a arte Caballero DE NATUUR P. W. RUSSEL'S KAPPIE en de SUPERSKOOP Vrijdag 4 september 1959 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 Zoekt U iets beters? Verdronken Beperkingen voorvaart op Waal en Rijn Niemand meer na '49 „Wij gaan door" Ook van nee-zeggers Teugen' i Jack Dunkley imiiifliiiiiiiiiiiiannfluiiif in en om uw huis Uit de kerken Luchtverbinding Ambon- Djakarta verbroken dreigde dijk te brengen; zoals ze even eens ..teugen" zeiden toen er gespro ken werd over de aankoop van een gemeentelijk kampeerterrein, dat er nu is en hèt succes van Ouddorp blijkt te zijn. Vier tot vijfduizend mensen meer dan het inwonertal van het dorp weten nu al elk seizoen de moed te vinden de voorwereldlijke pontboot „Grevelingen" van de RTM te bestijgen en naar Ouddorp te trek ken. Naar het strand daar en de dui nen. Waar ze kuilen graven en zwem men. Op alle dagen van de week, een ieders mening en overtuiging res pecterende. ..Honderd en vijftig gulden". Dat is de prijs die sommige raadsleden in Ouddorp willen betalen voor het redden van mensen. Voor de tijd van twaalf maanden, wel te verstaan. 36 „De eerste en de vierde geven de afwijkingen tijdens het laveren aan, en stellen de navigator in staat precies uit te rekenen welke afstand er werd afgelegd, zelfs als men tegen de wind in voer. Er staan ook aanwijzingen in hoe men de raxon de marteloio moet ge bruiken." Prins Henry en Mestre Jacomé fluisterden een ogenblik samen. Toen nam de oude man een onbe schreven vel papier van de stapel op de tafel, en een veren pen die naast hem lag. „Kom naar de ta fel en schrijf uw naam," beval hij. „Dan zullen we die vergelijken met de handtekening van Andrea Bian co op een van dezé kaarten." Met vaste en duidelijke hand zet te Andrea zijn naam. Prins Henry en Mestre Jacomé bekeken die even en vergeleken haar met de kaart. Na een poosje keek de Prins op. ,,De handtekeningen lijken heel veel op elkaar." zei hij „zelfs zo veel dat men zou kunnen aanne men dat ze door dezelfde man zijn geschreven. Maar Mestre Ja comé wijst mij erop dat iemand, die zoveel omtrent de ware Andrea Bianco weet als gij, ook zijn hand schrift kan hebben bestudeerd. Uw verhaal overtreft dat van de sprookjesvertellers, Hakim, of wie ge dan ook zijt. Ik voel neiging om u te geloven, maar ik mag niet vergeten dat men in Venetië de doodstraf over u heeft uitgespro ken." Hij zweeg en ging toen, ken nelijk met enige aarzeling, verder: „Daarom moet ik u om nog meer bewijzen verzoeken." „Die heb ik niet," zei Andrea, „behalve mijn eed op de Heilige Schrift en mijn hoop op redding." De eed van een man, die wegens moord was veroordeeld, was niet voldoende, dat besefte Andrea. Hij had gefaald toen hij bijna had ge wonnen, teleurgesteld door dat éne waarop hij al zijn hoop had geves tigd: de rechtvaardigheid en eer lijkheid van Prins Henry. Deze zouden de Infante ervan terughou den de laatste beslissing te nemen, die hem de vrijheid zou hergeven, op een bewijs dat niet geheel on aanvechtbaar was. „Uwe Hoogheid!" klonk opeens een stem achter uit de zaal. An- drea wendde zich om en zag een rijzig man staan, wiens gezicht hem enigszins bekend voorkwarp. „Ge wenst, Senhor Cadamosto?" vroeg' Prins Henry. „Ik heb de ware Andrea Bianco oppervlakkig gekend in Venetië," zei de man die als Cadamosto was aangesproken. „Indien ik El Ha- kim wat nauwkeuriger zou kunnen opnemen, zou ik deze moeilijkheid misschien kunnen opheffen." „Ik verzoek u nader te treden", j zei Prins Henry en wendde zich tot de toehoorders. „Deze heer is Senhor Alvise de Cadamosto, kapi- tein van de Venetiaanse galei waarmee ik van Lissabon ben ge komen." Cadamosto kwam naar het plat form en sloeg Andrea Bianco wel een minuut lang nauwkeurig gade. Eindelijk klaarde zijn gezicht op. „Die baard deed me even twijfe len," verklaarde hij, „maar nu ben ik er zeker van dat deze heer in derdaad zoals hij beweert Andrea Bianco is!" Deze dramatische wending ver- j wekte wat opschudding in de zaal. Andrea greep de hand van zijn redder. „Ik kan u dit nu niet ver gelden, Signor Cadamosto," zei hij vurig, „maar eens zal ik u zeker naar verdienste weten te belonen!" Prins Henry glimlachte