jflrovinri^ffi/iw
Mokumer
onder de
Zeeuwen
Zeeuwse
Babbelaars
VEERTIEN JAAR GELEDEN: AANSLAG OP HITLER
MISLUKTE POGINGEN OM
HITLER TE DODEN 2
Benelux zal alleen slagen
bij voeren van één politiek
Bom ontplofte niet...
Von Stauffenberg
heeft tijdbom
in tas
GOES
BLIJF KALM
25 jaar marktkoopman
Jeugd
English „Bni"
Enzwijgen I
Artemis
Experimenten
Weer een aanslag
Nu of nooit!
Maandag 21 jutt tP#6
IU umi'i'iiiy i„Mf U.H-miUJWH
ZEBUWSCH DAGBLAD
PAGINA 4
Jaarverslag
Oranje Groene Kruis
Uit het jaarverslag van de Goese
wijkverpleging „Het Oranje Groene
Kruis" blijkt dat in 1957 het aantal le
den toenam van 1710 tot 1763. De con
tributie werd weer op f4,50 vastge
steld. Voor dit bedrag wordt bij ziekte
gedurende zes weken gratis verpleging
gegeven door een van de verpleegsters.
Bovendien kan tegen een geringe ver
goeding regelmatig voor zuigeling of
kleuter de kinderarts op de consulta-
tiebureaux worden geraadpleegd en is
hoogtezonbehandeling mogelijk op ad
vies van de arts.
De drie wijkverpleegsters legden in
1957 8147 bezoeken af. De bestrijding
van de t.b.c. heeft tot gevolg gehad dat
het aantal patiënten weer daalde, in de
afgelopen vier jaar van 55 tot 13. In
het medisch centrum wordt donder
dagsmiddags een zuigelingen- en kleu
terbureau gehouden. Het aantal con
sulten bedroeg in 1957: 1300 zuigelin
gen en 592 kleuters.
Hoogtezonbehandeling werd ontvan
gen door 48 personen, waarvan 45 kin
deren en drie volwassenen. Voor de
rheumabestrijding werden aan dertien
patiënten 44 bezoeken gebracht. De re
kening vertoonde een tekort van
f 918,74. De Emmabloemeollecte bracht
f 631,— op.
De heer Klinkenberg
gaat naar Leerdam
De heer J. A. Klinkenberg, bureau
chef der P.T.T. te Goes, is bij beschik
king van de directeur-generaal der
posterijen, telegrafie en telefonie met
ingang van 1 augustus a.s. benoemd
tot directeur van het post- en tele
graafkantoor te Leerdam.
De heer Klinkenberg begon zijn
loopbaan bij de P.T.T. op 1 juni 1915
te Hoofddorp. Op 1 dec. 1921 vertrok
hij naar Heemstede, waar hij ruim
twintig jaar de P.T.T. diende. 1 febru
ari 1942 vertrok de heer Klinkenberg
naar Haarlem, welke plaats hij 1
augustus 1952 verwisselde met Groen-
lo, waar hij directeur van het (mid
delgrote) P.T.T.-kantoor werd. In
gaande 1 febr. 1955 werd de heer Klin
kenberg benoemd als bureau-chef van
de P.T.T. te Goes. Na ruim drie jaar
in deze functie werkzaam te zijn ge
weest, kwam de benoeming tot direc
teur van het P.T.T.-kantoor te Leer
dam af. Een mooie promotia
Vrijdagavond werd op het postkan
toor te Goes door het personeel van
het kantoor Goes en van het ressort
afscheid genomen van de heer Klin
kenberg. Hij werd achtereenvolgens
toegesproken door de directeur, de
heer H. J. Masselink namens het kan
toorpersoneel, hoofdbesteller W. F.
van Riet namens bestellend personeel,
de heer W. J. Eiff, kantoorhouder te
Kortgene namens de kantoor- en sta
tionhouders en door de heer M. Quak-
kelaar, vertegenwoordiger van het
jubileumfonds van het kantoor Goes,
die namens personeel van kantoor en
ressort een potloodtekening van de
Vlissingse haven en een ets van Goes
offreerde. Mej. F. A. Prins van het
postkantoor te Goes bracht in een rijm
de kwaliteiten van de scheidende bu
reauchef naar voren.
