SCHATKIST
MEER
HUIZEN
MET
PREMIE
OFFERT VOOR Bir tachtig
DE VRIJGEZELLEN
Nw.-Guinea
NOORDEN NOG
ZORGENKIND
V?
Telefonie verdient
handenvol geld
Loon- en inkomstenbelasting vooral voor
lage inkomens (van ongehuwden) omlaag
100 mil joen minder voor
sociale voorzieningen
31 miljoen voor wegen
ALLEEN BIJ O., K. EN W.
MEER AMBTENAREN
wÊ
Meer geld voor
BETERE WEGEN
TELLEN VOOR
EEN GULDEN
GEEN GELD
VOOR DE
LAUWERSZEE
Pag. 7
Arbeiderswoningen met
particulier geld
Nog steeds schulden
van Indonesië
GEEN VERLAGING VAN TARIEVEN
WEGEN
HUIZEN
IT
Is
voor provincie
en gemeente
NOG 20 MILJOEN
VOORZOUTSCHADE
TELEVISIE KRIJGT
EEN BEETJE
A
Woensdag 16 september 1959
"EVENALS vorig jaar omvat het
-L* woningbouwprogramma tach
tigduizend woningen. Het is echter
anders samengesteld ten gunste
van de particuliere bouw. Het aan
tal woningwetwoningen wordt ver
laagd van veertigduizend tot 37.500.
Er blijft, daardoor meer ruimte
over voor de bouw van premie-
woningen (dit jaar waren het er
veertigduizend)Daarmee wordt
tegemoetgekomen aan de sterk
toegenomen belangstelling voor
deze soort bouw.
De kosten voor de premierege
ling woningbouw zyn in overeen
stemming met dat gewijzigde be
leid 25,5 miljoen gulden hoger ge
raamd dan in de begroting voor
1959 en 13,5 miljoen hoger dan de
vermoedelijke uitkomsten voor
1959. De vraag is evenwel of de
achterstand in de behandeling van
het aantal aanvragen die dit jaar
is ontstaan doordat de premiepot
van minister Van Aartsen was uit
geput, geheel zal kunnen worden
ingelopen.
De voorgenomen huurverhoging
van twintig procent, ingaande 1
april 1960, maakt het mogelijk de
huursubsidies te verlagen. De ver
laging betreft in de eerste plaats
de subsidies, die al in het verle
den zijn toegekend en waarop ook
nu nog betaling moet gebeuren.
Daarmee zal 44 miljoen gulden
kunnen worden bespaard.
Voor de nog te bouwen woning
wetwoningen zal de jaarlijkse bij
drage van gemiddeld 350 gulden
worden verlaagd tot 250 gulden
per woning. Doordat de bijdrage
voor de woningwetwoningen pas
een jaar na het gereedkomen
wordt uitbetaald, zal de invloed op
de begroting voor 1960 nog nihil
zijn.
TTEN AANZIEN van de premïe-
1 bouw had de minister al «er-
der besloten de premie voor de na
16 april 1959 ingediende aanvragen
te verlagen van gemiddeld vijf
duizend gulden tot gemiddeld 3500
gulden. Per jaar betekent dat een
besparing van vijftig miljoen. Voor
1960 zal dat evenwel maar 6,5 mil
joen zijn doordat dan nog in vorige
jarei^ toegekende premies van de
oude' hoogte moeten \ybrden uiU-
betaald.-
NIET ill de Miljoenennota doch in
de Troonrede wordt opgemerkt
dat de regering overweegt maat
regelen te nemen ter ondersteuning
van het streven om de particu
liere woningbouw meer dan tot
dusverre op de bouw van arbeiders
woningen en goedkope midden-
standswoningen te richten.
Gedacht wordt daarbij aan
woningen met een huurprijs van
15 tot 18 gulden per week. Er zou
dus een gewijzigde premieregeling
moeten komen met primair finan
ciële faciliteiten voor de bouw van
dergelijke huurwoningen. Een
regeling dienaangaande is nu in
voorbereiding.
De middelen vd, begroting bedrogen co.Srrotjord
DIT IS 8MILJARDGULDEN...
Menzouca.253jaar
elke seconde ééngul-
uit kunnen geven
Men zou 75"BOjaar-
nodig hebben omrol
8mi[jard Ie tellen
Het duur 1220.000,
eeuwen eer er 8 mil
jard dagen zijn Yerloper
Men kan er ieder
mens op de aarde ca.
