KAT
EN
1
EVIUISy het geheime drama van Alamein
Dansmeisje pakt tas vol|
geheimen van majoor af
YA, Ttw contest /vzet YASHIC A
Nederlands programma voor
hulp aan vluchtelingen
Deel 3: Hei net wordt aangehaald
„fPEAAL
skumsandmhehl
Mat m êchtê homfats
sotkt Uuit
kfJwBATAVUSJA
Volgende keer:
De Britse val
is opgesteld
Tenminste twee
miljoen nodig
Monkaster opende de gramofoonkast Binnenin zag zij een zenderen genoeg
plaats om een telegrafist te bergen
door
Leonard Mosley
Woensdag 22 juli 195?
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 6
lot dat hem wachtte heel anders kun
nen uitvallen. Want op een zekere
avond kwam hij in de Dug Out Bar
van het Metropolitan Hotel, een gele
genheid waar veel Britse officieren en
oorlogscorrespondenten kwamen, in
aanraking met een meisje Yvette.
Ze vertelde hem d'at ze een Frangaise
uit Beiroet was en dat ze hier werkte
als danseres.
Hij nam haar mee naar zijn woon
boot en toen ze wegging gaf hij haar
twintig pond. Hij vroeg haar nog eens
terug te komen. Ze maakten een af
spraak voor twee avonden later.
Maar Yvette was geen gewone
danseres. Zij was een agente die
werkte voor het Joodse Agentschap
in Egypte, en toen ze Eppler ver
liet ging ze rechtstreeks naar het
Agentschap om verslag uit te bren
gen.
„De man bij wie ik vannacht was,"
zei ze, „beweert een Egyptenaar te
zijn, maar ik ben er zeker van dat het
een Duitser is. Ik hoorde hem iets zeg
gen tegen zijn vriend en hij sprak met
een Saarlands aceent. Hij is ontzet
tend nerveus en. heeft veel te veel
geld."
Zij kreeg de opdracht contact te hou
den met haar nieuwe vriend en het
agentschap op de hoogte te houden.
Voorlopig vertelde niemand de Brit
ten iets van Yvette's vermoedens.
En de twee gevangengenomen Nazi
telegrafisten, Abele en Weber, hadden
nog steeds niet toegegeven aan de
pressie van de Engelsen om hen tot
spreken te brengen.
De Britse agent Robby had hen her
haaldelijk ondervraagd over de bete
kenis van het exemplaar van Rebecca
van Daphne du Maurier, dat tussen
hun bezittingen was gevonden, en hij
probeerde hen nu door intimidatie er
toe te brengen te bekennen dat het
boek een code bevatte.
Alarm
ZE weigerden halsstarrig te praten en
eisten herhaaldelijk dat ze zou
den worden behandeld als krijgsge
vangenen. En al was Robby er nu
vrijwel zeker van dat zij opdracht
hadden contact te houden met een
Duitse spion in Egypte wat schoot
hij daarmee op?
Want waar ergens ït> Egypte
hield die spion zich op? En wie
was hij?
Hij alarmeerde alle veiligheids- en
tegenspionage-afdelingen in het Mid
den-Oosten in de hoop dat hij net
zoals Eppler die ene inlichting te
pakken zou krijgen die voor hem een
sleutel zou zijn.
Maar het was Eppler die die sleutel
in handen kreeg.
Op een avond in het midden van juli
had Hekmath Fathmy bijna haar pro
gramma in het Kit Kat cabaret afge
werkt. Ze was juist bezig zich te ver
kleden toen er op de deur van haar
kleedkamer werd geklopt.
„Hier is majoor Smith, juffrouw. Hij
zou u even willen spreken," zei de
stem van een bediende.
Hekmath Fathmy kende Smith goed.
Al maandenlang overlaadde hij haar
met attenties in de vorm van bloe
men, geschenken en geld en hij was
zelfs al zo ver gegaan dat hij haar had
voorgesteld met hem te trouwen ,.zo
gauw hij van zijn vrouw in Engeldhd
zou zijn gescheiden."
Als bij instinct had ze tot nu toe
niet toegegeven, maar ze ging wel
met hem uit om te eten en te dan
sen. Ze Wist dat hij tot de generale
staf behoorde en zeker over gehei
me inlichtingen beschikte; als ze
iets te weten wilde komen wat hij
wist, moest ze liaar gunsten duur
verkopen.
