STEMMEN ZIJ BAANDEN DE WEG Conferentie van Gereformeerden wil practischer gaan werken Geref. Sociologisch Instituut UIT DE KERKEN Hoe wordt besprokene verwezenlijkt DE EERSTE ZENDELING aaio TELEVISIE Stand Zeeuwse competitie waterpolo Belangrijke projecten gereed en in voorbereiding Boogschieten te W olphaartsdijk Wie geeft de toon aan Te vroeg wanhopen Tankschip botste op zee tegen vissersboot 60 JAAR GELEDEN ONTDEKTEN DE CURIE'S HET POLONIUM Het geestelijk gesprek Storm op het orgel Dinsdag 15 juli 1958 ZEEUWSCH DAGBLAD PAGINA 4 (Van één onzer verslaggevers) Ten besluite van de op Woudschoten gehouden conferentie van Gereformeer den heeft C. M. baronesse van Heemstra een samenvatting gegeven van wat in de verschillende discussiegroepen naar voren was gekomen. Het thema van deze drie daagse conferentie was: de verwachting van het koninkrijk Gods. De hoogleraren J. T. Bakker en W. F. de Gaay Fortman hadden elk een aspect biervan ingeleid. Over het algemeen zat men met de moeilijkheid: hoe brengen we nu in onze gemeenten de verwachting van het ko ninkrijk praetisch tot uitdrukking? Freu le Van Heemstra meende, dat veel ge meenteleden nauwelijks beseffen, welke gaven hun verleend zijn. Zij hebben het evangelie ontvangen, maar het komt in hun alledaagse bestaan niet tot leven. Vandaar dat menigeen gebukt gaat on der de omstandigheid, dat er een scherpe Grieks protest bij Groot-Brittannië De Griekse minister van buitenland se zaken, Averoff, heeft bij de Griek se zaakgelastigde in Athene, Lambert, krachtig geprotesteerd tegen de ge welddadige dood van Grieken op Cy prus. Vele jaren zien de Gereformeer de gemeenten al uit, naar iemand die zich aanbiedt om op een zen dingsterrein te gaan werken uit naam van deze kerkgemeenschap. Na een georganiseerd bestaan van meer dan een halve eeuw zijn de Gereformeerde Gemeenten name lijk nog niet toegekomen aan het vervullen van haar zendingsroe ping en zij betreuren dit. Thans is echter van de acht per sonen, die zich voor de predikants opleiding hebben gemeld (maar waarvan er vijf zijn afgewezen) één jongeman naar voren gekomen met verzoek om als zendeling opgeleid te mogen worden, de heer G. Kuijt te Katwijk aan Zee. „Met het toelaten van de heer Kuijt tot de Theologische School breekt er een nieuw tijdperk voor onze gemeenten aan", constateert De Saambinder. De onderling beheerde ziekenfondsen zijn van plan een polio-risicofonds te sluiten. In Woubrugge is, vermoedelijk door kortsluiting de boerderij van de heer D. Kwakernaad afgebrand. WOENSDAG 16 JULI 1958 HILVERSUM I (402 m.). VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.23 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.50 V. d. kind. 9.05 Gym v. d. vrouw. 9.15 Gram. (9.359.40 Water- st.). VPRO: 10.00 Boekbespr. 10.05 Mor- fenwijding. VARA: 10.20 V. d. vrouw. 1.00 Gram. 12.00 Dansmuz. 12.30 Land en tuinb.meded. 12.33 V. h. platteland. 12.38 Pianoduo. 13.00 Nws. 13.15 Amus. muz. 13.45 De vermetele ontdekkings reizen naar het Noordpool- en het Zuid poolgebied, caus. 14.00 Gram. 14.45 V. d. jeugd. 16.00 Volksliedjes en -dansen. (Tussen 15.00 en 17.00 Rep. Tour de France). 16.15 V. d. zieken. 17.00 Vakan- tietips. 17.50 Regeringsuitz.: Emigratie praatje van H. A. van Luyk. 18.00 Nws. en comm. 18.20 Rep. Tour de France. 