RECHTS VOORBIJRIJDEN OP EEN VERKEERSPLEIN DE NATUUR P, W. RUSSEL'S KAPPIE en de SUPERSKOOP Goede nachtrust Over een eehte watermolenaar Op 1 oktoberNog enkele rechten en plichten FLITS p GORDON in het 1 heelal Dan Barry in en om uw huis W. Lobman 1 ARSÊNE LUPIN JACQUES BLONDEAU I DE I TINTELS Jack Dunkley Kosten levensonderhoud weer hoger Bedelarij moet uit zijn Veenhuizen Woensdag 16 september 193> ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 van der Does bleef gewoon zitten HE ZON SCHEEN uitbundig, gisterochtend, over het Hoogheem- raadschap Delfland. Rotterdam was niet meer dan op een steenworp afstand. Dat diende men beslist te wéten, want de rust, het ribbelende water in de vaart, de vier vissers en die ene eend tussen het kroos - het had allemaal niets te maken met de tweede haven van de wereld. Een omgeving, om op stevige leeftijd nog bij zonder vitaal te zijn; een buurt om van het leven te genieten, in volle en gezonde teugen. Dat heeft Willem van der Does dan ook altijd gedaan. En dat doet hij nog. Een zonnebril is niks voor Willem van der Does. Zijn blauwe, 74-jarige ogen, liggen iets terug in de kassen en als het licht heel fel is, knijpt hij de oogleden wat samen. Voor de rest: niks. Gewoon kijken. Het is een kwes tie van wennen. De veiligheid Kijk, van Willem van der Does kun nen ze over een paar dagen zeggen: door hem is er een einde gekomen aan een familie-traditie. Want op 1 oktober houdt hij er mee op, met wa- .termolenaar te zijn. Hij is er eigenlijk voor geboren, voor dit ambacht. Dat was dus vier en zeventig jaar geleden, in de molen aan de Delftweg, onder de wieken die grootvader en vader een belegde boterham bezorgden. „In 1841 kwam grootvader op de molen", herinnert Van der Does zich. Dan hij schuift de pet even opzij een blik naar buiten, over de vaart en de polder. „Dat was dus nog de echte molen, met scheprad. De vei ligheid van de polders hangt er van af. Bij regen de schuif dichtgooien, bij droog weer open. Nu bijvoorbeeld, staat de schuif al weken open. Maar ik peil natuurlijk, elke dag". Koeien eruit, wij erin Ja, Willem van der Does peilt elke dag: het water in de Schieveense polder. Er staat geen molen meer met wieken. Die hangt alleen nog „op de foto in de voorkamer". „Want op de fundamenten van de oude molen hebben ze in 1915 dit huis gezet en toen is de molen vervangen door een elektrisch gemaal", zegt Van der Does en wijst op de installatie. Maar de schuif is er nog en het water in de vaarten moet nog steeds ge peild worden. „Ja, ja, in het voorjaar van 1915 was het", piekert de watermolenaar. IlilllllllllllHllllllillllllllllilIlIllllllllllllllllllllllllMllllllllllllllllllll ff g H - H deelde Hammerskjoeld mee dat j§ 5 de Verenigde Naties door een bankroet worden bedreigd. De le- den betalen hun contributies te l_ Üj laat terwijl aan de andere kant S de verplichtingen van de wereld- organisatie steeds groter worden. Toen ik dit las wreef ik wel s even de ogen uit. Het klinKt n.l. g zo bekend. Waar hebben we zul- g ke problemen toch meer gehoord' Was dat niet in de kerk? Ook de kerk heeft de laatste ja- ren immers een ontzaggelijke groei van haar verplichtingen doorgemaakt, en het einde is nog niet in zicht. Integendeel, soms lijkt het er op of we nog maar aan het begin staan. S g= Om enkele dingen te noemen: De Evangelisatie gaat een zeer gecompliceerde kant uit. Er zijn culturele commissies in H het leven geroepen. De kerk kreeg haar eigen in- stituten op maatschappelijk en g sociologisch terrein. De bouw van g nieuwe kerken zal miljoenen gaan g verslinden. De verplichtingen var. s de kerk, die wellicht voortvloeien uit wijdse perspectieven, vragen n niettemin ongehoorde bedragen, g terwijl een staf van specialisten de „exploitatie-kosten" omhoog s zal jagen. Hoe zal dit alles wor- den opgebracht? Nu zijn er mensen die met het g woord subsidie voor in de mond lopen, maar afgezien van de pro- g blemen die daar aan verbonden zijn, zal het toch duidelijk zijn g dat