Wat er in de wereld woed' toch is het God, Die wint Bijbellezing voor de radio Redacteuren kunnen hun eigen kerkblad niet lezen Unieke verschijning Gastvrijheid voor Jehovagetuigen? GELEZEN OP SCHOUW IN DIRECTIEKANTOOR: „NIEUWS" UIT INTER VIEW PUNTJES EN GAATJES 5 5 5 4 5 4 Jezus heeft de wereld overwonnen Gedenksteen C.N.V. op graf van Kruithof rt Begint al bij de kleuters Zending in zorg DE KERK VANDAAG Er zijn nog andere faculteiten Blijf in eigen parochie 4 4 4 Ijjeterda^ 26 juli 1958 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 9 Het gedeelte uit het derde vers van Gezang 121 was voor mij een realiteit niet alleen, maar ook in Overeenstemming met de beloften In Gods Woord. Daarom plaatste ik het als wandschildering boven de schouw op mijn kantoor. Toch wist ik toen niet, dat deze regels aanleiding zouden worden tot vele gesprekken- Ik realiseerde mij eerst later (Jat mij verantwoording zou wor den gevraagd van dit getuigenis want dat is het. Dit blijkt uit de volgende vragen en opmerkingen: „Dat is een mooi vers, mijnheer, als je gelooft, dat het zo is tenminste". „Waarom heeft U dat boven Uw Schoorsteenmantel geschreven; gelooft y werkelijk dat het zo is? Er is name lijk niet veel van te bemerken „U gelooft dat toch zeker zelf ook niet meer, mijnheer? Bent U er daarom met Uw rug naar toe gaan zitten?" „Is het nu een hoop of een realiteit? Immers het zweeft zo hoog in de lucht en zonder stoel kun je er niet bij!" Ja, dit zijn zo de opmerkingen: iro nisch, ongelovig, maar stuk voor stuk toch ook getuigend van een verlangen naar zekerheid of een vast punt in deze gistende, moeilijke wereld. Gelukkig is er een enkele onder, die na het lezen blij wordt, en instemt door te zeggen: „Wat doet me dat goed, dat ik dit op een directiekantoör mag lezen, want ik neem aan, dat U hier achter staat!" Ja, en zo is het ook; ik voel het als een groot voorrecht dat dit de achter grond" van mijn gehele leven geworden is, want ik heb het zo vaak reeds er varen in mijn uiterst bewogen leven. Dit geldt namelijk niet alleen voor de wereld, maar ook voor het leven om je heen en voor het leven in je eigen hart. Het is één en al strijd, tegenstand, negativisme en angst en achter dit alles staat: zonde. Als wij tegen dit alles gaan vechten, dan worden we dat zo moe en worden wij verbitterd en verliezen deze strijd, omdat de overmacht, de overste dezer wereld, te sterk voor ons is. De mens gaat daaraan kapot, gezien de volle inrichtingen voor geesteszieken, het aantal bezoeken aan psychiaters, het aantal zelfmoorden, echtscheidingen, ver stoorde compagnonschappen, conflicten enz. Met al zijn kunnen op wetenschappe lijk, organisatorisch, technisch en soci aal-cultureel gebied blijft die angstige mens dodelijk vermoeid en diep on gelukkig. Hij is geconcentreerd op de wereld, die hem alles schijnt te bieden, maar aan zichzelf te gronde gaat, waar in haat en afgunst, leugen en geweld woeden. Hij is vergeten, dat God deze wereld alzo lief heeft gehad, dat Hij Zijn eenig- geboren Zoon heeft gezonden, opdat een ieder, die in Hem gelooft niet verloren behoeft te gaan, maar eeuwig leven hebbe. Omdat het bloed van Christus van zonden reinigde! Omdat Hij overwonnen heeft! Omdat Hij beloofd heeft, weder te ko men. Omdat Hij een nieuwe hemel en een nieuwe aarde belooft, waar die geredde mens in harmonie met God, zonder angst, zonde en verdriet in eeuwigheid zal kunnen leven. Het komt er op aan, dat wij dit ge loven. Dit is misschien moeilijk voor een geslagen en verbitterd mens, voor een eel knap wetenschapsmens, voor die hard geworden zakenman of voor die ontnuchterde