3gulden van geven
O ALS aangekondigd in
de regeringsnota inza
ke het sociaal-economi
sche beleid worden de
inkomstenbelasting en loonbe
lasting voor ongehuwden met in
gang van 1960 verlaagd. Voor
deze herziening van het belas
tingtarief zal de schatkist een
offer van ruim 85 miljoen gul
den per jaar moeten brengen.
Daarmee wordt, aldus de toelich
ting bij het desbetreffende wets
ontwerp, de .belastingdruk op
het inkomen van ongehuwden
zodanig veminderd dat hij in
een meer aanvaardbare verhou
ding tot die voor de gehuwden
komt te staan. De regering heeft
bij haar beslissing mede overwo
gen dat meer dan eens, met na
me voor de premieheffing van
volksverzekeringen, een beroep
op de solidariteit van ongehuw
den en gehuwden is gedaan.
Voor een aantal inkomens geeft het
hierna opgenomen overzicht de bijbe
horende belastingbedragen, mede uit
gedrukt in percentages van het in
komen, volgens het thans geldende en
volgens het voorgestelde ongehuwden-
tarief, plus de in het laatstbedoèlde
tarief vervatte belastingvermindering.
Vooral voor de lagere en middelbare
mkomens is ze belangrijk. Bij een in
komen van ƒ3.000.— bedraagt het per
centage 17%, bij een inkomen van
4.500,— bijna 18, bij een inkomen
van ƒ9.000,— ruim 14, bij een inko
men van 18.000,nog ruim 13.
OI\JUISTE VISIE
Het huidige tarief van de inkomsten
belasting legt, aldus de toelichting,
voor een ongehuwde een heffingsper-
centage aan dat de gehuwde zonder
kinderen eerst bij een ongeveer dub
bel inkomen bereikt. Men ging er
daarbij vanuit dat een vrijgezel met
bijv. 5000 inkomen eenzelfde behoef-
tenbevrediging bereikt als de echtge
noten ieder afzonderliik bij een gezins
inkomen van 10.000. Deze visie is
echter niet juist. Zo geeft het geza
menlijk voeren van een huishouding
besparing op verschillende uitgaven,
bijv., voor huisvesting. Ook voor im
materiële behoeften doet de onge
huwde hogere uitgaven.
Weliswaar bestaan ook binnen de
groep ongehuwden belangrijke ver
schillen in leefwijze, maar van dif
ferentiatie heeft de regering bewust
afgezien. Daarmee zou wel een schijn
van exactheid worden opgeroepen.,
maar nieuwe onbillijkheden zouden
ontstaan en de toepassing van het
nieuwe tarief zou aanzienlijk ingewik
kelder worden.
GESPREID
Bij de constructie van het nieuwe
tarief heeft de regering een benade
ringswijze toegepast, die begint met
en vergelijking tussen gelijke inko
mens van gehuwden en ongehuwden.
Daarbij moet rekening worden gehou
den enerzijds met het feit dat bij ge
lijk inkomen de draagkracht van de
ongehuwde in het algemeen groter is
dan die van gehuwden zonder kinde
ren, anderzijds met de kostenbesparen
de invloed van het gehuwd zijn. Dat
heeft de regering er toe gebracht als
stelregel een gegeven inkomen van ge
huwden te verminderen met een be
paald variabel inkomensbedrag om te
komen tot het inkomen van een on
gehuwde, waarbij eenzelfde belasting
bedrag moet worden betaald.
