jflrovinri^ffi/iw Mokumer onder de Zeeuwen Zeeuwse Babbelaars VEERTIEN JAAR GELEDEN: AANSLAG OP HITLER MISLUKTE POGINGEN OM HITLER TE DODEN 2 Benelux zal alleen slagen bij voeren van één politiek Bom ontplofte niet... Von Stauffenberg heeft tijdbom in tas GOES BLIJF KALM 25 jaar marktkoopman Jeugd English „Bni" Enzwijgen I Artemis Experimenten Weer een aanslag Nu of nooit! Maandag 21 jutt tP#6 IU umi'i'iiiy i„Mf U.H-miUJWH ZEBUWSCH DAGBLAD PAGINA 4 Jaarverslag Oranje Groene Kruis Uit het jaarverslag van de Goese wijkverpleging „Het Oranje Groene Kruis" blijkt dat in 1957 het aantal le den toenam van 1710 tot 1763. De con tributie werd weer op f4,50 vastge steld. Voor dit bedrag wordt bij ziekte gedurende zes weken gratis verpleging gegeven door een van de verpleegsters. Bovendien kan tegen een geringe ver goeding regelmatig voor zuigeling of kleuter de kinderarts op de consulta- tiebureaux worden geraadpleegd en is hoogtezonbehandeling mogelijk op ad vies van de arts. De drie wijkverpleegsters legden in 1957 8147 bezoeken af. De bestrijding van de t.b.c. heeft tot gevolg gehad dat het aantal patiënten weer daalde, in de afgelopen vier jaar van 55 tot 13. In het medisch centrum wordt donder dagsmiddags een zuigelingen- en kleu terbureau gehouden. Het aantal con sulten bedroeg in 1957: 1300 zuigelin gen en 592 kleuters. Hoogtezonbehandeling werd ontvan gen door 48 personen, waarvan 45 kin deren en drie volwassenen. Voor de rheumabestrijding werden aan dertien patiënten 44 bezoeken gebracht. De re kening vertoonde een tekort van f 918,74. De Emmabloemeollecte bracht f 631,— op. De heer Klinkenberg gaat naar Leerdam De heer J. A. Klinkenberg, bureau chef der P.T.T. te Goes, is bij beschik king van de directeur-generaal der posterijen, telegrafie en telefonie met ingang van 1 augustus a.s. benoemd tot directeur van het post- en tele graafkantoor te Leerdam. De heer Klinkenberg begon zijn loopbaan bij de P.T.T. op 1 juni 1915 te Hoofddorp. Op 1 dec. 1921 vertrok hij naar Heemstede, waar hij ruim twintig jaar de P.T.T. diende. 1 febru ari 1942 vertrok de heer Klinkenberg naar Haarlem, welke plaats hij 1 augustus 1952 verwisselde met Groen- lo, waar hij directeur van het (mid delgrote) P.T.T.-kantoor werd. In gaande 1 febr. 1955 werd de heer Klin kenberg benoemd als bureau-chef van de P.T.T. te Goes. Na ruim drie jaar in deze functie werkzaam te zijn ge weest, kwam de benoeming tot direc teur van het P.T.T.-kantoor te Leer dam af. Een mooie promotia Vrijdagavond werd op het postkan toor te Goes door het personeel van het kantoor Goes en van het ressort afscheid genomen van de heer Klin kenberg. Hij werd achtereenvolgens toegesproken door de directeur, de heer H. J. Masselink namens het kan toorpersoneel, hoofdbesteller W. F. van Riet namens bestellend personeel, de heer W. J. Eiff, kantoorhouder te Kortgene namens de kantoor- en sta tionhouders en door de heer M. Quak- kelaar, vertegenwoordiger van het jubileumfonds van het kantoor Goes, die namens personeel van kantoor en ressort een potloodtekening van de Vlissingse haven en een ets van Goes offreerde. Mej. F. A. Prins van het postkantoor te Goes bracht in een rijm de kwaliteiten van de scheidende bu reauchef naar voren. Mevrouw Klinkenberg ontving bloe men. De heer Klinkenberg sprak ten slotte woorden van dank voor de aan geboden geschenken en de prettige samenwerking. Burgerlijke Stand Geboren; Simone, d.v. J. Dekker en H. G. de Hoogh; Cornelia M., d.v. J. Koster en A. Bol te Yerseke; Martinus J„ z.v. P. J. C. Korstanje en M. D. Bruijnzeel; Jacobus A., z.v. A. van Her- tum en A. van der Schraaf; Minke A., d.v. G. van Dijk en W. Heitsma; Monique C. C. M., d.v. P. P. C. Heck en C. M. P. Siebelink; Magdalena