De grote dreiging Professor PRIKKEBEEN gaat weer slangen en apen eten JEAN LURGAT BEDREIGT ZIJN EIGEN ROEM Reusachtig wandtapijt voor kathedraal Graham Sutherland ontwierp een achtste wereldwonder TECHNISCH LEIDER VENEMA HEEFT ALLES VOORBEREID Jeugdlectuur Vrijdag 27 februari 1959 ZEEUWSCH DAGBLAD Pag. 6 Geharde ontdekkingsreizigers zoeken kennis en avontuur in het Sterrengebergte Pionier van moderne wandtapijt gaat aan de essentie voorbij MARIE CUTOLLI KROON OP CARRIÈRE an een onzer verslaggevers J^.P.K.M. gaat er weer met de Koninklijke Marine op uit. Dat betekent weer een nieuwe periode van avontuur, jolijt en ern stige studie. P.P.K.M. is een unieke figuur, de titel is heel persoonlijk en hoewel alles op scherts is gebaseerd ligt onder deze humor een diepe ernst verborgen. P.P.K.M. zijn de gouden initialen, op de groene met gouden biezen afgezette schouderstukken van dr. L. D. Brongerstna, directeur van het Rijksmuseum van natuurlijke historie te Leiden, de algemene en tevens de wetenschappelijke leider van de expeditie naar Nieuw-Guinea. Hel zijn de beginletters van de wonderlijkste rang. die de Koninklijke Marine kent. Ze bete kenen Professor Prikkebeen, Koninklijke Marine. ^AN BOORD van de Piet Hein zijn deze onderscheidings tekenen aan dr. Brongersma uitgereikt, tijdens een van de vele expedities die hij maakte naar Indië en Nieuw-Guinea. Aan de onderscheiding is de rang verbonden van „Professor der eerste klasse der Konink lijke Marine". DR. Brongersma bewaart deze epau letten zorgvuldig. De kikker die er op afgebeeld staat, heeft vleugels gekregen sinds dr. Brongersma vier honderd vlieguren met de marine had gemaakt. Als hij op 4 maart samen met kapitein-luitenant ter zee vlieger G. F. Venema via de Noordpool naar Nieuw-Guinea vliegt, vormen zij een onderdeel van zijn bagage. Ook op deze expeditie, die de grootste en wetenschappelijk bezien de breedst opgezette onderzoekingstocht is. die ooit ter wereld in tropisch gebied is gehouden, zal dr. Brongersma de P.P.K.M.-emblemen zo nu en dan op de schouders van zijn tropenuniform bevestigen. Zij zijn het teken, dat hij volkomen is ingelijfd bij de Koninklijke Marine en de Marineluchtvaart. Hoewel zij uiteraard geen enkele officiële bete kenis hebben, heeft dr. Brongersma de tekehen van zijn uitzonderlijke rang vaker gedragen, ook bij officiële ge legenheden en dan hadden de insiders het grootste plezier wanneer de een of andere buitenstaander steelse blikken richtte op de nog nooit geziene uit monstering van een- onbekende rang. Getooid met deze versierselen viel hem zelfs de eer te beurt aan boord gefloten te worden, als hij het schip betrad. Slechts wanneer men maandenlang gezamenlijk grote moeilijkheden heeft overwonnen en men in kritieke ogen blikken weet. dat de een op de ander kan rekenen, komt men tot zulke uitin gen, die misschien voor buitenstaan ders onbegrijpelijk lijken. door Anthony Bosman UET doet niets aan Jean Lurgats grote betekenis voor de wederge boorte van het Franse wandtapijt af, indien men hem als een mid delmatig schilder beschouwt en zelfs als een middelmatig kunste naar. Hij zou ook een schilder van de tweede of derde rang zijn ge bleven, een man die handig de verworvenheden van kubisme en surrealisme mengt tot zelfs glad i-n de fantasie zijnde schilderijen, als hij zich niet op de tapijtkunst had geworpen. De oude kunst van het Franse wandtapijt was in de voorafgaande tien jaar moeizaam leven ingeblazen door Madame Cutolli, die in het ver worden centrum Aubusson, waar men slechts imitatie-schilderijen maakte, in 1928 een eerste atelier opende. Zij i wendde zich tot de grote schilders als Picasso, Dufy, Braque, Leger, Rou- ault, Derain. Bauchant, en Miro om I ontwerpen te maken en zij riep de hulp in van Lurgat. die hierdoor m aanraking kwam met een kunstvorm. welke min of meer zijn levenstaak zou worden. Renaissance JN 1937 vestigde Lurgat zich te Aubus son en daarmee begon de tweede fase van de renaissance, in zeker zin' begunstigd door de enkele jaren later! uitbrekende oorlog. Er waren moge lijkheden, er was ook geld. Maar de ze factoren zouden nooit tot een won derbaarlijke herleving hebben geleid, en tot voor deze tentoonstelling