Daarbij is gestreefd naaf een ver
kleining van de inkomensaftrekken die
Gehuwd zonder kinderen
(ongewijzigd)
3
N
w
SxJ
45.5
af;
P
.5 c g
g u
/O i)
1.500
3.000
4.500
6.000
7.200
9.000
12.000
15.000
18.000
21.000
24.000
27.000
30.000
45.000
60.000
90.000
120.500
142
380
660
914
1.347
2.215
3.280
4.518
5.877
7.329
8.855
10.434
18.983
28.228
48.041
69.206
-M
4,7
8,4
11,-
12.7
15,-
18,5
21,9
25.1
28,-
30,5
32.8
34,8
42.2
47,-
53,4
57,4
Tarief 1956
Ongehuwden
Ontwerp-tarief
w 5»
r2
aE-
ja .5
t 24;
321
717
1.165
1.561
2.219
3.493
4.980
6.638
8.411
10.254
12.143
14.091
24.338
35.086
56.836
78.935
S.v e
2
5
.5 e
ftfl -S
C
3 a ■-
r v
5 v a
45 O N
1,6
10,7
15,9
19.4
21,7
24.6
29.1
33.2
36,9
40.-
42.7
45,-
47,-
54,1
58.5
63.1
65,5
e.-e
aS
22
265
589
976
1.322
1.900
3.007
4.302
5.755
7.333
9.002
10.738
12.531
22.059
32.176
53.043
74.500
.a a
afl .S
H V
4 u N
1,5
8,8
13,1
16.3
18.4
21,1
25,1
28.7
32,0
34,9
37.5
39.8
41.8
49,0
53.6
58.9
61,8
S, OJ
a
Ttv
a-g
>.S
2
56
128
189
239
319
486
678
883
1.078
1.252
1.405
1.560
2.279
2.910
3.793
4.435
de huidige tariefsverhouding tussen
gehuwden en ongehuwden laat zien:
de aftrekken in de opeenvolgende in-
komensregionen zijn op zodanig klei
nere bedragen gewaardeerd, dat het
bedrag van ruim 85 miljoen op har
monische wijze over de gehele groep
van ongehuwde belastingplichtigen is
gespreid.
Aan de voet van het huidige tarief
is het verschil tussen het inkomen van
de gehuwde en van de ongehuwde
waarbij hetzelfde belastingbedrag is
verschuldigd, redelijk te noemen, al
dus de minister en de staatssecretaris
van financiën. Dit verschil komt ten
naaste bij overeen met dat bij de uit
keringen A.O.W. Maar zij menen dat
in de opvolgende inkomensregionen,
vooral in de middelbare inkomensgroe
pen, de inkomensaftrek ten ongunste
van de ongehuwden overtrokken is en
dat dan ook langs die lijn het onge-
huwdentarief verlaging -behoeft.
De toebuiging van de curve van het
ongehuwdentarief naar die van het ge
huwdentarief is in het wetsvoorstel ver
kregen door een geleidelijker stijging
van de inkomens-aftrek en een verlaging
van de maximale grootte daarvan, en
wel zodanig dat de aftrek regelmatig
oploopt van 600 bij een gehuwdenin
komen van 2100 tot een vast bedrag
van 7500 bij inkomens van 128.000
en hoger.
LAGE INKOMENS
Het geldende ongehuwdentarief eist
van de vrijgezel maximaal rond 12%
procent van het inkomen meer op
dan van de gehiiwde belastingplich
tige; dit maximum wordt bereikt bij
een inkomen van ruim 26.000. In het
nieuwe tarief bedraagt dit maximum,
liggende bij inkomens tussen de
ƒ24.000 en ƒ30.000, rond 7 procent.
De belastingverlaging loopt dus op
tot 5% procent van het inkomen.
De belastingvermindering, uitgedrukt
in een percentage van het geldende ta
rief, is in het bijzonder voor de lagere
inkomens belangrijk. Bij een inkomen
van 3000 bedraagt zij al bijna 17%
procent, bij een van 4500 bijna 18 pro
cent en bij een van J 9000 nog ruim 14
procent.
.5
a
a Cf
XJ 5 OS
a-K~
S a"#!
B Ö-S
"Sb
cug.
8,33
17,45
17.85
16,22
15,31
14,37
13,91
13,61
13,30
12,82
12,21
11.57
11,07
9,36
8.29
5.67
5,61
Voor Sociale voorzieningen, emigratie en volksgezondheid is op de rijks
begroting 1960 ruim honderd miljoen gulden minder uitgetrokken dan in 1959.
Bijna de helft daarvan is te danken
aan de gunstige vooruitzichten voor 1960
wat de werkgelegenheid aangaat. Voor
overige maatregelen in het belang van
de werkgelegenheid naast Arbeidsbe
middeling en scholing en Emigratie
wordt met 84,3 miljoen volstaan. (Vorig
jaar 131,3 miljoen.) Mocht de ontwikke
ling van de conjunctuur toch tegenval
len, dan kan men altijd nog terugval
len op het hoofdstuk Onvoorziene om
standigheden.
