STEMMEN
ZIJ BAANDEN DE WEG
Conferentie van Gereformeerden
wil practischer gaan werken
Geref. Sociologisch Instituut
UIT DE KERKEN
Hoe wordt besprokene verwezenlijkt
DE EERSTE
ZENDELING
aaio
TELEVISIE
Stand Zeeuwse
competitie
waterpolo
Belangrijke projecten gereed en in voorbereiding
Boogschieten te
W olphaartsdijk
Wie geeft de toon aan
Te vroeg wanhopen
Tankschip botste op zee
tegen vissersboot
60 JAAR GELEDEN ONTDEKTEN
DE CURIE'S HET POLONIUM
Het geestelijk gesprek
Storm op het orgel
Dinsdag 15 juli 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
PAGINA 4
(Van één onzer verslaggevers)
Ten besluite van de op Woudschoten
gehouden conferentie van Gereformeer
den heeft C. M. baronesse van Heemstra
een samenvatting gegeven van wat in de
verschillende discussiegroepen naar voren
was gekomen. Het thema van deze drie
daagse conferentie was: de verwachting
van het koninkrijk Gods. De hoogleraren
J. T. Bakker en W. F. de Gaay Fortman
hadden elk een aspect biervan ingeleid.
Over het algemeen zat men met de
moeilijkheid: hoe brengen we nu in onze
gemeenten de verwachting van het ko
ninkrijk praetisch tot uitdrukking? Freu
le Van Heemstra meende, dat veel ge
meenteleden nauwelijks beseffen, welke
gaven hun verleend zijn. Zij hebben het
evangelie ontvangen, maar het komt in
hun alledaagse bestaan niet tot leven.
Vandaar dat menigeen gebukt gaat on
der de omstandigheid, dat er een scherpe
Grieks protest bij Groot-Brittannië
De Griekse minister van buitenland
se zaken, Averoff, heeft bij de Griek
se zaakgelastigde in Athene, Lambert,
krachtig geprotesteerd tegen de ge
welddadige dood van Grieken op Cy
prus.
Vele jaren zien de Gereformeer
de gemeenten al uit, naar iemand
die zich aanbiedt om op een zen
dingsterrein te gaan werken uit
naam van deze kerkgemeenschap.
Na een georganiseerd bestaan van
meer dan een halve eeuw zijn de
Gereformeerde Gemeenten name
lijk nog niet toegekomen aan het
vervullen van haar zendingsroe
ping en zij betreuren dit.
Thans is echter van de acht per
sonen, die zich voor de predikants
opleiding hebben gemeld (maar
waarvan er vijf zijn afgewezen) één
jongeman naar voren gekomen met
verzoek om als zendeling opgeleid
te mogen worden, de heer G. Kuijt
te Katwijk aan Zee.
„Met het toelaten van de heer
Kuijt tot de Theologische School
breekt er een nieuw tijdperk voor
onze gemeenten aan", constateert
De Saambinder.
De onderling beheerde ziekenfondsen
zijn van plan een polio-risicofonds te
sluiten.
In Woubrugge is, vermoedelijk door
kortsluiting de boerderij van de heer
D. Kwakernaad afgebrand.
WOENSDAG 16 JULI 1958
HILVERSUM I (402 m.). VARA: 7.00
Nws. 7.10 Gym. 7.23 Gram. 8.00 Nws.
8.18 Gram. 8.50 V. d. kind. 9.05 Gym v.
d. vrouw. 9.15 Gram. (9.359.40 Water-
st.). VPRO: 10.00 Boekbespr. 10.05 Mor-
fenwijding. VARA: 10.20 V. d. vrouw.
1.00 Gram. 12.00 Dansmuz. 12.30 Land
en tuinb.meded. 12.33 V. h. platteland.
12.38 Pianoduo. 13.00 Nws. 13.15 Amus.
muz. 13.45 De vermetele ontdekkings
reizen naar het Noordpool- en het Zuid
poolgebied, caus. 14.00 Gram. 14.45 V. d.
jeugd. 16.00 Volksliedjes en -dansen.