Mevrouw Klinkenberg ontving bloe
men. De heer Klinkenberg sprak ten
slotte woorden van dank voor de aan
geboden geschenken en de prettige
samenwerking.
Burgerlijke Stand
Geboren; Simone, d.v. J. Dekker en
H. G. de Hoogh; Cornelia M., d.v. J.
Koster en A. Bol te Yerseke; Martinus
J„ z.v. P. J. C. Korstanje en M. D.
Bruijnzeel; Jacobus A., z.v. A. van Her-
tum en A. van der Schraaf; Minke A.,
d.v. G. van Dijk en W. Heitsma; Monique
C. C. M., d.v. P. P. C. Heck en C. M. P.
Siebelink; Magdalena C. A. V., d.v, Ch.
P. Hoornick en R. M. Spelier te 's-Hee-
renhoek; Pieternella, d.v. M. Johannes
en Chr. Toisutta te Kruiningen; Petro-
nella H. A., d.v. L. Pover en M. Smul-
der te 's-Hcerenhoek; Carolus A., z.v.
L. J. C. Belrnaert en J. A. Maas; Antho-
nie M., z.v. M. J. Capello en F. L. Krij
ger.
Ondertrouwd: J. W. van Doeselaar, 23
j. en J. Lookman, 20 j.; H. G. Cujé, 25
j. en M. van Bemden, 20 j.; S. F. B. de
Vries, 35 j. en L. E. Mansveld, 26 j.; J.
Hijman, 21 j. en J. C. de Hamer, 20 j.;
F. J. Broerse, 20 j. en M. G. Mijnsber-
gen, 18 j.; P. D. Gunst, 26 j. en J. P.
Kestelo, 27 j.; H. J. Th. M. Staats, 25 j.
en G. M. Bruins, 26 j.
Gehuwd: J. H. Wouterse, 26 j. en M.
W. J. v. Nispen, 21 j.; J. C. Oele, 27 j.
en C. J. Mieras, 22 j.; A. van den Broeke
23 -j. en A. van Liere, 21 j.; B. Evers-
dijk, 27 j. en J. S. P. Verbom, 27 j.
Overleden: Th. Aè Overtveld, 76 j.,
echtg, van M. S. de Looff; A. Kole, 73 j.
wedn. van J. Wagenaar te Kapelle; E.
Mieras, 72 j. wed. van A. Kole te Yer
seke; J. Slabbekoorn, 66 j. echtg. van
W. L. Eckhardt, te Nisse; W. Slabbe
koorn, 57 j. echtg. van P. E. van Kleu
nen; J. van Zweden, 46 j. echtg. van E.
Wagenaar te Krabbendijke; F. Temmer
man, 68 j. echtg. van M. Ch. Reijerse.
Ingezonden mededeling (Adv.)
s' nu)1
v.v.
NEEM'N
De basis waarop een goede marktkoop
man bouwt, is: vertrouwen. Van iemand
die erin geslaagd is 25 jaar achtereen in
eenzelfde streek het vak of zo u wilt:
beroep, ambacht of professie van
marktkoopman met succes te beoefenen,
kan dan ook met grote stelligheid worden
gezegd, dat hij een bijzonder groot ver
trouwen bij die bevolking geniet.
Aardig gevonden. Of om in
stijl te blijven:
„My answer to the spreker
Is, It's for de baker!"
Zo'n bijzondere figuur is de
heer C. KOLDEWIJN uit Am
sterdam, die deze maand juist
een kwart eeuw „ambulant
openlucht-winkelier" is. In
galanterieën, wel te verstaan.
En al die tijd doet hij zijn
meeste zaken in Zeeland.
De heer Koldewijn de
meeste lezers kennen hem on
getwijfeld, ook al wisten ze
dikwijls niet hoe zijn achter
naam luidde is er nog een
uit het ware marktkoopmans-
hout gesneden. Dat staat vast.
