-Activiteit In de toneelu/ereld
Zoon van Veit Harlan doet
boete voor zijn vader
Vier Rotterdammers tot
hoogleraar benoemd
de tuin **2*
der
PU etteren
Fons Rademakers voert
eerste grote regie
met Dantons Dood
A-GRIEP
BLEEF
Stichting Klinisch hoger onderwijs
Maandag 8 december 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 6
VEIT HARLAN
tl UI
THOMAS HARLAN
Hoogtepunt uit de toneelliteratuur
H
Moeilijk speelbaar
MCulSCrl DeKeKen maal is uitgekomen.
neef van een
oude bekende
Uitgebrande Ghanakust
naar de sloperij
Difterie in Kerkrade
Terreur en menselijkheid
Bonte scènes
Rademakers opvatting
Over de gehele wereld is het
toneelleven in volle gang. Lang
voorbereide premières komen
en binnen enkele dagen is het
lot van de toneelstukken be
slist. Telkens weer is er de
hoop op succes, maar ook de
wil om het publiek te confron
teren met stukken, die belang
rijk zijn, al weet men van te
voren dat zij niet het gehele
seizoen blijven doorlopen.
'Van een medewerker
BERLIJN In 1940 kwam uit Hitler's propagandamachine een werk, dat
een van de zwartste bladzijden vormt uit de geschiedenis van de Duitse
film: de antisemitische film Jud Süss. Veit Harlan liet zich als regisseur
misbruiken voor dit produkt, dat regelrecht van Goebbels stamde. Nu, acht
tien jaar later, is in de Beriijnse Congreshal de première gebracht van een
indrukwekkend toneelstuk: Ich selbst und kein Engel, over de strijd en on
dergang der Poolse Joden in het ghetto van Warschau anno 1943. Dit spel
is geschreven door Thomas Harlan, de zoon van de maker van Jud Süss.
Jud Süss
Goebbels persoonlijk nam in '40 het
initiatief tot de film, die de Jodenhaat
in het Derde Rijk beslissend moest
aanblazen. Oppenheimer, de Joodse
hofbankier, die in het achttienhe-eeuw-
se Würtemberg ten onrechte de zonde
bok werd voor het wanbeleid van de
vorst, moest het Joodse gevaar aller
tijden symboliseren. Er was een kras
se verdraaiing voor nodig van Feucht-
wanger's verhaal, dat al eerder in
m
In het getto van Warschau
speelt het toneelstuk Ich selbst
und kein Engel, dat Veit Harlans
zoon Thomas Harlan schreef over
de strijd en de ondergang van de
Poolse Joden. Het ging in Berlijn
in première.
Dr. W. J. Bruins Slot
Dr. Flieringa
Dr. H. Herntans
Eigen nieuwsdienst
ROTTERDAM. De minister van
onderwijs, kunsten en weten
schappen heeft dr. II. J. Flie
ringa, geneesheer-directeur van
het Oogziekenhuis te Rotterdam, be
noemd tot buitengewoon hoogleraar
in de faculteit der geneeskunde aan
de rijksuniversiteit te Utrecht om on
derwijs te geven in de oogheelkunde,
in het bijzonder ten behoeve van de
stichting Klinisch hoger onderwijs te
Rotterdam.
Dr. E. H. Hermans, leider van de
centrale organisatie voor de bestrijding
van huid- en geslachtsziekten te Rotter
dam. werd eveneens benoemd tot bui
tengewoon hoogleraar aan de rijksuni
versiteit te Utrecht. Hij zal onderwijs
geven in de leer der huid- en geslachts
ziekten, eveneens in het bijzonder ten
behoeve van de Stichting klinisch hoger
onderwijs te Rotterdam.
Voorts zijn benoemd tot buitengewoon
hoogleraar aan de rijksuniversiteit te
Leiden dr. W. J. Bruins Slot, hoofd van
de interne afdeling van het Zuiderzieken
huis te Rotterdam, om onderwijs te ge
ven in de interne geneeskunde en dr.
P. J. Kooreman, hartchirurg te Rotter
dam, om onderwijs te geven in de chi
rurgie. een en ander eveneens in het
bijzonder ten behoeve van de Stichting
klinisch hoger onderwijs te Rotterdam.
