Meermin ontving vrek-rijders koel ZUINIGE SLAGER Sun balm BAAYENS KAPPIE en de Kletzkische vlam Zaterdag 21 maart 1959 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 2 Vandaag weer vrije toegang tot de benzinetank. De rally is gereden, de vrijage met het gaspedaal is voorbij Uitspraak boycot Panhonlih-schepen uitgesteld Uitgevallen Heerlijk land De speciaalzaak voor uw Bril Gure dame |iiiiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiii I FLITS GORDON in het I heelal Zelf aan de slag 1 Jack Dunkley In één nacht Uw handen gaaf en zacht Uit de kerken Kopenhagen. zo, de zuinig heidsrit van 1959 zit erop. En terwijl op de Vesterbrogade in Kopenhagen de neonlichten aanspringen en de oranje gekleurde warme worstjes met mosterd en ketchup gretig aftrek vinden in de venijnig koude Deense hoofdstad, is de spanning aan het stijgen. Wie heeft er dit jaar, in de Caltex Eco nomy Test, het zuinigst gereden over de bijna 1900 km door West-Europa, die wij in de afgelopen vijf dagen hebben afgelegd? Niemand weet het nog. Want pas vanavond wordt de uit slag bekend gemaakt en zal waar schijnlijk een neef van koning Fre- derik, graaf Flemming von Rosen berg, de prijzen uitreiken. Tot zolang proberen de vierhonderd mannen en vrouwen van vijf nationaliteiten, die de route reden, hun nieuwsgierigheid weg te werken door het kijken naar grote etalages met Danske stilmpbel en het kopen van teakhouten zout en pepervaatjes. T~\E start was, zoals u al weet, ellendig vroeg, en wel in Travemünde. Het waren tachtig kilometer in een natte kille ochtend, waarin de nachtvorst aan het wegtrekken was, die door de deel nemers over bijzonder kronkelige en hobbelige wegen genomen moesten wor den tot Groszerbrode. Daar lag hij, de machtige Theodor Heuss, die door de Duitsers een Hochseefahrsehiff ge noemd wordt en door de Denen een veerboot. Imposant, wit, achttien meter hoog en 135 meter lang. Een gewel dig schip. En daarmee voeren wij de zestig kilometer door de Mecklenbur- ger Bocht en arriveerden na drie uur op het water in het Deense Gedser. MAAR eerst iets over die Theodor Heuss. Het was niet voor het eerst dat ik op een schip naar Denemarken DEN HAAG. Het Haagse gerechts hof heeft de uitspraak in de zaak over de boycotactie tegen de Panhonlib-sche- pen uitgesteld tot 17 april. De Scheep vaartvereniging Zuid te Rotterdam was in hoger beroep gekomen van een uit spraak van de Rotterdamse president van de rechtbank in kort geding, waar bij de actie van de Nederlandse bond van' vervoerspersoneel redelijk en ver antwoord werd geacht, mits geen node loze schade zou worden, toegebracht. Zoals bekend is, stond de uitspraak van de Amsterdamse president van de rechtbank daar lijnrecht tegenover. Aan gezien het niet onmogelijk is, dat der gelijke acties in de toekomst nogmaals zullen worden uitgevoerd, wil men in hoogste instantie doen uitmaken, of de Nederlandse wet het optreden van het vervoerspersoneel in deze vorm zou toelaten. Advertentie voer, maar zoiets machtigs had ik nog nooit gezien. Honderdzestig auto's plus een com plete trein met passagiers reden het schip in en op, waarmee ik maar wil zeggen, dat er op éénhoog zo maar tachtig wagens werden geparkeerd. Drie liften gingen van de „kelder" naar de derde verdieping en in zes restau rants zaten de passagiers van de trein en de zuinigheidsrijders zich te goed te doen aan drank en voedsel, dat kon wedijveren met wat de meest verwende bewoners van grote hotels krijgen voorgezet. Af en toe werden er namen afge roepen van mensen, die van het schip af een telefoongesprek met Duitsland of Denemarken hadden aangevraagd. Winkels, twee wisselbanken en douches maakten de drie uur tot een reis waar bij niemand zich verveelde. INTUSSEN echter waren wij een rijder kwijt. Het was de Nederlander A. A. Berts uit Den Haag, de tweede chauf feur op de Dauphine van Hans Kreisel. Kreisel zelf vertelde mij aan boord: „Donderdag was Berts al niet zo best en 's avonds ging hij vroeg naar bed. Maar vrijdagochtend werd hij wakker met 38.7 koorts en ik haalde er een dokter bij. Bronchitis, consta teerde die en hij