Helmen-spel vol fouten Debacle van de schoenen TROTYL STROP ■comedie mei oude ieepwieleu Trotylfabriek gebrek aan mislukte door kapitaal VENTIEL- HAAST Expertzag fabricage voor het eerst - en Duitse fabriek kreeg [doorslag van rappori gasmaskers onder druk van Korea JEEP WIELEN: ZAAK VAN SCHADE EN SCHANDE DWINGENDE BESLISSING WAS FUNEST WIE DROEG SCHULD? DM1 DE GENERAAL LEEFT NOG ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 6 Helmen, schoenen, gasmaskers, wielen van jeeps, trotylfabricage, het D.M.L. heeft er grote fouten mee- gemaak. De pers' heeft daar indertijd uitvoerig over geschreven. Vragen van Kamerleden en tenslotte een interpellatie hebben geleid tot een uitvoerigonderzoek door een Kamercommissie. Hier, op deze pagina, vindt men het resultaat van het onderzoek van de commissie-Koersen. llliisi iBiiii wêêêèêêëêèèbêbèêêbbsêêèêêê HSir Heel minutieus is de commissie hel drama van de helmen na- Q^dcugciclijkc gegaan. Daarbij kwamen de volgende feiten aan het licht Afgekeurd - en toch in de produktie Begonnen werd met D genoeg voor -commissie [VENTIELEN VAN GASMASKERS1 BLEKEN NIET TE DEUGEN Onbegrijpelijk zegt rapport ft V'....' i&lll jfromtj jjjJH ||j paffiitffiHm lil:1!' I I;,;ai ill!i»,! iiiilli;; prijsopgave te vragen aan fabrikanten en le veranciers, zonder dat het D.m.L. zelf nauwkeurig wist aan welke eisen de helmen moesten voldoen. Wel had men de Amerikaanse specificaties gevraagd, maar toen deze niet op korte termijn werden verstrekt, kon het D.M.L. niet langer wachten en trachtte langs andere wegen aan deze technische voorschrif ten te komen. Dit kwam hierop neer, dat de leve ranciers in hun prijsopgave het D.M.L. aan de technische eisen moesten hel pen. Bij de eerste inschrijving wekte de laagste inschrijver niet voldoende ver trouwen. Er werd een nieuwe inschrij ving gehouden Hoewel Verblifa aan vankelijk niet had meegedongen naai de leverantie van de plastic binnen helm, verzocht Verblifa bij de tweede inschrijving daar ook voor in aanmer king te komen. Verblifa was zowel voor de buiten als voor de binnenhelm veruit de laag ste inschrijf ster. CONTRACTEN HOEWEL Verblifa toen niet beschik te over .de volledige industriële uitrusting voor de fabricage van binnenhelmen, nam men maar aan, dat de Blikfabrieken een goede helm zouden kunnen produceren. De direc teur van het D.M.L. meende, dat de persen van Verblifa ook geschikt zou den zijn voor de fabricage van b.innen- helmen. Dit bleek een vergissing. Verblifa zegde toe een deskundige in dienst te zullen nemen en de techni sche kennis in Amerika te zullen ver garen. als zij de order kreeg. Op 1 december 1952 werden de con tracten getekend. Voor een bedrag van 2.294.719.20 aan buitenhelmen en voor 2.174.088,80 aan binnenhelmen. Van elk 274.160 stuks. Over het nemen van de voorge schreven proeven en het vast stellen van steeds andere eisen, vermeldt het rapport o.a. de volgende hartige opmerkingen: Voor de binnenhelm was o.a. een buigproef voorgeschreven met een be paald apparaat. Deze proef werd veel vuldig met de hand gedaan, hetgeen in strijd was met de voorschriften. Intussen was de afdeling Planning, Ontwikkeling en Produktie (P.O.P.) op gericht. Het is deze afdeling nooit ge lukt om voldoende geschikt personeel aan te trekken. Het hoofd van de P.O.P. was wel op de hoogte van de moeilijkheden bij de produktie van de helmen maar niet van de verwerking van het anti-magnetisch mangaanstaal. Hij adviseerde de directeur D.M.L de helmen te maken uit het staal waar van voor de oorlog de