Johann Wichern, vader der
inwendige zending
Niet bedrogen uitgekomen met
het waagstuk van het geloof
Wat doe je het liefst?
Petsie
Pelle
Pingo
Vele Engelse vakbondjes in
in nationale federatie
Let L
wan
oeL
Maandag 2 juni 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 4
Uo en
TELEVISIE
Uit de wereld
ZIERIKZEE
Zelfs de Watermenverlieten hun
isolement na 450jaar
Predikanten over
atoomwapens
Geen pseudo-wetenschappelijk
examen
De vrolijke
avonturen
van
en
DINSDAG 3 JUNI
HILVERSUM I (402 m.). KRO: 7.00
Nws. 7.10 Gram. 7.45 Morgengebed en lit.
kal. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.50 Voor de
huisvr. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 9.45
Lichtbaken. 10.00 V. d. kleuters. 10.15
Gram. 10.30 Schoolradio. 10.50 Idem. 11.00
V. d. vrouw. 11.30 Schoolradio. 11.50 Als
de ziele luistert. 12.00 Middagklok
noodklok. 12.03 Gram. 12.30 Land- en
tuinb.meded. 12.33 Gram. 12.55 Zonne
wijzer. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.20
Gram. 13.30 Lichte muz. 14.00 School
radio. 14.30 Wij vrouwen van het land.
14.40 Gevar. progr. 16.00 V. d. zieken.
16.30 Ziekenlof. 17.00 V. d. jeugd. 17.40
Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen
Overzee. Opstelcompetitie TilburgPara
maribo, door J. J. van der Walle. 18.00
Lichte muz. 18.20 Gram. 18.30 R.V.U.: De
praktische waarde van de sociologie, door
Prof. Dr. Sj. Groenman. 3e lezing. 19.00
Nws. 19.10 Het Nationaal Maria Congres
te Nijmegen, caus. 19.20 Lichte muziek.
19.40 Gram. 20.20 Katechismus. 20.30 Act.
20.45 Tien jaar KRO-schoolradio, klankb.
21.20 Gioas, Koning van Juda, oratorium.
22.45 Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws.
23.15—24.00 Gram.
HILVERSUM H (298 m.). AVRO: 7.00
Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. VPRO: 7.50
Dagopening. AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram.
9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 De Groente
man. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00
Gram. 10.50 V. d. kleuters. 11.00 Voor de
zieken. 12.00 Hammondorgelspel. 12.20
Regeringsuitz.: Landb.rubriek. Land
bouwkundig weeroverz. 12.30 Land- en
tuinb.meded. 12.33 Mil. ork. 13.00 Nws.
13.15 Meded. en gram. 13.25'Lichte muz.
13.55 Beursber. 14.00 Paul Vlaanderen en
het Spencer Mysterie", hoorsp. 14.40
Schoolradio. 15.00 Strijkkwart. 15.30 God
is het antwoord- op de hedendaagse ver
warring, die ons achtervolgt, caus. 15.45
Gram. 16.30 V. d. jeugd. 17.20 De dieren
wereld en wij, caus. 17.30 Dansmuziek,
17.45 Gram. 18.00 Nws. 18.15 Pianospel.
18.30 Amateursuitz. 18.55 Paris vous par-
le. 19.00 Gevar. progr. 19.45 Toneelbesch
20.00 Nws. 20.05 Lichte muz. 20.35 Het
teken van de barmhartigheid, documen
tair hoorspel. 21.45 Act. 22.00 Gram. 22.20
Koorconc. 23.00 Nws. 23.15 Koersen te
New York. 23.16 New York calling. 23.21
22.30 Idem.
BRUSSEL (324 m.). 12.00 Zigeunermuz,
12.15 Pianospel. 12.30 Weerber. 12.35
Tuinb.kron. 12.40 Pianospel. 13.00 Nws.
13.11 Gram. 14.00 Schoolradio. 15.45 Dan
sen en koren. (Om 16.00 Koersen). 17.00
Nws. 17.10 Pianorecital. 17.45 Boekbespr.
18.00 V. d. jeugd. 18.30 V, d. sold. 19.00
Nws. 19.30 Wereldtentoonstelling. 20.00
V. d. vrouw. 21.00 Gram. 21.15 Omr.ork
22.00 Nws. 22.15 Strijkork. 22.55—23.00
Nws.