gaf Berts penicilline- injecties. Hij is in zijn hotelbed in Travemünde achtergebleven en Jac. van Berge uit Den Haag blijft voorlopig bij hem". U weet dat Kreisel tot de mensen behoort van wie ik verwacht dat zij op een zeer voordelig plaats uit deze zuinigheidsrit te voorschijn komen. En daarom was dit extra pech. Plus nog een tegenvallertje van zeven kilo. Want toen Berts ziek werd kreeg Kreisel, om aan het gewicht te komen, een zak zand van 75 kilo in zijn auto. „En Berts weegt maar 68 kg", glim lachte Kreisel. Een tweede man die gisterochtend niet meer aan de zuinigheidsrit deel nam, was de Belg Fabri, die als waar nemer fungeerde. Voor de tweede keer deze week verscheen hij te laat aan de start en de organisatoren gaan er te recht van uit, dat het om een officiële rit gaat en dat men zich strikt aan de regels dient te houden. GOED, door Denemarken dus reden wij gisteren. Een kleine tweehonderd kilometer en met dat stuk door Duits land kwamen wij op een rit van ruim 265 km. Een heerlijk land, dit Denemarken. Goede wegen, steeds maar voorkomen de mensen, beleefde automobilisten, alles schoon, leuke huizen, lekker eten, een mooie kust die op de Spaanse Costa Brava lijkt („een beetje") en met een brug van bijna drie kilometer lengte over de Masnedsund, waarbij onze Moerdijkbrug beslist groots en mooi blijft, maar toch ineens heel klein lijkt. Op naar Roskilde, waar op de Ros- kildering een acceleratieproef werd ge- 134 Haar vader zou dus die man moe ten schilderen. Een onbeschaafde, zouteloze grap. Deze keizer is grof. Een echte Romein. Jammer, dat haar vader geen tegenwoor digheid van geest genoeg heeft om zich tegen zulke aardigheden te kunnen weren. Hij kon er niets tegenover stellen dan zijn nogal zure deftigheid. Dan had die an der zich beter gehouden met zijn kwasi onderdanige ironie. Ze merk te heel goed, dat ze Jozef, on danks haar brutale opmerking over de kat, beviel. Ze behoeft nu maar één zinnetje te zeggen om vele stellig vleiende en verzoenen de woorden ten antwoord te krij gen. Jozef overlegde van zijn kant: Dorion doet erg spottend en uit de hoogte. Als ik me verder met haar inlaat, zullen we wel gauw in conflict raken. Misschien was het beter verder geen notitie van haar te nemen en haar maar te laten staan met haar vieze, lelij ke kat. Eigenaardig bruin waren haar handen vergeleken bij het lelijke bruin van de kat. „Vindt u het niet wat overdreven dat ik nog magerder moet worden vóór ik door uw vader geschilderd wordt?" zei hij. Onder het spreken had hij spijt dat hij niet was weg gegaan. „Ik vind eigenlijk, dat een paar daagjes vasten geen te hoge prijs is om in alle eeuwigheid voort te bestaan", zeide Dorion met haar hoge kinderstem. „Ik geloof dat dit als ik zal voort bestaan in mijn boeken zal zijn", antwoordde Jozef. Dorion ergerde zich over dit ant woord. Daar had je nu weer die Joodse verwaandheid. Ze zocht naar een antwoord, dat hij voelen zou, maar eer ze zover was, zei Fabulus droog in het Latijn: „Kom dochter, laten we nu gaan. Het hangt niet van ons en ook niet van hem af of ik hem schilder. Als de keizer het beveelt, schilder ik ook het karonje van een rottend var ken." Jozef keek beiden na, toen ze door de zuilengang verdwenen, die de dam naar het vasteland be grensde. Hij had geen erg goed fi guur gemaakt, maar het hinderde hem niet, dat hij zo had gespro ken. In deze dagen schreef Jozef de psalm, die later de „psalm van de wereldburger" werd genoemd: O, Jahve, geef me meer oor en meer oog, Om de wijdte van uw wereld te zien en te horen, O, Jahve, geef me meer ziel Om de veelvoudigheid van uw we reld te beseffen O, Jahve, geef me meer stem Om de grootheid van uw wereld te verkondigen, Ontwaakt volkeren en luistert goed, gij naties Spaart niet spreekt Jahve met de geest, die ik over U uitstortte. Weest kwistig met dezelve en volgt de stem des Heren Want ik verstoot degeen, die zich een vrek toont En wie zijn hart en zijn vermogen afsluit van hem wend ik mijn aangezicht. Gijlieden moet de ankers losruk ken spreekt Jahve Want mijn liefde geldt niet die in de haven verzanden En die in