Thomasde vuilnisman, een lekker bed en een tramrit van vier cent yéi-wat? Jetfc/dm BELEDIGDE BELEDIGDE? DE NATUUR Moeder TiABYDERM 85?» I Jack Dunkley KAPPIE en de Kletzkische vlam Noorse matroos verongelukt Uit de kerken Baby-huidje Het zeer vrije woord in en om uw huis Woensdag 13 mei 1959 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 door P.W.RUSSEL BARCELONA Thomas doet het nu al dertien jaar: met dat rieten mandje lopen. Elke ochtend weer, behalve op de feestdagen; en omdat er dat nog wel een paar zijn in Spanje, gaat Thomas niet meer dan 231 ochtenden per jaar aan de slag. Naast een kar met heel hoge wielen loopt hij, al die dertien jaren. En steeds maar met vuil op zijn hoofd. Dat brengt namelijk zijn vak mee, want Thomas is werkzaam bij de gemeente lijke reinigingsdienst van Barcelona. Met twee collega's wandelt Tho mas dus naast die kar. Niet te vlug, want ,,dat maakt de voeten vermoeid". Hij heeft om de maand een andere wijk en als hij in de „betere buurten" komt is de glim- 'rch niet van zijn lippen. Thomas is een fors gebouwde man met een grote snor en de dienstmeis jes in Barcelona staan al tien mi nuten voor hij de straat in komt aan de deur naast de vuilnisem mer te wachten. Dat weet Thomas en die wetenschap maakt hem tot een gelukkig mens, zo getuigt hij van zichzelf. Veel te mooi De manier waarop Thomès zijn werk doet is een nadere beschouwing waard. Hij gaat met zijn van twee oren voorziene mandje naar de huis deur, keert de vuilnisbak, de oude emmer of de volle kartonnen doos er in om, zet het mandje op zijn hoofd, wandelt rustigjes naar de kar, klimt daar met waarlijk acrobatenbloed op een van de hoge wielen en keert zijn mandje om. En terwijl de stofwolken hem om de oren vliegen en er hier en daar een slord'g restant uit de vuilnisemmer aan zijn hand blijft plakken, gaat Thomas de weg terug, naar de volgende emmer. Nog nooit, zo wordt me verzekerd, is iemand op het idee gekomen de Advertentie mimiiiiiiiiiiiiiiiniiiinnnniiiiiiiiiiiiiiiMiiiiniiiiiiiuiMiiiiiii -v «r* -.V" J gingen haast vanzelf mijn ge- B dachten uit naar de geschiedenis en de zin van de ronde tafel. U weet, daar hebben ze in Genève mee te doen gehad, omdat de Russen niet aan een vierkante of rechthoekige, maar aan een ronde tafel wilden vergaderen. Daar zit iets in, dacht ik zo. Aan een rechthoekige tafel heb je, als die langwerpig is, een hoofd- en een „voeteneind" (om deze bedterm maar over te nemen). Aan het iioofdeind zit de leider en het „voeteneind" lijkt mij altijd de beste plaats voor de oppositie. Dat kan natuurlijk nooit de tafel zijn voor een conferentie van gelijk- waardigen. Een vierkante tafel heeft dat bezwaar niet, maar dan zit je zo met vier partijen elk aan een kant van de tafel tegenover elkaar. Het blijft een hoekig ge val. Maar een ronde tafel heeft veel voor. Die geeft als het ware een genoeglijke stemming van „al lemaal gelijk en allemaal bij el kaar". Ik herinner me uit mijn jeugd dat mijn ouders een tijd lang een ronde tafel hadden, waar het gehele gezin zich om schaar de bij de maaltijden. Als ik mij nog wel herinner, was de enige klacht van mijn Moeder, dat de kinderen aan zo'n tafel wat ge makkelijker morsten. Maar ja, dat drukte mij de pet niet en ik vond het wel leuk. En dan weet ik nog een ander verhaal. Van een man, die om zijn grote verdien sten, hoewel hij niet afkomstig was uit de sfeer, waarin burge meesters worden opgeleid, werd benoemd tot burgemeester van één onzer Zeeuwse gemeenten. Hij had het nooit al te breed gehad met zijn grote gezin. Nu, als bur gemeester meende hij beter een veer van de mond te kunnen bla zen. Toen hij met zijn gezin in zijn nieuwe gemeente kwam heus. het geval is historisch en speelde in het eerste tiental jaren van deze eeuw liet hij de dorpstimmerman komen, zette zijn gezin in een kring en liet de vak man de maat nemen voor een ronde tafel, een luxe, waarop hij zich altijd al had bezonnen. Al weer: dat genoeglijke gezinsidee. Als dit nu een profetie zou zijn voor de