inci dentele zien van zijn kunst verhulde feit, dat Lurgat niet waarlijk een groot kunstenaar is, openbaart zich op deze expositie, die tapijten tooni van twintig jaar, onbarmhartig. Men ziet hoe Lurgat zich dikwijls in zijn motieven herhaalt, hoe hij even als in zijn schilderijen en gouaches niet aan dode vlakken ontkomt, en ook hoe hij soms meer vlakvullend dan beeldend te werk gaat. De grote dreiging: gevaar IN HET bijzonder is dat het geval in zijn laatste wandtapijten, zoals de vijf, die de eerste delen uitmaken van een wandtapijt, dat 125 meter Het eerste deel van het wand tapijt De grote dreiging van Jean Lurgat, dat 125 meter lang wordt. Op dit gedeelte is de dreiging van de atoombom uitgebeeld. Het meet 440 bij 900 cm. lang zal zijn en De gro,te., dreiging, is getiteld. De barokke vormgeving die zijn tapijten een tintelend en zeer levend aspect gaf, is hier gaan woe keren en een gevaar geworden. Bo vendien heeft de symboliek de maker naar de uitbeelding inplaats van de verbeelding gedreven. Lugat dreigt hiermee aan het wezen van het wand tapijt voorbij te gaan doordat hij vormen gebruikt, die kennelijk uit zijn zwak schilderkunstig oeuvre zijn geput. Deze kritiek lijkt misschien on barmhartig en te kort schietend m waardering' voor de onmiskenbare ver diensten van Lurgat. De erkenning van zijn pionierschap behoeft echter niet blind te maken voor de verkeer de weg, die Lurgat dreigt op te gaan. Dr. L. D. Brongersma: „Slang is lekkerder dan kip" Een van de laatste besprekingen voor het vertrek. Van links naar rechts: dr. L. D. Brongersma, algemeen en wetenschappelijk leider der expeditie; B. A. M. Schreiner, directeur van Aero Contraetors in Den Haag die de helikopters leverde; prof. dr. H. 3. Lam, voorzitter Stichting Expeditie Nieuw Guinea; kapitein-luitenant ter zee vlieger G. F. Venema, technisch leider der expeditie; J. /an Zanten, Aero Contractors; G. Bes- sem, secretaris Stichting Nw. Guinea expeditie. als Jcan Lurgat en zijn medewerkers zich niet dieper dan tevoren hadden! bezonnen op het wezen van de Fran- j se tapijtkunst. Het was noodzakelijk tot de oor sprong terug te keren. Een groep wevers werd herschoold. Deze mensen hadden immers slechts geleerd hei wandtapijt een imitatie-schilderij te doen zijn. Vijf tot zeshonderd verftin-, ten gebruikten zij in navolging van de achttiende eeuw. terwij] 17 tot l'OI tinten in de Middeleeuwen voldoende; waren geweest om een van de schoon ste wandtapijten als de Apocalypse van Angers te maken. Briljant en tintelend (URQAT en zijn medewerkers stelden j J zich de techniek van de Middel eeuwers als voorbeeld en herstelden i het wandtapijt als zelfstandige uiting. Zo kwam Aubusson tot nieuw leven j dankzij de moderne kunst, wier ele menten als de eerbiediging van het vlak en het essentiële gevoel voor de waarde van lijn, kleur en ritme haar als het ware voorbestemd deed zijn1 voor deze taak. De herleving van de moderne Fran se tapijtkunst moge weliswaar niet j alleen aan Lurgat te danken zijn. hij is het toch geweest die de meest indrukwekkende scheppingen heeft ge maakt. Hij heeft met de briljante! kleur en tintelende vorm het karak-l ter van het wandtapijt tot in de kern begrepen. Hij geeft het leven en rijk dom. De overzichtstentoonstelling van Lurcat in het Stedelijk Museum te Amsterdam laat dat vooral in de werken van de tien eerste jaren over tuigend zien. Maar het door de feestelijke pracht! P)E Britse schilder Graham Suther- land heeft het ontwerp gemaakt voor een reusachtig wandtapijt dat bestemd is voor de nieuwe kathe draal van Coventry. Het wordt bij na 23 meter hoog en ruim HVz me ter breed. Een onbekende heeft een bedrag van 212.000 gulden geschon ken om het tapijt te laten weven. De tapisserie zal Christus in de he melse glorie voorstellen, omgeven door de vier dieren uit het Boek der Openbaring. Sutherlands ontwerp stelt de we vers, de fii'ma Pinton Frères in Au busson, voor ongekende problemen. Er moet een speciaal weefgetouw voor worden gebouwd en er zijn kleu ren dozijnen variaties groen, grijs en paars vooivnodig die de Franse wevers nog nooit hebben gemaakt Tien wevers zullen er ongeveer dri( jaar mee bezig zijn voor de tapisseri is voltooid. Het