Deze vier benoemingen houden ten
nauwste verband met de definitieve re
geling van de status van de voornoemde
stichting die thans officieel een neven
faculteit is geworden van de rijksuni
versiteiten te Utrecht en Leiden.
DR. HENRI JOHAN FLIERINGA werd
op 18 augustus 1891 te Marrum (Fr.)
geboren. Hij bezocht de h.b.s. te Sneek
en studeerde aan de rijksuniversiteit te
Utrecht waar hij in 1915 artsexamen
deed. Na een verblijf op Curacao, als
officier van gezondheid, was hij assis
tent bij prof. dr. J. van der Hoeve aan
de rijksuniversiteit te Leiden waar hij
in 1923 promoveerde tot doctor in de oog
heelkunde. Daarna vestigde hij zich als
oogspecialist te Rotterdam waar hij in
1925 werd benoemd tot geneesheer-di
recteur van de toenmalige Inrichting
voor ooglijders, ^ie na 1940 werd onder
gebracht in het hulpziekenhuis Wester
singel. Eind 1948 werd dr. Flieringa in
dezelfde functie benoemd aan het nieu
we Oogziekenhuis en tegelijk benoemd
tol privaat-docent aan de rijksuniversi
teit te Leiden.
DR. EDUARD HUBERT HERMANS
werd op 2 september 1894 te Maas
tricht geboren, waar hij ook middelbaar
onderwijs volgde. Hij studeerde aan de
rijksuniversiteit te Utrecht. Ais officier
van gezondheid maakte hij in toenmalig
Nederlands-Indië in het bijzonder studie
van lepra en framboesia tropica. Na aan
de rijksuniversiteit te Leiden werkzaam
te zijn geweest als assistent in de der
matologie vestigde hij zich in 1926 te
Rotterdam waar hij met prof. C. D. de
Langen de Havenpolikliniek oprichtte. In
1945 werd hij benoemd tot leider van
de organisatie ter bestrijding van huid
en geslachtsziekten te Rotterdam. Op in
ternationaal gebied is hij werkzaam als
voorzitter van de Union internationale
contre le péril vénérien en als expert
van de Wereld gezondheidsorganisatie.
DR. WARNER JOHANNES BRUINS
SLOT werd geboren op 19 mei 1900
in De Wijk (Dr.). Hij bezocht het gym
nasium te Gouda en studeerde medicij
nen aan de rijksuniversiteit te Leiden
waar hij achtereenvolgens assistent was
Dr. P. J. Kooreman
bij prof. dr. Tendeloo en bij prof. Kue-
nen. Op 10 juni 1932 promoveerde hij, na
te Waddinxveen als arts te hebben ge
werkt, tot doctor in de interne genees
kunde. Daarna vestigde hij zich als huis
arts te Leiden en in oktober 1945 volgde
zijn benoeming tot hoofd van de interne
afdeling van het Zuiderziekenhuis te
Rotterdam.
DR. PETRUS JOHANNES KOORE
MAN werd op 14 januari 1902 gebo
ren te Meester Cornells (Java). Hij be
zocht het gymnasium te Zutphen en stu
deerde geneeskunde aan de rijksuniversi
teit te Leiden waar hij in 1929 arts
examen deed. Daarna was hij assistent
bij prof. Zaayer in de chirurgische af
deling. Hij promoveerde op 18 decem
ber 1936 te Leiden waar hij kort daarop
werd benoemd tot chef de clinique. Op
15 november 1942 werd hij benoemd tot
hoofd van de chirurgische afdeling van
het Zuiderziekenhuis te Rotterdam.
Engeland was verfilmd in antinazisti
sche geest. Maar dat betekende voor
de rijksminister voor propaganda vol
strekt geen bezwaar.
Minder gemakkelijk viel het Goebbels
daar medewerking voor te krijgen.
Jannings, Willi Forst en anderen wis
ten met uitvluchten te weigeren; en
zelfs Ferdinand Marian, wie uitein
delijk de titelrol werd opgedrongen,
saboteerde voorzover hij kon.
