het geluid, zijn weg naar bene den hebben voortgezet. Over enkele seconden zou het toestel uiteenspatten op het wateroppervlak. En toch was alles, tot aan deze dag, zo goed gegaan. De Lightning 1 had zich op de andere proefvluchten als een engel gedragen en als dit vandaag niet was gebeurd, zou men het vliegtuig morgen hebben over gedragen aan de R.A.F. Ik wist, dat ik op het radarscherm werd gevolgd. Beneden mij hingen de wélken en wat daaronder was, wist ik niet. Waarschijnlijk zee, water. Mijn lichaam deed overal pijn. De wolken naderden snel. De wolken waren onder mij. Ik zag de zee ver beneden, 3 km nog, schatte ik. Ik trok de parachute open. Mijn vaart werd met een schok afge remd, maar niet genoeg! Ik ging te hard, nog steeds veel te hard! Ik keek naar boven en zag hoe de parachute open en dicht ging, als een blaasbalg. Er was wéér iets mis gegaan. Met een snelheid van bijna 100 km per uur suisde ik verder riC begon te zweten van angst in de koude snijdende lucht. Ik besefte wat zou gebeuren De mensen denken aan water, als aan een zachte meegaande vloeistof. Ik weet, dat het anders is: „Water is zo hard als steen, wanneer je het in razende snelheid neerko mend op je weg ontmoet. „Duik eens van een springplank en kom dan terecht op je buik of je rug!" Het is voldoende om je leven lang in valide te zijn. Ik weet alles v>an dat milde zachte, o nee, keiharde water. Ik probeerde de parachute- weer in orde te krijgen, trok aan de koorden, maar tevergeefs. Onder mij re.es de zee en steeds sneller viel ik' erheen. Waar ik precies was. wiet iik niet, maar ik schatte, in het uiterste noorden», va.n de Ierse zee. Op dat moment kwam de angst over me, en greep- de wind- de parachute, zwiepte mij landwaarts. Ik smakte naar beneden met een snelheid van ongeveer 90 km per uur en ik wist, als ik niet in zee, maar op de aarde terecht kom, dan is alles voorby. De kans om dat te overleven was uit gesloten. Ik rukte aan de koorden van de pa rachute en slaagde erin de koers in de richting van de zee te wijzigen. En toen ineens was het zover. Mijn voeten raakten het water <met dezelfde kracht als wanneer een wagen met een smelheid van 90 km per uur tegen een muur klapt. Ik merkte, - hoe ik naar beneden schoot in het ijskoude water en had nog de tegenwoordigheid van geest, om tijdig mijn parachute af te gespen. Ik moet op z(j.n minst tien meter aiaar beneden zijn geschoten, voordat ik met trapbewegingen de vaart kon afrem men. Mijn longen schenen te barsten. Ik moest snel naar boven, snel naar boven of verdrinken. Maar het ging niet smel genoeg. Plots herinnerde ik mij het zwem vest, dat imd'ertijd speciaal voor deze tochten was geconstrueerd. Ik draaide aan een knop en merkte hoe de samen geperste lucht naar binnen floot. Dat was mijn redding. Bijna met een ruk schoot ik als een kurk naar de oppervlakte. Ik ontgespte de opgevouwen rubber boot en draaide aan een schroef, waar door zij automatisch werd opgeblazen. De zee was rumoerig en in de boot klimmen was bijna onmogelijk. Na een hard gevecht van 20 minuten was ik over de rand geklommen en pas toen kon ik me met een dekzeiltje zo goed en kwaa<f als het ging tegen de binnen- spattende golven beschermen. Ik was ijskoud, maar m'n angst was verdwenen. In het bootje waren rantsoenen voor twee dagen opgeborgen. Ver voor mij zag ik land schemeren. Een situatie als deze had ik reeds eerder moeten beoefenen en iik wist, wat wel ?n wat niet te doen. dat mijn vliegtuig tijdens de val van het scherm was verdwenen en dat nie mand mij nog in leven dacht. Ook wist ik niet, dat om half twaalf deze morgen, toen ik naar buiten werd geslingerd, een dokter op het eiland Wight mijn vliegtuig in zee had zien storten. Hij had onmiddellijk alarm geslagen, maar tot nu toe had men geen spoor van het verongelukte toestel kunnen vinden. Niemand had echter gezien hoe ik, hoog boven hen, uit de Lightning 1 was geschoten en vliegtuigen en sche pen, die in de omgeving van de plaats waar het toestel was neergestort zoch ten, vonden niets. Natuurlijk niet, omdat ik veel ver der noordwaarts in zee was neerge stort. Toen de nacht viel, zette de wind op spoelden de golven