helmen werden vervaardigd. De chef van de generale staf wees dit voorstel van de hana'. MONSTERS Aanvankelijk wilde verblifa twintig monsters maken van Frans staal. Die proef is op een mislukking uitgelopen. Daarop werd mangaanstaal gebruikt van-Duitse her komst. De twintig monsters die toen werden gemaakt, werden afgekeurd. Vorm en afmeting voldeden niet aan de eisen. Ook de twintig monsters van de bin nenhelm werden afgekeurd. Ook daar van klopten vorm en afmeting niet en bovendien pasten deze binnenhelmen niet in de buitenhelm. Ondanks deze afkeuringen besliste het hoofd van de P.O.P. dat Verblifa met de produktie van 20.000 helmen van Duits mangaanstaal zou beginnen. Het hoofd van de P.O.P. bepaalde daarbij, dat deze helmen niet al te streng op hun uiterlijk mochten wor den gekeurd. In augustus en septem ber van 1953 werden telkens partijen buitenhelmen aangeboden, die door de keuringsdienst van de afdeling inten dance van het D.M.L. werden afge keurd, maar door de P.O.P. voor 90 pet. werden goedgekeurd. Dit verschil van inzicht gaf steeds aanleiding tot moeilijkheden Buiten de directeur van het D.M.L om werd een tussenoplossing gevonden. De inten dance zou de keurmeesters leveren en de P O P zou de leiding hebben. Zo dra de keuring een routinekwestie was geworden, zouden de deskundigen van de intendance worden teruggenomen uit de fabriek Personeel van de fa briek zou dan onder hand zo zijn ge ïnstrueerd. dat het zelfstandig zou kun nen keuren. De keuring werd echter nimmer een routinewerk. Zelfs toen er partijen in het deDot van de intendan ce kwamen, werden daar bii controle nog een paar duizend p--'ömr>laren uit geschift. ONDERZOEK DE produktie van de binnenhelm kon maar niet op gang komen Toen men in augustus 1953 drin gend behoefte had aan 10.000 binnen helmen, werden deze in een spoedor-» der bij een Duitse fabriek besteld. De fabricage werd bij Verblifa helemaal stilgelegd. P.O.P stelde een diep- ROTTERDAM Grote verbazing is 'gewekt, toen op 20 februari van dit jaar minister Staf op een der 26 schriftelijke I vragen welke het kamerlid Ritmeester hem |had gesteld over de helmen-affaire moest I antwoorden•- „De gezonden monsters welkevoorzover thans valt na te gaanI \niet meer aanwezig zijn, werden in juni 1953 gekeurd en in julil id.a.v. herkeurd. Hierop is tot een aanloopprodukl ie besloten.'9 DIT was de aanleiding op 1 maart 1958 gaand onderzoek in naar de fouten. Men vond. dat de maten van de ma trijzen niet klopten. DaaróiVi pasten de binnenhelmen niet in de buitenhelm. Men vond andere ernstige tekortko mingen, die minder makkelijk te ver helpen waren. Intussen waren de tech nische gegevens in Amerika gekocht, maar ze werden niet gebruikt. Na enige maanden van studie en zoeken, kon eindelijk de produktie van de bin nenhelmen op gang komen. In november 1953 konden 20.000 hel men per maand worden geleverd. De uitval was hoog. Dertig procent moest worden afgekeurd. Verblifa bleef met grote partijen afgekeurde helmen zit ten. De directie verzocht de afgekeur de helmen nogmaals op bruikbaarheid te toetsen. Het hoofd van de P.O.P. besliste op 12 november 1954 dat deze helmen na mogelijke reparatie her keurd mochten worden. Ondanks aller lei ,,schoonheidsfouten" en tekortko mingen, werden deze helmen als twee de keus aanvaard, maar tegen de vol le prijs betaald. TWEEDE ORDER TERWIJL al deze moeilijkheden zich voordeden werd zonder in schrijving een tweede order voor helmen aan Verblifa gegund. De hel men moesten echter iets duurder wor den, omdat er