Vaak wordt in de kerk gezegd of gezongen, dat het geloof nooit te
veel kan verwachten. Natuurlijk beaamt iedereen dat, maar weinigen
hebben het persoonlijk ondervonden. Het treft telkens weer, dat alle
„groten in het koninkrijk Gods" in hun leven het waagstuk van het
geloof hebben aangedurfd en dat zij daarin niet bedrogen zijn uitge
komen.
Als er iemand is, voor wie dit geldt, dan zal het zeker Johann
Hinrieh Wichern zijn, wel genoemd de „vader der inwendige zending".
Op 21 april j.l. was het honderdvijftig jaar geleden, dat Wichern te
Hamburg werd geboren.
De evangelische kerk in Duitsland heeft dit feit met feestelijkheid
herdacht. Dezer dagen verscheen te Hamburg het eerste deel van een
wetenschappelijke uitgave over het leven en werk van Wichern, ver
zorgd door prof. dr. P. Meinhold, hoogleraar in de kerkgeschiedenis
te Kiel.
Speculaas en Illusies, door René
Bink. 3oekvinkdeeltje, uitgave De
Arbeiderspers, 1958.
Het lijdt geen twijfel of er steekt een
toekomstige auteur in Bink, ook al zou
den we aannemen, dat in deze goed ge
schreven novelle een behoorlijk brok
auto-biografie steekt. Het bezwaar, dat
ln feite tegen dit verhaal is aan te bren
gen is, dat we het bekrompen stadje,
de mensen, (al even bekrompen), de om
standigheden, door de bril van een jong
broekje te zien krijgen, die dan echter
er zijn beschouwingen over geeft en de
conclusies uit trekt, welke alléén te ver
wachten zijn van een volwassen, levens-
ervaren en rijp persoon. Dat wordt dan
natuurlijk een bezwaar, dat het gehele
verhaal door blijft drukken op de con
ceptie, de dialoog en de ontwikkeling.
Maar dat zien we toch graag door de
vingers, wanneer we letten op de uit
stekende en rake tekening, sfeergeving,
enz.
Voor ons, die gewend zijn het leven te
stellen onder de norm van het positief
christelijk geloofsleven, is het verhaal in
nog een ander opzicht instructief. Chris
tendom ligt volkomen buiten de periferie
van deze auteur. En wat wordt het leven
dan arm en grauw, vlak en leeg. On
danks de schrijver zelf, drukt het ver
haal op overtuigende wijze uit, hoe arm
het huwelijk- en gezinsleven, de onder
linge verhoudingen worden kunnen, wan
neer het grauwe leven niet overstraald
wordt door de lichtglans van het blij
moedig geloofsleven en de innerlijke
overtuiging, dat geheel ons leven, óók
maatschappelijk, óók in huwelijk en ge
zin, verlost en in beginsel geheeld is,
door het volbrachte offer van Hem, Die
in ons leven Inkwam tot redding, niet
slechts van de ziel, maar van gehéél ons
bestaan. Wat zouden we graag willen,
dat deze Jonge auteur daar lets van be
grepen had!
V. S.
In het „Huis van Nassau" had ln te
genwoordigheid van het bestuur der
CJBTB de diploma-uitreiking plaats
van de cursus Trekkerbestuurder in de
landbouw le klasse. Deze cursus was
georganiseerd door de CJBTB ln nauw
contact met de Coördinatie Commissie
Vakonderwijs.
De voorzitter van de technische com
missie, de heer P. Flikweert, sprak een
welkomstwoord, waarna de heer P.
Steutel, die als docent optrad, de diplo
ma's met een persoonlijk woord aan de
cursisten uitreikte.
Namens de deelnemers dankte de
heer P. J. Boot de heer Steutel.
Tenslotte werd nog het woord ge
voerd door de voorzitter der CJBTB,
de heer W. den Boer.
De geslaagden zijn: S. J. bij de Vaa-
te, Kerkwerve; P. Flikweert, Nieuwer-
kerk; P. J. Boot, Kerkwerve; J. Boot,
Kerkwerve; L. de Ruijter, Zierlkzee;
B. Huijgens, Kerkwerve; L. van der
Sluis, J. J. Bil en J. de Bakker, Zierlk
zee; J. G. bij de Vaate, Kerkwerve en
J. van der Sluis te Zierikzee. Geen der
cursisten werd afgewezen.
De evangelische
landskerk te Ham
burg, die deze
uitgave bekostigde
zal voorts in sep
tember een ander
feit betreffende
Wichern vieren:
de ingebruikne
ming van het
Rauhe Haus op
12 september 1833,
dus 125 geleden.