(Tussen 15.00 en 17.00 Rep. Tour de
France). 16.15 V. d. zieken. 17.00 Vakan-
tietips. 17.50 Regeringsuitz.: Emigratie
praatje van H. A. van Luyk. 18.00 Nws.
en comm. 18.20 Rep. Tour de France.
18.30 R.V.U.: Het Vrijheidsideaal in de
letterkunde, door Dr. A. Saalborn. Derde
lezing: De moderne vrijheids-gedachte:
De Vier Doden van A. H. Nijhoff; De
Vliegen (Les mouches) van Sartre; De
Pest van Camus. 19.00 V. d. jeugd. 19.10
Joods progr. VPRO: 19.30 V. d. jeugd.
VARA: 20.00. Nws. 20.05 Tussen de regels
door, caus. 20.15 Amus. muz. 20.30 Buren,
hoorsp. 21.40 Rep. Tour de France. 21.50
Marinnierskapel. 22.15 Marimba. 22.50
Medische kron. 23.00 Nws. 23.15 Gram.
23.30 Hanmmondorgelspel. 23.5024.00
Socialistisch nws. in Esperanto.
HILVERSUM II (298 m.). NCRV; 7.00
Nws. 7.10 Gewijde muz. 7.50 Een woord
voor de dag. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.30
Lichte muz. 9.00 V. d. zieken. 9.30 Ver
nuft en techniek. 9.35 Gram. 10.00 Idem.
10.30 Morgendienst. 11.00 Radio Filharm.
ork. 12.00 Bariton en piano. 12.30 Land
en tuinb.meded. 12.33 Nieuwe muz. 12.53
Gram. of act. 13.00 Nws. 13.15 Met PIT
op pad. 13.20 Metropole-ork. en klein
koor. 14.00 L'Arlesiana, opera gr.)) 15.40
Lichte muz. 16.00 V. d. jeugd. 17.20 In-
terscholair jeugdtournooi. 17.40 Beurs-
ber. 17.45 Gram. 18.00 Leger des Heils-
kwartier. 18.15 Spectrum v. h. Chr. orga
nisatie- en verenigingsleven. 18.30 Ka
merkoor. 18.45 Gram. 19.00 Nws. en
weerber. 19.10 Gram. 19.30 Buiten1. over
zicht. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20
Holland-Festival: Radio Filharm. ork.
en solist. 21.20 Gram. 21.25 Muz, luister
wedstrijd. 21.50 Gram. 22.00 Hugo de
Groot en de contra-remonstranten, caus.
22.15 Vocaal kwartet en clavecimbel.
22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. en
SOS-ber. 23.15—24.00 Gram.
BRUSSEL (324 m.): 12.00 Gram. 12.30
Weerber. 12.34 Gram. 12.55 Koersen.13.00
Nws. 13.11 Gram. 13.30 Clavecimbelreci-
tal. 15.00 Omr.ork. 15.50 Gram. 16.00
Koersen. 16.02 Gram. 17.00 Nws. 17.10
Zang en piano. 17.50 Boekbespr. 18.00
Gram. 18.10 Lekenmoraal en filosofie.
18.30 V. d. sold. 19.00 Nws. 19.30 Wereld
tentoonstelling. 20.00 Hoorps. 20.45 Bari
ton en piano. 22.00 Nws. 22.15 Bariton
en piano. 22.45 Gram. 22.55 Nws. 23.00
V. d. zeelieden.
TELEVISIEPROGRAMMA
KRO: 17.00 V. d. kind. NTS: 20.00
Weekjourn. AVRO: 2030 Luipaard op
schoot, documentaire film. 21.0022.30
Het witte schaap van de familie, blij
spel.
scheiding bestaat tussen de dagen van
de werkweek en de zondag.
DOEL DER CONFERENTIE
In aansluiting hierop zette de confe
rentieleider, ds. G. R. .Visser, uiteen dat
deze Woudschotenconferentie tot daden
moet leiden. Men begon zes jaar geleden
met dit conferentiewerk uit bezorgdheid
over de Gereformeerde kerken. Men ging
na in hoever men daaraan als groep iets
zou kunnen doen.