18.30 R.V.U.: Het Vrijheidsideaal in de letterkunde, door Dr. A. Saalborn. Derde lezing: De moderne vrijheids-gedachte: De Vier Doden van A. H. Nijhoff; De Vliegen (Les mouches) van Sartre; De Pest van Camus. 19.00 V. d. jeugd. 19.10 Joods progr. VPRO: 19.30 V. d. jeugd. VARA: 20.00. Nws. 20.05 Tussen de regels door, caus. 20.15 Amus. muz. 20.30 Buren, hoorsp. 21.40 Rep. Tour de France. 21.50 Marinnierskapel. 22.15 Marimba. 22.50 Medische kron. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.30 Hanmmondorgelspel. 23.5024.00 Socialistisch nws. in Esperanto. HILVERSUM II (298 m.). NCRV; 7.00 Nws. 7.10 Gewijde muz. 7.50 Een woord voor de dag. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.30 Lichte muz. 9.00 V. d. zieken. 9.30 Ver nuft en techniek. 9.35 Gram. 10.00 Idem. 10.30 Morgendienst. 11.00 Radio Filharm. ork. 12.00 Bariton en piano. 12.30 Land en tuinb.meded. 12.33 Nieuwe muz. 12.53 Gram. of act. 13.00 Nws. 13.15 Met PIT op pad. 13.20 Metropole-ork. en klein koor. 14.00 L'Arlesiana, opera gr.)) 15.40 Lichte muz. 16.00 V. d. jeugd. 17.20 In- terscholair jeugdtournooi. 17.40 Beurs- ber. 17.45 Gram. 18.00 Leger des Heils- kwartier. 18.15 Spectrum v. h. Chr. orga nisatie- en verenigingsleven. 18.30 Ka merkoor. 18.45 Gram. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Gram. 19.30 Buiten1. over zicht. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Holland-Festival: Radio Filharm. ork. en solist. 21.20 Gram. 21.25 Muz, luister wedstrijd. 21.50 Gram. 22.00 Hugo de Groot en de contra-remonstranten, caus. 22.15 Vocaal kwartet en clavecimbel. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. en SOS-ber. 23.15—24.00 Gram. BRUSSEL (324 m.): 12.00 Gram. 12.30 Weerber. 12.34 Gram. 12.55 Koersen.13.00 Nws. 13.11 Gram. 13.30 Clavecimbelreci- tal. 15.00 Omr.ork. 15.50 Gram. 16.00 Koersen. 16.02 Gram. 17.00 Nws. 17.10 Zang en piano. 17.50 Boekbespr. 18.00 Gram. 18.10 Lekenmoraal en filosofie. 18.30 V. d. sold. 19.00 Nws. 19.30 Wereld tentoonstelling. 20.00 Hoorps. 20.45 Bari ton en piano. 22.00 Nws. 22.15 Bariton en piano. 22.45 Gram. 22.55 Nws. 23.00 V. d. zeelieden. TELEVISIEPROGRAMMA KRO: 17.00 V. d. kind. NTS: 20.00 Weekjourn. AVRO: 2030 Luipaard op schoot, documentaire film. 21.0022.30 Het witte schaap van de familie, blij spel. scheiding bestaat tussen de dagen van de werkweek en de zondag. DOEL DER CONFERENTIE In aansluiting hierop zette de confe rentieleider, ds. G. R. .Visser, uiteen dat deze Woudschotenconferentie tot daden moet leiden. Men begon zes jaar geleden met dit conferentiewerk uit bezorgdheid over de Gereformeerde kerken. Men ging na in hoever men daaraan als groep iets zou kunnen doen. Momenteel blijkt, dat sommigen deze conferentie bezoeken om „bij te tanken", anderen om enige dagen te vertoeven temidden van een kring van geestver wanten, waar de sfeer prettig is. Bestaat er lan geen reden meer om zich ongerust te maken over de kerkelijke situatie? Ds. Visser meende van wel, en dit kwam ook uit in wat verschillende discussie leiders naar voren brachten. Hoe verwezenlijken wij in de gemeen ten de verwachting van het koninkrijk Gods? Ds. G. Lugtigheid meende, dat een voortdurend gebed voor predikanten, synode-, classicale- en kerkeraadsverga- deringen nodig is, want daarmee worden zij geholpen. Prof. dr. C. A. van Peursen achtte het van belang, dat de kerkeraden