ronde tafel in Genève dan heeft de inspanning van de „stadstimmerman" van Genève. Jacques Prevost, om in een nacht die ronde tafel gereed te maken, historische waarde. Ja. nu las ik dat heel die ronde-tafelikwestie toch ook politieke achtergronden heeft. In deze zin dan, dat in zo'n kring gemakkelijk door opschui ving plaats gemaakt kan worden voor anderen, die dan niet o,p een hoekje hoeven te zitten, maar di rect gelijkwaardig aan de tafel een plaats hebben. En dat heeft nu bezwaren. Ik kan me dat heus echt indenken. Maar ik denk todh ook wel eens: wat zou het toch in de wereld veel beter gaan, als we er begrip van hadden, dat we al len aan één tafel zitten, de tafel, waarop ons aller Vader in de he mel de spijzen toeschikt. We moe ten daar meer aan denken. Ook in de zo verdeelde kerken, waarin toch feitelijk de hoogste tafelge- meensohap bestaat, al willen wij mensen," dat niet altijd erkennen. Neem in Barcelona eens voor een handjevol peseta's, een rondvaartboot. Bij de haven vindt u ze, vlak bij het standbeeld en het (namaak)- schip van Columbus. Dubbeldeks zijn ze, die bootjes en erg gezellig. Ze varen door de haven naar het puntje van de pier, waar de vissers hun hart kunnen ophalen. In speciaal voor hen gebouwde „hutjes" met een dak van riet, tegen de zonnewarmte. afvalemmers ineens in die kar te gooien. Dat mandje is al sinds men senheugenis een verschijning en zo blijft het. En Barcelona, de stad met ander half miljoen mensen, komt op die ma nier toch van zijn lege conserven- blikjes, zijn groenteafval en zijn kof fiedik af. O ja; er zijn een paar moderne vuilnisauto's. Van Zwitsers fabrikaat. „Maar we bouden niet van die auto's", heeft Thomas me verteld. „Ze zijn veel te mooi om al die oude rommel in te gooien". Zomaar een papiertje Een paar dagen pas ben ik hier, maar het schijnt me toe of ik al héél lang uit het vaderland weg ben. Mis schien omdat die luchtreis me zo vlug in een andere wereld zette? Misschien omdat Viruly gelijk heeft waar hij zegt: „Iemands eerste vluchtje Schip- hol-Nice zal niet zo maar het aan wenden van een nieuw (transport)-mid deltje zijn om zó van kantoor in de zon te kommen zitten het is het sluiten van een verbond met de nieu we tijd, waarmee geen toerist aansluiting mag missen". In mijn zak zit nog de Declaración de Divisas, die ik in het vliegtuig paar dagen toch maar weer iemand in, want al dat lopen in de hitte is toch ook niets alles. En toen dacht iedereen er zo over, was de boycot over en de tram weer vol. En de prijs vier cent. 177 ThE nacht vorderde. Ze peinsden over de dingen, die komen gin gen en er viel een schaduw over hun woeste vreugde. Ze dachten aan hen die gestorven waren. „Wij hebben geen linzen en geen eieren", zeide Johannes van Gi- schala, „maar de voorgeschreven tien bekers ten teken van rouw zul len we toch drinken en ook de kus sens zullen we opschudden." „Wel zijn velen gestorven", zei- de Simon Bar Giora, -,,en hun aan denken was een betere maaltijd waardig." „Ik gedenk de gestor ven officieren We hadden zevenen tachtig officieren, die de krijgs dienst der Romeinen hadden be studeerd en tweeënzeventig van hen zijn gevallen. Hun nagedach tenis zij gezegend." Zé dronken. „Ik gedenk een andere dode", ter", zei Johannes van Gischala. „Wat hij voor de muur gedaan heeft, was goed." „Hij was een schoft", zei Simon Bar Giora hef tig, „wij waren verplicht hem te doden." „Wij waren verplicht hem te doden", gaf Johannes verdraag zaam toe, „maar hij was een goed mens. Zijn nagedachtenis zij ge zegend." En ze dronken. „Ik gedenk..een andere dode", zeide Amram de secretaris verbe ten. „Hij was een vriend uit mijn jeugd en een hond. Samen leerden we in één vertrek de geheimen van de Leer. Zijn naam is Jozef Ben Matthias. Zijn nagedachtenis zij niet gezegend." Hij kreeg een inval, waar hij zich veel plezier van beloofde. Fluisterend onderhield hij zich met Simon en Johannes en zij lie ten uit de kerker van fort Phasael dr. Matthias halen, de vader van Jozef. De oude magere