C. A. V., d.v, Ch. P. Hoornick en R. M. Spelier te 's-Hee- renhoek; Pieternella, d.v. M. Johannes en Chr. Toisutta te Kruiningen; Petro- nella H. A., d.v. L. Pover en M. Smul- der te 's-Hcerenhoek; Carolus A., z.v. L. J. C. Belrnaert en J. A. Maas; Antho- nie M., z.v. M. J. Capello en F. L. Krij ger. Ondertrouwd: J. W. van Doeselaar, 23 j. en J. Lookman, 20 j.; H. G. Cujé, 25 j. en M. van Bemden, 20 j.; S. F. B. de Vries, 35 j. en L. E. Mansveld, 26 j.; J. Hijman, 21 j. en J. C. de Hamer, 20 j.; F. J. Broerse, 20 j. en M. G. Mijnsber- gen, 18 j.; P. D. Gunst, 26 j. en J. P. Kestelo, 27 j.; H. J. Th. M. Staats, 25 j. en G. M. Bruins, 26 j. Gehuwd: J. H. Wouterse, 26 j. en M. W. J. v. Nispen, 21 j.; J. C. Oele, 27 j. en C. J. Mieras, 22 j.; A. van den Broeke 23 -j. en A. van Liere, 21 j.; B. Evers- dijk, 27 j. en J. S. P. Verbom, 27 j. Overleden: Th. Aè Overtveld, 76 j., echtg, van M. S. de Looff; A. Kole, 73 j. wedn. van J. Wagenaar te Kapelle; E. Mieras, 72 j. wed. van A. Kole te Yer seke; J. Slabbekoorn, 66 j. echtg. van W. L. Eckhardt, te Nisse; W. Slabbe koorn, 57 j. echtg. van P. E. van Kleu nen; J. van Zweden, 46 j. echtg. van E. Wagenaar te Krabbendijke; F. Temmer man, 68 j. echtg. van M. Ch. Reijerse. Ingezonden mededeling (Adv.) s' nu)1 v.v. NEEM'N De basis waarop een goede marktkoop man bouwt, is: vertrouwen. Van iemand die erin geslaagd is 25 jaar achtereen in eenzelfde streek het vak of zo u wilt: beroep, ambacht of professie van marktkoopman met succes te beoefenen, kan dan ook met grote stelligheid worden gezegd, dat hij een bijzonder groot ver trouwen bij die bevolking geniet. Aardig gevonden. Of om in stijl te blijven: „My answer to the spreker Is, It's for de baker!" Zo'n bijzondere figuur is de heer C. KOLDEWIJN uit Am sterdam, die deze maand juist een kwart eeuw „ambulant openlucht-winkelier" is. In galanterieën, wel te verstaan. En al die tijd doet hij zijn meeste zaken in Zeeland. De heer Koldewijn de meeste lezers kennen hem on getwijfeld, ook al wisten ze dikwijls niet hoe zijn achter naam luidde is er nog een uit het ware marktkoopmans- hout gesneden. Dat staat vast. Niet voor niets werd hij on langs tijdens het concours te Goes uitgeroepen tot Kampi oen 1958. De grote verzilverde beker (zie foto) is daarvan het aantoonbare bewijs. Op alle grote markten van Zee land is de heer Koldewijn te vinden. Elke week. Een paar dagen per week brengt hij zo in Zeeland door. Maar elke avond reist hij met zijn kof fers naar Amsterdam terug om 's morgens weer met dat zelfde „pak" naar de volgende weekmarkt te reizen. Hoe wordt je nu een échte marktkoopman? heb ik ge vraagd. De Mokumer schudde vertwijfeld z'n gebruinde hoofd. „Dat wor' je nooit, me neer. As marktkoopman mot je gehore wese!" Klare, on vervalst Amsterdamse taal. Hij zegt ook, een tikkeltje spijtig: „Onze bond telt hon derden aangesloten leden. Maar als u me vraagt, wie zijn d'r nu échte marktkoop lieden, dan houd ik met een stuk of veertig op." Een echte marktkoopman is iemand, die alles kan verko pen, wat men hem in z'n vin gers geeft. En dan moet dat natuurlijk geen flesserij zijn, want een koopman die rom mel verkoopt behoeft het op diezelfde plaats het eerste jaar niet weer te proberen. Maar goede marktkooplui le veren goede waar. Daardoor heeft iemand als de jubileren de Koldewijn zich in Zeeland ook zo'n enorme (vaste) klan tenkring kunnen opbouwen. Vertrouwen, meneer, dat is alles. Momenteel zit hij voorna melijk in de scheermesjes, ballpoints, kammetjes en weet ik veel.Galanterie, me neer", vat de persoon himself het geheel samen. Koldewijn is een soort ver trouwensman geworden tus sen de marktkooplieden en de marktmeesters. Een trait- d'union. En op de Zeeuwse markten een graag geziene en even graag