De onevenwichtige Veit Harlan, zelf
eenmaal getrouwd met een Joodse
vrouw, ging door de 'knieën, en leende
zijn onmiskenbare begaafdheden aan
een cynische en volmaakt gewetenloze
geschiedvervalsing, die de Joden zwart
afschilderde tot in het caricaturale:
dat alles in de sinistere dienst van
Hitler's Endlösung der Judenfrage".
Joodse mannen en vrouwen werden
weggehaald uit Praag om als figuran
ten te fungeren, Goebbels zelf hield
de leiding bij de montage, en Veit Har-
lan werd met ruim 180.000 mark voor
zijn diensten beloond. Na de oorlog
werd de regisseur voor de rechter ge
roepen. maar vrijgesproken omdat
concrete gevolgen vah zijn film niet
vielen te bewijzen.
Eerbiedig requiem
Het toneelspel, dat zijn zoon nu heeft
geschreven, is in alle opzichten een
tegendeel. Zijn werk berust op nauw
gezette studie van de historische fei
ten, en vormt zozeer een kroniek,
dat de algemene strekking daar zelfs
iets onder lijdt. Maar het toneelstuk
is genuanceerd en terughoudend, een
eerbiedig requiem.
Thomas Harlan laat een groep kib
boets-bewoners in Israël hun eigen be
levenissen in Warschau spelen: een
stuk in een stuk. Deze willen daardoor
de jonge Israëli's de achtergrond
schetsen van de Joodse natie.
Deze moeilijk te realiseren omra
ming verzwakt de trefkracht van het
stuk wel iets, en met de keus tussen
collaboratie en communisme heeft Har
lan de politieke problematiek van de
getto-bewoners zeker gesimplificeerd,
Aangrijpende kracht
Maar deze bedenkingen vallen in
het niet bij de aangrijpende kracht,
waarmee hier leed en gruwelen, wan
hoop en heroïek, Messiaans geloof
en fier tenondergaan zijn uitgebeeld.
De Duitse vijand ziet men bij dit al
les niet: die manifesteert zich alleen
in de reacties der Joodse figuren, en
in het veelzeggend geluid van wapen
geweld en deportatietreinen op de
achtergrond.
De Beriijnse uitvoering werd ge
bracht door een groep jonge Duitse
en Poolse acteurs, die alle gemakke
lijke publiciteit hebben gemeden en
een vertolking gaven, van overrompe
lende waarachtigheid. De bekwame
Poolse regisseur Konrad Swinarski
had zich geen betere spelers kunnen
wensen dan deze nog vrijwel onbe
kende kunstenaars, van wie sommi
gen wellicht de lijdensweg der Pool
se Joden zelf hebben meegemaakt,
De gewetenloze, anti-semitische film Jud Süss maakte Veit Harlan in
1940 in opdracht van Goebbels: De Jood Süss (Ferdinand Marian) Iaat zijn
secretaris Levy (een van de vijf rollen van Werner Krauss) de kroonju
welen van de hertog zien.
door Manuel van Loggem
UR zijn in de geschiedenis van de to-
neelschrijfkunst geen voorbeelden
aan te wijzen van een dergelijke vroeg
tijdige genialiteit als de jonge, schrij
ver, geleerde en revolutionair Georg
Büchner heeft getoond. Hij werd ge
boren in 1813, stierf in 1837, was een
der leiders van de opstandige burger,
lijke beweging in Duitsland en moest
wegens revolutionaire werkzaamheid
vluchten. Hij was hoogleraar in de her-
senfysiologie in Zürich en hij heeft drie
toneelstukken nagelaten, die niet al
leen van bijzondere kracht en schoon
heid zijn, maar die als voorlopers van
romantiek en psychisch realisme kun
nen worden beschouwd, lang voordat
deze stromingen in de toneelschrijf
kunst in West-Europa tot bloei waren
gekomen.
In Woyceck heeft Büchner de ana
lyse gegeven van een geval van waan
zin, iets dat pas zestig jaar later bij
Strindberg een onderwerp van toneel-
behandeling- is geworden. In Leonce en
Lena is- de romantiek tot een zeer
vroege, zeer rijpe en hartveroverende
bloei gekomen. En in Dantons Dood,
Büchners rijpste stuk (het enige dat
tijdens zijn leven werd gepubliceerd) is
al zijn kracht, lyriek, realistisch waar
nemingsvermogen en psychologisch in-
i i J_L blijken. Iets wat gelukkig niet hele-
BORDEAUX (AFP) Het Nederlandse
vrachtschip Ghanakust, dat begin oktober
na een aanvaring en een brand in de
Gironde aan de grond liep, zal worden
gesloopt.
