KAT EN 1 EVIUISy het geheime drama van Alamein Dansmeisje pakt tas vol| geheimen van majoor af YA, Ttw contest /vzet YASHIC A Nederlands programma voor hulp aan vluchtelingen Deel 3: Hei net wordt aangehaald „fPEAAL skumsandmhehl Mat m êchtê homfats sotkt Uuit kfJwBATAVUSJA Volgende keer: De Britse val is opgesteld Tenminste twee miljoen nodig Monkaster opende de gramofoonkast Binnenin zag zij een zenderen genoeg plaats om een telegrafist te bergen door Leonard Mosley Woensdag 22 juli 195? ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 6 lot dat hem wachtte heel anders kun nen uitvallen. Want op een zekere avond kwam hij in de Dug Out Bar van het Metropolitan Hotel, een gele genheid waar veel Britse officieren en oorlogscorrespondenten kwamen, in aanraking met een meisje Yvette. Ze vertelde hem d'at ze een Frangaise uit Beiroet was en dat ze hier werkte als danseres. Hij nam haar mee naar zijn woon boot en toen ze wegging gaf hij haar twintig pond. Hij vroeg haar nog eens terug te komen. Ze maakten een af spraak voor twee avonden later. Maar Yvette was geen gewone danseres. Zij was een agente die werkte voor het Joodse Agentschap in Egypte, en toen ze Eppler ver liet ging ze rechtstreeks naar het Agentschap om verslag uit te bren gen. „De man bij wie ik vannacht was," zei ze, „beweert een Egyptenaar te zijn, maar ik ben er zeker van dat het een Duitser is. Ik hoorde hem iets zeg gen tegen zijn vriend en hij sprak met een Saarlands aceent. Hij is ontzet tend nerveus en. heeft veel te veel geld." Zij kreeg de opdracht contact te hou den met haar nieuwe vriend en het agentschap op de hoogte te houden. Voorlopig vertelde niemand de Brit ten iets van Yvette's vermoedens. En de twee gevangengenomen Nazi telegrafisten, Abele en Weber, hadden nog steeds niet toegegeven aan de pressie van de Engelsen om hen tot spreken te brengen. De Britse agent Robby had hen her haaldelijk ondervraagd over de bete kenis van het exemplaar van Rebecca van Daphne du Maurier, dat tussen hun bezittingen was gevonden, en hij probeerde hen nu door intimidatie er toe te brengen te bekennen dat het boek een code bevatte. Alarm ZE weigerden halsstarrig te praten en eisten herhaaldelijk dat ze zou den worden behandeld als krijgsge vangenen. En al was Robby er nu vrijwel zeker van dat zij opdracht hadden contact te houden met een Duitse spion in Egypte wat schoot hij daarmee op? Want waar ergens ït> Egypte hield die spion zich op? En wie was hij? Hij alarmeerde alle veiligheids- en tegenspionage-afdelingen in het Mid den-Oosten in de hoop dat hij net zoals Eppler die ene inlichting te pakken zou krijgen die voor hem een sleutel zou zijn. Maar het was Eppler die die sleutel in handen kreeg. Op een avond in het midden van juli had Hekmath Fathmy bijna haar pro gramma in het Kit Kat cabaret afge werkt. Ze was juist bezig zich te ver kleden toen er op de deur van haar kleedkamer werd geklopt. „Hier is majoor Smith, juffrouw. Hij zou u even willen spreken," zei de stem van een bediende. Hekmath Fathmy kende Smith goed. Al maandenlang overlaadde hij haar met attenties in de vorm van bloe men, geschenken en geld en hij was zelfs al zo ver gegaan dat hij haar had voorgesteld met hem te trouwen ,.zo gauw hij van zijn vrouw in Engeldhd zou zijn gescheiden." Als bij instinct had ze tot nu toe niet toegegeven, maar ze ging wel met hem uit om te eten en te dan sen. Ze Wist dat hij tot de generale staf behoorde en zeker over gehei me inlichtingen beschikte; als ze iets te weten wilde komen wat hij wist, moest ze liaar gunsten duur verkopen. Ze vroeg de bediende hem