kerkelijke arbeider, die zoveel gezien heeft. Maar God heeft een plan voor wereld en eeuwigheid. ,Dit plan is vastgelegd in de Bijbel. Een boek vol ernstige waarschuwingen, vol oordelen en profetische uitspraken, maar ook een boek vol liefde, nodigingen en beloften. Hebben wij nog steeds niet geleerd, dat mensen onbetrouwbaar zijn en wij dus op hen of op onszelf niet moeten bouwen? "Wordt het niet hoog tijd, dat wij onze hand gaan leggen op de beloften in God's Woord en „ja" gaan zeggen op zijn uit nodigingen en gaan gehoorzamen aan Zijn wijze lessen? Hij is immers heilig en rechtvaardig. Hij kan niet liegen. HET IS ONGEVEER zes jaar ge- i leden, dat een onzer redacteuren J een gesprek had met de directeur y van een in Aalten, in de Gelderse i Achterhoek gevestigde fabriek. De aandacht van de bezoeker werd tel- kens weer getrokken naar een i wandschildering boven de schouw; een wandschildering met deze J» woorden: „Wat er in de wereld woed, tocii is het God, Die wint" Het besprokene tijdens dit inter- view is vopr een groot gedeelte L uit de herinnering verdwenen. De J woorden van de schildering zullen y echter nooit vervagen. Het is goed i voor journalisten, die het nieuws uit deze kokende en gistende we- reld hebben te verzamelen en door te geven, voortdurend te denken aan de op de Aaltense schouw ge schilderde woorden. Maar zou het ook voor lezers van de krant niet van het allergrootste belang zijn zich deze woorden voortdurend te herinneren? Verleden week, toen de spanning in het Midden-Oosten van uur tot uur steeg, hebben wij bij Van Kat- wijk's Papier- en Cartonverwer- kende Industrieën te Aalten een foto laten maken van de schouw in het directiekantoor. Wij hopen, dat U bij het lezen van de krant en het luisteren naar de nieuwsberichten dikwijls aan deze foto zult denken. De heer Van Katwijk heeft voor de lezers van ons blad, een per- 3, soonlijke getuigenis geschreven, dat J men hierbij aantreft. Ingezonden mededeling (Adv.) Altijd gaaf huidje POEDER -ZALF-OLIE-ZEEP (Van een onzer verslaggevers) De gehele Verbondsraad van het C. N.V. was maandagmiddag aanwezig op de alg. begraafplaats in Utrecht, toen daar de gedenksteen op het graf van de gewezen voorzitter en ere-voorzit- ter van het vakverbond, de heer K. Kruithof, aan de familie werd overge dragen. De Verbondsvoorzitter, de heer M. Ruppert verrichtte deze Overdracht met een korte toespraak. Hij verklaarde, dat de uitdrukking .plicht der dankbaarheid" wel zeer juist de gevoelens weergeeft, die op dit moment in de harten van alle C.N.V.- ers leven. Het is voor het Verbond een ere-plicht om de herinnering aan Kruithof ook op deze wijze levendig te houden. Getracht is om in dit monu ment iets weer te geven van de per soonlijkheid van de overleden voorzit ter. Het is daarom sober, sterk en ge tuigend. De heer H. Kruithof uit Alkmaar aanvaardde namens de familie, waar van vele leden bij de plechtigheid aan wezig waren, dit gedenkteken. De zwart marmeren steen bevat onder het C.N.V.-embleem de woorden „Ter ge dachtenis van Klaas Kruithof, van 1 april 1916 tot 16 oktober 1935 voorzit ter van het Chr. Nationaal Vakverbond in Nederland. Daarondft- staat de tekst, die Kruithof tot zijn levensdevies maakte: „Vrees God en houd Zijn ge boden". Wij leven in een wereld vol spannende gebeurtenissen. Gelden de profetieën in Ezechiël 38 en 39 voor deze tijd? Want ieder, die Christus heeft aanvaard als Verlosser en Zalig maker en Hem als Koning en Heer heeft geplaatst op de troon van zijn hart, weet dat deze wereld ten einde loopt en tenondergaat, maar dat zijn ziel als door vuur heen ge red is, omdat Jezus deze wereld heeft overwonnen en zijn leven gered heeft. Hij mag gaan staan in de over winnende kracht van Christus en een overwinningsleven leiden. Van nu af aan! Daar gaat hij niet aan kapot, maar hij leeft! 