Nadat al eerder een Franse maatschappij
de bergingspogingen had opgegeven, heeft
ook een tweede groep bergers geen kans
gezien het zwaar gehavende schip vlot
te brengen.
Eigen nieuwsdienst
KERKRADE De laatste dagen heb-
bij zich in Kerkrade en omgeving ver
scheidene gevallen van difterie voorge
daan. waarvan één met dodelijke afloop.
De slachtoffers van de ziekte zijn vooral
kinderen, die niet zijn gevaccineerd
Op verscheidene plaatsen in Kerkrade
wordt thans gelegenheid geboden voor
inenting tegen difterie.
AMSTERDAM. De zesjarige Aletje|
van Leeuwen uit Veenendaal heeft mek
haar tekening de afficheprijsvraag voor
de kinöerb'^kenweek gewonnen. Haar
ontwern volgend jaar als affiche wor
den gebr r.kt. Ongeveer 3000 tekeningen
waren ingezonden. I
DE A-GRIEP komt niet terug,
die is namelijk niet weg
geweest! Nadat in 1957
het virus van de A-griep zich
over de wereld had verspreid,
is het steeds in de circulatie ge
bleven, ook toen de epidemie al
lang voorbij was.
Is A-griep eigenlijk een andere ziekte
dan gewone griep? Zeker niet. Het vi
rus van de griep of influenza bestaat
uit verschillende soorten, die allemaal
dezelfde ziekteverschijnselen kunnen
geven. Het is a.h.w. een familie van
virussen. Wanneer men nu griep heeft
gehad door virus X, heeft men gedu
rende enige tijd een zekere weerstand
tegen dit virus. Toch kan men in die
periode wel griep krijgen, want de
weerstand tegen virus X helpt niets
tegen virus Y of Z.
70 JAAR
A-GRIEP of Aziatische griep is nu
niets anders dan een verre neef
van de familie, die zeker meer dan
70 jaar niet bij de mens is voorgeko
men. Doordat er dus niemand meer
immuun was, kon de ziekte, die waar
schijnlijk in China is ontstaah, zich
als een steekvlam verbreiden over de
hele wereld. Daarna is eer) smeulend
vuurtje overgebleven hier en daar
een geval van A-griep. Het is echter
mogelijk, dat in de loop van deze win
ter een nieuwe epidemie zal optreden.
De verschijnselen van A-griep zijn
dus dezelfde als van de gewone griep:
Koorts, hoofdpijn, pijnlijke spieren.
Meestal wordt 'er wat bij gehoest; soms
is er keelpijn, braken of diarrhee.
WEL OPPASSEN
LI ET is beslist niet nodig bij ieder
11 griepje de dokter te halen: Een
paar dagen in bed. totdat de koorts
over is. wat aspirine en een of ande
re hoestdrank vormen een goede be
handeling. die iedereen kan toepassen.
Wel zijn er op deze regel een paar -
uitzonderingen: Griep kan gevaarlijk
worden bij zeer oude of zwakke men
sen, bij longpatiënten en hartlijders.
Ook moet men de huisarts wel waar
schuwen als er buikverschijnselen zijn
(braken, buikpijn, diarrheeL als de
temperatuur twee dagen achtereen 40
graden of meer is en als dc zieke bij
zonder kortademig is of veel ophoest
Dan kan er namelijk wel eens een
longontsteking zijn. Het ene virus heeft
•neer neiging om ..op de longen te
slaan dan hel andere. De epidemie
van 1918-* 19 was berucht om de long-
ontstekingen en men heeft gevreesd I
dat de A-griep even gevaarlijk zou(
„BRAND"
OOK kan longontsteking bij griep ont
staan, doordat bacteriën van de ge
legenheid gebruik maken om tegelijk
met het influenzavirus binnen te ko
men. Bijzonder gevaarlijk is dat, wan
neer deze bacteriën staphylococcen
zijn, de verwekkers van steenpuisten
en huidzweren (ook de z.g. „brand").
