Twaalf praatjes van Alain
Zorgen
van tankwapen
rnNTOT T~R ÏQ^Q Twee stromingen in
Tank-rijlesje voor u...
(Milanese) Scala in moeilijkheden
Oudj
es:
Raadsman:
kunnen zich best
eens vergissen
Woensdag 8 april 1959
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pag. 7
^s^vsv^vvv^^
GEKRAAKT DOOR LEUSDERHEIDE
Gehaald
Eerst het paard
Zuurkoolfabrikanten
vormden kartel
Samenspel
1 V-/UJA \-J J dg abstracte kunst
Hoge eisen
Tank contra tank
Zes maanden
Wetmatigheid
Krachtsvertoon
Figuratief
Grafiek
Ceramiek
WÊÊÊtÊtÈm^
Van een onzer verslaggevers
DIENSTPLICHTIG soldaat Arie Schouten zwiept een jerrycan op
de tank, kijkt om en roept: Opschieten jongens. Ik heb zin in
m'n sigaret.
Zijn gezicht is geplamuurd met een koek modderige stof. Een
paar witte vlekken laten zien waar de stofbril zat toen hij zijn
tank reed.
UIJ ii moe. In zijn polsen kloppen hamertjes die pijn doen. Hij is gekraakt
door de Leusderheide. Bulten, heuvels, kuilen, plassen, manshoge groeven
smakten de vijftig ton zware centurion heen en weer of het speelgoed was.
De laatste hindernis deed de deur dicht. Een gore poel met hoge steile kanten
lag hem uit te dagen. Arie Schouten greep de knuppel, gaf een dot tussengas,
schakelde met een ruk terug en duwde de tankneus behoedzaam de brij in.
Halverwege bleef hij bijna iteken.
De tankcommandant zat boven op de
koepel en zei door de boordtelefoon:
Kalm an jong. Aan de gang houwen.
Langzaam doortrekken... ja en nou vol
gas in z'n twee. Terug! Naar de een!
Gas geven!
Bibberend, de vuile modder langs de
flanken druipend, schokte de tank
omhoog, de steile harde wal op.
,,Ben je bedankt, wachtmeester",
zei dienstplichtige Schouten in zichzelf.
,,Ik zat er haast tot m'n nek in., en
nou naar huus."
Het door gietijzeren rupsen murw-
gereden heuvelterrein lag voor hem in
het schemerduister. Ver weg kropen
vijf torren, de anderen van het pelo
ton. Een kwartier later parkeerde
Arie tussen die anderen, zette het con
tact af en hees zich moeilijk uit het
nauwe bestuurdersgat. De neus, de
oren, de mond vol stof, zijn rug ge
beukt in de ongeveerde stoel, maar
voldaan omdat hij die logge macht
zijn wil kon opleggen in een terrein
dat zwaarder was dan ooit een ge
vechtsterrein.
De stem van de commandant klonk
hoog op: Eerst tanken mannen! Arie
dacht met weemoed terug aan zijn
brommertje dat hij zonder meer kon
wegzetten na thuiskomst. Hij pakt de
jerrycans en zwaait ze omhoog.
Eerst het paard en dan de man.
Zo was het bij de cavalerie en zo
is het bij het tankwapen. Het is het
zelfde soort mannen met hetzelfde
soort spieren, met dezelfde teamgeest.
Vroeger kregen ze een wild paard
klein, nu een gietstalen kolos. Maar
het tankwapen in zijn geheel heeft
zorgen en die zijn nog niet kleinge-
kregen.
De zorgen om de bemanning tot een
hechte eenheid te kweken en vooral
te houden en zorgen om het oefen
terrein.
spijkseheide, worden de kolossen tot
een snelheid van veertig kilometer op
gejaagd.
De schietoefeningen worden aanvan
kelijk gedaan in miniatuur, waarbij
een flobertgeweertje evenwijdig aan de
kandnmoir1 is gemonteerd en vuurt
op kleine bewegende tankjes. Later
wordt met scherp geschoten op Vlie
land. Stilstaand, want alleen in Hohne
West-Duitsland kan rijdend met
scherp worden gevuurd.
Na de zes maanden opleiding in het
depot, gaan de mannen met hun tanks
naar de parate onderdelen.
Ook daar is het poetsen geblazen.
Zoals wij in de Bernhardkazerne in
Amersfoort konden vaststellen, wordt
dat 'heel anders gedaan dan de voor
oorlogse lichtingen met hun kissies
en spuit gewend waren.
