0nder jonge ogen^> PUERTA DEL SOL: harteklop het gehele Spaanse volk Madrid is een gezellige en emotioneelvolle stad EEN DROGE DAG, WAAROP RIEN EN IK EEN AAP MISSEN J'J - J1 30.000 KILOMETER IN DERTIG DAGEN ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina Met babbelaars naar school Volksfeesten Tupis Protestantisme in Chili groeit Persconferenties als symbolen der democratie Door onze reiscorrespondent Link van Bruggen rnsi „f the UNITED STATES Diec Zaterdag 5 april 1958 Mijn beste nichtjes en neven, Het is natuurlijk al wel genoeg be kend bi) jullie, dat het praatje van mij, wat jullie zaterdags te lezen krij gen, altijd enkele dagen te voren ge schreven moet worden. Daardoor ge beurt het wel, dat ik, al schryvend en ondertussen eens naar buiten ky- kend, klaag, dat het zo koud is, dat ik alleen al van het naar buiten kijken ga bibberen, maar dat de paar dagen later, als jullie in de krant ons hoekje zien staan en gaan lezen, denken, die tante Truus is toch wel een erge kou kleum, want het is haast warm weer. Maar het kan ook omgekeerd zijn. Terwijl ik nu, op papier, met de hele krantenfamilie praat, is het werkelijk opeens heerlijk weer en ik hoop van harte, dat het nóg zo zal zijn als de krant met ons Jeugdhoekje bij je in de bus gestopt wordt. Het is zo fijn, dat ik de verleiding niet kon weer staan, om nog voor ik ging schrijven, even een klein wandelingetje te ma ken. Fijn hoor en wat een verrassin- êen levert zo'n tochtje al niet op. In aast elke tuin is het echt lentefeest met veel voorjaarsbloemen. In mijn eigen tuin ook. Wonder mooi is dat in de natuur. Terwyi wij maar binnen blijven en nog steeds dicht bij de warme kachel waren gekropen, spannen bomen, bloemen en planten, ook in de barre kou daar buiten» alle krachten in en zodra een zachte lentewind langs de kleine tere blaadjes waait, schieten ze haast met een vaartje omhoog en dan zie je zo maar ineens een mooie wereld, versierd met bloemen ln alle kleuren. Dan kun je eigenlijk alleen maar stil voor je zelf, in eerbied denken, dat de Here toch elk jaar weer dit heer- Ujke lentegetij als een kostbaar ca deau aan ons geeft. Intussen moet ik toch ook weer eens mijn nood klagen over mijn vliegende vriendjes, die altijd mijn tuin als hun speciaal bezit beschouwen. Heb ik ze daar maandenlang verzorgd metmaal- tüden, keurig op tijd, behalve die ene keer dan, maar dat hebben ze me ook goed aan mijn verstand gebracht, dat het mis was. Maar nu zijn zij mis, helemaal mis. Totaal geen manieren hebben ze meer. Zonder eens een boodschap af te geven, dat ze nu weer overal hun kostje kunnen zoeken, dartelen ze wel eens in de tuin rond, maar ze hebben nu al een paar dagen heel onbehoorlijk gekliekt Moeder zou zeggen, ze hebben hun bordje niet leeg gegeten. Nu krijgen ze van mij hun maaltyd niet op een bordje hoor, maar goed, het staat toch niet, als ze de helft laten liggen. Het is me het stel wel, die vliegende vrienden van me. Toch, ja toch, moet ik nog iets goeds van ze vertellen. In de stille schemeravond, gister, gaven een paar een kleine muziekuitvoering, waarvan ik genoten heb. Ondanks hun slech te manieren, blijven het mijn beste vriendjes. En dat weten ze heel goed, want ze blijven rustig zitten, ook al kom ik vlak in htm buurt. Maar nu moet ik stoppen met mijn praatje. Eerst nog jullie allemaal een fijne vakantie gewenst. Jullie tante Truus. Klavertje vier. Je hebt een aardige schuilnaam gekozen. Heb jij zelf al West-Berlyn gelezen is. eens een klavertje vier gevonden? Wat heb jy veel handwerken ge maakt. Is je zusje ook lid van de club geworden? Dat zou wel leuker zijn als jullie er samen op waren. Is het nieuwe paard, met die mooie