Wanneer deze in een gezin voorkomen
huisarts waarschuwen, zodat deze pas
sende maatregelen kan nemen.
"JY/TISSCHIEN hebt U wel eens gehoord
•*■"■1 van inenting tegen griep. Dat
klinkt veelbelovend, maar valt in de
practijk wat tegen. De inenting ver
mindert de kans om ziek te worden
tot ongeveer een derde. Bovendien
duurt de bescherming niet lang. hoog
stens enkele maanden. Massavaccina
ties, zoals die tegen kinderverlamming
zijn daarom niet uitvoerbaar. Wel kan
het zin hebben in speciale gevallen
iemand in te enten, die bijzonder gro
te risico's loopt bij een griepepidemie.
Dat zijn dus vooral chronische hart
en longpatiënten.
En misschien is het ook wel Iets
voor huisartsen!
zicht verenigd in een werk, dat als een
der toppunten van de toneelliteratuur
kan worden beschouwd.
Maar het is tevens een moeilijk speel
baar stuk. Er komen veel mensen in
voor die meestal kleine rollen vervul
len, de handeling beweegt zich snel
op verschillende, wisselende taferelen,
massascènes komen ook veel voor en
de hoofdfiguur, Danton, een der leiders
van de Franse revolutie, is dusdanig
genuanceerd, ingewikkeld en met zoveel
diepte getekend, dat alleen een zeer
groot auteur aan al deze facetten van
Dantons persoonlijkheid bevredigend ge
stalte kan geven.
Het grondmotief ervan is de strijd,
die in iedere revolutie optreedt, tussen
star vasthouden aan de beginselen van
terreur en het toegeven aan gevoelens
van menselijkheid. In Dantons Dood zijn
deze tegenstellingen gepersonifieerd in
de figuren van Robespierre en Danton.
Robespierre is de strenge, wrede, on
wankelbare en onomkoopbare scherp
rechter, Danton daarentegen wil aan het
bloedvergieten een einde maken. Ro
bespierre besluit maatregelen tegen zijn
voornaamste medestrijder en tegenstan
der te nemen, Danton wordt gevangen
genomen en na een magistrale, hoewel
sterk retorische verdedigingsrede» ter
dood veroordeeld.
In een wirwar van bonte scènes, in
overrompelende taal worden deze ge
beurtenissen geschilderd. En uit dit
kleurige gewoel van volksmenigten, ver
gaderingen, rechtzittingen en bordeelta
ferelen rijst de figuur van Danton op,
een gespleten mens. een geniale volks
menner, een melancholieke dichter, een
bezeten eerzuchtige en een godslooche
naar vol diepe religiositeit.
Danton weigert te vluchten als men
hem waarschuwt dat hij zal worden ge
vangen genomen. Hij geeft als reden
dat hij moe is van het leven, in een
spottende, dekadente levensverzaking.
Maar als hij alleen is, blijkt het dat
hij niet geloven kan dat men hem, Dan
ton, de man die in wereldgeschiedenis
onsterfelijk zal blijven, zal durven aar
te grijpen. Tevens bekent hij dat hij
bang is, omdat zijn geweten bezoedeld
wordt door het bloed van arjstokraten,
die hij heeft helpen ombrengen. Pose
overmoed en wroeging drijven hem de
dood in.
In de voorstelling, waarvan onder re
gie van Fons Rademakers op 13 de
cember de Nederlandse Comedie de pre-
mièré geeft, vervullen Ko van Dijk
(Danton) en Han Bentz van den Berg
(Robespierre) de hoofdrollen.
Fons Rademakers voert hiermee zijn
eerste grote regie. In zijn opvatting is
Danton een man, die zo hevig heeft ge
leefd dat hij moe en mat is geworden,
maar die bereid is zich gillend te ver
zetten als hij zich bedreigd voelt. Om
aan de massascènes goed recht te kun
nen doen, heeft de regisseur het toneel
over de orkestbak heen uitgebouwd. Hij
speelt in een vast dekor, met kleine
zetstukken zodat een snelle scènewis
seling mogelijk is.
