BLUF EN VREES
RUMOER IN HET NABIJE OOSTEN
SCHERTSOORLOG OM DE POLITIEKE MACHT INDE
In Beiroet wordt gezeild,
maar ook geschoten
WRANG
GEBARRICADEERD
OPERETTE
TELEFOON
MADAME
JOUMBLATT
Zaterdag 19 juli 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
PAGINA 3
PIET WAS een casueel samentreffen,
dat wij op de beide vorige zaterdagen
schreven over de ontwapening en dat
wjj in de afgelopen week werden ge
confronteerd met de praktijk van de
betekenis van de bewapening ener
zijds en op de gevaren daarvan an
derzijds
Die gevaren zou men reeds kunnen
zien in de rebellie in de staat Libanon,
ook al kan men die, als een onzer me
dewerkers in dit nummer, zien als een
„schertsoorlog", zowel als in de bloe
dige revolutie, ingezet door militairen,
in Irak.
Maar juist als men deze feiten in
het oog houdt, kan men direct al zeg
gen: hoe zou het geweest zijn, als er
geen wapenen in het land waren ter
beschikking van de regering. In het
ene land ziet men dan, dat de rebel
len zonder meer de wet zouden heb
ben verzet, in het andere, dat daar
juist de wapenen, die de regering aan
haar leger in handen heeft gegeven, te
gen haar gekeerd werden.
Maar dit laatste is een zuiver geval
van revolutie en kan dus niet aan de
gewone normen gemeten worden.
Doch ieder begrijpt, dat we bij het
wapengebruik meer denken aan de
landing van Amerikaanse troepen in
Libanon en van Engelse in Jordanië,
in beide gevallen op verzoek van de
regeringen.
Wat gaf daartoe aanleiding?
HET IS BEKEND, dat Rusland, in
zijn pogingen, om de positie van het
Westen te ondermijnen, een oog heeft
geslagen op het Midden-Oosten, waar
de voor het Westen zo belangrijke olie
voorraden vandaan komen. Het ziet
zijn kans in het meer-en-meer ontwa
kend en door Rusland ook aangemoe
digd nationalisme zowel als in de begin
nende ontwaking van de grote massa's,
in die Midden-Oosterse landen, die
eeuwenlang in een toestand van slaaf
se onderdrukking zowel als afgrijse
lijke armoede zijn verpauperd.
Aan die landen, die zich totdusver
vergenoegden met een van het Westen
afhankelijk bestaan, heeft Rusland
wapens in handen gegeven. Die wa
pens gaven ze de gelegenheid, om hun
nationale aspiraties te gaan uitleven
en naar groter zelfstandigheid te stre
ven. Maar daaraan was ook inherent
een streven naar onderlinge machts
strijd. Wie zou het machtigst zijn van
de Arabische volken? Welke natie zou
de leiding hebben? Het was al spoedig
duidelijk, dat dit het land met de bru
taalste regering zou kunnen zijn. Wie
schermde met grote woorden en zwaai
de met de van Rusland verkregen wa
pens, wie daarbij dreigde met Russi
sche hulp op de achtergrond en wie
daardoor zelfs grote mogendheden af
schrikte, maakte op de eenvoudige
massa's zowel als op de naar roem ha
kende officieren, die deze landen sinds
de bewapening in groter aantal dan
tevoren kennen, grote indruk. Steeds
groter moest het gebied worden, dat in
deze sfeer leefde. De landen, die hun
ontwikkeling zochten langs de wegen,
die ze totnogtoe bewandeld hadden,
moesten ook in hun kamp gebracht
worden. Daarom werden ook die lan
den onder bedreiging gebracht. En op
allerlei wijze werd gepoogd, het ge
zag, dat toch in handen van eigen re
geringen lag, te ondermijnen.
DAT DEZE VOLKEN op deze wijze,
met een schijn van streven naar onaf
hankelijkheid, in wezen werden tot
pionnen op het wereldschaakbord, in
handen van Russische grootmeesters
in ondermijnende arbeid en overheer
sing van volken, willen noch kunnen
deze volke en hun leiders op dit pad
zien.