de groei van de kerkelijke in- g komsten navenant moet zijn aan de stijging en de intensivering van de kerkelijke arbeid. Hier ligt voor ons een belangrijk punt j§ van overweging. Het zal van ons gevraagd wor- den om zeer nauwgezet het peil 2 van onze kerkelijke bijdrage aan s de gestegen eisen te toetsen. Ve- len zullen dan tot de conclusie moeten komen dat ze schromelijk tekort schieten. Hammerskjoeld heeft een nood- =j kreet de wereld ingezonden: „De Verenigde Naties staan voor een 1 bankroet". Mutatis mutandis zou dit voor H de kerk kunnen gelden. Moge ons verantwoordelijk- g 2 heidsgevoel er borg voor staan 2 dat het nooit zo ver hoeft te ko- men. 5 „Mijn vader was toen drie jaar eer der gestorven en we hadden nog koeien en varkens. Toen de koeien in het voorjaar de wei ingingen, kropen wij de schuur in. Ze braken de molen af en bouwden dit huis. In oktober was het klaar en toen de koeien de schuur weer in moesten konden wij het huis in". En wie heeft u nu benoemd tot watermolenaar, meneer Van der Does? vraag ik. „De Polder, hé. Je blijft eigenlijk gewoon zitten. Dat vinden ze wel goed. Het ging van vader op zoon". Op papier: machinist We staan buiten te kijken, naar de steiger en naar de vaart. Er komt een dikbuikig vliegtuig over. Er zit ten paarden in, dat weet ik toevallig. Paarden van de heer Schoonheim en ze gaan naar de luchthaven Zestien hoven. Om half twaalf zouden ze daar aankomen, had ik vroeg in de och tend gehoord. Ik kijk op het horloge: twee minuten voor half. Zelfs paar- den-door-de-lucht komen op de mi nuut. „Nou, en per 1 oktober heb ik pen sioen aangevraagd", zegt Willem van der Does. „Ik heb er nu zeven en veertig jaar als watermolenaar op zitten". Op de papiertjes heet dat tegen woordig „machinist", omdat alles elektrisch gaat. „Mijn vader maalde voor negentig gulden in de maand, plus vrij wonen. Maar hij had er land en koeien bij. Ik heb nu nog vier kip pen, dat is alles. Mijn kameraad heeft al pensioen. Hij woont verderop. Hon derd en twintig gulden in de drie maanden krijgt hij. Ik zal wel minder krijgen, want hij verdiende ook meer. Ik denk dat ik 100 gulden in de drie maanden krijg". Daarom Wie nu de plaats van. Willem van der Does gaat innemen? Hij weet het nog niet en heeft er niets van ge hoord. „Ik heb ook nog geen ander huis", zegt hij. Maar zorgen daarover maakt hij zich niet. Dat huis zal wel komen en anders komt die vervanger malen en blijft Willem er voorlopig wonen, met zijn huishoudster. Zo gaat het bij mijn kameraad ook". „Dat malen overdag is niet erg", zegt Van der Does. „Maar er zit soms veel vuil in de vaarten en dat moet je er dan van de steiger af uit vissen. Ook 's nachts. En voor de nacht vertrouw ik mezelf niet meer, op die steiger. Je moet er maar af vallen. Daarom heb ik pensioen aan gevraagd". BUITEN stond de schuif nog steeds open. „Als het regent gooi ik hem dicht", aldus Van der Does. Maar het regende niet. Advertentie door Zenuwrust Mijnhardt's Zenuwtabletten 46 „Wat een buit zou dat zijn ge weest! Zei hij niet waar die mij nen lagen?" Fra Mauro schudde het hoofd. „Volgens Adahu ruilt men het goud tegen zout met de zwarten van Guinea aan de rand van de grote woestijn. De ruilende partij en zien elkaar's geziohten nimmer. Ze brengen het zout naar een vas te plaats tot er genoeg is. Op een goede dag is het verdwenen en ligt er een hoopje goud voor in de plaats. Op die manier wordt de handel gedreven en nooit wordt er iemand te kort gedaan." „En wat gebeurt er met dat goud?" „Dat wordt met karavanen naar de stad Timboektoe gebracht en verder naar Tunis en Tripoli. Ik geloof dat er ook wel een gedeelte naar Alexandrië gaat." „Zei hij niet waar de woestijn eindigt?" „Volgens Adahu strekt zij zich uit tot Guinea, waar de zwarten leven in een land, zo vruchtbaar en groen dat men er zich nauwe lijks een weg kan banen. Ze ge bruiken de rivieren als wegen en reizen in lange, slanke boten, die ze uitgehold hebben uit boomstam men. Verder leven er in die ri