VEERTIEN JAAR GELEDEN: AANSLAG OP HITLER Met de (Hervormde) dagje uit kerk een Op 20 juli 1944, omstreeks het middaguur 1 I I I I I I I I I I I I I I B i I 1 1 1 I I BURGERS EN MILITAIREN HADDEN PLAN GRONDIG VOORBEREID Met mislukking was geen rekening gehouden Canaris Militaire dictatuur Veel contacten Volgende artikel: MISLUKTE AANSLAGEN Leiders „Wij proberen elkaar vast te houden Moderne blijde rei in de autobus Hervormde zaak Refrein 3Baterdag 19 juli 1958 ZEEUWSCH DAGBLAD PAGINA 8 IN DE NAMIDDAG van don derdag 20 juli 1944, om 18.30, maakte het opperbevel der antwoordelijke en tevens dwaze en verraders en saboteurs, die stemming domme officieren had een complot is gekweekt, die men aan het front gesmeed, om mij en het oppercom- nodij heeft. Ditmaal zullen wij met mando van de weermacht uit de weg hen (rekenen op de wijze, waarop Duitse weermacht in een „Son- te ruimen. De bom, die door kolonel wij i ïtionaal-socialisten dit gewend Von Stauffenberg werd neergelegd, explodeerde twee meter rechts van mij. Eén van hen, die bij mij waren, dermeldung" via de Deutsch- landsender bekend, dat om- streeks het middaguur een bom- js gestorven; andere collega's, die mij aanslag op Hitler was gepleegd, zeer lief waren, werden ernstig ge- maar dat deze ongedeerd was wond. Ikzelf liep slechts enkele zeer gebleven en dat hierover in de onbeduidende schrammen, kneuzin- gen en brandwonden op. Ik beschouw loop Van de avond nadere be- dit als een bevestiging van de mij richten zouden volgen. Pas na door de Voorziengheid opgelegde taak. Het kringetje middernacht, om 1 uur, kwa- t ~U lick luuigctjc v au ucot oaiuun- Wcticix, Uct t wciucu tsz moi öV»"101 men de aangekondigde oenen- ZWeerders is zeer klein en heeft niets Pas na de oorlog kon men een di^p van deze samen zijn Wa Hitler spraken nog de lucht- maarschalk Goering en de admiraal 'Doen! Ook Goering eindigde met te wij'zen op de almachtige God, die de Führö op zo zichtbare wijze zegen de De 1 isteraars wisten nu, dat er op Hitier jn aanslag had plaats gevon den, mi r hoe deze was gepleegd en wie df eigenlijke samenzweerders waren, dat werden ze niet gewaar. ten. Hitier deelde zelf als volgt mede (behalve de aanhef in het Neder lands vertaald): „Deutsche Volksgenossen und Volksgenossinnen.' Als ik thans tot u spreek, is dit in de eerste plaats, opdat u mijn stem hoort en weet, dat ik ongedeerd en in goede welstand ben en in de twee de plaats, dat u verneemt van een misdaad, die in de geschiedenis van Duitsland zijn weerga niet heeft. Een zeer kleine kliek eerzuchtige, onver- uitstaande met de geest der Duitse weermacht en vooral niets met het Duitse volk. Ik geef daarom bevel, dat geen militaire instantie, geen commandant en geen gewoon soldaat orders opvolgt, die van deze groep overweldigers afkomstig zijn. Ik geef tevens bevel, dat het ieders plicht is, een ieder, die dergelijke bevelen uit gaand onderzoek instellen, maar het duurde jaren, alvorens de aanslag, met alles wat er mee verband hield, was opgehelderd. Thans, na veertien jaar kunnen we pas zeggen, dat we met aan zekerheid grenzende waar schijnlijkheid weten, wat er aan de hand is geweest, al bestaan ook nu nog leemten. Deze leemten kunnen geeft, of uitvoert, te arresteren, of niet meer opgevuld worden, omdat de bij verzet op staande voet dood te schieten. Ik ben ervan overtuigd, dat met mannen, die dit zouden kunnen doen, zijn gedood. Maar het totaalbeeld van het gebeuren staat ons heden toch het ontdekken van deze kleine kliek wel klaar en duidelijk voor de geest. opperbevel der weermacht. Want zij voorzagen met recht, dat, als Hitier zou vallen, de S.S., de