PL AA TS-SCHELDNA MEN in West-Zeeuwseh-Vlaanderen JAN KUILER 40 JAAR MUSICUS DE ZEE Ook in Seroei begon het schooljaar weer Van Oostburg tot Zuidzande Onuitputtelijke bron van inspiratie Een het hoofd pittig klasje", zei KONINGIN BEZOCHT BLINDENINSTITUUT Phia Wijziging appelexport naar West-Duitsland I Oostburg Zuidzande Retranchement Schoondijke Sluis Materlandkerkjje Z.V.U. boekte in Oostburg bepaald geen succes Huldiging 22 oktober in Vlissingen SADRACH ZONDER KRULLEBOL Fijn hoor Brief van van den Berg Klachten in raad Westkapelle over rumoerige jeugd Verre Zeeland Inktsnor Maandag 13 oktober 1958 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 4 (Van onze fruitteeltmedewerker) J de vorige artikelen hebben we al heel wat plaatsen uit westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen bezocht. In dit stukje maken we een eind aan onze reis. Spanjaarden. Vroeger had het een vaarwater met een sterke (ijzeren) dijk er langs. Twee personen met bijzonder lange halzen zijn het symbool van de IJzen- dijkers. Uitgescholden worden ze voor azijnhals" en het is dus geen won der, dat ze een enigszins zuur gezicht trekken. Een heel eenvoudige geschiedenis. In Hoofdplaat kwamen eens enkele vaten bier aan voor IJzendijke. Maar toen men de vaten openmaakte, bleek het azijn te wezen. Een vergis sing misschien? Of opzettelijk zo ge daan? In elk geval trek je allicht een zuur, teleurgesteld gezicht bij zo'n le verantie. U/UIDZANDE is ontstaan uit een zand plaat, bedijkt tegen de zuidkant van j het eiland van Cadzand. In 1659 kreeg i het een nieuwe kerk, die in 1944 is verwoest. Nu is er weer een nieuwe j gebouwd op dezelfde plaats. Hoe is Zuidzande afgebeeld? En hiermee is sche „scheldnamenreis: westelijke helft van Vlaanderen ten einde. OOSTBURG is de grootste gemeente van deze streek. Bovendien aardig in het centrum gelegen, met een druk bezochte markt op woensdag. Het is genoemd naar een burcht, waarvan echter niets meer is te vinden. Wel is er nog iets over van het oude vaar water naar het Zwin, n.l. het Grote Gat. Een zeer oude plaats. De evangelie prediker Eligius (St. Eloy) bracht hier reeds in de zevende eeuw de blij de boodschap. Het r.k. St. Eloy-ly- ceum, dat 1 september geopend werd, is naar hem genoemd- In de jongste oorlog is het stadje voor een groot deel verwoest, maar nu weer prachtig herbouwd. Met zijn stadhuis, rijks-h.b.s. en lyceum, tech nische school en andere grote gebou wen neemt het grote-stadsallures aan. De Oostburgers werden altijd door de andere dorpen als opscheppers be schouwd. Hun scheldnaam was .wind makers". Een spotter vertaalde de beginletters O.B.W.M. van ..Onderlin ge Brandwaarborg Maatschappij", die op bordjes aan verschillende gevels te zien zijn, als „OostBurgse Wind- Makers"! Hans Heeren heeft de inwoner van Oostburg getypeerd als een pedante eend, die erg opzichtig is gekleed. NA de verovering van Sluis door prins Maurits in 1604 werd tegen over Sluis, aan de andere zijde van het Zwin, een sterkte aangelegd, het ..retranchement Cadsandria". Er is nog een en ander van deze verster kingen over. Vlak er bij ontstond langzamerhand een dorpje, dat Re tranchement genoemd werd. Begrijpt u, waarom de vriendelijke bewoners mensenbranders" worden genoemd? Volgens een legende dobberde hier eens, honderden jaren geleden, een oorlogsschip voor de kust. Er gingen geruchten, dat aan boord de pest heerste, de vreselijke