-Activiteit In de toneelu/ereld Zoon van Veit Harlan doet boete voor zijn vader Vier Rotterdammers tot hoogleraar benoemd de tuin **2* der PU etteren Fons Rademakers voert eerste grote regie met Dantons Dood A-GRIEP BLEEF Stichting Klinisch hoger onderwijs Maandag 8 december 1958 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 6 VEIT HARLAN tl UI THOMAS HARLAN Hoogtepunt uit de toneelliteratuur H Moeilijk speelbaar MCulSCrl DeKeKen maal is uitgekomen. neef van een oude bekende Uitgebrande Ghanakust naar de sloperij Difterie in Kerkrade Terreur en menselijkheid Bonte scènes Rademakers opvatting Over de gehele wereld is het toneelleven in volle gang. Lang voorbereide premières komen en binnen enkele dagen is het lot van de toneelstukken be slist. Telkens weer is er de hoop op succes, maar ook de wil om het publiek te confron teren met stukken, die belang rijk zijn, al weet men van te voren dat zij niet het gehele seizoen blijven doorlopen. 'Van een medewerker BERLIJN In 1940 kwam uit Hitler's propagandamachine een werk, dat een van de zwartste bladzijden vormt uit de geschiedenis van de Duitse film: de antisemitische film Jud Süss. Veit Harlan liet zich als regisseur misbruiken voor dit produkt, dat regelrecht van Goebbels stamde. Nu, acht tien jaar later, is in de Beriijnse Congreshal de première gebracht van een indrukwekkend toneelstuk: Ich selbst und kein Engel, over de strijd en on dergang der Poolse Joden in het ghetto van Warschau anno 1943. Dit spel is geschreven door Thomas Harlan, de zoon van de maker van Jud Süss. Jud Süss Goebbels persoonlijk nam in '40 het initiatief tot de film, die de Jodenhaat in het Derde Rijk beslissend moest aanblazen. Oppenheimer, de Joodse hofbankier, die in het achttienhe-eeuw- se Würtemberg ten onrechte de zonde bok werd voor het wanbeleid van de vorst, moest het Joodse gevaar aller tijden symboliseren. Er was een kras se verdraaiing voor nodig van Feucht- wanger's verhaal, dat al eerder in m In het getto van Warschau speelt het toneelstuk Ich selbst und kein Engel, dat Veit Harlans zoon Thomas Harlan schreef over de strijd en de ondergang van de Poolse Joden. Het ging in Berlijn in première. Dr. W. J. Bruins Slot Dr. Flieringa Dr. H. Herntans Eigen nieuwsdienst ROTTERDAM. De minister van onderwijs, kunsten en weten schappen heeft dr. II. J. Flie ringa, geneesheer-directeur van het Oogziekenhuis te Rotterdam, be noemd tot buitengewoon hoogleraar in de faculteit der geneeskunde aan de rijksuniversiteit te Utrecht om on derwijs te geven in de oogheelkunde, in het bijzonder ten behoeve van de stichting Klinisch hoger onderwijs te Rotterdam. Dr. E. H. Hermans, leider van de centrale organisatie voor de bestrijding van huid- en geslachtsziekten te Rotter dam. werd eveneens benoemd tot bui tengewoon hoogleraar aan de rijksuni versiteit te Utrecht. Hij zal onderwijs geven in de leer der huid- en geslachts ziekten, eveneens in het bijzonder ten behoeve van de Stichting klinisch hoger onderwijs te Rotterdam. Voorts zijn benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de rijksuniversiteit te Leiden dr. W. J. Bruins Slot, hoofd van de interne afdeling van het Zuiderzieken huis te Rotterdam, om onderwijs te ge ven in de interne geneeskunde en dr. P. J. Kooreman, hartchirurg te Rotter dam, om onderwijs te geven in de chi rurgie. een en ander eveneens in het bijzonder ten behoeve van de Stichting klinisch hoger onderwijs te Rotterdam. Deze vier benoemingen houden ten