zoveel tegenslag was.. Voor te late levering was Verblifa met 50.453,28 beboet, maar na het tot standkomen van de vervolgorder werd daarvan 47.450,51 terugbetaald. Ten slotte werden nog drie overeen komsten voor de levering van binnen helmen gesloten, in totaal 422.170 voor een bedrag van 3.901.326,42. Hoewel de produktie van de buiten helmen op 1 mei 1953 had moeten be ginnen, begon de aanlooptijd pas in augustus. De resultaten waren niet gunstig. Alles wees erop, dat de fa briek ih Doesburg niet tot een door lopende produktie in staat was. SCHEUREN TOEN de produktie op gang kwam. kreeg men bij Verblifa en bij het D.M.L. hoop, dat de moeilijkhe den overwonnen waren. Eind 1953 bleek echter, dat de hel men spontaan scheuren gingen verto nen. Toen men in de magazijnen ging kijken, zag men overal helmen met scheuren, die na enkele maanden van zelf ontstonden. Augustus 1954 stokte de produktie. Van een partij' van 40.000 platen uit Engeland werd het grootste gedeelte afgekeurd. Eind 1954 stond de gehele produktie stil. Men kocht platen in allerlei landen. Er werden weer nieuwe methoden voor geschreven, de produktie kwam weer op gang. September 1956 was de pers totaal versleten. De produktie werd van Doesburg naar Krommenie verlegd. Bij het korps Mariniers op Nieuw Guinea had men in de praktijk "rand- scheuren vastgesteld bij een groot aantal nieuwe helmen. Het rapport dat daarover werd opgemaakt concludeer de, dat de Verblifahelmen moesten worden afgekeurd. De marine wilde, dat het' D.M.L. alle helmen zou terug nemen. De directeur D.M.L. weigerde. De marine nam zelf schietproeven. Men stelde toen vast, dat de helmen niet alleen randscheuren vertoonden, maar dat van de tien helmen, die be schoten werden er zes werden door boord. Bij de marine ontstond een ernstig tekort aan helmen. Eind 1957 werden 132.000 stalen buitenhelmen bij een Duitse fabriek besteld. Deze partij vol doet aan de gestelde eisen. Intussen werden bij de keuringen van de helmen die hier vervaardigd wer den. steeds droever resultaten vastge steld. Toen ook in het parlement be gin 1958 de helm inaffaire onderwerp van gesprek w-.s geworden, hadden herkeuringen plaats. Daarbij bleek, dat de kwaliteit steeds slechter was geworden. De eerste groep van 163.000 stuks was over het algemeen goed. De tweede groep van 183.000 helmen was aanzienlijk minder goed en de laatste groep van 73.000 helmen was slecht. De fabrikant heeft de afgekeurde helmen teruggenomen en daarvoor 227.426.90 aan het D.M.L. terugbe taald. In de militaire magazijnen be vindën zich nog 1286 stuks die nog herkeurd' moeten worden. Overigens zijn er nog 16.000 helmen bij de troep of bij personeel dat met groot verlof is gezonden. De helmen bij de troep worden ingenomen. De anderen zullen bij opkomst vooi herhalingsoefeningen worden ingenomen. VERWIJTEN E commissie acht het een ernstig feit, dat eén gedeelte van de troep is uitgerust met een helm die niet aan de technische voor schriften heeft voldaan. Ock is de commissie van mening, dat niet alleèn de lage prijs bepalend is geweest de oider aan Verblifa te gunnen. Daarin hebben' ook andere ele menten een rol gespeeld. Een ernstig verwijt maakt de com missie aan het hoofd van de P.O.P. en de directeur D.M.L. dat zij ver zuimd hebben de fabriek te Doesburg grondig te bekijken, zoals was voor geschreven. Had men dit wel gedaan, dan zou direct al ernstige twijfel zijn gerezen omtrent de geschiktheid van dit bedrijf voor de fabricage van de helmen. De directeur D.M.L. had een einde aan