Vooruitgang van Oude belaagd door roddel Érniida, m, maastrichts Met vallen en opstaan op zoek naar nieuwe mogelijkheden E' H N J KAPPIE en de SPREKENDE PAPEGAAI I Hï Limburgse mijnen in beroep bij hof van justitie E Uit de kerken Woensdag 10 juni 1959 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 Keihard Krachtig verzet Welke groep? Voorlichting Geen koek en ei a 1111 li 11111 n 11 in 11 n 1111 n FLITS GORDON in het I heelal Koning Paul genezen Openbaarheid gewenst Van een speciale verslaggever Oude Pekela is wel eens een onbestuurbare gemeente ge noemd. De tegenwoordige eer ste burger, drs. J. A. C. van Burg, een jonge man, socioloog met ervaring in verschillende delen van ons land, zegt dat niét. Zijn strijd voor verheffing van een gemeenschap van een kleine achtduizend zielen en voor verbetering van de levens omstandigheden stuit op wan begrip, soms op openlijke te genstand en meermalen op achterbaks gewroet. Er zijn conflicten, zelfs in het gemeen tebestuur en bij de gemeente lijke diensten. Het woord „fraude" is herhaaldelijk ge vallen, niet alleen in de konke lende gemeenschapjes, waar van Oude Pekela er vele heeft, maar ook in de raadsvergade ring en in de krant. Toch herhaalt burgemeester Van Burg de woorden van één van zijn voorgangers niet. Oude Pekela is bestuurbaar, zij het zeer moeilijk. Er is, met vallen en opstaan, een weg te vinden om de sociale achterstand in te lopen en nieuwe mogelijkheden te scheppen. Dat de medewerking van de rege ring tegenvalt ('Oude Pekela werd niet tot industriekern aangewêzën) en dat een deel van de bevolking te genwerkt. kan niet verhinderen dat de goedwillenden in Oude Pekela stapje voor stapje verder komen. Terwijl de fraudezaken (waarin ook de naam van de burgemeester be trokken wordt) worden nageplozen en de gemeente gonst, van geruchten over alle mogelijke dingen, die niet zouden deugen, wordt er moedig doorgewerkt om die voorzieningen te krijgen, die Oude Pekela tot een wel varende gemeente kunnen maken. OUDE PEKELA is een keiharde samenleving. De geschiedenis van dit dorp is omstreeks 1600 begon nen. De venen werden ontgonnen en de „kamers" -t' zóttls de arbeidershuizen toen zonder veel prétentie werden genoemd werden gebouwd. Later ontwikkelde zich uit de turfvaart een belangrijke zeevaart en een bloeiende scheepsbouw was daar weer het gevolg van. Er ontstonden ook veel ncvenbe- drijven. Een geweldige economische val in de tweede helft van de vorige êeuw heeft er toe geleid, dat Oude Pekela de bakens moest Verzetten en op de stro kartonindustrie Over moest schakelen. Deze is voor de welvaart van de ge meente niet raêer voldoende. Er zal méér industrie moéten komen. Een deel van de gemeentenaren hééft een goed bestaan, een ander groot deel van de bevolking leeft nóg ónder moeilijke omstandigheden. Er heerst nog een grote mate van onmaat schappelijkheid. Oude s VENWEL: wij hebben in pekêla ook veel goede dingen ge zien. Maar de achtergrond van sociale misstanden is onmisbaar wan neer men tot begrip wil komen voor de verhoudingen in déze kléine ge meenschap, de grote tegenstellingen, dé onderlinge strijd. Het Zóu te optimis tisch zijn om ze tè beschouwen als de laatste stuiptrekkingen in hêt verzet tegen een nieuwe tijd, want dit verzet ia nog krachtig. Hét is nlêt een uit Eigen nleuwsdiénst HEERLEN. De Vereniging „De! gezamenlijke steenkolenmijnen inj Limburg" is in beroep gegaan bij het hof van justitie van de Europese gemeenschap voor kolen en staal te- gen een uitspraak van de Hoge auto riteit. De Nederlandse steenkolenmijnen had den dit lichaam nl. verzocht een be schikking te treffen, waarbij de zg. Bergmannspremie in striid met het K.S.G.