meer „open" zouden komen, namelijk door de gemeente meer te benaderen. Het huis bezoek zou z.i. beter in Bijbelkringen omgezet kunnen worden. Ook bepleitte hij de vorming van beroepsgroepen in de kerk, met welke groepen de kerke- raad af en toe eens contact onderhoudt. Ds. Visser deelde mede dat het voor bereidingscomité een aantal wenken via de kerkelijke pers aan de gemeenten zal doorgeven, terwijl elke conferentiegan ger straks in eigen gemeente wat men sen kan bezoeken om de op Woudscho- ten verkregen ideeën door te geven, Om dit systematisch te 'doen zal het comité een aantal wenken op schrift stellen. De stand in van de kring thans: Dames: S.Z.V. Luctor Zeehond Ganze Heren: Ganze I S.Z.V. II Schelde I Ganze II Luctor II de waterpolocompetitie Zeeland der K.N.Z.B. is 5—2 2—0 1—3 1—4 18—2 13—10 4—3 1—8 1—14 Op de onlangs gehouden vergadering van Bestuur en Stiehtingsraad van de Stichting Gereformeerd Sociologisch Instituut werd besloten, tot lid van de Stiehtingsraad te benoemen in de plaats van Prof. Dr. Ir. H. J. v. d. Maas, die zich niet herkiesbaar stelde, Prof. Dr. H. v. Riessen te Delft. Prof. van der Maas blijft wel lid van de Raad voor Weten schappelijk Advies. Het aan de beurt van aftreden zijnde bestuurslid Prof. W. Kremer, te Apeldoorn, werd herbenoemd. Uit de financiële stukken over 1957 bleek, dat het Instituut in toenemende Deze foto laat ieL, zien van het nieuwe model dwarsligger dat bij de Nederlandse Spoorwegen is gecon strueerd. Zij bestaat uit blokken beton die verspringend tegenover elkaar lig gen; elk blok is gekappeld met twee overliggende door middel van uit- neembare buizen. De vaste ligging van de rails wordt hierdoor sterk bevor derd, zowel op rechte stukken als in bochten, De spoorstaven worden met verende draadklemmen elastisch op de betonblokken geklemd. Proeven met het nieuwe systeem zijn volop gaande. De schietvereniging „Doel naar hoger" te Wolphaartsdijk hield een wedstrijd boogschieten, waaraan door 67 schutters werd deelgenomen. De uitslag luidt: Hoofdvogel: Jac. de Baar, „Willem Teil", Ovezande; le klep: H. J. Driedijk, „Doel naar hoger", Wol phaartsdijk; 2e klep: L. de Jonge, „Con cordia", 's-Heerenhoek; 3e klep: J. Rijk Jz„ „Willem Teil", Ovezande; le zij vo gel: F. Steenbergen, idem; 2e zijvogel: M. Geense, „Willhem Teil", Kapelle; le hoofdkal: J. de Beste, „Edele handboog", Oudelande; 2e hoofdkal: P. J. v. d. Dries, „Eensgezindheid", 's-Heerenhoek; le klei ne kal: P. H. Obrie, „Herleving", Sluis kil; 2e kleine kal: C. Raas, „Willem Teil" Ovezande. Eeni Dordts predikant, ds. R. C. H. Ver- hoeff, schrijft in Hervormd Dordrecht dat hij in een gemeente preekte, waar men nog steeds niet „ritmisch" zong. Gevraagd waarom men dit handhaafde, zei de kerkeraad, dat men het naliet ten pleziere van de oude mensen. Ds. Ver hoef zegt: Uit deze reactie blijkt, dat men het heel gewoon vindt, dat de kerk zich voornamelijk op de ouderen richt. Hier bij wordt dus geheel over het hoofd ge zien, dat de kerk er toch zeker óók voor de jongeren zijn wil. In de voormelde dienst waren de jongeren er dan ook niet! Het angstige van deze situatie ligt voor mijn besief niet hierin, dat er met oude mensen gerekend wordt. Dit kan de kerk alleen tot eer strekken. In de kerk is iedereen evenzeer in tel en wordt er nie mand afgedankt. De vraag is