Van die gekke
Majoor in de branding
In weerwil van alles
mooie herinneringen
„Als je 's nachts ineens
weer gekraak hoort..."
Mensje met
een nummer
Sergeant, ze
gooien met...
GULDENS!
De Zeejutter zal weer zee
kiezen, nu met viif mensen
AL VIERHONDERD GRAM
Woensdag 31 december 1958 ZEEUWSC1I DAGBLAD Pagina 15
PIJNLIJK BEGRIP
VEROORDEELD
KALM EN ZEKER
VRIJGESPROKEN
STILTE
Naar ziekenhuis
Nu nog een huis
Zij komen nog even bij u terug
Van K. TOT
KOOPMAN
Als zij weer even in de herinnering terugkomen, de mensen
en gebeurtenissen die in het afgelopen jaar in het brandpunt
van de belangstelling stonden, dan verschijnt daar zeker als
eerste Majoor K.
Deze van nature bescheiden en
kalme opperofficier van het Direc
toraat-Materieel Landmacht ver
scheen dit jaar maandenlang op de
voorpagina toen hij de zware gang
maakte van majoor K. tot majoor
Koopman. t
Aan het begin van het jaar was
hij reeds een jaar lang gedegra
deerd tot majoor K. Na zijn arresta
tie in november 1956 had ook hij
zijn naam verloren, zoals immers
iedere man of vrouw die verdacht
wordt van een misdrijf in het open
baar zijn naam verliest, om alleen
RHENEN. Voor de 25-jarige
radarmonteur van de werkplaats
Electronica te Rhenen, sergeant C.
van Cappeleveen is het dit jaar ge
worden: Sergeant, ze gooien met
guldens.., want hij kreeg van de
Rijksideeënbus niet minder dan
f 1600 uitbetaald voor een goed idee.
Maar daarmee was het nog niet af-
gelooen. Een koerier van Prins Bern-
hard kwam met een oorkonde van de
Prins, waarin deze ziin tevredenheid
betuigde over de vinding van de ser
geant.
En om de maat vol te maken kwam
er ook nog een afgevaardigde van de
Amerikaanse fabriek, voor wie de vin
ding van groot belang <s. m°t een
kostbaar miniatuur model van een
straaljager, dat een mooi "laatste
vond in de woning van de vindingrii-
ke sergeant, naas4 ^e nieuw» rad;o
die hü van de f 16™ beloning van de
Rijksideeënbus had gekocht.
Rpsparinq
Zijn vinding heeft iets te maken met
een onderdeel van het vuurleidings-
svsteom van straaljagers. Deze onder
delen kunnen namelijk ook defect ra
ken en moesten dan tot nu toe weg
gegooid worden. Dat kost een heleboel
geld en dus ging de sergeant aan het
oiekeren hoe hij deze kon repareren.
Hii kreeg daarbü alle mogel'ike me
dewerking van ziin commandant en
mocht ook allerlei instrumenten daar
voor' gebruiken. De sergeant had al
wel het vermoeden geha'' dat hii wat
zou kriigen voor het id»» dat hij
kreeg, maar ziin stoutst» dromen gin
gen toch niet verder dan hoogstens
200.
Het geld kwam goed van r»as Hii
was net goed en wel verhuisd van
De Bilt naar Eist en het nieuwe huis
kon dank zij dp beloning orima inge-
richt worden. Er bleef ook nog wat
over en dat staat veilig oo het spaar
bankboekje. voor als »r eens een
sl»»hte tijd mocht komen.
Voor sergeant Van Oooeleveen. die
na een paar jaar als installateur te
hebben gewerkt, door zijn interesse
voor de luchtvaart radarmonteur bij
de luchtmacht werd, was 1958 een ge- -
lukkig jaar.
nog maar met ini-tialen te worden
aangeduid, zolang de verdenking
duurt.