Dat komt omdat de bemanning er
van is doordrongen: als de tank het
er op het beslissende moment bij laat
zitten, kunnen wij wel inpakken.
,.Nog mooier", buldert dienstplich
tige Schouten na een warme hap
weer helemaal de oude „dan z ij n
we ingepakt. In vijftig ton gietstaal."
De tankbemanning is een team
waarbij het aankomt op begrip en
respect en niet op angst voor de
meerdere. De wachtmeester, die hier
een vraag stelde aan de bestuurder,
kreeg een antwoord dat niets met een
tank te maken had zodat allen in
lachen uitbarstten. Eenmaal in de
tank is het uit met de grappen en is
het mannenwerk aan de beurt,
waarbij niemand mag falen.
v^y
door G. H. M. van Huet
*p\EN grotere tegenstelling dan die welke
tussen de hier voor mij liggende boeken
bestaat, kan men zich niet voorstellen.
Maar dit betreft alleen het uiterlijk, niet de
inhoud. Het ene boek lelt 58 pagina's en h
zo klein, dat wij het gemakkelijk in onze
borstzak kunnen steken. Het andere daar
entegen heeft een soort bijbelformaat: het
is weliswaar handzaam, maar bevat over
de 1350 bladzijden, en deze zijn alle dicht
bedrukt. Op beide boeken staat dezelfde
naam en bovendien dezelfde titel. Alleen is i
deze laatste in het ene geval Hollands, in
hel andere Frans.
Het heeft lang geduurd, voor er hij ons iets
van de filosoof Alain werd vertaald, en nu,
met zijn Twaalf praatjes Boucher) voor
ons, kunnen wij alleen maar verzuchten, dat
het best wat meer had mogen zijn. De ge
lukkigen en ijverigen die Frans lezen, ver
keren met de uitvoerige bloemlezing die in
de PIéiade-reek» van Gallimard is uitgeko
men, uiteraard in een gunstiger positie.
André Maurois, die voor deze Propos d'Alain
de inleiding heeft geschreven, verzekert ons
j reeds in de eerste zin, dat wij hier met een
van de mooiste boeken ter wereld te maken
hebben, en hij noemt een paar namen, die,
zo wij het al niet wisten, op zichzelf al
een aanwijzing zijn, in welk gezelschap dei
J schrijver van dit lijvige boekwerk thuis-
komtdat der moralisten. Opvoeders, kan
men ook zeggen, en ook aï: filosofen, mits
men al« nadere kenschetsing hieraan toe
voegt, dat sg dan op Franse wijze moeten
denken en schrgven, dat zij de mens vooral
als een sociaal wezen moeten zien, dat zij
zich rigoureus en concreet uitdrukken, en
dat zij improviseren.
I A LAIN is een pseudoniem. Hierachter is
j gedurende 45 jaar de gymnasiumleraar
j Entile Chartier schuilgegaan, die tot taak
jhad de hoogste klassen in de filosofie te
onderwijzen. Nu nog zijn er in Frankrijk
vele honderden, die er zich op beroemen
I van „meneer Chartier" les t« hebben ge
had. Tot zijn beroemdste leerlingen beho
ren. Maurois, Etiemble, Jean Prévost en niet
te vergeten Simone Weil, die allen op hun
ontvankelijkste leeftijd onder het gehoor
van deae man gezeten licbben en, zoals
ieder hunner afzonderlijk heeft getuigd,
door hem hebben Ieren denken. Chartier
was evenwel niet alleen leraar, maar ook
journalist. Na als medewerker van een pro
vinciale krant begonnen te zjjn, werd hij,
eenmaal te Pargs aan het Lycée Henri-IV
werkzaam, al spoedig vermaard door zijn
bijdragen in de Nouvelle revue fran^aise,
het tijdschrift van André Gide. De stukken
die Alain schreef, heetten onveranderlijk
Propos. Zij varieerden in lengte, varieerden
ook qna onderwerp, maar de opzet, tech
niek en uitwerking waren altijd hetzelfde.
Alain schreef een titel, een gedachte neer
als begin, en maakte zich van dit punt van
uitgang op weg om, al denkend, d.w.z. de
slingerbewegingen van zijn invallen volgend,
stilstaand, mediterend, verklarend, tot een
bepaalde conclusie te komen, waarbij hel er
hem echter niet zozeer om te doen was de
lezer een kant-en-klaar inzicht cadeau te
doen als wel hem in de gelegenheid te snel
len actief aan de totstandkoming van dit
inzicht mee te werken.