Niet voor niets werd hij on
langs tijdens het concours te
Goes uitgeroepen tot Kampi
oen 1958. De grote verzilverde
beker (zie foto) is daarvan
het aantoonbare bewijs. Op
alle grote markten van Zee
land is de heer Koldewijn te
vinden. Elke week. Een paar
dagen per week brengt hij zo
in Zeeland door. Maar elke
avond reist hij met zijn kof
fers naar Amsterdam terug
om 's morgens weer met dat
zelfde „pak" naar de volgende
weekmarkt te reizen.
Hoe wordt je nu een échte
marktkoopman? heb ik ge
vraagd. De Mokumer schudde
vertwijfeld z'n gebruinde
hoofd. „Dat wor' je nooit, me
neer. As marktkoopman mot
je gehore wese!" Klare, on
vervalst Amsterdamse taal.
Hij zegt ook, een tikkeltje
spijtig: „Onze bond telt hon
derden aangesloten leden.
Maar als u me vraagt, wie
zijn d'r nu échte marktkoop
lieden, dan houd ik met een
stuk of veertig op."
Een echte marktkoopman is
iemand, die alles kan verko
pen, wat men hem in z'n vin
gers geeft. En dan moet dat
natuurlijk geen flesserij zijn,
want een koopman die rom
mel verkoopt behoeft het op
diezelfde plaats het eerste
jaar niet weer te proberen.
Maar goede marktkooplui le
veren goede waar. Daardoor
heeft iemand als de jubileren
de Koldewijn zich in Zeeland
ook zo'n enorme (vaste) klan
tenkring kunnen opbouwen.
Vertrouwen, meneer, dat is
alles.
Momenteel zit hij voorna
melijk in de scheermesjes,
ballpoints, kammetjes en weet
ik veel.Galanterie, me
neer", vat de persoon himself
het geheel samen.
Koldewijn is een soort ver
trouwensman geworden tus
sen de marktkooplieden en de
marktmeesters. Een trait-
d'union. En op de Zeeuwse
markten een graag geziene en
even graag gehoord man, zo
als hij er thans weer staat te
praten, het liefst in hemds
mouwen, waar sterke bruine
armen uitsteken.
Vroeger ging dat heel wat
spannender toe. „Ach meneer,
vroeger Als de markt
kooplui dan van de trein
kwamen, dan werd het een
wedloop wie met z'n koffers
en pakken het eerst op het
marktplein present was. Want
wie het eerst kwam, had de
beste standplaats. Dat was
rennen geblazen, rennen, zeu
len en zweten.
Het zijn er maar weinigen,
die de jaren achter de
kraampjes en disjes hebben
getrotseerd. Een' van die zeld
zame vogels is koopman Kol
dewijn. In galanteriëen, me
neer. Een vriend van de
Zeeuwen. Vijf en twintig jaar
lang; een gelukwens waard.
KENT U John O'Mill? Ik
bedoel die Hollandse grapjas,
die onder een Engels pseudo
niem "lollige limmericks en
andere grappige gedichtjes in
het „steenkool-Engels" publi-
wt Nogal cru dikwijls,
maar toch wel geestig, vind ik
Dezer dagen heb ik een
Zeeuwse John O'Mill ontdekt,
althans dichtwerk van soort
gelijke opzet, 't Was tijdens
de feestelijke opening van de
Chr. huishoudschool te BRUI-
NISSE. Daar presenteerden
de leerlingen een alleraar
digst non-stop-revuetje, hele
maal op poten gezet door een
der leraressen.
Dit rijmpje werd daarbij
o.a. door een koortje gepre
senteerd over de Engelse les:
„Don 't you hear of one school
in Bru?
We learn there English, you
hear it nu.
So is the end of the cursus
there;
We can go to England or eve
ry where."