werk zal geschieden onder toe zicht van mevrouw Marie Cutolli, die een der grootste deskundigen op het gebied van de tapijtweefkunst is. Zij heeft de beste scholing gehad die men zich kan denken; zij studeer de bij de beroemde fabriek Gobelir. welke naam in de volksmond aar alle tapisserieën wordt gegeven ir Aubusson en Beauvaise. ZIJ heeft een grote reeks tapijten ge maakt en zij is bovendien een ex pert op het gebied van de modern? beeldende kunst. Beroemde kunste naars als Rouault. Braque, Cöcteau Derain, Dufy, Léger. Lurgat, Matis se, Miro en Picasso behoren (of bc hoorden» tot haar vriendenkring. Haar huis is een museum van mo derne kunst. Het kostbaarste deel daarvan vormen dertig schilderij er van Picasso. Zij is er trots op al eer Picasso te hebben gekocht voordat iemand zijn naam kende. In 1931 ont wierp Rouault speciaal voor me vrouw Cutolli het tapijt De gewond? clown. Later werden onder haar toe zicht tapisserieën van vele levend? kunstenaars geweven, zo bijvoorbeeld de beroemd geworden werken van Lurgat. Nu is zij begonnen aan het werk, dat een kroon zal zetten op haar glansvolle carrière, het vervaardigen van de tapisserie voor Coventry. Het eerste segment is dezer dagen klaar gekomen. Graham Sutherland is er naar gaan kijken en zijn com mentaar was een zwijgende bewonde ring met gefluisterde woorden als: on gelooflijk, fantastisch. MEVROUW Cutolli is enthousiast over deze opdracht. Toen zij samen met Sutherland voor het eerste gereed ge komen segment stond, nam ze hem aan de arm een eind de tuin in. Kijk, zei ze wijzend naar een flat met zeven verdiepingen, zo groot wordt de tapisserie. Driekwart ton zal zij wegen. Dit tapijt zal werkelijk het achtste wereldwonder zijn. Zo wordt door de samenwerking van een Britse en een Franse kunstenaar een groot werk verricht, dat de ka thedraal van Coventry de zwaarst getroffen Britse stad in de oorlog beroemd zal maken over de hele we reld en waarnaar talloze mensen uit alle windrichtingen zullen gaan kijken. Het eerste segment van de reusachtige tapisserie voor de kathedraal van Coventry is gereed. Het hele tapijt wordt zestig keer zo groot- BENJAMIN HET BERENJONG is een bekende figuur van de Engelse televi sie, want Benjamin bestaat echt en de Engelse kinderen weten precies hoe hij van een Dajak-jager werd gekocht en naar Engeland werd gebracht. De Ne derlandse kinderen kunnen nu ook met Benjamin kennis maken door het boek je dat Charles Lagus schreef en illu streerde met vele foto's, die een ver rukking voor ieder kind zijn. Uitgege ven door het Wereldvenster te Baarn. HET HUIS VAN CAROLIEN en CA- ROLIEN IN INDIA zijn twee nieuwe kinderboeken in de Grote Brepols Serie. Uitblinkers allebei, zowel in de presen tatie als in de prachtige kleuren en geestige tekeningen. Maar de tekst zet al gauw een dom per op dit enthousisame. Jammer, want deze boeken, waaraan zoveel zorg is ge geven, verdienen een betere puntiger en geestiger tekst. Achttien verhaaltjes voor kinderen van 8 jaar en ouder schreef Christine Mey- ling onder de titel TIEN TEENTJES, dat geïllustreerd door A. van Heusden uitkwam bij n.V. De Arbeiderspers te Amsterdam. Het zijn goede, oorspronke lijke verhalen, die de fantasie van de I jeugdige lezers stimuleren. Kapt.-l.t.z. vlieger G. F. Venema goed organisator IK ZOU niet weten wat er mis moet gaan nu ik weer de steun van de ma rine heb", zegt dr. Brongersma. „Ik ben er al zo vaak met de marine-op uitgetrokken, dat ik heus kan verkla ren. dat de marine voor elke moei lijkheid een oplossing weet." Zijn grote medewerker op deze ex peditie. overste Venema, die als technisch leider van de expeditie mee gaat, glimlacht als wij over eventuele moeilijkheden reppen. Hem lokken juist de problemen. Hij heeft veel voorzien, maar toch zegt hij: ..Wij zul len nog voor verrassingen komen te staan. Ik geloof nooit, dat we er zon der kleerscheuren afkomen. Maar de moeilijkheden zijn er om opgelost te worden." „Overste Venema is een uitzonder lijk goed organisator" zegt dr. Bron gersma. „Hij overziet de moeilijkhe den. Ik vertrouw mij blindelings aan hem toe. Dat is ook een van de re denen waarom ik deze expeditie aan durf. Zonder de marine en zonder overste