besmettelijke ziekte, die in vroeger eeuwen veel mensenlevens eiste. Iedereen was er bang voor. Als het schip zou aanleg gen, zou de ziekte ook in het dorp verspreid worden. Dat moest voorko men worden. De oplossing was even radicaal als afdoende: ze staken het schip in brand, waardoor alle bacil len vernietigd werden. Evenals de schepelingen die in de vlammen om kwamen. Echte mensenbranders", die bewoners van Retranchement! De tekening laat ons een schip zien in lichterlaaie, bovendien voorzien van de tekenen des doods: een doods hoofd met twee gekruiste beenderen. DE naam Schoondijke is heel wat verfraaid in de loop der tijden, want vroeger heette het Vulendijke. Toen dit oude dorp overstroomde, werd in het midden van de nieuw in gedijkte Prins Willempolder op een wegkruising een nieuw dorp gebouwd met een kerk en een school. Naar prins Willem II werd het Willems dorp genoemd, een naam die er niet inging. Dat is nu Schoondijke, het dorp van de maneblussers". Toen eens het maanlicht door een kerkraam viel, dachten de Schoondijkers, dat er brand was in de kerk. De brandweer werd geroepen, om de zogenaamde brand te blussen! Twee dappere ma neblussers" zijn er op de schildering mee bezig. In Middelburg hebben ze hetzelfde eens meegemaakt met de Lange Jan, die op deze manier ,,in brand stond". Middelburgers heten daarom ook maneblussers". HET oude Lamminsvliet uit 1293 met zijn stadsrechten, mag men beslist geen dorp noemen. Dat merkte die nieuwe bakkersknecht, die 's avonds, na het werk, tegen zijn baas zei: ,,Ik ga het dorp nog even rondkuie- ren." Wat was die bakker woest! Om dat de knecht het in zijn onnozel heid had gezegd, werd hij niet weg gejaagd, maar het scheelde niet veel. Wat verbeelden die Sluizenaars zich wel! ,,Kalejakkers" zijn het. Ja, ze hebben een periode van grote wel vaart gehad, toen Sluis nog een voor haven was van Brugge en het Zwin een druk vaarwater. Maar dat is nu voorbij. Armoe is troef. Kijk maar eens naar het muziekkorps, hoe schun nig de muzikanten er bij lopen met hun verschoten en gerafelde unifor men. De wandschildering laat drie van zulke exemplaren zien. Bovendien stappen ze rond op wat schillen en graten, naar aanleiding van het kleinerende versje: Schellen, pellen, graten en gruis. Dat zijn de arme burgers van Sluis." Tegenwoordig hebben ze het niet zo arm meer. Wel is Sluis erg verwoest door oorlogsgeweld, maar ook weer al aardig opgebouwd. En in de zo mermaanden wordt er behoorlijk ver diend aan de duizenden vreemdelin gen die hier komen. T_IET is maar een klein dorpje, wat 11 afgelegen, niet ver van de Belgi sche grens. Enkele kleine huisjes, die laag tegen de dijk zijn gebouwd. De glazen wassen was heel een voudig. Dat deden de vrouwen hier niet, maar de mannen. Op een eigen- w if1'13.1?.® en originele manier, maar betrokken leerkracht in een doodse stilte uit te barsten moeilijk in een krant te beschrijven. ZO ONGEVEER werd mij de opening GOES. Met ingang van zaterdag kwam er weer een wijziging in de moge lijkheden van appelexport naar West- Duitsland. Bepaald is dat de Manks Cod- lin niet meer uitgevoerd mag worden. Dit is overigens van ondergeschikt be- Een boer ligt geknield en kijkt erg .lan? want dit raa f P«ktisch geruimd benauwd. Geen wonder: aan alle kan- Als nieuw ras is de ïngrid Marie vanaf ten van zijn hoofd heeft hij molen- 65 geplaatst op de lijst van rassen - J - - - - 1 welke geexporteerd