echter, wie de toon aan moet geven, de ouderen of de jongeren. Als het de ouderen zijn, dan zal het stempel dat de kerk draagt, tijd loos zijn. Vooral geen veranderingen. Zo als het vroeger was, was het goed en daarom moet het zo blijven. Mag ik hier een stukje aanhalen uit een opstel dat een roomse jongen voor zijn eindexamen maakte over het onder werp „Kerk en Jeugd"? De kerk schreef hij is als het ge bouw, dat ook „kerk" heet. Massief, de eeuwen verdurend, stoer en oud, ver weerd en vol kracht, onverzettelijk en onoverwinnelijk. Maar in onze dagen is deze kracht van de kerk haar zwakte. Ze is niet soepel, ze staat buiten de tijd waarin we leven, ze is van steen, zonder beweging als een gestold verleden. Het is niet waar, dat wij jongeren ongelovig zijn en in het kerkelijk leven niet willen meedoen. Maar wij zoeken een kerk die jong is, die het heden aanvaardt en de toekomst aandurft, die zich niet terug trekt in de droom van die goede oude tijd in huiverende angst voor wat is en komen zal, maar die veerkrachtig en met vertrouwen de toekomst ingaat en nieu we wegen baant. Deze kerk, die aarzelend bezig is uit de oude tevoorschijn te treden, zullen wij liefhebben en er deel van uitmaken met heel onze jonge kracht. Juist omdat we jong zijn en het leven vóór ons hebben, hebben we deze jonge kerk nodig. Tot zover deze roomse jongen, die de tolk is van velen uit welke kerk dan ook. En ik geloof dat dit geluid gehoord moet worden en gehoor moet vinden. Want wil de kerk getuige zijn van die God, die zijn verbond bevestigt „van kind tot kind" en van die Christus, die was, die is en komen zal, dan zal ze zich niet door het verleden, maar door heden en toekomst moeten laten stempelen. mate steun ontvangt uit de gezamenlijke kerken. Deze steun is ook onmisbaar, daar er steeds onderzoeken moeten wor den uitgevoerd, waartegenover onvol doende betaling staat. Vooral voor klei nere kerken is het financieren van een wat uitgebreid sociologisch onderzoek vaak een te zware last. Toch wil men van de kant van het Instituut in een dergelijk geval geen neen zeggen, maar dan moet ook geput kunnen worden uit bijdragen van de kerken, die achter deze arbeid staan. (Dit zijn de Gereformeerde en Chr. Gereformeerde kerken en de Ge reformeerde Gemeenten in Nederland). Het Instituut heeft zich de afgelopen tijd vooral beziggehouden met opdrach ten van kerkelijke zijde, hoewel de werkzaamheden daartoe niet beperkt bleven. Een belangrijke opdracht was het on derzoek in het kader van de door de Gen. Synode van de Geref. Kerken in gestelde Deputaten voor onderzoek naar de stand van het geestelijk leven in de Gereformeerde kerken. In vier type-ge meenten werd uitvoerig onderzoek ver richt. Het eindrapport werd inmiddels aan de genoemde Deputaten overhan digd. In het afgelopen jaar werd o.a. be gonnen met een onderzoek naar de ont wikkeling van het Prot. Chr. Lager Technisch Onderwijs. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met an dere levensbeschouwelijke instituten. Voor 4 classes van de Gereformeerde kerken in N.