Het Rauhe Haus
is de officiële
start geweest van
WIcherns christe-
lijk-filantropische
werkzaamheid.
Liever dan hem
op zijn hele le
vensweg te volgen,
willen wij in her-
inering brengen,
hoe hij met zijn
gezegend werk
begon.
Dat begin is
het volgende ge
weest. Als jong
kandidaat in de
theologie was Wi
chern, ter Voor
bereiding op zijn
domineesambt,
zondagsschoolon
derwijzer en be-
zoekbroeder ge
worden. In beide
functies kwam hij
volop in aanraking met het zedenbe
derf en de gevolgen daarvan by de
laagste klassen der Hamburgse bevol
king.
In de jaren rond 1830 was Hamburg,
zoals vele wereldsteden, een plaats,
waar het zedelijk bederf snel voort
woekerde. Van elke vflf kinderen, die
geboren werden, was er één oneéht.
Daardoor groeide een heel leger van
kinderen „voor galg en rad" op. Hun
moeders indien deze zich nog Iets
van de kinderen aantrokken konden
doorgaans niet voor een redelyke op
voeding zorgen.
Toen Wichern zich realiseerde welke
toestanden dit opleverde, probeerde hij
een aantal andere bezoekbroeders warm
te krijgen voor het denkbeeld van een
inrichting ten behoeve van deze ver
waarloosde kinderen. Er bestonden wel
zogenaamde „reddingshuizen", maar
geen daarvan was In Hamburg geves
tigd.
Bovendien wilde Wichern niet, dat
zo'n instelling een soort bewaarplaats
voor kinderen zou zijn; zijn gedachten
gingen uit naar een niet te groot huis,
waar tien 4 twaalf kinderen in de sfeer
van een christeiyk huisgezin konden
opgroeien. Zo'n huis moest niet in Ham
burg zelf staan, want dan raakten de
kinderen de sfeer van de grote stad
niet kwijt, maar ergens op het platte
land, niet ver van de stad. Frisse lucht
en handenarbeid zouden een goede the
rapie zijn.
„JE BIDT TOCH WEL.
Nu begint de historie een romantisch
aspect te vertonen. De bezoekbroeders
waren mannen „rijker ln geloof en
liefde dan in zilver en goed". Geld om
een huis te stichten was er niet, maar
de mannen waren ervan overtuigd, dat
God hun dit op het gebed zou schen
ken.
Zij baden dus voortdurend voor deze
goede zaak. Ontmoetten zij elkaar op
straat, dan was hun eerste vraag: je
bidt toch wel voortdurend voor het
,huis" 7
Dat bidden bleef niet zonder gevolg.
Eén van de broeders ontving op zeke
re dag van iemand, die nergens van
wist, f 180 om naar eigen goeddunken
voor een liefdadig doel te besteden. Een
paar weken later besloot een dommee,
die aangewezen was om een legaat van
f 12.600 een goede bestemming te ge
ven, dit geld aan het reddingshuis te
schenken. Ook andere giften vloeiden
toe. Vervolgens besloot een groot
grondbezitter te Horn by Hamburg een
huls met omliggend terrein aan Wi
chern af te staan.
Maar het „happy end" was er nog
niet. Want een week later berichtte
de dominee aan Wichern, dat hy het
legaat niet kon uitbetalen, daar er
een proces over gaande was. Verder
bleek, dat het aangewezen huis met
grond toch ongeschikt zou zijn. Nu
scheen alles verloren. De broeders
waren erg ontmoedigd; sommigen
trokken zich terug, maar Wichern
kon niet geloven, dat God dit plan
wenste te doen mislukken. Daarom
bad men te ernstiger om vervulling
van de wensen.
Dit gebed werd na enige tyd ver
hoord. Het proces om het legaat ein
digde ln het voordeel van Wichern; ja,
de som was nog groter dan waarop
men aanvankelijk rekende. En de groot
grondbezitter kwam spoedig met een
ander terrein voor de dag. Wichern zou
dit kunnen krijgen; jammer alleen, dat
het daarbij staande huis nog voor een
paar jaar verhuurd was.
jjohamt Bitircrf? IDirfiertt,
Maar nu gebeurde er Iets wonder-
lpks: toen de eigenaar op een van de
volgende dagen langs het huis wandel
de, kwam de bewoner op hem af, met
het beleefde verzoek om het huureon-
tracht te mogen beëindigen. Reeds de
andere dag ging de eigenaar met Wi
chern naar het huis om te zien of het
voor Wicherns doel geschikt zou zijn.