mogen worden. Dit ras speelt echter een zeer kleine rol in de Nederlandse fruitteelt. De belangrijkste bepaling voor de Zeeuwse fruitkwekers is wel, dat de Sterappel beneden 65 mm niet meer naar West-Duitsland mag. In verband hiermee heeft de Provinciale Afzetcommissie voor fruit thans besloten dat dit ras gesor teerd moet worden in de maten 5565 mm en 65 mm en op. Vorige week was de sortering gewijzigd, omdat toen de maat 60 mm en op uitgevoerd mocht worden. wieken. Een zevendraaier" uit Zuid zande. Hier moet eens een molen ge staan hebben met zeven zolders. Maar kijkt u even naar de teke ning. Een man staat op de dijk, en met een boogje spuit hij tegen de ramen. Om voldoende spuitmateriaal te hebben is het wel nodig vooraf veel, erg veel te drinken'. De schilder had ook een ander scheldwoord kunnen uitbeelden, n.l. „karkassen", een onderdeel van de oude Cadzandse muts, die aan het verdwijnen is en alleen nog maar door enkele oudere vrouwen wordt gedragen. Omdat er vroeger, toen iedereen nog in dracht liep, dikwijls veel vrouwen in haar Cadzandse kle derdracht in de tram CadzandOost- burg zaten, werd dit vervoermiddel wel de ..karkassentram" genoemd. Jongelui die een robbertje wilden vechten, riepen de Zuidzandenaars wel toe: „Karekassie! Karekassie!" Het liep dan meestal op een knokpar tij uit, want zoiets liet iemand uit Zuidzande zich niet aansmeren! OOSTBURG. Men moet misschien wel zeer Engels georiënteerd zijn om Noel Cowards „Spotgeesten" te kunnen waarderen, dat door de Zeeuwse Volksuniversiteit in het Ledeltheater te Oostburg werd aangeboden. Het spel van het Rotterdams Toneel vereent alle waardering, niet echter ,het stuk, dat van allerminst verheffend cLan onze ruston-karakter is. De wijze waarop met het Kleine zeevoaels i -uWlWuVlWlV*** Kleine zeevogels vlogen schreeuwend over de nog gapen de diepte; een woeste branding spatte langs de steile kanten, toen stortte het alles ineen en de grote lijkwade van de zee golfde voort, gelijk ze gegolfd had sedert vijf duizend jaren. Zó liet honderd jaar geleden Herman Melville zijn beroemde boek Moby Dick eindigen zo verging de walvisvaarder Pequod na de afschuwelijke jacht op de witte walvis. Zulk een suggestieve beschrijving lijkt niettemin weinig aantrekkelijk voor een jongeman, wiens zeemansloopbaan staat te beginnen. Hem mag de waarheid omtrent de mogelijkheden niet ont houden worden. Maar doe het soepel, schijnt Jan de Hartog gedacht te hebben, toen hij zijn raadgevingen voor stuur mansleerlingen opstelde. TN deze Scheepspraat (uitg. Elsevier) heeft de gerouti- 1 neerde, bevaren schrijver het over van-alles-en-nog-wat. Ongeveer honderd punten (een greep eruit: heimwee, aal moezeniers, ratten, meisjes, schuldenroert hij aan en als men De Hartog zijn gang laat gaan, vindt hij op zijn ge mak ongetwijfeld nog eens zoveel facetten aan het zeemans leven. Natuurlijk is dit niet een boek, alleen voor de leer ling. Over diens nog smalle schouders praat de auteur ook tegen de ouders. Bij dit alles komt de lezer tot de conclusie, dat De Har tog nog steeds een amusante verteller is, ook iemand die sympathiek overdrijft, maar boven alles een bijzondere op merkingsgave bezit. Hij gebruikt juist dan geen dikke woor den, maar schetst de situatie eenvoudig raak. Soms is hij diepzinnig, zoals: ,.Men heeft pas werkelijk autoriteit bereikt, zodra men niet langer aan zijn prestige denkt." Het onderwerp