Gezondheidszorg
Een aanmerkelijk verschil met het vo
rige jaar vertoont ook Gezondheidszorg.
De daling van 26.4 miljoen (het eind
bedrag voor 1960 is daardoor 105.1 mil
joen) is in hoofdzaak toe te schrijven
aan het voornemen van het kabinet om
voor de rijksbijdrage in de ziekenfonds
verzekering voor bejaarden een oplos
sing te vinden in het kader van de alge-t
mene ouderdomsvoorziening.
Ook de rubriek Uitgaven voor ambte
naren en anderen, voortvloeiende uit
de «ewijzigde verhouding met Indonesië
vertoont een aanmerkelijk verschil met
het vorige jaar: 143.6 miljoen m plaats
van 162.3 miljoen. Die lagere raming
voor 1960 houdt verband met een ver
mindering van het aantal pensioenge-
rechtigden en met de beemdiging
1959 van de tweede betahng van het Ja
panse smartegeld.
Besparing
vorig jaar 236.8 miljoen. Toch is er heel
wat in gewijzigd.
Zo komen door de invoering van de
Algemene weduwen- en wezenwet de toe-
.siagen op de. weduwenrentë volgens de
Invaliditeitswet te vervallen- en zullen
de kinderbijslagen voor ouderdoms- en
wezenrentetrekkers niet langer ten. laste
van het Rijk komen. Samen levert dat
een besparing van 22 miljoen op.
Daar staat tegenover dat het rijks
aandeel in de premies voor de werkloos
heidsverzekering op 1 januari weer op
de helft wordt gesteld. Rekening hou
dend met de waarschijnlijke toeneming
van het verzekeringsplichtig loon zullen
de rijksuitgaven daardoor stijgen met
bijna 22 miljoen.
De.personeelssterkte van de.Rijkspoli
tie zal worden vergroot. Althans, het- is
de bedoeling een groot deel van de an
derhalf miljoen gulden, die voor de Rijks
politie meer zijn uitgetrokken dan vorig
jaar, daarvoor te gebruiken.
Overigens zal ook de uitbreiding van
het materieel nodig om de voorge
nomen verhoging van de activiteit van
de Rijkspolitie, op de Rijkswegen moge
lijk te maken een deel van de an
derhalf miljoen extra opeisen.
De hogere raming van de kosten van
de gemeentepolitie met 122,5 miljoen
gulden bijna vier miljoen meer dan in
1959 zal voornamelijk worden ge
bruikt voor de normale uitbreiding van
het korps als gevolg van de -bevolkings
aanwas.
Ook voor de strafgestichten wordt ge
rekend op een stijging van de kosten,
en wel met ruim zeven miljoen. Het
personeel moet worden uitgebreid, de
verzorging van de gestichtsbev-olking zal
meer gaan kosten en voor de bouw van
een inrichting voor criminele psychopa
ten wordt met een hogere subsidie reke
ning gehouden.
Hoewel veel van de verplichtingén,
die Nederland op zich heeft moeten ne
men omdat Indonesië heeft geweigerd
ze na te komen, een aflopend karakter
hebben, zullen zij de Nederlandse staat
in 1960 nog altijd 276 miljoen gulden
kosten. In 1958 stond daarvoor een be
drag van 357 miljoen gulden op de be
groting.
Voor rente en aflossing van Indone
sische schulden alleen al staat voor
1960 41.1 miljoen gulden op de begro
ting. De uitgaven voor de repatriëring
van Nederlanders tilt Indonesië zulen
in 1960 aanzienlijk afnemen.
De diplomatieke vertegenwoordiging- in
Indonesië vertoont een verdere inkrim
ping.
Nederlands Nieuw-Guinea zal de
Nederlandse staat in 1960 naar ver
wachting in totaal 78.4 miljoen gul
den kosten.
Op de begroting van vorig jaar
was voor Nieuw-Guinea slechts 63.8
miljoen gulden uitgetrokken, maar
toen werd er op gerekend dat van
de bruto-uitgaven van 74.9 miljoen
gulden 11.1 miljoen gulden zou wor
den terug ontvangen uit het Ont
wikkelingsfonds van de E.E.G.
