Mijnen van Koning Salomo
weer in
gebruik
Socialistisch pakje past
Adenauer te goed
Zij gokten verkeerd en joegen
zichzelf in het isolement
Nieuwe reddingboot
Ringrijden oud ridderspel
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 11
Na 2500 jaar
vergeten te zijn
Europese Universiteit
Erhard naar Moskou?
Vliegtuigongelukken
in Engeland
THEEPOT 'VELPON-^THÏEPOT
Kersen f 1,35 per kilo
Hittegolf in India
Driehonderd doden
—B—
Pollepel: van schande' tot ereteken
Kind bij brand
omgekomen
Ouders waren niet thuis
14 juni 1958
Bijna 3000 jaar geleden leefde
Koning Salomo, wiens wijsheid
en rijkdom zo groot waren dat
Zijn faam door de eeuwen heen
bleef bestaan. De mijnen van Ko
ning Salomo waren beroemd en
werden door de tijden heen een
legendarisch begrip. Steeds heeft
men weer naar deze mijnen ge
zocht nadat zij in de vergetelheid
waren verzonken.
Thans weet men dat er in de
kopermijnen van Koning Salomo
nog voor een hoeveelheid van ca.
3,5 miljoen ton koper aanwezig
is, thans weet men ook dat men
de draad weer op kan vatten
waar de Bijbel spreekt dat men
in Israël koper uit de bergen
haalt.
Bijna 2500 jaar lang bleven de legen
darische kopermijnen van Koning Sa
lomo onvindbaar tot men twintig jaar
geleden bij Ezeon Geber deze koper
mijnen weer ontdekte. Er bestond toen
echter nog geen zelfstandige staat Is
raël,die de ontdekking kon exploiteren
en de wereldoorlog drong de ontdek
king op de achtergrond.
VERGETEN
Israël werd echter geboren en zijn
inwoners, „verzameld van de vier hoe
ken der aarde", ontsloten het land in
een tempo als in geen ander land ter
gereld. Het yoor de oorlog betrekke
lijk dorre Palestina werd na de oorlog
een „groen eiland" in de „Arabische
zee" met de naam Israël. De ontwik
keling van deze staat is nog lang niet
ten einde, zo heeft het land thans een
inwonertal van ca. 1.7 miljoen zielen,
terwijl het „opnemingsvermogen" wordt
geschat op ca. 6 miljoen mensen.
De Arabieren zijn echter fel gekant
tegen het bestaan van Israël en er staan
dan ook 1.7 miljoen joden tegen 70
KONING SfllOMO'S IM'JNEN WEER INGE8RUB}
Drie vooraanstaande Europeanen- zijn
in Brussel bijeen gekomen om het plan
voor een Europese universiteit, die offi-
oleel „Universiteit van de Europese Ge
meenschap" zou heten, uit te werken. Het
zijn prof. Walter Hallstein, de Duitse
voorzitter van de Europese Commissie
Ier E.E.G., de Belg P. de Groote, lid van
commissie van de Euratom, en de
■Igische prof. Albert Coppé, viee-voor-
Itter van de Hoge Autoriteit der E.G.K.S.
zijn door de ministerraden van de E.
G. en de Eurotom met de studie be-
In goed ingelichte kringen in Brussel
verluidt, dat het doel van de univer
siteit is de bevordering van het versprei-
Jen en versterken van de Europese cul
tuur en wetenschap. De universiteit zal
verschillende faculteiten en afdelingen
omvatten voor opleiding van juristen,
schrijvers, wijsgeren en technici.
De eerste jaren zouden alleen acade
mici aan de universiteit der gemeenschap
kunnen studeren.
De regeringen moeten nog besluiten,
waar de universiteit zal worden geves
tigd. Mogelijk zal zij in Luxemburg ko-
fnen.
m Minister Luns zal op 16 juni a.s. naar
Londen vertrekken voor besprekingen
met zijn Britse collega-minister van bui
tenlandse zaken. Hij zal de volgende dag
fmar Nederland terugkeren.
gga
miljoen Arabieren. Alleen een uiterste
benutting van de voortbrengselen ven
Israël kan zich deze staat doen hand
haven in de „Arabische zee". Volgens
de Bijbel was het oude Israël een zeer
vruchtbaar land, maar in 3000 jaar kan
er veel veranderen. De mijnen van
Koning Salomo bleven dan ook een
zaam achter, vergeten door de bevol
king.