loodsboten roert Jan de Hartog niet aan, hoewel de jonge zeeman er veel mee te maken krijgt. Want de zeevaart is ondenkbaar zonder de mannen, die schijn- water va- dnnr rfe'S 1 1 m «ehr ik1 baai" doodrustig in kleine bootjes over het woelige wa tZj. iJiïïïiïk ren na een schip naar buiten te hebben gebracht, of om er een naar binnen te loodsen. Loodsen zijn onmisbaar. Hoe vaak zal de geel-blauw gestreepte vlag niet slechts een for meel verzoek, maar ook een ingehouden noodkreet betekend hebben? Zeeuwsch- L. v. W. Eigen nieuwsdienst MIDDELBURG. Men ziet het Jan Kuiler niet aan, dat hij een 40-jarig jubileum gaat vieren. ,,De muziek, m'n werk, houdt me jong", zegt deze Middelburgse toonkun stenaar er zelf van. Maar wanneer men kennis neemt van zijn rijke ervaringen en van de vele krachttermen, die kennelijk knaleffecten hadden moeten sorteren, lieten een wel zeer arme en goedkope indruk achter. Het publiek zal zeker dankbaar zijn wanneer in de toekomst aan de Z.V.U.- besturen wat meer keuze uit betere stukken zou worden geboden. Nu bete kende deze avond voor de talrijke aan wezigen in de meeste gevallen een te leurstelling. van alles wat hij in zijn mu zikale leven heeft aangepakt, vraagt men zich bijna af, of het geen vergissing is. Kon iemand in veertig jaar zoveel doen? Maar het is geen vergissing. Dat weet het comité dat de huldiging van Jan Kuiler op zich heeft genomen, heel zeker. Een comité gevormd uit leden van de Vlissingse Orator •um-vereni- ging, het Middelburgs Mannenkoor en de Orkestvereniging, van welke groepen Kuiler al sinds lange tijd dirigent is. Op 23 oktober wordt in de Jacobskerk te Vlissingen een jubileumconcert ge geven, waaraan deze drie verenigingen meewerken. De Vlissingse Orkestver eniging wordt daarbij versterkt met le den van het Rotterdams Philharmo- nlsch Orkest en als solisten treden op EUy Ameling, Roos BoeKma, Jan Way er en oud vriend van Kuiler en al lang niet meer in 't openbaar optre dende Willem Ravelli. Voorts treedt als soliste op mevr'uw Maclaine Pont (clavecimbel) Jan Kuiler heeft een veelbewogen le ven achter dc rug. „Maar ik heb nog heel wat voor de boeg", voegt hij daar meteen aan toe. In 1917 studeerde hij af aan het conservatorium te Amster dam. Hij had zijn vooropleiding gehad van J. Cleuver een toen in Mid delburg goed bekende musicus en studeerde ook enige tijd aan het con servatorium te Keulen. Na voltooiing van zijn studie vestig de hij zich te Hilversum, maar in 1918 ging hij als begeleider mee met een Italiaanse zangeres. Op haar verzoek werd hij haar vaste begeleider en ves tigde hij zich te Berlijn. Hij maakte met deze zangeres talrijke toernees door geheel Midden-Europa en studeer de in zijn vrije tijd nog aan het Ber- lijnse conservatorium. In 1925 keerde hij in Nederland1 terug en vestigde zich in Middelburg. Met zangverenigingen in Middelburg en Vlissingen gaf hij jaarlijks concer ten en na de laatste oorlog kreeg hij de leiding van de Vlissingse Orkestver eniging, de Vlissingse Oratoriumvereni- ging en het Middelburgs Mannenkoor. Met deze gezelschappen verzorgde hij concerten, waaraan eersteklas-solisten deelnamen els Willem Noske, Herman Krebbers, Willem Andriesen en Jo Vin cent. In Vlissingen leidde hij twee maal een Matthaus Passion. Hij componeerde liederen en een kerstcantate, die bij een bezoek van het koninklijk paar door 1100 schoolkinderen op de markt wer den gezongen. Hij