man had lange, afschuwelijke dagen in de stank van een donker hol doorge bracht. Hij was volkomen uitge put, maar deed zich geweld aan. Hij was bang voor deze ruwe sol daten. Ze hadden zovelen doodge slagen en het was een wonder, dat ze hem in leven hadden gelaten. Men deed er goed aan hen naar de mond te praten. Hij bracht zijn bevende hand naar het voorhoofd en groette: „Wat wilt u, mijne he ren", stamelde hij, „van een oud en weerloos man." En hij knipper de tegen het licht en snoof tegen zijn wil de geur der spijzen op. „Het staat er slecht voor, dr. Mat thias", zei Johannes. „De Romei nen zullen spoedig hier zijn. Wat wij met u zullen doen, oude heer, hebben we nog niet besloten. We weten nog niet of wij u aan de Romeinen zullen overlaten of van tevoren doodslaan." De grijsaard stond gebogen van ellende en zweeg en beefde over al zijn leden. „Luister nu eens", zei Amram de secretaris, „de levensmiddelen zijn schaars geworden in deze stad, zoals u misschien bekend is. Wij hebben geen vlees meer en zijn aan St.-Jansbrood toe. Wat u hier ziet, zijn de beenderen van de ne gen laatste lammeren van het al taar van Jahve. Wij hebben ze op gegeten. Kijk maar niet zo idioot. En het was lekker ook. Ziet u een menetekel aan de wand? Ik niet. Toen onze opstand begon, stond uw zoon aan onze kant. Intussen is hij gedeserteerd Het is niet meer dan behoorlijk, dat u tenslotte aan onzen kant staat. Wij zijn trouwens ook behoorlijke mensen, en nodi gen u dus uit, aan onze laatste maaltijd deel te nemen. Er zijn nog kluiven genoeg over, zoals u ziet. Ook het brood, waarmee wij het vlees van de borden hebben ge nomen, staat ter uwer beschik king." „Uw zoon heeft zich als een zwijn gedragen", zei Johannes van Gischala, en in zijn grijze ogen was een hevige toorn te lezen. De kluiven en het brood komen onze soldaten wel meer toe dan u, maar wij houden ons aan de woorden van dr. Amram en nodigen u uit." Simon Bar Giora was minder be leefd. Met zijn smalle ogen keek hij de grijsaard dreigend aan en Simon Bar Giora was minder be leefd. Met zijn smalle ogen keek snauwde hem toe: „Eet!' De ou de man beefde over al zijn leden. Hij was grenzenloos trots geweest op het succes van zijn zoon. Zelf zou hij zich nooit zo ver gewaagd hebben. Natuurlijk begreep hij ook heel goed, dat Jozef later naar de Romeinen was gegaan. Maar deze mannen begrepen het niet en haat ten zijn zoon als de pest. Hij moest dus eten. Misschien stelden ze hem op de proef en zouden ze triomferen als hij nu at, hem uit jouwen en doodslaan, als hij zich de laatste dagen van zijn leven aan een dergelijke heiligschennis schuldig maakte. Na het vuil en de stank van de kelder, waarin geen licht doordrong, was hij bij na krankzinig van honger en op winding. Hij keek naar de kluiven. Ze waren vet en vol merg van eenjarige uitgezochte lammeren en zeker kon men ze helemaal fijn- kauwen en opeten. En dan het brood, dat heerlijk geurde van de saus van het vlees, die er in ge trokken was. (Wordt vervolgd) Advertentie Eigen nieuwsdienst ROTTERDAM In een oktober nummer van de Haagse Post heeft het vorige jaar een foto gestaan ter ge legenheid van de opening van een de kunsttentoonstelling. Op deze foto stond heel argeloos en in volle aan dacht voor het tentoongestelde een moeit 'invullen? eek Sparse he'èr diS ion§ meisje: woelige haren, noncha- zeer wit was want vergis u niet: lante lange broek, dikke sokken, los lang niet alle Spanjaarden zijn zo jack, kortom een meisje niet anders bruin gebrand als u wel van uw va- uitgedost dan honderden andere meis- kantie terug wilt komen heeft er jes ^ie 0p een middelbare school gaan een stempel opgezet en niemand heeft en haar vrije tijd alles afwerpen verder interesse voor dat papiertje. maar prnWirv; aar» mie* Maar ik moet het zuinig bewaren, *at nog ™aar eni§szm* aan enige want wanneer ik straks dit land weer vc^,m vJn dwang kan doen denken, verlaat moet dezelfde of een soort- ®en abonnee van het weekblad, de 68- gelijk heer dit papier-met-stempel 