-verdrag werd verklaard. Maar de Hoge autoriteit heeft dit verzoek on langs van de hand gewezen, De Bergmannspremie dateert al van februari 1956. toen de Wesiduitse rege ring een belastingvrije subsidie op de kolenprijs toekende ten gunste van dé ondergrondse mijnwerkers en ten laste van de openbare middelen, en wel van DM 2.-- per ton. In sociale sfeer Na aanvankelijke bezwarón van de Hoge autoriteit trok de Bondsrégèring een andere subsidie in de sociale sfeer, waarna de Hoge autoriteit zich ten slotte] akkoord verklaarde met de Bergmanns premie. In september 1957 hebben de Neder landse mijnen de zaak aanhangig ge maakt bij het hof van justitie in Lu xemburg. maar om formele redenen was een procedure hierover toen niét mogelijk. Nu dc Hoge autoriteit in een beschikking haar fiat aan de Duitsè premie heeft gegeven, kan dat wel. Als argument voor haar standpunt heeft de Hoge autoriteit o.m. aange- voerd dat de belangen van de Néder-1" landse mijnindustrie door de Bergmanns premie niet worden geschaad. conservatisme voortgekomen natuur lijke weerstand tegen dingen, die gaan veranderen, maar een weloverwogen, principieel verzet. Het verliest slechts langzaam, heel langzaam terrein en wie in Oude Pekela zijn oor te luisteren legt krijgt de indruk, dat het verzet weer eens een van zijn voorspoedigste perioden beleeft. Oude Pekela is een van de Oostgro- ningse gemeenten, waarin het geld een voorname rol speelt en waar de tegen stellingen tussen de standen scherp zijn. Evenais in Beerta en Finsterwolde heeft dit geleid tot een flinke aanhang aan het communisme; in Oude Pekela is dat communisme weer iets anders geaard dan in de naburige gemeenten, hel lijkt minder gebonden aan vast staande partijprograms. Maar één van elke vijf stemmen wordt in deze ge meente op een communistische lijst uitgebracht. "ET INKOMEN van de burgers be taalt in welke „groep" ze thuis >ehoren. Bijvoorbeeld in welke ke- gelelub. Terwijl wen in grote delen van ons land tevergeefs een kegelelub zal zoeken, vindt men er in Oude Pekela vier. Elke stand heeft er één. Op som mige van die kegelclubs wordt niet alleen gekegeld. Er wordt ook gepraat. Er worden tegenstellingen geschapen en bevorderd. Niet op al deze kegel clubs wordt waarderend gesproken over de veranderingen, die de toe komst van Oude Pekela ten goede zouden kunnen konten. Wat moet er dan veranderen? Men wil het veenkoloniale karakter van Oude Pekela wijzigen. Het moet een centrum krijgen. Dc plaats moét ,.in elkaar worden geschoven". Er moet natuurschoon gecreëerd worden. Een ander sociaal-cultureel klimaat moet worden bevorderd. Er moet iets tegen het vuilwaterprobleem worden gedaan. Er ztjn er in Oude Pekela. die tegen de burgemeester zeggen: „U doet een hele hoop. Ik ben er tegen, rhaar in uw plaats zou ik het ook doen." Dat zijn dan de besten, die dat zeggen. Er zijn êr ook, die morren en zich openlijk of in het geniep verzetten. Soms zijn ze lid van één van de kegelclubs. Maar de burgemeester en zij, die hem