deed nog veel meer. Zoveel dat hij, hoe kan het anders, behalve lof ook veel kritiek te verduren had. Maar hij leeft voor zijn muziek, zodat hij zich na iedere teleurstelling op nieuwe ta ken richtte. Reeds nu heeft hij plan nen om volgend jaar met de Vlissing se Oratoriumvereniging Haydn's Jah- reszeiten uit te voeren. En zijn jaar lijkse kerstuitvoeringen in de Nieuwe kerk te Middelburg, een stijgend suc ces met duizend tot 1200 toehoorders, blijft hij ook voortzetten. Jan Kuiler staat nog midden la het muziekleven. En vitaal als hij' is,-hoopt hij daar nog lang te blijven staan. Maar een hoogtepunt in zijn leven zal ongetwijfeld dat jubileumconcert op 22 oktober zijn. IK verlang een loods (uitg. C. de Boer jr.) vertelt over de loodspraktijk op de Eems, waar het voor de oningewijden een kalm bestek lijkt. Loods Wim Kuiper en zijn schrijvende vrouw Margot Bakker hebben hierover evenwel een onthullend boekje open gedaan. Het kan daar geducht spoken en wan neer de adviseurs van de gezagvoerders te maken krijgen met eigenwijze en onverantwoordelijke kapiteins, zoals er ook blij ken te zijn, dan kunnen er weinig idyllische toestanden ont staan. Het is goed, dat deze kant van het zeemansleven ook eens is belicht. Overigens lijkt het tussen de loodsen onderling ook niet altijd koek en ei, zo maken wij op uit dit met twaalf foto's geïllustreerde boek. De draad van het geromantiseer de verhaal is niet sterk, wèl de reportage, die tot spanning stijgt. I „HOERAAA! De vakantie is voorbij en de school begint weer! I Leve de school!" dat waren zo ongeveer de kreten die door de lucht daverden, toen op een goeie maandagmorgen de schoolbel, opgepoetst en wel, zijn nieuwjaarslied door Seroei beierde. En van alle kanten kwamen ze toegestroomd, de kinderen, merendeels in nette, kennelijk pasgekochte, kleren. Het nieuwe schoolgebouw is het allermooiste gebouw van heel Seroei. Het heeft zelfs een privé-watertorentje van oliedrums, waar vandaan een pijpleidinkje loopt naar de toiletten voor de 225 kinderen. Al voor zevenen renden de kinderen om en door de school en toen om half acht „aantreden" werd geblazen, stond in een oogwenk de hele troep loeiend in rijen, om na een teken van de i ven. Ik was er niet, om de doodsimoe- 1 le reden, dat ik niet weg kon komen uit m'n vakantieoord. Er was geen boot, geen fiets, geen auto. geen vliegtuig om mij uit Miei los te krijgen. 's-Heer Abtskerke Raadsvergadering 's-HEER ABTSKERKE. De raad zal' Ik zag de begindatum van de school in openbare vergadering bijeenkomen verstrijken, zonder dat er voor mi) eni- op woensdag 15 oktober, om half acht. ge kans op vervoer bestond. Toen kwam B. en W. stellen de raad voor de per- eindelijk een heel klein bootje, dat mij, celen Westhofsezandweg 11 en 13 op het na me in een tussenstation nog een electrisch net aan te sluiten. Voorts wordt aan de orde gesteld de aanleg van een parkeerterreintje bij het ver enigingsgebouw. Tenslotte zal men spre ken over de gemeentebegroting 1939. Arnemuiden Raad vergadert week gedwongen vakantie gegeven te van de Papoea-jeugd te hebben rondge darteld, mocht ik me weer op het ni veau van de glimoogjes en de vuile neusjes stellen, die ik, in alle ernst, ge mist heb tussen de heren van de oplei dingsschool voor dorpsonderwijzers. De concierge kwam me de hand schud den en vertelde, dat alle kinderen net jes op hun plaats zaten. En dat was Vanuit Nieuw-Guinea