Het Westen ziet dat gevaar wel, om
dat het een gevaar is ook voor het
Westen zelf. Want Rusland wil, door
zijn ondermijning van het Westen,
streven naar de wereldheerschappij.
EN DAN KOMT de andere zijde van
de bewapening naar voren.
Moet het Westen zichzelf altijd maar
weer door brutalisering laten terug
drijven en moet het blijven toezien,
als landen, die totnogtoe met het Wes
ten verbonden zijn, door vreesaanja-
ging, ondermijnende arbeid en drei
ging met wapenen, daarvan worden
losgemaakt en daardoor in wezen in
de Russische invloedssfeer worden ge
bracht?
Of moet het door krachtsvertoon
pogen, de ontwikkeling tot normale
lijnen en proporties terug te brengen,
waarbij het Westen gelijke kansen
houdt met zijn democratie-in-vrijheid
tegenover de democratie-in-dictatuur
van de communistische heersers?
Dit krachtsvertoon kan niet anders
toegepast worden dan door een ten
toonspreiding van bewapening.
MEN ZOU OOK kunnen zeggen
en wij bedoelen dit met de ernst, die
deze zaken in wezen vragen: tegenover
de bluf, met Russische achtergrond,
moet bluf staan van Westerse zijde,
maar dan bluf, die laat zien, dat men
over de wapenen beschikt, waardoor
ongerechtvaardigd optreden kan wor
den weerstaan.
Is dus de bluf één der wapenen, die
thans gebruikt worden, daarnaast is er
een ander, tegengesteld middel, dat
men gebruikt. De bluf bedoelt in we
zen niet anders, dan de ander af te
schrikken, dan de vrees op te roepen.
Vrees heeft een verlammende uit
werking. En één der middelen, die
Rusland in zijn spel, om de wereld
heerschappij te bereiken, graag ge
bruikt, is de vreesaanjaging, de drei
ging.
Nu is de moeilijke keus, waarvoor
de Westerse mogendheden staan: moe
ten wij bluf (en in hoeverre is het
bluf, of is de op de achtergrond
Russische dreiging werkelijk ge
meend) met bluf beantwoorden, of
moeten we ons door vrees (die terecht
een slechte raadgeefster wordt ge
noemd, omdat men nu eenmaal wel
eens iets gewaagds moet ondernemen,
om groter gevaar te weren) laten lei
den en ons telkens meer terug laten
drijven. Want ieder begrijpt, dat, als
de bluf, de dreiging, de vreesaanja
ging resultaat heeft, deze methode
over steeds groter terrein wordt toe
gepast, totdat de omvang ervan en
daardoor het machtesoverwicht aan
Russische zijde groot genoeg is, om een
laatste slag toe te brengen.
HET IS BIJNA ONMOGELIJK, hier
over het juiste woord te zeggen.
Wij kunnen niet anders doen, dan God
bidden, of Hij de leiders der volken de
wijsheid wil geven, om de grens van
hun optreden zo te bepalen, dat grote
(Van onze reizende verslaggever Link van Bruggen)
BEIROET, juli
BEIROET: parel aan de Middellandse Zee feest van kleuren in
die 's zomers zo kleurloze Arabische wereld. De Viscount, waarin ik
zat, cirkelde boven de tegen de bergen aangebouwde stad, onmiddellijk
nadat hij de maanverlichte kustlijn was gepasseerd. De Rue Kantari
en de Avenue Clémenceau straalden me, als vroeger, toen ik Beiroet
ook eens aandeed, vriendelijk tegemoet. Ze waren als lange linten pin
kelende lichtjes, onderbroken door rozetten van groene, blauwe en
rode neonbuizen.
Was dit een stad van rebellie? Vielen daar dagelijks doden? Kon
men hier niet veilig door de straten gaan?
Het vliegveld zag men het in ieder geval niet aan, behalve als men
op de groepjes met karabijnen gewapende militairen lette. De ge
bouwen baadden in een zee van licht, de kruiers met hun blauwe
overalls en rode petten renden belust op dollarfooien, heen en weer,
terwijl achter de balie's besnorde Libanezen met donkere brillen zaten,
die alle tijd namen om passen, visa en andere bescheiden te bekijken.