Gestapo enz. onder Himmler en Goering zou proberen, de macht aan zich te trekken. Intussen was het de samenzweerders gelukt, contacten te leggen en medestanders geplaatst te krijgen op zeer be langrijke posten. Zij moesten daarbij vaak vele tegenslagen overwinnen, want telkens werden plotseling belangrijke medewerkers naar een ander Ie'geronderdeel overgeplaatst. En alles moest in diep geheim gebeuren. Toch zijn zij erin geslaagd, want het ls de Gestapo en de Sicherheitsdienst niet gelukt, de samenzwering voortijdig te ontdekken. Hoe men nu ook verder over deze militairen oordelen wil democraten waren het niet hun pogingen, om onder voor hen levensgevaarlijke omstandigheden Hitier te doden en aan de oorlog een eind te maken, moeten we bewonderen. Zij waren bereid, hun leven voor dit doel te geven en de meesten van de samenzweerders hebben dan ook hun leven aan de galg beëindigd. Eind 1943 was het zover, dat de samenzweerders een stevige basis in de weermacht hadden gelegd. Zij hadden zich weten in te dringen in het opperbevel van het reserve- leger (Heimatheer) waardoor zij eventueel legeronderdelen konden bevelen. Dit opperbevel zetelde in Berlijn in het Ministerie van Oorlog, Bendlerstraat 14. Opperbevelhebber was generaal-Oberst Fromm. In dit gebouw was ook het bureau van de militaire spionnage, onder opperbevel van admiraal Canaris, gevestigd. OM DE VOLGENDE GEBEURTENISSEN in hun samenhang te kunnen volgen, is het noodzake lijk in het kort aan te geven wie deze samen zweerders en wat hun plannen en maatregelen waren. Tot de samenzweerders behoorden generaals en andere hoge officieren, politici en mannen uit handel en industrie. Deze meenden, dat het tijd werd aan het Hitier- regiem een eind te maken, omdat Hitier klaarblij kelijk Duitsland naar de afgrond voerde. Men was het er onder elkaar over eens, dat er een geheime regering gevormd moest •worden, die op het mo ment, dat de militaire ineenstorting een feit was, gereed moest staan. Het moest echter een regering zijn, die voor Amerika en Engeland aanvaardbaar was en die bestaan zou uit representanten der ho gere kringen. Onder de samenzweerders bestond echter geen overeen stemming over de vraag, op welke wijze Hitier uitgescha keld moest worden; de opvatting Hitler te doden, was niet algemeen. Oppositionele personen en groepen tegen Hitier en zijn regiem bestonden er reeds vöör de oorlog 1939-1945. Maar in de oorlog en vooral na de nederlaag van het 6e leger bij Stalingrad in begin 1943, nam hun aantal sterk toe. Met instemming van admiraal Wilhelm Canaris, hoofd van de militaire spionnage, maar vooral door diens staf chef, generaal-majoor Hans von Oster, kwamen min of meer vaste verbindingen tussen bovengenoemde groepen tot stand. Gezien de ontzaglijke terreur, uitgeoefend door de S.S., de Gestapo, de S.D. en andere organen, getuigde dit van grote moed en vastberadenheid. Langzamerhand groeide de samenzwering uit over geheel Duitsland en de door de Duitse legers bezette gebieden. Overal waren mannen, vaak op zeer belangrijke posten, in het leger, bij het burgerlijk bestuur, in handel en industrie bereid, de samenzwering te doen gelukken. Naast deze sa menzwering waren ook kerkelijke, monarchistische, socia listische en communistische groepen actief, die wij echter verder buiten bespreking zullen laten. Nadat de samenzweerders hadden begrepen, dat Hitier alleen onschadelijk gemaakt kon worden door hem te doden ?telden zij een concreet plan op. Dit plan bevatte ongeveer het volgende: Direct na de aanslag op Hitier zou als voorlopig staats hoofd f reden de door Hitier ontslagen Generaal-Oberst