De zaak Majoor-K. werd een pijnlijk
begrip. Dat gebeurde merkwaardiger
wijze pas na zijn veroordeling door de
krijgsraad op 9 oktober 1957. Er ont
stond algemene onrust toen langza
merhand ging blijken, dat het tegen
majoor K. aangevoerde bewijsmate
riaal onvoldoende was en er steeds
meer vraagtekens moesten worden ge
zet achter voorbarige conclusies, wel
ke werden getrokken uit een onder
zoek. dat tekortkomingen vertoonde.
Ook de volksvertegenwoordiging
hield zich met de zaak bezig. In het
parlement kwam het gehele aankoop
beleid van het D.M L. in opspraak. De
helmenaffaire werd uit de doeken ge
daan. Maar midden in deze branding
stond één man. majoor K. die moest
optornen tegen verdachtmaking en
misverstand.
Op 9 oktober 1957 was hij veroor
deeld door de krijgsraad tot een jaar
en drie maanden gevangenisstraf met
ontslag uit de militaire dienst. Op 16
april van dit jaar maakte majoor K.
de zware gang naar het gebouw van
de Hoge Raad in Den Haag waar het
Hoog Militair Gerechtshof zijn zaak in
hoger beroep zou behandelen. Het
werd de rechtzitting van het jaar.
De zitting duurde tien volle uren. Zij
leverde een merkwaardig schouwspel
op. Enerzijds waren er de getuigen te
gen majoor K. die verward raakten in
hun eigen verklaringen.
De meesten wisten niet wat zij kon
den of moesten zeggen. Sommigen wa
ren op eigen veiligheid bedacht.
Anderen gaven blijk van een verba
zingwekkende onwetendheid. Dit alles
was des te verbazingwekkender, om
dat allen ten nauwste betrokken wa
ren geweest bij de zaken waarin ma
joor K. zou hebben gefraudeerd.
Maar bovendien wekte het optreden
van de getuigen verbazing, omdat of
ficieren met leidende functies in het
D.M.L. met een treurige moed moes
ten erkennen, dat zij van de gang van
zaken bij het D.M.L. niets afwisten."
Tegenover deze verwarring en on
kunde staken de rust en de zekerheid
van majoor K. scherp af.
Kalm en zakelijk trachtte hij de te
gen hem gerichte aantijgingen te weer
leggen. Iedere rechtstreekse beschuldi
ging ontzenuwde hij. Majoor K. was
buitengewoon goed gedocumenteerd.
Hij sprak met kennis van zaken, soms
langer dan een kwartier zonder ook
maar één keer zijn papieren te raad
plegen.
Het chapiter waar hij steeds weer
op terugkwam, was ook zijn laatste
woord geweest bij de krijgsraad. „Ik
ben onschuldig, ik heb mijn eed als of
ficier niet gebroken."
Urenlang stond hij daar voor zijn
hoogste rechters, ofschoon hij nog niet
helemaal was hersteld van het auto-on
geluk. dat ook al met een waas van
geheimzinnigheid was omgeven.
Om acht uur 's avonds concludeer
de mr. D. J. van Gilse, de advokaat-
fiscaal van de Land- en Zeemacht, tot
vrijspraak. Het Hoog Militair Ge
rechtshof nam deze conclusie geheel
over in zijn arrest op 23 april. En van
die dag af was majoor K. weer ma
joor Koopman geworden. Na ander
half jaar was hij weer volkomen vrij
Reeds de volgende morgen werd ma
joor Koopman op het ministerie van
oorlog ontboden. Hij werd volledig in
ere hersteld door zijn benoeming in
een nieuwe functie, namelijk in de sec
tie logistiek op het hoofdkwartier van
de generale staf. Op deze afdeling
wordt over de plannen en voorstellen
tot bevoorrading, aanschaffing van
materieel en legering der troepen be-
slist.
Majoor Koopman hervatte het werk,
dat in alle stilte wordt verricht Hij
verdween uit de publicity Alleen
dook zijn zaak zo nu en dan weer eens
op als andere zaken en maatregelen
aan de orde kwamen, die uit de zaak
Majoor-K. waren voortgevloeid.