binnen te laten komen. Hij was in battledress en had een linnen tas aan een riem over zijn schouder hangen. „Ik kom afscheid nemen", zei Smith. „Ik ga naar het front om dit en hij klopte even op de tas naar ja neraal Ritchie te brengen. Ik weet niet of en wanneer ik zal terugkomen." TJEKMATH keek nieuwsgierig naar de tas. „Is het zo belangrijk? Moet je heus vanavond nog weg?" „Ja", zei hij. „lEen ogenblikje dan", zei Hekmath terwijl ze achter een scherm ver dween. „Ik zal mijn laatste nummer afzeggen, en dan ga ik met je mee." Hij schudde het hoofd, en toen zei ze snel: „Dan gaan we naar mijn woon boot om een laatste glas te drinken, lieveling." Van alles wat er die avond nadat Smith en de Egyptische danseres naar haar woonboot waren gegaan, is ge beurd, kunnen we alleen afgaan op het relaas van Hekmath Fathmy en John Eppler want Smih zelf is dood en zijn versie zullen we dus nooit te ho ren krijgen. Hij pleegde zelfmoord door met zijn auto in een mijnenveld te rijden vlak voor de slag van Alam Haifa. De Duit sers hebben zijn lijk gevonden. Opgewonden A/JAAR de versie, die hij niet meer kan tegenspreken, is de volgende: Even voor middernacht werd er op de deur van Epplers woonboot ge klopt en Hekmath Fathmy kwam bin nen. Ze droeg alleen maar een zijden peignoir en haar haar hing op haar schouders. Ze was erg opgewonden. „Gauw, kom mee." fluisterde ze en wenkte hem haar te volgen. In het donker slopen zij langs de boot van de officier van de Inlichtingendienst naar haar eigen boot. Voorzichtig duwde ze de deur van haar slaapkamer open zo dat Eppler naar binnen kon kijken. Op het bed lag majoor Smith zwaar te snurken. Zijn uniform was over een stoel gegooid'. Hekmath sloot de deur en wees naar de tafel waarop een linnen schoudertas lag „Het is in orde," zei ze tegen Eppler. „Ik heb iets in zijn whis ky gedaan.... hij zal voorlopig niet wakker worden, en dan ben ik weer bij hem. Maar kijk eens even naar die papieren!" Ze sprak lui der. „Ik heb ze vluchtig doorge zien het is precies wat we moe ten hebben!" En zo was het. Bijna, in elk geval. Het was een uiterst geheime lijst van de afdelingen, de Nieuwzeelanders, de Zuidafrikanen, en de Australiërs, die naar Egypte zouden komen om de laatste verdedigingslinie te vormen voor Alexandrië en de Nijl. De lijst bevatte ook alle details over een nieuwe pantserbrigade die in de strijd zou worden geworpen. Zij ver meldde het aantal nieuwe mijnen, 250.000 in totaal die onderweg wa ren om de linies te versterken. En niet alleen dat de lijst bevatte medede lingen die voor Rommel van het aller- grootse gewicht waren: dat de voor naamste Britse verdedigingslijn bij Alamein zou liggen, en niet verschei dene mijlen westelijker, zoals Rommel had aangenomen. Het enige wat er niet in stond was of er al dan niet een nieuwe Engelse commandant zou ver schijnen. Snel schreef Eppler de details over, drukte de Egyptische even dankbaar tegen zich aan, zag haar verdwijnen in haar slaapkamer en sloop toen snel terug naar zijn eigen boot. Daar werd hij opgewacht door een al even opgewonden Monkaster. Met bevende hand gaf deze hem een vel papier. ..Ik heb contact gekregen, John," zei hij hees. Op het papier stonden de woorden: „HALLO CONDOR - HALLO CONDOR ABELE WEBER IN BRITSE HANDEN. JULLIE WOR DEN AFGELUISTERD. ZEND AL- Adverten tie LEEN ALLERBELANGRIJKSTE BERICHTEN. VANAVOND 24 UUR VERWACHTEN WE OPROEP." Eppler zei gejaagd: „We moeten ze nu direct oproepen, begrepen? Pro beer ze te pakken te krijgen." Al bleven ze uren achter elkaar roe pen, er kwam geen antwoord. Om acht uur 's morgens dronken ze, vermoeid