EEN PITTIG stel knapen,
noemc.e ik de elf leden van de
(jongens)wandelclub „Emma"
uit Axel onlangs. U weet wel,
de boys die een eerste prijs
wonnen in de Zeeuwsch Dag-
blad-wandeltocht. 'k Heb be
paald niet teveel gezegd. Want
gisteren ontving ik een brief
je met de volgende inhoud:
„Als seceretaris van W.S.V.
Emma te Axel dank ik U in
de eerste plaats voor de foto
die U ons deed toekomen. Met
groot genoegen hebben wjj in
u blad het verslag van de
wandeltocht gelezen.
Hoogachtend,
Dannie de Putter."
Dannie is nog op de lagere
school en zijn medeclubgeno
ten zijn niet ouder dan 16
jaar. Maar als u men vraagt,
dan geven zij een heleboel
grote mensen met dit keurige
bedankbriefje toch een aardig
lesje. Laat ze maar tippelen,
die „Emma's" in tweeërlei be
tekenis.
HET IS met deze Babbe
laars-rubriek een kwestie van
horen, zien en schrijven. In
devies. Dat zag ik staan op de
Borssele hebben ze een ander
overkapte zitbank, midden in
het dorp. „Horen-zien-zwij
gen", stond daarop geschil
derd. Ter ere van de breikam-
pioene en de jubilerende boe
renleenbank in Borssele zal ik
me drie weken lang aan dat
devies houden. Want als u
deze woorden leest, ben ik ai
op weg naar Beieren en Oos
tenrijk. Drie weken vakantie,
drie weken vrij van schrijven
en dus ook drie weken
geen Zeeuwse Babbelaars.
Laten we hopen, tot over
drie weken! Een vakantie
groet van een (hoe bestaat
net!) zwijgende
Slaagt men er niet in de interne
politiek der partnerlanden zodanig te
coördineren, dat als bij een depressie
de Benelux op de proef wordt gesteld,
de economische unie zich handhaaft,
dan heeft de Benelux geen kans tot
vedere ontwikkeling, noch als Benelux
op zichzelf noch als voorbeeld voor de
Europese integratie, aldus mr. L. de
Block, plaatsvervangend thesaurier-
generaal in een artikel in het maand
blad „Economist" over de monetaire
en financiële aspecten van het Bene-
luxbeleid.
Benelux zal dus, volgens schrijver,
bereid en in staat moeten zijn een ge
meenschappelijke conjunctuurpolitie te
voeren voorzover dat doel door kleine
landen met een hoog percentage bui
tenlandse handel dus met een grote
afhankelijkheid van de ontwikkeling
in derde landen nagestreefd kan
worden. Op zijn minst genomen wordt
voor het voeren van een gemeenschap
pelijke conjunctuurpolitiek vereist, dat
voorkomen wordt dat een politiek die
in één van de partnerlanden gevolgd
wordt om een terugslag in economie of
een dreigend betalingsbalanstekort te
voorkomen, door de politiek van de
andere partner wordt tegengewerkt.
Het doel, waarnaar gestreefd zal
moeten worden, zal moeten zijn dat
de partners in dergelijke gevallen ge
zamenlijk één politiek uitstippelen en
die politiek in gezamenlijk overleg
uitvoeren.
VROUWENPOLDER
Eerlijkheid beloond. De verliep
was zeer blij, met de teruggevondlfi
gouden armband (wat wij vorige we<p
meldden) en de vinder was eveneens
blij, toen hij dezer dagen een flhiïte
beloning thuis bezorgd kreeg.
Feestelijk lawaai. „De boertjes van
buten" van Serooskerke waren ifi
Vrouwenpolder om de bevolking oj>
hun muziek te vergasten. Bovendien
was er voor alle kinderen optocht mét
ketelmuziek, met blikken dozen,'dek
sels. Eén liep zelfs met een grote waar
teil. Heel de stoet ging het dorp doo^
en na terugkomst werden allen getrak
teerd en kregen een ballon.
