Zeeuwse
Babbelaars
Opstand onderdrukt, maar Djakarta
nog niet voldaan, aldus Djoeanda
Russen en Amerikanen gaan
verschrikkelijke sneeuwman"
op
zoek
naar
DREISCHOR - indianendorp
vol verrassingen
Een kleine
rechtzetting
NAAR ON WAPENING?
Deens VN-functionaris door
Hammarskgoeld ontslagen
ECONOMISCHE SITUATIE VAN
REPUBLIEK ZEER SOMBER
Nederland in verklaring
niet genoemd
GOES
Weigerde verstrekking bez warende papieren
SOWJET-PROFFESSOR: „ONTBREKENDE
SCHAKEL TUSSEN MENS EN AAP"
Vakantiehuis
staat open
„Kermis"
Mannequin
Stakkerd
Artemis
%aterdag 5 juli 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
PAGINA 4
NOG ALTIJD gaan de nota's heen
en weer tussen de leiders der grote
volken, of het mogelijk zal zijn, door
onderlinge overeenstemming te ko
men tot beperking der bewapening,
althans de meest-vernietigende wa
pens en of onderlinge controle daar
bij toegelaten zal worden.
Men is in feite al dankbaar, dat
door deze notawisseling de ergste, de
haast ondraaglijks spanningen een
weinig verminderen. Zolang men
spreekt en zolang men correspondeert,
Is er althans geen direct oorlogs
gevaar.
Maar het oorlogsgevaar blijft als
©en donkere wolk boven de wereld
hangen.
Er zijn er, die een oplossing weten.
Zü zijn de mening toegedaan, dat,
als één partij in de in twee grote
partijen verdeelde wereld maar be
gint te ontwapenen, de andere wel
ral volgen en dat dan de wereldvrede
eindelijk zal aanbreken.
WIJ WILDEN, dat we dit ook kon
den zeggen.
Er zijn Christenen onder hen, die
dit verkondigen. En zij hebben ge
lijk, als zij poneren, dat, als er één
groep is, die tegen oorlog moet zijn,
dat zij dienen te zijn, die de Heiland
der wereld, de Vredevorst begeren te
dienen.
Zij hebben gelijk, als zij stellen, dat
oorlog één der ergste uitingen der
zonde is en dat de satan de vader
is ook van dit grote kwaad.
Toch kunnen wij hen niet volgen
in hun conclusie: laten wij dus be
ginnen met ontwapening, laten wij
ons in een staat van weerloosheid be
geven.
Een dergelijke conclusie is alleen
mogelijk als men de geboden, die
voor het persoonlijk leven, voor de
mens als individu gegeven zijn, over
brengt op de staat en op de overheid.
NU GELDT REEDS in het persoon
lijk leven, dat de mens bepaalde
maatregelen moet nemen, om de zon
de te beteugelen door de mogelijk
heid daartoe zoveel als in het uiter
lijk leven mogelijk is, weg te nemen.
Als wij 's avonds onze deur slui
ten, is dat feitelijk een bewijs van
wantrouwen in onze medemensen.
Omdat wij het mogelijk achten en
de ervaring heeft ons in de loop der
tijden geleerd, dat dit mogelijk is
dat men ons het ons toevertrouwde
bezit ontsteelt (en nu nemen wij nog
maar het lichtste van wat er in de
donkere nacht geschieden kan) wa
penen wij ons tegen diefstal. De niet-
gesloten deur moge een bewijs van
Vertrouwen in onze medemensen ge
noemd worden, zij is in werkelijkheid
een uitlokking tot diefstal.
Als dan bovendien ook in de avond
en de nacht de politie op straat is,
dan is daarmee een algemener bevei-
iiging bedoeld, want die politie poogt
op verdachte individuen te letten en
zo te voorkomen, dat er, ondanks de
gesloten deuren toch diefstal door
ihbraak geschiedt.