naam, al bij jullie gewend? In je brief moet je niet alleen je schuilnaam maar ook je echte naam vermelden en je adres. Mary J. te Kortgene. Heel kort nu even aan je geschreven. Binnenkort hoop ik je wel een langere brief te schrijven. Nu nog even een drukke tijd. Wat zal je zus veel te vertellen hebben gehad over haar leven in het verre land. Hoe zou het jou daar lij ken, goed of kwaad? Wat naar voor je dat je viervoetige vriend veron gelukt is. Ik kan me je reactie goed begrijpen, want toen eens een hond, die ik kreeg, toen ik nog heel jong was, van ouderdom stierf, was ik er net zo aantoe als jij. Je hoort dus wel-meer van me. DIAKONISCH JAAR, OOK IN BERLIJN Nadat de evangelische kerken van Frankfurt en het Rynland verleden jaar waren begonnen om meisjes op te roepen voor het vrijwillig hulpverle nen aan kerkelijk-sociaal werk gedu rende een jaar, is nu eveneens de evangelische kerk van West-Berlijn hiertoe overgegaan. Bisschop Dibelius stelde een kansel- boodschap op, die in alle kerken van (Speciale correspondentie uit Madrid) WELKE SPANJAARD zou de Puerta del Sol niet kennen? „De Zonnepoort", het plein in het centrum van Madrid, de harteklop van het gehele Spaanse volk. De vreemdelingen, die het Spaanse leven willen kennen, zullen het niet overslaan. Immers, de Madrileen is trots op dit vreemdgevormde trechtervormige plein. Het is wat de Kalver- straat in Amsterdam en de Lijnbaan in Rotterdam is. Honderden men sen lopen er, in eindeloze gesprekken vervoerd, een kenmerk van dc rasechte Spanjaard. Als ik zeg, dat ik in school mijn pupillen aardig onder de duim heb, is dit een bewering, die navraag kan lijden, zelfs bij het erentfeste college der schoolbestuurderen, maar bij mijn hospita leg ik voor een oortje thuis. Dit zaï ik bewijzen. Vrijdag j.l., dus vlak voor 1 april, zegt ze zo, terwijl ze aan stalten maakt om thee te schenken: „Ik doch zo bie m'n eigen vanmiddag, nou zei ik maar d'ris een hele bus babbelaars bakken voor 'n diensedag, want dat is goeiekaoper veur de juffrouw dan datze naar een winkel mot gaen en as ik ze dan nog wat groot maek, binne de lastige klante veur minstens een 'alf ure stil". Toen kreeg ik bij mijn kopje thee ook een extra grote babbelaar geserveerd en meteen was ik voor een half uur van de kaart. Nadien nog protes teren, is onmogelijk, dat voelt ge zelf wel. Zodoende komt het, dat ik vanmorgen op de eerste april, met een volumineus pak bab belaars ter schole tijg. Van morgen voor het eerst stel ik mezelf de ernstige vraag, of dit „waterwerend" middel bij het tegenwoordig schoolge- slacht eigenlijk nog wel nodig is. Nu ja, het is voor de ge zelligheid op zo'n eerste grote schooldag ook wel aan te be velen, maar ik betrap mezelf er op, dat ik het toch niet durf wagen zonder mijn oude beproefde middel van een snoepje om tranenzeeën te voorkomen. Dat is het gevolg van een complex, opgelopen op mijn eigen eerste schooldag. Het was wezeniyk mijn eerste schooldag, want ik had nog nooit een kleuterschool van binnen gezien. Ik heb echt nog heugenis aan die dag. Ik vond school een adembenemend en angstaanjagend avontuur en de meesten dachten er ook zo over. Maar eerlijk, ik zette het „waterballet" niet in. Vlak achter mij begon opeens een meiske te krijten: „Ikke wil naar moetje toe." Meteen schoot er bij mij, en bij vele anderen, een brok in de keel. Vandaar dat ik alle aanvangs- dagen van het leerjaar iets ter verzoeting bij me heb. Doch ik had allang moeten beseffen, dat in een twintig ja ren er een geheel ander sehoolgeslacht is ontstaan. Te genwoordig wordt van hoger hand soms een schare heren, misschien ook wel dames, het land ingezonden, met het doel de opinie van ons