Momenteel blijkt, dat sommigen deze
conferentie bezoeken om „bij te tanken",
anderen om enige dagen te vertoeven
temidden van een kring van geestver
wanten, waar de sfeer prettig is. Bestaat
er lan geen reden meer om zich ongerust
te maken over de kerkelijke situatie?
Ds. Visser meende van wel, en dit kwam
ook uit in wat verschillende discussie
leiders naar voren brachten.
Hoe verwezenlijken wij in de gemeen
ten de verwachting van het koninkrijk
Gods? Ds. G. Lugtigheid meende, dat
een voortdurend gebed voor predikanten,
synode-, classicale- en kerkeraadsverga-
deringen nodig is, want daarmee worden
zij geholpen.
Prof. dr. C. A. van Peursen achtte het
van belang, dat de kerkeraden meer
„open" zouden komen, namelijk door de
gemeente meer te benaderen. Het huis
bezoek zou z.i. beter in Bijbelkringen
omgezet kunnen worden. Ook bepleitte
hij de vorming van beroepsgroepen in
de kerk, met welke groepen de kerke-
raad af en toe eens contact onderhoudt.
Ds. Visser deelde mede dat het voor
bereidingscomité een aantal wenken via
de kerkelijke pers aan de gemeenten zal
doorgeven, terwijl elke conferentiegan
ger straks in eigen gemeente wat men
sen kan bezoeken om de op Woudscho-
ten verkregen ideeën door te geven, Om
dit systematisch te 'doen zal het comité
een aantal wenken op schrift stellen.
De stand in
van de kring
thans:
Dames:
S.Z.V.
Luctor
Zeehond
Ganze
Heren:
Ganze I
S.Z.V. II
Schelde I
Ganze II
Luctor II
de waterpolocompetitie
Zeeland der K.N.Z.B. is
5—2
2—0
1—3
1—4
18—2
13—10
4—3
1—8
1—14
Op de onlangs gehouden vergadering van Bestuur en Stiehtingsraad
van de Stichting Gereformeerd Sociologisch Instituut werd besloten,
tot lid van de Stiehtingsraad te benoemen in de plaats van Prof. Dr. Ir.
H. J. v. d. Maas, die zich niet herkiesbaar stelde, Prof. Dr. H. v. Riessen
te Delft. Prof. van der Maas blijft wel lid van de Raad voor Weten
schappelijk Advies.
Het aan de beurt van aftreden zijnde bestuurslid Prof. W. Kremer,
te Apeldoorn, werd herbenoemd.
Uit de financiële stukken over 1957
bleek, dat het Instituut in toenemende
Deze foto laat ieL, zien van het
nieuwe model dwarsligger dat bij de
Nederlandse Spoorwegen is gecon
strueerd. Zij bestaat uit blokken beton
die verspringend tegenover elkaar lig
gen; elk blok is gekappeld met twee
overliggende door middel van uit-
neembare buizen. De vaste ligging van
de rails wordt hierdoor sterk bevor
derd, zowel op rechte stukken als in
bochten, De spoorstaven worden met
verende draadklemmen elastisch op
de betonblokken geklemd. Proeven
met het nieuwe systeem zijn volop
gaande.
De schietvereniging „Doel naar hoger"
te Wolphaartsdijk hield een wedstrijd
boogschieten, waaraan door 67 schutters
werd deelgenomen.
De uitslag luidt: Hoofdvogel: Jac. de
Baar, „Willem Teil", Ovezande; le klep:
H. J. Driedijk, „Doel naar hoger", Wol
phaartsdijk; 2e klep: L. de Jonge, „Con
cordia", 's-Heerenhoek; 3e klep: J. Rijk
Jz„ „Willem Teil", Ovezande; le zij vo
gel: F. Steenbergen, idem; 2e zijvogel:
M. Geense, „Willhem Teil", Kapelle; le
hoofdkal: J. de Beste, „Edele handboog",
Oudelande; 2e hoofdkal: P. J. v. d. Dries,
„Eensgezindheid", 's-Heerenhoek; le klei
ne kal: P. H. Obrie, „Herleving", Sluis
kil; 2e kleine kal: C. Raas, „Willem Teil"
Ovezande.
Eeni Dordts predikant, ds. R. C. H. Ver-
hoeff, schrijft in Hervormd Dordrecht
dat hij in een gemeente preekte, waar
men nog steeds niet „ritmisch" zong.