De methode die Alain in zijn Propos
aanwendt, kenmerkt zich vooral door spon
taneïteit, Zoals «en wandelaar op molshopen
stuit, stiet onae wijsgeer op zijn gedachten-
gang op problemen, liep er om heen, prikte
er in en wm een en al aandacht. „Als je
wilt waarnemen", zo begint zijn stukje over
Sterrenkunde, „doe dan die liand weg, die
wil grijpen". Want, zo redeneert hij* bet i«
juist het gebruik van de hand, het am
bacht, wat de theoretische kennis m de weg
staat. „Wat je kunt veranderen, ken je
slecht. Als je politicus bent, zal je de
mensen niet kennen; als je veel vrouwen
verleidt, zul je de vrouwen niet kennen".
Maar de sterren kan je niet grijpen, daar
kan je alleen naar kijken: ergo leert het
schouwspel van de hemel ons de waarne
ming. Zo is de natuurkunde dus uit de
sterrenkunde voortgekomen, en „de schei
kunde is afkomstig van de natuurkunde,
niet van de keuken". Conclusie: het is be
ter zich te oefenen in raden dan in doen,
want anders word je „al6 die Afrikaanse
smeden die nog de beste hartsvangers ma
ken, en die niets weten".
QPONTAAN en origineel. Niels in Alain
doet denken aan de filosoof zoals wij
ons die graag voorstellen: een redeneerder
die met zijn eigen theorieën de stelsels van
zijn voorgangers omver wil werpen. Alain
heeft juist op uitbundige wijze van de
vondsten der vroegere filosofen gebruik ge
maakt. Zijn bagage was ruim voorzien en het
is wel '««r precies in zijn manier om hieruit
te pui dat zjjn oorspronkelijkheid het
duidelijkst aan de dag treedt.
Plato en Aristoteles waren geen dode
letter voor hem, Descartes was iemand die
hem kon helpen om een machine te be
grijpen, Montigne beschouwde hij als een
tijdgenoot. Ais men de onderwerpen nagaat,
die in de vertaalde Praatjes ter sprake ko
men, ziet men, dat zij gaan over kinderen
en opvoeden, slapen en waanzin, over de
verloochening van Petrus en de moraal („de
mens gaat er niet zo gauw toe over, iemand
te verachten die hij ziet"), over de plicht
gelukkig te zijn, over de noodzaak juist de
lommen te onderwijzen, over het wantrou
wen dat de staat verdient, en over de
eigenaardigheid dat onze hartstochten eer
van de bewegingen van ons lichaam afhan
gen dan omgekeerd. Dat laatste is een
stokpaardje van hem: eerst gymnastiek, dan
pas ideeën. „Tracht niet dadelijk in ge
dachte rechtvaardig te zijn t.a.v. uw vijand,
maar doe eerst uw handen van elkaar,
open uw handen, buig uw knieën en uw
hoofd".
Het is tennaasteby acht jaar geleden, dat
Alain op 83-jarige leeftijd stierf. Wat de
meeste andere schrijvers na hun dood over
komt een plotseling uitblijven van de
belangstelling, kritiek, verguizing - - is de
auteur van de Propos bespaard gebleven.
Integendeel, zgn boeken, die merendeels
verzamelingen van zijn stukken zijn, berei
ken hogere oplagen dan ooit tevoren en
men vindt hem allerwegen zelf op plaat
sen waar men het niet verwachten zou:
bijv. in brieven van bisschoppen geci
teerd. Bedenken wij, waarom wij lezen en
wat het eigenlijk is wat wij in boeken zoe
ken. dan behoeft deze belangstelling voor
de man die van zichzelf getuigd heeft, dat
hij vooral heeft geschreven om de mensen
het leven draaglijker te maken, niet te ver
wonderen. Geen gemakkelijk schrijver, is
Alain een der lonendste metgezellen op
onze tocht door het leven geworden, een
kameraad die, als wij, deel heeft aan aller
lei ingewikkelde dingen en ook de neteligste
niet uit de weg is gegaan. Zelfstandig den
ken is niet iedereen gegeven, is zelfs maar
heel weinigen gegeven. Maar mee-denken,
zich voor problemen openstellen waar pro-
ble» -en zijn, bereid zijn zich geestelijk le
laten grijpen, ligt binnen ieders bereik.