Waar vroeger de slaven in de
hete zon hun ruggen kromden om
het begeerde koper naar boven te
brengen, ratelen thans boorma
chines hun fel ritmisch geluid
want de oude mijnen van Koning
Salomo zijn weer in gebruik ge
nomen. 300 mensen werken daar
nu in het uiterste zuiden van de
Negeb-woestijn om een koper
industrie op te bouwen die ca.
7000 ton koper per jaar gaat pro
duceren. Zij werken er weer in
dezelfde groeven als de slaven
van Koning Salomo. Zij bouwen
hun machines op in het gebied
waar 3000 jaar geleden reeds de
smeltovens van Salomo stonden.
40 miljoen gulden en een grote
mate van doorzettingskracht ma
ken dit projekt mogelijk, waar
van men hoopt dat het binnen de
twee jaar de gestelde produktie
zal bereiken. Een gedurfde op
gave, met rechts de geweren van
Jordanië en links de bajonetten
van Egypte.
De Westduitse minister van econoost-
sche zaken, prof. Erhard, is officieel uit
genodigd een bezoek aan Moskou ie
brengen. In politieke kringen in de W.
Duitse hoofdstad meent men, dat de mi
nister de uitnodiging zal aanvaarde*.
Dr. W. A. Visser 't Hooft, de (We-
derlandse) secretaris-generaal van de
Wereldraad van Kerken, heeft don
derdag een eredoctoraat ontvangen
van de Harvard Universiteit te Cam-
brigde (V.S.).
Bij Huntington in Oost-Engeland zijn
gistermorgen vroeg drie straalvliegtui
gen neergestort. Hierbij kwamen mins
tens vier mensen om het leven.
Een Canberrabomenwerper van de
Britse luchtmacht kwam in botsing met
een opleidingstoestel van de Amerikaan
se luchtmacht. De twee bemanningsle
den van het opleidingstoestel en twee
inzittenden van de Canberra vonden hier
bij de dood.
Ingezonden mededeling (adv.)
In de Betuwe zijn de verkopingen van
het niet te ruime kersengewas op het
hout begonnen. De prijs van de kersen
op het hout is gebaseerd op 35 cent per
kg. Daarbij komen de pluklonen, het ver
voer en de veilingkosten. Geschat wordt
dat de kersen in de winkel f 1.35 tot f 1.50
per kilo zullen kosten.
Ringrijden in Vlissingen
Er is veel, dat in de bondsre
publiek vandaag doet denken aan
de dikwijls treurige ervaringen in
Het aantal slachtoffers van de hittegolf
in het noorden van India nadert de 300.
Bihar is het zwaarst getroffen gebied
met 250 doden. Hier en daar zijn tem
peraturen van 49 graden gemeten. Er
wordt melding gemaakt van gebrek aan
voedsel en drinkwater.
De heer J. G. de Baan te Am
sterdam heeft een nieuwe redding
boot geconstrueerd, welke een
revolutie zal moeten ontketenen.
De gereedschappen, welke ge
bruikt zijn, bestaan uit een hamer,
een beitel, een raamgewicht en een
geslepen hamertje. Het ontwerp
dateert van voor de oorlog, maar
financiële omstandigheden maak
ten uitstel van de bouw noodzake
lijk. De boot is gemaakt uit me
taal. Het pikante van het scheepje
is, dat er geen mensen overboord
hunnen slaan: Foto: de heer J. G.
Baan toont zijn scheepje.
Aangezien verscheidene militaire mu
ziekkorpsen zullen deelnemen aan de
Nederlanddag op de Expo te Brussel op
20 augustus heeft men ertoe moeten be
sluiten een verandering te brengen in de
data, waarop het muzikaal festifal „Tap
toe-Delft" wordt gegeven. De eerste voor
stelling zal nu gegeven worden op 23
augustus en de laatste op 2 september.
Minister Dulles heeft medegedeeld
dat Amerika rechtstreeks met Oost-
Duitsland zal onderhandelen over de
vrijlating van de negen Amerikaanse
militairen, die zaterdag na een nood
landing met hun hefschroefvliegtuig in
Oost-Duitsland gevangen zijn genomen.
de republiek van Weimar, dus vóór
Hitier. De bondsrepubliek wordt
nog in brede kring beschouwd als
„vooropig" en dat is niet verwon
derlijk, want inderdaad is de
schepping van de bondsrepubliek
gebaseerd op een provisorium.