ontving Ma ja weer een brief van mej. Phia v. d. Berg. Het schooljaar is tueer begonnen, en dat niet zonder enige deining. Sadrach was ook weer present, en wist het met zijn vriendjes mej. v. d. Berg de eerste morgen al flink lastig te maken. Maar neemt u het hem maar niet kwalijk, hij is op zijn tijd toch ook weer een erg lieve jongen. Het reizen gaat aan de andere kant van de wereld niet zo gemakkelijk als bij ons en daardoor kon het gebeu ren Enfin, leest u zelf maar. SPANNING ten top voert Ellleston Trevor op in Windkracht 10 (uitg. Hollandia), waarin de bemanning de loods te Buenos Aires al lang ver geten is als de 6000 tonner het zwaar te verduren heeft op de Atlantische Oceaan. Ondanks de enkele storende vertaalfouten (de oorspronkelijke titel is „Gale Force") is het een boek. dat men niet spoedig neerlegt. Ongetwijfeld zijn er vele boeken geschreven over het thema van een vergeefs om zijn behoud strijdend schip. Daarom is het een com pliment voor het schrijverstalent van Trevor, dat men geboeid blijft bijna driehonderd pagina's lang. De toestand van het wrak geslagen schip, de stem ming aan boord, de gemoedsgesteldheid van de opvarenden, die drie elementen zijn knap verwerkt. Jammer dat de afloop van het ver haal sterk doet denken aan de onder gang van de Flying Enterprise. Of le verde die gebeurtenis in feite de inspi ratie voor dit boek? HET noemen van de Flying Enterprise brengt tegelijk in herinnering, hoe de Nederlandse slepers door een toeval ligheid niet in staat waren mee te din gen om schip en kapitein Kurt Carl- sen te trachten behouden binnen te brengen. Dat onze zeeslepers hun man netje staan in dat werk, is genoegzaam bekend. Goede wijn behoeft geen krans. Daarom waarschijnlijk heeft Kees Borst lap in zijn roman over de zeesleepvaart 20-Duims manilla (uitg. C. de Boer jr.) zich gehouden aan een eenvoudige schrijftrant, waarin hij alles vermijdt, dat een schijn" van onwerkelijkheid zou kunnen veroorzaken. In dit mooie boek heeft de Rotterdam se journalist Borstlap vooral ook de mens achter de bergingen en de sleep reizen getekend. Zijn hoofdpersoon Jan Houtman zegt ergens: ,.Een ander kan voor het slechte weer binnen lopen om te schuilen, zelfs de loodsboot mag dat doen als er toch niets te beloodsen valt, maar ik, of beter gezegd wij, moe ten er uit. Daar zijn we voor en daar kan de boot tegen. Wij moeten er ook tegen kunnen". En als die harde, niet te vermoeien, wild ruikende zeelui met hun sterke bo ten naar buiten stuiven, de woedende zee tegemoet, dan begint er een boeiend spektakel, dat nog aan spanning wint als de concurrent van het lijf moet wor den geschud. Dergelijke taferelen be- Nieuw en St. Joosland Ned. Christenvrouwenbond De afdaling Nieuw- en St. Joosland van de N.C.V.B kwam bijeen in cle christelijke school. De heer J. A- Wehrheim besprak het boek „De wer kers van de elide uur" van Bruce Marshall. schrijft Borstlap in een wasechte kleur, met de taal van de zeeman. Wie dit boek uit heeft, zal er naar verlangen, dat de schrijver niet te lang wacht met zijn voornemen om ook te verhalen, wat de Nederlandse zeeslepers in de jongste wereldoorlog hebben gepresteerd. TOCH zijn er schepen, waarvoor een sleepboot geen redding kan brengen. Vele, zelfs zeer vele schepen rekening houdende met de technische vooruitgang vergaan op mysterieuze wijze. Ook in deze tijd nog! En dikwijls voordat de bemanning in staat is geweest