en verontrust, grote glazen whisky bij wijze van ontbijt. Ze begrepen er niets van. „Laten we het morgen nog maar eens proberen," zuchtte Eppler. „lEerst gaan we ons bedrinken in de Kit Kat." Een uur later zaten er twee dron ken spionnen te drinken aan de bar van de nachtclub. Ze voelden zich ver re van prettig. Nu hadden ze dan eindelijk alle ge gevens maar zouden ze tegen mid dernacht nog vrij zijn om ze te kun nen doorseinen? Ze konden niets an ders doen dan afwachten Een fout pN terwijl zij zaten te wachten werd het net om hen heen strakker aan gehaald. Want er was iemand bij hen komen zitten aan de bar en ze spraken Arabisch met eikaar. Eppler dacht dat hun metgezel een Egypti sche Kopt was en Amir Bey heette. Maar dat was niet zo. Zijn werkelijke naam was majoor Alfred William Sansom. En hij was een van de handigste agenten van o'e Engelse tegenspionage in het Mid den-Oosten. ZOALS ZO VAAK TIJDENS DE OORLOG, HAD DE DUITSE GE HEIME DIENST EEN GROOT RI SICO GENOMEN EN DAARNA EEN ZEER ELEMENTAIRE FOUT BEGAAN. Advertentie Van onze Amsterdamse redactie AMSTERDAM. Nederland zal in het vluchtelingenjaar 1959-'60 op zyn minst een bedrag van twee miljoen gulden moeten opbrengen. Dat geld is nodig om een aantal krotkampen in Noord-Duitsland, nabij Ohmstede en Friedrichsfeld, op te ruimen. Voor de bewoners ervan, 877 Letten, Bal ten, Esten en Polen, worden huizen gebouwd, hun opleiding wordt ver zorgd en bun sociale aanpassing ge regeld. Verder zal Nederland een groot aantal minder kostbare projecten en tameren, zoals de bouw van een tehuis voor bejaarde vluchtelingen, de installatie van een zg. „bloedbank" ten behoeve van gratis verpleegde refugees in het Pammakararistos- ziekenhuis in Athene, en uitbreiding van het kinderherstellingsoord voor t.b.c.-gevallen onder Armeense vluch telingen in Kastri (Griekenland). In totaal heeft de hoge commissaris voor de vluchtelingen twintig mil joen dollar nodig om de opruiming van de 129 Europese kampen in Duitsland, Oostenryk, Italië en Grie kenland te financieren. In totaal be vinden zich daar circa dertigduizend refugees. Meer dan de helft van deze ongelukkigen verblijven reeds langer dan tien jaar in armoedige afzon dering. Het mandaat van de hoge commis saris strekt zich ook uit over 110.000 andere vluchtelingen, die echter niet in kampen zijn ondergebracht, maar die overal in Europa aan de zelfkant van de maatschappij een bestaan pro beren te vinden. Het geld dat in het vluchtelingenjaar bijeen wordt ge bracht is ten dele bestemd om het probleem dat deze mensen vormen, op te lossen. Nog steeds huizen in Europa dertigduizend vluchtelingen in krotkampen. Terwijl om hen heen moderne gebouwen uit de grond zijn geschoten, wachten sommigen van hen al meer dan tien jaar op een menswaardige woongelegen heid. Koningin Juliana heeft reeds een groot bedrag ter beschikking gesteld voor een project, waarby aan ouden van dagen hulp wordt geboden. Zy hebben hun kamp verlaten en kunnen zich nu een eenvoudig zelfstandig bestaan opbouwen. Ook prins Bern- hard en prinses Beatrix hebben het Nederlands comité vluchtelingenjaar geld geschonken. De Nederlandse jeugdgemeenschap stelde een bedrag van 27.000 gulden beschikbaar. Het gironummer van het vluchtelingen jaar is: 195960. Het jaar is op 1 juni ingegaan en eindigt op 1 juni 1960. DE korporaal van het Algemeen Hoofdkwartier in het Midden- Oogten sloeg de laatste spijkers in de zijde van de woonboot in de Nijl. „Alstublieft, mijnheer" zei hij. „Met die antenne kunt u niet alleen naar de hele wereld luisteren, u zou zelfs Hitier zelf een boodschap