vieren grote slangen met een huid als een kuras, en enorme kaken die gemakkelijk het been van een man in tweeën kunnen breken." Andrea glimlachte. „Die heb ik in de Nijl gezien; de Ègyptenaren noemen ze krokodillen." „Prins Henry zou graag die ri vier ontdekken waaraan de stad Timboektoe ligt," vervolgde Fra Mauro. „Hij meent dat het de wes telijke vertakking van de Nijl kan zijn, die naar het koninkrijk van Priester John voert." „Waarom stuurt hij er geen ex peditie heen? Dat zou winst kun nen opleveren." „Indien het alleen om winst ging zou hij dat zeker doen. Per slot van rekening krijgt Prins Henry een vijfde van alle winst die zulk een tocht oplevert." „Maar waarom aarzelt Senhor Lancarote dan terwijl hij vier vijfde krijgt?" „De zeelieden zijn bang om zo ver de kust langs te gaan." „Waarom?" Na de afstanden die Andrea over zee had afgelegd langs de kusten van China en Indië en over de wijde oostelijke oceaan naar de Rode Zee vond hij de af standen waarom het hier ging maar onbeduidend." „Op zijn laatste reis is Antao Gonsalves helemaal naar het voor gebergte, Kaap Blanco gevaren," zei Fra Mauro. „Daar vond hij de verbleekte beenderen van vele die ren en ook van mensen, en men zegt dat daar in de buurt geen zoet water te vinden is. De zee lieden vrezen dat een schip, dat zo ver naar het zuiden vaart, niet meer kan terugkomen." „Zouden ze wel met hem mee gaan als ze zeker wisten dat ze konden terugkomen?" „Dom Alfonso neemt dat aan, want hij vroeg naar dat plan van u." „Aha!" riep Andrea uit. „Daar zal hij een hoge prijs voor moe ten betalen!" „Zijt ge van plan het hem aan te bieden?" Andrea grinnikte. „Van de Ara bieren heb ik handelen' geleerd, broedertje. Senhor Lancarote moet maar naar mij toe komen." „Ge durft veel op u te ne men „Maar kijk eens wat 'dat me reeds heeft opgeleverd: eerst mijn vrijheid en nu een kans om rijk te worden! Ik begin te denken dat er geen gelukkiger sterveling be staat dan Andrea Bianco!" De volgende morgen verscheen er een boodschapper die Andrea verzocht naar het huis van Dom Alfonso Lancarote in Lagos te ko men. Het huis van de reder bleek een van de weelderigste van heel Lagos te zijn, Andrea werd binnen gelaten in ee,n betimmerde zitka mer, waarvan de inrichting zowel van rijkdom als van goede smaak getuigde. Hij behoefde niet lang te wachten vóórdat er een man t*r©t een neus als van een havik, git zwart haar, doordringende ogen en een geelachtige huid binnenkwam. „Senhor Bianco!" zei Lancarote minzaam. „Wat vriendelijk van U om hierheen te komen!" „Um prazer, senhor," zei Andrea niet minder hoffelijk. „Een glas wijn? Die komt van het eiland Porto Santo en smaakt voortreffelijk." Andrea nam de beker aan en dronk. „Excellente!" zei hij goed keurend. „Zulk een wijn zou zelfs de kosten van de ontdekking waard zijn!" Lancarote wierp hem een scher pe blik toe. „Het spijt me dat ik gisteren niet heb kunnen luisteren naar Uw reisverhalen, senhor," zei hij. „Men heeft me gezegd dat die zeer belangwekkend waren!" „Maar ik zou toch niemand aan raden die reizen onder dezelfde omstandigheden als de mijne te maken." zei Andrea. „Doch ik heb de gelegenheid gekregen een deel van de wereld te zien, waar de Turken geen Europeanen meer toe laten." „Des te meer reden om snel een zeeroute naar Indië te zoeken." „En om de kust van Afrika te onderzoeken," zei Andrea als ter loops. „De rijkdommen van dat land zijn nauwelijks ontgonnen," stemde Dom Alfonso toe. „Ge hebt mis schien vernomen dat ik van plan ben een ontdekkingsreis langs de Afrikaanse kust, voorbij Kaap Blanco, te ondernemen." Wordt vervolgd door J. F. BASTEN inspecteur van politie te Zwolle De datum is 1 oktober aanstaande. Dan worden er enige bepalingen en wijzigingen van kracht, waar u als weggebruiker mee te maken hebt. Het is in het belang van uzelf en van anderen, dat u daar ernstig rekening mee houdt. -M. De wetgever is met een gezonde aan de praktijk aangèpaste oplossing uit de bus gekomen wat het rijden, op verkeerspleinen