Venema, was er geen expedi tie naar Nieuw-Guinea geweest". "TNRIEMAAL is overste Venema al naar -L' Nieuw-Guinea gegaan om voorbe reidingen te treffen. De aanleg van het vliegveld in het dal van de Ok Sibil was een kunststuk op zichzelf. Dat is met enthousiasme met hand kracht gedaan door de bevolking en toen de zaak klaar was, dreigde plot seling groot gevaar. Er ontstond een grote rupsenplaag. Zwermen rupsen wierpen zich op de verse grasmat van het vliegveld. Als het gras zou worden weggevreten, zou het vliegveld onbruikbaar worden. In allerijl werden twee entomologen uitgezonden, maar ter plaatse was in tussen al een oplossing gevonden. De bestuursambtenaar, die toezicht houdt op het basiskamp, sprak met de be volking. Die toonde zich maar al te bereid om het vliegveld van de on gedierte te zuiveren. In één oogopslag hadden de Papoea's gezien, dat de rupsen tot de soort behoorden, die de grootste lekkernij zijn. Bij honderden kwamen zij naar het vliegveld en.„ aten de rupsen met handenvol tegelijk op. Het veld werd door de Papoea's volkomen kaalgege- ten. Toen de entomologen arriveerden, hadden zij de grootste moeite nog twee rupsen te bemachtigen om als specimen aan hun verzameling toe te voegen. Als men dr. Brongersma in zijn ka mer van het museum te Leiden be zoekt en men komt in het vertrek op het vliegveld Valkenburg bij Katwijk waar kapitein-luitenant Venema resi deert, dan is het moeilijk te realise ren. dat men tegenover twee ervaren ontdekkingsreizigers zit. Een man van de wetenschap en een man van de praktijk. Beiden ervaren en gehard door tal van riskante toch ten door tropische gebieden. Opgeno men in de hoogste wetenschappelijke adviescolleges en in de leiding van de Marineluchtvaartdienst. Beiden man nen, die even makkelijk een reis naar nooit betreden gebieden ondernemen aan de andere kant van de aardbol als de forens die van zijn „slaapstad" naar de werkstad gaat op tien kilo meter afstand. Zij zijn onvermoeid en zoeken steeds naar nieuwe ontdekkingen, die de maatschappij tot voordeel zijn. Zij. zijn met reel t de bij uitstek geschikte mannen om deze groots opgezette ex peditie te leiden. Hun vriendschap en humor, hun levenskunst is spreek woordelijk in vele kringen. Wanneer wij dr. Brongersma vra gen naar het doel van de expeditie, zegt hij kernachtig: „Exploratie van een zo groot mogelijk gebied van het Sterrengebergte op het terrein van zo veel mogelijk wetenschappen." Maar na deze definitie, waarachter een gesloten gebied voor buitenstaan ders schuil gaat, dwaalt hij spoedig af naar de prettige conversatie en be gint over zijn voorliefde voor slan gevlees. In 1946 verorberde dr. Brongersma zijn eerste slang. Het was een python op Malakka. De huid kan men, ge prepareerd nog zien in het museum te Leiden en deze slang heeft zelfs de bijnaam van Brongersma gekre gen. „De tegenwoordige commandant van de Zeven Provinciën, kolonel Kool heeft toen meegegeten. Slang is lek kerder dan kip", verzekert ons deze wetenschapsman, die lekkerbekkend vertelt over het prachtig witte vlees, dat eerst gestoofd moet worden voor men aan bakken toe is, anders blijft het te taai. Zijn vrouw, die gelijk met hem op 19 september 1934 promoveerde tot doctor in de biologie, heeft later in Leiden nog eens soep van slang voor hem moeten koken. „Overste Venema zorgt voor de voeding en alles wat daarbij komt kij ken. Maar dat neemt niet weg, dat ik tijdens de expeditie zo af en toe weer eens een slang zal oppeuzelen", ver zekert dr. Brongersma. Hij houdt ook van kikkers, en hagedissen, en schild padden en de staart van krokodillen. y ïe eten met gembersaus, heerlijk zoogdieren gaan we tot en met de apen. zegt dr. Brongersma nog. Hoger gaan we niet. anders kom je in strijd met de wet". „Aap met kerriesaus, dat moet je proeven". Dan is hij opeens weer ernstig. „Het eerste is en blijft het verzame len. Daaruit moeten de nieuwe ontdek kingen voortkomen." Slangebeten waar velen de mond vol van hebben, maken op dr. Bron gersma geen indruk. „Natuurlijk moet je voorzorgsmaatregelen treffen, maar slangen zijn niet agressief. Erger zij® de muggen en de bloedzuigers."

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1959 | | pagina 6