volk te we ten te komen. Ze kunnen in Den Haag gerust ook een aan tal van die opinie-onderzoe kers op een eerste klas los la ten en ze krijgen in alle vrij- moedigheid gezegd, hoe de Jantjes, Pieten en Klazen, in de leeftpd van ten naaste bp zeven jaren, er over denken. Het is, dat spreekt nu wel vanzelf, dat alles droog ver lopen is, als men die éne traan van Ko niet meetelt, wat ook niet hoeft, want die is ver droogd op de uitpuilende wang, waarachter een kloeke babbelaar schuilging. Intussen is toch die ene traan van Ko getekend in de ogen van Lies- ke, want die merkt alles op, dat heb ik nu al in de gaten. Laat ik eerst eens zeggen, dat ik, met mijn paar zitten- blijvers erby, de vier dozijn met één overschreden heb. Dat wordt weer werken van 't jaar. En er is ook weer een tweeling by! En wat voor een tweeling! Daar moeten avon turen van komen. Ons begin is lang niet slecht, want we zien zelfs kans geza- melijk te zingen. Verder op de morgen, mogen ze de plaat jes eerst eens bekijken van het boek, dat ze zeer binnen kort ter bestudering zullen krygen, Nu is echter alles nog pure vreugde. De plaatjes ont lokken al genoeg commentaar. Ik merk echter op, dat Ko als maar zwijgt en dat zyn ge laat steeds meer versombert. Zou er onraad dreigen? Ik neem het zekere voor het on zekere en ga opnieuw „een rondje geven". Net als ik by Ko kom, ontspringt er nog geluidloos een traantje bij hem, wat ik evenwel negeer, maar ik stop hem monter en wel een babbelaar als een kei in de mond, wat onmiddellijk verluchting schynt te brengen in zijn stemming. Edoch de traan is zichtbaar, wat zijn buurvrou r aan de overkant van het pad ter dege opmerkt. Ze maakt zo'n veelzeggend gebaar met hoofd en schou ders en geeft dan als héér opinie over het mannelijk ge slacht te kennen, op een toon van immense minachting: „Die jongers doë oaltiéd zo gek Dan duw ik haar óók een bab belaar in de mond, wel van een ietwat kleiner formaat, zo dat die bij-de-hante jonge vrouw niet alreeds op da eerste schooldag een debat ontketenen zal over de kwes tie, man-vrouw. Wy gaan dan weer verder met ons leesboek, ditmaal zon der veel bespreking, omdat ik letterlijk alle monden gestopt heb. Rien doet blykbaar man haftige pogingen om de spreekbaan vrij te krijgen, want er ligt hem zichtbaar wat op het hart. Na een hevig gekraak, waaruit ge kunt con cluderen, dat de babbelaar verbrijzeld is, juicht Rien het uit, dat de ome uit ons boek net zijn ome Henk is, omdat die ook zo'n „pak an het". Rien huldigt dus ook de me ning, dat de kleren de man maken. Alleen heeft zijn ome Henk géén apie, als de ome in het boek, wat niet alleen hij, maar ook ik spijtig vind, want dat lijkt me enig, een oom te hebben met een apie. Ben zelf ook nooit zo'n oom rijk ge weest. Dit gezamenlijk tekort smeedt opeens een band tussen Rien en mij, wat altijd van pas kan komen. Nu zou ik nog „vreselijk" graag wat over de tweeling willen vertellen, maar ik moet binnen de perken blijven, dus dat wacht een week. Enkel nu even nog zeggen, dat alles wel goed verliep, maar dat ik nu, in de rust van myn kamer, voor een paar uur alle fut kwijt ben. Hoewel in de naam het woord poort vermeld staat, is die in de wijde om trek nergens te vinden. Vermoedelijk moet zich op deze plaats een stadswal bevonden hebben. Een bewijs dat Ma drid in de loop der jaren enorm is ge groeid. Puerta del Sol ligt nu in het midd ~n van de stad. Het vormt als het ware het begin en het einde van het Madrileense leven. Immers, op dit plein komen de drukste avenue's van de Spaanse hoofdstad uit: de Calle de Aleala, de Calle Mayor en de Carrera de San Jéronimo. Aan het eind van deze laatste straat loopt het