Later bleek dat de uit dat. fonds
toegekende bedragen rechtstreeks
werden uitbetaald aan de instanties,
die verantwoordelijk waren voor de
uitvoering van de goedgekeurde pro
jecten. De uitkeringen kwamen dus
geheelhuiten de begroting te val
len.
Op de begroting van 1960 is der
halve niet meer op dergelijke bij
dragen gerekend, zodat het hele te
verwachten tekort van dit gebieds
deel (75.4 miljoen gulden) voor reke
ning van Nederland is gekomen.
Daarbij komen nog een subsidie
van 2.3 miljoen gulden voor de
Stichting tot voorbereiding van agra
rische bedrijven en de Stichting agra
risch onderzoek en 0.7 miljoen gul
den, die aan Nederlands Nieuw-Gui
nea zijn toe te rekenen als depar-
tementskosten.
begrotingen is een belangrijke plaats
voor het bevorderen van de regionale
De exploitatie
resultaten van de
PTT over 1959
overtreffen alle
verwachtingen.
Op grond daar
van is het bedrag
der aflossingen
voor 1960 op 148,1
miljoen geraamd.
Daarnaast staat
nog een 45 mil
joen genoteerd:
vijftien miljoen
wegens voordelig
saldo en 21,9 mil-
joën als een uit
kering van drie
en half procent
van de be
drijf sbaten der
verkeersdiensten
van de PTT.
AN de zogenaamde probleemgebieden ligt het noorden de re
gering het meest na aan het hart. Alleen al voor het verbete
ren van de yerkeersverbindingen in dit deel van het land is in
de begroting van Verkeer en waterstaat 31 miljoen opgeno
men. Het verguldt enigszins de bittere pil, die het ontbreken van
plannen voor het droogleggen van de Lauwerszee voor het noorden
betekent.
In de verschillende departementale ^Industrialisatie ingeruimd. Daarnaast
kan dan ook nog worden geput uit een
bedrag van 25 miljoen gulden, opgeno
men onder Onvoorziene uitgaven.
Voor de aangewezen ontwikkelingsker
nen is ten laste van Economische zaken
een bedrag van negen miljoen gulden
gebracht. Voor rekening van hetzelfde
ministerie kunnen ook komen 23 mil
joen voor de aanleg of verbetering van
secundaire of tertiaire weg-.i en verde
re openbare nutsvoorzieningen in de pro
vinciale en gemeentelijke sfeer. De be
groting van Maatschappelijk werk houdt
rekening met investeringen, nodig om
de industrialisatie te begeleiden met
maatschappelijke voorzieningen voor net
aanpassen van de bevolking aan de ver
anderende omstandigheden.
Ook is ruimte gelaten voor het geven
van rijkssteun aan lagere overheden om
het toerisme als welvaartsbron te sti
muleren.
Met het toenemen van de industriali
satie in de probleemgebieden zal ook
de behoefte aan nieuwe woningen groter
worden. De regering zal bevorderen, dat
in deze behoefte wordt voorzien, maar
merkt daarbij op, dat elke duizend wo
ningwetwoningen, die additioneel in de
probleemgebieden worden gebouwd, een
investering van rond achttien miljoen
vertegenwoordigen. Het bedrag van vijf
tig miljoen gulden, door de S.E.R. in
zijn advies over het sociaal-economische
beleid voor 1959 en 1960 genoemd voor
de additionele investeringen van de over
heid in de probleemgebieden, zal mede
daardoor ruimschoots worden overschre
den.
De in 1960 te houden volkstel
ling zal ruwweg een gulden per
Nederlander kosten.
Voor dit doel is voor 1960 bij
de rubriek Economisch onderzoek
een bedrag van 5.5 miljoen gulden
gerekend. In 1961 en 1962 zullen
de kosten van de telling naar
schatting nog 4.3 en 1.2 miljoen
gulden bedragen. Tezamen dus elf
miljoen gulden.
Overzicht der belastingmiddelen
Omzetbelasting,
Invoerrechten i
Accijnzen
Motorrijtuigenbelasting
Richten van zegel en icgï*
stratie.
Totaal kostprüswrhogende
belastingen
Vennootschapehetasfing
Inkomstenbelasting.