Ze vroeg de bediende hem binnen te
laten komen. Hij was in battledress en
had een linnen tas aan een riem over
zijn schouder hangen.
„Ik kom afscheid nemen", zei Smith.
„Ik ga naar het front om dit en
hij klopte even op de tas naar ja
neraal Ritchie te brengen. Ik weet
niet of en wanneer ik zal terugkomen."
TJEKMATH keek nieuwsgierig naar
de tas. „Is het zo belangrijk? Moet
je heus vanavond nog weg?"
„Ja", zei hij.
„lEen ogenblikje dan", zei Hekmath
terwijl ze achter een scherm ver
dween. „Ik zal mijn laatste nummer
afzeggen, en dan ga ik met je mee."
Hij schudde het hoofd, en toen zei ze
snel: „Dan gaan we naar mijn woon
boot om een laatste glas te drinken,
lieveling."
Van alles wat er die avond nadat
Smith en de Egyptische danseres naar
haar woonboot waren gegaan, is ge
beurd, kunnen we alleen afgaan op het
relaas van Hekmath Fathmy en John
Eppler want Smih zelf is dood en
zijn versie zullen we dus nooit te ho
ren krijgen.
Hij pleegde zelfmoord door met zijn
auto in een mijnenveld te rijden vlak
voor de slag van Alam Haifa. De Duit
sers hebben zijn lijk gevonden.
Opgewonden
A/JAAR de versie, die hij niet meer
kan tegenspreken, is de volgende:
Even voor middernacht werd er op
de deur van Epplers woonboot ge
klopt en Hekmath Fathmy kwam bin
nen. Ze droeg alleen maar een zijden
peignoir en haar haar hing op haar
schouders. Ze was erg opgewonden.
„Gauw, kom mee." fluisterde ze en
wenkte hem haar te volgen. In het
donker slopen zij langs de boot van de
officier van de Inlichtingendienst naar
haar eigen boot. Voorzichtig duwde ze
de deur van haar slaapkamer open zo
dat Eppler naar binnen kon kijken.
Op het bed lag majoor Smith zwaar
te snurken. Zijn uniform was over een
stoel gegooid'. Hekmath sloot de deur en
wees naar de tafel waarop een linnen
schoudertas lag
„Het is in orde," zei ze tegen
Eppler. „Ik heb iets in zijn whis
ky gedaan.... hij zal voorlopig niet
wakker worden, en dan ben ik
weer bij hem. Maar kijk eens even
naar die papieren!" Ze sprak lui
der. „Ik heb ze vluchtig doorge
zien het is precies wat we moe
ten hebben!"
En zo was het. Bijna, in elk geval.
Het was een uiterst geheime lijst van
de afdelingen, de Nieuwzeelanders, de
Zuidafrikanen, en de Australiërs, die
naar Egypte zouden komen om de
laatste verdedigingslinie te vormen
voor Alexandrië en de Nijl.
De lijst bevatte ook alle details over
een nieuwe pantserbrigade die in de
strijd zou worden geworpen. Zij ver
meldde het aantal nieuwe mijnen,
250.000 in totaal die onderweg wa
ren om de linies te versterken. En niet
alleen dat de lijst bevatte medede
lingen die voor Rommel van het aller-
grootse gewicht waren: dat de voor
naamste Britse verdedigingslijn bij
Alamein zou liggen, en niet verschei
dene mijlen westelijker, zoals Rommel
had aangenomen. Het enige wat er
niet in stond was of er al dan niet een
nieuwe Engelse commandant zou ver
schijnen.
Snel schreef Eppler de details over,
drukte de Egyptische even dankbaar
tegen zich aan, zag haar verdwijnen
in haar slaapkamer en sloop toen
snel terug naar zijn eigen boot. Daar
werd hij opgewacht door een al even
opgewonden Monkaster. Met bevende
hand gaf deze hem een vel papier.
..Ik heb contact gekregen, John," zei
hij hees.
Op het papier stonden de woorden:
„HALLO CONDOR - HALLO
CONDOR ABELE WEBER IN
BRITSE HANDEN. JULLIE WOR
DEN AFGELUISTERD. ZEND AL-
Adverten tie
LEEN ALLERBELANGRIJKSTE
BERICHTEN. VANAVOND 24 UUR
VERWACHTEN WE OPROEP."
Eppler zei gejaagd: „We moeten ze
nu direct oproepen, begrepen? Pro
beer ze te pakken te krijgen."