de produktie moeten maken, toen geconstateerd werd dat spontaan scheuren ontstonden in de helmen. Naar het ooi deel van de commissie had dat gekund, omdat "crblifa toen al meer dan een half jaar te laat was met afleveren. De commissie keurt het helemaal af, dat de kosten van experimenteren voor rekening van de staat kwamen, toen bleek, dat de fabriek het werk niet aan kon. Ernstig is ook, dat 115.249.13 van de opgelegde boetes werd geannuleerd. Het is een ernstig verzuim, dat daarop niet is gelet bij het opstellen van de aanvullingsover eenkomsten. Ondanks het feit. dat Verblifa haar verplichtingen sléchts ten dele is na gekomen, heeft' de staat geen finan ciële compensatie gevraagd. Alle fi nanciële gevolgen die uit de moeilijk heden voortvloeiden, zijn voor het grootste gedeelte op de staat afgewen teld. En ondanks dit alles kreeg de chef generale staf nog niet de helm waar hij om had gevraagd. Van een onzer verslaggevers DEN HAAG. Haast en slordig heid hebben hun invloed doen gel den bij de gasmaskers. De com missie is na haar onderzoek tot de conclusie gekomen, dat de chef van de generale staf op al te kor te termijn zijn wensen inzake de gasmaskers heeft kenbaar gemaakt aan het D.M.L. Er moest daardoor met meer haast worden gewerkt dan gewenst was. Bovendien vond de minister dat de troepen zo snel mogelijk een gasmasker moesten hebben toen de oorlog in Korea uit brak. Men nam toen genoegen met de stelling: dan maar gauw een gasmasker boven de stelling: een gasmasker dat in alle mogelijke ge vallen zou voorzien. Daar kwam nog bij het gebrek aan deskundige keurders, een onvolkomen apparatuur om te keuren, zodat ten slotte bleek, dat de fouten juist lagen op punten, die niet konden worden ge test. Vreemd was ook. dat de Rijks Ver- dedigings Organisatie Toegepast Na tuurwetenschappelijk Onderzoek (R.V.O.-T.N.O.) niet van het begin af bij het onderzoek en de voorberei ding betrokken is geweest. FATAAL Van het grootste belang was, dat het ventiel bij de eerste ademtocht zou sluiten. Juist de nieuwe .zenuw gassen zijn al fataal bij >de allereer ste inademing. Bij de ontwikkeling' waren de resul taten op dit punt niet bevredigend, hoewel er ook afwijkingen waren op an dere punten. Ondanks deze onvolko menheden gaf de minister opdracht aan het D.M.L. overwijld met de mas saproductie te laten beginnen, omdat de we as van de chef staf moest wor den opgevolgd. Eerst bij de massaproduktie werd de R.V.O.-T.N.O. ingeschakeld, of schoon deze organisatie zich al jaren met proeven bezighield. Bij de fabri cage deden zich vele moeilijkheden voor. Om de zaak te bespoedigen. heeft het D.M.L. op eigen initiatief de constructie van het ventiel, dat al niet voldeed, nog gewijzigd. Na een grote uitval in het begin waren in 1954 ruim 400.000 gasmaskers aan het D.M.L. geleverd. De keurmeesters hadden geen prak tijkervaring met gasmaskers. De ap paratuur was onvoldoende en tot over maat van ramp keken de keurders allee, maar naar de Duitse tekst van de keuringseisen. Zij wisten blijkbaar niet. dat aan de achterkant van het papier een Nederlandse tekst met keu- ringse.uen was geplaatst, die afweek van de Puitse tekst, omdat de Duitse eisen een groter lekkage tolereerden. TE LAAT Uit Engeland kwam een rapport waarin stond, dat het uitlaatventiel van de Nederlandse gasmaskers niet goed sloot. Ook was intussen een herkeu ring nodig gebleken, omdat er nieu we gassen in ontwikkeling waren. Bij dit onderzoek bleek, dat de ventielen pas na de tweede of derde ademstoot dichtgingen, wat dus te laat was om bescherming te bieden aan de zenuw- gasse Twintig procent vertoonde een ontoelaatbaar lekkage. Van 50 pet. sloten ventielen pas na bevochti- tiging. De R.V.O.