de stank van hun traag heid luieren zijn mij een gruwel Ik heb de Mens benen gegeven, die hem over de wereld kunnen dra gen En voeten om te draven Opdat hij niet vastraakt als een boom in zijn wortels Want de boom kent maar één voedsel Maar de mens voedt zich met alles Wat ik onder de hemel geschapen heb. De boom kent steeds weer het zelfde Maar de mens heeft ogen, om het Onbekende te zien En een huid om het andere te tas ten en te proeven. Looft God en verspreidt U over de landen Looft God en stort U uit over de zeeën Looft God en vloeit over in het grenzenloze. Een knecht is wie zich bindt aan één land Niet Zion heet het rijk, dat ik u be loofde. Doch: Aarde." (Wordt vervolgd) V\jf dagen zijn de benzinetanks ver zegeld geneest. Geen druppel kon clan destien uiorden meegevoerd: zuinigheid en eerlijkheid duurden hier het langst. Dit is Bep van Beek, door de rijders in deze zuinigheidsrit al rol enthousiasme „de rallymoedergenoemd. houden. Kijk, daar zouden gaan strui kelen degenen die hun auto's zo zuinig hebben afgesteld, dat zij bij normaal gebruik niet behoorlijk kunnen optrek ken. En wie beneden een gemiddelde blijft in tijd, die krijgt strafliters toe gemeten en zal, bij die uitslag van van daag, zeker niet in de prijzen zitten. HET was op de lange Liniekai, in Kopenhagen, dat de Economy Test 1959 in de namiddag een einde vond. De zeemeermin, die nu al jaren op haar steen aan de Kopenhaagse haven zit, heeft er geen spier om vertrokken. En dat is maar goed ook. Want een mens vraagt zich anders af. wat die dame bij dit gure weer hier wel moet doen. door P. J. Prins HIJ STAK juist een forse hap biefstuk in zijn mond. Hij knikte goedkeurend en dat moet dan wel een groot compliment geweest zijn. Want Herr K. Rüster is slager, Fleischer-Meister zoals hij zelf zegt, en dat klinkt natuurlijk ook veel beter. Ik trof hem op de pont tussen het Duitse Groszenbrode en het Deense eiland Falster op weg naar Kopenhagen, Pont is iets te een voudig, want het was een pracht- schip, dat voornamelijk uit res taurants bleek te bestaan. Herr RÜSTER komt uit West- Berlijn en hij lijkt meer op een gegoede Parijzenaar met zijn kort geknipt haar en zijn grijze wollen vest dan op een Duitser, Natuurlijk, autorijden is zijn hobby, een beetje duur misschien, maar hij is dan ook geen slagertje, hij heeft een kapitale zaak met tien be dienden, waar van sommigen dag in dag uit doende zijn met het Smaken van worst. De DKW met startnummer 19 is erg nieuw, maar maakt door de ervaren bestuurdershanden een prachtig resultaat, dat een dezer dagen in zijn klasse zelfs bovenaan stond. fEN RUSTIGE MAN, deze meester- slager, die deze rit overigens heeft beschouwd als een soort voor proefje voor nog grotere kracht toeren. En hij denkt daarbij aan de rally van Monte Carlo. Het tijdverdrijf want dat is het voor hem is wel een beetje kost baar, maar zijn hart zit erin en wie kijkt dan op een paar cent Frau Rüster denkt er iets anders over, maar daar is voor gezorgd. En nieuwe jurk en een paar nieuwe schoenen hebben de gemoederen wat tot rust gebracht en dat is dan een van de redenen, waarom de hobby van Herr Fleischer- Meister zo kostbaar is. rOEN ZIJN grijze auto Union op de lange Liniekai in Kopenha gen aan het einde van de vijfdaagse reis aftankte, lag een zeesleper uit Leningrad zachtjes achter hem te deinen in het water van de Sont.. Vanavond weet Herr Rüster of zijn zuinigheid beloond wordt en mor gen begint ook voor hem de al lerlaatste etappe, die hem dwars door de Duitse Oostzone naar huis zal voeren. Tot volgend jaar mis schien. DE NATUUR IN EN OM UW HUIS Zo langzamerhand zal men toch de moestuin in orde moeten maken; men dient de grond te spitten en dat moet goed gedaan worden. Van tuintjes die jaarlijks gespit worden behoeft men de grond niet zo diep om te werken; het is voldoende als er gén steek gespit wordt en dat wil zeggen: tot op ee: diepte van vijfei twintig tot dertig cen timeter. Als het echter een stuk grond is wat voor het eersl beteelc moet wor den iient men veel dieper te spitten; zal men zekei twee steek diep moeten gaan en als zich