-Groningen wordt een on derzoek ingesteld naar: jeugd en gezin in kerk en dorp. Kleinere' onderzoeken hadden betrek king op kerkbouwplanning in Amstel veen en Heiloo, terwijl voor de Geref. Kerk te 's-Gravenzande eveneens onder zoek werd gedaan i.v.m. het bouwen van een kerkelijk centrum. Op onder wijsgebied werd een onderzoek ingesteld in Amsterdam-Noord voor een advies omtrent een op te richten middelbare school Het Instituut is goed van orders voor zien en het bestuur is dankbaar voor de groei en de levensvatbaarheid van het sociologisch onderzoekingswerk in de Gereformeerde bevolkingsgroep. Het Britse vrachtschip „City of Ka rachi" is gistermorgen voor de kust van Massachusetts in aanvaring geko men met een Amerikaanse vissers boot. De „City of Karachi" slaagde er in vijf vissers te redden. De kapitein en de machinist van de vissersboot wor den vermist. Meer V.N.-waarnemers naar Libanon De secretaris-generaal van de V.N. Dag Hammarskjoeld, heeft de Zweed se regering verzocht nog een vliegtuig met bemanning naar Libanon te zen den voor het verrichten van waarne mingen. Het Zweedse vliegtuig moet geschikt worden gemaakt voor het maken van foto's op nachtvluchten. Prinses Margaret van Groot-Brit tannië is zaterdag in Vancouver aan gekomen. Zij zal een maand in Cana da verblijven. „Het belangrijkste principe is: je er niet onder laten krijgen, noch door de mensen, noch door de gebeurtenissen". De vrouw, die zo iets schrijft, moet een Kenau zijn, zou men denken. De vrouw, die dit schreef evenwel, was een tere, frêle, wat bedeesde jonge vrouw. Maar desondanks bezield met een ontembare energie en een ijzeren wilskracht. Deze twee eigenschappen, gepaard aan een geniale geest, voerden haar naar de hoogste toppen van de weten schappelijke roem en droegen haar naam uit over de wereld. Die naam was Marie Curie. De naam van de vrouw, die het radium ontdekte. In april was het juist zestig jaar geleden, dat de Franse Académie des Sciences een mededeling kreeg aan eboden, ondertekend door Marie iklodowski Curie: Twee mineralen van uranium, pekblende en chalcoliet, zijn veel ac tiever dan uranium zelf. Dit feit is zeer opmerkelijk en leidt tot de ge volgtrekking, dat deze mineralen een element kunnen bevatten dat actiever is dan uranium". Een nieuw, nog onbekend element. Het was de eerste stap in de richting van de top. Marie Sklodowski Curie was geen bekend figuur in de kringen van de Académie. Zij was ook geen Fran- gaise, maar een Poolse, die naar Frankrijk was gekomen, om er schei kunde te studeren, een studie die men haar, als meisje, in haar vaderland on mogelijk had gemaakt. In Parijs had zij een jonge geleerde, Pierre Curie, leren kennen. Hun idylle leidde tot een huwelijk. Het huwelijk van twee arme idealistische intellectuelen, die niets bezaten, be halve hun kennis. Maria werd huisvrouw, en later moeder. Maar zij gaf haar ideaal niet op. Zij wilde het koken en de chemie combineren. Zij wilde afstuderen, in de hoop dan „winstgevende" werk zaamheden te krijgen. Dat betekende acht uur wetenschappelijk onderzoek, drie uur huishouding en 's avonds de studieboeken op de kale tafel. Het betekende een hard leven. En een zwaar leven. Maar voor Maria een mooi leven. TOT ELKE PRIJS Het leven", zo had ze al enkele jaren tevoren geschreven, „is voor geen van ons gemakkelijk". Was het een offer voor haar, dit aanvaarden van dit ongemakkelijke leven? Veel eer een keus. Marie Sklodowski had de wetenschap gekozen. Wat schenkt de wetenschap? Geen maatschappelijke welstand. Wel een ideaal, waard om voor te vechten. Marie Curie heeft haar keus