een nood sein uit te zenden. Die ontstellende waarheid blijkt uit Opgegeven als ver mist (uitg. C. de Boer jr.) door Alan Villiers. Dit is een boek, waarin de zeer des kundige schrijver louter de feiten en op redelijkheid rustende veronderS1*Hin gen laat spreken. Hij somt, in een ang stige climax soms, de omstandigheden op totdat het schip blijkt verdwenen te zijn, met man en muis, dikwijls zon der een spoor achter te laten. Met al leen zee en wind als daders van een wreed misdrijf. Villiers reconstrueert zo ook in be klemmende eenvoud van woordkeuze de ondergang van de IJmuidense treiler Catharina Duyvis, de Delfzijlse Coaster Salland en de Rotterdamse kustvaarder Westland. Deze drie Nederlandse sche pen werden op de Noordzee het slachtof fer van de storm, die op 1 februari 1953 het zuidwesten van ons land teisterde. Deze bladzijden vullen een leemte op in de tot dusverre geleverde beschrijvin gen van de Ramp. Barend Maaskant. Van onze correspondent WESTKAPELLE. De rijpere jeugd van Westkapelle schijnt wel van een pretje te houden. Nu wordt hun dat door de ouderen van harte gegund, mits het niet al te bont wordt gemaakt. En daar hapert nog wel eens wat aan. Aldus wethouder P. Lievens (C.H.U.), die de ze klacht van verschillende dorpelin gen, te berde bracht bij de rondvraag in de vrijdag gehouden raadsvergade ring. ,,De viering van feestjes en verjaarda gen dreigt te ontaarden in een wanor delijke bende", aldus de wethouder, die enkele staaltjes van nachtelijk rumoer memoreerde,waarbij de jongelui al te luidruchtig door de straten waren ge trokken. De voorzitter, burgemeester mr. M. Tydeman, erkende de toenemende balda digheid van de jeugd en zei dat de poli tie dusdanige maatregelen zal nemen, dat het nachtelijk kabaal maken de kop wordt ingedrukt. Bij de behandeling van de gemeente begroting 1958, die kon worden goedge keurd werd in de notulen aangetekend, dat raadslid J. de Visser (S.G.P.) zich tegen de post verzekeringen had ver klaard. Wethouder W. Gabrielse (arb. partij) brak een lans voor het doen uitgeven van een eigen gemeenteblaadje ter ver steviging van de onderlinge band. Voorts sprak hij de wens uit, dat hoewel er geen bedrag voor op de be groting is geplaatst er toch eerlang een badhuis zal kunnen worden ge bouwd. Wethouder Lievens zei geschrokken te zijn van de hoge pensionprijzen die be taald moeten worden in de verschillen de rusthuizen op Walcheren. Hij vroeg zich af of dit niet ten koste gaat van de gemeenschap. Voor het openbaar lager onderwijs werd een bedrag vastgesteld van 32.75 per leerling. Het aantal lesuren vak onderwijs werd gesteld op anderhalf per week. Tot onderwijzeres aan de o.l. school werd benoemd mej. J. Re- meeus uit Brouwershaven. Voorts werd besloten tot enkele grondtransacties. Biezelinge VER. VOOR KINDERZORG. De we- kelijkse rondgang voor Kinderzorg" te Middelburg bracht in de maand septem ber op f 85,91. Het is de bedoeling de jaar lijkse rondgang voor goederen in natura voor dit doel ook dezer dagen te houden. snor schemeren. Een paar bloesjes ra ten achterstevoren of binnenstebuiten, maar verder was alles in orde. en leermiddelen te halen, ,,er zitten een paar raddraaiers in, die je wel goed in de gaten mag houden." ,,Och kom," zei' ik, „dat zal nog wel meevallen". Ik DAT WAS het begin. We hebben het grasduinde een poosje met welbehagen goed met elkaar getroffen. Ze grijpen door de nieuwe leermiddelen. j