Johann Wichern, vader der inwendige zending Niet bedrogen uitgekomen met het waagstuk van het geloof Wat doe je het liefst? Petsie Pelle Pingo Vele Engelse vakbondjes in in nationale federatie Let L wan oeL Maandag 2 juni 1958 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 4 Uo en TELEVISIE Uit de wereld ZIERIKZEE Zelfs de Watermenverlieten hun isolement na 450jaar Predikanten over atoomwapens Geen pseudo-wetenschappelijk examen De vrolijke avonturen van en DINSDAG 3 JUNI HILVERSUM I (402 m.). KRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.50 Voor de huisvr. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 9.45 Lichtbaken. 10.00 V. d. kleuters. 10.15 Gram. 10.30 Schoolradio. 10.50 Idem. 11.00 V. d. vrouw. 11.30 Schoolradio. 11.50 Als de ziele luistert. 12.00 Middagklok noodklok. 12.03 Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Gram. 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nws. en kath. nws. 13.20 Gram. 13.30 Lichte muz. 14.00 School radio. 14.30 Wij vrouwen van het land. 14.40 Gevar. progr. 16.00 V. d. zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 V. d. jeugd. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Rijksdelen Overzee. Opstelcompetitie TilburgPara maribo, door J. J. van der Walle. 18.00 Lichte muz. 18.20 Gram. 18.30 R.V.U.: De praktische waarde van de sociologie, door Prof. Dr. Sj. Groenman. 3e lezing. 19.00 Nws. 19.10 Het Nationaal Maria Congres te Nijmegen, caus. 19.20 Lichte muziek. 19.40 Gram. 20.20 Katechismus. 20.30 Act. 20.45 Tien jaar KRO-schoolradio, klankb. 21.20 Gioas, Koning van Juda, oratorium. 22.45 Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. HILVERSUM H (298 m.). AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 De Groente man. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 10.50 V. d. kleuters. 11.00 Voor de zieken. 12.00 Hammondorgelspel. 12.20 Regeringsuitz.: Landb.rubriek. Land bouwkundig weeroverz. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Mil. ork. 13.00 Nws. 13.15 Meded. en gram. 13.25'Lichte muz. 13.55 Beursber. 14.00 Paul Vlaanderen en het Spencer Mysterie", hoorsp. 14.40 Schoolradio. 15.00 Strijkkwart. 15.30 God is het antwoord- op de hedendaagse ver warring, die ons achtervolgt, caus. 15.45 Gram. 16.30 V. d. jeugd. 17.20 De dieren wereld en wij, caus. 17.30 Dansmuziek, 17.45 Gram. 18.00 Nws. 18.15 Pianospel. 18.30 Amateursuitz. 18.55 Paris vous par- le. 19.00 Gevar. progr. 19.45 Toneelbesch 20.00 Nws. 20.05 Lichte muz. 20.35 Het teken van de barmhartigheid, documen tair hoorspel. 21.45 Act. 22.00 Gram. 22.20 Koorconc. 23.00 Nws. 23.15 Koersen te New York. 23.16 New York calling. 23.21 22.30 Idem. BRUSSEL (324 m.). 12.00 Zigeunermuz, 12.15 Pianospel. 12.30 Weerber. 12.35 Tuinb.kron. 12.40 Pianospel. 13.00 Nws. 13.11 Gram. 14.00 Schoolradio. 15.45 Dan sen en koren. (Om 16.00 Koersen). 17.00 Nws. 17.10 Pianorecital. 17.45 Boekbespr. 18.00 V. d. jeugd. 18.30 V, d. sold. 19.00 Nws. 19.30 Wereldtentoonstelling. 20.00 V. d. vrouw. 21.00 Gram. 21.15 Omr.ork 22.00 Nws. 22.15 Strijkork. 