kunnen overbrengen als u dat wilde „Dank je, korporaal," zei John Eppler, de Duitse spion. „Nu moet je me excuseren, want ik ga direct Berlijn oproepen." A Deze man is John Eppler. m Hij was Bommels meester- spion in Kairo. Voor liem speelden twee nachtclub meisjes een beslissende rol. Een van hen bracht hem een tas met de hoogste Britse geheimende ander was de eerste onder zijn vijanden om hem als een Duitse spion te ontmaskeren Sadaat onderzocht het toestel en be vestigde dat er niets aan mankeerde. Nu was Eppler diep terneergeslagen. Waarom wagen wij hier ons leven, als zij niet eens de moeite nemen te antwoorden als we hen oproepen?" vroeg hij. Hij zag heel goed in dat er niet veel tijd m.eer was. Alle nieuwsbulletins en zelfs de gecensureerde verhalen in de Egyptische kranten wezen erop dat het ogenblik voor de grote slag in de Nijldelta met rasse schreden na derde. Op straat joelden de studenten spot tend als er Britse troepen voorbijkwa men. De blinden voor de ramen wer den gesloten en de café's waren leeg. Dit de schoorstenen van het Al gemeen Hoofdkwartier Midden- Oosten stegen rookwolken op en stukjes verschroeid papier fladder den in de goten van de Tuinstad. Men was bezig met het vernietigen van uiterst geheime documenten. (De dag waarop de meeste papie ren werden verbrand werd later door de troepen van het hoofd kwartier met „Aswoensdag" aan geduid.) Wilde Eppler zijn opdracht nog kun nen uitvoeren dan zou hij heel gauw over de allergeheimste inlichtingen moeten kunnen beschikken. Feiten ROMMEL wilde duidelijke en meer concrete inlichtingen dan de bar- praatjes die Eppler tot nu toe had verzameld. Hij verlangde feiten die invloed zouden oefenen op het lot van Egypte en misschien op het verloop van de hele oorlog. 1 Waar zullen de Engelsen hun posities plaatsen als ik mijn laat ste aanval begin? ey Over welke strijdkrachten en hoe- 1 veel manschappen, tanks en ka nonnen zullen ze kunnen beschikken? ij Wie zal hen aanvoeren? Dit waren de inlichtingen die Eppler moest hebben, en hij vertrouwde meer op Hekmath Fathmy dan op zijn con tacten onder de Egyptische officieren om die in handen te krijgeh. Intussen zwierf hij door clubs en ca barets, in de hoop flarden van een gesprek op te vangen waaraan hij wat meer houvast zou hebben. Hij ging naar de Turf Club, waar van Britse officieren tijdelijk lid kon den worden, vermomd als een luite nant van de jagers, en was voor ieder een buitengewoon royaal. Achterdocht TT IJ hoorde veel geringschattende ■tl opmerkingen over de tegenwoor dige leiders van het Achtste Leger, maar niets over degenen die hen zou den vervangen; en haastig blies hij de aftocht toen hij zag dat een officier, die hem een poosje achterdochtig had gadegeslagen, naar de telefoon ging. Dat was verstandig, want die offi cier belde de militaire veiligheids dienst op. ,.ïk weet zeker dat die kerel fout is" zei de officier. „Hij betaalt altijd met Engelse bankbiljetten van een pond. Hoe is hij daaraan geko men? Zeker overgesmokkeld uit En geland. En trouwens hebben jullie al eens gehoord van een luitenant der jagers die nooit een ander voor zich laat betalen?" Maar toen de Militaire Veilig heidsdienst verscheen, was Epp ler verdwenen. De bankbiljetten waarmee hij had betaald werden in beslag genomen en naar de In lichtingendienst gebracht. Eppler liet geen steen op zijn plaats bij zijn pogingen de zo zeer begeerde inlichtingen in handen te krijgen; er waren nogal wat stenen in Kairo tij dens die koortsachtige dagen en ze vormden vaak een schuilplaats voor zeer merkwaardige lieden. In de grote cabarets en hotels