HIERMEE ZIJN WE al op dat an
dere terrein aangekomen, dat terrein
van de taak der overheid, waarvan
de Bijbei duidelijk spreekt. Terecht
is dat door de Nederlandse geloofs
belijdenis samengevat in die bekende
woorden: wij geloven, dat onze goede
God, uit oorzaak der verdorvenheid
des menselijken geslachts, koningen,
prinsen en overheden verordend heeft,
willende, dat de wereld geregeerd
worde door wetten en politiën, opdat
de ongebondenheid der mensen be
dwongen worde en het alles met goe
de ordinantie onder de mensen toega.
Die bescherming van het leven der
onderdanen is een taak van de over
heid. En die bescherming geldt niet
glleen het persoonlijk leven, maar
het leven van een geheel volk.
Want ook hier is de geschiedenis
de leermeesteres. Sinds de zonde in
de wereld kwam en sinds uit naijver
de ene broeder de andere doodsloeg,
heeft men moeten zien, dat bij. het
ontstaan der volken en staten de ene
staat tegen de andere optrok, om het
bezit zowel van het volksgeheel als
van de onderdanen aan zich te trek
ken. Het ene volk bracht zo het an
dere tot slavernij. En als er heersers
waren in een staat, die daar de macht
absoluut in handen hadden, wilden
zijn gehele volken in hun macht bren
gen en deze niet alleen voor het stof
felijke maar ook voor hat geestelijke
naar hun inzicht richten.
VOORAL in de latere tijden, in de
tijd, die wij beleven, is het naast de
stoffelijke ook een geestelijke over
heersing, die de volkeren bedrijft.
De overheid mag dat maar niet zo
laten geworden. Zij mag niet door het
onbewaakt laten van de grenzen als
het ware de uitnodiging doen: kom en
overheers mijn volk. Zij heeft tot taak
voor een verdediging te zorgen, de
belastingen zo op te leggen, dat zij
zich van de wapenen kan voorzien en
ook de burgers op te roepen, om die
wapenen voor haar te hanteren.
NU WETEN WIJ, dat deze redene
ring veel gemakkelijker te vatten was
in de tijd, dat het ging om een ver
dediging met het gewone handgeweer.
Toen was het zichtbaar, wat men
deed. Toen waren de gevolgen van de
oorlog ook min of meer overzichtelijk
en bleven in beperkte vorm.
Het is nu zo geheel anders. Zij, die
de oorlog 1914—1918 beleefd hebben
en die kunnen vergelijken met de
oorlog 19401945, weten, hoe veel
meer totalitair de oorlog in die bijna
dertig jaar geworden is. De algemene
vernietiging van steden en dorpen,
het slachtofferen van duizenden bur
gers was in die eerste wereldoorlog
nog niet mogelijk. En zjj kunnen zich
dus te beter voorstellen, vooral als zij
denken aan wat het Japanse Hiroshi
ma overkwam (toen de atoombom nog
maar in zijn beginstadium was), hoe
onwezenlijk een volgende oorlog zou
zijn. Die zou, althans in eerste aan
leg, welhaast een drukknop-oorlog
genoemd kunnen worden, omdat één
druk op een knop de raketten door
de lucht zou doen suizen naar een
stad, duizenden kilometers ver weg,
De Indonesische regering ■heeft vrijdag medegedeeld te werken aan
het herstel van de politieke en economische orde in de buitengewesten,
welke door de opstand van dit jaar was verstoord. Dit geschiedde bij
monde van premier Djoeanda die voor het Indonesische parlement een
uitvoerige verklaring aflegde over de vier maanden geduurd hebbende
opstand van de „revolutionaire regering van Indonesië", welke na de
val van Menado op 26 juni ineenstortte.
Communistisch China en de herstel
betalingen van Japan. De regering,
die door de illegale ruilhandel van
de buitengewesten een verlies van
naar schatting "vijf miljard ruphiahs
heeft geleden, zal haar best doen de
regionale handelsactiviteit weer op te
voeren."