steunen, gaan door. Er worden wijkcentra gesticht. Er is een woon- school, waarin men zich kan leren aanpassen aan nieuwe woningen, öp hét gebied van onderwijs wordt veel gedaan. De stimulansen komen vaak van de inwoners, die men „import" noemt. Die import heeft het niet ge makkelijk, want zij stuit op een kei harde samenleving. Er zijn voorbeel den van predikanten, die hun roeping wilden nakomen en de sociaal achter lijke groepen hun eerste en grootste aandacht schonken. Ze zijn êr niet ge bleven, evenmin als ambtenaren, die initiatieven namen om bepaalde ver enigingen op een hoger niveau té brengén. ET werk gaat intussen door. Met voorlichting moet er iets te be reiken zijn, Voorlichting moet namelijk iedere vernieuwing, welke er tot stand komt, begeleiden. „Het kan sociaal en cultureel", zeggen de góed- willenden. En ze noemen een licht puntje: een schoolconcert op een vrije woensdagmiddag viel er reusachtig in; 80 pet. van de leerlingen kwam vrij willig. Misschien is het de jeugd, die Oude Pekela nieuwe kansen biedt. We zijn in Oude Pekela vriendelijk! ontvangen; we hebben de argwaan niet van de gezichten gelezen. We hebben wél duidelijk iets gevoeld van een ge laden sfeer. Iets van verzet. Het gonzen van de geruchten ontgaat niemand, die met open oren in Oude Pekela een kop koffie drinkt. Hij hoeft er niet eens voor naar de kegelclub. Die fraude is helemaal niet een zake lijke kwestie. Er zit iets in van de tegenstellingen, liet verzet, het elkaar ulet begrijpen en waarderen, de kei harde Oost-Groninger instelling. De directeur van Gemeentewerken wordt er in genoemd. Over zijn benoeming is indertijd al veel te doen geweest. 111) stond nummer twee op de voordracht, maar de c.p.n.-groep, nog boos over de reactie op Hongarlle, bewerkte zijn be noeming. De p.v.d.a.-candidaat, die op nummer één stond, werd niet gekozen. Een poos later heeft het college van B, en W. bewerkstelligd, dat de wo ningen niet meer werden gebouwd onder architectuur van Gemeente werken; dat is immers in de meeste andere gemeenten ook niet gebruikelijk. Hier ligt, zo zelden B. en W„ een taak voor particuliere architecten. Boven dien wilden zij openbare aanbeste dingen. De zaak gaf veel deining. Er waren twee kampen, ongeveer in de verhou ding van de beide stemmersgroepen in de gemeenteraad bij de verkiezing van de directeur van Gemeentewerken. Vooral het feit, dat bij de reorganisatie van Gemeentewerken drie man moesten worden ontslagen maakte de tegen standers van het beleid van B. en W. boos. N hoe staan de zaken bij Gemeente werken? Daar is het ook geen koek en ei. Twee ambtenaren zijn elkaar bijna te lijf gegaan om het ovcr- plnkken van verkiezingsbiljetten door de een over dié van de partij van de ander. Er zijn sociale en politieke tegenstellingen. Dè verschillende groe pen van het „team" komen om beurten klagen bij B. en W. en bij de raads leden van hun eigen politieke groe pering. In deze troebele verhoudingen is het woord fraude genoemd. Ge p.v.d.a- wethouder P. BosChma, gewezen vak bondsbestuurder, thans analist, kwam met de klacht, dat er bij Gemeente werken „geknoeid" is. Eerst is er intern een onderzoek ingesteld. Er bleek véél van de tegenstellingen Uit, te weinig van de fraude. Toen is er een raadsvergadering uitgeschreven. De raad besloot, een officieel onderzoek te laten instellen. Het architectenbureau Broos en het bureau van de Ver. Ned. gemeenten namen het onderzoek op zich. Maar er was een raadslid, een zekere heer E. J. Scholtens, vroeger voorzitter van de k.v.p.