ook. „Het verheugt mij zulk een emi nent reiziger en kaartenmaker als Andrea in Sagres welkom te kun- nen heten," zei hij terwijl hij An- i drea de hand reikte. „Dus ben ik nu geen slaaf meer?" „Als Senhor di Perestrello zijn toestemming geeft." Dom Bartholomeu glimlachte, j. „Ge zijt vrij, Senhor Bianco, vrij om te doen wat ge wilt. Vergun mij de tweede te zijn die u ge luk wenst!" „Een woord van waarschuwing, Senhor," zei de Prins. „Dom Bar- tolomeu en Fra Mauro hebben mij verteld onder welke omstandighe den ge in Venetië werd veroor deeld tot eeuwige slavernij. Wordt vervolgd Advertentie Rook dan morgen een* (CONSTANTE KWALITEIT) OUDDORP. De nieuwe tegels van een of andere kunststof op de vloer van het Oud- dorpse raadhuis doen bijna schok kend modern aan, in de sfeer van dit ruim vierduizend mensen tellende dorp op Goeree. De secretaris van de Vereniging Voor Vreemdelin genverkeer staat een pijpje te ro ken in zijn textiel- en manufacturen winkel en wacht rustig af of de klant de knoopjes vindt, die bij het jurkje van haar dochtertje passen. Eigenlijk passen er een heleboel knoopjes bij, maar de mevrouw kan niet slagen en gaat weer de straat op. Diezelfde straat, waar een oude boer met een zijden petje op door heen wandelt, waar vrouwen hun in kopen doen en kinderen wat ver veeld in de tijd na school op een stoepje hangen. Bijna niemand in die straat durft je antwoord te ge ven, wanneer je vraagt of men op zondag iemand moet laten verdrin ken. Sommigen zeggen, dat je op een zondag niet moet gaan zwem men, maar dat is de zaak omzeilen. Slechts een enkeling zegt het rond uit: „Natuurlijk niet, een mens in nood moet je helpen, zondag of don derdag". En ónder in het raadhuis, in de schaduw van een paar bomen, zet de concierge zijn kopje koffie en loopt op zijn zwarte schoenen met zachte zolen de trap op naar de bur- êemeesterskamer of de Technische ienst. Vele malen per dag. Steeds in hetzelfde tempo. De geschiedenis is nu precies tien jaar oud. Die twintigste juli van 1949 was iedereen stil in Ouddorp. Van voordeur tot voordeur ging het ver haal die dag: „Dominee De Vos en zijn vrouw zijn verdronken; Teunis heeft hun Ujken op het strand gezien." Geslagen, kapot was men die dag. De dominee verdronken. En zijn vrouw ook. De zee had hun lichamen niet behouden, maar teruggegeven, als wil de ze het overtuigende bewijs leveren. En Bram Hoek, Ouddorper in hart en nieren, zat die avond met zijn brede kop in de handen aan tafel en dacht. Hij had het dode lichaam van de do mineesvrouw op het warme zand zien liggen en in zijn stoere kantonniers- lijf borrelde iets. Iets dat om actie riep, om „doen", om verzet tegen dit verdrinken in de verraderlijke zee. Bram Hoek is een verwoed zwem mer. Al in augustus 1947 wist hij zijn eerste redding waar te maken. Dat was toen gelukt, maar nu de dominee en zijn vrouw.... Er gebeurde iets, want wanneer Bram Hoek en wachtmeester Van Os iets in het hoofd hadden, dan bleef het daar zitten. Een contactavond kwam er, met mensen „die het wis ten", van het Roode Kruis en de Ko- ÜIÜHF - - ëli' J Die twee motorvletten op het strand van Ouddorp spelen een heel belangrijke rol. Moeten zij op zon dag ook uitvaren of niet? Dat is de vraag in het Goereese dorp, die daar druk besproken wordt. - Natuurlijk varen Eigen nieuwsdienst NIJMEGEN. De lage waterstanden op Waal en Rijn hebben het nodig ge- i maakt beperkingen voor de diepgang van de schepen af te kondigen. Twee duizendtonners mogen niet meer dieper steken dan 2.30 meter. Normaal bela- den hebben zij een diepgang van onge veer 2.80 m. De diepgang voor schepen kleiner dan tweeduizend ton heeft Rijks waterstaat beperkt tot 2.40 m. De lage waterstand heeft ook geleid tot een versmalling van de vaargeul. In de Waal voor Nijmegen is als ge volg hiervan een oploopverbod ingesteld. Aangezien de val nog steeds voort gaat, zal er binnen enkele dagen ook wel een nachtvaartverbod worden afge kondigd. zegt dhr. Bram Hoek, voorzitter van de Red dingbrigade. „Wanneer een mens in nood verkeert kun je hem toch niet in de steek la ten omdat het zondag is." 0 Bvrgvmeaster J. Kleijnenberg van Ouddorp is de man, van wie velen