nauwste verband met de definitieve re geling van de status van de voornoemde stichting die thans officieel een neven faculteit is geworden van de rijksuni versiteiten te Utrecht en Leiden. DR. HENRI JOHAN FLIERINGA werd op 18 augustus 1891 te Marrum (Fr.) geboren. Hij bezocht de h.b.s. te Sneek en studeerde aan de rijksuniversiteit te Utrecht waar hij in 1915 artsexamen deed. Na een verblijf op Curacao, als officier van gezondheid, was hij assis tent bij prof. dr. J. van der Hoeve aan de rijksuniversiteit te Leiden waar hij in 1923 promoveerde tot doctor in de oog heelkunde. Daarna vestigde hij zich als oogspecialist te Rotterdam waar hij in 1925 werd benoemd tot geneesheer-di recteur van de toenmalige Inrichting voor ooglijders, ^ie na 1940 werd onder gebracht in het hulpziekenhuis Wester singel. Eind 1948 werd dr. Flieringa in dezelfde functie benoemd aan het nieu we Oogziekenhuis en tegelijk benoemd tol privaat-docent aan de rijksuniversi teit te Leiden. DR. EDUARD HUBERT HERMANS werd op 2 september 1894 te Maas tricht geboren, waar hij ook middelbaar onderwijs volgde. Hij studeerde aan de rijksuniversiteit te Utrecht. Ais officier van gezondheid maakte hij in toenmalig Nederlands-Indië in het bijzonder studie van lepra en framboesia tropica. Na aan de rijksuniversiteit te Leiden werkzaam te zijn geweest als assistent in de der matologie vestigde hij zich in 1926 te Rotterdam waar hij met prof. C. D. de Langen de Havenpolikliniek oprichtte. In 1945 werd hij benoemd tot leider van de organisatie ter bestrijding van huid en geslachtsziekten te Rotterdam. Op in ternationaal gebied is hij werkzaam als voorzitter van de Union internationale contre le péril vénérien en als expert van de Wereld gezondheidsorganisatie. DR. WARNER JOHANNES BRUINS SLOT werd geboren op 19 mei 1900 in De Wijk (Dr.). Hij bezocht het gym nasium te Gouda en studeerde medicij nen aan de rijksuniversiteit te Leiden waar hij achtereenvolgens assistent was Dr. P. J. Kooreman bij prof. dr. Tendeloo en bij prof. Kue- nen. Op 10 juni 1932 promoveerde hij, na te Waddinxveen als arts te hebben ge werkt, tot doctor in de interne genees kunde. Daarna vestigde hij zich als huis arts te Leiden en in oktober 1945 volgde zijn benoeming tot hoofd van de interne afdeling van het Zuiderziekenhuis te Rotterdam. DR. PETRUS JOHANNES KOORE MAN werd op 14 januari 1902 gebo ren te Meester Cornells (Java). Hij be zocht het gymnasium te Zutphen en stu deerde geneeskunde aan de rijksuniversi teit te Leiden waar hij in 1929 arts examen deed. Daarna was hij assistent bij prof. Zaayer in de chirurgische af deling. Hij promoveerde op 18 decem ber 1936 te Leiden waar hij kort daarop werd benoemd tot chef de clinique. Op 15 november 1942 werd hij benoemd tot hoofd van de chirurgische afdeling van het Zuiderziekenhuis te Rotterdam. Engeland was verfilmd in antinazisti sche geest. Maar dat betekende voor de rijksminister voor propaganda vol strekt geen bezwaar. Minder gemakkelijk viel het Goebbels daar medewerking voor te krijgen. Jannings, Willi Forst en anderen wis ten met uitvluchten te weigeren; en zelfs Ferdinand Marian, wie uitein delijk de titelrol werd opgedrongen, saboteerde voorzover hij kon. De onevenwichtige Veit Harlan, zelf eenmaal getrouwd met een Joodse vrouw, ging door de 'knieën, en leende zijn onmiskenbare begaafdheden aan een cynische en volmaakt gewetenloze geschiedvervalsing, die de Joden zwart afschilderde tot in het caricaturale: dat alles