-afdeling maar na een royement met een eigen lijst uitgekomen, die bovendien nog een s raadscommissie wenste. Met steun van Zo bespreken oude Oud Pekelaars de verandering die zich in hun dorp voltrekt, gezeten op een der vele turfpramen, aan de rand van het Pekelder Hoofddlep. 200 HET was al diep in de nacht, toén hij op de Olijfberg aankwam, waar de executies plaatsvonden. Dicht aaneengerijd stonden daar honderden kruisen. Waar eens de olijfterrassen waren en de maga zijnen van de gebroeders Chona hadden gestaan, stonden nu over al kruisen, waaraan naakte, gegé selde mannen hingen, die dóór krampen misvormd waren en wier hoofden opzij hingen. Hun kaken hingen los en loodkleurig waren hun oogleden. Ten slotte vond hij, die hij zocht. Om het gele gezicht was écn ver wilderde baard gegroeid. Het ge zicht was niet eens meer geel, doch eerder grauw, en een dikke, beslagen tong hing uit de openge sperde mond. „Haalt hem eraf!", zei Jozef. Hij zei het heel zacht en het spreken kostte hem moei te. De woorden bleven in zijn keel steken en hij slikte. De provoosten aarzelden. Eerst moest kolonel Pronto geroepen worden. Het duur de onzegbaar lang voor Jozefs ongeduld. Het leek hem, alsof die man met z'n gele gezicht stierf, terwijl hij hief aan zijn voeten wachtte. Dat mocht niet. Het ge sprek tussen hem en Justus was nog niet ten einde. Justus mocht niet sterven, voor het ten einde was. Eindelijk kwam Fronto. Hij was slaperig en nijdig en had een ver moeiende dag achter de rug. Hof felijk als altijd luisterde hij naar Jozefs wensen en gaf ogenblikke lijk bevel de man van het kruis te nemen en aan Jozef te geven. „Nu hebt u er nóg vijf te góed", constateerde hij en maakte weel een aantekening op Jozefs tafeltje. „Afnemen! Afnemen!", beval Jo zef en wees de dichtstbijzijnde vijf aan. „Nu kunt u er geen meer krijgen", constateerde de kolonel. De man met het gele gezicht was vastgespijkerd geweest. Jozef (Advertentie) zond om dokters. De man met het gele gezicht kwam door dê pijn tot bewustzijn, zonk toén wéér weg, waarna de pijn hem opnieuw tot bewustzijn bracht. De doktèrs kwamen. Deze man was een jood* profeet, vertelde men en in óp- dracht van de prins van het kruis genomen. Zoiets kwam niet dik wijls voor en de beste dokters van het kamp interesseerden zich voor het geval. Jozef vroeg hun me ning, maar ze bleven erg voorzich tig in hun uitspraak. Eerst na een dag of drie Zouden ze kunnen zeg gen of de man het zou halen. Jozef liep naast de baar, waar op men Justus naar het kamp bracht. Justus had hem niét her kend. Jozef was doódfnoe, maar volmaakt rustig en sprak in zijn hart het gebed uit, dat men spreekt als iemand uit een groot gevaar wordt gered. Slapen had hem geen verkwikking gebracht, eten had hem niet verzadigd, boe ken hadden geen inzicht gebracht en succes geen voldoening, Wan neer Justus dood was geweest of verdwenen. Dan had hij zijn boek zonder enige inspiratie, zonder énig geluksgevoel geschreven. Maar nu is die man er, om zich met hem te meten, en hij is de énige, dié de moeite Waard is. „Jullie doctor Jozef is een schoel je". Een woord horen is heel iets anders dan een woord