Welnu, dat was het natuurlyk!
Zo trok Wichern in het najaar van
1833 de woning binnen, die als het
„Rauhe Haus" bekend stond. Het huis
lag te Hom bij Hamburg in een lande
lijke sfeer met prachtige natuur. Pre
cies zoals Wichern het zich had voor
gesteld. Hij beschouwde het Rauhe
Haus dan ook als een zichtbare verho
ring van de gebeden. Het ter beschik
king gestelde huis was eeuwen
geleden gebouwd door de heer Ruge. In
het plat Duits betekent ruge hetzelfde
als ruig. Ruig is in het Hoogduits rauh;
ten onrecte heeft men Ruge Hoes dus
„beschaafd" gemaakt door van Rauhe
Haus te spreken. Toch is onder deze
naam het huis bekend geworden in
Duitsland, Europa en Amerika.
Het Rauhe Haus bestaat niet meer,
maar de Inrichtingen, door Wichern
gesticht, staan nog op hetzelfde ter
rein in Horn, tegenwoordig een drukke
voorstad van Hamburg.
Wichern stortte zijn reddingswerk
met drie jongens. Na een paar weken
had hy er twaalf en daarmee zat het
huis vol. Samen met zijn moeder hy
was nog ongetrouwd leidde Wichern
dit gezin. Wichern sliep met hen in de
zelfde kamer, hy at met de jongens en
zat bij ze in het grote woonvertrek.
Acht van de twaalf jongens waren
onecht; vier stamden uit een gezin van
dronken en misdadige ouders. Eén van
de twaalf was door de politie 92 maal
op diefstallen betrapt. Een ander was
uit de gevangenis ontvlucht. De meeste
jongens sliepen 's nachts onder bruggen
of een trap.
Met dit „rauwe"' gezélschap kreeg
Wichern te maken. Maar hy was er
dankbaar voor, want aan deze jongens
konden zijn moeder en hy al hun liefde
kwijt. Het was een lange weg om de
wederliefde van deze jongens te win
nen en om ze een vak te leren. Sommi
gen liepen weg, anderen vierden hun
vernielzucht bot. Maar de vluchtelin
gen keerden toch terug en de vernie
lers en ongezeggeiyken werden orden
telijke jongens.
Het geloof van Wichern, die immers
maar een amateur-opvoeder was, zou
nog dikwyis op de proef gesteld wor
den. Maar zijn geloofsvertrouwen werd
niet beschaamd.
Binnen enkele jaren verrezen rond
het Rauhe Haus diverse andere hulzen,
telkens bewoond door twaalf jongens
en een ouderpaar. Daarnaast kwamen
werkplaatsen, een school, een kapel en
dienstgebouwen tot stand.
In twintig jaar groeide de Rauhe
Haus-gemeenschap uit tot een dorp
met honderden jongens en meisjes, elk
behorende tot een der vele Rauhe Haus-
gezinnen.
Wicherns werk schudde de kerk wak
ker. „Als kerk kunt ge in uw onnfld-
deliy'ke omgeving zending dryven, als
uw oog maar opengaat voor de nood
rondom u", riep hy. Zo is het werk van
de „inwendige zending" ln Duitsland
gaan draaien, en het vond weerklank
over de hele wereld.
Wat in ons land mannen als
Heldring Pierson, Van 't Linden-
hout, De Liefde e.d. hebben ge
daan, is soms regelrecht voortge
vloeid uit het werk van Wichern.
Daarom heeft het zin, dat ook in
Nederland in dankbaarheid her
dacht wordt, dat 150 jaar geleden
Johann Hinrieh Wichern werd ge
boren, en dat hij 125 jaar geleden
begon met het Rauhe Haus.
(Van onze Londense correspondent).
Niet alle syndicaten zijn aangesloten bij het Trades Union Congres»
(T.U.C.), het nationale vakverbond der Britse arbeiders. Enkele
meestal zeer oude regionaal of professioneel beperkte vakvereni
gingen hebben er tot nu toe steeds de voorkeur aan gegeven, hun
actie volledig zelfstandig te voeren. Daaraan komt nu geleidelijk een
einde, aangezien leiders en leden van deze vakbonden meer en meer
gaan inzien, dat zij zonder de steun van een nationale organisatie hun
taak niet meer naar behoren kunnen vervullen.