Gevraagd waarom men dit handhaafde,
zei de kerkeraad, dat men het naliet ten
pleziere van de oude mensen. Ds. Ver
hoef zegt:
Uit deze reactie blijkt, dat men het
heel gewoon vindt, dat de kerk zich
voornamelijk op de ouderen richt. Hier
bij wordt dus geheel over het hoofd ge
zien, dat de kerk er toch zeker óók voor
de jongeren zijn wil. In de voormelde
dienst waren de jongeren er dan ook
niet!
Het angstige van deze situatie ligt voor
mijn besief niet hierin, dat er met oude
mensen gerekend wordt. Dit kan de kerk
alleen tot eer strekken. In de kerk is
iedereen evenzeer in tel en wordt er nie
mand afgedankt. De vraag is echter, wie
de toon aan moet geven, de ouderen of de
jongeren. Als het de ouderen zijn, dan
zal het stempel dat de kerk draagt, tijd
loos zijn. Vooral geen veranderingen. Zo
als het vroeger was, was het goed en
daarom moet het zo blijven.
Mag ik hier een stukje aanhalen uit
een opstel dat een roomse jongen voor
zijn eindexamen maakte over het onder
werp „Kerk en Jeugd"?
De kerk schreef hij is als het ge
bouw, dat ook „kerk" heet. Massief, de
eeuwen verdurend, stoer en oud, ver
weerd en vol kracht, onverzettelijk en
onoverwinnelijk. Maar in onze dagen is
deze kracht van de kerk haar zwakte.
Ze is niet soepel, ze staat buiten de tijd
waarin we leven, ze is van steen, zonder
beweging als een gestold verleden. Het
is niet waar, dat wij jongeren ongelovig
zijn en in het kerkelijk leven niet willen
meedoen. Maar wij zoeken een kerk die
jong is, die het heden aanvaardt en de
toekomst aandurft, die zich niet terug
trekt in de droom van die goede oude
tijd in huiverende angst voor wat is en
komen zal, maar die veerkrachtig en met
vertrouwen de toekomst ingaat en nieu
we wegen baant.
Deze kerk, die aarzelend bezig is uit
de oude tevoorschijn te treden, zullen wij
liefhebben en er deel van uitmaken met
heel onze jonge kracht. Juist omdat we
jong zijn en het leven vóór ons hebben,
hebben we deze jonge kerk nodig.
Tot zover deze roomse jongen, die de
tolk is van velen uit welke kerk dan ook.
En ik geloof dat dit geluid gehoord moet
worden en gehoor moet vinden. Want
wil de kerk getuige zijn van die God, die
zijn verbond bevestigt „van kind tot
kind" en van die Christus, die was, die
is en komen zal, dan zal ze zich niet
door het verleden, maar door heden en
toekomst moeten laten stempelen.
mate steun ontvangt uit de gezamenlijke
kerken. Deze steun is ook onmisbaar,
daar er steeds onderzoeken moeten wor
den uitgevoerd, waartegenover onvol
doende betaling staat. Vooral voor klei
nere kerken is het financieren van een
wat uitgebreid sociologisch onderzoek
vaak een te zware last. Toch wil men
van de kant van het Instituut in een
dergelijk geval geen neen zeggen, maar
dan moet ook geput kunnen worden uit
bijdragen van de kerken, die achter deze
arbeid staan. (Dit zijn de Gereformeerde
en Chr. Gereformeerde kerken en de Ge
reformeerde Gemeenten in Nederland).
Het Instituut heeft zich de afgelopen
tijd vooral beziggehouden met opdrach
ten van kerkelijke zijde, hoewel de
werkzaamheden daartoe niet beperkt
bleven.
Een belangrijke opdracht was het on
derzoek in het kader van de door de
Gen. Synode van de Geref. Kerken in
gestelde Deputaten voor onderzoek naar
de stand van het geestelijk leven in de
Gereformeerde kerken. In vier type-ge
meenten werd uitvoerig onderzoek ver
richt. Het eindrapport werd inmiddels
aan de genoemde Deputaten overhan
digd.