1 Joh. 5 11 13. D. VAN KATWIJK, Voorzitter Chr. Zakenlieden Ge meenschap, Ned. afdeling van Christian Bussiness Men's Committee International Ingezonden mededeling (Adv.) Nadat hij een bijbellezing voor de ra dio had gehouden, deed ds. J. T. Door nenbal van Oene daarvan verslag in 't Kerkblad van de Hervormde gemeente in de classis Harderwijk. Wij lezen: Van veel collega's die voor de radio gesproken en gespreekt hebben, heb ik gehoord van stromen brieven die ze kregen van mensen die met genoegen en zegen hadden mogen luisteren. Zelf heb ik na mijn radiowoord van enkele weken geleden één ansichtkaart gekre gen, twee briefkaarten, en een paar brie ven. De oogst was indrukwekkend klein. Er zijn nu eenmaal goeie dominees en minder goeie. Frappanter nog dan het geringe aan tal was de aard der reacties zelf. Eén juffrouw vroeg hoe 't bestond, dat ik dominee in de Hervormde kerk kon zijn, die toch kennelijk een slechte kerk is, omdat er leervrijheid is en allemaal bioscoop; een ander greep de gelegenheid aan om mij uitvoerig in te lichten over haar kansen om tot een trouwdag te ko men. En zo meer! Maar er waren toch enkele erg aardige brieven die me goed deden en waarvoor ik dankbaar ben. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik voor de radio sprak. Natuurlijk heb ik mij tevaren voldoende zenuw achtig gemaakt, mezelf ingebeeld, dat 't allemaal één grandioze mislukkig zou worden en dat ik mezelf tot één on sterfelijke aanfluiting zou maken. Na tuurlijk moest ik ook in Hilversum de verkeerde kant oplopen en aan 't an dere einde van de stad uitkomen, zodat ik jachten moest om nog op tijd te zijn, en tranen zweette toen ik de studio be reikte. Wat mij het meest is opgevallen en me ook bijzonder heeft getroffen, is, dat, hoewel je helemaal alleen zit en zomaar tegen de microfoon praat, je toch op een andere manier de mensen voor je krijgt, veel duidelijker zelfs dan zondags op de preekstoel. Dan komt die je voor de geest en dan die, al weet je niet eens of ze wel luisteren. Er is een heel bij zonder contact en je wordt niet gehin derd door slapers of mensen die zich zitten te vervelen. En mischien voel je ook een beetje de onzichtbare tegen woordigheid van hen die met je meele ven en je dragen in him gebed in al je hulpeloosheid. Voor mij is dit een zeld zame verrassing geweest! „Jezelf gedrukt te zien", riep laatst een dominee uit, „dat blijft altijd een aparte belevenis". Velen die af en toe iets publiceren, zullen dit beamen. Zij, die dagelijks schrijven, staan er een beetje an ders tegenover. Ja, een aparte be levenis kan het voor hen soms zijn, als zij ontdekken wat voor krassen het zetfoutenduiveltje op hun „ga ve" werkstuk gemaakt heeft! Om bij de dominees "te blijven: velen van hen schrijven geregeld in het een of andere kerkblad. Meestal zullen zij het geschrevene wel nalezen. Maar nu zijn er ook enige predikanten, die met de beste wil van de wereld de door hen in gestuurde kopij nooit kunnen terugle zen in het kerkblad, waaraan zij hun medewerking geven. Zelfs al zien zij het gedrukt voor zich, ze zijn toch niet in staat om te lezen wat zij zelf geschreven hebben. Het raadsel is gauw opgelost, wanneer wij u vertellen dat het hier gaat om het maandblad De Levende Kerk, een inter kerkelijk orgaan ten gerieve van blin den. Het wordt dus gedrukt in braille schrift. De predikanten kunnen het niet nalezen en de redacteur, een