gehoord man, zo als hij er thans weer staat te praten, het liefst in hemds mouwen, waar sterke bruine armen uitsteken. Vroeger ging dat heel wat spannender toe. „Ach meneer, vroeger Als de markt kooplui dan van de trein kwamen, dan werd het een wedloop wie met z'n koffers en pakken het eerst op het marktplein present was. Want wie het eerst kwam, had de beste standplaats. Dat was rennen geblazen, rennen, zeu len en zweten. Het zijn er maar weinigen, die de jaren achter de kraampjes en disjes hebben getrotseerd. Een' van die zeld zame vogels is koopman Kol dewijn. In galanteriëen, me neer. Een vriend van de Zeeuwen. Vijf en twintig jaar lang; een gelukwens waard. KENT U John O'Mill? Ik bedoel die Hollandse grapjas, die onder een Engels pseudo niem "lollige limmericks en andere grappige gedichtjes in het „steenkool-Engels" publi- wt Nogal cru dikwijls, maar toch wel geestig, vind ik Dezer dagen heb ik een Zeeuwse John O'Mill ontdekt, althans dichtwerk van soort gelijke opzet, 't Was tijdens de feestelijke opening van de Chr. huishoudschool te BRUI- NISSE. Daar presenteerden de leerlingen een alleraar digst non-stop-revuetje, hele maal op poten gezet door een der leraressen. Dit rijmpje werd daarbij o.a. door een koortje gepre senteerd over de Engelse les: „Don 't you hear of one school in Bru? We learn there English, you hear it nu. So is the end of the cursus there; We can go to England or eve ry where." EEN PITTIG stel knapen, noemc.e ik de elf leden van de (jongens)wandelclub „Emma" uit Axel onlangs. U weet wel, de boys die een eerste prijs wonnen in de Zeeuwsch Dag- blad-wandeltocht. 'k Heb be paald niet teveel gezegd. Want gisteren ontving ik een brief je met de volgende inhoud: „Als seceretaris van W.S.V. Emma te Axel dank ik U in de eerste plaats voor de foto die U ons deed toekomen. Met groot genoegen hebben wjj in u blad het verslag van de wandeltocht gelezen. Hoogachtend, Dannie de Putter." Dannie is nog op de lagere school en zijn medeclubgeno ten zijn niet ouder dan 16 jaar. Maar als u men vraagt, dan geven zij een heleboel grote mensen met dit keurige bedankbriefje toch een aardig lesje. Laat ze maar tippelen, die „Emma's" in tweeërlei be tekenis. HET IS met deze Babbe laars-rubriek een kwestie van horen, zien en schrijven. In devies. Dat zag ik staan op de Borssele hebben ze een ander overkapte zitbank, midden in het dorp. „Horen-zien-zwij gen", stond daarop geschil derd. Ter ere van de breikam- pioene en de jubilerende boe renleenbank in Borssele zal ik me drie weken lang aan dat devies houden. Want als u deze woorden leest, ben ik ai op weg naar Beieren en Oos tenrijk. Drie weken vakantie, drie weken vrij van schrijven en dus ook drie weken geen Zeeuwse Babbelaars. Laten we hopen, tot over drie weken! Een vakantie groet van een (hoe bestaat net!) zwijgende Slaagt men er niet in de interne politiek der partnerlanden zodanig te coördineren, dat als bij een depressie de Benelux op de proef wordt gesteld, de economische unie zich handhaaft, dan heeft de Benelux geen kans tot vedere ontwikkeling, noch als Benelux op zichzelf noch als voorbeeld voor de Europese integratie, aldus mr. L. de Block, plaatsvervangend thesaurier- generaal in een artikel in het maand blad „Economist" over de monetaire en financiële aspecten van het Bene- luxbeleid. Benelux zal dus, volgens schrijver, bereid en in staat moeten zijn een ge meenschappelijke conjunctuurpolitie te voeren voorzover dat doel door kleine landen met een hoog percentage bui tenlandse handel dus met een grote afhankelijkheid van de ontwikkeling in derde landen nagestreefd kan worden. Op zijn minst genomen wordt voor het voeren van een gemeenschap pelijke conjunctuurpolitiek vereist, dat voorkomen wordt dat