Buiten gekomen, stond ik echter met
een In die vijandige wereld van geladen
stilte en loerende tanks. De taxi's, die
anders ki bonte mengeling bij de uit
gang geparkeerd stonden, waren met
hun roemoerige chauffeurs, verdwenen.
Met bagage en al werd ik naar een
prikkeldraadversperring geëscorteerd en
daar in een autobus gezet, die zeker
een half uur bleef wachten.
Spoedig begreep ik het: er was een
avondklok ingesteld. En de misschien
dertig passagiers van het laatste vlieg
tuig, dat die avond in Beiroet landde,
moesten in een konvooi van voertuigen
naar hun hotels worden gebracht, die
kris en kras over de stad verspreid la
gen.
De lampen werden uitgedraaid en
onder de sinistere dreiging van machi
negeweren, die, in aanslag, uit twee-
begeleidende jeeps staken, ging het op
weg. Hoewel er verseheidenen in de bus
zaten, die in een plotseling salvo uit
het wegglijdende heuvelland geloofden,
werden er macabere grapjes gemaakt,
die allerwegen weerklank vonden.
Tientallen wegversperringen moesten
we door, de ene keer bestaande uit hoge
prikkeldraadruiters, de andere keer uit
grillig opgehoopte wallen van keien.
Soldaten, het geweer of de sten-gun
onder de arm, liepen overal als ganzen
achter elkaar en een monster van een
tank hield zijn kanon naar de bergen,
de Choefs, gericht, waar kennelijk een
groep rebellen zat.
Van Bristol reed de bus naar Com
modore, van Commodore naar Piazza,
van Piazza naar Excelsior ete. Zo nu en
dan hield de chauffeur stil, om een op
wacht staande militair gelegenheid te
geven zijn papieren te controleren. Een
enkele maal werd ook naar de passen
van de inzittenden gevraagd, of naar
de hoog opgestapelde koffers gekeken.
Ik was de laatste, die werd wegge
bracht, omdat mijn hotel: Saint-Geor
ges, zich aan het eind van de route
bevond. En toen ik, naast de chauffeur
gezeten, met hem een gesprek over de
toestand begon, was dit gevat in een
menigte van wrange opmerkingen.
„Belachelijk, deze controle", zei hij.
„Er is hier 's avonds nog nooit iets
gebeurd, dat beetje schieten en die
paar explosies daargelatenDe re
bellen richten hun geweren niet op
buitenlanders.... Ze zouden niet goed
in 't hoofd jnals ze dit deden, want
als er Iets niet wordt gewild, dan is
dat interventie van vreemde mogend
heden.... Trouwens, ze schieten nau
welijks op de Libanezen.... Alleen als
ze worden aangevallen verdedigen ze
zich....
„Pioei...." floot een kogel en nog
een: „Pioei..,.".
„Die raken ons niet", verklaarde de
man laconiek. „We zitten namelijk in
de benedenstad en de rebellen zitten
boven....".
gevaren voor de wereld èn nu èn in de
toekomst worden voorkomen.
De wapens hebben nu alleen nog op
beperkt terrein gesproken. Maar als de
wapens der grote mogendheden gaan
spreken, dan is de ramp niet te over
zien.
En anderzijds, als men de wapens
niet heeft en niet toont en zich steeds
laat terugdringen, komt de ramp ook.
Onafwendbaar.
Op de wegen rond Beiroet
staan sinister uitziende ge-
i vechtswagens opgesteld, die
het binnendringen van de re-
bellen in de stad moeten ver-
hinderen.
„Wie steun je?" vroeg ik. Cham oen
of Salam en Joemblatt?...."
„Chamoen deugd: niet", zei hij ont
wakend. „Ze zeggen, dat Joemblatt
een „very goed fellow Is
„Moet je niet meevechten?" viste
ik verder.
De chauffeur keek me aan, alsof ik
hem beledigd had.
„Ik.... Vechten!" riep hij uit „Waar
om?.... Ik ben getrouwd.... Laat de
vrijgezellen hun leven maar wagen".