Al bleven ze uren achter elkaar roe
pen, er kwam geen antwoord. Om acht
uur 's morgens dronken ze, vermoeid
en verontrust, grote glazen whisky
bij wijze van ontbijt. Ze begrepen er
niets van. „Laten we het morgen nog
maar eens proberen," zuchtte Eppler.
„lEerst gaan we ons bedrinken in de Kit
Kat."
Een uur later zaten er twee dron
ken spionnen te drinken aan de bar
van de nachtclub. Ze voelden zich ver
re van prettig.
Nu hadden ze dan eindelijk alle ge
gevens maar zouden ze tegen mid
dernacht nog vrij zijn om ze te kun
nen doorseinen? Ze konden niets an
ders doen dan afwachten
Een fout
pN terwijl zij zaten te wachten werd
het net om hen heen strakker aan
gehaald. Want er was iemand bij
hen komen zitten aan de bar en ze
spraken Arabisch met eikaar. Eppler
dacht dat hun metgezel een Egypti
sche Kopt was en Amir Bey heette.
Maar dat was niet zo.
Zijn werkelijke naam was majoor
Alfred William Sansom. En hij was
een van de handigste agenten van o'e
Engelse tegenspionage in het Mid
den-Oosten.
ZOALS ZO VAAK TIJDENS DE
OORLOG, HAD DE DUITSE GE
HEIME DIENST EEN GROOT RI
SICO GENOMEN EN DAARNA
EEN ZEER ELEMENTAIRE
FOUT BEGAAN.
Advertentie
Van onze Amsterdamse redactie
AMSTERDAM. Nederland zal in
het vluchtelingenjaar 1959-'60 op zyn
minst een bedrag van twee miljoen
gulden moeten opbrengen. Dat geld
is nodig om een aantal krotkampen
in Noord-Duitsland, nabij Ohmstede
en Friedrichsfeld, op te ruimen. Voor
de bewoners ervan, 877 Letten, Bal
ten, Esten en Polen, worden huizen
gebouwd, hun opleiding wordt ver
zorgd en bun sociale aanpassing ge
regeld.
Verder zal Nederland een groot
aantal minder kostbare projecten en
tameren, zoals de bouw van een
tehuis voor bejaarde vluchtelingen,
de installatie van een zg. „bloedbank"
ten behoeve van gratis verpleegde
refugees in het Pammakararistos-
ziekenhuis in Athene, en uitbreiding
van het kinderherstellingsoord voor
t.b.c.-gevallen onder Armeense vluch
telingen in Kastri (Griekenland).
In totaal heeft de hoge commissaris
voor de vluchtelingen twintig mil
joen dollar nodig om de opruiming
van de 129 Europese kampen in
Duitsland, Oostenryk, Italië en Grie
kenland te financieren. In totaal be
vinden zich daar circa dertigduizend
refugees. Meer dan de helft van deze
ongelukkigen verblijven reeds langer
dan tien jaar in armoedige afzon
dering.
Het mandaat van de hoge commis
saris strekt zich ook uit over 110.000
andere vluchtelingen, die echter niet
in kampen zijn ondergebracht, maar
die overal in Europa aan de zelfkant
van de maatschappij een bestaan pro
beren te vinden. Het geld dat in het
vluchtelingenjaar bijeen wordt ge
bracht is ten dele bestemd om het
probleem dat deze mensen vormen,
op te lossen.
Nog steeds huizen in Europa
dertigduizend vluchtelingen in
krotkampen. Terwijl om hen heen
moderne gebouwen uit de grond
zijn geschoten, wachten sommigen
van hen al meer dan tien jaar op
een menswaardige woongelegen
heid.
Koningin Juliana heeft reeds een
groot bedrag ter beschikking gesteld
voor een project, waarby aan ouden
van dagen hulp wordt geboden. Zy
hebben hun kamp verlaten en kunnen
zich nu een eenvoudig zelfstandig
bestaan opbouwen. Ook prins Bern-
hard en prinses Beatrix hebben het
Nederlands comité vluchtelingenjaar
geld geschonken. De Nederlandse
jeugdgemeenschap stelde een bedrag
van 27.000 gulden beschikbaar. Het
gironummer van het vluchtelingen
jaar is: 195960. Het jaar is op 1 juni
ingegaan en eindigt op 1 juni 1960.