Fons Rademakers tijdens repetitie in diep gesprek gewikkeld met Ko
van Dijk over de veeleisende rol van Danton.
door G. H. M. van Huet
ET IS NIET ten onrechte, dat de uit
gever op het stofomslag van Heinrich
Bölls Wie gaat er mee naar Ierland varen
(A. Donker, R'dam) ook de naam van de
vertaler, J. W. F. Wernmeus Bulling, heeft
laten drukken. Want Buning, die reeds va
ker (o.a. met Moby Dick en de Don Qui-
chote) bewezen heeft een ideale overzetter
in het Nederlandse idioom te zijn, is erin
geslaagd van dit onorthodoxe Duitse reis
verhaal een uitstekend Nederlands hoek
te maken, met behoud van alle snedigheid,
alle onbevangenheid, alle poëzie.
Een bron van informatie in de geykte
zin is het boek niet. Wie wil weten, wan
neer het het beste seizoen is om Ierland
te bezoeken en waar de geriefelijkste ho
tels en meest exclusieve eethuisjes te vin
den zijn, kan het net zo goed ongelezen
laten. Hij zal zich alleen maar ergeren aan
het begrip dat de schrijver toont voor juist
die hebbelijkheden der Ieren, waaraan de
kinderen van meer efficiënte volken maar
matig kunnen wennen. Reizigers die graag
op tijd zijn en het vanzelfsprekend -vinden,
dat zij op het afgesproken uur vinden wat
zij dachten te vinden, horen op het „eiland
der heiligen" nauwelijks thuis. Het is een
ander ritme dat hier het leven beheerst,
het is een andere cultus die beoefend wordt;
men houdt ervan niets te doen, te lachen
en te praten, in liet besef, dat „toen God
de tijd maakte, hij daar ook genoeg van
heeft gemaakt".
Böll vertelt ons van deze opvatting, maar
doét dat door haar aanschouwelijk voor te
stellen. Wij nemen met hem in een Ierse
bioscoop plaats en zitten gezamenlijk de
tyd uit, tot de vertoning eindelijk kan gaan
beginnen. Er is geen ongeduld, alleen een
eindeloos vermaak, een eindeloze goedge
humeurdheid, en op bet slot zijn wij een
nieuw inzicht in de Ierse ziel rijker gewor
den. Negentien van deze hoofdstukken be
tekenen 19 facetten die ons getoond wor
den: Ierland in de regen, Ierland in de
trein, Ierland aan de thee, aan de whis
ky, bij het vuur een volk van praters en
poëten, drukke standjes en zachtmoedige
zielen, onder wie de schrijver vele maanden
heeftvgeleefd en met wie hij zich zo ver
broederd heeft, dat hij, over hen schrij
vend, slechts in zijn eigen hart behoefde te
kijken en rustig hij zijn verbeelding te
rade kon gaan. In dit land, onder deze he
mel en met deze mensen wordt alles, ook
liet meest, alledaagse en gangbare, fantas
tisch.
TJET reisverslag van Böll is een gewone
A uitgave, de beide andere hoeken van
dezelfde uitgever, die ik vandaag hespre
ken wil, zijn pocketboeken. Naar de lyst
te oordelen, die achterin deze deeltjes staat,
s van alles in de Donker-pockets onderge
bracht: Greslioff staat er naast Clir. Arnothy,
Pearl Buck naast een kookhoek, Multatuli
naast Dylan Thomas. Van deze laatste heeft
de uitgever de wonderlijke autobiografische
schetsen, Portrait of the Author as a Young-
Dog, door Hugo Claus laten vertalen. De
titel van het boek luidt in liet Nederlands
Als een jonge hond. Thomas, door zijn ge
dichten allang aan elke poëzieminnaar he
kend en sinds enkele jaren door zijn hoor
spel Under Milk Wood wereldberoemd ge
worden, heeft in deze aaneengesloten reeks
verhalen zijn eigen jeugd willen verbeelden.