Loonbelasting
Dividendbelasting en com-
missarissenbetasting
Rechten van successie, over
gang en schenking
Vermogensbelasting
Totaal belastingen op inko
men, winst en vermogen
Totaal opbrengst van de
door het Rjjk geheven be
lastingen
Een belangrijk deel
van de winst zal het
bedrijf verder reser
veren. De Rijkspost
spaarbank zal dat
doen met zijn gehele
winst.
Gezien de steeds
toenemende vraag
naar de diensten van
de PTT zal bij de
Staten-Generaal nog
een aanvullende ver
hoging van 't inves
teringsbedrag voor
1959 aanhangig wor
den gemaakt van
zeventien miljoen.
Het bedrag aan in
vesteringen voor dat
jaar zou daardoor
op 182 miljoen ko
men. Voor het ko
mende jaar denkt
men nog meer nodig
te hebben, namelijk
190 miljoen.
De grootste winst
wordt verwacht van
de dienst der Tele
fonie: 27,7 miljoen.
Onder „Overige ba-
:èn" wordt een winst
van 25,5 miljoen be
cijferd. Kleine win
sten moeten Poste
rijen en Postcheque-
en Girodienst leve
ren (samen 5,8 mil
joen), kleine verlie
zen worden ver
wacht van Telegrafie en Draadomroep
(respectievelijk 2,3 en 5,5 miljoen).
Er worden gêen plannen tot verlaging
der tarieven aangekondigd.
Vóór aftrek
1959
1500
765
780
135
135
3315
1275
1750
1275
125
11Ó
.125
1959 1960
1520
875
.774
135
170
3474
1850
1275
192
140
140
4660 4772
1675
950
805
155
3765
1175 1150
1950
1375
190
150
150
4965
Na aftrek
O'ï
1959
1274
645
6S8
135
180 114
10S2
1479
1075
105
93
109
3943
•s-i
li
1959
1288
736
651
135
143
2ÖF2953
995
1560
1072
161
118
122
4028
1960
1412
801
678
155
152
3198
969
1644
16T
127
127
418C
7975j 8246 8730 6769 6981 738; 100
1960
19,1
10,8
9,2
*24
43,3
13.»
223
1159 15,7
2,2
1,7
1.7
56,7
Samenvattend overzicht der middelen
Roslprijsverhogende belastingen
Belastingen op inkomen, winst en
vermogen
Additionele belastingmiddelen*)
Winsten en andere baten van be
drijven
Overige middelen Gewone Dienst
Totaal middelen Gewone Dienst.
Ontvangen aflossingen
Overige middelen Buitengewone
Dienst
Totaal middelen Buitengewone
Dienst
Totaal middelen Gehele Dienst
Oorspr.
raming
1959
'2826
3943
75
'342
7186
191
53
244
7 430
Vermoe
delijke
uitkom
sten 1959
2953.
4028
91
388
7460
209
50
259
7719
Raming
I960
3198.
4186
30
'*89
400
7903
344
63
407
8310
ui? Verhoging va d de grondbelasting (-1-38 miljoen) en Wijziging van
net aandeel van gemeenten en provincies in verband met voorzieningen
op penstoengebied 8 miljoen). 1
Voor de afsluiting van de Lau
werszee is, alle aandrang van
de Friezen in de laatste weken
ten spijt op de miljoenennota
géén geld uitgetrokken. Evenmin
is een post gereserveerd voor tun
nelbouw.
M M
Bij een andere strijdvraag! wat
Verdient voorrang, dei Inpoldering
van Zuid-Flevoland of die van de
Markerwaard? heeft de regering
thans definitief gekozen voor Zuid-
Flevoland. Voor de werken van
Oost-Flevoland en de bedijking
van een nieuwe IJsselmeerpolder
is respectievelijk 6.6 en 12 miljoen
gulden meer uitgetrokken dan in
1959. In de Noordoostpolder daar
entegen zal vier miljoen gulden
minder worden besteed.
Wel Delta
In het bader van het Delta-plan
zijn achtereenvolgens uitgetrokken
voor: het drie-eilandenplan 22
miljoen, de dam in het Haring
vliet 34 miljoen, de afdamming
van de Grevelingen dertien mil
joen, de afdamming van het Vol
kerak zes miljoen en voor verster
king van hoogwaterkeringen 12.5
miljoen gulden.