Op de Rue Ahmed Chawki stopte de
man, vlak voor de hoofdingang van
Saint-Georges, waarvan alle deuren en
hekken gesloten waren. Een gele letter-
reclame op de gevel flitse aan en uit.
Op de terrassen, die boven de bran
ding van de Middellandse Zee waren
gebouwd, hadden enkele late hotelgas
ten verkoeling gezocht bij „whisky on
the racks" en „campari soda".
De golven klotsten gezellig tegen de
rotsblokken aan, waarop het blokken-
doos-achtige hotel was neergezet. En
uit de bar klonk het zacht gemurmel
van stemmen, dat slechts vervaagde,
als verre geweerschoten de stilte van
de avond verscheurden. Niemand leek
zich er echter aan te storen. Men praat
te over heel andere dingen dan het
steeds aanwezige gevaar van hullende
kogels en neerkletterende granaatsplin
ters.
„Dat hoor Ik nu al sinds mei", zei
een Engelsman, die altijd In het Nabije
Oosten verbleef, toen ik, enigszins ver
baasd, informeerde naar de rust, die er
heerste. „We laten onze whisky er niet
meer voor staan... Als je dezg stad
trouwens mogenochtend ziet, dan merk
je, behalve misschien aan de geluiden
van explosies en fluitend lood, beslist
niet, dat er zo nu en dan gevochten
wordt...".
De nacht viel in, een rustige, vredige
nacht, waarin alleen soms wat verre
knallen weerklonken.
Toen Ik de volgende morgen vroeg
uit liet raam van m'n hotelkamer keek,
lag er een ln het zonlicht badend Bei
roet aan m'n voeten met betoverende
kleurencontrasten. Azuurblauw was het
water, oranje-rood de aarde, terwijl
purperen stromen van bougainville over
witte tuinmuren naar beneden gleden.
Op het strand voor me doken een paar
vroegelingen het water in. Iets verder
op werd op een glanzende zeilboot een
rood zeil gehesen en weer iets verder
sloeg de motor van een snelboot ron
kend aan. Ik volgde het vaartuigje met
de ogen en zag, dat het zich ln de rich
ting van een steiger bewoog, waarop
twee gebruinde waterskiërs zaten. En
het duurde niet lang, of beide mannen
scheerden dartel over het water, dwars
tegen het hoog opgolvende kielzog op,
een lang, wit spoor van bruisend schuim
achter zich latend.
Ik Het me ln een taxi naar een vriend
rijden, die ik een jaar geleden voor 't
laatst had ontmoet. Hij houdt kantoor
aan de rand van de Basta: de wijk, die
door de rebellen in bezit is genomen
en met stenen, prikkeldraad en stellin
gen gebarricadeerd wordt gehouden.
M'n vriend zat er nog, net zoals vroe
ger, in hemdsmouwen achter z'n bureau,
En terwijl hij me, ook zoals vroeger,
een kopje Turkse koffie en een glas
water liet brengen, begon hij te ver
tellen:
„Een schertsoorlog!" riep hij uit. „Een
complete operette! Er zit meer vermaak
dan gevaar in, als je tenminste een
beetje op je tellen past... Die Chamoen
Is eigenlijk wel een dappere kerel
Hoewel het leger hem niet daadwerke
lijk steunt en hij ook wel in de gaten
gekregen heeft, dat hij niet op buiten
landse steun behoeft te rekenen, Houdt
hij halsstarrig aan z'n presldentsstoel
vast... Camille Nimr zijn z'n voorna
men... En Nimr betekent ln het Ara
bisch „Tijger"...".
En dan komt het verhaal van het
Ineenstorten van de handel, die Libanon
rijk heeft gemaakt als Croesus. Tien
tallen zaken, vooral die, welke zich ln
de rumoerige binnenstad bevinden, heb
ben hu deuren als sinds weken gesloten,
's Middags is er in Beiroet ook bijna
geen winkel open en de rolluiken zitten
dag en nacht voor de ramen.