IN HET MINISTERIE VAN OORLOG lagen de
bevelen reeds klaar, maar het belangrijkste, de
aanslag op Hitier, moest nog plaats vinden. Welis
waar waren er reeds eerder op Hitier aanslagen
gepleegd, maar deze waren alle mislukt. In begin
1943, na de vernietiging van het zesde Duitse leger
bij Stalingrad, waar veldmaarschalk Friedrich von
Paulus met de resten van zijn leger moest capitu
leren, was de terugtocht der Duitse legers uit Rus
land begonnen. Daarmede kreeg Hitiers prestige
een geduchte knak. De samenzweerders meenden
dan ook, dat de tijd was gekomen, Hitier uit de
weg te ruimen. Generaal Henning von Tresckow,
stafchef van veldmaarschalk Günther von Kluge,
de opperbevelhebber der Duitse legers in Midden-
Rusland, wiens hoofdkwartier ten westen van
Smolensk was gevestigd, besloot handelend op te
treden. De veldmaarschalk zelf stond niet afwij
zend tegen over het plan, Hitier onschadelijk te
maken, maar was niet tot een zelfstandig optreden
bereid. Ook Von Kluge behoorde tot het type der
vele generaals, die wel wilden, maar niet durfden.
Hun standpunt was; eerst als er gehandeld is, nl.
Hitier uit de weg is geruimd, doen we mee.
Tresckow, in nauwe samenwerking met zijn adjudant
Fabian von Schlabrendorff, had echter zijn plan ge
maakt. Hij had zich in bezit weten te stellen van Engels
bommenmateriaal, dat ofkomstig was van Engelse vlieg
tuigen en voor Engelse agenten was afgeworpen. Veel
van dit materiaal was natuurlijk in handen gevallen van
de Duitse weermacht en ergens opgeborgen. Het gelukte
aan Tresckow, uit dit materiaal een bom samen te stel
len, die afgesteld kon worden o"p 10, 30 en 120 minuten.
Het omhulsel van de bom had de vorm van een dik
boek. In dit r 1 werd een kilo kneedbare spring
stof Nexit) g_ .In dit omhulsel zat een opening,
waarin een klein apparaatje, dat de vorm had van een
dik potlood, kon worden gestoken. In het potlood-appa
raatje zat een ontstekingsapparaat, een slaghoedje, een
slagpin, een veer, een dunne draad en een klein, met
een bepaald zuur gevuld flesje. De slagpin was aan de
veer verbonden, die door de draad gespannen stond.
Drukte mén het flesje kapot, dan vrat het zuur de draad
aan en zodra de draad was doorgevreten, schoot de veer
terug en sloeg de slagpin met kracht op het slaghoedje,
dat tot ontbranding overging en daarna de lading tot
ontploffing bracht.
Tresckow had maandenlang op stille plekken in de
buurt van zijn hoofdkwartier geëxperimenteerd, alvo
rens hij over de samenstelling van de bom tevreden was.
Toen hij zover was, trachtte hij Hitier te bewegen, een
bezoek aan Tresckows onderdeel te komen brengen. Hit-
Ier zegde dit toe, maar stelde zijn bezoek steeds uit. Doch
op 13 maart 1943 kwam hij plotseling op bezoek. Hij
werd door Von Kluge en Tresckow op het vliegveld van
Smolensk ontvangen. Om drie uur zou Hitier weer ver
trekken. Tijdens het middagmaal vroeg Tresckow aan
een der adjudanten van Hitier, de kolonel Heinz Brandt
of deze bereid was, een tweetal flessen cognac mee te
nemen, bestemd voor generaal Stieff, die ook aan Hit-
Iers hoofdkwartier verbonden was. Brandt verklaarde
zich daartoe gaarne bereid.
Toen Hitier om drie uur 's middags in zijn vliegtuig
stapte, gaf Tresckow aan Von Schlabrendorff een wenk
en deze reikte aan Brandt een pakket over, dat de vorm
had van twee flessen. Hierop stapte ook Brandt in het
vliegtuig. De bommen waren op een half uur afgestemd.