22.55—23.00 Nws. Vaak wordt in de kerk gezegd of gezongen, dat het geloof nooit te veel kan verwachten. Natuurlijk beaamt iedereen dat, maar weinigen hebben het persoonlijk ondervonden. Het treft telkens weer, dat alle „groten in het koninkrijk Gods" in hun leven het waagstuk van het geloof hebben aangedurfd en dat zij daarin niet bedrogen zijn uitge komen. Als er iemand is, voor wie dit geldt, dan zal het zeker Johann Hinrieh Wichern zijn, wel genoemd de „vader der inwendige zending". Op 21 april j.l. was het honderdvijftig jaar geleden, dat Wichern te Hamburg werd geboren. De evangelische kerk in Duitsland heeft dit feit met feestelijkheid herdacht. Dezer dagen verscheen te Hamburg het eerste deel van een wetenschappelijke uitgave over het leven en werk van Wichern, ver zorgd door prof. dr. P. Meinhold, hoogleraar in de kerkgeschiedenis te Kiel. Speculaas en Illusies, door René Bink. 3oekvinkdeeltje, uitgave De Arbeiderspers, 1958. Het lijdt geen twijfel of er steekt een toekomstige auteur in Bink, ook al zou den we aannemen, dat in deze goed ge schreven novelle een behoorlijk brok auto-biografie steekt. Het bezwaar, dat ln feite tegen dit verhaal is aan te bren gen is, dat we het bekrompen stadje, de mensen, (al even bekrompen), de om standigheden, door de bril van een jong broekje te zien krijgen, die dan echter er zijn beschouwingen over geeft en de conclusies uit trekt, welke alléén te ver wachten zijn van een volwassen, levens- ervaren en rijp persoon. Dat wordt dan natuurlijk een bezwaar, dat het gehele verhaal door blijft drukken op de con ceptie, de dialoog en de ontwikkeling. Maar dat zien we toch graag door de vingers, wanneer we letten op de uit stekende en rake tekening, sfeergeving, enz. Voor ons, die gewend zijn het leven te stellen onder de norm van het positief christelijk geloofsleven, is het verhaal in nog een ander opzicht instructief. Chris tendom ligt volkomen buiten de periferie van deze auteur. En wat wordt het leven dan arm en grauw, vlak en leeg. On danks de schrijver zelf, drukt het ver haal op overtuigende wijze uit, hoe arm het huwelijk- en gezinsleven, de onder linge verhoudingen worden kunnen, wan neer het grauwe leven niet overstraald wordt door de lichtglans van het blij moedig geloofsleven en de innerlijke overtuiging, dat geheel ons leven, óók maatschappelijk, óók in huwelijk en ge zin, verlost en in beginsel geheeld is, door het volbrachte offer van Hem, Die in ons leven Inkwam tot redding, niet slechts van de ziel, maar van gehéél ons bestaan. Wat zouden we graag willen, dat deze Jonge auteur daar lets van be grepen had! V. S. In het „Huis van Nassau" had ln te genwoordigheid van het bestuur der CJBTB de diploma-uitreiking plaats van de cursus Trekkerbestuurder in de landbouw le klasse. Deze cursus was georganiseerd door de CJBTB ln nauw contact met de Coördinatie Commissie Vakonderwijs. De voorzitter van de technische com missie, de heer P. Flikweert, sprak een welkomstwoord, waarna de heer P. Steutel, die als docent optrad, de diplo ma's met een persoonlijk woord aan de cursisten uitreikte. Namens de deelnemers dankte de heer P. J. Boot de heer Steutel. Tenslotte werd nog het woord ge voerd door de voorzitter der CJBTB, de heer W. den Boer. De geslaagden zijn: S. J. bij de Vaa- te, Kerkwerve; P. Flikweert, Nieuwer- kerk; P. J. Boot, Kerkwerve; J. Boot, Kerkwerve; L. de Ruijter, Zierlkzee; B. Huijgens, Kerkwerve; L. van der Sluis, J. J. Bil en J. de Bakker, Zierlk zee; J. G. bij de Vaate, Kerkwerve en J. van der Sluis te Zierikzee. Geen der cursisten werd afgewezen. De evangelische landskerk te Ham burg, die deze uitgave bekostigde zal voorts in sep tember een ander feit betreffende Wichern vieren: de ingebruikne ming van het Rauhe Haus op 12 september 1833, dus 125 geleden. Het Rauhe Haus is de officiële start geweest van WIcherns christe- lijk-filantropische werkzaamheid. Liever dan hem op zijn hele le vensweg te volgen, willen wij in her- inering brengen, hoe hij met zijn gezegend werk begon. Dat begin is het volgende ge weest. Als jong kandidaat in de theologie was Wi chern, ter Voor bereiding op zijn