3ariS® chemisch-ingenieur G. J. J. V. te DrtAimnili- „inw rv,wiav, «ït weer zien. iiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiniinuniiniiiHmnuiniiniiiinnmiiMn i Samen In de huiskamer Mijn bed en wellicht stelt u daar ook belang in voor geval u hierheen komt mijn bed vannacht was een zeer goed. Het staat in de Residen- cia Benelux, hetgeen u weer prettige gedachtetjes kan bijbrengen van iets vertrouwds. En bent u nu net zo'n figuur die juist helemaal niets wil zien of meemaken dat zo aan thuis herinnert, dan zit u ook goed. 0 Die Residencia moet u bekijken als een soort familiepension. Het was een Belg die de zaak opzette, maar later aan een Spaanse verkocht. De naam bleef, maar de eigenaresse is nu sefiora Mamolita Sauchez en haar slaap plus eetgelgenhied kunt u in Barcelona vinden in de Major de Gracia nummer 11. U eet er goed en de keuken is nu eens wat Spaans, dan weer hele maal zoals-bij-moeder. Bent u er 's avonds thuis, dan zit u gezellig met iedereen in de huiskamer en kunt er een keuze doen uit vele en heer lijke Spaanse drankjes, die werkelijk maar een grijpstuiver kosten. Ondergronds voetbal Maar laat me u één ding raden: zit niet de hele dag thuis. Er zijn veel te veel leuke dingen om te zien. Ik kreeg een tip: „Wilt u eens on dergronds winkelen?" Dat wil ik al tijd en dus zocht ik op de Avenida de la Luz, die u vindt onder de Plaza de Cataluna; ik mag wel zeggen in het centrum van Barcelona. Carmen, de serveerster in de Resi dencia Benelux, had me gezegd: „Je kunt er heerlijk voetballen". Nu ben ik niet zo'n jongen die alsmaar heer lijk onder de grond wil voetballen, maar als ik dan in Barcelona ben moet het maar gebeuren, dacht ik. Ik had Carmen echter niet erg goed begrepen en dat wil wel eens zo gaan wanneer je in geen dagen Spaans hebt gesproken! Toen ik die Avenida de la Luz had gevonden bleek dat voetballen vooral te bestaan uit een onvoorstelbare hoop herrie. In een hoek van deze ondergrondse straat staan zo'n twintig voetbalspelen op gesteld, met de hand bedienbaar en allemaal ter grootte van een biljart. Een keihard gezette muziekdoos die plaatjes draaide en honderd jonge Spanjaarden die aan de speeltafels rukten en trokken als stonden er staatsbelangen op het spel. Toch maar trammen Overigens: wat in die Avenida de la Luz het eerste opvalt is een zeer speciale stank. Alle luchtjes zijn er in vertegenwoordigd, maar u moet er toch beslist heen gaan. De ene hor logewinkel naast de andere,- tentjes om cola of bier te drinken, een snel tekenaar die ook caricaturen maakt, een strijkerij van overhemden, een winkel in ijskasten en aan alle kan ten ingangen naar de Metro, die in Barcelona belachelijk goedkoop en schoon is. Ja, de tram kost hier vier cent en daarvoor kunt u kilometers lang door deze miljoenenstad rijden. Er is overi gens pas een boycot van die tram achter de rug en dagenlang hebben de ijzeren karossen helemaal leeg door de stail gereden. De Barcelone- zen protesteerden te pon het feit, dat die tram ruim een halve cent of daaromtrent was opgeslagen. Maar uiteindelijk stapte er na Reeuwijk, wond zich bij het zien van dit meisje zo op, dat hij aan de redactie van het blad voor haar rubriek „Het vrije woord" de volgende hartekreet zond: „Op de voorgrond (van de foto) staat een wezen, een menselijk wezen vermoedelijk van het vrouwelijk ge slacht want een man zou zo'n ge kreukte broek slechts dragen bij het opruimen van varkensmest of andere vuiligheid. De sokken zijn vermoede lijk gemaakt voor een poolreiziger. De jas was misschien geschikt voor een volkomen gedegenereerde en totaal berooide clochard. Uit die jas steekt een kop (het woord „hoofd" is hier niet toepasselijk) met vieze sliertige haren die doen denken aan massa's luizen. Helaas is het maar al te waar dat wij nu leven in de eeuw der menaissance, waarin alles wat mooi kan zijn door beeldende kunste naars en componisten wordt verlelijkt en verknoeid. Maar hoe kan het be staan, dat een vrouw zelfs de allerge ringste coquetterie en gratie