-T.N.O. adviseerde DIT was de aanleiding Van een onzer verslaggevers DEN HAAG. Evenals bij de helmen en de schoenen het geval twas, kon bij de jeepwielen aanvan kelijk niet worden voldaan aan de technische eisen, dat zij gelijk moes ten zijn aan de Amerikaanse. Ook hier zou een proeforder hebben kun nen uitwijzen, welke moeilijkheden te wachten waren. Nu werd de order zo maar gegeven- Toen de jeeps, die met deze wielen met gedeelde velgen (uit twee stuk ken die makkelijk demonteerbaar zijn) waren uitgerust bij de Konink lijke marechaussee in gebruik kwa men, duurde het niet lang of er kwa men klachten. De wielen slingerden, als gevolg van het uitslijten van de gaten van de wielbouten door het veel vuldig verwisselen van de banden, die snel sleten. - op 5 juni 1958 Later is het een ëh aridèn vereen voudigd, zonder van het principe af te wijken. Het wiel was toen goedko per en voldeed. De commissie betreurde het, dat men eerst schadelijke ervaringen in de praktijk moet opdoen. Toen de wielen, gemaakt conform de techni sche voorschriften toch nog fouten vertoonden, bleek weer eens het ge mis aan een fabriek die onder het departemeht van oorlog ressorteert waar in de praktijk de fouten kun nen worden opgespoord, aldus schrijft de commissie in haar rapport. Dank zij het initiatief van de tech nische hoofdambtenaar is niet alleen de schade beperkt gebleven. Er is ook een oplossing voor de moeilijkheden gevonden. GEMIS Een werkgroep ontwierp een nieuw wiel. Daarvan werden prototypen ge maakt, die echter niet voldeden. Toen diende een technisch hoofdambtenaar van het basiscommando een ontwerp in bij het D.M.L. Ook daarvan wer den enkele proefmodellen gemaakt. Die voldeden uitstekend, maar ble ken te duur. de ontwikkeling van een nieuw ven tiel, dat eind 1957 in de gasmaskers kon worden aangebracht. Kosten van het nieu 'e ventiel: 0,75 per stuk. Resultaat: vier jaar lang een on deugdelijk gasmasker, dat om rede nen van internationale aard, er toch zo snel had moeten zijn. DIT was de aanleiding op 11 april 1958 Van een onzer verslaggevers DEN HAAG. Alleen ten aan zien van de mislukking in Ossen- drechtv, waar de trotylfabriek nog altijd leeg en stil staat, toont de commissie enige belangstelling voor de toekomst. Wat betreft de trotylfabriek, die eens de trots was van de directeur D.M.L. en de staatssecretaris, zegt de commissie het op prijs te zullen stellen een nadere uiteenzetting van de minis ter te mogen ontvangen met be trekking tot de verdere plannen die de regering met deze fabriek heeft. Ook vraagt de commissie wat er zal gebeuren met de afvoerleiding waaraan gevaren verbonden zijn. Kritiek uit de commissie over de gang van zaken met de O.C.I.O., de Organisch-Cftemische Industrie Ossen- drecht. die in 1952 werd opgericht. Noch het ministerie van oorlog, noch dat van economische zaken heeft dit project voldoende op zijn economische waarde bestudeerd. Zou dit wel het geval zijn geweest, men zou niet tot een constructie'zijn gekomen op grond waarvan dit trotylproject bijna ze ker moest mislukken, aldus schrijft de commissie. In het kader van de Navo was eigen trotylfabricage gewenst. Gezien in hel kader van de industrialisatie in Ne derland gewenst. Het had echter een waarschuwipg moeten zijn. dat de drie grootste chemische fabrieken in Ne derland voor de uitnodiging bedank ten de fabricage