spreken, daar had deze man aan moéten denken. Er is een diepe rust over Jozef gekomen. Hij slaapt lang en goed en bijna tot de middag. Hij gaat naar Justus' sponde. De dok ters blijven nog steeds heel voor- zièhtig in hun oordeél. Jozef vèr- laat het ziekbed niet. De gehele dag ligt de man met het gele ge zicht zonder tot bewustzijn te ko men. De tweede dag begint hij te ijlen; hij ziet er uit om bang van te worden. De dokters halen de schouders op en geloven niet meer dat hij hét haalt. Jozef zit aan het ziêkbed. Hij eet niet, komt niet uit dé kleren en zijn baard begint te groeien. Hij vraagt Jah- ve waaróm hij hem bij zijn wildé, Wisselvallige léven 20 vaak ge spaard hééft als hij hém r.„ d:'. gesprek met Justus niét Wil gun nen? De prins zendt hem een bo- dê. Berenice zendt hem een bode, of hij niet naar Thekoa wil kó men. Jozef luistert niet. Hij zit aan het ziekbed van Justus, kijkt onafgebroken naai- de zieke en herhaalt de gesprekken, die hij mét hem heeft gehad. Hun ge sprek is nog niét ten einde. Jus tus mag niet sterven. Op ds vierde dag van zijn ziek te amputeerden de dokters de man zijn linker arm. De achtste dag dêêldén zé Jozef medé, dat hij geréd was. Toen Jo2«f wist, dat Justus bui ten gevaar was, verliet hij zijn ziekbed, liet een som gelds ach ter en bemoêidè zioh verder niet met hem. Hoe graag hij zich over al ook liet gelden, hij stelde er toch geen prijs op, dat Justus hem als zijn lfevenaredder zóu begroe ten. Eens zou het gesprek met Justus worden voortgezet. En dat was voldoende. (Wordt vervolgdj Advertentie alleen als de zaak van alle kanten |t Vip a.r. en c.p.n. kreeg hij dat ér j tegelijk wordt aangepakt: economisch^ nóg door ook S Deze heer Scholtens heeft zich zeer s boos gemaakt over het feit. dat de bur- gemeoster thans de recherche in de zaak heeft gemengd. Maar de burge- meester deed dat op aandrang van de bureaus, die het onderzoek op zich hadden genomen. In zijn boosheid kwam de heer Scholtens met een ver wijt aan de burgemeester, een verwijt, dat hij daarmee uil de giftige sfeer van achterbakse praat, die helaas in Oude Pekela nog steeds heerst, te voorschijn haalde: met de verbouwing van de ambtswoning van de burgemeester zou het ook geen zuivere koffie zijn. Lang niet alles, wat de burgemeester zelf moest betalen, zou vereffend zijn. Petrus Regout legde 125 j»*r gele den in Maastricht de grondslag van de aardewerk-industrie. Thans de N.V Sphinx-Céramique, eeh bedrijf van meer dan 4000 wer kers, Hier begint de triomftocht van Maastrichts Aardewerk over heel de wereld. Ook het moderne Maastrichts aar dewerk wordt hier volgens de nieuwste methoden gemaakt. Vakkundige ontwerpers garanderen een verantwoorde vormgeving cu een decoratief kleurenspel. De technische outillage staat borg voor kwaliteitsproducten. Het is waardewerk waarop Petrus Regout trots zou zijn. Let op deze merken, dan hèeft U een goed product AARDEWERK én dan natuurlijk van de N.V. sfWiHx.ctaawiauE VfH PETRUS SE80UI, MAASlmCHT Dc rechtbank in Arnhem heeft de 23- jartge Arnhemse constructie-arbeider B. J. S. gisteren wegens het plegen vart een overval op een alleenwonende weduwe, een kruidenièrster. veroordeeld tot drie reerd. Donderdag zal hij het ziekenhuis jaar gevangenisstraf. verlaten. r\'-. ZURICH (Reuter). Koning Paul' van Griekenland is volledig genezen na I de