gedaan. Zonder één moment te aarzelen. Zij heeft het gevecht gekozen. „Men moet doorzettingsvermogen hebben", zo schreef ze, „en bovenal zelfvertrouwen. Men moet geloven, voor iets de begaafdheid te bezitten en dit iets moet men dan bereiken, tot elke prijs' Tot elke prijs dat is de harde, genadeloze conclusie van deze kleine, tere, maar zo zelfverzekerde Poolse vrouw. En Pierre Curie, haar Franse man, verstaat die taal. Zij worden zeer gelukkig, tot de dood hen plotse ling scheidt. Het kindje wordt gebo ren, twee jaar na hun huwelijk, een meisje. Als haar moeder, eens een Nobelprijs-draagster. „Champagne: drie francs. Telegrammen: 1 fr. 50. Apotheek en verpleegster: 71 fr. 50", vermeldt het kasboek voor die dag, wat zal men méér neerschrijven in 'n kasboek? Na de geboorte het zoeken naar een onderwerp voor een proefschrift. Zij vindt er een, geholpen door haar man: het geheim van de straling van het uranium. Een nieuw terrein. Een jaar tevoren, in 1896, had de fysicus Henri Becquerel ontdekt, dat uraniumzouten, spontaan, stralen uit zonden van onbekende oorsprong. Wat was de aard van die straling? Hier was een onderzoek, dat de stof voor een proefschrift zou kunnen leveren. DE GEHEIMZINNIGE STRALING In een kelder onder de school van haar man begint ze haar arbeid. Het is er smerig, vochtig en koud. Maar dat deert haar niet. Immers: „je er nooit onder laten krijgen" Het is een boeiend, maar raadsel achtig verschijnsel, die straling. Zij zet haar eerste stap en vindt, dat die straling de lucht tot een geleider van elektriciteit maakt. En zij ont dekt, dat de straling niet kan worden beïnvloed, noch door licht, noch door temperatuursverandering. Is het alleen het uranium, dat der gelijke straling uitzendt, vraagt zij zich af. Of zijn er nog andere elemen ten die dezelfde eigenschappen bezit ten? Om die vragen te beantwoorden, dienen alle. bekende scheikundige ele menten op deze straling te worden onderzocht. Zij doet dat en vindt, dat ook thorium straling uitzendt. Radio- digen. activiteit, zo noemt zij dat verschijn sel. Een naam, die burgerrecht ver krijgen zal. Thorium is dus radio actief, maar verder geen der andere elementen. Is daarmee de kous af? Voor Maria Sklodowski nog niet. Want zij is een genie. Zij doet iets, wat ogenschijnlijk overbodig is: zij grijpt in de kist met de verzameling ruwe mineralen en gaat deze op hun beurt onderzoeken. En dan komt ze tot de verrassende ontdekking, dat sommige van deze ma terialen veel sterker radioactief zijn dan de hoeveelheid uranium of tho rium, die ze bevatten, zou doen ver moeden. Maar nu legt de twijfel de hand op haar schouder: zij moet een fout heb ben gemaakt. Maar neen, het is geen fout, vele tientallen controleproeven zeggen het haar. Hoe kan het dan? Het kan alleen, als die ruwe mineralen een nieuwe, nog onbekende stof bevatten, een ele ment, dat veel sterker straalt dan ura nium of thorium. Het is april en zij doet haar mede deling aan de Academie. Zij schrijft „het kan". Maar zij d kt, „zó moet het zijn". Niets kan haar geloof meer doen wankelen, Maar anderen zal zij pas kunnen over tuigen, als zij deze stof er inderdaad ook uit weet af te scheiden. HET GEHEIM ONTDEKT „Men moet doorzettingsvermogen hebben". Dat heeft ze. Pierre Curie komt haar te hulp. Hij laat zijn eigen onderzoekingen in de steek en daalt