een politiek die in één van de partnerlanden gevolgd wordt om een terugslag in economie of een dreigend betalingsbalanstekort te voorkomen, door de politiek van de andere partner wordt tegengewerkt. Het doel, waarnaar gestreefd zal moeten worden, zal moeten zijn dat de partners in dergelijke gevallen ge zamenlijk één politiek uitstippelen en die politiek in gezamenlijk overleg uitvoeren. VROUWENPOLDER Eerlijkheid beloond. De verliep was zeer blij, met de teruggevondlfi gouden armband (wat wij vorige we<p meldden) en de vinder was eveneens blij, toen hij dezer dagen een flhiïte beloning thuis bezorgd kreeg. Feestelijk lawaai. „De boertjes van buten" van Serooskerke waren ifi Vrouwenpolder om de bevolking oj> hun muziek te vergasten. Bovendien was er voor alle kinderen optocht mét ketelmuziek, met blikken dozen,'dek sels. Eén liep zelfs met een grote waar teil. Heel de stoet ging het dorp doo^ en na terugkomst werden allen getrak teerd en kregen een ballon. IN HET MINISTERIE VAN OORLOG lagen de bevelen reeds klaar, maar het belangrijkste, de aanslag op Hitier, moest nog plaats vinden. Welis waar waren er reeds eerder op Hitier aanslagen gepleegd, maar deze waren alle mislukt. In begin 1943, na de vernietiging van het zesde Duitse leger bij Stalingrad, waar veldmaarschalk Friedrich von Paulus met de resten van zijn leger moest capitu leren, was de terugtocht der Duitse legers uit Rus land begonnen. Daarmede kreeg Hitiers prestige een geduchte knak. De samenzweerders meenden dan ook, dat de tijd was gekomen, Hitier uit de weg te ruimen. Generaal Henning von Tresckow, stafchef van veldmaarschalk Günther von Kluge, de opperbevelhebber der Duitse legers in Midden- Rusland, wiens hoofdkwartier ten westen van Smolensk was gevestigd, besloot handelend op te treden. De veldmaarschalk zelf stond niet afwij zend tegen over het plan, Hitier onschadelijk te maken, maar was niet tot een zelfstandig optreden bereid. Ook Von Kluge behoorde tot het type der vele generaals, die wel wilden, maar niet durfden. Hun standpunt was; eerst als er gehandeld is, nl. Hitier uit de weg is geruimd, doen we mee. Tresckow, in nauwe samenwerking met zijn adjudant Fabian von Schlabrendorff, had echter zijn plan ge maakt. Hij had zich in bezit weten te stellen van Engels bommenmateriaal, dat ofkomstig was van Engelse vlieg tuigen en voor Engelse agenten was afgeworpen. Veel van dit materiaal was natuurlijk in handen gevallen van de Duitse weermacht en ergens opgeborgen. Het gelukte aan Tresckow, uit dit materiaal een bom samen te stel len, die afgesteld kon worden o"p 10, 30 en 120 minuten. Het omhulsel van de bom had de vorm van een dik boek. In dit r 1 werd een kilo kneedbare spring stof Nexit) g_ .In dit omhulsel zat een opening, waarin een klein apparaatje, dat de vorm had van een dik potlood, kon worden gestoken. In het potlood-appa raatje zat een ontstekingsapparaat, een slaghoedje, een slagpin, een veer, een dunne draad en een klein, met een bepaald zuur gevuld flesje. De slagpin was aan de veer verbonden, die door de draad gespannen stond. Drukte mén het flesje kapot, dan vrat het zuur de draad aan en zodra de draad was doorgevreten, schoot de veer terug en sloeg de slagpin met kracht op het slaghoedje, dat tot ontbranding overging en daarna de lading tot ontploffing bracht. Tresckow had maandenlang op stille plekken in de buurt van zijn hoofdkwartier geëxperimenteerd, alvo rens hij over de samenstelling van de bom tevreden was. Toen hij zover was, trachtte hij Hitier te bewegen, een bezoek aan Tresckows onderdeel te komen brengen. Hit- Ier zegde dit toe, maar stelde zijn bezoek steeds uit. Doch op 13 maart 1943 kwam hij plotseling op bezoek. Hij werd door Von Kluge en Tresckow op het vliegveld