Daardoor wellicht valt het meni
geen moeilijk, in de Westduitse
staat sommige dingen als „vast
staand", als definitief te aanvaar
den. Alles is immers toch maar
voorlopig
Deze houding maakt het de democra
tie in de bondsrepubliek niet gemakke
lijker. De bevolking heeft in de Hitier-
jaren al teveel de bijzondere machts
positie van de staat, in dat geval wel
de totalitaire staat, moeten voelen en
trekt nu onwillekeurig nog vergelijkin
gen met de tijd van „toen". Men is nief
zeer enthousiast over de maatregelen,
die door de nu wel democratische rege
ring van Bonn worden getroffen, om de
veiligheid van de staat en de bevolking
te verzekeren. Men ziet in dergelijke
maatregelen nog te vaak een ongeoor
loofd ingrijpen van de staat in 't maat
schappelijk leven.
BEDENKELIJK
Hoewel er plaats is voor het begrip
van zulke feitelijke misvattingen over
het karakter van de huidige Westduitse
staat, blijft het bedenkelijk, dat er een
politieke partij is, de in grootte tweede
partij hi West-Duitsland, die elke dag
weer opnieuw blijk geeft van zo'n (hier
boven gesignaleerd) wantrouwen ten op
zichte van de huidige regering.
Het is voor een belangrijk deel aan
de sociaal-demoeraten te danken, dat de
grondwet van de Bondsrepubliek er zo
uitziet, als hij nu is. Men vergeet al te
graag, dat het juist de socialisten zijn
geweest, die tegenover de meer federa
listisch ingestelde Christen-democraten
op een „nauwsluitende" grondwet heb
ben aangedrongen.
Voor de socialisten ging het er in de
eerste plaats om, van de grondwet een
soort maatcostuum te maken, waarin
de door hen verwachte bondskanselier
Kurt Schumacher zich dan vrij kon be
wegen. Het kiezerscorps haalde een
streep door de socilistische rekening: in
het uitgedachte maatcostuum paste ook
een ander, in dat geval Konrad Adenau
er, en zie: het paste hem zelfs goeu.
Sindsdien vinden de socialisten hem
niet meer zo goed gekleed. Zij verzuimen
geen gelegenheid over hem te moppe
ren en hebben intussen zelfs geleerd, de
weinige federalistische elementen, die de
Westduitse grondwet, vooral dank zij de
Christen-democraten bevat, te gebruiken
tegen de politiek van de centrale rege
ring.
MISLUKKING
De foutieve speculatie van de socia
listen in 1949 is tegelijkertijd de sleutel
voor het Ingrijpen van een overigens
dikwijls voor socialisten in andere lan
den onbegrijpelijke politiek van hun
geestverwanten in West-Duitsland. Er
wordt wel eens gezegd, dat deze socia
listen staan tussen Spaak en Nennt
maar de ontwikkeling van de laatste
maanden heeft hen bedenkelijk ver van
Spaak en dicht bij Nenni gebracht.
Maar er is nog een andere reden, die
de houding van de socialisten bepaalt.
Zij ligt In de sterke traditie van de so
ciaal-democratische partij, die in het
grijze verleden een zware strijd had te
voeren tegen Bismarck.
Toentertijd gold alles, wat de rege
ring van Bismarck ondernam, als tegen
de socialisten gericht. De socialisten
reageerden door een onverzoenlijke op
positie, die vele van hun voormannen in
de gevangenis bracht.
Toen de socialisten tenslotte na 1918
regeringspartij waren geworden, bleek,
dat zij deze rol niet recht konden spe
len. Zij waren te zeer door traditie ge
bonden en konden niet tot een radicale
wijzigiüg van hun positie besluiten, zo
dat zij een oppositieprtij vormden, die
aan de regering was. Dit leidde tot ont
wrichtingen in de politieke constellatie.
Aan het einde daarvan stond ook het
einde van de republiek van Weimar.
Dit historische falen van de sociaal
democraten is dus begrijpelijk, maar het
blijft niettemin een falen.