betreft. De puzzels over het al dan niet uiterst rechts rijden behoren tot het verleden nu bepaald is, dat de verplichtingen om zoveel moge lijk rechts te houden en om links in te halen op verkeerspleinen niet langer van kracht zijn. U mag zich dus tijdens het rond reden zowel op de linker- als rechter- weghelft begeven en bij het verlaten van het plein een ander voertuig rechts voorbij rijden. Het verkeer op het plein heeft geen faciliteiten verkregen zoals in Duitsland, waar aan dit verkeer voor rang moet worden verleend. Ik geloof, dat een dergelijke regeling zowel voor- als nadelen heeft. Is het verkeer ter plaatse niet druk dan kan het verkeer, dat het plein nadert zon der enig bezwaar voorrang geven aan de op het plein rijdende voertuigen. Is het verkeer echter zeer intensief, zoals op zonnige zon- en feestdagen nogal eens voorkomt, dan vrees ik, dat zich op een of meer zijwegen enorme files zullen vormen, omdat dit verkeer een voudig de kans niet krijgt zich in het verkeer op het plein te voegen. Op grond van deze motieven zal de wet gever vermoedelijk eerst de kat uit de boom willen kijken en m.i. niet ten on rechte. Voor een goed begrip moet ik u nog vertellen, dat de nieuwe regels alleen maar gelden voor verkeerspleinen, die door een rond donkerblauw bord met 3 witte pjjlen zijn aangeduid. Extra spiegel -$■ Bestuurders van een gesloten vracht- of bestelauto maar ook de berijder van een landbouwtrekker met een vracht hooi achter zich aan moeten een tweede spiegel aan de rechterzijde van hun motorrijtuig monteren, daar een bestuurder in het vervolg van zijn zit plaats het rechts van hem gelegen weg gedeelte moet kunnen overzien. De waarde van een goed achteruitzicht wordt hiermede nog eens extra onder streept. Bij plaatselijke verordeningen kun nen regels worden gesteld om parkeer- excessen tegen te gaan, waarna kan worden opgetreden tegen personen, die de openbare weg benutten voor perma nente stalling van tweedehands auto's voor de handel, auto's geheel of ge deeltelijk versierd met reclameop schriften en oude brikjes, die op hun laatste wielen staan. Deze vehikels worden bij voorkeur ook nog bij een ander voor de deur gezet, ontsieren het stadsbeeld en maken het tekort aan parkeerruimte alleen maar groter. Tegen spatten en stenen A. En ten slotte is daar nog een be langrijke maatregel, die pas over ruim drie maanden als verplicht te beschou wen is. Want ingaande 1 januari 1960 moeten de achterwielen van verschil lende typen auto's door spatlappen, spatschermen of een deel van de car rosserie worden afgeschermd, waar door steentjes en modderspatten geen kans meer krijgen autoruiten te ver nielen of te bevuilen. De meeste personenauto's vallen bui ten deze bepaling en om het u duidelijk te maken, geef ik dit schetsje: !>lllllll!lll!llllllllll!llll! door 32cm ilKltlltlllllllllllillMillllllllllMMIIIllIIIIUIIIIIIIIMIIilllllillllltlllllllT- De rozen en speciaal de klimrozen zitten nu onder het wit; een nare meel- dauwzwam die het leven van uw rozen erg vervelend kan maken. Daar moet u dus iets tegen doen. U kunt fijne bloem van zwavel bij de drogist ha len en die op een zonnige dag over de struik heen stuiven; doe dat in de volle zon, doch tegenwoordig zijn er ook wel handiger middeltjes. Met een op lossing van Poliflor zomer kan men ook uitstekende resulaten bereiken. Maak een oplossing van twee en een half pro cent en besproei uw planten er mee en doe dat tegen de avond op een droge dag, dus niet in de volle zon. U meet de afstand van de onderzijde van de carrosserie of laadbak tot aan het wegdek. In dit geval is deze 32 cm. Daarna meet u langs het straatopper vlak de afstand tussen de achteras en het achtereind van de carrosserie, wel ke in dit geval 95 cm bedraagt. Deze laatste afstand moet minstens twee ëneenhalf maal zo groot zijn als de eerste en dan is aan de voorwaarden voldaan. U kunt dus voor uzelf nagaan of het nodig is, dat u de achterwielen van uw auto door spatlappen moet la ten