van Smolensk ontvangen. Om drie uur zou Hitier weer ver trekken. Tijdens het middagmaal vroeg Tresckow aan een der adjudanten van Hitier, de kolonel Heinz Brandt of deze bereid was, een tweetal flessen cognac mee te nemen, bestemd voor generaal Stieff, die ook aan Hit- Iers hoofdkwartier verbonden was. Brandt verklaarde zich daartoe gaarne bereid. Toen Hitier om drie uur 's middags in zijn vliegtuig stapte, gaf Tresckow aan Von Schlabrendorff een wenk en deze reikte aan Brandt een pakket over, dat de vorm had van twee flessen. Hierop stapte ook Brandt in het vliegtuig. De bommen waren op een half uur afgestemd. Nadat het vliegtuig was opgestegen, gaf Von Schla brendorff aan de verbindingsman in Berlijn, de kapitein Gerke, het codewoord door, dat met de uitvoering der aanslag begonnen was. In enorme spanning zaten Tres ckow en Von Schlabrendorff op het bericht der ontplof fing, die ongeveer boven Minsk moest plaats vinden, te wachten. Maar na twee uur wachten kwam het bericht binnen, dat Hitier veilig op het vliegveld Rastenburg was geland en op het hoofdkwartier was gearriveerd. De aanslag was dus mislukt; de hommen waren niet tot ont ploffing gekomen. Hitler was de dood ontkomen. Tresckow kwam hierdoor in een ongelooflijk moeilijk parket, want de bommen waren nu op het hoofdkwar tier en konden elk ogenblik aan generaal Stieff over handigd worden. Dan waren de gevolgen niet te over zien. Nadat eerst Berlijn van de mislukking op de hoogte was gebracht, telefoneerde Tresckow naar Hitiers hoofd kwartier en vroeg Brandt te spreken, wat gelukte. Hij verzocht Brandt, de twee flessen cognas niet aan gene raal Stieff te overhandigen, want zij bevatten niet de goede cognac, doch de twee flessen te bewaren tot mor gen, want dan kwam zijn adjudant, Von Schlabrendorff toch op het hoofdkwartier en deze zou dan de goede flessen cognac meebrengen. De andere dag ging Von Schlabrendorff met een koeriersvliegtuig naar het hoofdkwartier en nam de twee flessen van Brandt in ontvangst. In de nachttrein naar Berlijn maakte S&ilabrendorff het pakket open, haalde de bommen uit elkaar en stelde vast, dat door een kleinigheid het slaghoedje niet was ontbrand. Tresckow was door deze mislukking niet ontmoedigd. Integendeel, de bommen waren goed en hij maakte er nog enigen bij. Intussen had ook generaal Stieff zich be reid verklaard, de bommen te werpen, zodra deze de mogelijkheid daartoe kreeg. Tresckow stuurde hem twee bommen, die Stieff op het hoofdkwartier in het bos be waarde. Door onbekende oorzaak ontploften de bommen echter voortijdig. De kampwacht stelde een onderzoek in, maar dit onderzoek leverde geen resultaat op, mede omdat de officier, die met het onderzoek was belast, tot de ingewijden behoorde. Enige dagen later werd weer een aanslag op Hitier ondernomen. Deze bezocht op 18 maart Berlijn, om een tentoonstelling in het wapenmuseum bü te wonen. Een officier had zich bereid verklaard, de bom te werpen. Bekend was gemaakt, dat Hitier een uur zou blijven, maar toen hij was gekomen, besloot Hitier zich maar tien minuten in het wapenmuseum op te houden. De officier, die een bom bij zich had die op een half uur afgesteld kon worden, kon daardoor niet tot de aanslag overgaan. o f>l#} of#} of#} of#} of#} - of#} of#} Een andere keer zou een officier bij een uniformen- inspectie, die Hitier zou bijwonen, zich met bom en al op Hitier storten en dus zelf mede de lucht in vliegen, maar nadat alle maatregelen waren getroffen, werd het gebouw die nacht door een luchtaanval vernietigd, waar door van de aanslag niets kon komen. Door het mislukken van deze aanslagen en tal van andere oorzaken kwam er wat stilstand in de actie, maar deze werd weer levend, toen kolonel Von Stauffenberg in Berlijn een