„Een vreemde zaak hier", vervolgde
m'n vriend. „Eigenlijk een situatie, die
voortdurend op de lachspieren zou wér
ken, als er geen doden en gewonden
waren... Iedere politicus in Libanon, die
Iets betekent, houdt er een kleine of
grote lijfwacht op na, die hem als een
feodaal heer beschermt... Wapens zijn
hier altijd geweest en ledereen heeft ze
ook mogen dragen... Ik zou niet graag
een cent per kilo dynamiet betalen, dat
zich momenteel in Beiroet bevindt....
Een lulde knal weerklonk. De echo
sloeg door de binnenstad heen en op de
straat beneden me begonnen een paar
mensen weg te rennen. Maar waar de
explosie zich had voorgedaan, wist m'n
vriend niet en 't scheen hem ook nau
welijks te Interesseren.
„Dat gebeurt hier een paar keer per
dag", zei hij. „Veel schade is er meestal
niet, want het zijn meest dllettant's-
LIBANON
tisch gemaakte bommen...".
„Syrische infiltranten ?r.. Ik geloof
er niets van... Natuurlijk, er zullen
wel wat Syriërs zijn, die aan de kant
van de opstandige Libanezen mee
vechten en het „Deuxième Bureau" in
Damascus zal beslist hier en daar wel
stokenVergeet echter niet, dat
Syrië en Libanon tot het eind van
de Tweede Wereldoorlog toe één zjjn
geweest... Er hebben hier altijd zo'n
zestigduizend Syriërs gewoond en
duizenden van de anderhalf miljoen
Libanezen, vooral de in het bergland
wonende Drozen-stammen, hebben de
helft van hun familieleden aan de
overkant van de grens wonen...".
Opnieuw vloeien de verhalen uit z'n
mond, verhalen, die eerder een komi
sche dan een tragische Inslag hebben en
waarover men als buitenlander alleen
maar verbaasd kan glimlachten.
„Kijk", zei m'n vriend, „dit is een
opstand van politici, die stuk voor stuk
door hun aanhang gesteund worden...
Joumblatt bijvoorbeeld, de man, die de
rebellen in de bergen rond Beiroet
leidt, is een ex-Kamerlid... En Salam,
Ueinl en Jaffi, tegen wie een arrestatie
bevel is uitgevaardigd, zijn allen pre
mier gewest... Ze hebben er een hekel
aan, buiten de politiek te staan, omdat
politiek in Libanon macht, eer, roem
en vooral geld betekent.Ze hopen, dat
hun tijd weer spoedig zal aanbreken en
hebben de pro-Westerse houding van
Chamoen en de tegenwoordige regering
als aanleiding tot vervroeging aangevat
Terugkeer naar de neutraliteit van
vroeger, roepen ze, maar ln feite be
doelen ze: terugkeer naar onze vroege-
ze, zo aantrekkelijke posities in de po
litieke arena...".
M'n vriend kende twee Kamerleden
die ln grote huizen ln dezelfde straat
wonen, doch die het licht ln eikaars
ogen niet kunnen verdragen. Beiden
hebben een Ijjfwacht van zo'n twintig
dertig man en elke avond beginnen
deze mensen op elkaar te schieten.
Doden vallen er niet en er zijn zelfs
nooit gewonden. Gevels, torentjes en
ruiten gelden als mikpunten en als
het vuur zo hevig wordt, dat men
zich niet meer in de vensters kan
vertonen, wordt er alleen maar hl de
lucht geschoten
Uit de opmerkingen van m'n -vriend
blijkt ook, dat het leger de rebellie ge
makkelijk ln één dag de baas had kun
nen worden, maar dat dit uit politieke
overweging niet deed. De gemoederen
mochten eens te verhit raken en er
mochten eens te veel slachtoffers val
len. Het vreemde geval doet zich dan
ook voor, dat verschillende legereenhe
den de rebellen van voedsel en water
voorzien en dat men hier en daar zelfs
een bestandslijn aanhoudt.