DE korporaal van het Algemeen Hoofdkwartier in het Midden-
Oogten sloeg de laatste spijkers in de zijde van de woonboot
in de Nijl. „Alstublieft, mijnheer" zei hij. „Met die antenne
kunt u niet alleen naar de hele wereld luisteren, u zou zelfs
Hitier zelf een boodschap kunnen overbrengen als u dat wilde
„Dank je, korporaal," zei John Eppler, de Duitse spion. „Nu
moet je me excuseren, want ik ga direct Berlijn oproepen."
A Deze man is John Eppler.
m Hij was Bommels meester-
spion in Kairo. Voor liem
speelden twee nachtclub
meisjes een beslissende rol. Een van
hen bracht hem een tas met de
hoogste Britse geheimende
ander was de eerste onder zijn
vijanden om hem als een Duitse
spion te ontmaskeren
Sadaat onderzocht het toestel en be
vestigde dat er niets aan mankeerde.
Nu was Eppler diep terneergeslagen.
Waarom wagen wij hier ons leven,
als zij niet eens de moeite nemen te
antwoorden als we hen oproepen?"
vroeg hij.
Hij zag heel goed in dat er niet veel
tijd m.eer was. Alle nieuwsbulletins
en zelfs de gecensureerde verhalen in
de Egyptische kranten wezen erop
dat het ogenblik voor de grote slag in
de Nijldelta met rasse schreden na
derde.
Op straat joelden de studenten spot
tend als er Britse troepen voorbijkwa
men. De blinden voor de ramen wer
den gesloten en de café's waren leeg.
Dit de schoorstenen van het Al
gemeen Hoofdkwartier Midden-
Oosten stegen rookwolken op en
stukjes verschroeid papier fladder
den in de goten van de Tuinstad.
Men was bezig met het vernietigen
van uiterst geheime documenten.
(De dag waarop de meeste papie
ren werden verbrand werd later
door de troepen van het hoofd
kwartier met „Aswoensdag" aan
geduid.)
Wilde Eppler zijn opdracht nog kun
nen uitvoeren dan zou hij heel gauw
over de allergeheimste inlichtingen
moeten kunnen beschikken.
Feiten
ROMMEL wilde duidelijke en meer
concrete inlichtingen dan de bar-
praatjes die Eppler tot nu toe had
verzameld. Hij verlangde feiten die
invloed zouden oefenen op het lot van
Egypte en misschien op het verloop
van de hele oorlog.
1 Waar zullen de Engelsen hun
posities plaatsen als ik mijn laat
ste aanval begin?
ey Over welke strijdkrachten en hoe-
1 veel manschappen, tanks en ka
nonnen zullen ze kunnen beschikken?
ij Wie zal hen aanvoeren?
Dit waren de inlichtingen die Eppler
moest hebben, en hij vertrouwde meer
op Hekmath Fathmy dan op zijn con
tacten onder de Egyptische officieren
om die in handen te krijgeh.
Intussen zwierf hij door clubs en ca
barets, in de hoop flarden van een
gesprek op te vangen waaraan hij
wat meer houvast zou hebben.
Hij ging naar de Turf Club, waar
van Britse officieren tijdelijk lid kon
den worden, vermomd als een luite
nant van de jagers, en was voor ieder
een buitengewoon royaal.
Achterdocht
TT IJ hoorde veel geringschattende
■tl opmerkingen over de tegenwoor
dige leiders van het Achtste Leger,
maar niets over degenen die hen zou
den vervangen; en haastig blies hij
de aftocht toen hij zag dat een officier,
die hem een poosje achterdochtig had
gadegeslagen, naar de telefoon ging.
Dat was verstandig, want die offi
cier belde de militaire veiligheids
dienst op. ,.ïk weet zeker dat die kerel
fout is" zei de officier. „Hij betaalt
altijd met Engelse bankbiljetten van
een pond. Hoe is hij daaraan geko
men? Zeker overgesmokkeld uit En
geland. En trouwens hebben jullie
al eens gehoord van een luitenant der
jagers die nooit een ander voor zich
laat betalen?"
Maar toen de Militaire Veilig
heidsdienst verscheen, was Epp
ler verdwenen. De bankbiljetten
waarmee hij had betaald werden
in beslag genomen en naar de In
lichtingendienst gebracht.