De laatste aangeslotene by het T.U.G.
is de Watermen, Lightermen, Tugmen
and Bargem's Union, een vakbond, die
ontstond uit een belangengroepering,
waaraan reeds in de late Middeleeuwen,
in 1514 nameiyk, rechtspersoonlijkheid
werd verleend. De oorspronkelijke sta
tuten van de toenmalige Watermen's
Union bevatten een bepaling, waarin
werd omschreven, dat het doel van de
vereniging niet alleen was, leerjongens
volgens de Middeleeuwse gilde-traditie
ln het vak op te leiden en tot het be
roep toe te laten, maar er tevens voor
te waken, dat de beroepsbelangen van
de groep werden behartigd.
In de vorige eeuw begon de Union
vooral de nadruk te leggen op dit laat
ste en tal een nieuw statuut werd ver
klaard dat „tegenslagen wel het alleen-
staand individu kunnen neerhalen, maar
niets vermogen tegen een broederiyit
verenigde groep mannen, hoe klein hun
getal ook zy".
In 1926 werden de statuten tenslotte
voor de laatste maal gewyzigd om de
baggerwerkers, de loodsen en al de
„water-mensen" (o.a. lossers van zee
schepen in rivierboten) van de Theem»,
een normale en moderne syndicale or
ganisatie mogelijk te maken in het ka
der van een meer dan vier eeuwen oude
vakbond.
Thans sluit deze Union met zijn 4700
leden zich aan by het T.U.C. en komt
daar de reeks kleinere unions nog ver
sterken.
Aan achtduizend jongeren tussen
14 en 19 jaar heeft ds. Heinz Hun
ger de vraag voorgelegd: wat doe je
op zondag bij voorkeur? Het waren
allemaal jongelui, die een techni
sche- of een huishoudschool be
zoeken.
De jongeren konden desgewenst 3
of 4 antwoorden geven, indien zij
verschillende bezigheden op zon
dag deden. De hier volgende per
centages komen dus boven de 100
pet *tit. Desondanks geven zij zo
ongeveer aan, wat de protestantse
jeugd in West-Duitsland zondags
doet.
Uitslapen jongens 36,7, meisjes
37,9; tuinieren resp. 2,8, 2,4; aan
sport doen 32,8, 16,9; naar sport
kijken 23,5, 11,1; kerkgaan 18,0,
29,2; bioscoop 43,2, 39,9; dansen
19,8, 26,2; lezen 27,4, 37,9; wande
len 26,2, 33,5; vereniging 5,0, 3,1;
politiek 1,8, 0,8; by je vriend zijn
40,1, 29,2; by vriendin 37,9, 40,6;
in het gezin 16,6, 34,8; niks doen
4,4, 3,7.
Nadat te 's-Gravenhage vijf her
vormde predikanten zich bij Kerk
en Vrede hebben aangesloten, om
dat zij menen dat een christen geen
verantwoordelijkheid mag dragen
voor de atoombewapening, zijn
thans negen hervormde predikan
ten te Rotterdam voor de dag ge
komen met een aantal overwegin
gen inzake de atomische bewape
ning.
Zij menen het volgende aan de
gemeente te moeten voorleggen:
1. Het vraagstuk van de atomi
sche bewapening moet in ons volk
in het licht van Gods genade en
gebod strenger en intensiever wor
den doordacht dan nu gebeurt.
2. Wij menen dat hoeveel
zakelijke argumenten ook mogen
pleiten voor de atomische bewape
ning van de Navo-strijdmacht en
voor de handhaving van het ato-
misch evenwicht de gehoorzaam
heid aan de Heilige Schrift met
zich meebrengt, dat de atomische
bewapening wordt afgewezen. Wij
menen, dat de door de atomische
bewapening opgeroepen situatie
niet kan worden vergeleken met
de situatie van Romeinen 13.
3. Wel erkennen wij, dat het ge
bruik van het in Romeinen 13 ge
noemde zwaard der overheid onder
bepaalde omstandigheden onver
mijdelijk kan zijn om onrecht te
weren of terug te dringen. Doch
wij menen, dat daarmee de atomi
sche bewapening niet kan worden
verdedigd, aangezien het gebruik
van deze wapenen neerkomt op
de ondermijning van de levens
mogelijkheden voor het nageslacht
en wellicht op de vernietiging van
het leven op aarde.