In het afgelopen jaar werd o.a. be
gonnen met een onderzoek naar de ont
wikkeling van het Prot. Chr. Lager
Technisch Onderwijs. Dit project wordt
uitgevoerd in samenwerking met an
dere levensbeschouwelijke instituten.
Voor 4 classes van de Gereformeerde
kerken in N.-Groningen wordt een on
derzoek ingesteld naar: jeugd en gezin
in kerk en dorp.
Kleinere' onderzoeken hadden betrek
king op kerkbouwplanning in Amstel
veen en Heiloo, terwijl voor de Geref.
Kerk te 's-Gravenzande eveneens onder
zoek werd gedaan i.v.m. het bouwen
van een kerkelijk centrum. Op onder
wijsgebied werd een onderzoek ingesteld
in Amsterdam-Noord voor een advies
omtrent een op te richten middelbare
school
Het Instituut is goed van orders voor
zien en het bestuur is dankbaar voor de
groei en de levensvatbaarheid van het
sociologisch onderzoekingswerk in de
Gereformeerde bevolkingsgroep.
Het Britse vrachtschip „City of Ka
rachi" is gistermorgen voor de kust
van Massachusetts in aanvaring geko
men met een Amerikaanse vissers
boot.
De „City of Karachi" slaagde er in
vijf vissers te redden. De kapitein en
de machinist van de vissersboot wor
den vermist.
Meer V.N.-waarnemers naar
Libanon
De secretaris-generaal van de V.N.
Dag Hammarskjoeld, heeft de Zweed
se regering verzocht nog een vliegtuig
met bemanning naar Libanon te zen
den voor het verrichten van waarne
mingen. Het Zweedse vliegtuig moet
geschikt worden gemaakt voor het
maken van foto's op nachtvluchten.
Prinses Margaret van Groot-Brit
tannië is zaterdag in Vancouver aan
gekomen. Zij zal een maand in Cana
da verblijven.
„Het belangrijkste principe is: je er niet onder laten krijgen, noch
door de mensen, noch door de gebeurtenissen". De vrouw, die zo iets
schrijft, moet een Kenau zijn, zou men denken.
De vrouw, die dit schreef evenwel, was een tere, frêle, wat bedeesde
jonge vrouw. Maar desondanks bezield met een ontembare energie en
een ijzeren wilskracht. Deze twee eigenschappen, gepaard aan een
geniale geest, voerden haar naar de hoogste toppen van de weten
schappelijke roem en droegen haar naam uit over de wereld.
Die naam was Marie Curie. De naam van de vrouw, die het radium
ontdekte.
In april was het juist zestig jaar
geleden, dat de Franse Académie des
Sciences een mededeling kreeg aan
eboden, ondertekend door Marie
iklodowski Curie:
Twee mineralen van uranium,
pekblende en chalcoliet, zijn veel ac
tiever dan uranium zelf. Dit feit is
zeer opmerkelijk en leidt tot de ge
volgtrekking, dat deze mineralen een
element kunnen bevatten dat actiever
is dan uranium".
Een nieuw, nog onbekend element.
Het was de eerste stap in de richting
van de top.
Marie Sklodowski Curie was geen
bekend figuur in de kringen van de
Académie. Zij was ook geen Fran-
gaise, maar een Poolse, die naar
Frankrijk was gekomen, om er schei
kunde te studeren, een studie die men
haar, als meisje, in haar vaderland on
mogelijk had gemaakt.
In Parijs had zij een jonge geleerde,
Pierre Curie, leren kennen. Hun
idylle leidde tot een huwelijk. Het
huwelijk van twee arme idealistische
intellectuelen, die niets bezaten, be
halve hun kennis.
Maria werd huisvrouw, en later
moeder. Maar zij gaf haar ideaal niet
op. Zij wilde het koken en de chemie
combineren. Zij wilde afstuderen, in
de hoop dan „winstgevende" werk
zaamheden te krijgen. Dat betekende
acht uur wetenschappelijk onderzoek,
drie uur huishouding en 's avonds de
studieboeken op de kale tafel.
Het betekende een hard leven. En
een zwaar leven. Maar voor Maria
een mooi leven.