Eppler liet geen steen op zijn plaats
bij zijn pogingen de zo zeer begeerde
inlichtingen in handen te krijgen; er
waren nogal wat stenen in Kairo tij
dens die koortsachtige dagen en ze
vormden vaak een schuilplaats voor
zeer merkwaardige lieden. In de grote
cabarets en hotels kocht hij alle dan
seressen en obers om.
Omkoperij
rPIJDENS al die zwerftochten gaf
Eppler veel geld uit. Hij gaf het
uit om mensen om te kopen, aan eten
en drinken en aan vrouwen.
„Als je zulk werk doet als ik kun
je je net zo goed amuseren zo lang
dat mogelijk is," zei hij later. „Je
weet nu eenmaal dat je nooit oud
zult worden. Dus je maakt plezier
terwijl je werkt en je probeert
maar niet te denken aan het vuur
peloton."
Als Eppler maar een beetje ver
standiger te werk was gegaan had het
Van het moment dat hij in
Kairo aankwam had Eppler ge
luk gehad. Hij had een van de
gevaarlijkste anti-Britse agen
ten gevonden die hem zou hel
pen bij het uitvoeren van zijn
opdracht. Haar naam was Hek
math Fathmy. Zij was een dan
seres die optrad in de nacht
clubs van Kairo, en die in haar
vrije tijd met vele Britse offi
cieren uitging.
Zij was het die Eppler een tas
vol geheimen in handen zou spe
len, die ze had weggenomen van
een majoor van de Britse staf.
Maar die episode lag nog een
paar weken verder
De eerste taak
XJAAR eerst* opdracht was een veilige
basis te zoeken voor Eppler en
zijn radiotelegrafist Monkaster. van
waar uit ze berichten zouden kunnen
doorgeven naar de luisterposten van
de Nazi's in de westelijke woestijn,
Athene en Smyrna.
Ze huurde een zeer luxueus in
gerichte woonboot die gemeerd la.g
aan de Nijloever in de voorname
buitenwijk van Kairo, Zamalek.
De huur bedroeg honderd pond per
maand. Eppler kon zich dat veroorlo
ven. Hij beschikte nog over het hele
bedrag van tachtigduizend pond dat de
Abwehr (de Duitse spionage-organisa-
tie) hem had meegegeven.
Hekmath zelf had een woonboot die
twee plaatsen verder lag. Daartussen
in lag de boot van een majoor van het
Inlichtingencorps van het algemeen
hoofdkwartier Midden-Oosten. „Het is
een prachtige camouflage", meende
Eppler. „Niemand zal ons vlak naast
een Brits agent zoeken!"
Het was de korporaal van de majoor
die Eppler hielp met het aanleggen
van zijn antenne natuurlijk niet ver
moedend dat die bestemd was om naar
de Duitsers te seinen.
En de majoor werd herhaaldelijk uit
genodigd om iets te komen drinken of
om een partij golf te gaan spelen. De
majoor ontdekte pas toen het einde
kwam dat zijn buren, die aardige jon
ge Egyptenaar en de zwijgzame Ame
rikaan, Nazi-spionnen waren.
Iedere nacht zaten Eppler en Mon
kaster bij het toestel om te proberen
contact te krijgen met Abele en We
ber, hun beide kameraden die veron
dersteld' werden, de luisterpost in de
woestijn te bezetten. Maar behalve
de ontvangstbevestiging van hun eer
ste bericht kwam er geen antwoord.
Ook bleef het stil wanneer zij van golf
lengte veranderden en Athene en
Smyrna opriepen. Zij konden ook niet
weten dat Abele en Weber door de En
gelsen gevangen waren genomen en nu
in Kairo ondervraagd werden; en dat
de Abwehr om die reden voorlopig stil
te betrachtte.
Geen antwoord
ZE waren bang dat er iets aan hun
toestel mankeerde, en de hele dag
zat Monkaster eraan te morrelen.
Toen de Abwehr steeds bleef zwijgen,
zei Hekmath Fathmy: „Ik zal iemand
meebrengen die alles van radio's af
weet. Hij zal wel ontdekken wat eraan
mankeert."
Van het begin af is de rol, die
Hekmath Fathmy in het complot
speelde, altijd een groot raadsel
geweest.
Door welke ingekankerde haat werd
dit mooie danseresje verteerd, waar
om wilde ze niets liever dan de Brit
ten treffen, beledigen en vernederen
gedurende die kritieke zomer in Kairo
in 1942?