4. Door de Heilige Geest worden
wij, zeker in deze pinkstertijd, be
paald bij het positieve werken van
het evangelie van het koninkrijk
Gods. In de gemeenschap met deze
Geest worden wij, vanuit het ver
zoend zijn met God door Jezus
Christus, geroepen ook tot mensen
en volken wegen van verzoening
te gaan. Dit brengt risico de
mogelijkheid van lijden met zich
mee. Wij bedenken dan, dat de
Heer gezegd heeft: Wie zyn leven
zal willen behouden, die zal het
verliezen, maar wie zijn leven zal
willen verliezen om Mijnentwil,
die zal het vinden (Matth. 16 25).
5. In dit licht zijn wij ervan over
tuigd, dat:
a. de christenheid geroepen is, de
regeringen van oost en west in
deze critisch vragend en herinne
rend aan Gods gebod te begelei
den bij hun beslissingen;
b. de westerse christenheid het
gesprek met de broeders in de
communistisch geregeerde landen
moet voortzetten.
„Het leven en de dood heb ik u
voorgesteld: de zegen en de vloek.
Kies dan het leven, opdat gij leeft,
gij en uw kinderen, liefhebbende
de Here uw God, zijn stem gehoor
zaam zynde en Hem aanhangend,
want Hij is uw leven".
De overwegingen zijn onder
tekend door de predikanten G. J.
H. Gijmink, dr. W. S. van Leeu
wen, F. Oberman, J. W. Schokking,
dr. J. Spérna Weiland, J. W. van
Swigchum, G. van Veldhuizen, M.
J. C. Visser en H. W. Waarden-
burg.
De acht andere hervormde pre
dikanten van Rotterdam hebben
deze overwegingen niet onder
tekend. Wy meldden reeds, dat één
hunner, de jeugdpredikant ds. M.
L. W. Schoch, de atomische bewa
pening onvermijdelijk achtte.
Nu er in een van de gemeenten
der classis Zutphen van de gere
formeerde kerken een kandidaat
als nieuwe predikant komt, moest
deze kandidaat, zoals gebruikelijk
is, peremptoir examen voor de
classis doen.
Ds. D. van der Meulen te Eefde
noemt in zijn gemeentebericht
twee vragen, die tijdens dit exa
men door een ouderling aan de
kandidaat gesteld waren, nameiyk
of hij wist, waar in de bijbel voor
het eerst sprake is van een preek
stoel, en welke moeilijkheden er
waren geweest met de brief van
Jacobus ten opzichte van de canon.
Ds. Van der Meulen verbindt
hieraan het volgende commentaar!
„Ik wil graag verklaren een voor
stander te zijn van het vragen door
ouderlingen op dit tweede examen,
waar het er vooral om gaat te
polsen welk soort van ambtsbroeder
we in onze classis krijgen en niet
om een copie op te voeren van een
wetenschappelijk kandidaatsexamen
der universiteit. Ik zou het pleit
willen voeren'voor vragen, die ons
een indruk geven aangaande de
manier, waarop de kandidaat straks
zijn gemeente denkt te leiden; wat
hy dringend nodig meent te ach
ten voor een gezond kerkelijk
leven; kortom, welke medestander
krijgen we als mens, als pastor, als
kerkeraadsvoorzitter?
De beide door een ouderling ge
stelde vragen waren in dit opzicht
waardeloos en niet op hun plaats.
De preekstoel van Erza is leuk voor
een jaarfeest-hersengymnastiek;
terwijl de andere vraag naar zijn
zwaarte alleen gesteld behoorde te
worden door iemand, die weet wat
hieraan vastzit en niet door een
broeder, die hoogstens bij ds. X.
een commentaar van prof. Gros
heide kan lenen om na te lezen,
wat die hooggeleerde er over zegt.
Nee, laten de ouderlingen met de
vragen uit de praktijk komen, de
eigensoortige vragen van onze
streek, dan voelt de aanstaande
collega waarom we hem nodig
hebben en dat we graag op zijn
loyale hulp en kundigheid rekenen".
Ingezonden mededeling (Adv.)
DAAROM is Mascotte 3 x beter!
50-4)
Ook op de terugweg heb ik
geen schat gevonden! Maar het
kan mij niet zoveel schelen, want
ik heb een ontzettende honger!
Dat hebben we allemaal, Pin-
Jo. Kijk maar eens naar de oude
zeemandie is gewoon flauw
gevallen!
De schat heb ik niet gevon
den, maar toch vond ik het wel
leuk onder de rivier door te wroe
ten. Hallo, zeeman, je moet je pijp
niet op het tafelkleed leggen!