TOT ELKE PRIJS
Het leven", zo had ze al enkele
jaren tevoren geschreven, „is voor
geen van ons gemakkelijk". Was het
een offer voor haar, dit aanvaarden
van dit ongemakkelijke leven? Veel
eer een keus. Marie Sklodowski had
de wetenschap gekozen.
Wat schenkt de wetenschap? Geen
maatschappelijke welstand. Wel een
ideaal, waard om voor te vechten.
Marie Curie heeft haar keus gedaan.
Zonder één moment te aarzelen. Zij
heeft het gevecht gekozen.
„Men moet doorzettingsvermogen
hebben", zo schreef ze, „en bovenal
zelfvertrouwen. Men moet geloven,
voor iets de begaafdheid te bezitten
en dit iets moet men dan bereiken, tot
elke prijs'
Tot elke prijs dat is de harde,
genadeloze conclusie van deze kleine,
tere, maar zo zelfverzekerde Poolse
vrouw. En Pierre Curie, haar Franse
man, verstaat die taal. Zij worden
zeer gelukkig, tot de dood hen plotse
ling scheidt. Het kindje wordt gebo
ren, twee jaar na hun huwelijk, een
meisje. Als haar moeder, eens een
Nobelprijs-draagster. „Champagne:
drie francs. Telegrammen: 1 fr. 50.
Apotheek en verpleegster: 71 fr. 50",
vermeldt het kasboek voor die dag,
wat zal men méér neerschrijven in 'n
kasboek?
Na de geboorte het zoeken naar een
onderwerp voor een proefschrift. Zij
vindt er een, geholpen door haar man:
het geheim van de straling van het
uranium. Een nieuw terrein.
Een jaar tevoren, in 1896, had de
fysicus Henri Becquerel ontdekt, dat
uraniumzouten, spontaan, stralen uit
zonden van onbekende oorsprong. Wat
was de aard van die straling? Hier
was een onderzoek, dat de stof voor
een proefschrift zou kunnen leveren.
DE GEHEIMZINNIGE
STRALING
In een kelder onder de school van
haar man begint ze haar arbeid. Het
is er smerig, vochtig en koud. Maar
dat deert haar niet. Immers: „je er
nooit onder laten krijgen"
Het is een boeiend, maar raadsel
achtig verschijnsel, die straling.
Zij zet haar eerste stap en vindt, dat
die straling de lucht tot een geleider
van elektriciteit maakt. En zij ont
dekt, dat de straling niet kan worden
beïnvloed, noch door licht, noch door
temperatuursverandering.
Is het alleen het uranium, dat der
gelijke straling uitzendt, vraagt zij
zich af. Of zijn er nog andere elemen
ten die dezelfde eigenschappen bezit
ten?
Om die vragen te beantwoorden,
dienen alle. bekende scheikundige ele
menten op deze straling te worden
onderzocht. Zij doet dat en vindt, dat
ook thorium straling uitzendt. Radio- digen.
activiteit, zo noemt zij dat verschijn
sel. Een naam, die burgerrecht ver
krijgen zal. Thorium is dus radio
actief, maar verder geen der andere
elementen.
Is daarmee de kous af? Voor Maria
Sklodowski nog niet. Want zij is een
genie. Zij doet iets, wat ogenschijnlijk
overbodig is: zij grijpt in de kist met
de verzameling ruwe mineralen en
gaat deze op hun beurt onderzoeken.
En dan komt ze tot de verrassende
ontdekking, dat sommige van deze ma
terialen veel sterker radioactief zijn
dan de hoeveelheid uranium of tho
rium, die ze bevatten, zou doen ver
moeden.
Maar nu legt de twijfel de hand op
haar schouder: zij moet een fout heb
ben gemaakt. Maar neen, het is geen
fout, vele tientallen controleproeven
zeggen het haar.
Hoe kan het dan? Het kan alleen,
als die ruwe mineralen een nieuwe,
nog onbekende stof bevatten, een ele
ment, dat veel sterker straalt dan ura
nium of thorium.
Het is april en zij doet haar mede
deling aan de Academie.