Nederland werd in de verklaring
van premier Djoeanda in het geheel
niet genoemd. Politieke kringen had
den gezegd te verwachten, dat hij
de bekendmaking van Den Haag over
het zenden van troepen naar Neder
lands Nieuw-Guinea in zijn verkla
ring voor het parlement zou be
handelen.
Met betrekking tot de buitenlandse
inmenging in de opstand, herinnerde
de premier aan zijn vroegere verkla
ring, dat Amerikaanse en Formosaan-'
se avonturiers in de opstand waren
betrokken.
De premier zette uiteen, dat de
regering genoodzaakt was de opstand
met geweld te onderdrukken. Op een
bepaald ogenblik werd het nationale
bestaan van Indonesië door de drei
ging van buitenlandse interventie in
gevaar gebracht.
De economische situatie van de re
publiek, in het bijzonder na de op
stand, noemde de minister-president
somber.
Djoeanda deelde het parlement
mede, dat de bewering der rebellen,
als zouden zij vechten voor een
anti-communistische zaak, buiten
landse elementen in hoge mate had
aangetrokken. „Deze buitenlandse
elementen werden te meer aange
trokken, toen de opstandelingen
zich bereid verklaarden zich aan
te sluiten bij militaire verdragen als
tegenprestatie voor buitenlandse in
terventie".
Voorts zeide de premier, dat de op
standelingen „wanorde" hadden ge
schapen in de onder hun controle
staande gebieden en door propagan-
de de opinie der bevolking in ver
keerde banen hadden geleid.
„Hoewel nog niet ten volle voldaan"
aldus de Indonesische premier, „kan
re regering met opluchting verkla
ren, dat de maatregelen tot normali
satie van de toestanden tot dusver
gunstig zijn verlopen".
De premier voegde nog aan zijn
verklaring toe, dat Indonesië de laat
ste zes jaren financiële tekorten heeft
gehad en dat de militaire actie nood
zakelijk tot reusachtige uitgaven moest
leiden.
„Lichtpunten" in de algemene eco
nomische en financiële duisternis zijn
de leningen van Rusland, Amerika en
waar dan toch in een punt des tijds
alle leven zou uitgeroeid worden.
Hoe onwezenlijk dit lijke, het ge
vaar dreigt.
DE VRAAG, waarom het in deze
tijd gaat, is: moeten wij ons in de
zelfde mate bewapenen, dezelfde be
dreiging hanteren, om daardoor dit
gevaar af te weren? Of moeten de
volken en staten zeggen: dit is ons
te erg, wij laten onszelf dan maar
liever onverdedigd.
Als zij dat zouden doen, zouden zij
feitelijk zeggen: kom maar met uw
heerschappij en geestelijke dictatuur.
Naar ons inzicht zouden de overhe
den in hun taak tekort schieten, als
zij dat deden.
En naar ons oordeel zouden de vol
keren tegen hun overheden zondigen,
als zij zich niet, op hun bevel, voor
zagen van de bewapening, die in deze
tijd nodig is.
Hengelconcours
Donderdagavond hield de Eerste
Goese Hengel-sport vereniging voor
haar leden in de Haven van Goes ,en
Hengel-concours, waaraan door 84 le
den werd deelgenomen.
Niettegenstaande voordien een buitje
vis niet bijten, zodat er heel weinig
regen het viswater ververste, wilde de
werd gevangen.
De eerste prijs werd toegekend aan
de heer J. van Gorp te Goes voor twee
gevangen palingen met een gewicht
van samen 310 gram. De tweede prijs
werd toegekend aan de heer Van Wijk
voor een gevangen paling met een ge
wicht van 201 gram. De derde prijs
werd toegekend aan de heer F. J. van
Hese voor een gevangen paling van 88
gram. Aan alle leden die een visje wis
ten te verschalken werd een prijs uit
gereikt.
Het volgend concours zal plaats vin
den op donderdag 10 juli a.s. in de
Oosterschelde tussen Kattendijke en
Wemeldinge en wel 's avonds tussen 7
en 9 uur. Hopelijk zal de vis dan beter
bijten.