domineesambt, zondagsschoolon derwijzer en be- zoekbroeder ge worden. In beide functies kwam hij volop in aanraking met het zedenbe derf en de gevolgen daarvan by de laagste klassen der Hamburgse bevol king. In de jaren rond 1830 was Hamburg, zoals vele wereldsteden, een plaats, waar het zedelijk bederf snel voort woekerde. Van elke vflf kinderen, die geboren werden, was er één oneéht. Daardoor groeide een heel leger van kinderen „voor galg en rad" op. Hun moeders indien deze zich nog Iets van de kinderen aantrokken konden doorgaans niet voor een redelyke op voeding zorgen. Toen Wichern zich realiseerde welke toestanden dit opleverde, probeerde hij een aantal andere bezoekbroeders warm te krijgen voor het denkbeeld van een inrichting ten behoeve van deze ver waarloosde kinderen. Er bestonden wel zogenaamde „reddingshuizen", maar geen daarvan was In Hamburg geves tigd. Bovendien wilde Wichern niet, dat zo'n instelling een soort bewaarplaats voor kinderen zou zijn; zijn gedachten gingen uit naar een niet te groot huis, waar tien 4 twaalf kinderen in de sfeer van een christeiyk huisgezin konden opgroeien. Zo'n huis moest niet in Ham burg zelf staan, want dan raakten de kinderen de sfeer van de grote stad niet kwijt, maar ergens op het platte land, niet ver van de stad. Frisse lucht en handenarbeid zouden een goede the rapie zijn. „JE BIDT TOCH WEL. Nu begint de historie een romantisch aspect te vertonen. De bezoekbroeders waren mannen „rijker ln geloof en liefde dan in zilver en goed". Geld om een huis te stichten was er niet, maar de mannen waren ervan overtuigd, dat God hun dit op het gebed zou schen ken. Zij baden dus voortdurend voor deze goede zaak. Ontmoetten zij elkaar op straat, dan was hun eerste vraag: je bidt toch wel voortdurend voor het ,huis" 7 Dat bidden bleef niet zonder gevolg. Eén van de broeders ontving op zeke re dag van iemand, die nergens van wist, f 180 om naar eigen goeddunken voor een liefdadig doel te besteden. Een paar weken later besloot een dommee, die aangewezen was om een legaat van f 12.600 een goede bestemming te ge ven, dit geld aan het reddingshuis te schenken. Ook andere giften vloeiden toe. Vervolgens besloot een groot grondbezitter te Horn by Hamburg een huls met omliggend terrein aan Wi chern af te staan. Maar het „happy end" was er nog niet. Want een week later berichtte de dominee aan Wichern, dat hy het legaat niet kon uitbetalen, daar er een proces over gaande was. Verder bleek, dat het aangewezen huis met grond toch ongeschikt zou zijn. Nu scheen alles verloren. De broeders waren erg ontmoedigd; sommigen trokken zich terug, maar Wichern kon niet geloven, dat God dit plan wenste te doen mislukken. Daarom bad men te ernstiger om vervulling van de wensen. Dit gebed werd na enige tyd ver hoord. Het proces om het legaat ein digde ln het voordeel van Wichern; ja, de som was nog groter dan waarop men aanvankelijk rekende. En de groot grondbezitter kwam spoedig met een ander terrein voor de dag. Wichern zou dit kunnen krijgen; jammer alleen, dat het daarbij staande huis nog voor een paar jaar verhuurd was. jjohamt Bitircrf? IDirfiertt, Maar nu gebeurde er Iets wonder- lpks: toen de eigenaar op een van de volgende dagen langs het huis wandel de, kwam de bewoner op hem af, met het beleefde verzoek om het huureon- tracht te mogen beëindigen. Reeds de andere dag ging de eigenaar met Wi chern naar het huis om te zien of het voor Wicherns doel geschikt zou zijn. Welnu, dat was het natuurlyk! Zo trok Wichern in het najaar van 1833 de woning binnen, die als het „Rauhe Haus" bekend stond. Het huis lag te Hom