in de sinistere dienst van Hitler's Endlösung der Judenfrage". Joodse mannen en vrouwen werden weggehaald uit Praag om als figuran ten te fungeren, Goebbels zelf hield de leiding bij de montage, en Veit Har- lan werd met ruim 180.000 mark voor zijn diensten beloond. Na de oorlog werd de regisseur voor de rechter ge roepen. maar vrijgesproken omdat concrete gevolgen vah zijn film niet vielen te bewijzen. Eerbiedig requiem Het toneelspel, dat zijn zoon nu heeft geschreven, is in alle opzichten een tegendeel. Zijn werk berust op nauw gezette studie van de historische fei ten, en vormt zozeer een kroniek, dat de algemene strekking daar zelfs iets onder lijdt. Maar het toneelstuk is genuanceerd en terughoudend, een eerbiedig requiem. Thomas Harlan laat een groep kib boets-bewoners in Israël hun eigen be levenissen in Warschau spelen: een stuk in een stuk. Deze willen daardoor de jonge Israëli's de achtergrond schetsen van de Joodse natie. Deze moeilijk te realiseren omra ming verzwakt de trefkracht van het stuk wel iets, en met de keus tussen collaboratie en communisme heeft Har lan de politieke problematiek van de getto-bewoners zeker gesimplificeerd, Aangrijpende kracht Maar deze bedenkingen vallen in het niet bij de aangrijpende kracht, waarmee hier leed en gruwelen, wan hoop en heroïek, Messiaans geloof en fier tenondergaan zijn uitgebeeld. De Duitse vijand ziet men bij dit al les niet: die manifesteert zich alleen in de reacties der Joodse figuren, en in het veelzeggend geluid van wapen geweld en deportatietreinen op de achtergrond. De Beriijnse uitvoering werd ge bracht door een groep jonge Duitse en Poolse acteurs, die alle gemakke lijke publiciteit hebben gemeden en een vertolking gaven, van overrompe lende waarachtigheid. De bekwame Poolse regisseur Konrad Swinarski had zich geen betere spelers kunnen wensen dan deze nog vrijwel onbe kende kunstenaars, van wie sommi gen wellicht de lijdensweg der Pool se Joden zelf hebben meegemaakt, De gewetenloze, anti-semitische film Jud Süss maakte Veit Harlan in 1940 in opdracht van Goebbels: De Jood Süss (Ferdinand Marian) Iaat zijn secretaris Levy (een van de vijf rollen van Werner Krauss) de kroonju welen van de hertog zien. door Manuel van Loggem UR zijn in de geschiedenis van de to- neelschrijfkunst geen voorbeelden aan te wijzen van een dergelijke vroeg tijdige genialiteit als de jonge, schrij ver, geleerde en revolutionair Georg Büchner heeft getoond. Hij werd ge boren in 1813, stierf in 1837, was een der leiders van de opstandige burger, lijke beweging in Duitsland en moest wegens revolutionaire werkzaamheid vluchten. Hij was hoogleraar in de her- senfysiologie in Zürich en hij heeft drie toneelstukken nagelaten, die niet al leen van bijzondere kracht en schoon heid zijn, maar die als voorlopers van romantiek en psychisch realisme kun nen worden beschouwd, lang voordat deze stromingen in de toneelschrijf kunst in West-Europa tot bloei waren gekomen. In Woyceck heeft Büchner de ana lyse gegeven van een geval van waan zin, iets dat pas zestig jaar later bij Strindberg een onderwerp van toneel- behandeling- is geworden. In Leonce en Lena is- de romantiek tot een zeer vroege, zeer rijpe en hartveroverende bloei gekomen. En in Dantons Dood, Büchners rijpste stuk (het enige dat tijdens zijn leven werd gepubliceerd) is al zijn kracht, lyriek, realistisch waar nemingsvermogen en psychologisch in- i i J_L blijken. Iets wat gelukkig niet hele- BORDEAUX (AFP) Het