Niettegenstaande de geringe vangst,
was het een zeer geanimeerd concours.
VROUWENPOLDER
Uitstapje. De kinderen van de Zon
dagschool en van het Kinderkoor hebben
hun jaarlijks uitstapje gemaakt. Dit keer
ging het naar de Wouwsche Plantage in
Breda. Voldaan keerden leiders en kin
deren weer huiswaarts:
Bang-Jensen, een Deense functionaris van het secretariaat van de
V.N., die zoals bekend geschorst is omdat hij geweigerd heeft bepaalde
documenten aan secretaris-generaal Dag Hammarskjoeld te geven,
heeft donderdag meegedeeld, dat hij een ontslagbrief van Hammar
skjoeld heeft ontvangen. Zijn ontslag ging donderdag in.
Bang-Jensen zei tegen een verslaggever van Reuter dat hij zijn po
gingen voort zal zetten om afschriften te krijgen van verklaringen, die
getuigen over zijn handelwijze voor een commissie hebben afgelegd.
zoeken. De commissie deed toen de
aanbeveling de lijst met namen in een
gezegelde envelop te verbranden in 't
bijzijn van Bang-Jensen, Dit is toen
gebeurd.
„Ik zal vragen om een openbaar ver
hoor voor een tribunaal en als dan de
feiten bekend zullen worden, ben ik er
zeker van dat ik gerehabiliteerd en
weer in dienst genomen zal worden'
aldus Bang-Jensen.
Hij verklaarde verrast te zijn door
het besluit van Dag Hammarskjoeld,
omdat hij niet de gelegenheid heeft
gehad zich te verdedigen tegen de te
gen hem ingebrachte beschuldigingen.
Bang-Jensen is in december ge
schorst nadat hij geweigerd had Ham
marskjoeld bepaalde documenten te
verstrekken, waaronder een lijst met
namen van getuigen, die voor de V.N.-
commissie voor Hongarije verklarin
gen hadden afgelegd.
Bank-Jensen stelde, dat het over
handigen van de lijst een schending
van het hem geschonken vertrouwen
zou betekenen, daar de getuigen hem
hun namen hadden genoemd op voor
waarde dat hij deze namen geheim zou
houden.
Hammarskjoeld stelde toen een com
missie in, die het geval moest onder-
De strijd om de macht en het aanzien in de wereld tussen de Ameri
kanen en Rusland beperkt zich niet tot het lanceren van kunstmatige
aardsatellieten. Ook in het oplossen van het mysterie van de „ver
schrikkelijke sneeuwman" tracht men elkaar de loef af te steken. Een
Amerikaanse expeditie, die afgelopen maanden in het oosten van Ne
pal naar de sneeuwman heeft gezocht, vond de bewijzen van zijn be
staan. De Russen, die een expeditie naar het Pamirgebergte zullen zen
den, zijn vastbesloten nog deze zomer een yeti levend te vangen. De
russische expeditie zal o.m. bestaan uit hooglëraren van de universiteit
van Leningrad en de leiding berust bij professor Aleksander Pronin,
die in augustus van het vorig jaar in het Pamir-gebergte twee maai
een naakte, harige yeti zou hebben gezien.
Pronin is van oordeel, dat de
sneeuwman een ontbrekende schakel is
tussen mens en aap. Blijkens een arti
kel in de Komsomolskaya Prawda
de yeti zachtjes geroepen. Het wezen
keek op, bewoog de kop en verdween,
heeft Pronin bij zijn ontmoeting met
De geleerde gelooft, dat een roeiboot,
die verdween en vier weken later
weer opdook, waarschijnlijk door de
sneeuwman is meegenomen, aldus de
Bussumse Courant.