bij Hamburg in een lande lijke sfeer met prachtige natuur. Pre cies zoals Wichern het zich had voor gesteld. Hij beschouwde het Rauhe Haus dan ook als een zichtbare verho ring van de gebeden. Het ter beschik king gestelde huis was eeuwen geleden gebouwd door de heer Ruge. In het plat Duits betekent ruge hetzelfde als ruig. Ruig is in het Hoogduits rauh; ten onrecte heeft men Ruge Hoes dus „beschaafd" gemaakt door van Rauhe Haus te spreken. Toch is onder deze naam het huis bekend geworden in Duitsland, Europa en Amerika. Het Rauhe Haus bestaat niet meer, maar de Inrichtingen, door Wichern gesticht, staan nog op hetzelfde ter rein in Horn, tegenwoordig een drukke voorstad van Hamburg. Wichern stortte zijn reddingswerk met drie jongens. Na een paar weken had hy er twaalf en daarmee zat het huis vol. Samen met zijn moeder hy was nog ongetrouwd leidde Wichern dit gezin. Wichern sliep met hen in de zelfde kamer, hy at met de jongens en zat bij ze in het grote woonvertrek. Acht van de twaalf jongens waren onecht; vier stamden uit een gezin van dronken en misdadige ouders. Eén van de twaalf was door de politie 92 maal op diefstallen betrapt. Een ander was uit de gevangenis ontvlucht. De meeste jongens sliepen 's nachts onder bruggen of een trap. Met dit „rauwe"' gezélschap kreeg Wichern te maken. Maar hy was er dankbaar voor, want aan deze jongens konden zijn moeder en hy al hun liefde kwijt. Het was een lange weg om de wederliefde van deze jongens te win nen en om ze een vak te leren. Sommi gen liepen weg, anderen vierden hun vernielzucht bot. Maar de vluchtelin gen keerden toch terug en de vernie lers en ongezeggeiyken werden orden telijke jongens. Het geloof van Wichern, die immers maar een amateur-opvoeder was, zou nog dikwyis op de proef gesteld wor den. Maar zijn geloofsvertrouwen werd niet beschaamd. Binnen enkele jaren verrezen rond het Rauhe Haus diverse andere hulzen, telkens bewoond door twaalf jongens en een ouderpaar. Daarnaast kwamen werkplaatsen, een school, een kapel en dienstgebouwen tot stand. In twintig jaar groeide de Rauhe Haus-gemeenschap uit tot een dorp met honderden jongens en meisjes, elk behorende tot een der vele Rauhe Haus- gezinnen. Wicherns werk schudde de kerk wak ker. „Als kerk kunt ge in uw onnfld- deliy'ke omgeving zending dryven, als uw oog maar opengaat voor de nood rondom u", riep hy. Zo is het werk van de „inwendige zending" ln Duitsland gaan draaien, en het vond weerklank over de hele wereld. Wat in ons land mannen als Heldring Pierson, Van 't Linden- hout, De Liefde e.d. hebben ge daan, is soms regelrecht voortge vloeid uit het werk van Wichern. Daarom heeft het zin, dat ook in Nederland in dankbaarheid her dacht wordt, dat 150 jaar geleden Johann Hinrieh Wichern werd ge boren, en dat hij 125 jaar geleden begon met het Rauhe Haus. (Van onze Londense correspondent). Niet alle syndicaten zijn aangesloten bij het Trades Union Congres» (T.U.C.), het nationale vakverbond der Britse arbeiders. Enkele meestal zeer oude regionaal of professioneel beperkte vakvereni gingen hebben er tot nu toe steeds de voorkeur aan gegeven, hun actie volledig zelfstandig te voeren. Daaraan komt nu geleidelijk een einde, aangezien leiders en leden van deze vakbonden meer en meer gaan inzien, dat zij zonder de steun van een nationale organisatie hun taak niet meer naar behoren kunnen vervullen. De laatste aangeslotene by het T.U.G. is de Watermen, Lightermen, Tugmen and Bargem's Union, een vakbond, die ontstond uit een belangengroepering, waaraan reeds in de late Middeleeuwen, in 1514 nameiyk, rechtspersoonlijkheid werd