journalist te Utrecht, al evenmin. Wil hij iets na kijken in een oud nummer, dan moet hij bladeren in het zogenaamde „zwart- schrift", dat is de oorspronkelijke kopij van elk nummer, die hem maandelijks door de braille-drukkerij van Sonne- heerdt te Ermelo, wordt teruggestuurd. Deze redacteur ontvangt soms tarieven van lezers, waarmee hij even. moeilijk uit de weg kan als een blinde met een ge wone brief; dat zijn dan namelijk brie ven in braille. De redacteur moet voor het „lezen" van deze brief de hulp in roepen van een blinde, die hem vliegens vlug de vertaling levert. Want een ziende staat altijd weer verbijsterd als hij ont dekt, hoezeer een blinde zich met de vin gers weet te behelpen. Het woord „fan tastisch" is hier allerminst overdreven. Wanneer het Comité Kerkelijke Lec tuur in Braille vergadert, maakt de se cretaris, de heer K. Heeringa te Gronin gen, notulen. HU neemt een stnk papier, legt daar een soort roostertje over en prikt met grote snelheid gaatjes in de vakken. Wil men aan het eind van de vergadering nog enen weten wat er pre- Om een groot aantal van hun aanhangers in de gelegenheid te stellen het grote congres te Rotterdam bij te wonen, bellen jehovagetuigen in Rotterdam en omliggende plaatsen huis aan huis aan, met verzoek een of meer deelnemers te herbergen. Niet altijd is men zo eerlijk om er bij te ver tellen waarvoor het logies dient. Soms wordt gezegd, dat het gaat om een grote vergadering van de „christelijke zending". Daarom waar schuwt ds. J. Bouterse, hervormd predikant te Vlaardingen in de Zondagsbode tegen deze praktijken. Hij wil echter niemand beletten om een congressist te herbergen; dat moet ieder voor zichzelf uitmaken. Maar wel meent hij, dat gastvrouwen en gastheren dienen te weten, wie men in huis krijgt. Weet men echter, dat het jehovagetuigen zijn, die men gastvrijheid verleent, dan zou het om eert. ideëel doel moeten zijn. Zoals iemand be doelde, die schreef dat jehovagetuigen niet al leen mensen met een valse leer zijn, maar ook mensen, levend in een krampachtige afweer houding vol ressentiment. Men zou aan deze lieden, door hen te ontvangen, kunnen laten zien, wat het evangelie in ons bewerkt. Ds. Bouterse kan zich in deze redenering ver plaatsen, maar men moet haar niet willen gron den op teksten als Matth. 25 35: „Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij geherbergd", of: Hebr. 13 2: „Vergeet de herbergzaamheid niet" Op deze plaatsen gaat het namelijk om de liefde, die wij hebben te betonen aan noodlijdenden, aan de verworpenen. Daar horen de jehova getuigen die ook nog een paar dagen uitgaan echt niet bij. Veel meer van toepassing is 2 Joh. 1 711, waar staat dat men degenen niet in zijn huis moet ontvangen, die ontkennen dat Christus in het vlees is gekomen. Al moge het gevaarlijk zijn, dat zulke teksten automatisch worden toegepast op alles wat wij voor ketterij gelieven uit te maken, feit is dat ook het con tact met jehovagetuigen voor velen verzoekin gen met zich meebrengt. Daarom meent ds. Bouterse, dat hij die zijn huis voor jehovagetuigen openstelt, dit doen moet als een mens, die voor het evangelie wil uitkomen. Hij dient dan ook te beseffen, dat het in veel gevallen een dodelijk vermoeiende zaak is en nachtwerk wordt om met jehovagetuigen te spreken. Maar wanneer men deze mensen uitsluitend logies wil verlenen, zonder met hen over het evangelie te spreken, dan raadt ds. Bouterse het af. „Het lijkt mij niet juist om antikerkelijke propagandisten in huis te halen, zonder als lid van de kerk je getuigenis daartegen te laten horen", besluit hij. prof. W. Kremer van Apeldoorn er