Nederlandse vrachtschip Ghanakust, dat begin oktober na een aanvaring en een brand in de Gironde aan de grond liep, zal worden gesloopt. Nadat al eerder een Franse maatschappij de bergingspogingen had opgegeven, heeft ook een tweede groep bergers geen kans gezien het zwaar gehavende schip vlot te brengen. Eigen nieuwsdienst KERKRADE De laatste dagen heb- bij zich in Kerkrade en omgeving ver scheidene gevallen van difterie voorge daan. waarvan één met dodelijke afloop. De slachtoffers van de ziekte zijn vooral kinderen, die niet zijn gevaccineerd Op verscheidene plaatsen in Kerkrade wordt thans gelegenheid geboden voor inenting tegen difterie. AMSTERDAM. De zesjarige Aletje| van Leeuwen uit Veenendaal heeft mek haar tekening de afficheprijsvraag voor de kinöerb'^kenweek gewonnen. Haar ontwern volgend jaar als affiche wor den gebr r.kt. Ongeveer 3000 tekeningen waren ingezonden. I DE A-GRIEP komt niet terug, die is namelijk niet weg geweest! Nadat in 1957 het virus van de A-griep zich over de wereld had verspreid, is het steeds in de circulatie ge bleven, ook toen de epidemie al lang voorbij was. Is A-griep eigenlijk een andere ziekte dan gewone griep? Zeker niet. Het vi rus van de griep of influenza bestaat uit verschillende soorten, die allemaal dezelfde ziekteverschijnselen kunnen geven. Het is a.h.w. een familie van virussen. Wanneer men nu griep heeft gehad door virus X, heeft men gedu rende enige tijd een zekere weerstand tegen dit virus. Toch kan men in die periode wel griep krijgen, want de weerstand tegen virus X helpt niets tegen virus Y of Z. 70 JAAR A-GRIEP of Aziatische griep is nu niets anders dan een verre neef van de familie, die zeker meer dan 70 jaar niet bij de mens is voorgeko men. Doordat er dus niemand meer immuun was, kon de ziekte, die waar schijnlijk in China is ontstaah, zich als een steekvlam verbreiden over de hele wereld. Daarna is eer) smeulend vuurtje overgebleven hier en daar een geval van A-griep. Het is echter mogelijk, dat in de loop van deze win ter een nieuwe epidemie zal optreden. De verschijnselen van A-griep zijn dus dezelfde als van de gewone griep: Koorts, hoofdpijn, pijnlijke spieren. Meestal wordt 'er wat bij gehoest; soms is er keelpijn, braken of diarrhee. WEL OPPASSEN LI ET is beslist niet nodig bij ieder 11 griepje de dokter te halen: Een paar dagen in bed. totdat de koorts over is. wat aspirine en een of ande re hoestdrank vormen een goede be handeling. die iedereen kan toepassen. Wel zijn er op deze regel een paar - uitzonderingen: Griep kan gevaarlijk worden bij zeer oude of zwakke men sen, bij longpatiënten en hartlijders. Ook moet men de huisarts wel waar schuwen als er buikverschijnselen zijn (braken, buikpijn, diarrheeL als de temperatuur twee dagen achtereen 40 graden of meer is en als dc zieke bij zonder kortademig is of veel ophoest Dan kan er namelijk wel eens een longontsteking zijn. Het ene virus heeft •neer neiging om ..op de longen te slaan dan hel andere. De epidemie van 1918-* 19 was berucht om de long- ontstekingen en men heeft gevreesd I dat de A-griep even gevaarlijk zou( „BRAND" OOK kan longontsteking bij griep ont staan, doordat bacteriën van de ge legenheid gebruik maken om tegelijk met het influenzavirus binnen te ko men. Bijzonder gevaarlijk is dat, wan neer deze bacteriën staphylococcen zijn, de verwekkers van steenpuisten en huidzweren (ook de z.g. „brand"). Wanneer deze in een gezin voorkomen huisarts waarschuwen, zodat deze pas sende