kocht hij alle dan seressen en obers om. Omkoperij rPIJDENS al die zwerftochten gaf Eppler veel geld uit. Hij gaf het uit om mensen om te kopen, aan eten en drinken en aan vrouwen. „Als je zulk werk doet als ik kun je je net zo goed amuseren zo lang dat mogelijk is," zei hij later. „Je weet nu eenmaal dat je nooit oud zult worden. Dus je maakt plezier terwijl je werkt en je probeert maar niet te denken aan het vuur peloton." Als Eppler maar een beetje ver standiger te werk was gegaan had het Van het moment dat hij in Kairo aankwam had Eppler ge luk gehad. Hij had een van de gevaarlijkste anti-Britse agen ten gevonden die hem zou hel pen bij het uitvoeren van zijn opdracht. Haar naam was Hek math Fathmy. Zij was een dan seres die optrad in de nacht clubs van Kairo, en die in haar vrije tijd met vele Britse offi cieren uitging. Zij was het die Eppler een tas vol geheimen in handen zou spe len, die ze had weggenomen van een majoor van de Britse staf. Maar die episode lag nog een paar weken verder De eerste taak XJAAR eerst* opdracht was een veilige basis te zoeken voor Eppler en zijn radiotelegrafist Monkaster. van waar uit ze berichten zouden kunnen doorgeven naar de luisterposten van de Nazi's in de westelijke woestijn, Athene en Smyrna. Ze huurde een zeer luxueus in gerichte woonboot die gemeerd la.g aan de Nijloever in de voorname buitenwijk van Kairo, Zamalek. De huur bedroeg honderd pond per maand. Eppler kon zich dat veroorlo ven. Hij beschikte nog over het hele bedrag van tachtigduizend pond dat de Abwehr (de Duitse spionage-organisa- tie) hem had meegegeven. Hekmath zelf had een woonboot die twee plaatsen verder lag. Daartussen in lag de boot van een majoor van het Inlichtingencorps van het algemeen hoofdkwartier Midden-Oosten. „Het is een prachtige camouflage", meende Eppler. „Niemand zal ons vlak naast een Brits agent zoeken!" Het was de korporaal van de majoor die Eppler hielp met het aanleggen van zijn antenne natuurlijk niet ver moedend dat die bestemd was om naar de Duitsers te seinen. En de majoor werd herhaaldelijk uit genodigd om iets te komen drinken of om een partij golf te gaan spelen. De majoor ontdekte pas toen het einde kwam dat zijn buren, die aardige jon ge Egyptenaar en de zwijgzame Ame rikaan, Nazi-spionnen waren. Iedere nacht zaten Eppler en Mon kaster bij het toestel om te proberen contact te krijgen met Abele en We ber, hun beide kameraden die veron dersteld' werden, de luisterpost in de woestijn te bezetten. Maar behalve de ontvangstbevestiging van hun eer ste bericht kwam er geen antwoord. Ook bleef het stil wanneer zij van golf lengte veranderden en Athene en Smyrna opriepen. Zij konden ook niet weten dat Abele en Weber door de En gelsen gevangen waren genomen en nu in Kairo ondervraagd werden; en dat de Abwehr om die reden voorlopig stil te betrachtte. Geen antwoord ZE waren bang dat er iets aan hun toestel mankeerde, en de hele dag zat Monkaster eraan te morrelen. Toen de Abwehr steeds bleef zwijgen, zei Hekmath Fathmy: „Ik zal iemand meebrengen die alles van radio's af weet. Hij zal wel ontdekken wat eraan mankeert." Van het begin af is de rol, die Hekmath Fathmy in het complot speelde, altijd een groot raadsel geweest. Door welke ingekankerde haat werd dit mooie danseresje verteerd, waar om wilde ze niets liever dan de Brit ten treffen, beledigen en vernederen gedurende die kritieke zomer in Kairo in 1942? Waarom bleek ze zo bereid de Duit se spion in ons midden te helpen? Toegegeven moet worden dat het een stadium in de oorlog was waarop vele Egyptenaren probeerden zich vei lig te stellen