teresse van chr. geref. zijde mag re in De "Wekker op, dat deze instel- kenen, al was het dan maar om de ling voor hoger onderwijs enig ge- andere faculteiten, speciaal de me- noemd kan worden in de wereld. dische. Toch hebben en houden de chris telijke gereformeerden bezwaren tegen de omschrijving van de Een onderwijzeres te Greifswald grondslag en de plaats, die de theo- in Oost-Duitsland heeft zich al lang logische faculteit in het kader der D> doopsgezinde zending, die op gestoten aan het feit, dat kinderen wetenschappen daar heeft. Toch is en Nieuw-Gumea arbeidt, zal van een kleuterschooltje zo vaak In de V.U. belangstelling en meeleven uit jaar een bedrag van f 129 965. hun spel kerkelijke trouw- en doop- van christelijk gereformeerde men- not"g hebben; voor heide gebieden plechtigheden nadoen. Niet omdat sen waard, zij dit profaan acht, maar omdat zij het niet vindt passen in een com munistisch geregeerde staat. Niet vroeg genoeg kunnen de kinderen met de nieuwe vormen van het communistische leven ver trouwd gemaakt worden, verklaar de zij op een partijdag te Berlijn. Daarom pleitte zij ervoor, dat schoolkinderen te beginnen bij de kleuterklas jaarlijks minstens een- maal in klasseverhand een burger lijke trouwplechteigheid en een „naamgeving" (de con surrogaatdoop) zullen dan leren ze het wel af die verou- derde kerkelijke handelingen in hun spe) na te doen! ongeveer de helft van deze som. Van de ongeveer f 130.000.wordt ruim f51.000 door de franse, duit- se en Zwitserse gemeenten bijge dragen. Uit Nederland zelf moet bij na f 79.000.komen. De zending verkeert nu in zorg, omdat dit be drag meer dan het dubbele is wat normaal in een jaar door de neder - landse doopsgezinden voor de zen ding wordt gegeven (f 38.000). Zon der extra offers zal het dit jaar niet gaan. „In ons denken zien wij deze uni versiteit veelal alleen als theologi. Fde^'communistische sche opleidingsschool van de gere lde communistische {ormeerde kerken en verbinden wij tii daaraan de naam van dr. A. Kuy- per sr., en in onze herinnering leeft dan terecht het sterk verzet, dat uit chr. geref. kring van vóór en na 1892 tegen de theologische opvattingen van deze overigens on miskenbare grote theoloog geboden drie gereformeerde kerken in die is", schrijft prof. Kremer. stad voorgesteld om in september Kan men zich in de theologie der een kanselboodschap te doen uit» V.U. niet vinden, prof. Kremer gaan, waarin gewaarschuwd wordt Naar aanleiding van het jaarver- heeft desondanks de overtuiging, tegen kerkgaan buiten de eigen slag der Vrije Universiteit wijst dat deze universiteit op grotere in- wijkkerk. De gereformeerde kerk van Utreeht-noord heeft aan de andere - ^0-. v - - C - <*4° - - <^4*3 Cl - f f t f l f S 4 4 cies besloten is, dan draait de heer Hee ringa zijn papier om; zijn vingers gaan over de punten, die door het gaatjes- prikken ontstaan zijn en hij herhaalt vlot alles wat ter vergadering verhandeld is. Kerken sprongen bij Het hier genoemde comité werd ge vormd uit de Ned. Chr. Blindenbond, een organisatie, welke bekend genoeg is. De ze bond ontdekte een paar jaar geleden, dat er velen waren, die het op prijs zei den te stellen indien zij op kerkelijk ge bied wat beter geïnformeerd zouden zijn. Natuurlijk verschaft de radio wel wat kerkelijk nieuws. En uiteraard kunnen zij de hulp van huisgenoten of anderen inroepen voor het voorlezen van artike len uit de gewone kerkelijke pers. Maar de wens leefde toch wel zeer sterk, dat er een orgaan in brailleschrift zou ko men, zodat de blinden zelfstandig kennis konden nemen van hetgeen er op ker kelijk gebied in de wereld