Prado. Hier ontmoeten het verleden, heden en de toekomst elkaar. Oudere mensen genieten van het zon netje, nette heren van het ministerie van Binnenlandse Zaken discussiëren over de politiek en de kinderen, de bloem der Spaanse natie, spelen daar, terwijl klaterend hun lach klinkt. Wilt U, als vreemdeling, het ty pisch Spaanse volksleven leren ken nen? Dan moet U 'de volksfeesten gaan zien aan de boorden van de Manzanares, vlak bij het Noorder station en achter de paleistuinen. Op de avonden van de feestdagen en dat zyn er vele in het Rooms-Ka- thcileke Spanje komen de Madri- lenen in menigte uit de volksbuurten samen. Onder een feeërieke ver lichting spelen zich dan de bontste taferelen af. Dan ziet U, dat Madrid een gezellige ftad is. De bevolking is gul, gastvry en sympathiek. Een Madrileen is van na ture vrolijk. Daarom ziet men in de Spaanse hoofdstad praktisch geen som bere gezichten. Of het zou op de Ave- nida de José Antonio moeten zijn en dan alleen nog in de examentijd, want daar immers vlakbij is de hoofdstede- lyke universiteit. Toch vrouwelijke predikanten in Zweden Naar men weet heerst er in de Zweedse (lutherse) staatskerk grote onrust omdat vorig jaar wederom be sloten is geen vrouwen tot het predik ambt toe te laten. Nadat de beide kamers van de Zweedse ry'ksdag zich met grote meer derheid van stemmen hebben uitge sproken voor toelating van de vrouw, zal er in het najaar een buitengewone kerkvergadering worden gehouden, die zich op deze materie zal beraden en haar mening kenbaar maken. De levensstandaard der bevolking laat veel te wensen over, althans voor ons, nuchtere Noordelingen. Maar in Madrid praat men er niet over. Mis schien alleen in de besloten kring der stamgasten in de „tupis", de koffie- fiuisjes. In deze tupis, zonder welke de Madrileen niet kan leven, vindt men altyd wel een kring van vaste klanten, geschaard rond een der smoezelige ta feltjes. Het is ook daar, waar men nieuwtjes verneemt, die niet in de krant komen Maar op de Puerta del Sol kijkt een ieder blij. Daar bruist het leven van Madrid, emotioneel en vol afwisseling. Zoals de zon het centrum is van ons planetenstelsel, zo is de „Zonnepoort" het uitstralingspunt van het typisch Spaanse. Van de zes miljoen inwoners, die de zuidamerikaanse staat Chili telt, zijn er 241.000 protestant. Dat is niet veel, maar het is meer dan het dubbele van net jaar 1940 (119.000). Hoewel deze groei door de rooms-katholieke over heid uiteraard nauwlettend wordt be keken, ondervindt het protestantisme ln Chili geen enkele moeilijkheid. De verhoudingen liggen hier veel gunsti ger dan in Columbia. Zou de kerkvergadering zich op nieuw tegen de vrouw in het ambt uit spreken, dan is het mogelijk volgens de minister van eredienst dat de kerkelijke reglementen worden ver anderd. In dat geval zal de kerk voort aan niet meer het vetorecht hebben. In Zweden Is het namelijk zo, dat de ryksdag de voornaamste kerkelijke za ken regelt. De kerk kan door middel van het vetorecht evenwel besluiten om bepaalde beslissingen niet uit te voeren. Indien de kerkelijke wetgeving veranderd zou moeten worden, dan dient de ryksdag daarvoor tweemaal afzonderlijk byeen te komen. Als men de haven van New York binnenvaart, ziet men op het vroegere Bedloe eiland het wereldvermaarde Vryheids- beeld staan: een geschenk van Frankrijk aan het Amerikaanse volk. De „koperen vrouw" volgens insiders heeft de moe der van beeldhouwer Bartholdi als model geposeerd is in de loop der jaren tenminste zo bekend als de Eiffeltoren ge worden. Zy wordt als het zin nebeeld van de vrijheid in de Verenigde Staten gezien, het zinnebeeld ook van de politieke vorm hiervan: de democratie. Hét