afschermen. Deze verplichting geldt niet t.a.v. a. 2-wielige motorrijtuigen met of zon der zijspan; b. motorrijtuigen, die niet sneller mo gen of kunnen rijden dan 20 km per uur; c. motorrijtuigen zonder volledig koets werk. Bedrijfsautohouders hebben dus nog bijna 4 maanden speling om zo nodig de zaak in orde te laten maken. Hope lijk wachten zij niet tot het laatst, daar de regentijd met rasse schreden nadert en bemodderde ruiten van een automo- milist een geïrriteerd en daardoor min der bedachtzaam mens maken en daar is de verkeersveiligheid echt niet mee gebaat. H door Iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiitnnniiiiiinni Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiiiim door 1 Vrij naar jjf Maurice Leblanc iiiiiiiniiiiiiimiiiniiiiiuiuHDiitti pminiiininiifliHiiintinifflnB door paul,paul WORD WAKKER! je praat in je slaap/ DEN HAAG. Het prijsindexcijfer van het levensonderhoud is van medio juli tot medio augustus met twee pun ten gestegen. Vooral de prijzen van groenten en in mindere mate van aardappelen en voorts van eieren zijn gestegen. Het fruit werd daarentegen iets goedkoper. De kleding werd weer duurder, waar mee de prijsdaling die zich de maand tevoren voordeed als gevolg van de uitverkoop, weer teniet werd gedaan. 06l/ IK WAS ZO AKEUCr AAN HET DROMEN. IK werd achtsrvolc-id door koppensnellers.' PAT WEET IK- ,KtölTTeeREN.' WAAROtvi HSBJBMS PAN NIET EERDER WAK KER GEMAAKT Sr miiiiiiiiiiiitmitiiiiiiiiiiifiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiHiiiHiiiiiiniiiniitiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiHiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijn 50. De feeststemming in Hausboden was aanzienlijk verhoogd, sinds Dikke Mobie uit de lucht was komen vallen om deel te nemen aan de optocht van de versierde bootjes. „Wonderbaar, heer Schaupel!" riep de burgemeester op de eretribune te gen de organisator van het feest. „Waar hebt u die prachtvolle walvis vandaan- georganiseerd?" Heer Schaupel keek onthutst. „O eh.... jaehuit de Zoölogische Gaard van Batavirië." „Ach zo!" zei de burgemeester ver baasd. „Is het dan een echte?" „Eh.. eh.." mompelde Heer Schau pel, die niet wist wat te moeten ant woorden, eh gedeeltelijk." „Wiezo gedeeltelijkAch, die heer Schaupel! Altijd weer grapjes! Hahaha! Een smaakvol grapje ditmaal!" riep de burgemeester en hij begon zo luid ruchtig te lachen, dat zijn dikke buik er van schudde. Wie helemaal niet lach ten, en eerder met hun vuisten dan met hun buik schudden, waren de vis sers in de bootjes, die niet tevreden waren over het gevaarte dat in hun midden was komen duiken. „Dit stond niet op het programma!" schreeuwden ze woedend, „de organi satie deugt weer eens niet!" Maar hun geschreeuw werd over stemd, door een veel luider gebrul van motoren, dat plotseling boven hun hoofden klonk.... SNEEK. Gehuld in een grote witte jas heeft de commissaris van de Ko ningin in Friesland, mr. H. P. Linthorst Homan, met nijver doe-het-zelf-schilder- werk in Sneek een nieuw gedeelte van de verffabrieken van de N.V. Tjallema geopend. De fabriek is sinds vijf jaar aangesloten bij de Sikkens lakfabrieken. Er werken nu honderd mensen. ARNHEM. Aan de verkapte bede larij op allerlei vrije autoparkeerplaat sen moet nu maar eens een einde ko men, zei de officier van justitie bii de Arnhemse rechtbank dinsdag in ziin re- quisitoor tegen de 54-jarige bewoner van het Labre-huis te Nijmegen W S tegen wie hij wegens bedelarij twaalf dagen gevangenisstraf, anderhalf iaar opzending naar Veenhuizen en onmid dellijke gevangenneming eiste Verdachte hield zich bij voorkeur op bij geparkeerde auto's op de vrije nar- keerplaatsen in Nijmegen. Tegenóver de automobilisten deed hij dan alsof hij wel op de wagen zou passen en wan neer zij dan weer vertrokken vroeg hij om een beloning. Het geld dat hi' cafédnVerdWmtn ,in een nabijgelegen rechtbank deed onmiddellijk conform de'eis.veroordee1^ verdacht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 2