Een hoogleraar van de universiteit
van Californië heeft meegedeeld, dat
hij een grotwoning van de yeti had
ontdekt. In dit „huis" werden haren en
voetafdrukken gevonden. Een sjerpa
heeft de verschrikkelijke sneeuwman
in levende lijve gezien. Het dier zat
kikkers te eten en sprong dreigend
overeind toen er een lantaarn op hem
gericht werd. De Sjerpa kon zich ter
nauwernood in veiligheid brengen.
Is men het er dus algemeen over
eens, dat de yeti bestaat, omtrent zijn
„status" zijn de meningen verdeeld.
Pronin gelooft, dat het een onbekend
mensensoort is, doch de amerikanen
houden het op een dier.
Al in 1925 zag een Italiaan, met
name Tombazi, in het noorden van
Sikkim een rechtopgaande, naakte
mensachtige gedaante, die rododen
dronstruiken at. Hij onderzocht de
voetafdrukken, die zeer veel op die van
een mens geleken, doch een grote voet
zool had.
Iemand, die onvoorwaardelijk in de
yeti gelooft, is de sjerpa .Tenzing Nor
gay, die samen met sir Edmond Hillary
de Mount Everest bedwong. Tenzing
maakte deel uit van een Amerikaanse
expeditie, die dit jaar speurtochten in
de Himalaya ondernam. Hij vertelde,
dat hij eens op een afstand van 24 me
ter het wezen had gezien. Het liep
rechtop, had een roodbruine vacht en
een donker gelaat. In 1951 had hij
reeds voetsporen van de verschrikke
lijke sneeuwman ontdekt.
Het Engelse blad „Daily Mail" zond
in 1954 een expeditie naar de Hima
laya om het mysterie definitief op te
lossen. Veel resultaat had men niet.
Wel werd in een tempel een scalp ont
dekt met rossig zwart haar, die als re-
liquie werd bewaard. De Nepalezen
zeiden, dat hij tenminste driehonderd
jaar oud was. De doorsnee was acht
centimeter en de omtrek een tiende
meter meer dan die van een gemiddeld
menselijke schedel.
In de laatste jaren zijn telkens
weer expedities uitgezonden en
georganiseerd om een oplossing te
brengen in deze duistere zaak.
Misschien zit er nu een oplossing
in de lucht? Het is in ieder geval
niet onmogelijk, dat de Russen of
Amerikanen er in slagen dit jaar
een yeti dood of levend in handen
te krijgen. De legende van de ver
schrikkelijke sneeuwman wordt
thans door Oost en West onder
zocht op zijn betrouwbaarheid. En
wij wachten maar af
ALS IK u vertel, dat ik naar DREISCHOR ben ge-
weest, dan denkt u natuurlijk direct aan ons aller OPA
if KIP, een eeuw-en-zes-jaar oud en „still going strong".
Toch hebt u het dan mis. Want er is meer te vinden in
af dat pietepeuterige Schouwse dorpje, dat ik tot „india-
nendorp" heb gedoopt, vanwege het bijzonder grote
af aantal „roodhuiden" (socialisten), onder aanvoering
1 van het Rode Opperhoofd, burgemeester en Statenlid
A. H. VERMEULEN. Die middag zag en hoorde ik van
i een nieuw vakantie- en kampeerhuis, een onvervalste
1 kermis en schrikt u niet een échte mannequin.
T En dat allemaal op één doordeweekse middag in dit
afgelegen wigwamdorp van nog geen duizend zielen.
„Neen
„O, meest losse trekkers
dus....?"
„Ook niet
„U wilt dus beweren, dat
u in die zeven weken nie
mand
„Precies, u bent de eerste
gast!".
w ENKELE WEKEN geleden
^is dat vakantie- en kampeer-
huis in alle stilte geopend.
jzHet was allang open, maar
T dan als dorpshuis. Op initia-
i tief van het gemeentebestuur
Jfen in overleg met de Prov.
Zeeuwse V.V.V. is het nu voor
de zomermaanden speciaal in-
gericht" voor overnachtingen,
maaltijden en andere ver
strekkingen ten behoeve van
schoolreizen, fabrieksvakan-
ties en andere groepen en
aftrekkers op het mooie eiland
i Schouwen-Duiveland", zo
'staat het letterlijk geschreven
in de folders.