Zij schrijft „het kan". Maar zij
d kt, „zó moet het zijn". Niets kan
haar geloof meer doen wankelen,
Maar anderen zal zij pas kunnen over
tuigen, als zij deze stof er inderdaad
ook uit weet af te scheiden.
HET GEHEIM ONTDEKT
„Men moet doorzettingsvermogen
hebben". Dat heeft ze. Pierre Curie
komt haar te hulp. Hij laat zijn eigen
onderzoekingen in de steek en daalt
af in de sombere kelder, om haar bij
deze arbeid bij te staan.
Zij beginnen gezamenlijk de -ver
schillende bestanddelen uit de mine
ralen af te zonderen, de een na de an
der en de radioactiviteit ervan te be
palen. Zo houden ze tenslotte twee
verschillende bestanddelen over die
sterk radioactief zijn.
Twee bestanddelen de Curies be
grijpen wat dat zeggen wil: er moeten
twee nieuwe sterk radioactieve ele
menten bestaan. En als het juli 1898
is geworden, hebben ze één van deze
elementen weten af te scheiden.
Een naam voor dit nieuwe element
het is aan Marin er die naam aan
te geven. En zij weet het ogenblikke
lijk, het zal polonium zijn, naar haar
arme, geliefde, vaderland, dat zucht
onder het juk van vreemde overheer
sing.
„Wij geloven", zo schrijven zij op
18 juli aan de Académie, „dat de stof,
die wij uit de pekblende hebben ver
kregen, een nog onbekend metaal be
vat, verwant aan bismuth. Als dit
nieuwe metaal inderdaad blijkt te be
staan, stellen wij voor, het polonium
te noemen, naar het vaderland van
een van ons beiden".
Het eerste nieuwe radioactieve ele
ment was ontdekt.
|!n vóór het jaar ten einde zou zijn,
zouden Pierre en Marie Curie ook de
aanwezigheid van het tweede, het
roemruchte radium, kunnen aankon-
Ergens is een gereformeerde kerk met
een vacature. Tweemaal heeft men
vruchteloos een beroep uitgebracht. Ds.
J. D. Boerkoel, die dit meedeelt in De
Bazuin, het blad van de Theologische
Hogeschool te Kampen, voegt er aan toe:
En nu dreigt moedeloosheid de kerke
raad te overvallen. Het verslag bevat de
droeve, hartbrekende klacht: „Het blijkt,
dat het aantaT in aanmerking komende
predikanten, door allerlei oorzaken, be
gint te slinken".
Volgt een zware zucht: „Het valt niet
mee, de lijst op een verantwoord^ wijze
aan te vullen."
Hoopgevend klinkt het daarna: „Bij de
bespreking worden nog enkele namen
vastgelegd, waaraan de (beroepings)-
commissie de nodige aandacht zal schen
ken". Waarop „wegens het vergevorder
de uur" besloten wordt, de vergadering
niet langer voort te zetten en de broe
ders na dankgebed zich huiswaarts be
geven.
Er zijn in onze kerken honderdtallen
predikanten, die voor een beroep in aan
merking komen. Onder die honderden
zijn er tientallen, die naar een beroep
haken en een mogelijke verandering van
standplaats als een uitkomst zouden be
groeten.
Maar de voor die bepaalde gemeente
in aanmerking komende en dus wel zeer
geselecteerde groep is zo angstig klein,
dat reeds na afval van zegge en schrijve
tweê de slinking bedenkelijk wordt.
Nu van de „vastgelegde" namen, on
danks de daaraan bestede nodige aan
dacht, er nog wel enkele in de donkere
nacht der roemloosheid zullen wegdrij
ven, zou het aanbeveling verdienen, bij
het beroepen van nummer drie een bid-
en vastendag uit te roepen. Dat is in
elk geval bijbels.
Maar mogelijk zou het niet ongezond
werken, als het zevenhonderdste beroep
zou slagen.
Ds. A. K. Straatsma maakt in Her
vormd Nederland enige opmerkingen
over conversatie. Hij meent, dat „getui
gen" te pas en te onpas vaak meer kwaad
dan goed doet.