Ludwig Beek, een man, die zowel in het leger als daar buiten groot aanzien genoot. Het opperbevel zou in handen komen van de ook door iitler buiten dienst gestelde veldmaarschalk Erwin von fritzleben. Er zou een tijdelijke militaire dictatuur komen, waarna de nieuw gevormde regering, met dr. Carl Friedrich Goerdeler als rijkskanselier, het staatsbestuur zou over nemen. Behalve dr. Goerdeler waren ook andere ministers aangewezen, waaronder twee of drie sociaal-democraten. Communisten zouden van deze regering geen deel uit maken. Deze uit het verzet voortgekomen regering zou dan zo spoedig mogelijk contact moeten opnemen met de rege ringen van Amerika en Engeland. Volgens de plannen was dus aan de militairen de taak toegevallen Hitier te doden, het opperbevel der weermacht in handen te krijgen en tijdelijk een militaire dictatuur in te stellen. De meesten der betrokken militairen waren steeds tegen- Het was deze Canaris, die het de samenzweerders mo gelijk had gemaakt, in het reserveleger een stevige positie in te nemen. Men had Canaris weten te bewegen, Hitier voor te stellen, dat, nu de Russische legers Duitslands grenzen naderden en de invasie der geallieerden voor de deur stond, met de mogelijkheid rekening moest worden gehouden, dat de miljoenen krijgsgevangenen en buiten landse arbeidskrachten onlusten zouden verwekken. Om deze onlusten direct de kop te kunnen indrukken, was het noodzakelijk, 'zo betoogde Canaris, dat de opperbevelhebber van het reserveleger de bevoegdheid kreeg, zelfstandig en onmiddellijk te kunnen ingrijpen. Hitier stemde toe. Hitier deelde aan alle generaals mede, dat de opperbevelhebber van het reserve leger de bevoegdheid had gekregen, hen ingeval van onlusten, zelfstandig te bevelen en dat zij de orders van Fromm hadden op te volgen. Deze bevelen hielden o.a. in, dat zodra Fromm het code-woord „Walküre" uitzond, de generaals de noodtoestand moesten afkondigen, de openbare gebouwen bezetten enz. Maar het uitvaardigen van dit bevel kwam alleen generaal Fromm en niemand anders toe. Fromm had daarmede een buitengewone positie verworven, die door de samenzweerders uitgebuit zou wor den. Weliswaar behoorde Fromm niet tot de samenzweer ders, maar er waren redenen, om aan te nemen, dat hij, ingeval van Hitiers dood, wel zou meewerken. Zijn naaste medewerkers, generaal Olbricht, kolonel Von Stauffenberg en anderen, die wel tot de samenzweerders behoorden, waren bovendien vast besloten, eventueel zonder Fromms medeweten het „Walküre"-bevel te doen uitgaan. Zonder dat Fromm er iets van merkte, hadden de conspiranten zich al van zijn apparaat meester gemaakt. De samenzweerders waren er zich van bewust, dat het de omgeving vormden zjj toch een sterke macht. De samen zweerders rekenden er op, dat deze troepen hun bevelen zouden opvolgen, mede omdat generaal Von Hase, de stads- commandant van Berlijn, tot de Ingewijden behoorde. Deze troepen waren onmisbaar, want zij moesten de S.S.- troepen, die in Berlijn lagen, ontwapenen, de binnenstad van Berlijn, waarin de belangrijkste ministeries lagen, af sluiten en beschermen en vooral ook moesten zij de Deutschlandsender, het radio-station, bezetten. Het in bezit hebben van de Deutschlandsender was van enorme beteke nis, want daardoor zou generaal Beek, het voorlopige staats hoofd, zich direct tot volk en weermacht kunnen richten. Ook in Brussel, Keulen, München, Praag, Parijs en diverse belangrijke steden had men medewerkers en ook daar wa ren ongeveer dezelfde maatregelen getroffen. Tot de belangrijkste figuren in de Bendlerstraat behoorde kolonel Claus Graf Schenk von Stauffenberg, stafchef van