Licht, gas en water zijn verder niet
afgesneden. Telefonisch houden de re
bellenleiders contact 'in ct elkaar en zo
nu en dan bellen ze ook deze of gene
minister op. De telefoon dient zelfs om
Terwijl in de binnenstad van
Beiroet voortdurend gevech-
ten woeden, wordt er aan de
i boulevards druk gezwommen
en gezeild. De foto laat de
jachthaven, het strand en de
zonnesteiger van hotel Saint-
Georges zien, waar Link van
1 Bruggen logeerde.
Een rebel op wacht bij een
paar huizen in de bergen. Met
zijn bandelier en zijn hoofd
doek ziet hij er als een mo
derne versie van een zeerover
uit.
de aanvallende partij te waarschuwen,
dat er wat minder geconcentreerd ge
schoten moet worden, of om de assisten
tie van ambulancewagens te vragen...
Nog vreemder werd 't voor mij, toen
Ik hoorde, dat de politieke coördinatie
van de rebellie bijna voor de deur van
Chamoen plaats vindt. De man, die haar
in handen heeft, ex-premier Hoessein
Ueindi, woont in een paleis van een
huls even bulten Beiroet en verzuimt
's middags nooit van zijn siësta te ge
nieten. Zijn boodschappers bewegen zich
in snelle Chryslers en Cadillacs op de
straat, doch niemand waagt het hen te
arresteren, bang voor repressallle-maat-
regelen, die hierdoor zeker wordén uit
gelokt
„Er zijn maar weinig Libanezen", zei
m'n vriend, „die in deze strijd verder
willen gaan dan „verantwoord" ls, om
dat ledereen weet, dat er ook nog een
compromis mogelijk moet zijn, zonder
dat één van belde partijen te veel ge
zicht verliest... Vandaar ook, dat het
als een ongeschreven wet geldt, dat zui
ver religieuze groeperingen niet aan de
strijd deelnemenDe mannen, die
schieten, behoren tot gemengde belan
gengroepen... Libanon is verloren, als
dit conflict tot een religieuze oorlog
uitgroeit, omdat het hele staatsbestel
op samenwerking tussen Christenen en
Mohammedanen rust...
't Vreemdst van alles voor mij was
ten slotte de houding van de P(artle)
P(opulaire) S(yrienne). Deze ballingen-
groep uit Syrië, die de Grote Syrië-
gedachte propageert (eenwording van
de landen, die zich tussen de Lybische
en Turkse grens bevinden, met uitzon
dering dan van Israël) houdt met een
goed georganiseerde strijdmacht het
vaandel van Chamoen hoog, die juist
beweert, door de Verenigde Arabische
Republiek te worden bedreigdDe
oorzaak hiervan ls, zo vertelde men mij',
dat de Groter Syrië-gedaehte van de
V.A.R. niet de zelfde is als die van de
P.P.S. Niet Egypte mag volgens de
ballingen ln de nieuw te scheppen staat
domineren, doch dit moet Syrië zrjn.
Vast besloten uit deze wirwar van
opmerkingen het politieke beeld van
Libanon te distilleren, verliet ik m'n
vriend. De straten van Beiroet waren
vol met luid remmende en ratelend op
trekkende auto's, die een oorverdovend
scala van claxontonen de lucht in stuur
den.
Op het terras van m'n hotel liet Ik
me even op een stoel neervallen om van
een glas citroensap te genieten.
„Telefoon voor Madame Joumblatt",
kraakte de luidspreker. „Madame Joum
blatt aan de telefoon alstublieft
Ik keek om me heen en zag een
knappe, donkere vrouw haastig naar de
lobby lopen.
Inderdaad, ze was het, ik kon het be
vestigd krijgen.
Terwijl haar man in de Choefs om
Beiroet de rebellen leidde, zat mevrouw
Joumblatt rustig op het terras van
Saint-Georges te zonnen. Ze deed het
openlijk en ongestoord en had niet een»
de moeite genomen, een srhuïln"'im te
bedenken
RETRANCHEMENT
Schoolreis. De oudste leerlingen
der o.l. school ondernamen een meer
daagse reis naar de provincie Utrecht.
Het was niet alleen een gezellig, doch
ook een leerzaam uitstapje; bezoeken
aan de Liga-fabriek te Roosendaal,
het sprookjespark „De Efteling" te
Kaatsheuvel, kasteel Zuilen, de Loos-
drechtse plassen, de studio van de N.
C.R.V., paleis Soestdijk en Soester-
berg, Biijdorp (Rotterdam) en Roo-
sendaalse rosarium.