Verbeelden is liier een goed woord, want
ook al zijn de feiten uit de schetsen auto
biografisch, het is niet de feitelijkheid,
die hier telt. Persoons- of straatnamen bijv.
doen er niet toe; liet kan ons ook niet
schelen, of dit of dat precies zo en niet
anders gebeurd is. Het enige wat bij Tho
mas heeft voorgezeten, is bij de lezer een
zo exact en „waar" uiogelyk gevoel teweeg
te brengen van wat het zeggen wil: 35 jaar
geleden een kleine jongen in Wales te zijn
geweest, in een bepaald landschap, tussen
bepaalde mensen te zijn opgegroeid, als
fantasierijk jongmens de wereld te zijn gaan
zien, het leven ontdekt te hebben.
Wie het (terecht onvertaalbaar genoem
de) dichtwerk van Dylan Thomas kent, zal
ook zijn autobiografie in bet oorspronke
lijk willen lezen en er heel wat in ontdek
ken, dat een nieuw licht op de gedichten
werpt. Wie deze poëzie te moeilijk vindt
of überhaupt geen Engels leest, zal aan
de vertaling van Claus genoegen beleven.
Thomas als prozaïst is vóór alles, zo niet
uitsluitend, een beschrijver van gewaarwor
dingen geweest; fysieke, direkte ervaringen,
mensen gezien, klokken gehoord, de zee
geroken, waren zijn fort. Men vindt hem
in al deze verhalen als hoofdpersoon (of
misschien liever als: voelend, registrerend
centrum), graag verrukt en boven zichzelf
uitgetild, maar nooit zonder het contact
met de hem omringende mensen en land-
schappen te verliezen. Bewogen, humoris
tisch en zeer aards.
TVTAAST Dylan Thomas doet het andere
nieuwe deeltje uit dezelfde reeks be
wuster en intellectueler aan. The Catcher
in the Rye van J. D. Salinger werd bij zijn
verschijnen zeven jaar geleden binnenge
haald als een der beste Amerikaanse ro
mans uit de laatste kwarteeuw en blykt
thans bij herlezing nog steeds niet tegen te
vallen. Het is kortgeleden in de Penguin-
serie opgenomen, en heet als Donker-pocket
(in een vertaling van Henk de Graaff) kort
weg Puber. De vertaling van de roman, die
geheel in een soort slang, nl. een school
jongenstaaltje, geschreven is, moet bijzon
der moeilijk geweest zyn, en al heeft men
natuurlijk allerhande bezwaren (die snel In
geslikt worden hij de gedachte zoYi kar
weitje zelf eens te moeten opknappen), de
geest en de aroma van het hork komen
toch wel ten naastebij over.
De
geschiedenis verhaalt ons een crisis
in het leven van een Amerikaanse jongen,
op weg naar de volwassenheid. Wy zien
de wereld door de ogen van een overbe-
wuste zestienjarige, die voor de derde keer
van een dure kostschool is weggestuurd en
nu de paar dagen die hem voor het begin
van de kerstvakantie resten, in New York
hesluit door te brengen. Hy beleeft in deze
stad (waar overigens zijn ouders wonen)
verscheidene avonturen, tracht van hetgeen
hijzelf als sexuele onvolgroeidheid ziet af
te komen, praat, drinkt, pocht, voelt zich
verloren en eenzaam en zoekt tenslotte zijn
zusje op het enige wezen op aarde waar
aan hij is gehecht. De uitgevers van Pen
guin noemen Salingers roman op het om
slag: a key book to the present decade"
en het zjjn nu juist zulke woorden
die Holden Caulfield, de held van het boek,
met puberachtige stelligheid en afkeer van
intellectuele nonsens als „phoney" (de ver
taler geeft dit door „schijnheilig" weer)
pleegt te betitelen. Maar toch wordt ons
hier inderdaad iets verheeld, dat allen,
Amerikaan en niet-Amerikaan, ouders en
kinderlozen, aangaat. Holden is de speci
fieke puber, worstelend met zyn proble
men in onze hedendaagse maatschappij. Sa
linger behoort tot de staf van de New Yor
ker, wat misschien do ietwat kunstmatige
glans van zyn verhaal verklaart, maar de
poëzie en het pathos van het onderwerp
en de onvervalste menselijkheid van iemand
die instinctief met dc kinderen meevoelt,
zyn hier in overvloed aanwezig.