verleend. De oorspronkelijke sta tuten van de toenmalige Watermen's Union bevatten een bepaling, waarin werd omschreven, dat het doel van de vereniging niet alleen was, leerjongens volgens de Middeleeuwse gilde-traditie ln het vak op te leiden en tot het be roep toe te laten, maar er tevens voor te waken, dat de beroepsbelangen van de groep werden behartigd. In de vorige eeuw begon de Union vooral de nadruk te leggen op dit laat ste en tal een nieuw statuut werd ver klaard dat „tegenslagen wel het alleen- staand individu kunnen neerhalen, maar niets vermogen tegen een broederiyit verenigde groep mannen, hoe klein hun getal ook zy". In 1926 werden de statuten tenslotte voor de laatste maal gewyzigd om de baggerwerkers, de loodsen en al de „water-mensen" (o.a. lossers van zee schepen in rivierboten) van de Theem», een normale en moderne syndicale or ganisatie mogelijk te maken in het ka der van een meer dan vier eeuwen oude vakbond. Thans sluit deze Union met zijn 4700 leden zich aan by het T.U.C. en komt daar de reeks kleinere unions nog ver sterken. Aan achtduizend jongeren tussen 14 en 19 jaar heeft ds. Heinz Hun ger de vraag voorgelegd: wat doe je op zondag bij voorkeur? Het waren allemaal jongelui, die een techni sche- of een huishoudschool be zoeken. De jongeren konden desgewenst 3 of 4 antwoorden geven, indien zij verschillende bezigheden op zon dag deden. De hier volgende per centages komen dus boven de 100 pet *tit. Desondanks geven zij zo ongeveer aan, wat de protestantse jeugd in West-Duitsland zondags doet. Uitslapen jongens 36,7, meisjes 37,9; tuinieren resp. 2,8, 2,4; aan sport doen 32,8, 16,9; naar sport kijken 23,5, 11,1; kerkgaan 18,0, 29,2; bioscoop 43,2, 39,9; dansen 19,8, 26,2; lezen 27,4, 37,9; wande len 26,2, 33,5; vereniging 5,0, 3,1; politiek 1,8, 0,8; by je vriend zijn 40,1, 29,2; by vriendin 37,9, 40,6; in het gezin 16,6, 34,8; niks doen 4,4, 3,7. Nadat te 's-Gravenhage vijf her vormde predikanten zich bij Kerk en Vrede hebben aangesloten, om dat zij menen dat een christen geen verantwoordelijkheid mag dragen voor de atoombewapening, zijn thans negen hervormde predikan ten te Rotterdam voor de dag ge komen met een aantal overwegin gen inzake de atomische bewape ning. Zij menen het volgende aan de gemeente te moeten voorleggen: 1. Het vraagstuk van de atomi sche bewapening moet in ons volk in het licht van Gods genade en gebod strenger en intensiever wor den doordacht dan nu gebeurt. 2. Wij menen dat hoeveel zakelijke argumenten ook mogen pleiten voor de atomische bewape ning van de Navo-strijdmacht en voor de handhaving van het ato- misch evenwicht de gehoorzaam heid aan de Heilige Schrift met zich meebrengt, dat de atomische bewapening wordt afgewezen. Wij menen, dat de door de atomische bewapening opgeroepen situatie niet kan worden vergeleken met de situatie van Romeinen 13. 3. Wel erkennen wij, dat het ge bruik van het in Romeinen 13 ge noemde zwaard der overheid onder bepaalde omstandigheden onver mijdelijk kan zijn om onrecht te weren of terug te dringen. Doch wij menen, dat daarmee de atomi sche bewapening niet kan worden verdedigd, aangezien het gebruik van deze wapenen neerkomt op de ondermijning van de levens mogelijkheden voor het nageslacht en wellicht op de vernietiging van het leven op aarde. 4. Door de Heilige Geest worden wij, zeker in deze pinkstertijd, be paald bij het positieve werken van het evangelie van het koninkrijk Gods. In de gemeenschap met deze Geest worden wij, vanuit het ver zoend zijn met God door Jezus Christus, geroepen ook tot mensen en volken wegen van verzoening te gaan. Dit brengt risico de mogelijkheid van lijden met zich mee. Wij bedenken dan, dat de Heer gezegd heeft: Wie zyn leven zal willen behouden, die zal het verliezen, maar wie zijn leven zal willen verliezen om Mijnentwil, die zal het vinden (Matth. 