Nu is er nog veel meer veranderd.
De socialisten worden niet meer, als in
de tijd van Blsmarch, voor hun socialis
tische beginselen strafbaar gesteld. Zij
lijden ook niet meer, zoals onder Hitier,
onder een onbeperkte terreur, maar zij
kunnen zich vrij ontwikkelen, deelnemen
aan regeringsverantwoordelijkheid ln de
deelstaten en met hun politieke oppo
nenten in de bondsregering op voet van
gelijkheid en wederzijds respect over al
les en nog wat beraadslagen.
De vrijheden, die in vroeger dagen zo
vurig door de arbeiders, die het socia
lisme verkozen, werden verlangd, zijn
in de bondsrepubliek reeds lang gemeen
goed geworden.
IN OOSTEN NIET
Alleen in het oostelijk deel van Duits
land, waar alles onder het merk „so
cialisme" loopt, daar is het anders;
daar hebben de arbeiders geen vrijheid
van organisatie, van drukpers, van sta
ken, kortom, daar is juist alles verbo
den, wat de oude socialisten als het
summum van socialistische leefwijze
voor ogen stond.
De levensstandaard van de Westduit
se arbeider is aanwijsbaar tot een tot
dusverre ongekende hoogte gestegen. In
de door de socialisten in hoofdzaak ge
dirigeerde vakbeweging' denkt men nau
welijks meer aan een strijd voor mede
zeggenschap; men gelooft, dat men het
recht tot het laatste woord ln de eco
nomie heeft.
Het ziet er dus wezenlijk anders uit
dan vroeger. Maar niettemin opereren
de socialisten op een wijze, die, naar
hun eigen woorden, op een operatiebasis
vanuit een ghetto gelijkt. Wie heeft
echter de socialisten na de tweede we
reldoorlog en meer in het bijzonder na
1949 in West-Duitsland In dat ghetto
gejaagd? Waren het niet de socialisten
zelf, die er de voorkeur aan hebben ge
geven, zich in het Isolement van de op
positie te begeven? Zij deden dat met
de speculatie, dat de Christen-demo
craten en meer speciaal Konrad Aude-
nauer, wel een echec zou lijden.
Het kwam echter anders. In de bonds
republiek gelukte het, door de vrije
markteconomie en een verstandige bui
tenlandse politiek, een situatie te schep
pen, die overal in de wereld bewonde
ring afdwong en die een ongekende
welvaart aan miljoenen bracht. Daar
door werd de socialistische speculatie
van 1949 een mislukking en werd het
vertrouwen van de bevolking in de po
litieke doeleinden van de bondsregering
verstrekt.
Nu gaan we een ringrijderij bijwonen. Daar komen ze aanrijden, da
ridders van het tournooi. Boerenjongens onder de 30 jaar in Walchers
costuum zijn er niet meer. Rijden ze in Middelburg, dan moeten ze
voor die ene dag een boerenpakje aantrekken. Maar op de dorpen is
dat niet verplicht. Daar maken ze het zich wa^ de kleren betreft zo
gemakkelijk mogelijk. Tegenwoordig komt op sommige plaatsen een
witte broek in de mode; is lekker licht, maar ook gauw vuil.
insteken. Ze zingen (zingen!) we] bij
iedere mislukking:
'tls mis, 't is mis,
Alsof t'r geen gat in is,
Maar aan hun nerveuze schreeuw
stem is wel te horen, dat ze er een
gloeiende hekel aan hebben. Uit mede-
hjden laat men ze dan bij het einde
van de wedstrijd door een heel grote
ring steUfci: de hoepelrit dat kan
zelfs iemand, die nog nooit op een
paard heeft gezeten en nog nooit van
ringrijden heeft gehoord.
Bezwaren
Van kerkelijke zijde zijn er dikwijls
bezwaren ingebracht tegen het ring
rijden. Niet zozeer tegen het spel als
zodanig, maar tegen ue- gevolgen er
van: dronkenschap, vechtpartijen en
losbandigheid.