wat ze grijpen kunnen, die kinderen. En „Kijk daar eens", zei het hoofd, Ik hebben eindelijk in Seroei bracht. Het ook zo. Ik vond er mijn goede Sadrach ke'k uit het raam ^,an het bestuurska_ was half vijf, toen we de woestenij in bezit namen, die vroeger onze lieflijke bebloemde tuin was geweest. Mans hoog was er alles opgeschoten, in zes weken tijds. Toen men mij de volgende morgen om half zeven ontdekte, was het eer ste dat in oprechte bewondering werd gezegd: „Tjonge, ben je er al?" ARNEMUIDEN Morgenavond om half acht hoopt de gemeenteraad te vergade- ren De agenda vermeldt o.a. een voor- De schoolkinderen haalden de bagage stel tot het verlenen van ontslag aan een van boord en wüden dat ik onmiddel- onderwijzer van de openbare school en de aanbieding van de gemeente-begroting 1959. lijk opdraafde. Na een half jaar in de bovenlagen terug, die op de eerste bank was ge- mertje en zag mijn klas. kropen, en me stralend vertelde, dat hij er nog op zijn plaats. Een paar jonge was blijven zitten. ,,Fijn hoor," zei hijz^en hun vingertjes in de cc inktpot, anderen waren bezig eikaars trouwhartig, „dan zit ik fijn bij juffrouw bloesjes aan te trekken. Meisjes kropen en ben ik de knapste jongen van de j onder de banken door. Sadrach zat op klas." Ik wou hem door zijn krullebol mijn tafeltje en had met inkt een snor graaien, maar die was er niet meer. j z*3n ®ez getekend. Pa Wajoi had, voor de zindelijkheid, al „Leuk hè", zei het hoofd en grijnsde zijn kinderen met gladde bollen het vergenoegd, nieuwe schooljaar ingestuurd. i Toek ik het lokaal binnenkwam, zat ,,'t Is een pittig klasje", vertelde het j alles weer recht. Hier en daar hield er hoofd van de school mij, toen ik met een zijn handen voor zijn gezicht en hem meeliep om de laatste instructies tussen de vingers door zag Ik een inkt- het is heerlijk om te geven. Op een afstand geven' is wat moeilijker dan dichtbij, maar ik verzeker u, dat het effect groter is. Mijn geven is normaal, ik doe mijn plicht, die ik op mij nam toen ik het contract tekende. Maa»- üw 1SJ. geven, daar vanuit het verre Zeeland, 'heeft iets fascinerends. In de hogere klassen begrijpen ze iets van de band die alle christenen samenbindt. Maar ook wij behoeven niet alleen te geven, wij mogen ook ontvangen. Gods zegen ontvan- vangen wij, wanneer wij gehoor zaam aan Zijn gebod, de naaste liefhebben. ,,Wat gij voor de min ste van mijn broeders deed, dat deedt gij voor Mij", zegt Jezus. HUIZEN. Koningin Juliana heeft eind vorige week in het 150 jaar oude blindeninstituut te Huizen ge keken naar enkele meisjes die bezig waren met pitriet vlechten. Zij maak te ook een praatje met hen, alsmede met de leerlingen die boetseerden, pottenbakten en fietsonderdelen en sloten monteerden. Ook de oplei ding tot metaalbewerker had haar belangstelling. De Landsvrouwe zag voorts tien blinde jongens gymnastiek doen- De oefeningen werden uitgevoerd op een vloer die is omsloten door een band plastic dat warm aanvoelt waardoor de blinden weten waar zij de wanden van het lokaal nade ren. Ten overvloede is de vloer om geven door elastische rubber koorden. Voorafgaande aan de rondwande ling door het instituut was er een herdenkingsbijeenkomst, waarin de commissaris van de Koningin in Noordholland de mededeling aeed dat de Koningin het predikaat konink lijke had verleend aan het instituut

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 4