over het dekzeil en in de boot. Ik moest onafgebroken hozen om niet te zinken, waarheen ik dreef, wist ik al lang niet meer. Ik deed alles om niet in slaap te vallen. Ik dacht aan mijn vrouw. Mar garet aan onze dochters, aan wat er zou gebeuren als ik dit alles niet zou overleven. De ochtend leek nooit te komen. En toen hij kwam, was ik uit geput van het voortdurend waterschep pen, van het gebrek aan slaap, van de kou. van mijn natte kleren. Mijn li chaam deed pijn, m'n oren staken. Ik wist niet dat mijlen verder, tal loze vliegtuigen naar mij zochten en zag alleen maar hoe ik verder dreef, zonder in staat te zijn de rotsachtige kust, die zich dicht voor mij aftekende, te bereiken. MOEIZAAM klom ik omhoog naar een punt, vanwaar ik het land kon overzien. Het leek uitgestorven. Ik voelde me gebroken maar dank baar in het besef dat het ergste nu voorbij moest zijn. De avond begon te vallen. Langzaam liep ik het grijze vlakke land in. Een huis doemde op. Iemand kwam naar buiten en snelde naar mij toe. Zachte handen hielpen mij naar binnen. Ik was in het huis van miss Jocelyn Donaldson, onderwij zeres van een kleine school, die eten voor mij maakte, zodat ik weer wat „bij" kwam. Zij was de eerste die ik mijn verhaal kon vertellen. „Ik heb een ongeluk gehad", zei ik haar. „Ik ben testpiloot". „Wilt u de politie en een dokter bellen?" Zij vroeg niets, maar deed dadelijk wat ik haar had gevraagd. De bange uren van verschrikking waren voorbij. Weldra, zo vertelde de dokter die spoedig kwam, zou ik mijn werk kunnen hervatten, zou ik met een nieuwe Lightning, de proefvluchten mogen voortzetten. Weldra zou ik mijn vrouw en kinde ren, niet in verkrampte gedachten, maar in werkelijkheid, weerzien. De val van 13.000 meter, de tocht door het onbekende, was geëindigd. 67 Hij kwam naderbij en sloeg An drea met de handschoen in het ge zicht. Zelfs de negers werden stil, als of ze dit nieuwe drama aanvoel den, ofschoon ze de woorden niet konden verstaan. Andrea's eerste opwelling was Gil Vicente in zijn blote handen te grijpen en hem in tweeën te breken alsof hij een stuk hout ware, maar hij begreep dat zo iets hier niet op zijn plaats zou zijn. Met de formele uitdaging had de hidalgo de erecode eevolgd en hoewel Andrea geen ridder was en ook n-iet de minste aandrang voel de er ooit een te worden, moest hij zich aan de regels houden, anders zou hij zich een lafaard tonen en door de anderen worden gemeden. „Ik ben niet bang, senhor," zei hij rustig. Hij keek even om zich heen naar al die ernstige gezich ten die hem aanstaarden. „Gij zijt allen getuigen dat ik ben uitge daagd." Dom Allonso verbrak de ge spannen stilte, die deze onver-, wachte gang van zaken had te weeggebracht. „Wat heeft dit te betekenen, senhors?" vroeg hij. „Senhor Bianco heeft me van morgen tijdens de aanval op het dorp beledigd," zei Gil Vicente snel, voordat Andrea de mond kon openen. „Ik kon hem niet eerder uitdagen, maar nu de strijd voor- bij is eis ik voldoening van mijn eer!" Lancarote wendde zich tot An drea. „Wat hebt gij te zeggen, sen hor Bianco?" Andrea haalde de schouders op. „Indien senhor Vicente aan alles wat ik doe aanstoot verkiest te ne men, dan is dat zijn voorrecht." Dom Alfonso schudde langzaam het hoofd. „Op zulk een ogenblik moeten we tegen de vijand strij den en niet tegen elkaar. Ik moet u beiden verzoeken dit geschil op een andere manier bij te leggen." „Ik eis alleen een gevecht op leven en dood", zei Gil Vicente. Hij was er kennelijk van over tuigd dat hij als aanstaand ridder, bedreven in de wapenhandel, de overwinning zou behalen. „Het zal mij een voorrecht zijn Senhor Vicente voldoening te ge ven indien hij dat wenst," zei An drea rustig. x:: fRANKG-. 