DEN HAAG. Aeht zuurkoolfa
brikanten in Nederland zullen hun
gemeenschappelijke regeling voor
het oprichten van een centraal ver
koopkantoor moeten aanmelden bij
het ministerie van economische za
ken als een kartel. Dat heeft de Ho
ge raad uitgemaakt.
De fabrikanten hadden gesteld geen
kartel te vormen, maar slechts hun ver
kooporganisaties te centraliseren en te
coördineren. Tot in hoogste instantie
dacht de rechter daar echter anders
over.
Enige jaren geleden waren de fabri
kanten al veroordeeld wegens overtre
ding van het kartelbesluit. Zij maakten
een enigszins gewijzigde regeling, maar
waren nu vervolgd, omdat zij hun kar
tel niet hadden aangemeld. Het minis
terie moet na aanmelding beslissen, of
het kartel geoorloofd is.
De 37-jarige mevrouw Nierboer uit
Vaassen is gistermiddag onder Ernst
met haar auto geslipt en tegen een boom
gereden. Ze is bij de botsing overleden
kaartjes aan vriendjes. Men kan niet
verwachten dat de regering hiervoor be
taalt. De Opera moet zichzelf weten te
bedruipen uit de kaartverkoop, evenals
het voetbal".
MILAAN (A.P.) De burgemeester
van Milaan heeft een nieuwe stedelijke
belasting voorgesteld ora het Scalathea
ter te helpen uit zijn stijgende finan
ciële moeilijkheden. Enige raadsleden
hebben zich hiertegen met kracht ver
zet. Zij betoogden, dat het tekort een
kwestie is voor de Italiaanse regering,
omdat de Scala een integrerend onder
deel is van de Italiaanse nationale cul
tuur. Rome staat echter nog steeds af
wijzend tegenover het verzoek van de
Scala om meer subsidie.
Ruim een jaar geladen heeft de Ita
liaanse regering de subsidie» voor de
Scala en de overige elf belangrijkste
Italiaanse opera-instellingen drastisch
verlaagd. Het staatssubsidie werd ver
minderd van S.600 tot 2.600 miljoen lire.
Tijdens een stormachtige zitting van
het parlement zei een woordvoerder
van de regering: „De Opera's geven te
veel uit voor sterren en decors. Zij bie
den tegen elkaar op om grote talenten
aan te trekken. Zij geven te veel vrij-
Vergeefs
De vorige week is de directeur van
de Scala weer naar Rome geweest om
uiteen te zetten, dat de toestand zeer
benard was. Hij kwam terug zonder dat
hem verdere hulp was toegezegd.
De Scaladirectie heeft betoogd, dat
47 proeent van de onkosten wordt be
streden uit de kaartverkoop en dat de
overige'53 procent door subsidie moet
worden goedgemaakt.
De Scala heeft laten weten, dal in
dien geen verdere hulp wordt verkre
gen het waarschijnlijk nodig zal zijn
om het Operaseizoen 1953 in te korten.
De enige redelijke kans namelijk
om bij een tankgevecht over te blij
ven ligt in het feilloze samenspel
van de tankcommandant, de bestuur
der de lader-seiner en de schutter.
Een seconde later vuren dan de vij
and en het hoeft niet meer. De tref
zekerheid van de moderne kanonnen
op 1800 meter al die ongeacht
de bewegingen van de tank op het
doel gericht blijven, geven weinig kans
op een meevallertje. Het best getrain
de team heeft de meeste kans.
In de laatste oorlog bleek uit de
cijfers dat de overlevenden uit tank
gevechten mannen waren die onafge
broken met elkaar hadden opgetrok
ken en elkaar tot in iedere vezel ken
den. Een half woord was genoeg om
het enige juiste te doen in fracties
van seconden.
door Anthony Bosman
yOOR de achtste maal wordt in het Delfts® Prinsenhof de Contour
van de Nederlandse beeldende kunst gehouden. Het accent valt
dit jaar op de non-figuratieven ®n d« expositie is zodanig samen
gesteld, dat zich duidelijk twee stromingen laten onderkennen: een
streven naar een zekere structuur en wetmatigheid, en een zich
overgeven aan min of meer felle kleurexplosies, welke hooguit een
bedwongen chaos te noemen ziin.