op die diept harde lagen bevinden zal men die ook los moeten maken. Niet alleen dat de grond goed los ge spit moet worden; men dient de moes tuin ook te bemesten De fijnste groen ten worden nog steeds op stalmest ge kweekt. doch gebruik er dal. in ieder geval geen verse mest voor: oude koe mest of oude varkensmest zijn beide heel goed. Per tien vierkante meter hebt u „iervan één kruiwagen nodig en die moet in de bovenste steek onder gewerkt worden; stop de mest vooral niet te diep in de grond; hij doet dan geen dienst. Als de grond echter voldoen de humus bevat kan men ook heel goe de resultaten bereiken met de bekende roze tuin- en gazonkorrelmest. Een moestuin dient niet alleen gespit en emest te worden; die moet ook in- gede-.ld worden; dat wil zeggen: er moet een teeltplan gemaakt worden. U dient dus te weten of vooruit vast te stellen waar de koolsoorten gekweekt moeten worden en waar de bladgroenten, waar de peulvrui iten en waar de knol- en wortelgewassen. Dat is allemaal nodig omd-t wisselteelt bij het kweken van groenten nodig is; indien steeds de zelf de soorten op de zelfde bedjes gekweekt worden, komt er op de duur niets meer van terecht. door ÜllllllllllHllllllllllllllllllllllllllllllll liiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniig Advertentie 18. „Dekselse klont!", viel Kappie te gen de maat uit. „Dat is ja fraai! Je hebt het Huis Kletzky zomaar uit je mond laten vallen! Wat moet de prins daar ja niet van denken!" „J-jamaar ik werd misselijk van al dat p-pijproken stamelde de maat, terwijl hij naar het geschokte gezicht van prins Kletzky keek. „Ziet u en toen viel ik van die schouders en toen v-verloor ik de p-pijp!" „Hindert niet, vreemdeling", klonk plotseling een stem. „Kletzky kan nog een heel zware pijp roken., hier is hij!" En tegelijkertijd drong graaf Bandelos zich door de menigte om de maat zijn pijp terug te geven. „En-en het v-vuur?", vroeg de maat. De graaf barstte in lachen uit. „Ja, dat zal ik er in laten zitten ik zal daar mal zijn", riep hij. „Dat bedoel de ik met de zware pijp die Kletzky zal roken. Het Huis Kletzky is nu ECHT ge vallen, zie je! De vlam is gedoofd!" „BAH, wat een misselijke streek!", stoof Kappie op. „Iemand een pijp af handig maken ais hij op de grond ligt en dan stiekum het vuur eruit halen BAH! Wat een overgehaalde landrotten- streek!" „En h-het was nog wel echte h-heren- baai!", vulde de maat aan. „Ik houd ja niet van zulke achterbak se schuimerstreken!", ging Kappie voort, „Dat ruikt naar.." Hij snoof en keek onderzoekend om zich heen. Toen viel zijn oog op de baard van de maat. Met een opgewon den kreet stortte hij zich op zijn stuur man en begon als een bezetene in diens kinbeharing te blazen. „Het Kletzkische vuur is niet dood! Het LEEFT!", juichte de menigte die goed had opgelet. Het Kletzkische vuur scheen werkelijk onuitroeibaar te zijn. Toen de maat zijn pijp verloor, moest er een vonkje in zijn baard zijn terechtgekomen, waar het onder invloed van Kappie's geblaas opnieuw uitgroeide tot een kleine vlam, die snel om zich heen greep.. «OWNTREE N AMSTERDAM' Medicinale handcrime NED. HERV. KERK Beroepen te Dorkwerd: vie. J. Roe bes te Krimpen aan den IJssel; te Uit- huizermeden (toez.) E. M. Pannekoek te Ochten (Betuwe); te Ee (Fr.) F. J. Veldman te Colijnsplaat. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Oosterend (Fr kand. L. J. Wolthuis te Groningen, die bedankte voor Reitsum. Schoonoord. Gees en Niezijl. Examen. De ciassis 's-Gravenhage heeft prep. geëxamineerd en beroepbaar verklaard de heer A. J. Verbeek. Ahorn straat 5o, Den Haag, kand. aan de V.U. die terstond beroepbaar is. GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT) Examen. De classis Rotterdam heeft met gunstig gevolg prep. geëxamineerd de heer A. N. Hendriks, kand. aan de theol. hogeschool te Kampen. Kandidaat Hendriks kan wegens voortzetting van zijn studie nog geen beroep in over weging nemen, doch zal gaarne de ker ken op zondagen dienen, in Dienst de» Woords. Zijn adres: Berglustlaan 59, Rotterdam-Noord.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 2