16 25). 5. In dit licht zijn wij ervan over tuigd, dat: a. de christenheid geroepen is, de regeringen van oost en west in deze critisch vragend en herinne rend aan Gods gebod te begelei den bij hun beslissingen; b. de westerse christenheid het gesprek met de broeders in de communistisch geregeerde landen moet voortzetten. „Het leven en de dood heb ik u voorgesteld: de zegen en de vloek. Kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw kinderen, liefhebbende de Here uw God, zijn stem gehoor zaam zynde en Hem aanhangend, want Hij is uw leven". De overwegingen zijn onder tekend door de predikanten G. J. H. Gijmink, dr. W. S. van Leeu wen, F. Oberman, J. W. Schokking, dr. J. Spérna Weiland, J. W. van Swigchum, G. van Veldhuizen, M. J. C. Visser en H. W. Waarden- burg. De acht andere hervormde pre dikanten van Rotterdam hebben deze overwegingen niet onder tekend. Wy meldden reeds, dat één hunner, de jeugdpredikant ds. M. L. W. Schoch, de atomische bewa pening onvermijdelijk achtte. Nu er in een van de gemeenten der classis Zutphen van de gere formeerde kerken een kandidaat als nieuwe predikant komt, moest deze kandidaat, zoals gebruikelijk is, peremptoir examen voor de classis doen. Ds. D. van der Meulen te Eefde noemt in zijn gemeentebericht twee vragen, die tijdens dit exa men door een ouderling aan de kandidaat gesteld waren, nameiyk of hij wist, waar in de bijbel voor het eerst sprake is van een preek stoel, en welke moeilijkheden er waren geweest met de brief van Jacobus ten opzichte van de canon. Ds. Van der Meulen verbindt hieraan het volgende commentaar! „Ik wil graag verklaren een voor stander te zijn van het vragen door ouderlingen op dit tweede examen, waar het er vooral om gaat te polsen welk soort van ambtsbroeder we in onze classis krijgen en niet om een copie op te voeren van een wetenschappelijk kandidaatsexamen der universiteit. Ik zou het pleit willen voeren'voor vragen, die ons een indruk geven aangaande de manier, waarop de kandidaat straks zijn gemeente denkt te leiden; wat hy dringend nodig meent te ach ten voor een gezond kerkelijk leven; kortom, welke medestander krijgen we als mens, als pastor, als kerkeraadsvoorzitter? De beide door een ouderling ge stelde vragen waren in dit opzicht waardeloos en niet op hun plaats. De preekstoel van Erza is leuk voor een jaarfeest-hersengymnastiek; terwijl de andere vraag naar zijn zwaarte alleen gesteld behoorde te worden door iemand, die weet wat hieraan vastzit en niet door een broeder, die hoogstens bij ds. X. een commentaar van prof. Gros heide kan lenen om na te lezen, wat die hooggeleerde er over zegt. Nee, laten de ouderlingen met de vragen uit de praktijk komen, de eigensoortige vragen van onze streek, dan voelt de aanstaande collega waarom we hem nodig hebben en dat we graag op zijn loyale hulp en kundigheid rekenen". Ingezonden mededeling (Adv.) DAAROM is Mascotte 3 x beter! 50-4) Ook op de terugweg heb ik geen schat gevonden! Maar het kan mij niet zoveel schelen, want ik heb een ontzettende honger! Dat hebben we allemaal, Pin- Jo. Kijk maar eens naar de oude zeemandie is gewoon flauw gevallen! De schat heb ik niet gevon den, maar toch vond ik het wel leuk onder de rivier door te wroe ten. Hallo, zeeman, je moet je pijp niet op het tafelkleed leggen!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 4