Voor het eerst is in de miljoe
nennota een post gereserveerd
voor de verbetering van het ka
naal Gent-Terneuzen, die in 1960
in overeenstemming met België
zal worden aangevat (vijf mil
joen).
Europoort
In 1960 zal waterstaat ook een
begin maken met werken, die no
dig zijn voor de verbinding van
de 'havens van Europoort met het
achterland. Daarvoor is 4.6 mil
joen gulden aangevraagd. De ver
breding van de havenmond te
IJmuiden is in het komende be
grotingsjaar tien miljoen gulden
toegedacht.
treft weinig verandering ondergaan: 233
miljoen is er voor uitgetrokken Legen
De verbetering van het wegenstelsel.' De rubriek Sociale zekerheid heeft vvat
aldus wordt in de miljoenennota geiegd, het bedrag op de ontwerpbegroting be-
wordt voortgezet in het tempo dat de1
beschikbare middelen toelaten.
Voor de post Landwegen is voor 1960
21 miljoen gulden meer uitgetrokken
dan op de begroting 1959. Daarbij dient
echter overwogen te worden dat de ver
moedelijke werkelijke uitkomst in 1959
al 3 3 miljoen gulden hoger ligt dan in
de begroting voor dat jaar was voor
zien Een andere factor is dat getui
ge wat daarover in de miljoenennota
wordt gezegd vooral de verbindingen
in het noorden van het land aandacht
zullen krijgen.
Onder de post Landwegen is begrepen
de bruggenbouw. Voor voortzetting van
rle bouw van de bruggen bij Gorinchem
Brienenoord en Rheclen is een bedrag
van 12.5 miljoen gulden uitgetrokken
Met de bouw van een brug over het
Ketelmeer bij Zwolse Hoek zal het ko-
mende jaar een begin worden gemaakt, miljoen (7 miljoen meett.
De percentages waarvoor het Ge
meentefonds en het Provinciefonds de
len in de belastinginkomsten zijn gelijk
gebleven en wel respectievelijk 14.94 en
0,76 proeent; ,,in afwachting van de
nieuwe regeling ter zake van de finan
ciële verhouding tussen Rijlt en ge
meente", zegt de regering er in haar
Miljoenennota bij.
Hoewel er in principe dus nu nog
niets verandert, kunnen gemeente en
provincie rekenen op een grotere uit
kering als gevolg van een toeneming
van de belastingopbrengsten. Het Ge
meentefonds krijgt 1281 miljoen '133
miljoen meer) en het Provinciefonds 65
II. Uitgaven Gehele Dienst
(uitgécfrukt in percentages van het nationale inkomen tegen marktprijzen)
Onderwerpen van staatszorg
1953
1954
1955
1956
1957
Ver
moedelijk
beloop
1958
Vermoe
delijke
uitkom
sten 1959
Ontwerp
begroting
1960
Militaire uitgaven {ïncl.'civiele verdedi
6,28'
ging)
S,27
6,70
6,19
5,69
5,06
4,77
4,53
0,37
0,33
0,32
0,38
0,38
0,55
2,09
0,55
Overzeese rijksdelen
0,11
0,17
0,38
0.36
0,31
0,27
0,26
0.28
Politie en justitie.
2,01
0,94
1.07
0,93
0,97
1.00
0,96
092
Onderwijs en cultuur.
2,45
2,54
2,63
3,03
3,41
3,62
3,70
3,81
Waterstaat
0,96
1,09
1,22
1,36
1,36
1,33
1,4.1
1,55
Verkeeri
0,75
0,72
0,82
0,96
0,93
0,69
0,80
0,71
0,61
0,72
0,64
0,73
0,34
0,32
- 0,45
0,34
Agrarische subsidies
0,86
0,48
0,63
0,73
1,41
1,80
.1,25
0,78
Landbouw, visserij en voedselvoorziening
0,63
0,61
0,67
0,69
0,57
0,72
0,64
0,61
Sociale voorzieningen, emigratie en volks
gezondheid
3,31
3,50
3,28
3,29
2.24
2,74
2,47
2,08
Huursubsidies.