maatregelen kan nemen. "JY/TISSCHIEN hebt U wel eens gehoord •*■"■1 van inenting tegen griep. Dat klinkt veelbelovend, maar valt in de practijk wat tegen. De inenting ver mindert de kans om ziek te worden tot ongeveer een derde. Bovendien duurt de bescherming niet lang. hoog stens enkele maanden. Massavaccina ties, zoals die tegen kinderverlamming zijn daarom niet uitvoerbaar. Wel kan het zin hebben in speciale gevallen iemand in te enten, die bijzonder gro te risico's loopt bij een griepepidemie. Dat zijn dus vooral chronische hart en longpatiënten. En misschien is het ook wel Iets voor huisartsen! zicht verenigd in een werk, dat als een der toppunten van de toneelliteratuur kan worden beschouwd. Maar het is tevens een moeilijk speel baar stuk. Er komen veel mensen in voor die meestal kleine rollen vervul len, de handeling beweegt zich snel op verschillende, wisselende taferelen, massascènes komen ook veel voor en de hoofdfiguur, Danton, een der leiders van de Franse revolutie, is dusdanig genuanceerd, ingewikkeld en met zoveel diepte getekend, dat alleen een zeer groot auteur aan al deze facetten van Dantons persoonlijkheid bevredigend ge stalte kan geven. Het grondmotief ervan is de strijd, die in iedere revolutie optreedt, tussen star vasthouden aan de beginselen van terreur en het toegeven aan gevoelens van menselijkheid. In Dantons Dood zijn deze tegenstellingen gepersonifieerd in de figuren van Robespierre en Danton. Robespierre is de strenge, wrede, on wankelbare en onomkoopbare scherp rechter, Danton daarentegen wil aan het bloedvergieten een einde maken. Ro bespierre besluit maatregelen tegen zijn voornaamste medestrijder en tegenstan der te nemen, Danton wordt gevangen genomen en na een magistrale, hoewel sterk retorische verdedigingsrede» ter dood veroordeeld. In een wirwar van bonte scènes, in overrompelende taal worden deze ge beurtenissen geschilderd. En uit dit kleurige gewoel van volksmenigten, ver gaderingen, rechtzittingen en bordeelta ferelen rijst de figuur van Danton op, een gespleten mens. een geniale volks menner, een melancholieke dichter, een bezeten eerzuchtige en een godslooche naar vol diepe religiositeit. Danton weigert te vluchten als men hem waarschuwt dat hij zal worden ge vangen genomen. Hij geeft als reden dat hij moe is van het leven, in een spottende, dekadente levensverzaking. Maar als hij alleen is, blijkt het dat hij niet geloven kan dat men hem, Dan ton, de man die in wereldgeschiedenis onsterfelijk zal blijven, zal durven aar te grijpen. Tevens bekent hij dat hij bang is, omdat zijn geweten bezoedeld wordt door het bloed van arjstokraten, die hij heeft helpen ombrengen. Pose overmoed en wroeging drijven hem de dood in. In de voorstelling, waarvan onder re gie van Fons Rademakers op 13 de cember de Nederlandse Comedie de pre- mièré geeft, vervullen Ko van Dijk (Danton) en Han Bentz van den Berg (Robespierre) de hoofdrollen. Fons Rademakers voert hiermee zijn eerste grote regie. In zijn opvatting is Danton een man, die zo hevig heeft ge leefd dat hij moe en mat is geworden, maar die bereid is zich gillend te ver zetten als hij zich bedreigd voelt. Om aan de massascènes goed recht te kun nen doen, heeft de regisseur het toneel over de orkestbak heen uitgebouwd. Hij speelt in een vast dekor, met kleine zetstukken zodat een snelle scènewis seling mogelijk is. Fons Rademakers tijdens repetitie in diep gesprek gewikkeld met Ko van Dijk over de veeleisende rol van