HET AFGELOPEN JAAR zal helaas bekend blijven als het jaar met het drama van de
repatrianten. Bij duizenden zijn zij met extra schepen en vliegtuigen opgehaald uit het
land waaraan zij vaak de beste jaren van hun leven hadden gegeven. Met schreiend hart
moesten zij afscheid nemen van wat zij in soms vele jaren hadden leren liefhebben.
Hun vertrek was bijna altijd als een vlucht als een sprong in het duister ook, want de toe
komst in het vaderland was dikwijls even onzeker als onwezenlijk.
Op de Hollandse kade of het platform van het vliegveld was er voor menigeen van hen
de figuur van hun Koningin. Zij begreep hun leed en hielp het verlichten, soms met woorden,
ook wel met een daad die de oplossing betekende van alle moeilijkheden. Wij herinneren ons
allemaal de kreet van een klein meisje, die haar een gezin deed herenigen.
Zo kwamen zij naar ons land, dat het begin van een nieuw leven moest brengen, een
huis, werk, en op
genomen worden
in een nieuwe ge
meenschap. Meest
al kwamen de
vrouwen met de
kinderen vooruit,
zoals mevrouw G.
van Everdingen-
Westerweel op 21
januari. Een klein
jaar later vonden
wij haar terug,
logerend bij de
moeder van haar
VOORBURG. Zó had mevrouw Van Everdin
gen in onze krant gestaan, vlak voordat zij met
haar toen tweejarig dochtertje Bea aan boord van
de Captain Cook zou stappen. Dit moment vormde
het begin van een paar vreselijke weken. Mr. Van
Everdingen was, als directie-secretaris van de N.V.
Lindeteves te Batavia, achter gebleven, zonder dat
iemand wist wanneer ook hij de grote reis zou kun
nen maken. Het schip was niet berekend op de aan
wezigheid van kinderen van wie er niettemin zes
honderd luidruchtig rondsprongen.
Door alle emoties en inspanning
kwam midden op zee een nieuwe
Van Everdingen vijf weken eerder
ter wereld <ton zij was verwacht.
Toen de Captain Cook dan eindelijk
in Amsterdam afmeerde werd de be
groeting een heel andere dan de
zwaar beproefde mevrouw Van Ever
dingen had verwacht. Want de eerste
die haar de hand reikte was haar Ko
ningin, tijdens een bezoek in de zie
kenboeg.
Zij was ook de eerste die de kleine
Agnes van de weeromstuit maar
3Mi pond in haar geïmproviseerde
couveuse mocht zien.
9 De familie Van Everdingen
Aan hoiord van de Zeejutter Nel
ly Nagel is niet alleen de echtgenote
van de 29-jarige Gerard en de moe
der van de bijna drie jaar zijnde
Noliie, zij is ook een erg jong en
even sportief vrouwtje. Daarom gaan
zij en Noliie wéér mee, als Gerard
Nagels jacht De Zeejutter op de nu
nog onbekende Dag X voor de twee
de maai zai uitvaren voor het maken
van een wereldreis.
„Nelly is nu in elk geval genezen
van haar reislust over zee", stond
eind augustus in de kranten. Dat was
de dag nadat de Zeejutter met twee
idealistische mensen en een kleine
blonde hummel aan boord in het
Marsdiep voor Den Helder aan de
grond was gelopen.
O ja, toen, zegt ze nu, in een
jachthaven ergens tussen Amsterdam
en Diemen tn, dat is helemaal gesle
ten hoor. We gaan vast en zeker
weer, zodra de boot helemaal klaar
is. Deze keer met z'n vijven, want
er gaan ook twee oude vrienden mee,
Fred Zijlma, 22 jaar en tot nu toe
verwarmingsmonteur en Herman Kel
der, zeven jaar ouder en smid van
zijn vak.
De tocht van een jaar of vier, vijf
wordt nu heel wat beter voorbereid
dan de eerste keer, toen de Zeejutter
niet meer dan een zeilsioep was en
de nautische middelen bestonden uit
een oud kompas en een paar zeekaar
ten.