Nadat het vliegtuig was opgestegen, gaf Von Schla
brendorff aan de verbindingsman in Berlijn, de kapitein
Gerke, het codewoord door, dat met de uitvoering der
aanslag begonnen was. In enorme spanning zaten Tres
ckow en Von Schlabrendorff op het bericht der ontplof
fing, die ongeveer boven Minsk moest plaats vinden, te
wachten. Maar na twee uur wachten kwam het bericht
binnen, dat Hitier veilig op het vliegveld Rastenburg
was geland en op het hoofdkwartier was gearriveerd. De
aanslag was dus mislukt; de hommen waren niet tot ont
ploffing gekomen. Hitler was de dood ontkomen.
Tresckow kwam hierdoor in een ongelooflijk moeilijk
parket, want de bommen waren nu op het hoofdkwar
tier en konden elk ogenblik aan generaal Stieff over
handigd worden. Dan waren de gevolgen niet te over
zien. Nadat eerst Berlijn van de mislukking op de hoogte
was gebracht, telefoneerde Tresckow naar Hitiers hoofd
kwartier en vroeg Brandt te spreken, wat gelukte. Hij
verzocht Brandt, de twee flessen cognas niet aan gene
raal Stieff te overhandigen, want zij bevatten niet de
goede cognac, doch de twee flessen te bewaren tot mor
gen, want dan kwam zijn adjudant, Von Schlabrendorff
toch op het hoofdkwartier en deze zou dan de goede
flessen cognac meebrengen. De andere dag ging Von
Schlabrendorff met een koeriersvliegtuig naar het
hoofdkwartier en nam de twee flessen van Brandt in
ontvangst.
In de nachttrein naar Berlijn maakte S&ilabrendorff
het pakket open, haalde de bommen uit elkaar en stelde
vast, dat door een kleinigheid het slaghoedje niet was
ontbrand.
Tresckow was door deze mislukking niet ontmoedigd.
Integendeel, de bommen waren goed en hij maakte er
nog enigen bij. Intussen had ook generaal Stieff zich be
reid verklaard, de bommen te werpen, zodra deze de
mogelijkheid daartoe kreeg. Tresckow stuurde hem twee
bommen, die Stieff op het hoofdkwartier in het bos be
waarde. Door onbekende oorzaak ontploften de bommen
echter voortijdig. De kampwacht stelde een onderzoek
in, maar dit onderzoek leverde geen resultaat op, mede
omdat de officier, die met het onderzoek was belast, tot
de ingewijden behoorde.
Enige dagen later werd weer een aanslag op Hitier
ondernomen. Deze bezocht op 18 maart Berlijn, om een
tentoonstelling in het wapenmuseum bü te wonen. Een
officier had zich bereid verklaard, de bom te werpen.
Bekend was gemaakt, dat Hitier een uur zou blijven,
maar toen hij was gekomen, besloot Hitier zich maar
tien minuten in het wapenmuseum op te houden. De
officier, die een bom bij zich had die op een half uur
afgesteld kon worden, kon daardoor niet tot de aanslag
overgaan.
o f>l#} of#} of#} of#} of#} - of#} of#}
Een andere keer zou een officier bij een uniformen-
inspectie, die Hitier zou bijwonen, zich met bom en al
op Hitier storten en dus zelf mede de lucht in vliegen,
maar nadat alle maatregelen waren getroffen, werd het
gebouw die nacht door een luchtaanval vernietigd, waar
door van de aanslag niets kon komen.
Door het mislukken van deze aanslagen en tal van
andere oorzaken kwam er wat stilstand in de actie, maar
deze werd weer levend, toen kolonel Von Stauffenberg
in Berlijn een belangrijke functie kreeg. Deze besloot, nu
de toestanden aan het oostfront catastrofale vormen
aannamen en de invasie aan het westfront elk ogenblik
realiteit kon worden, zelf de aanslag op Hitier te ple
gen. Von Stauffenberg was daartoe thans in de gelegen
heid. Hij had namelijk in opdracht van zijn chef, Fromm,
een ontwerp legerorganisatie met betrekking tot de zo
genaamde „Volksstorm" opgesteld en Fromm had met
dit ontwerp de aandacht van Hitier getrokken. Fromm
en Von Stauffenberg werden dan ook door Hitier voor
het geven van een toelichting naar Hitiers hoofdkwartier
ontboden.