„En meneer Van der Linde"
Jf echode mijn stem door de lege
eetzaal van het vakantiehuis
toen ik de concierge, vader,
zetbaas, of hoe noem je zo ie-
mand, aansprak, „hebt u veel
yL gasten vandaag?"
Stilte.
„Is 't vandaag nogal rus-
Jf steeds korter te houden en zo
tig?
„Ja, erg rustig."
„Hoa lang is dit vakan-
V tiehuis nu al open?"
yL. „Vanaf 19 mei."
„Al veel grote groepen
gehad?"
TWEE-EN-VEERTIG bed
den staan er nu al zeven we
ken onbeslapen. In de west
hoek van Schouwen verdringt
men elkaar om een logeer-
plekje te vinden en in Drei-
schor staan 42 bedden leeg,
waar men voor fl,25 per
nacht kan slapen op heerlijke
kapokmatrassen en in frisse
kamers met vaste wastafel. Er
is een zaal voor 30 personen,
en voorts zijn er drie kamers
yoor resp. twee, zes en vier
personen.
Desgewenst kan men er een
gehele dag blijven (pingpong-
tafels, biljart, sjoelbakken, e.a.
spelen zijn er voldoende) en
dat kost u logies en maal
tijden inbegrepen vijf gul
den. Een losse broodmaaltijd
met thee (of een lunchpak
ket) kost een gulden en voor
het dubbele krijgt ge een uit
stekende warme maaltijd
(met vlees) voorgeschoteld.
Niet duur en toch als je
't niet weet, ga je er niet
naartoe. Maar knoop het in
uw oor, want het is een uit
stekende gelegenheid. Goede
accomodatie, keurig en proper
en een smakelijke pot. U be
hoeft nergens lid van te wor
den, maar^als ge met een gro
te groep wilt logeren of eten,
geef dan even tevoren een
seintje aan 01112200 (tele
foon). Er wordt op gerekend,
dat ge een slaapzak of i.d.
meeneemt, maar desgewenst
kunnen ook dekens en lakens
worden gehuurd.
„'t IS VANDAAG kermis,"
vertelden de Dreischorelingen
mij, „vier dagen". Maar ik zag
niets van dat schoons. Alleen
uit een café klonk een woest
gebrul, alsof een leeuwen
temmer aan het repeteren
was, begeleid door een schet
terende muziek. De hele ker
mis bleek te bestaan uit een
touwtrekkraampje (dat bij
gebrek aan belangstelling ge
sloten was) en een frites-
Leuk feest gehad bij
jullie in Dreischor?
mannequin in Dreischor,
nota bene
tentje, waarvan de baas mij
zijn nood klaagde, dat er niks
te verdienen viel.
De kermis had zijn „be
staansrecht" verloren. Verwa
terd en verlopen. En als bur
gemeester Vermeulen zijn
raadsleden zover kan krijgen,
dan zou het niet onverdienste
lijk zijn, als dat hele gedoetje
maar gauw werd afgeschaft.
,,'t Is alleen maar vier avon
den en middagen drinken en
dansen," vertelden mij enkele
dorpelingen, die zich ook op
andere wijzen bleken te kun
nen vermaken," en het resul
taat is nachtelijk geschreeuw
van mannen met volle bier
magen, lege beurzen en lege
hoofden. En nog knokpartijen
op de koop toe."
De enigen, die profijt trek
ken van dit kermisgedoe zijn
de caféhouder en het kwartet
muzikanten (van wie er een
bij elke dans rondging om een
dubbeltje te innen) die wel zo
slim waren om de dansjes
meer dubbeltjes te verdienen.
Een dom „feest" dat ontaard
is en dat daarom maar zo
gauw mogelijk moet worden
geschrapt en vergeten.