5ZAU6HT& lltfl»;. „Dan blijft mij geen andere keus over," zei Dom Alfonso wei felend. „De zaak zal deze middag hier aan het strand worden uitge maakt, met zwaard en „Uno momento, senhor". Verwonderd keek Dom Alfonso Andrea aan, want zijn stem klonk luid en waarschuwend. „Ja, senhor Bianco?" „Senhor Vicente heeft me uit gedaagd zoals ge allen hebt ge. hoord. Ik ben geen ridder noch een soldaat, en ik verlang ei niet naar een van beiden te zijn. Hij weet dit en hoopt me te verwik kelen in een,, gèvecht op die wa pens, die hij behendig weet te ge bruiken." Hij glimlachte wrang. „Ik zal u eerlijk zeggen dat ik niet het minste verlangen koester hier op de kust van Afrika zelf moord te plegen". Een minachtende trek verspreid de zich over Dom Alfonso's gezicht. „Dus ge wenst, uw verontschuldi- gen' aan te bieden en u op die manier aan een gevecht te ont trekken." „Ik onttrek me nergens aan", zei Andrea en zijn stem klonk scherp als een zweepslag. „Daar Senhor Vicente mij heeft uitge daagd sta ik erop de wapens te kiezen." „Volgens de wetten der ridder lijkheid is dat uw goed recht," gaf Dom Alfonso toe. „Dan wens ik te vechten met dolken, terwijl we beiden het bo venlichaam ontbloten." „Geen ridder vecht op die ma nier," beet Gil Vicente. „Trekt ge dus uw uitdaging in?" Langzaam week de kleur uit Gil Vicente's gezicht. Het gebruik van dolken trok hem niet bijster aan. Trok hij nu echter zijn uitda ging in of weigerde hij te vech ten, dan werden de rollen omge keerd en zou men hem een laf aard kunnen noemen. „Ik ben bereid met Senhor Bian co te strijden op de manier die hij verkiest", zei hij toonloos. „Gun mij echter wat tijd om.uit te rusten en mezelf te verfrissen". „Daarvoor kunt ge een uur ne men," stemde Dom Alfonso toe. „Het gevecht zal hier op het strand plaatsvinden." Martin Vasques bood zich aan als Andrea's secondant en deze nam het aanbod van de grijze strijder gaarne aan. Ze gingen wat terzijde zitten maar toen Martin hem een beker wijn bracht wei gerde Andrea die. „Wijn heeft nog nooit iemand dapper gemaakt, mijn vriend," zei hij. „Mijn hand moet vast zijn." „Ge hebt geen vaste hand nodig om die windbuil de strot af te snijden." „Ik ben niet van plan hem te doden." „Waarom niet? Hij vraagt er toch om? En geloof mij, hij zou u met genoegen aan zijn lans heb ben geregen." „Och, hij is nog jong. Ik zal hem laten zien wie er de baas is, en hem dan het leven schenken. Misschien wordt hij dan een man." Martin Vasques schudde het hoofd. „Gij zijt een merkwaardig man, senhor Bianco. Waarom hebt ge vanmorgen niet deelgenomen aan de overval?" „Er is iets in mij wat zich ver zet tegen het vermoorden van hul- rJoze mensen. Ook al zijn het heidenen." Wordt vervolgd. Pi wist ooik, dat men naar mij zocht en dat radar daarbij een grote rol speelde. Maar wat ik niet wist, was, Ik worstelde tegen de branding en tegen het onpasselijke gevoel, dat over me kwam en dat wel zeeziekte moet zijn geweest. Ik wist nog steeds niet, waar ik was. Het zou misschien de kust van Wig townshire kunnen zijn, een streek die mij totaal onbekend was. De rest van de dag had ik de stroom tegen en pas laat in de middag lukte het mij na uren van peddelen, vain water hozen, van moedeloos vechten tegen de branding, een punt te vinden, waar ik even kon rusten. Aan een paar palen, overgebleven van een noodhaven uit de oorlog, bond ik de boot vast. Het was nu 30 uren geleden, dat ik AMSTERDAM De Nederlandse vereniging tot bescherming van vo gels zal een onderzoek instellen naar de sterfte onder de kieviten. Uit vrijwel alle delen van het land komen berichten, dat grote aantallen van deze vogels verongelukken langs de wegen. Nu zij op de droge weiden niet voldoende voedsel kunnen vin den, strijken zij vaak neer op de ber men langs de wegen om te proberen, daar nog iets eetbaars op te pikken. De vereniging vraagt gegevens over het verongelukken. Voorts verzoekt zij even tueel nog gave kieviten, die zijn veron gelukt, naar baar op te sturen. Het adre$ is Reguliersgracht 9 te Amsterdam. Vooi; het versturen van de vogels is een vo gelvergunning c 2 nodig, die kan worden afgegeven door de politie. Als kieviten zioh op de gazons van tui nen vertonen wat nu herhaaldelijk ge beurt kan men proberen hen te voe ren met meelwormen, die in de aqua- riumhandel te koop zijn. DE NATUUR IN EN OM UW HUIS Het is nu de goede tijd uw krokussen voor tuinbeplanting te bestellen en doe het zo veel mogelijk bij een solide fir ma. Er zijn allerlei soorten krokussen: niet alleen de zogenaamde species die heel vroeg in het voorjaar bloeien, doch ook de grootbloemige tuinsoorten. Witte, gele