mist? En rondloopt als een vieze dweil? Het is wa Igelijk!" Welke kwalificatie' men ook voor de buitenkant van het hoofd zou willen ge bruiken, binnen in dit meisjeshoofd functioneerde het allemaal nog heel dood gewoon: zij voelde zich beledigd door dit geschrijf en diende een aanklacht in wegens belediging. De rechtbank behan delde de zaak bij verstek. De officier eiste veertig gulden boete. Over veertien dagen zal de rechtbank onthullen wat er naar haar mening is beledigd, het meisje of het esthetische gevoel van de Reeuwijkse ingenieur. Eigen nieuwsdienst ROTTERDAM. Aan boord van het Noorse motorschip Black Condor, dat in de Rotterdamse Lekhaven ligt, is in de nacht van maandag op dinsdag de acht tienjarige Noorse matroos Roar Bjerikan uit Trondheim verongelukt. Hij kreeg het leiblok van een laad- mast, die hij liet zakken, tegen het hoofd. Met een schedelbasisbreuk is hij naar het ziekenhuis gebracht, maar hij overleed al tijdens het vervoer. De benzineprijs in Italië is met onge veer twee cent per liter verlaagd. Ook de reductiebonnen voor buitenlanders zijn twee cent per liter goedkoper ge worden. Zinnia's zijn prima tuinplanten, doch de grootbloemige soorten voldoen ook uitstekend als snijbloemen. Zinnia's heb ben in hun jeugd nogal wat warmte no dig en daarom dient men in potten bin nenshuis of in een broeibakje te zaaien. De bloemist heeft nu echter al jonge in pot gekweekte plantjes en die kunnen nu al in de tuin gepoot worden. Die groeien dan vrij snel door en van hen kunt u nog een rijk'e bloei verwachten. Zinnia's hebben wel een zeer voedza- eenlme grondsoort nodig. lanniiiniiiiiBiiuiiiiuiniiBiiim' ^lllllllllllllllllllllllllllllllllHlllllllllllllllllllllllilllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllflIlllllllllllllllllllflIlllirillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllfltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillliuiilllllliiiliiH 61. Terwijl Okki op weg ging om vorst Kletzky uit het water te helpen, bleef de maat nog enige tijd in het vertrekje rondscharrelen. „Het lijkt me het beste, om voorlopig niet in de buurt van die brand te ko men," mompelde hij. „Ik heb voorlopig meer dan genoeg van al dat vuur. en treurig betastte hij nog eens zijn ver^het licht ervan ontwaarde hij wel geen, was de voorraad, die graaf Bandelos schroeide baard. jkaars, maar wel iets, wat erg veel op had bewaard om er ri'e val van het Huis Maar nadat hij enige tijd in het duis-'een fakkel leek. Na het ding drie luci-lKletzky mee te vieren tere hok had doorgebracht, begon de stuurman langzamerhand tot andere ge dachten te komen. „Nu ja.„een BEETJE vuur is wel ge makkelijk..." gaf hij zichzelf toe. „Net genoeg om bij te kunnen zien... Zou er hier ergens een kaars staan?" Aarze lend streek hij een lucifer aan en bij fers lang te hebben aangestaard, vatte hij eindelijk moed en stak er voorzich tig de brand in. Het resultaat ging al zijn verwachtingen te boven! Sissend en spetterend verspreidde zich een helblauwe gloed, waarin duidelijk was te zien, dat het schuurtje was vol gepropt met voorraden vuurwerk. Het NED. HERV. KERK Beroepen te Waddinxveen: H. C. Ab- ma te Monster. Aangenomen naar Rijssen (3e pred. pi.) J. Vos te Goudriaan, die bedankte voor Wijk bij Heusden. GEREF. KERKEN^ Beroepen te Gees'en Hanmelen: kand. L. C. Rietveld te Den Ha.ag, te Maas dijk W. Dekker te IJlst: te Winschoten (vac. R. J. de Jong): A. Wiersinga te 's-Graveland; te Williamsburg (Onta rio, Canada): H. v. d. Plaat te Dieren. Bedankt voor Avereest: Joh. Dijkstra te Schermerhorn. GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT) Beroepen te Almkerk-Werkendam en te Oldenzaal: kand. H. W. Ophoff te Dalfsen (bij accl). Aangenomen naar Zwagerveen-Zwaag- westeinde: kand. A. Geelhoed te Hoek (Zeeland). CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Haarlem-Noord: S. van Zwoll te Kampen. BAPTISTEN GEMEENTEN Bedankt voor Koevorden: J. Ketelaar te Hoogezand.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 2