0.61
0,78
0,8 i
082
0,84
0,99
1,13
'1.02
Woningwelvoorsebotten
0,04
0,03
001
0,00
0,01
0,59
1,58
1,91
Overige uitgaven volkshuisvesting
0,06
0,08
0,06
0,08
0,05
0,06
'0,06
0.06
Diensten Van algemene aard
1,15
Gil
1,29
1,36
.1,53
1,18
1,17
1,16
Niet toegerekende uitgaven voor pen»
0,42
0,40
0,45
0,38
0,38
0,40
0.86
0.78
Nationale schuld.
3,72
4,57
3.11
2,82
2,75
2,52
3,04
2,70
Herstel van oorlogsschade
1,56
1,26
2,21
1.01
0,60
0.44
0,33
0,24
Uitgaven verband houdende jttet de
watersnood
1,91
1,04
0,59
0,32
0,09
0,03
0,02
0,07
Vergoeding aan provincies en gemeenten
voor de derving van inkomsten als ge
volg van de verlaging van de personele
0,13
belasting en de grondbelasting
0,23
0,20
0,21
0,20
0,20
Compensatie-uitkering iv.ro. melkprijs-
0,17
en huurverhogingen..
-
-
27,12
26,57
25,67
24,06
24,52
27,19
24,47
Afschrijvingen
0,49
0,46
0,45
0,49
0,53
0,19
0,18
0,18
Totaal-generaal
'28,27
27,58
27,02
.26,16
24,59
24,71
27,37
24,65
In de begroting 1960 wordt er reke
ning mee gehouden, dat de sterkte van
het burgerlijk rijkspersoneel over de
hele linie genomen zal stijgen door een
toeneming van de personeelsbezetting op
het ministerie van Onderwijs, kunsten
en wetenschappen. De totale ..begro
tingssterkte" wordt gesteld op 119.626.
140 MINDER
De cijfers van de werkelijke sterkte
juni 1959 bij de civiele departementen
(Onderwijs, kunsten en wetenschappen
uitgezonderd) en het ministerie van de
fensie samen 102.485 burgerlijke ambte
naren aan de slag. Dat wil zeggen 440
minder dan aan het begin van het jaar.
Deze vermindering, aldus de Miljoe
nennota, is te danken aan vergroting
van de efficiency en aan het aflopen
of afschaffen van taken.
Tegenover deze vermindering staat,
dat de werkelijke sterkte bij Onderwijs,
geven echter een daling' van het aantal „1Jü„„f 3 ^ncterwijs,
ambtenaren te zien. Zo waren er op 30 ?„-Teri
Voor 1960 zal nog ongeveer twintig
miljoen gulden nodig zijn voor uitkerin
gen ingevolge de zoutschaderegeling.
Voor verplichtingen, die nog bestaan
in verband met geleden oorlogsschade
aan onroerend goed, denkt de regering
overigens voldoende te hebben aan res
tanten begrotingsgeld uit voorgaande
dienstjaren.
Het Commissariaat voor oorlogsschade
en de Schade-enquêtecommissie zullen
aldus ligt in het voornemen, met ingtng
van 1 januari 1960 worden opgeheven.
Overwogen wordt of het Grootooek voor
de wederopbouw in de lóóp van volgend
jaar kan worden opgeheven.
Voor gevallen van nog niet voltooide
schade-afwikkeling, zal in 1960 nog een
afwikkelingsbureau voor de oorlogs- en
watersnoodschade in stand worden ge
houden.
van 31 januari tot 30 juni 1959 steeg
van 11.238 tot 11.565. Dit als gevolg van
het toenemen van het aantal leerlingen.
Het resultaat van deze ontwikkelingen
is, dat de totale werkelijke sterkte van
het burgerlijk rijkspersoneel in dezelfde
periode met 131 man daalde tot 114.050.
Voor radio en televisie is een beetje
meer uitgetrokken dan in 1959. Het
grootste dee] van de 6.8 miljoen méér
is voor de televisie, namelijk 5.2 mil
joen. Bij elkaar zou die nu 19,4 miljoen
mogen uitgeven.
Da; is altijd nog 1.9 miljoen minder
dan de netto-opbrengst van de midde
len. Van dat verschil moet het rijks-
voorschot aan de televisie 17,2 mil
joen verder worden afgelost.
Voor de radio is 30,4 miljoen geno
teerd, 1.6 miljoen meer dan vorig jaar.
De verhoging is gelijk aan de grotere
opbrengst van de luisterbijdragen, te
danken aan de toeneming van hat aan
tal radiotoestellen.