met steun van de overheid ter hand te nemen, omdat deze produktie in handen was van en kele grote Europese kartels waarte gen men niet zou kunnen concurre ren. Niettemin gingen staatssecretaris en directeur D.M.L. in zee met een in dustrie die financieel zeer zwak stond. Een dochteronderneming kon volgers dezelfde inlichtingen van de Maatschappij tot Financiering van het Nationaal Herstel ook nauwelijks het hoofd bieden aan de liquiditeitsmoei lijkheden. De overeenkomst T, zoals het contract voor het trotylproject werd genoemd, was bij het begin al tot mislukking gedoemd. De commissie wijst er met nadruk op, dat de moeilijkheden van het be gin tot het einde van financiële aard zijn geweest. Op de produktie viel niets aan te merken. De belangrijkste oorzaak van de mislukking was, dat de directe, D.M.L. voor een derge lijk groots project een overeenkomst aanging met een zo kapitaalarme on derneming. Elke verhouding was zoek. Het kapitaal van de N.V. bedroeg 5'.000, waarvan 10.000 was volge stort. Het ministerie van oorlog ver leende een voorschot van 4.650.000. dat later nog verhoogd moest worden tot bijna acht miljoen. Nu zit men met een lege fabriek, waarvan de totale kosten aan inves teringen en overneming in eigendom 11.755.840.68 hebben bedragen. Het komt de commissie onbegrijpe lijk voor, dat het ministerie van eco nomische zaken, dat toch ook een aan- de l heeft gehad in de oprichting, de staatssecretaris niet heeft gewaar schuwd. Men had toch zeker "van die zijde van het begin af moeten zien. dat dit industrialisatieproject op een zo s alle economische basis niet in stand kon blijven. Het enige goede dat men de onder nemers kan nageven is. dat zij er mee gestopt zijn toen bleek, dat ei- geen geld meer voor te krijgen was. De strop was toen al groot genoeg. Van een onzer verslaggevers DEN HAAG Ook de moei lijkheden met de nieuwe ge vechtsschoenen zijn naar het oordeel van de commissie voortgekomen uit de spoed, waartoe de generale staf het D.M.L. heeft aangezet. De voorraden van het oude model schoenen raakten uitgeput. Men was bezig de uitrusting aan te passen aan die van de Navotroepen. Het leek aan trekkelijk dan ook maar meteen een gevechtsschoen van Amerikaans mo del aan te schaffen. Het D.M.L. nam de nodige contac ten op. Het adviseerde een proefor der te plaatsen, omdat het niet mo gelijk was voor de Nederlandse in dustrie zonder meer de Amerikaanse produktiemethoden over te nemen, terwijl ook niet zo Amerikaanse grond stoffen op de Nederlandse machines konden worden verwerkt. PROEFORDER Na overleg met de industrie stel de het D.M.L. voor de schoen van Amerikaans model technisch aan te passen aan de Nederlandse mogelijk heden en een proeforder te plaatsen om dan te zien^wat de resultaten waren. De generale staf wees dit voorstel at. De minister gaf opdracht dat di rect met de produktie moest worden begonnen. Geen bedrijf in Nederland bleek toen bereid de gehele order van 283.000 paar op korte termijn uit te voeren. Er volgde een bespreking met de Federatie van de Nederlandse schoenindustrie en mei 1956 kon de order worden gegund aan zes' Neder landse bedrijven en één bedrijf in Duitsland REPARATIE De uitgifte bij de troep begon in april 1957. Reeds in de eerste weken vertoonde een groot aantal schoenen het gebrek, dat de rubberzooi aan de punt ging afbrokkelen. Een Nederlandse fabriek, gespecia liseerd in het good-year systeem, vond de oplossing voor de kwaal. Het was echter een fabrieksgeheim. Deze fa briek kreeg de reparatie van de "schoenen. 