Danton. door G. H. M. van Huet ET IS NIET ten onrechte, dat de uit gever op het stofomslag van Heinrich Bölls Wie gaat er mee naar Ierland varen (A. Donker, R'dam) ook de naam van de vertaler, J. W. F. Wernmeus Bulling, heeft laten drukken. Want Buning, die reeds va ker (o.a. met Moby Dick en de Don Qui- chote) bewezen heeft een ideale overzetter in het Nederlandse idioom te zijn, is erin geslaagd van dit onorthodoxe Duitse reis verhaal een uitstekend Nederlands hoek te maken, met behoud van alle snedigheid, alle onbevangenheid, alle poëzie. Een bron van informatie in de geykte zin is het boek niet. Wie wil weten, wan neer het het beste seizoen is om Ierland te bezoeken en waar de geriefelijkste ho tels en meest exclusieve eethuisjes te vin den zijn, kan het net zo goed ongelezen laten. Hij zal zich alleen maar ergeren aan het begrip dat de schrijver toont voor juist die hebbelijkheden der Ieren, waaraan de kinderen van meer efficiënte volken maar matig kunnen wennen. Reizigers die graag op tijd zijn en het vanzelfsprekend -vinden, dat zij op het afgesproken uur vinden wat zij dachten te vinden, horen op het „eiland der heiligen" nauwelijks thuis. Het is een ander ritme dat hier het leven beheerst, het is een andere cultus die beoefend wordt; men houdt ervan niets te doen, te lachen en te praten, in liet besef, dat „toen God de tijd maakte, hij daar ook genoeg van heeft gemaakt". Böll vertelt ons van deze opvatting, maar doét dat door haar aanschouwelijk voor te stellen. Wij nemen met hem in een Ierse bioscoop plaats en zitten gezamenlijk de tyd uit, tot de vertoning eindelijk kan gaan beginnen. Er is geen ongeduld, alleen een eindeloos vermaak, een eindeloze goedge humeurdheid, en op bet slot zijn wij een nieuw inzicht in de Ierse ziel rijker gewor den. Negentien van deze hoofdstukken be tekenen 19 facetten die ons getoond wor den: Ierland in de regen, Ierland in de trein, Ierland aan de thee, aan de whis ky, bij het vuur een volk van praters en poëten, drukke standjes en zachtmoedige zielen, onder wie de schrijver vele maanden heeftvgeleefd en met wie hij zich zo ver broederd heeft, dat hij, over hen schrij vend, slechts in zijn eigen hart behoefde te kijken en rustig hij zijn verbeelding te rade kon gaan. In dit land, onder deze he mel en met deze mensen wordt alles, ook liet meest, alledaagse en gangbare, fantas tisch. TJET reisverslag van Böll is een gewone A uitgave, de beide andere hoeken van dezelfde uitgever, die ik vandaag hespre ken wil, zijn pocketboeken. Naar de lyst te oordelen, die achterin deze deeltjes staat, s van alles in de Donker-pockets onderge bracht: Greslioff staat er naast Clir. Arnothy, Pearl Buck naast een kookhoek, Multatuli naast Dylan Thomas. Van deze laatste heeft de uitgever de wonderlijke autobiografische schetsen, Portrait of the Author as a Young- Dog, door Hugo Claus laten vertalen. De titel van het boek luidt in liet Nederlands Als een jonge hond. Thomas, door zijn ge dichten allang aan elke poëzieminnaar he kend en sinds enkele jaren door zijn hoor spel Under Milk Wood wereldberoemd ge worden, heeft in deze aaneengesloten reeks verhalen zijn eigen jeugd willen verbeelden. Verbeelden is liier een goed woord, want ook al zijn de feiten uit de schetsen auto biografisch, het is niet de feitelijkheid, die hier telt. Persoons- of straatnamen bijv. doen er niet toe; liet kan ons ook niet schelen, of dit of dat precies zo en niet anders gebeurd is. Het enige wat bij Tho mas