U begrijpt wel, die paarden jagen
veel stof op, waarvan een deel wordt
ingeademd. En die stoffige kelen moe
ten af en toe „gesmeerd" worden. He
laas te veel soms, zodat er rijders zijn,
die de ring nauwelijks meer kunnen
zien, laat staan dat ze nog kunnen in
steken. De laatste jaren is er echter op
dit punt veel verbetering gekomen en
is het overmatig drankgebruik sterk
afgenomen. Als eervolle vermelding
mag van heel wat ringrijders verteld
worden, dat ze op zo'n dag niets an
ders gebruiken dan limonade, choco
mel of dergelijke onschuldige dranken.
Op de meeste.dorpen mag op het ter
rein van de wedstrijd geen sterke
drank geschonken worden.
Weet u, dat men vroeger ook wel
een zilveren ring gebruikte bij het
ringsteken? In vroeger tijd waren de
mensen veel bijgeloviger dan tegen
woordig (heus?) en dachten ze, dat
„de boze" invloed kon uitoefenen op ja
kans. De duivel kon de ring namelijk
groter of kleiner doen schijnen. Dat
gaf voor de een pech, aar een ander
bofte ermee. Dan was het dus geen
eerlijke wedstrijd meer, maar duivels-
geluk of satansongeluk.
Op zilver hebben boze machten ech
ter geen invloed, vandaar het gebruik
van een zilveren ringrijdersring. Bij
het kopen der gouden en zilveren
prijzen werd die ring altijd gehaald
bij de goudsmid Hackenberg te Mid
delburg, die hem in bruikleen afstond.
Nu gebruikt men nu ,t ijzeren rin
gen. Pas geleden hoorde ik echter ver
tellen, dat ze op een dorp een zilveren
ring gekocht hadden. Niet omdat ze
bijgelovige waren en daarom het on
kwetsbare zilver kozen, maar alleen
omdat deze ring beter te zien was dan
de lelijk-geworden ijzeren!
Pollepelrijden
Het slot van de wedstrijd is het pol
lepelrijden. Vroeger werd deze „prijs"
toegekend aan iemand, die de hele
lange dag geen enkele ring had ge
haald. Een sukkel dus in dit edele
spel. Wat deed zo iemand in de arena?
Hij was alleen maar geschikt om pap
te roeren, zoals op de hofstede de
koeienmachter of het kleinste knech
tje dat moest doen in de tijd, dat er
ieder avond een grote schaal kame-
melksepap of tafel kwam. Geef zo'n
hals een pollepel, desnoods met een
„zoetekoek" erbij. Een schandeprijs
dus.
Nu is dat anders geworden. Nu rijdt
iedere deelnemer één keer, tot na her
haald kampen de pollepelheld over
blijft als de beste rijder van dit ge
deelte van het feest.
Door zijn makkers wordt hij onder
luid gejuich in de hoogte gegooid („ge
jonast"). Als een extraprijs heeft hij
de pollepel gewonnen, op zichzelf van
weinig waarde, maar vergezeld van
een doos sigaren of iets dergelijks. De
vroegere schandeprijs is dus een ere-
prijs geworden, die soms, mooi ge
schilderd, als herinnering in de kamer
wordt opgehangen.
Prijsuitdeling
De dag wordt besloten met het uit
delen der prijzen, die heel de dag aan
de prijzenlat tentoongesteld hangen.
Ze zijn gekocht van het inleggeld der
deelnemers, dat tegenwoordig op vele
dorpen f 5.a f 6 bedraagt. Verder
zijn er vrijwillige giften binnengeko
men van de notabelen van het dorp en
van allen, die dit ouds volksvermaak
een goed hart toedragen.
Om geld wordt nooit gereden, altijd
om gebruiksvoorwerpen. Toen heel
Walcheren nog de klederdracht droeg,
waren het gouden en zilveren voor
werpen, die bij de dracht behoorden.
Nu zijn het meestal huishoudelijke ar
tikelen, zoals een fluitketel, barome
ter, kapstok, fietsband, lepels- en -vor-
kens en dergelijke nuttige zaken.
Op de meeste plaatsen gaat het zo,
dat er de hele dag gereden wordt wie
het hoogste aantal ringen aan zijn
lans krijgt: dat is dus de eerste-prijs-
winnaar, die de eerste keus heeft bij
het uitzoeken van het begeerde aan de
prijzenlat. Dan komt nummer twee en
zo vervolgens.
Vroeger hield men er wel een andere
methode op na, te ingewikkeld om hier
uiteen te zeggen: ik meen dat men
deze manier op een paar dorpen nog
gebruikt.