Het denderen van de rupsen en de
motoren in kleine ruimten waar men
volkomen van de buitenwereld is af
gesloten, het beperkte gezichtsveld,
de rook van het eigen kanon binnen,
stellen bijzonder hoge eisen aan het
moreel van de bemanning en aan de
lichamelijke conditie.
Aan de laatste eisen voldoet de Ne
derlandse huzaar ten volle, maar
tot het waterdichte samenspel kan het
niet voldoende komen. Weliswaar is
over het algemeen de tankcomman
dant eon beroepsmilitair, maar de ove
rige dier 'Hichtige leden van de be
manning wisselen regelmatig met
nieuwe lichtingen.
..Dat nu", zegt de commandant van
Depot-Cavalerie. kolonel J. Hoytema
van Konijnenburg, ..is onze grootste
zorg. Onze tanks kunnen partij geven
aan de zwaarste tegenstander.
Maar ik heb meer beroepspersoneel
nodig.
Uit het gesprek hierna blijkt dat
die zorg voorlopig wel zal blijven be
staan, omdat er altijd tanks zullen
blijven. Ondanks de verfijnde vindin
gen, zoals die Zwitserse, waarbij een
infanterist zijn projectiel door middel
van een lijn radiografisch naar de
tank stuurt. Het projectiel kleeft zich
vast op de huid en geeft een vuur
stoot die door dertig centimeter pant
serstaai brandt.
De trefkans is naar mijn beschei
den mening klein, zegt de kolonel.
..Wij hebben het onderzocht. Men ver
geet dat tanks stof maken en zich
kunnen innevelen. Probeer dan maar
eens zo'n piojectiel met het oog te
volgen. Ook de luchtaanvallen met ra
ketten bleken in de laatste oorlog ma
tig succes t hebben. Neen, het enige
antwoord op een tank is een tank!"
Zes maanden duurt het eer de
mannen de kolos beheersen. Op de
lange betonnen circuits van de Vlasak
kers bij Amersfoort binnenkort uit
gebreid met zware hindernissen uit
het terrein nagebootst op de Leus
der-, de Oirschotse- en de Doorn-
Een van de tien Centurion tanks
die denderend de rust van het op
leidingsdepot in de Bernhardkazerne
te Amersfoort komt verstoren. Terug
van een afmattende oefening op de
Leusderheide, hangen en liggen de
mannen bestoft en met modder
spatten overdekt op hun grommende
voertuig. Het stukgereden terrein zag
er wilder uit dan het ooit in werke
lijkheid in tijden van gevaar kan zijn,
zodat het op dit punt alleen maar
kan meevallen, (boven)
Waar zat de storing? vraagt de
beroepskorporaal Jan Auwema. Te
voren had hij een zekering weg
genomen, de ontkoppelingspedaal te
ruim gesteld en de ontsteking ont
regeld. Dat zijn zo van die trucjes
om een tankbestuurder vertrouwd te
maken met storingen en het opsporen
daarvan. Maar huzaar Walter Werner
uit Rotterdam gek op rijden en
toen ik in dienst moest dan maar in
eens goed op de tank had de zeke
ring gauw te pakken, (on'der)
Even alles vergeten wat bij de auto
opgaat en zich dan laten zakken
door de nauwe ingang naar de be
stuurdersplaats. Stoeltje opkrikken
tot het hoofd net boven het pantser-
staal uitkomt, met de vinger de
startknop indrukken en zich niet
van de wijs laten brengen door een
afgrijselijk gegrom van twee ben
zinemotoren.
0 Tussen de knieën zit een versnel-
lingsliandel, links en rechts een
zogenaamde stick, waarvan de be
doeling straks duidelijk wordt, links
onder de voet de koppelingspedaal,
rechts voetrem.
0 Met de linkervoet koppeling intrap
pen, versnelling in de twee, gas
geven, koppeling laten opkomen en
nee, ja toch, de vijftigtonner Cen
turion begint te rollen. Nu niet
overmoedig worden, hoewel het
ding braaf recht vooruit rolt, heel
langzaam.
0 Bij het overschakelen naar de drie
komt eigenlijk pas goed de ken
merkende eigenschap van een tank
tevoorschijn. Een auto pleegt door
te rollen wanneer de versnelling in
de vrij staat. Dit nu geldt niet voor
de tank. Deze stopt prompt op het
moment dat de bestuurder druk
bezig is te „klutsen". Het schakelen
moet derhalve zo snel gebeuren dat
de tank in beweging blijft. Dit alles
geldt voor de rechte gladde weg,
0 In het terrein komt er een hulp
middel aan te pas. De stick! Wordt
aan de linker stick getrokken
even en met een ruk dan
remt de linkerversnellingsbak af,
het toerental loopt tot nul terug,
zodat ineens kan worden door
geschakeld zonder klutsen en
tussengas.