vryheidsideaal der Ame rikanen zou echter wel wat magertjes zijn, als het alleen door het Vrijheidsbeeld werd weergegeven. De Verenigde Staten bezitten dan ook vele „vryheidsbeelden": die tiental len monumenten bijvoorbeeld, welke ter ere van staatslieden als Washington, Lincoln en Jefferson overal in het land verrezen zijn. Daarnaast zou men zeer ze ker ook de persconferenties van de president en de minis ter van Buitenlandse Zaken als waarachtige symbolen der de mocratie kunnen betitelen. Vrijwillig geven deze, in de hoogste, aardse hoogheid ge zeten figuren zich aan de ana lyse van honderden persmen sen over en daarmee aan de indringerige nieuwsgierigheid van het wereldpubliek. Een onverdeeld genoegen is dit niet, om het eens in de vorm van een Angelsaksisch „understatement" te zeggen. Zeker niet in een land, waar publiciteit als een van de hoog ste goederen wordt beschouwd en waar carrières aan de lo pende band door publiciteit worden gebroken. Een diplomaat vertelde me, lat hy Dulles eens een keer had horen beweren, dat, steeds als hij voor het forum der we reldpers stond, hy een grote mate van zelfbeheersing nodig had om z'n zenuwen te onder drukken. „Telkens als ik door die chirurgen van journalisten ge ïnterviewd wordt", moet Ame- rika's minister van Buitenland se Zaken gezegd hebben, „staat 't water me in de schoenen Men kan de angst, die in de ze A-oorden schuilt, pas begrij pen, als men zelf 'n paar keer in de gelegenheid is geweest de persconferenties van Eisen hower en Dulles by te wonen. De mannen, wier opmerkingen binnen het uur naar alle lan den van de wereld worden ge seind, worden door enkele honderden journalisten als aas gieren omringd. Elk woord weegt zwaar en belangrijker aan vele zinnen kan, zonder verkrachting van de waarheid een tendentieuze ombuiging worden gegeven. De president van de Ver enigde Staten heeft het onge twijfeld het gemakkelijkst. Hij bekleedt een positie, die ergens boven de partijpolitiek uit steekt en weet bovendien bij vriend zowel als vyand gezag op te brengen. De dinsdag-persconferenties van Eisenho -er worden in ka mer 474 van het zogenaamde Executive Office Building ge geven: een gebouw, dat zich onmiddellyk naast het Witte Huis bevindt. Zeker driehon derd journalisten krijgt hij on der zijn gehoor, die op grond van hun algemene betrouw baarheid m bijzondere kennis door de uitgebreide persdienst van de president zijn uitver koren. Ten bewijze hiervan hebben ze speciale passen op zak. Een bezoekend journalist moet vierentwintig uur van te voren een éénmaal geldig zijnde toegangskaart aanvra gen, want kamer 474, die ook wel het auditorium van het wordt genoemd, wordt streng bewaakt. Zes keer werden m'n papie ren gecontroleerd, toen ik me naai de persbijeenkomst van Eisenhower begaf. En toen ik, na zeker een half uur in de ry te hebben gestaan, eindelijk in de zaal wend toegelaten, moest ik m'n camera aan een detec tive afgeven, die uitsluitend tot taak had op de meegedragen fototoestellen te letten. Ook voor het nemen van plaatjes heeft men namelijk een speciale vergunning nodig. De president van de Verenigde Staten moet tegen kwaadwil lende lieden beschermd wor den, Iets wat zeer duidelyk naar voren kwam door de aan wezigheid van een aantal bur gerambtenaren, dat de hele persconferentie lang niets an ders deed dan de gezichten der zittende (staan is niet ge oorloofd, behalve bij het stel len van een vraag) journalis ten bestuderen. Eisenhower kwam binnen, stralend, zelfbewust en ge bruind. En hij had zich nog niet achter de Katheder opge steld, of het vragen-bombarde- ment begon. „Mr. President! Mr. Pre sident! Sir!".klonken de stemmen. Eisenhower keek