Waarom bleek ze zo bereid de Duit
se spion in ons midden te helpen?
Toegegeven moet worden dat het
een stadium in de oorlog was waarop
vele Egyptenaren probeerden zich vei
lig te stellen toen onze mooiweer-
vrienden dekking zochten, en de ver
raders in het daglicht traden.
Maar toch was het niet direct de
taktische situatie die Hekmath Fathmy
zo anti-Brits maakte. Een hele tijd had
zij de Duitsers inlichtingen doorgege
ven door middel van een official bij
de neutrale Zweedse ambassade. Ze
woonde vergaderingen bij van de fa
natieke Moslem-broederschap en dien
de als koerierster tussen de leiders
van die beweging en anti-Britse offi
cieren van het Egyptische leger.
Onze agenten die de opdracht had
den haar te schaduwen verdaagden
soms in de wonderlijkste omgeving.
Ze placht soms binnen het tijdsver
loop van een uur van de dansvloer van
een cabaret te verdwijnen om naar
een belangrijke politieke vergadering
te gaan in een moskee in de Oude
Stad of de kamer van een Brits offi
cier te ruilen voor de salon van een
jonge Egyptenaar die had gezworen
de Engelsen in zee te jagen.
Terwijl ik naar haar keek als ze
danste in het Kit Kat cabaret in Kairo
betrapte ik me er steeds op dat ik geen
hoogte kon krijgen van Hekmath Fath
my.
Charmant
ZE was een van de vurigste danse
ressen die ik ooit heb gezien. Haar
gezicht vertoonde een extatische uit
drukking, terwijl zij zich steeds wil
der bewoog, haar heupen wiegend en
deinend, terwijl zij met de vingers
knipte. Als zij danste vroeg ik me af:
Wat zou er met dat meisje gebeurd
zijn, dat ze ons zo intens haat?
Ofschoon ze nog leeft en weer op
vrije voeten is, ben ik daar nog steeds
niet achter gekomen.
Voor John Eopler was ze juist het
werktuig dat hij nodig had. Ze was
schrander, bekoorlijk en mooi. Ze had
massa's vrienden, zelfs onder haar
vijanden. En ze wilde graag haar le
ven in de waagschaal stellen om hem
te helpen die inlichtingen te verkrijgen
die het Duitse leger naar Egypte zou
den brengen.
Die avond bracht ze een jonge luite
nant van het Egyptische leger mee die
Anwar al Sadaat heette. Sadaat nu
minister in de regering van president
Nasser was destijds een van de lei
ders van de anti-Britse groep van jon-
§e officieren. (Nasser zelf was in de
oedan gestationeerd)Hij was het die
het sein zou geven voor de grote op
stand van het Egyptische leger, als
Rommel erin zou slagen door te bre
ken.
Sadaat had in het begin niet veel
respect voor de Nazi-spionnen met wie
hij zou moeten werken.
„Toen ik bij de woonboot aanbelde"
zei hij, „deed Hekmath de deur open.
De twee Duitsers waren er. Ik keek
eens om me -heen en had al gauw door
wat voor een leventje die twee jonge
Nazi's leidden.
Het leek wel iets uit Duizend en
Een Nacht. Het was duidelijk dat
Eppler en Sandy zijn naam voor
Monkaster) in deze weelderige om
geving maar al te gauw zouden
vergeten waarom ze eigenlijk naar
Egypte waren gezonden.
Ik keek om me heen om te zien
waar de zender stond. De kamer
scheen vol te staan met flessen par
fum en whisky. Eppler nam me mee
naar de hal en liet me een radiogram
mofoon zien met een deksel van ge
beeldhouwd hout.
Handig
/ANDER dat deksel zat de gewone
A/ pickup met draaitafel, maar toen
hij op een knop drukte ging het boven
stuk van 'het toestel omhoog en zag ik
een ruimte die groot genoeg was voor
een zender en een telegrafist. Er
brandde een klein lampje in, en als de
telegrafist er eenmaal in zat werd hij
aan het gezicht onttrokken door het
bovenstuk dicht te doen. Terwijl hij
bezig was speeld'e de grammofoon dans
muziek. Er zou een knappe kop nodig
zijn om te raden dat er binnen dat
ogenschijnlijk zo doodgewone meubel
een geheime zender was verborgen
waarmee berichten konden worden
doorgegeven aan de Wehrmacht."