en blauwe kleuren en alle mogelijke tussentinten. Zitten er veel mussen rond- ,om het huis dan kan men echter beter geen gele of oranjekleurige krokussen poten; zij staan op voet van oorlog met die krokussen en zullen niet rusten voor dat ze de gele bloemen geheel uit elkaar getrokken hebben; de blauwe en witte laten ze echter wel met rust. Krokussen voldoen uitstekend indien ze in het gazon gepoot worden en voor al indien men alle mogelijke kleuren door elkaar heen poot. Met een puntig stokje kan men een zeven centimeter diep gaatje in de grond prikken en daar laat men het bolletje in zakken. Doe er nog een beetje grond overheen en trap het daarna even vast: er is dan niets aan het gras te zien. Vroeg in de lente kunnen ze dan blogien; het is van be lang hen na de bloei rustig af te laten sterven; als het groene loof wordt af gemaaid of afgeknipt behoeft men een volgend jaar geen bloemen meer te ver- wrehten. Krokussen kunnen ook op de voor grond in de border gepoot worden of in een rotstuintje voldoen ze ook uitste kend. Ze verlangen wel een voedzame grondsoort en het is wel nuttig wat oude mest onder te spitten, doch verse mest kunnen ze beslist niet verdragen. Indien de grond echter voldoende humus bevat kan men ook heel goede resulta ten bereiken met de bekende roze tuin en gazonkorrelmest. Krokussen zijn vol komen winterhard, zeker als ze vroeg gepoot worden en het is dus niet nodig hen extra af te dekken. 71. Voor de tewaterlating van het jacht had men op de werf van de N.NV. Gebrs. Wasserlief een kleine feestelijk heid georganiseerd. Mevrouw Wasserlief had zich beeldschoon uitgedost, omdat zij de doop moest verrichten en nadat zij kordaat op het plankier was gestapt, sloeg zij de champagnefles met een fer me zwaai tegen de boeg aan scherven Statig gleed het schip de helling af. „Dit is ja het zevende schone schip, dat mijn man heeft gemaakt," riep zij vol trots tot de aanwezigen, „en alle ze ven heb ik tewater gelaten!" Op dat ogenblik echter stoof er in ra zende vaart een walvis met draaiende staart over de rivier. Dit afschrikwek kende monster was wel meteen weer uit het gezicht verdwenen, maar geheel zonder gevolgen bleef zijn verschijning toch niet, want de huizenhoge boeggolf, die door zijn snelheid werd teweeg ge bracht, nam het pas te water gelaten jacht speels op zijn rug en plaatste het weer keurig op de helling, vlak voor me vrouw Wasserlief. „Wat is dat voor dols?" riep zij ver bolgen. „Zulke monsters moesten toch van rijkswege worden uitgeroeid?" Er restte haar echter niets anders, dan de ceremonie opnieuw te verrichten, voor de achtste maal. Dikke Mobie maakte intussen goede vorderingen, zulke goede zelfs, dat de zware stuwdam niet ver meer was GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Klundert-Zevenbergen: C. M. v. d. Loo te Dordrecht. Geslaagd voor het doctoraalexamen theologie aan de v.u.: de heer S. Kis tenmaker te Hamilton, Ontaril (Cana da) en ds. A. H. Schippers, chr. geref. pred. te Hillegom. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Beroepen te Dordrecht: K. de Gier te s-Gravenhage. TERNEUZEN. Op het bureau van poli tie zijn inlichtingen te verkrijgen over de volgende gevonden voorwerpen: kinder- schopje met lange steel; bruine portemon nee met inhoud; rode kinderstep; blauw kinderportemonneetje met inhoud; oorbel; leesbril met lederen étui; ballpointpen en potlood: blauwe jas met wol gevoerd; zilv. rozenkrans; muntbiljet; kindervest m. witte strepen; kinderportemonnee met inhoud; zwarte damesportemonnee, driehoek; blauw grijze autoped: koperen gewicht van 100 gr.; rood grijze step met vlaggetje; rood plastic kinderportemonneetje: sierring van pers.- auto: bruine kinderschoen; pakje ondergoed en zakdoek; bruine herenportemonhee; gymschoen maat 39: groen petje van 'pad vinder: witte meisjesmantel; lichtblauw jongensjasje: bruin jongensjasje; pakje hlf. zware shag kinderwagen: kentekenplaat PK 02-63; moker en kinderpop: beklede dames ceintuur: herenpolshorloge; twee dames polshorloges; diverse soorten portemonnees; meisjesvesten; jongensjasjes; fletssleutels.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 2