Fromm. Hij was op 15 november 1907 in Zwaben geboren, als telg van een oud Zwabisch adellijk geslacht en beleed de Booms-katholieke godsdienst. Als officier (ritmeester) had hij de veldtochten in 1940 tegen Frankrijk en in 1941 tegen Rusland meegemaakt. Begin 1943 naar Afrika (de 10e pantserdivisie) overge plaatst, werd hij in april bij een vijandelijke vliegtuig- aanval zwaar gewond. Toen hij in augustus het hospitaal van München verliet, miste hij zijn linkeroog, zijn rechter hand en tweevingers van de linker. Zijn gewonde benen waren geheel hersteld. In oktober werd hij in Berlijn onder commando van de generaals Fromm en Olbricht geplaatst. Von Stauffenberg was er reeds lang van overtuigd, dat de oorlog voor Duitsland verloren was en dat voortzetting van de oorlog dus misdaad was. Maar tevens stond voor hem vast, dat Hitier nooit zou capituleren. Deze zou met opoffering van de laatste man standhouden. Daarom zag Von Stauffenberg als enige mogelijkheid, om tot vrede te komen, Hitier te doden. standers van Hitier geweest of het tijdens de oorlog ge worden. Velen van hen hadden in het keizerlijk leger ge diend en waren dus doortrokken van de monarchistische tradities. Zij konden het maar niet verkroppen, dat aan het hoofd van de staat een man uit het gewone volk stond en dat het opperbevel der weermacht berustte in handen van iemand, die het in de oorlog 1914-1918 slechts tot kor poraal had gebracht. Zij konden in Hitier geen militaire autoriteit zien. Aan te nemen is, dat er onder de samen zweerders mannen waren, die hunkerden naar de terugkeer van het. keizerrijk, met de voormalige kroonprins, Wilhelm von Hohenzollem, of diens zoon Louis Ferdinand op de troon. Maar wat een ieder van hen afzonderlijk dacht of hoopte, allen waren het erover eens, dat Hitier Duitslands ondergang betekende. van het allergrootste gewicht was, Berlijn in handen te hebben. Berlijn was immers het centrum van Duitsland, waar vele draden samen liepen. In Berlijn lagen niet veel troepen van de weermacht, maar samen met troepen uit Von Stauffenberg had overal contacten gelegd, tot in Hitiers hoofdkwartier toe. Hij had goeddoordachte plannen ontworpen en uitgebreide maatregelen genomen. Tal van door hem ontworpen bevelen lagen klaar. Daar was het bevel van de nieuwe opperbevelhebber, veldmaarschalk Von Witzleben, dat hij- het opperbevel der weermacht op zich had genomen. Verder lag daar het bevel, ondertekend door Fromm maar buiten diens medeweten dat, zodra het codewoord „Walküre" was uitgegaan, alle commandan ten niet alleen de noodtoestand moesten afkondigen en de openbare gebouwen bezetten, maar tevens en vooral, alle ministers, partijleiders, S.S.- en Gestapo-officieren moesten worden gearresteerd. Ook lag gereed de oproep, die Beek aan volk en weermacht zou richten. Verder lagen er bij zondere bevelen voor de in Berlijn en de in de omgeving van Berlijn gelegerde troepen. Al deze plannen en bevelen lagen veilig bij ge neraal Olbricht opgeborgen. Men hoefde ze slechts te voorschijn te halen, naar de eigen in het gebouw aan de Bendlerstraat gevestigde telex- en tele fooncentrale te brengen en binnen een uur waren alle commandanten, maar vooral de ingewijden ge- instrueerd. Zoals men ziet, was een en ander met Duitse grondigheid voorbereid. Maar met de mogelijkheid dat de opstand zou mislukken, had men geen reke ning gehouden. Met het bovenstaande is enig inzicht gegeven in de plannen der samenzweerders en de dooi hen genomen maatregelen. Gelijk de burger-samenzweerders, zagen ook zij in Beek en Witzleben hun leiders. Naast deze waren de generaals Hans Oster, Henning von Tresckow, Olbricht