heeft voorgezeten, is bij de lezer een zo exact en „waar" uiogelyk gevoel teweeg te brengen van wat het zeggen wil: 35 jaar geleden een kleine jongen in Wales te zijn geweest, in een bepaald landschap, tussen bepaalde mensen te zijn opgegroeid, als fantasierijk jongmens de wereld te zijn gaan zien, het leven ontdekt te hebben. Wie het (terecht onvertaalbaar genoem de) dichtwerk van Dylan Thomas kent, zal ook zijn autobiografie in bet oorspronke lijk willen lezen en er heel wat in ontdek ken, dat een nieuw licht op de gedichten werpt. Wie deze poëzie te moeilijk vindt of überhaupt geen Engels leest, zal aan de vertaling van Claus genoegen beleven. Thomas als prozaïst is vóór alles, zo niet uitsluitend, een beschrijver van gewaarwor dingen geweest; fysieke, direkte ervaringen, mensen gezien, klokken gehoord, de zee geroken, waren zijn fort. Men vindt hem in al deze verhalen als hoofdpersoon (of misschien liever als: voelend, registrerend centrum), graag verrukt en boven zichzelf uitgetild, maar nooit zonder het contact met de hem omringende mensen en land- schappen te verliezen. Bewogen, humoris tisch en zeer aards. TVTAAST Dylan Thomas doet het andere nieuwe deeltje uit dezelfde reeks be wuster en intellectueler aan. The Catcher in the Rye van J. D. Salinger werd bij zijn verschijnen zeven jaar geleden binnenge haald als een der beste Amerikaanse ro mans uit de laatste kwarteeuw en blykt thans bij herlezing nog steeds niet tegen te vallen. Het is kortgeleden in de Penguin- serie opgenomen, en heet als Donker-pocket (in een vertaling van Henk de Graaff) kort weg Puber. De vertaling van de roman, die geheel in een soort slang, nl. een school jongenstaaltje, geschreven is, moet bijzon der moeilijk geweest zyn, en al heeft men natuurlijk allerhande bezwaren (die snel In geslikt worden hij de gedachte zoYi kar weitje zelf eens te moeten opknappen), de geest en de aroma van het hork komen toch wel ten naastebij over. De geschiedenis verhaalt ons een crisis in het leven van een Amerikaanse jongen, op weg naar de volwassenheid. Wy zien de wereld door de ogen van een overbe- wuste zestienjarige, die voor de derde keer van een dure kostschool is weggestuurd en nu de paar dagen die hem voor het begin van de kerstvakantie resten, in New York hesluit door te brengen. Hy beleeft in deze stad (waar overigens zijn ouders wonen) verscheidene avonturen, tracht van hetgeen hijzelf als sexuele onvolgroeidheid ziet af te komen, praat, drinkt, pocht, voelt zich verloren en eenzaam en zoekt tenslotte zijn zusje op het enige wezen op aarde waar aan hij is gehecht. De uitgevers van Pen guin noemen Salingers roman op het om slag: a key book to the present decade" en het zjjn nu juist zulke woorden die Holden Caulfield, de held van het boek, met puberachtige stelligheid en afkeer van intellectuele nonsens als „phoney" (de ver taler geeft dit door „schijnheilig" weer) pleegt te betitelen. Maar toch wordt ons hier inderdaad iets verheeld, dat allen, Amerikaan en niet-Amerikaan, ouders en kinderlozen, aangaat. Holden is de speci fieke puber, worstelend met zyn proble men in onze hedendaagse maatschappij. Sa linger behoort tot de staf van de New Yor ker, wat misschien do ietwat kunstmatige glans van zyn verhaal verklaart, maar de poëzie en het pathos van het onderwerp en de onvervalste menselijkheid van iemand die instinctief met dc kinderen meevoelt, zyn hier in overvloed aanwezig.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 6