een uitspraak verwachten. „Ik ben dankbaar dat deze redders hun mooie werk verrichten", zegt hij. ninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen. En er ge beurde meer. want Ouddorp kreeg zijn reddingbrigade en Bram Hoek. de kantonnier, werd de commandant. „De zee is een gezellig ding, maar wil je haar leren kennen dan duurt dat jaren en als je haar kent is zij soms een barbaar", zegt Hoek. Een reddinglijn kwam er en in Ouddorp kan men u vertellen, dat het burgemeester J. A. Kleijnenberg zelf was, die de vijf en twintig gul den voor die lijn uit eigen zak be taalde. „Want in de raad kreeg hij er geen cent voor los", zeggen ze u er dan bij. Geen mens zou wellicht iets van die Ouddorpse reddingbrigade hebben ge hoord, wanneer niet andermaal de guldens de oorzaak waren. Want Hoek en de zijnen spreken niet veel. Die vertellen niet van de uitbreiding, van de zeven en veertig leden die de bri gade nil telt en de zeven vrouwen die tot die leden behoren. Of van de twee en twintig reddingen op dat strand van Ouddorp, sinds die dood van ds. De Vos. Of van het feit, dat er sinds de oprichting van die redding- brigade niemand meer verdronken is op het Ouddorpse strand. Kantonnier Hoek, die intussen voor zitter van de brigade is geworden, doet niet uit de doeken hoe men daar nu komt aan twee motorvletten en één roeivlet met volledige uitrusting, aan lijnen en 25 zwemvesten. Hij vertelt wel over de 200 gulden, die nodig zijn om benzine te kopen, zodat de motor vletten kunnen „patrouilleren", wan neer de dertien kilometer strand van Ouddorp in de zomermaanden vol zit ten met tussen de vier- en vijfduizend vakantiegangers. Hij vertelt wel, dat alleen al de verzekering van de (vrij willige) strandwacht 140 gulden per seizoen kost, dat tien weken een wacht plus sociale lasten 850 gulden betekent, dat er 50 gulden moet zijn voor ver voerkosten van de boten naar en van het strand en dat dan onderhoud van het materiaal nog niet berekend is. En dfe hele reddingbrigade van Oud dorp krijgt uit de gemeentekas 150 gulden per jaar. Omdat zojuist een voorstel tot verhoging van subsidie is afgewezen met zes tegen vijf stem men. „Zonder die Bond tot het redden van Drenkelingen in Haarlem was nier nooil een brigade geweest".! zegt kantonnier Hoek. „Men kent daar onze omstandigheden: al negen j jaar verzetten de leden van onze brigade hun vakanties, zodat er al tijd wacht is. We zitten met één verkieedhokje voor de mannelijke ei vrouwelijke leden, maar een tweede kan er niet af. We willen graag een zuurstofkoffer hebben op het strand, maar kunnen die niet betalen. Als iet soms koud is wordt er toch vacht gelopen, omdat er altijd wel ^en paar zwemmers zijn, maar zelfs en kop koffie voor de wachtlopers kunnen we niet betalen. Lid zijn van mze reddingbrigade kost onze leden niet alleen een enorme hoop vrije tijd, maar zelfs hun eigen geld. Maar w succes en onze dank krijgen we, wanneer we bijvoorbeeld een kind redden en aan de ouders kun nen teruggeven of voor een kind de vader of moeder kunnen behouden. En al gaat de hele gemeenteraad op zijn kop staan, wij gaan door". De Ouddorpse raad op zijn kop staan? Jawel. Want B. en W. had den voorgesteld om die reddingbri gade niet 150 gulden waartoe de gemeente verplicht.is maar drier honderd gulden te geven. Neen, zei den toen zes raadsleden, want die brigade werkt ook op zondag en laat de borden met aanwijzingen voor de baders op zondag ook op het strand staan. „Maar de verkeersborden, die haalt men op zondag toch ook niet van de wegen", vond burgemeester Kleij nenberg en „Mogen wij neen zeggen als iemand in nood verkeert?". „Waarom zwemt men dan op zon dag?", antwoordden die zes raads leden. En zo bleef het bij de ver plichte 150 gulden per jaar. want zes stemmen is meer dan vijf. ..Zwemmen is uit den boze". Er zijn ouders in Ouddorp die het zo hun kinderen leren. Nu, vandaag. En toen op 6 juni 1957 een Oud dorps jongetje in zee dreigde te verdrinken omdat hij niet zwemmen kon en er door twee wei-zwemmen de vriendjes werd uitgehaald, toen zei de vader van dat bijna verdron ken knaapje 's avonds tot zijn zoon: „Wat heb ik je gezegd? Zie je nu wat er van