voorvalt. Het comité begreep, dat deze wens al leen voor inwilliging vatbaar was wan neer er geld beschikbaar zou zijn. Maar daaraan ontbrak het natuurlijk. Een blad in braille is namelijk zeer kostbaar. Een abonnement op een jaargang van twaalf nummers zou zeker f 25,kosten, dat is dus vele malen duurder dan elk ander kerkelijk maandblad, ja het is dubbel zo duur als het kostbaarste kerkelijk week blad. En aangezien blinden als regel niet tot de vermogende klasse behoren, wilde men de abonnementsprijs niet hoger dan op enkele guldens per jaar stellen. Er werd dus bij de kerken om steun aangeklopt. Dat slaagde prachtig. De kerkeraden hebben, nu al twee jaar ach tereen, de verzoeken om steun voor De Levende Kerk niet naast zich neergelegd. Daardoor is het mogelijk, dat het blad kan verschijnen. Enige honderden ker kelijk meelevende blinden uit allerlei protestantse kerken, van christelijke ge reformeerden tot doopsgezinden toe blij ven zodoende op de hoogte met het ker kelijk nieuws. 't Grootste blad Zonder overdrijven kan gezegd wor den, dat De Levende Kerk het mach tigste kerkblad is, dat in Nederland verschijnt. Dit woord „machtig" slaat echter niet op de invloed of het abon nementental, maar op de omvang. De post moet er apart voor aanbellen om het af te geven. Bovendien is het de laagst gefrankeerde post, die mA ont vangt. Dit zware blad van 48 pagina's braille- druk, behoeft maar voorzien te worden van een postzegel van één centen de posterijen verlenen alle service, die men wenst. Er zijn mensen, die Tante Pos een „uitzuigster" vinden, en zij wijzen op verhoogde tarieven van port en telefoon, maar laat men dan ook een in aanmer king nemen, dat de P.T.T. ten behoeve van een invalide groep Nederlanders als de blinden zijn, veel „onrendabel" werk doet! Wat de inhoud van het blad betreft: deze is zeer gevarieerd. Elk nummer opent met een artikel over de zending, geschreven door dr. W. G. Harrenstein, gereformeerd emeritus-predikant te Am sterdam. Dat dr. Harrenstein voorrang krijgt, is niet uit beleefdheid tegenover deze bejaarde predikant, die zelf ook tot de blinden behoort, maar uit overtuiging dat de zending het belangrijkste kerke- werk is en daarom allereerst de aan dacht mag vragen. Volgende artikel: de kroniek buiten land, verzorgd door ds. F. E. Huizinga te Hengelo. Deze baptistenpredikant met zijn speelse schrijverij, is goed thuis in het wereldkerknieuws. Enkele jaren ge leden reisde hij in Rusland, dit jaar woont hij baptistencongressen bij te Ber lijn en Zurich. Ds. Chr. J. Gall, hervormd predikant te 's Gravenhage, neemt de „kroniek binnenland" voor zijn rekening. Men zal moeten toegeven, dat het een prestatie is om uit de veelheid van kerkelijk nieuws in Nederland elke maand juist het waardevolle te lichten en dit dan nog objectief te doen ook. Maar ds. Gall verstaat die kunst. De rest van het blad wordt gevuld met een populair-wetenschappelijk artikel, enkele opmerkelijke publicaties uit de kerkelijke wereld, een kerkhistorisch stukje en een aantal berichten, die men als „kerkelijk kleingoed" kan aanduiden. In hun blad De Levende Kerk hebben blinden een orgaan, zoals de ziende kerk bladlezer het eigenlijk niet kent. Men leest immers haast altijd bladen, die van een bepaalde- kerk of modaliteit zijn, of die zich beperken tot buitenlands- of binnenlands kerknieuws. De Levende Kerk verschaft een all-round overzicht van wat er in de wereldkerk gebeurt, terwijl het toch de kleinere zaken niet vergeet. Een eigenaardige en unieke ver schijning in de Nederlandse kerkelijk® pers!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 9