Deze bespreking vond op 7 of 8 juni 1944 plaats. Het
onderhoud was zeer kort, want Hitler had geen tijd.
Fromm maakte van deze gelegenheid gebruik, Hitier
voor te stellen Von Stauffenberg tot kolonel te bevorde
ren en hem tevens tot chefstaf van. Fromm te benoemen.
Hitler deed dit. Had Hitier geen tijd, Von Stauffenberg
kreeg nu de gelegenheid, zich van de plaatselijke toe
stand in het hoofdkwartier op de hoogte te stellen.
Op 6 juli vloog Stauffenberg naar Berchtesgaden. Hij
had de bom bij zich, maar door allerlei omstandigheden
kon de aanslag niet plaats vinden.
Intussen was op de Normandische kust de invasie be
gonnen, terwijl de Russische legers de Duitsers overal
terugdrongen en steeds meer de grenzen van Duitsland
naderden. De noodzaak tot de aanslag werd dan ook
steeds meer acuut.
Op 15 juli gingen Fromm en Von Stauffenberg op
nieuw naar Hitier. Von Stauffenberg zei tot Olbricht, dat
hij vastbesloten was, deze keer de bom te werpen. Ol
bricht nam op zich, in de loop der morgen het „Wal-
küre"-bevel te doen uitgaan, zodat alle generaals en in
gewijden de hun opgelegde maatregelen moesten nemen.
Maar weer waren er omstandigheden, die beletten dat
de bom geworpen kon worden. Snel trok Olbricht het
gegeven „Walkure"-bevel, dat de nodige opwinding had
gebracht, in en toen hem van de zijde van het opper
commando door generaal Keitel om nadere inlichtingen
werd gevraagd, verklaarde Olbricht, dat het een proef-
maatregel was geweest om te zien, hoe snel de generaals
op het „Walkure"-bevel reageerden. Het was echter dui
delijk, dat het uitzenden van het „Walküre"-bevel een
tweede keer op betere gronden moest berusten.
■frier dagen later, op 19 juli, kwam uit Hitiers hoofd
kwartier de „Wolfsschanze" het bevel, dat Von Stauffen
berg de andere dag voor een definitieve bespreking van
het legerontwerp naar Hitier moest komen. Nu of nooit,
dacht Von Stauffenberg, morgen zal en moet het gebeu
ren!
Nadat hij zijn besluit had genomen, kost wat het kost
de andere dag de bom te werpen, ging hij naar generaal
Olbricht en deelde hem zijn voornemen mede. Samen
bespraken ze nog eens uitvoerig de te nemen maatrege
len. Afgesproken werd, dat, zodra de aanslag was gelukt
en uit Hitiers hoofdkwartier het code-woord „abgelau-
fen" Olbricht had bereikt, deze onmiddellijk, zonder
Fromm daarin te kennen, het „Walküre"-bevel en de
andere bevelen zou doen uitgaan, waarop de opstand
een aanvang zou nemen. Bovendien zou reeds in de loop
van de morgen aan de ingewijden een attentiesein gege
ven worden, zodat deze niet verrast zouden worden,
maar klaar zouden staan, handelend op te treden, wan
neer zij het „Walküre"-bevel ontvingen.
Hierop verliet Von Stauffenberg de Bendler-
straat en begaf zich naar de aan de Tristanstraat
in Wannsee gelegen woning van zijn broer
Berthold, waar hij kwartier had genomen. Daar
haalde hij twee bommen te voorschijn en deed ze
in zijn gele leren tas. De bommen waren op tien
minuten afgesteld. Na een langdurig gesprek met
zijn broeder te hebben gevoerd, ging Von Stauf
fenberg naar bed.
Volgende artikel:
DE AANSLAG VAN 20 APRIL 1944