Gerard Nagel is volgens mensen uit
het vak „een doorzetter, met een goed
inzicht en een helder verstand". Waar
om zou hem niet lukken wat anderen
met veel mindere spullen wel hebben
gepresteerd? Hij geeft ronduit toe, dat
hij de afgelopen zomer nog veel te
weinig ervaring had. Daarom volgt hij
deze winter een cursus in navigeren.
Hij en Nelly leven behalve voor
Noliie eigenlijk maar voor één ding:
die tocht. Zo komt het, dat er nu in
de Zeejutter een 28 pk Deense Viking
dieselmotor staat (mét omkeerbare
schroef). Zodoende komt er ook een
nieuwe voormast en zal de inventaris
van de kajuit worden uitgebreid met
een zit-slaapbank voor het echtpaar.
De twee anderen krijgen een plaatsje
in het vooronder.
En dan maar varen, van de ene
plaats naar de andere. En tussendoor
De baby moest twee maanden naar
het ziekenhuis, Bea ging met haar
moeder mee naar Den Bosch, waar
het grootouderliijk huis wagenwijd
openstond. De heer en mevrouw Wes
terweel-Put waren ten slotte ook de
eersten geweest die door de foto in
onze krant op de hoogte waren van
de komst van hun dochter,
Zondag 11 mei brak aan en het
werd een grote dag, want toen vloog
mr. Van Everdingen zó van de loop
plank van de Willem Ruys in de ar
men van zijn vrouw. Het voorjaar in
Nederland was als een belofte, maar
map en vrouw waren allebei hard
aan een paar maanden rust en her
stel toe.
Dat is nu allemaal achter de rug,
de Van Everdingens zijn ingeburgerd.
Hij heeft met ingang van 1 novem
ber een functie gevonden bij het de
partement van justitie en samen heb
ben zij ondanks alles veel mooie her
inneringen behouden aan hun zeven
jaren Indonesië.
Het wachten is nu nog op een huis,
pas daarna zal het leven voor hen
weer normaal zijn, na een 1958 dat
zij niet gauw zullen vergeten. Ik
nooit meer op een boot, zegt mevrouw
Van Everdingen, met de afkeer nóg
in haar stem. Voor mij ook geen
nieuw afscheid van mijn ouders meer,
in de vage wetenschap dat ik hen
misschien nooit meer terug zal zien.
HAARLEM. Nu al zeven maan
den lang hangen de winkel en het
bovenhuis op de hoek van de Am
sterdamstraat en de Eerste Zuid
polderstraat in Haarlem-Oost eèn
beetje scheef en mistroostig in de
stutbalken. De ramen van de twee
woningen ernaast zijn dichtgespij
kerd. Onbewoonbaar.
Maar die mensen zijn tenminste ge
holpen, zegt groentenhandelaar T. Vle
gels. Het gezin Kuiper heeft een mooie
woning gekregen aan het Junoplant-
soen (Om er nooit meer weg te wil
len) en de familie Polak kreeg na een
week ellende in een noodgeval in de
Gortesteeg een goed huis in de Voor-
tingstraat.
Maar wat moet ik? Wij hebben een
zaak en m'n broodwinning moet door
gaan.
Wo* «•in We er nu wel
*9* een beetje aan ge-
üfu'piitl yencIda.t de
ne.nu bier begm mei is
verzakt toen ze de riolering zouden
vernieuwen. Maar als je 's avonds ol
's nachts ineens weer gekraak hoort
voel je je toch niet lekker. We heb
ben een nieuw behangetje gekregen
en er zijn (ongeschilderde) plinten ge
komen die de gaten tussen de muren
en de vloer moeten bedekken.
Het is de schuld van de gemeente,
zegt de huiseigenaar, dus die moet het
maar opknappen. Als ze direct die
damwand hadden geslagen voordat ze
gingen pompen was er niets gebeurd.