IK BEN op zoek geweest
naar een mannequin in Drei
schor. Kun je lang zoeken,
zegt u misschien. Inderdaad
is toch heus een echte, gedi-
Ik heb lang gezocht, maar er
plomeerde mannequin in dit
indianendorp. Ik had graag
eens een praatje met haar ge-
maakt, want dat is toch wel l
iets bijzonders in dit periferi-Jf
sche dorp van vlassers. Maar i
mevrouw ja, ze is gc-
trouwd was helaas nietj
thuis. Vermoedelijk uit „sho-
wen" in meer modieuze oor-
'en. )f
Om u nu niet helemaal on-
wetend hieromtrent te laten, af
zij dan vermeld, dat het een
zekere mevr. Visser betrof,
die voorheen zich veel in de>f
modewereld bewoog. Ze l
trouwde echter met een^
Schouwenaar en liet zich*"
„ontvoeren" naar Dreischor
Desondanks bleef zij doorgaan'J"
op het bepaald niet gemakke-
lijke showloopsterspad en be-af
haalde vorig jaar haar man- i
nequinsdiploma. Als ik weer
eens in Dreischor kom, hoop>f
ik meer succes te hebben en 1
u wat naders van haar erva-J
ringen te kunnen vertellen.
NU HAD IK na dit ver-4-
geefse bezoek wel weer eens l
het platgetreden paadje van„
opa Jan Kip kunnen inslaan,*"
maar ach.Die arme stak-
kerd heeft wel een jaar nodig af
om weer op adem te komen i
van de jaarlijks terugkerende 1
emotie, die men hem steeds*
weer op z'n verjaardag be- l
zorgt. Nog een maand of wat j
en dan wordt de 107-jarige "T"
weer opgepoetst en opgedoft
om parade te lopen, dan moet af
de oudste mannelijke Neder-
lander weer knikken, handjes
geven, tien keer hetzelfde
zeggen voor een goede radio-
reportage, twintig keer wui- j
ven en iets aanpakken om deT
mensen van film en televisie 1
tevreden te stellen en weet ik af
veel. Als u dat een keer of i
wat meegemaakt had, ook
achter de schermen, dan zou
u net als ik gezegd heb- i
ben: „Laat de oude baas nogj.
maar wat van zijn rust genie-
ten. Eén verjaardag per jaar
is al erg genoeg."
Misschien bent u het dit-
maal wel een klein beetje st
eens met
HET IS TE BEGRIJPEN, dat allen,
die betrokken zijn bij het Christelijk
Lyceum voor Zeeland, grote belang
stelling hebben voor de komende pro
motie van de conrector, drs. M. W.
Rombout. Vandaar, dat ook het artikel
van dr. D. de Graaf over de disser
tatie van drs. Rombout, de aandacht
niet ontsnapte.
Nu zal men mij ten goede houden,
dat ik op deze bespreking even terug
kom. Met verwondering en verbazing
heb ik dit artikel gelezen en herlezen.
Zelf in het bezit van genoemde disser
tatie, vraag ik mij af, hoe dr. De Graaf
gekomen is tot het trekken van be
paalde konklusies, die toch in de dis
sertatie niet te vinden zijn. Hij laat de
heer Rombout zeggen, dat deze het be
treurt, dat in de Bijbel nergens van
een geluksstaat op aarde sprake is,
waardoor de Christenheid zich slechts
met de bouw van Utopia (Jeruzalem)
heeft bezig gehouden en het sociale
element in de realiteit werd veron
achtzaamd.
De schrijver verwijst niet naar be
paalde bladzijden waar dergelijke uit
spraken voorkomen. Men kan wel op
bladz. 44 de uitspraak aantreffen, dat
de auteur betreurt het manko in de
Christelijke wereld met name in de
middeleeuwen. Men had een nieuwe
kuituur, een nieuwe maatschappij kun
nen opbouwen, maar het is er niet van
gekomen. Daarentegen wordt er op ge
wezen, dat God de mens toestaat het
zoeken van geluk en vreugde.