16.691 paar, waarvoor 121 009,75 werd betaald. Bij een tweede order was de kwaal overwonnen. Hierbij w*s het ook mo gelijk een garantiebepaling te bedin gen. De commissie is van mening, dat de minister het overhaaste handelen had moeten voorkomen. De dwingende be slissing van de minister heeft een goe de voorbereiding van de order onmo gelijk gemaakt. Dit is een deel van de commissie- Koersen. De foto werd gemaakt tijdens de openbaarmaking van het rapport over het D.M.L. Van links naar rechts de Tweede-Kamerleden, de heren G. Ritmeester, W. Wierda, Th. D. J. M. Koersen, mr. G. M. A. M. Huigens (griffier van de commissie), E. Visch en J. Koopmann. Van onze parlementaire redacteur DEN HAAG. De voor d>e Twee de Kamer belangrijkste vraag: wie was hier de man die de grondwette lijke verantwoordelijkheid voor deze gang van zaken ten opzichte van het parlement droeg, is in dit rapport niet tot oplossing gebracht. Van 1949 af. toen de regering voor het eerst een staatssecretaris aantrok, tot op de dag van heden is het blijkbaar niet gelukt een zo duidelijke taakomschrijving voor deze bewindsman op .te stellen, dat de Tweede Kamer er voldoende staatsrechtelijk houvast aan had. HET RAPP'jRT zegt hiervan: ,Dat deze taakafbakening niet duidelijk is geweest, behoort in eerste instantie tot de verantwoordelijkheid van de mi nister van oorlog, doch ook de onder havige staatssecretaris (mr. F J. Kranenbui f dus) had geen functie mogen aanvaarden, die feitelijk en po litiek niet .duidelijk was en welke hij toch- jarenlang heeft vervuld". HET ONTBREKEN van een duide lijke taakomschrijving heeft volgens de commissie tot gevolg gehad. ,,dat de politieke verantwoordelijkheid voor de activiteiten van de diensten, wel ke met de aanschaffingen te maken hebben gehad, onvoldoende tot gel ding is gekomen." DE STAATS ETA IS jS wel belast met de materi. _lzaken en dus ook ver ar.* 'oordelijk voor de organi satie van de aanschaffende diensten. ..Maar", zo luidt de slotconclusie, hierbij kom n zoveel personele as pecten naar voren, dat de commissie niet verder kan komen dan tot een algemene politieke verantwoordelijk heid (dus het ter beschikking stellen van zijn portefeuille!) van de staats- J.® ;taris. Het is haar ni:t moge- cifieke verantwoordelijk ieid voor de feilen in het beleid bij de or; nisatie van de aanschaffende nsten ,j nen". /f- Van onze parlementaire redacteur DÉN HAAG. De eerste kwar tiermeester-generaal na de oorlog was de reserve generaal-majoor s. J. van den Bergh, die in het be vrijde zuiden met een aantal an dere reserve-officieren een dienst opbouwde, waaruit na vele wijzi gingen tenslotte het DML is ge groeid. Nu is inderdaad het DML iets heel anders dan de dienst van de kwartiermeester-generaal in de jaren 194546. Maar generaal Van den Bergh heeft een uitgebreid rapport nage laten. waarin hij en zijn top mensen, die evenals Iiij zelf al spoedig te rugkeerden naar liet zaken leven, hun er varingen heb ben neergelegd. De commissie- Koersen heelt dit rapport, dat nu eens door deskundigen was samenge steld, niet ge zien. De res. generaal-majoor S. J. van den Bergh is niet gehoord. De commissie-Koersen heeft hem niet naar zijn oordeel over de organi satie van het DML kunnen vragen, zo deelde de secretaris van de commissie ons mee. omdat gene raal Van den Bergh al lang dood was! Wij kunnen de commissie uit de droom helpen! De heer Sydney J. van den Bergh leeft Griffier mr. G. M. A. M. Huigens al lang dood!"

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 6