Is het ringrijden een overblijfsel van
het oude ridderspel uit de Middel
eeuwen? Niet onmogelijk. Waar vele
oude volksgebruiken in onze moderne
tijd langzamerhand, gaan verdwijnen,
zal het velen tot vréugde stemmen, dat
die boerentoernooi nog niet is uitge
storven. Zodat we bij een goedgeslaag
de lansstoot overal op Walcheren de
schone" deun kunnen horen uitgal
men:
,,'tls in, 't is in!
zo gaet 'et nae' m'n zin!"
L. v. W.
De wedstrijd zal beginnen: op on
gezadelde paarden, een zadel is voor
hen overbodige weelde.
De oppasser staat al bij de ring, hij
heeft het druk vandaag. Vanmorgen
vroeg heeft hij de baan in orde ge
maakt en nu staat hij met een haak
bij de ring. Om die naar verkiezing
van de deelnemer een paar centimeter
naar rechts of naar links te verschui
ven. De een rijdt meer in 't midden,
een ander weer mee: naar de kant,
zodat de ring telker.s wat verschoven
moet worden. Zo staat hij daar heel de
lange dag als de onderdanige dienaar
der ringrijders om uit hun geschreeuw,
gebaren en zwaaibewegingen hun wen
sen te begrijpen en te vervullen. Om
12 uur heeft hij een uur rust, welver
diend ongetwijfeld, evenals de rijders
en de paarden.
In galop
'tls altoos een mooi moment, wan
neer de jonge boer komt aanrijden om
een kans te wagen. De lans in de rech
terhand, het fonkelend oog gericht op
de ring, vuurt hij zijn paard aan met
het weinig welluidend geschreeuw van
„allez Mor.tje, Bles, Marie!" of hoe zo'n
beest ook heten mag. Daar gaat het
in galop. Voorovergebogen, soms lig
gend bijna op de nek van zijn knol,
de benen geklemd om de flanken van
het dier, de lans vooruit gestrekt, pro
beert hij deze in de nauwe opening te
steken, om zo de ring in triomf mee te
voeren. Als je d'r bij staat te kijken,
lijkt het tamelijk eenvoudig, maar in
de praktijk val het heus niet mee.
De schokkende bewegingen van het
springende paard zijn ook al niet be
vorderlijk voor een preciese trefzeker
heid en daar is nu eenmaal niets aan
te veranderen: het paard moet galop
peren, anders is de rit ongeldig. Wan
neer het beest het niet verkiest, zijn
poten vlug genoeg voorbij elkaar te
zetten, moet de berijder zijn lans ach
terover op zijn schouder zwaaien en
moet hij terug naar het begin van de
baan, om opnieuw zijn kans te wagen.
Probeert hij toch, in de steken ter
wijl zijn paard op een sukkeldrafje
loopt, dan mag het winstpunt, veron
dersteld dat hij het haalt, niet mee
tellen. Sommige jongens oefenen dan
ook in hun vrije tijd nogal eens op de
boerderij en u begrijpt: dat zijn niet
van de minsten.
Er zijn er echter ook, die zelfs de
hele dag geen enkele keer kunnen
Donderdagnacht omstreeks 0.45 uur
werd door voorbijgangers in de ijs- en
fritnurzaak van de heer V. Gori aan de
St. Josephstraat 34 te Tilburg een felle
brand ontdekt. Bij een haastig ingesteld
ondezoek bleek dat het daar wonende
echtpaar afwezig was, maar dat hun
twee kinderen, jongens van 9 en Z'A jaar,
zich boven in het brandende perceel be
vonden.
Dank zij het kordate optreden van een
der voorbijgangers kon het knaapje van
negen jaar gered worden. Het andere
kind kwam echter jammerlijk in de
vlammen om.
Door de haast waarmede het reddings
werk werd uitgevoerd, bleven de deuren
en ramen openstaan, zodat het vuur, dat
in de aanwezige vetten voedsel vond, zich
met grote snelheid over de overige ver
diepingen verspreidde. Het kleintje van
2'A jaar kon men daardoor niet meer be
reiken. Door het krachtig ingrijpen van
de brandweer kon het vuur beperkt blij
ven tot de frituurzaak, die echter geheel
uitbrandde. Omtrent de oorzaak tast
men nog in het duister.