af in de sombere kelder, om haar bij deze arbeid bij te staan. Zij beginnen gezamenlijk de -ver schillende bestanddelen uit de mine ralen af te zonderen, de een na de an der en de radioactiviteit ervan te be palen. Zo houden ze tenslotte twee verschillende bestanddelen over die sterk radioactief zijn. Twee bestanddelen de Curies be grijpen wat dat zeggen wil: er moeten twee nieuwe sterk radioactieve ele menten bestaan. En als het juli 1898 is geworden, hebben ze één van deze elementen weten af te scheiden. Een naam voor dit nieuwe element het is aan Marin er die naam aan te geven. En zij weet het ogenblikke lijk, het zal polonium zijn, naar haar arme, geliefde, vaderland, dat zucht onder het juk van vreemde overheer sing. „Wij geloven", zo schrijven zij op 18 juli aan de Académie, „dat de stof, die wij uit de pekblende hebben ver kregen, een nog onbekend metaal be vat, verwant aan bismuth. Als dit nieuwe metaal inderdaad blijkt te be staan, stellen wij voor, het polonium te noemen, naar het vaderland van een van ons beiden". Het eerste nieuwe radioactieve ele ment was ontdekt. |!n vóór het jaar ten einde zou zijn, zouden Pierre en Marie Curie ook de aanwezigheid van het tweede, het roemruchte radium, kunnen aankon- Ergens is een gereformeerde kerk met een vacature. Tweemaal heeft men vruchteloos een beroep uitgebracht. Ds. J. D. Boerkoel, die dit meedeelt in De Bazuin, het blad van de Theologische Hogeschool te Kampen, voegt er aan toe: En nu dreigt moedeloosheid de kerke raad te overvallen. Het verslag bevat de droeve, hartbrekende klacht: „Het blijkt, dat het aantaT in aanmerking komende predikanten, door allerlei oorzaken, be gint te slinken". Volgt een zware zucht: „Het valt niet mee, de lijst op een verantwoord^ wijze aan te vullen." Hoopgevend klinkt het daarna: „Bij de bespreking worden nog enkele namen vastgelegd, waaraan de (beroepings)- commissie de nodige aandacht zal schen ken". Waarop „wegens het vergevorder de uur" besloten wordt, de vergadering niet langer voort te zetten en de broe ders na dankgebed zich huiswaarts be geven. Er zijn in onze kerken honderdtallen predikanten, die voor een beroep in aan merking komen. Onder die honderden zijn er tientallen, die naar een beroep haken en een mogelijke verandering van standplaats als een uitkomst zouden be groeten. Maar de voor die bepaalde gemeente in aanmerking komende en dus wel zeer geselecteerde groep is zo angstig klein, dat reeds na afval van zegge en schrijve tweê de slinking bedenkelijk wordt. Nu van de „vastgelegde" namen, on danks de daaraan bestede nodige aan dacht, er nog wel enkele in de donkere nacht der roemloosheid zullen wegdrij ven, zou het aanbeveling verdienen, bij het beroepen van nummer drie een bid- en vastendag uit te roepen. Dat is in elk geval bijbels. Maar mogelijk zou het niet ongezond werken, als het zevenhonderdste beroep zou slagen. Ds. A. K. Straatsma maakt in Her vormd Nederland enige opmerkingen over conversatie. Hij meent, dat „getui gen" te pas en te onpas vaak meer kwaad dan goed doet. Ik denk aan een verhaal uit een ge moedelijk plattelandstrammetje. De con ducteur vraagt aan een vrouwtje, dat stil voor zich uit zit te staren: „en, moe ke, waar gaat de reis naar toe?" Zij ant woordt met een goedig-plechtige stem: „Ik reis naar de eeuwigheid, m'n jon gen." Als