HET BLIJKT DUS, dat de auteur
van deze dissertatie in dit opzicht uit
de Schrift andere dingen naar voren
brengt. Trouwens, hoe kan het anders!
Als het gaat over het sociale element,
dan is het alléén een studie waard, om
te doen zien, hoe al dadelijk het Oude
Testament „vol" is van ordeningen
Gods, die het sociale leven raken. De
Bijbel is één fel protest tegen een ver
houding van rijken en armen, zoals wij
dat misvormd in het leven aantreffen.
Hier had de auteur van de dissertatie
ten opzichte van de Bijbel niets kun
nen betreuren, maar hij doet dat ook
niet! Het is met de realiteit in strijd,
om het voor te stellen, als zou het in
de Schrift gaan over Utopia, met ver
waarlozing van dit leven. Veiliger kan
men zeggen, wanneer de mensheid
meer ernst had gemaakt van de ver
kondiging van de Openbaring, dat de
bouw van het leven een andere struk-
tuur had ontvangen.
Dan wordt de heer Rombout toege
dacht: „hij ziet dus in de H.S. geen af
gesloten boek, dat eens en voor altijd
de mensheid in handen is gegeven, om
het onveranderd te hanteren als een
relikwie".
Zo staat het letterlijk in de bespre
king van de dissertatie. Het ontgaat
mij ten enenmale, waar de geleerde
schrijver dit uit distilleert. Ik zou hem
wel willen vragen, in welke kringen de
H.S. als een relikwie wordt gehanteerd.
Persoonlijk zijn ze mij niet bekend. De
H.S. bevat de openbaring Gods, Die
juist voor elke eeuw weer nieuwe as-
pekten opent.
MEN VRAAGT ZICH hier af: het
kan toch niet de bedoeling zijn van Dr.
de Graaf, zijn gedachten te schuiven
in de woorden van de heer Rombout?
Van al dit bovenstaande is in de dis
sertatie niets te vinden. Het is slechts
zijdeling, dat in de dissertatie ter spra
ke komt, dat het „aards geluk", als op
zichzelf staand ideaal, in de Schrift,
met name het N.T., niet zo is te vinden.
In het verband van zijn dissertatie
heeft de heer Rombout met deze con-
statering volstaan. Het gaat daarbij
met name om het gebruik van het
woord. Daarmee is in het geheel niets
gezegd over de Bijbel en het deelne
men aan het leven op aarde. Ook dit is
een onderwerp op zichzelf. Maar, wie
dit onderwerp gaat behandelen, kan in
de Bijbel terecht en hij behoeft niet
aan de Bijbel verder te werken, zoals
al weer vermeld staat. Men kan wel
veel dynamische geladenheid bezitten,
maar het is toch nodig, dat men scherp
en objektief onderscheidt bij zulke ge
zegden.
De dissertatie stelt b.v. het boek Pre
diker en de idee van Hontesquieu te
genover elkaar en konstateert, dat de
ze nogal van elkaar zijn verwijderd.
Dit feit had dr. De Graaf er toe moe
ten brengen, om zeer voorzichtig te
zijn in zijn bespreking van het Bijbelse
element.
De schrijver van de dissertatie geeft
in zijn studie geen bepaalde Schrift
beschouwing. Dat hij er niettemin van
uitgaat, is duidelijk. Maar, dat heeft
met relikwie-beschouwing, en met de
eis, verder te werken, niets te maken.
Zeker moeten wij verder werken.
Dan zal juist in die verdere arbeid
het licht der Schrift al heerlijker schij
nen.
Wij mogen bij elkaar echter geen
beschouwingen" veronderstellen,
waartoe ons geschreven woord geen
enkele aanleiding geeft. Wanieer ik het
bovenstaande nog eens doorneem, ein
dig ik met de vraag: is deze geleerde
schrijver in ons Zeeuwsch Dagblad
hieraan getrouw geweest?
Dr. C. STAM.