De mensen hier hadden nog gewaar
schuwd, maar die hadden er natuur
lijk geen verstand van..
|_74. Intussen zijn er zeven
maanden voorbij en de
nm gemeente heeft nog
WlU£,ei steeds geen beslissing
genomen. In het begin, zegt de heer
Vlegels, is m'n omzet tot de helft te
ruggelopen en nu zijn er nog steeds
klanten die wegblijven. Ze durven eer
lijk gezegd niet goed naar binnen. De
belastingen hebben er met de voorlopi
ge aanslag over 1958 zelfs al rekening
mee gehouden
We hebben geïnformeerd bij de ge
meentelijke dienst voor Openbare Wer
ken. Het nietszeggende antwoord luid
de: We kunnen u niets zeggen. We
hebben een voorstel ingediend bij B.
en W. Of het ergens in een la ligt of
in behandeling is weten wij ook niet.
Zo gaat dat, anno 1958, als er een
paar gezinnen ui scheef gezakte huizen
zitten te wachten.
De familie Nagel
aan land werken om aan de kost te
komen. In Las Palmas, weten de Na
gels, ligt al werk te wachten. Is al
les eenmaal achter de rug, dan zien
we wei weer, stelt Nelly nuchter vast.
Misschien een boek, over ailes wat
we dan zullen hebben meegemaakt.
De kleine Noliie gaat weer mee dus.
De moeder: Natuurlijk, want je moet
je kind zelf grootbrengen en het niet
bij anderen achterlaten. Hij is een op
en top „bootmannetje", stelt ze verte
derd vast. Het kind zou diep ongeluk
kig zijn als hij, na de drie jaar die
we ai op de boot wonen, in een ge
woon huis moest leven.
Stel je voor dat we hem hier moes
ten laten. We zouden net zijn leukste
tijd missen.
ROTTERDAM. Kishi
zal nu net zo ongeveer
aan zijn eerste verjaar
dag toe zijn. Gelukkig
wel, ja, want toen hij in
maart als doodskopaapje
van helemaal zeven we
ken oud met zijn eigena
resse prinses Beatrix uit
de West naar het kille
Nederland kwam, zag het
er helemaal niet naar uit
dat hij ooit die streep
zou halen.
Kishi was met zijn ge
wicht van 150 gram als
een couveusekindje, dier
gaarde Blijdorp werd
zijn „ziekenhuis". Baby-
melk uit een flesje
met een miniatuur speen
tje, babykostjes, om de
zoveel uur een „voeding"
en een reiswiegje waar
in zijn oppasser hem
's avonds mee naar huis
nam omdat de nacht an
ders te lang zou worden
Overdag de eenzaam
heid, want Kishi was
veel te teer „om tussen
de troep los te laten".
Na een paar maanden een
voorzichtige overgang op
fruit, nu en dan een bal
letje gehakt en allerlei
lekkere dingsigheidjes,
aangevuld met het groen
van de dag.
Dat is nu allemaal al
weer verleden tijd, want
Kishi is zorgenkind af.
Hij is een hele rakker
van vierhonderd gram
geworden, met vriendjes
en vriendinnetjes in een
enige speelruimte. Met
bijbehorende apestreken
en gepaste schik in het
jonge leven vol rauw
kost, druiven, tomatensap
en af en toe een eitje.
Carry van Ockhuyzen
Kishi
Sergeant Van Cappaleveen met de oogst van zijn idee
PUTTEN „Wilt u wel gelo
ven, dat er nu nog steeds
mensen zijn die ons huis niet
vertrouwen? Dicht in onze
buurt zou laatst een huis wor
den verkocht, maar toen de ko
per hoorde dat het vlak bij het
onze staat, zag hij van de koop
af. Van die gekke stralen moest
hij niets hebben,"
Het is nu al bijna een jaar gele
den, dat het kleine Veluwse dorp Put
ten in rep en roer werd gebracht door
de radio-actieve punt van een naald
die in de neusholte van de toen vijf
jarige Joke Haansehoten was achter
gebleven. Maar de geschiedenis is nog
lang niet vergeten en daarom is
mevrouw Haansehoten, als wij er met
haar over praten, doodernstig.