oogoperatie die hij onlangs heeft on- dergaan. Dit is dinsdag in Zürich bé kend gemaakt waar de koning is geope- ADERHAND is gebleken, dat het; hier gaat om rekeningen, die de burgemeester door Gemeentewer ken niet eens zijn toegezonden. Maar de zaak is in de openbaarheid gebracht en de burgemeester mag daar blij. mee zijn: men zou zijn gemeente dienen met hét in de openbuarheid brengen van veel meer zaken, die het onderwerp van roddel zijn. De fraude van Gemeentewerken zal zeker niet leiden tot rechtszaken, die niet grote koppen in de krant komen. Het gaat om een potje van verkoop van oud materiaal en over de bouw van woningen uii de tijd. toen Gemeente- werken daar nog het alleen-recht van had. Maar in ieder geval zal de zaak uitgezocht worden en nogmaals: daar is Oude Pekela mee gediend. Met elke zaak die uitgezocht en, in de openhaarheid komt. met elk verwijt, dat de kans op eerlijk tter-'16- IIIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIIIHIIIHIIIIHIIIHIIHIIHIIIIllllllllllllllllllllll Okki holde op een drafje naar de meer oneof mei elke intriaant rfi(, kajuit waar Kappte juist bezig was, de weet opent, met elke intrigant cue £ebeta.u,n|ssel, van die dag in het Log de eerlijke strijd aandurft, zal Oude Igoek uiteen te zetten. Pekela dichter bij een betere periode komen. De opmars naar hel niiuwtL^* v0rstoord°0pkijkend°eS,Heeft dft gaat door, de strijd cegen sOaalê|anti£ke beest ja éindelijk iets gezegd. achterstand duurt voort. De laatstewaar we onze koers op kunnen bepa- vijand. die overwonnen moet wor- len?" dtn, ii de roddelaar. j „Ach, welnee, dat inertbeestl" riep 'Wf' Okki ongeduldig. ,,Hij praat maar wat over donderbussen en kruidnagelen in spelonken achter drie palmen. Hier, ik heb het allemaal opgeschreven. Maar er is iets anders, wat ik u wilde vragen. „En dat is?" „Zijn er tegenwoordig eigenlijk nog zeilschepen niet van die kleintjes, of een adder gebeten vloog Als door Kappie op. „Wat 2eg je daar, jong? Wil je soffts beweren, dat je zoiets hebt gezien?" „Jazeker", beaamde Okki. „Er zit zo'n schip in ons kielzog' en het haalt ons met een sappig vaartje in. 2ou het toch soms voor de film wezen?" ..Sakkers nee! Dat denk ik niet!' voor de film. maar echte, jofele kanjers'antwoordde Kappie. in grote haast zijn met doodskopvlaggen?" ikijker grijpend.:.. NED. HERV. KERK Beroepen te Zundert (en als 2e pred voor Princenhage) M. J. van der Berg te Etten en Leur. Aangenomen naar Drumpt (toez.) D. J. Spijkerboer, vic. j? "en Haag. Naar Groningen (wljkgem. i); Joh. Gro lé te Nijverdai. Bedankt voor Bveukelen: H. J. van Druten te Driebergen. Benoemd tot vicaris te Oosterbèék; J. Smit, kand. te Heemste- aê. GESeE. kerken Beroepen te Nijmegen (vac. wijlen G. van Doornik): L. v. Korvinus wonende Hilversum, -aatstclijk predikant te Mèdan. Te Viairdingeh: L. Schuurman té Giêsenburg. "e Genderen J. D de Vries, kand. en rhilppred. te Oostzaan. Aangenomen naSi 's-Gravenhage-oost- D. J. Rbos te Haarlem. Bedankt voor Temeuzen: K Ubels te ZwartebroeT voor Amsterdam-zuid-Siotervaart- w Dekker té IJlst. geree. kerk (vrijgemaakt) Aangenomen naar Nieuwleusen' P van Dijk, kand. te Groningen. remonstrantse broederscha Bevorderd tot. Proponent (aan het se minarium te Leiden) mevrouw E. W H. Ti'ip-Kleinsturink te Velp (Gld.;.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 2