komt?". Maar in de andere hoek van die ka mer, achter de kleine raampjes en in het schemerdonker van de vallen de avond, zuchtte een vrouw. De angst en het geluk stonden haar nog op het gezicht te lezen en ze zei: „Maar va der, wanneer de ouders van zijn twee vriendjes er net zo over dachten, dan hadden wij nu ons kind niet meer". „Honderd en vijftig gulden per jaar", oordelen die zes gemeente raadsleden en het voors el werd af geketst. Maar kantonnier Hoek oefent nu ook een jeugdbriga le i h de be langstelling is enorm. „De jeugd hun kert er naar. naar zwemmen en naar het strand. En onder het mom van de jeugdbrigade hebben „e nu een middel gevonden om toch in zee te komen", zegt men. Bij tientallen luisteren ze naar de instructies van de voorzitter van de reddingbrigade. Ook kinderen van raadsleden, die de verhoogde subsi die de prullemand instemden'. In zwembroek en badpak! „Ik ben dankbaar dat deze men sen zichzelf hebben ingezet dit mooie werk te verrichten", zegt me burge meester Kleijnenberg over de red dingbrigade. „Hoeveel mensen wa ren er vroeger niet tegen het regelma tig wassen? Hoe sterk is het verzet links en rechts niet geweest tegen de aanleg van drinkwaterleiding? Dit is de ontwikkeling van de tijd". Maar het blijft 150 gulden per jaar, omdat er mensen zijn die zeg gen: „Teugen!" Zoals er ook „teugen" gezegd werd toen er gesproken werd over een nieuwe school, die er nu voor meer dan de helft staat: zoals ze „teugen" zeiden toen er een weg naar het strand moest komen die de „weg naar de hel" werd genoemd en die in de ramptijd de enige mo gelijkheid bleek om zand naar de be- ^Hi''H'|i'iiiiifHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii|iiii||l|l|||||||||||ni,H„U)llll||||,t,H,||||||||,|1|,|l„|||||||„|fl|,|||||l||l|,|||,|,||l|l||l|,l||I||||IJ||||||y, Het is nu gedaan met de zomerfram- bozen; overigens hebben de wespen er flink mee geholpen; ik heb in jaren niet zo veel wespen gezien. De oude afgedra gen takken zal men nu echter moeten verwijderen; de jonge scheuten komen er voor in de plaats of staan er al lang Die zijn nu wel zo ongeveer één meter lang en daar mag men niets aan doen: alleen de oude takken neemt men dus weg; de takken die de vruchten hebben gegeven. 40. Joe Diel had vanuit zijn helikop ter een prachtig overzicht over het spoorwegnet. Recht onder hem zwoeg de het ouderwetse lokomotiefje met zijn vreemde vracht tegen een helling op. „Haha!" grinnikte Joe. „Ik heb niet voor niets alle lokomotieven voor van daag afgehuurd. Ik zal ze we! krijgen!" Ondertussen scharrelde de meester wat onwennig op de stookplaat. „Het is een sinistere kolenvreter," bromde hij. „De sleep is te zwaar. Als deze helling nog lang duurt, loopt de boel warm." Maar gelukkig kwam de top spoedig in zicht. Kappie leunde, met zijn kij ker gewapend, uit het raampje en gaf een ruk aan de stoomfluit. „Die dekselse landgolven beiemn-.eren je ja het zicht," riep hij. ..Dat land- rotten-gczeil zonder kompas geeft een bult zorgen!" Het treintje was nu op het hoogste punt van de helling gekomen en de meester zette met een zucht van ver lichting de stoomtoevoer op half. Maar Kappie slaakte helemaal geen zucht van verlichting, toen hij de rest van de spoorbaan overzag. „Alle kniezebieters!" riep hij ver schrikt. „Daar is er een uit dé koers geslagen! Machinekamer, volle kracht achteruit! Daar komt een lokomotief recht op ons af!" Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Bever wijk (wijkgem) D. G. van Schuppen te Kortgene; F.. C. Willekes te Beverwijk, die beiden dit beroep aannamen. Benoemd tot bijstand in het pastoraat te Peperga-Blesdijke: dr. C. A. Schenk, em. predikant te Nunspeet. Geref. Kerken. Beroepen te Wollon- gong, New South Wales, Kef. Church of Australia: Jac. Jonker te Amster dam-Zuid, te Kootwijkerbroek: B. Min- tjes, kand. te Utrecht. DJAKARTA (Reuter). De natio nale Indonesische luchtvaartmaatschap pij Garuda heeft plotseling alle vluch ten op Ambon geannuleerd. De maat schappij maakte bekend dat de lucht verbinding met Ambon tijdelijk moest worden verbroken, omdat er geea brandstof meer voor de vliegtuigen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 2