en vele an deren actief in de samenzwering betrokken. Zij hoopten, na Hitier uit de weg te hebben geruimd, Amerika en En geland tot een wapenstilstand te kunnen bewegen, zodat de ondraaglijke bombardementen op Duitsland zouden op houden, waarna de Duitse legers in het oosten de storm loop der Russen tot stilstand zouden moeten brengen, waar door Duitsland van een Russische bezetting verschoond zou blijven. De generaals begrepen ook, dat, wilden zij in hun opzet slagen, het niet voldoende was, Hitier te doden, maar tevens, dat het absoluut nodig was, de regeringsmacht in handen te krijgen en te behouden, in het bijzonder het Een beeld van het werk aan de ver- blndlngssluls tussen de beide afdelin gen van de Flevopolder. Deze sluis zal de enige zijn in de gehele polder. ff De Hervormde vrouwenvereniging te Zonnemaire is een dagje uit ge weest. Doel van deze reis: de bedriegertjes in Rozendaal. De wijkge- meente Kruiskamp te Amersfoort toog naar Bergen aan Zee. De man nen- en vrouwenvereniging Tabitha te Schipluiden toerde Zuid-Beve land en Walcheren rond. De wijkvereniging Delfshaven-centrum reis de naar Alkmaar. De wijkgemeente Kapel te Apeldoorn trok naar Sil- volde. De vrouwen- en mannenvereniging te Niehove buste naar Den Helder- Deze lijst kan nog met een paar hon derd soortgelijke vermeldingen worden voortgezet. Men hoeft in deze tijd de (hervormde) kerkbodes maar door te bladeren om dozijnen van dergelijke mededelingen te vinden. Soms zou je zeggen, dat er zelfs in de kerk niets nieuws is onder de zon. In de kerkbodes van eind september komen steevast klachten over het slech te catechlsatlebezoek. In oktober wordt men doodgegooid met bedelpartijen voor de kerstfeestviering van de zon dagsschool, want daar moet je vroeg bij zijn. In november is er een bazar, In december wordt iedereen uitgenodigd de kerstwijding bij te wonen (kopje mee brengen). In januari beginnen deklaag zangen weer over Het teruggelopen kerkbezoek na de hausse van kerstmis. In februari krijgen de catechisanten we derom een injectie tot naarstig bijwonen van het onderricht der kerk. In maart schrijven alle dominees, dat ze na pa sen een paar daagjes uitblazen zullen, waarhij ze tevens de domineesvergade ringen Runnen aandoen. In april wordt meegedeeld, dat 4-het bezoek aan deze jaarvergadering en aan gene wijkavond bedroevend was, maar ja, het verga derseizoen loopt alweer op zijn eindje. In mei wijzen alle dominees op het nuttige van de hemelvaartsdagviering, maar laten alle gemeenteleden de domi nees op die dag tóch in de steek. Maar dan komen juni en juli. De klachten raken op de achtergrond, want de catechisaties staan stil, ver gaderingen worden niet gehouden en het kerkbezoek ls in het zomerseizoen „uiteraard" wat aan de slappe kant. Nee, nou gaat de klaagzang veranderen in een blijde rei. De blijde rel in mo derne zin opgevat, namelijk in een autobus vol blijden mensen. Want de kerkbodes lopen over van feestelijke uitgaansberichten. De kerk gaat naar de bedriegertjes, de kerk is aanwezig op de kaasmarkt te Alk maar, de kerk zit in de speeltuin bij de Julianatoren, de kerk verliest Schip hol en dezselfs restaurant niet uit het oog, de kerk wandelt door het roomse Volendam, de kerk rijdt door de Vel- ser tunnel heen. Op de Domtoren, in Madurodam, in de Efteling, in Oud-Valkeveen, in de rondvaartboten op het IJ, aan het strand van Camperduin, in het oorlogs museum te Overloon, in bad Boekelo en aan de Loosdrechtse plassen over al klinkt onafgebroken het refrein: Wij vonden daar de kérk! De vraag rijst, waarom de generale synocte van de Hervormde Kerk zich nimmer met het