Ik denk aan een verhaal uit een ge
moedelijk plattelandstrammetje. De con
ducteur vraagt aan een vrouwtje, dat
stil voor zich uit zit te staren: „en, moe
ke, waar gaat de reis naar toe?" Zij ant
woordt met een goedig-plechtige stem:
„Ik reis naar de eeuwigheid, m'n jon
gen." Als de conducteur antwoordt: „dan
zit je in de verkeerde tram", heeft hij
niet helemaal gelijk, maar de hilariteit
van de andere passagiers is wel een
beetje moeke's eigen schuld. Er staat
wel (1 Petr. 3 15) „dat wij altijd bereid
moeten zijn tot verantwoording van de
hoop die in ons is", maar er staat na
drukkelijk bij: „aan al wie ons. reken
schap vraagt." Dus maar niet zó, luk
raak. Er moet een aanleiding, een klank
bodem zijn.
Dit nadrukkelijk vooropgesteld, ben
ik het met de klacht eens, dat er, in het
algemeen, in onze kerkelijke kringen te
weinig geestelijk gesprek is „Waar uw
schat is, daar zal ook uw hart zijn", zal
dat ook niet in onze gesprekken tot
openbaring moeten komen? Een als dit
zo wenig gebeurt, wat is de oorzaak
daarvan?
Komt het door onze aard, omdat wij
zulke gesloten mensen zijn? Is het (val
se) schaamte? Is 't door innerlijke onze
kerheid, wij wagen ons niet op glad ijs.
Het komt niet alleen voor dat vrienden
van eikaars innerlijk leven niet afwe
ten, maar ik weet dat het zelfs in huwe
lijken zo kan zijn.
Daar heeft eens een vrouw, met het
oog op haar echtgenoot, tegen mij ge
zegd: „och, daar praat je niet over". Dat
is natuurlijk volkomen mis, dat is zon
de. Hoe kunnen wij hier elkaar helpen,
al gebeurt het in nog zo grote zwakheid.
In onze dagen, met vernieuwde belang
stelling voor het apostolaat, zal deze
waarheid vernieuwde belangstelling
moeten vinden. Wij moeten de moed vat
ten om ons, op een ogenblik, over onze
vermeende of werkelijke bezwaren heen
te zetten. „Gij zult mijn getuigen zijn."
Het maandblad- Orgel- en Muziekleven
publiceert een brief, die de organist Jan
Zwart in 1918 aan een collega schreef,
die hij in een kerkdienst het orgel had
horen bespelen. Wij knippen er dit ge
deelte uit:
Wat heb ik mij verbaasd over utf
natuurschildering van „Ruwe stor
men mogen woeden". Zoudt ge denken
dat dit naar de woorden spelen bete-
tuurlijk prachtig, net zo mooi als wan-
kent? Uw goegemeente vindt dat na
tuurlijk prachtig, net zo mooi als wan
neer ge bij „Eens wordt de sterkste rots
vergruisd" de gehele boel in laat stor-
ten.
Ik stelde me altijd voor het best de
stemming weer te kunnen geven door
de nadruk te leggen op de rust der ziel
temidden van de ruwe stormen bü de
leiding van Gods liefde door nachten,
zwart en dik. Maar gij denkt daar blijk
baar anders over. Ge liet ons eerst een
storm doormaken van meer dan zestig
seconden op uw volle hoofdklavier
en wat ge daarop uitvoerde! waren die
zestientjes, regenbuien en stormvlagen?
om ons daarna te suggereren met
enige donkere geluiden dat het nu nacht
was, om daaruit op te duiken met iets
dat op een thema geleek, ontleend aan
de eerste regel, maar zo potsierlijk, dat
ik eens rond moest kijken of er nu toch
heus niemand lachte. Gelukkig voor u
dat dit niet gebeurde, maar ik kon toch
niet nalaten uw arme gemeente te be
klagen die dat alles maar over zich heen
moet laten gaan, maar ook zondag aan
zondag overgeleverd is aan uw begelei
ding.
Wat denkt ge wel, collega, dat uw
gemeente alleen samenkomt omdat gij
er zijt? Hebt ge nimmer eens bedacht
dat het precies omgekeerd is? Waarom
roemt ieder solist (e) u als een zo volg
zaam en kleurrijk begeleider en waarom
behandelt gij dan uw zingende gemeente
als een drift schapen?