de conducteur antwoordt: „dan zit je in de verkeerde tram", heeft hij niet helemaal gelijk, maar de hilariteit van de andere passagiers is wel een beetje moeke's eigen schuld. Er staat wel (1 Petr. 3 15) „dat wij altijd bereid moeten zijn tot verantwoording van de hoop die in ons is", maar er staat na drukkelijk bij: „aan al wie ons. reken schap vraagt." Dus maar niet zó, luk raak. Er moet een aanleiding, een klank bodem zijn. Dit nadrukkelijk vooropgesteld, ben ik het met de klacht eens, dat er, in het algemeen, in onze kerkelijke kringen te weinig geestelijk gesprek is „Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn", zal dat ook niet in onze gesprekken tot openbaring moeten komen? Een als dit zo wenig gebeurt, wat is de oorzaak daarvan? Komt het door onze aard, omdat wij zulke gesloten mensen zijn? Is het (val se) schaamte? Is 't door innerlijke onze kerheid, wij wagen ons niet op glad ijs. Het komt niet alleen voor dat vrienden van eikaars innerlijk leven niet afwe ten, maar ik weet dat het zelfs in huwe lijken zo kan zijn. Daar heeft eens een vrouw, met het oog op haar echtgenoot, tegen mij ge zegd: „och, daar praat je niet over". Dat is natuurlijk volkomen mis, dat is zon de. Hoe kunnen wij hier elkaar helpen, al gebeurt het in nog zo grote zwakheid. In onze dagen, met vernieuwde belang stelling voor het apostolaat, zal deze waarheid vernieuwde belangstelling moeten vinden. Wij moeten de moed vat ten om ons, op een ogenblik, over onze vermeende of werkelijke bezwaren heen te zetten. „Gij zult mijn getuigen zijn." Het maandblad- Orgel- en Muziekleven publiceert een brief, die de organist Jan Zwart in 1918 aan een collega schreef, die hij in een kerkdienst het orgel had horen bespelen. Wij knippen er dit ge deelte uit: Wat heb ik mij verbaasd over utf natuurschildering van „Ruwe stor men mogen woeden". Zoudt ge denken dat dit naar de woorden spelen bete- tuurlijk prachtig, net zo mooi als wan- kent? Uw goegemeente vindt dat na tuurlijk prachtig, net zo mooi als wan neer ge bij „Eens wordt de sterkste rots vergruisd" de gehele boel in laat stor- ten. Ik stelde me altijd voor het best de stemming weer te kunnen geven door de nadruk te leggen op de rust der ziel temidden van de ruwe stormen bü de leiding van Gods liefde door nachten, zwart en dik. Maar gij denkt daar blijk baar anders over. Ge liet ons eerst een storm doormaken van meer dan zestig seconden op uw volle hoofdklavier en wat ge daarop uitvoerde! waren die zestientjes, regenbuien en stormvlagen? om ons daarna te suggereren met enige donkere geluiden dat het nu nacht was, om daaruit op te duiken met iets dat op een thema geleek, ontleend aan de eerste regel, maar zo potsierlijk, dat ik eens rond moest kijken of er nu toch heus niemand lachte. Gelukkig voor u dat dit niet gebeurde, maar ik kon toch niet nalaten uw arme gemeente te be klagen die dat alles maar over zich heen moet laten gaan, maar ook zondag aan zondag overgeleverd is aan uw begelei ding. Wat denkt ge wel, collega, dat uw gemeente alleen samenkomt omdat gij er zijt? Hebt ge nimmer eens bedacht dat het precies omgekeerd is? Waarom roemt ieder solist (e) u als een zo volg zaam en kleurrijk begeleider en waarom behandelt gij dan uw zingende gemeente als een drift schapen?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 4