0 Met deze sticks wordt ook gestuurd.
Links aangetrokken, wordt de lin
ker „trek" ofwel rups afgeremd,
rechts aangetrokken de rechter trek.
Zo verandert de tank van koers.
Maar neem de eerste bocht niet In
z'n drie, zonder tijdig een rijks-
herbouwcommissie te waarschuwen.
Zaak-wijkverpleegster
AMSTERDAM. Ook voor het
gerechtshof te Amsterdam, dat gister
middag haar zaak in hoger beroep
behandelde, heeft de 37-jarige wijk
verpleegster T. H. D.-M, uit Ouder
kerk haar onschuld volgehouden.
In eerste aanleg had de rechtbank
haar wegens diefstal van 1035 gulden
ten nadele van een oud echtpaar in
Ouderkerk a/d Amstel een gevange
nisstraf opgelegd van een jaar, waar
van drie maanden voorwaardelijk,
zonder aftrek van het voorarrest. Zij
bevindt zich sedert augustus in pre- j
ventieve hechtenis. Gisteren eiste de
procureur-generaal, mr. A. S. de;
Muinck Keizer bevestiging van de
straf.
„Niemand anders dan de verdachte
kan de diefstal hebben gepleegd", zo
meende hij. „Het geld is verdwenen uit
een koektrommeltje, dat de oude man
in zijn bedstee bewaarde. Het zijn ge
ïsoleerd wonende oude lieden, die
vreemden uit hun woning weren en met
bijzondere zorg hun spaarcentjes be
waken".
De raadsman, mr P. M. Witteman,
achtte in dit geval de bewijzen zo zwak.
dat er wel vrijspraak moest volgen. Hij
betoogde, dal de oude man niet eens
heeft kunnen vertellen hoeveel geld er
in het blikje aanwezig was, hoewel hij
het bijna dagelijks als hobby zat te tei
len. Pleiter achtte het mogelijk dat de
oude mensen het zich verbeeld hebben
iets kwijt te zijn.
Maar zelfs als er werkelijk gestolen1
is, dan blijft hel goed mogelijk, dat
j iemand anders dat heeft gedaan. Er
komen toch andere mensen aan de deur
en het kwam voor. dat de beide oudjes
J zich in de tuin ophielden.
„Nu niet eens onomstotelijk vaststaat'
dat er geld is' verdwenen, mag uw nof
zich toch niet laten leiden door de weten-
schap dat de verdachte al eens eerder
i wegens diefstal is veroordeeld", aldus
de raadsman.
Het is opmerkelijk, dat het
werk waaruit een persoonlijk
heid blijkt, tot de eerste
groep behoort, die de structu
rele abstracten zou kunnen
worden genoemd. Hun schil
deren is een bouwen met
grote rijkdom aan kleur en
dient om een idee, een gevoe
len te vertolken. Men ziet er
de mens en zelfs de realiteit
achter staan, omdat deze
kunst uit deze beide elemen
ten is geboren.
Vandaar dat dit abstracte
geen losgeslagenheid, maar
gebondenheid inhoudt. Te dik
wijls ziet men hoe schilderijen
uit verf zijn gemaakt en nim
mer iets meer dan verf zijn
geworden. En er kunnen
theorieën aan worden gehan
gen zoveel men wil, zij blij
ven verf en dat dikwijls met
kilo's tegelijk. Maar bij de
structurele abstracten, die
overigens ook niet zuinig met de
materie zijn, is de verf middel om te
beelden.
HEEL duidelijk ziet men dat in het
werk van Gerrit Benner, die op
bouwt uit kleurvlakken, welke zelfs als
zij door elkaar warrelen, onderworpen
zijn aan een ritmische wetmatigheid.
Zijn schilderijen hebben ruimte, een
landschappelijke ruimte zelfs, en dat
betekent meer dan de treffende schoon
heid van kleur, die sleehts een enkele
keer versombert als de mens uitgangs
punt is en tot primitief werk wordt
teruggebracht.