kerkelijk gereis en getrek in touringcars heeft bezig ge houden. Want dit is een typisch her vormde aangelegenheid. In de Gerefor meerde Kerken heeft men de mogelijk heid ervan nog niet doorzien. Over een paar jaar beginnen door óók de wijk- uitstapjes met de dominee achter de busmicrofoon en de domineesvrouw ge zellig op de achterste bank meehobbe- lend met eenvoudige vrouwtjes. Weer êen paar jaar verder en de nog méér naar rechts gelegen kerken der gereformeerde gezindten beginnen zoetjesaan over een dagje-uit te den ken. Maar links dan? Zijn daar geen uit gaande gelovigen? Eerlijk gezegd: niet veel. Dat blijft zo'n beetje beperkt tot en doopsgezinde zusterkring eu een protestantenafdelinkje in de diaspora. Want zodra je aan de vrijzinnige vrou wenvereniging komt, raak je de Her vormde Kerk weer. De lutheranen dan? Ja, die' hebben wel intercommunie met de hervorm den, en dit is In zoverre gerealiseerd op uitgaansgebied, dat ergens een lu thers echtpaar, waarvan de vrouw lid was van „Catharina van Bora" en de man van de bond „Maarten Luther" mee mochten in een hervormde auto bus, als ze maar betaalden natuurlek. Ze hebben heerlijk Intercommunaal gereisd en zagen nog kans om de hele bus een paar verantwoorde verzen uit het nieuwe lutherse gezangboek te la ten zingen, waarbij de vrije evangeli sche chauffeur (de bus stond toch stil) op de blokfluit voor de begeleiding zorgde. Zie je, dat is oecumene in de kerkelijke touringcarpraktijk. Zoiets gebeurt dan toch maar in dit landje met zijn honderdduizend kerkjes Jazeker, het „dagje uit" Is een ka rakteristiek hervormde zaak. Het wordt tijd dat de synode daarvoor een „Raad voor Kerk en Uitgaansdagjes" formeert. Wij geloven dat deze raad bergen werk zou kunnen verzetten. Vooral hierom: de uitgaande wijkge- meenten, vrouwenverenigingen, man- nenkringen e.d. bedoelen iets wat de synode óók bedoelt. Gezamenlijk be doelt men: wij willen elkaar vasthou den! Elkaar vasthouden. Dat is het her vormde parool van het concrete ogen blik. Domine Krop zegt het. Professor Van Niftrik beweert het. Dominee Landsman schrijft het. Professor Ban ning roept het uit. Dominee Klaarha mer brengt het in praktijk. Doctor Berkhof leert het zjjn seminaristen. Elkaar vasthouden! Elkaar vasthou den! Als alle grond onder je voeten wegzakt, ais de lucht boven je drei gend wordt: elkaar vasthouden! En nu alle gemeesmuil aan de kant: die üitgaansdaagjes zijn toch zo gek niet. O ja, er zal wel eens om gela chen worden. Misschien door hen, die te lui zijn om er óók een te organise ren, of die geen kans meer zien om een bus vol te krijgen. Nee, Iaat de Raad voor Kerk en Uit gaansdagjes wegblijven. We hebben nu de kerkdagen prachtig in schema. We hebben het reizen in hervormd ver band. Laten de touringcarfestijnen on. gemoeid mogen blijven. De gerefor meerde hondsvrouwen uit Amerfooi't mogen onbekommerd pootjebaden te Bergen aan Zee, waar de gemeente vrijzinnig is. En omgekeerd mag de vrijzinngie vereniging uit Poortugaal gerust eens rondkijken in het psalm zingend Veenendaal. Op zo'n tocht moet er niet te veel gemediteerd worden over het ruime hemelrond. Laat de bus maar schallen van de lach en laat de uitgaande dorpsgemeente liever de winkelstraten dan een kille kathedraal bezoeken. Er is één bezwaar, namelijk dat het kerkelijk uitgaansdagje teveel 't beeld van de kerkgaande gemeente toont: een oudere generatie. De jeugd is er niet bij. Zij vindt zo'n evenement „waardeloos". Doch dat hoeft geen re den te zjjn om de touringcars leeg te laten. Broeders en zusters: ga een dagje (kerkelijk) uit!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 8