De spannende dagen in januari lig
gen haar ook nog zo vers in het ge
heugen: d'e onzekerheid over het
lot van haar dochtertje, de drukte
met alle deskundigen die naar Put
ten kwamen voor het nemen van voor
zorgsmaatregelen, de ontruiming van
het huis en het verblijf in het Stads
en Academisch ziekenhuis in Utrecht.
De rust keerde in Putten pas terug,
toen het gehele huis was ontsmet, de
kachel en de schoorsteen met een
flinke vracht zand, netjes verpakt
Joke Haansehoten (links op de foto).
in kisten, ver buiten onze kust in de
Noordzee waren geworpen.
Maar nog steeds komen er brieven,
vaak van volkomen onbekende men
sen. Zoals laatst van iemand uit Am
sterdam, die precies wilde weten wan
neer Joke is geboren, als het kon
op de minuut nauwkeurig. Hij wilde
waarschijnlijk een horoscoop trekken
van Joke's leven.
De kleine meid maakt het intussen
best, gelukkig. Zij is weer precies zo
dagelijks de grootste moeite om haar
levenslustig als vroeger, alleen met
«ten gaat het nog niet zo vlot. Ik heb
normaal te laten eten, zegt haar moe
der. Allerlei lekkere dingen lust zij
eenvoudig niet. Het is alsof zij nog
steeds moeite heeft met slikken.
Maar het ziekenhuis laat niets meer
van zich horen en dat vind ik wel
jammer. Want u begrijpt dat we nog
steeds niet helemaal gerust zijn op
de toekomst.
Wat weten wij eenvoudige mensen
nu van de gevolgen van die radio
actieve stoffen, van uitstralingen die
je met een meter kunt meten. We
hopen maar dat alles goed mag gaan
met onze Joke.
UTRECHT. Corrie Okhuysen
zat met haar ruim negen maanden
en achttien pond aan gewicht keu
rig rechtop in haar kinderstoel,
compleet met een heuse krulspeld
in het haar. Toen zij zeven maart
van dit jaar werd geboren, werd
zij heel officieel ingeschreven als
Cornelia en bovendien als 250.000ste
inwoonster van de Domstad. Nu
heet zij Corrie en is zij een gewo
ne, zij het ook heel lieve baby.
Dat haaT, Sommigen beweren dat
het rood is, zegt de moeder, maar
voor mij is het goudblond. En omdat
het zo lang is, doe ik er 's morgens
een krulspeld in. Dan heeft ze 's mid
dags een mooie babykrul.
Overigens maakt de eens zo uitbun
dig gefotografeerde Corrie het zo best
als de ouders maar kunnen wensen.
De strubbelingen uit de begintijd is
zij dank zij vijf weken ziekenhuis en
zeven maanden speciale voeding
glansrijk te boven. Maar de specialist
die haar toen in het ziekenhuis heeft
behandeld laat nog steeds van zijn be
langstelling blijken.
Die zijn er trouwens wel meer,
want wildvreemden vragen de vader
zonder enige inleiding: hoe gaat het
met uw dochter? En de moeder heeft
dezelfde ervaring met mensen die aan
de deur komen van een der meest
pittoreske woningen die de ooievaar
voor de bijzondere gelegenheid had
kunnen uitzoeken.
Afgezien daarvan, zegt de moeder
van de 250.000ste, merk ik niet dat ik
een „bijzonder" kind heb. Gelukkig
maar, want als ze wat wijzer is ge
worden, zou zij het zelf óók nog gaan
denken. Helemaal verkeerd natuurlijk,
Iaat zij nu maar kraaiend pleizier
hebben in de adoratie door haar vier
broers en zusjes.
Vader en moeder Okhuysen leggen
een foto-album aan met de vele bij
zondere foto's die kort na de grote
gebeurtenis zijn gemaakt. Dat is ge
noeg voor later. En voor al het ande
re is Corrie hun „fijne pop", 250.000sü
of niet