De Haagse schilder Bouthoorn werkt
sterker nog op een ritmische gebonden
heid, die zijn prachtige kleuren en be
wogen kleurvlakken tot een symfoni
sche grootheid geeft. Wim Hussem's
vormgeving ontleent door de aard van
zijn kunst, die op de lijn als „teken"
berust, haar kracht aan spanningen,
welke resulteren in boeiende harmonie.
Nanninga is wellicht de meest ver
innerlijkte van deze schilders. Ziin
werk heeft een voelbaar wezen door de
sensitiviteit van structuur, ritme en
kleur, welke op een noemer berusten:
een zachte melancholie.
Frieda Hunziker werkt minder or
ganisch, maar haar door landschappen
uit Zuidslavië en Haute-Savoie ge-
inspireerde schilderijen bezitten een
sfeervolle zuiverheid. Bouke IJlstra
treedt voor het eerst in Contour op met
meer grafisch dan picturaal zijnde
schilderijen, die de machine tot ach
tergrond hebben in een speelse ver
beelding. De Hongaarse vluchteling
Imre Nagy iaat ten slotte een eigen
talent zien, niet groot, maar wel sym
pathiek en persoonlijk, in schilderijen
met een blokjesachtige opbouw, die
teerheid als voornaamste kenmerk be
zitten.
DE a-structurele, de kleur-explosieve
schilders pijn dit keer in tegen
stelling tot andere jaren in de min
derheid. zonder dat men dit als symp
tomatisch voor de Nederlandse schil
derkunst mag zien. De Rotterdammer
Guust Romijn is hun voornaamste ver
tegenwoordiger op deze Contour. In
weerwil van uiterlijk krachtsvertoon
is zijn werk arm, omdat het chaotisch
is en zowel geestelijke waarden als
persoonlijk schrift afwezig zijn. Wat
beter voldoet de Eindhovenaar Len-
narts, die een vage notie van struc
tuur blijkt te hebben, maar wiens per
soonlijkheid slechts doorschemert.
1AE figuratieve schilders zijn zowel
quantilatief als qualilatief in de
minderheid. Van Dick Elffers is er een
inzending, die als grootste gemene de
ler de lelijkheid en afwezigheid van
harmonie heeft. De figuurstukken van
D. D. Lammers bezitten een illustratief
karakter en komen slechts in een en
kel geval, o.a. m Twee figuren, daar
boven uit. Fiedler vertegenwoordigt hel
expressionisme, Christiaan de Moor de
decoratief gerichte kunst.
1112 grafiek is geheel figuratief met
het wat zwaarmoedige werk van
Ed. van der Zanden, de prachtig van
kleur en vormgeving zijnde litho's van
Daniel den Dikkenboer, de soms illu
stratieve, maar andere keren (nr. 51
Wil L. Bouthoorn: Liggende figuur
(gouachel.
zeer beeldende litho's van Dick Elffers,
en de zeer beeldende kleuren litho's
van Elenbaas. De etskunst neemt dit
maal een belangrijke plaats in. Hoe
zeer verschillend het werk van R.
ChaUloux, A. J. Veldhoen en Jos Jan
sen ook is, het heeft zeer opvallend
het beangstigende, soms demonische
element gemeen.
T~\E beelhouwkunst is niet zo sterk
vertegenwoordigd als de huidige
stand van zaken in de Nederlandse
sculptuur eist. De meeste beeldhouwers
zijn echter dermate met opdrachten
bezet, dat zij moeilijk aan eigen werk
toekomen en dit heeft zijn weerslag
op een tentoonstelling als deze. Geen
van onze grote beeldhouwers vindt men
er en de kleine sculptuur, die Lotte
van der Gaag, Toon Kelder, Tajiri,
André Volten, Pieters, Frans Verhaak,
Tummers, Romijn en Van den IJssei
beoefenen, is niet voldoende om met
enig recht van een contour van de
beeldhouwkunst te spreken.
'T'EN SLOTTE de ceramiek, die dit-
l maal wordt gevormd door de unica
van een aantal jonge kunstenaars, die
verbonden zijn aan de experimentele
afdeling van De Porceleyne Fles. Het
is verheugend te constateren, dat in
tegenstelling tot vroegere exposities
van deze afdeling de ceramische hoe
danigheden de overhand hebben op de
grafische versierende elementen. Deze
zijn ondergeschikt en in vele gevalle»
een eenheid met de ceramische pres
tatie geworden.