rond en wees naar willekeur aan. En voor de vuist weg gaf hij een antwoord op de vraag, die de gelukkige stelde, vlot, soepel en zelfs doorspekt met een pittig soort humor. „Mr. President! Mr. Pre sident!klonk het weer. Te vroeg overigens, want Executive Office Building Eisenhower had nog een paar zinnen aan x'n verklaring toe te voegen. Pas toen hy hiermee klaar was, wees hij de volgen de vragensteller aan. Ondanks de sfeer van onpartijdigheid, waarin de bijeenkomst was ge huld, kreeg ik .terk de indruk, dat degene, die het hardst schreeuwde, de meeste kans bij de president maakte. Een persconferentie van Eisenhower duurt precies een half uur. Tientallen journalis ten, die vragen hebben, moeten worden teleurgesteld, waarbij ik maar niet zal uitweiden over de consequenties, welke dit voor de betrokkenen heeft, als ze met een bijzondere op dracht van hun hoofdredactie in kamer 474 zitten. Als de dertig „zweet"-minu ten verstreken zijn, draait de president, die aanhoudend ge fotografeerd en gefilmd wordt, zich abrupt om, ten einde zich naar de uitgang te begeven. Een „scramble for life" maakt ziGh dan van de „goudgerande jongens" meester. Iedereen wenst 't eerst bij de telefoon te zijn en er wordt met handen, voeten, ellebogen en zelfs duikbewegingen gewerkt. Is dinsdag de persdag van Eisenhower, 's woensdags is Dulles aan de beurt. De vei ligheidsmaatregelen, welke ge troffen worden, zijn bij hem niet zo stringent als bij de pre sident, maar er zitten minstens net zo veel mensen. Omstuwd door zyn eerste adviseurs komt Dulles het auditorium van het ministerie van Buitenlandse Zaken bin nen, waar zijn persconferenties gehouden worden. Ook daar is 't een subtiel secondenspel, met andere woorden: wie 't eerst komt, wie 't eerst maalt. Al leen vrouwelijke journalisten, zo heb ik gemerkt, maken een uitzondering op deze regel. Ze hebben bij Dulles een streepje voor, waarschijnlijk omdat hun lichte sopranen zo gemakkelijk in de orkaan van zware bassen verloren gaan. Men raakte als buitenlander diep onder de indruk van de wyze, waarop Eisenhower zo wel uit Dulles hun persconfe renties geven. Beiden moeten een hel van vragen door, die op de gevoelige kernen van 't wereldgebeuren slaan, die Amerikaans „to the point" zijn en die in Nederland vaak als „schandelyk" of „onfatsoen lijk" zouden worden geken schetst. Duidelijk is me ook gewor den, waarom Dulles, die als een geboren schermer pareert, in Europa de naam heeft een man te zijn, die altyd door zyn ministerie gecorrigeerd moet worden. De graadmeter van Dulles' populariteit is op deze woensdag-persconferen ties aangesloten. Hij heeft met een horde journalisten te doen waarvan een deel weliswaar republikein is, maar waarvan een ander deel niet schroomt zijn lotsverbondenheid met de democraten naar voren te brengen. Zeker de helft van de tijd, die Dulles voor de pers heeft gereserveerd, heeft hij met po litieke vijanden te doen. Het zijn de mensen, die vragen stellen, in de hoop, dat hy zich compromitteert en die er niet voor terugdeinzen op een kleine onduidelijkheid een verkeerd accent te leggen. Wy, in Europa, die de woor den van „Mr. Secretary" via de persbureaux op de telex krijgen en ze groot opgemaakt aan het lezerspubliek doorge ven, zouden er misschien goed aan doen er een paar vragen bij te stellen: Is de Amerikaan, die het verslag heeft doorgeseind, een republikein of een democraat? Heeft hij getracht een eerlijk beeld van de bedoelingen van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken te geven, of wil hij hem, door middel van een kleine ombuiging van zijn woorden, schade berokke nen?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 11