belangrijke functie kreeg. Deze besloot, nu de toestanden aan het oostfront catastrofale vormen aannamen en de invasie aan het westfront elk ogenblik realiteit kon worden, zelf de aanslag op Hitier te ple gen. Von Stauffenberg was daartoe thans in de gelegen heid. Hij had namelijk in opdracht van zijn chef, Fromm, een ontwerp legerorganisatie met betrekking tot de zo genaamde „Volksstorm" opgesteld en Fromm had met dit ontwerp de aandacht van Hitier getrokken. Fromm en Von Stauffenberg werden dan ook door Hitier voor het geven van een toelichting naar Hitiers hoofdkwartier ontboden. Deze bespreking vond op 7 of 8 juni 1944 plaats. Het onderhoud was zeer kort, want Hitler had geen tijd. Fromm maakte van deze gelegenheid gebruik, Hitier voor te stellen Von Stauffenberg tot kolonel te bevorde ren en hem tevens tot chefstaf van. Fromm te benoemen. Hitler deed dit. Had Hitier geen tijd, Von Stauffenberg kreeg nu de gelegenheid, zich van de plaatselijke toe stand in het hoofdkwartier op de hoogte te stellen. Op 6 juli vloog Stauffenberg naar Berchtesgaden. Hij had de bom bij zich, maar door allerlei omstandigheden kon de aanslag niet plaats vinden. Intussen was op de Normandische kust de invasie be gonnen, terwijl de Russische legers de Duitsers overal terugdrongen en steeds meer de grenzen van Duitsland naderden. De noodzaak tot de aanslag werd dan ook steeds meer acuut. Op 15 juli gingen Fromm en Von Stauffenberg op nieuw naar Hitier. Von Stauffenberg zei tot Olbricht, dat hij vastbesloten was, deze keer de bom te werpen. Ol bricht nam op zich, in de loop der morgen het „Wal- küre"-bevel te doen uitgaan, zodat alle generaals en in gewijden de hun opgelegde maatregelen moesten nemen. Maar weer waren er omstandigheden, die beletten dat de bom geworpen kon worden. Snel trok Olbricht het gegeven „Walkure"-bevel, dat de nodige opwinding had gebracht, in en toen hem van de zijde van het opper commando door generaal Keitel om nadere inlichtingen werd gevraagd, verklaarde Olbricht, dat het een proef- maatregel was geweest om te zien, hoe snel de generaals op het „Walkure"-bevel reageerden. Het was echter dui delijk, dat het uitzenden van het „Walküre"-bevel een tweede keer op betere gronden moest berusten. ■frier dagen later, op 19 juli, kwam uit Hitiers hoofd kwartier de „Wolfsschanze" het bevel, dat Von Stauffen berg de andere dag voor een definitieve bespreking van het legerontwerp naar Hitier moest komen. Nu of nooit, dacht Von Stauffenberg, morgen zal en moet het gebeu ren! Nadat hij zijn besluit had genomen, kost wat het kost de andere dag de bom te werpen, ging hij naar generaal Olbricht en deelde hem zijn voornemen mede. Samen bespraken ze nog eens uitvoerig de te nemen maatrege len. Afgesproken werd, dat, zodra de aanslag was gelukt en uit Hitiers hoofdkwartier het code-woord „abgelau- fen" Olbricht had bereikt, deze onmiddellijk, zonder Fromm daarin te kennen, het „Walküre"-bevel en de andere bevelen zou doen uitgaan, waarop de opstand een aanvang zou nemen. Bovendien zou reeds in de loop van de morgen aan de ingewijden een attentiesein gege ven worden, zodat deze niet verrast zouden worden, maar klaar zouden staan, handelend op te treden, wan neer zij het „Walküre"-bevel ontvingen. Hierop verliet Von Stauffenberg de Bendler- straat en begaf zich naar de aan de Tristanstraat in Wannsee gelegen woning van zijn broer Berthold, waar hij kwartier had genomen. Daar haalde hij twee bommen te voorschijn en deed ze in zijn gele leren tas. De bommen waren op tien minuten afgesteld. Na een langdurig gesprek met zijn broeder te hebben gevoerd, ging Von Stauf fenberg naar bed. Volgende artikel: DE AANSLAG VAN 20 APRIL 1944

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 4