toen onze mooiweer- vrienden dekking zochten, en de ver raders in het daglicht traden. Maar toch was het niet direct de taktische situatie die Hekmath Fathmy zo anti-Brits maakte. Een hele tijd had zij de Duitsers inlichtingen doorgege ven door middel van een official bij de neutrale Zweedse ambassade. Ze woonde vergaderingen bij van de fa natieke Moslem-broederschap en dien de als koerierster tussen de leiders van die beweging en anti-Britse offi cieren van het Egyptische leger. Onze agenten die de opdracht had den haar te schaduwen verdaagden soms in de wonderlijkste omgeving. Ze placht soms binnen het tijdsver loop van een uur van de dansvloer van een cabaret te verdwijnen om naar een belangrijke politieke vergadering te gaan in een moskee in de Oude Stad of de kamer van een Brits offi cier te ruilen voor de salon van een jonge Egyptenaar die had gezworen de Engelsen in zee te jagen. Terwijl ik naar haar keek als ze danste in het Kit Kat cabaret in Kairo betrapte ik me er steeds op dat ik geen hoogte kon krijgen van Hekmath Fath my. Charmant ZE was een van de vurigste danse ressen die ik ooit heb gezien. Haar gezicht vertoonde een extatische uit drukking, terwijl zij zich steeds wil der bewoog, haar heupen wiegend en deinend, terwijl zij met de vingers knipte. Als zij danste vroeg ik me af: Wat zou er met dat meisje gebeurd zijn, dat ze ons zo intens haat? Ofschoon ze nog leeft en weer op vrije voeten is, ben ik daar nog steeds niet achter gekomen. Voor John Eopler was ze juist het werktuig dat hij nodig had. Ze was schrander, bekoorlijk en mooi. Ze had massa's vrienden, zelfs onder haar vijanden. En ze wilde graag haar le ven in de waagschaal stellen om hem te helpen die inlichtingen te verkrijgen die het Duitse leger naar Egypte zou den brengen. Die avond bracht ze een jonge luite nant van het Egyptische leger mee die Anwar al Sadaat heette. Sadaat nu minister in de regering van president Nasser was destijds een van de lei ders van de anti-Britse groep van jon- §e officieren. (Nasser zelf was in de oedan gestationeerd)Hij was het die het sein zou geven voor de grote op stand van het Egyptische leger, als Rommel erin zou slagen door te bre ken. Sadaat had in het begin niet veel respect voor de Nazi-spionnen met wie hij zou moeten werken. „Toen ik bij de woonboot aanbelde" zei hij, „deed Hekmath de deur open. De twee Duitsers waren er. Ik keek eens om me -heen en had al gauw door wat voor een leventje die twee jonge Nazi's leidden. Het leek wel iets uit Duizend en Een Nacht. Het was duidelijk dat Eppler en Sandy zijn naam voor Monkaster) in deze weelderige om geving maar al te gauw zouden vergeten waarom ze eigenlijk naar Egypte waren gezonden. Ik keek om me heen om te zien waar de zender stond. De kamer scheen vol te staan met flessen par fum en whisky. Eppler nam me mee naar de hal en liet me een radiogram mofoon zien met een deksel van ge beeldhouwd hout. Handig /ANDER dat deksel zat de gewone A/ pickup met draaitafel, maar toen hij op een knop drukte ging het boven stuk van 'het toestel omhoog en zag ik een ruimte die groot genoeg was voor een zender en een telegrafist. Er brandde een klein lampje in, en als de telegrafist er eenmaal in zat werd hij aan het gezicht onttrokken door het bovenstuk dicht te doen. Terwijl hij bezig was speeld'e de grammofoon dans muziek. Er zou een knappe kop nodig zijn om te raden dat er binnen dat ogenschijnlijk zo doodgewone meubel een geheime zender was verborgen waarmee berichten konden worden doorgegeven aan de Wehrmacht."

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 6