0nder jonge ogen^>
PUERTA DEL SOL: harteklop
het gehele Spaanse volk
Madrid is een gezellige en
emotioneelvolle stad
EEN DROGE DAG, WAAROP RIEN EN
IK EEN AAP MISSEN
J'J - J1
30.000 KILOMETER IN
DERTIG DAGEN
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina
Met babbelaars naar school
Volksfeesten
Tupis
Protestantisme in
Chili groeit
Persconferenties
als symbolen
der democratie
Door onze
reiscorrespondent
Link van Bruggen
rnsi „f the UNITED STATES
Diec
Zaterdag 5 april 1958
Mijn beste nichtjes en neven,
Het is natuurlijk al wel genoeg be
kend bi) jullie, dat het praatje van
mij, wat jullie zaterdags te lezen krij
gen, altijd enkele dagen te voren ge
schreven moet worden. Daardoor ge
beurt het wel, dat ik, al schryvend
en ondertussen eens naar buiten ky-
kend, klaag, dat het zo koud is, dat
ik alleen al van het naar buiten kijken
ga bibberen, maar dat de paar dagen
later, als jullie in de krant ons hoekje
zien staan en gaan lezen, denken, die
tante Truus is toch wel een erge kou
kleum, want het is haast warm weer.
Maar het kan ook omgekeerd zijn.
Terwijl ik nu, op papier, met de hele
krantenfamilie praat, is het werkelijk
opeens heerlijk weer en ik hoop van
harte, dat het nóg zo zal zijn als de
krant met ons Jeugdhoekje bij je in
de bus gestopt wordt. Het is zo fijn,
dat ik de verleiding niet kon weer
staan, om nog voor ik ging schrijven,
even een klein wandelingetje te ma
ken. Fijn hoor en wat een verrassin-
êen levert zo'n tochtje al niet op. In
aast elke tuin is het echt lentefeest
met veel voorjaarsbloemen. In mijn
eigen tuin ook. Wonder mooi is dat in
de natuur.
Terwyi wij maar binnen blijven en
nog steeds dicht bij de warme kachel
waren gekropen, spannen bomen,
bloemen en planten, ook in de barre
kou daar buiten» alle krachten in en
zodra een zachte lentewind langs de
kleine tere blaadjes waait, schieten
ze haast met een vaartje omhoog en
dan zie je zo maar ineens een mooie
wereld, versierd met bloemen ln alle
kleuren.
Dan kun je eigenlijk alleen maar stil
voor je zelf, in eerbied denken, dat
de Here toch elk jaar weer dit heer-
Ujke lentegetij als een kostbaar ca
deau aan ons geeft.
Intussen moet ik toch ook weer eens
mijn nood klagen over mijn vliegende
vriendjes, die altijd mijn tuin als hun
speciaal bezit beschouwen. Heb ik ze
daar maandenlang verzorgd metmaal-
tüden, keurig op tijd, behalve die ene
keer dan, maar dat hebben ze me ook
goed aan mijn verstand gebracht, dat
het mis was. Maar nu zijn zij mis,
helemaal mis. Totaal geen manieren
hebben ze meer. Zonder eens een
boodschap af te geven, dat ze nu weer
overal hun kostje kunnen zoeken,
dartelen ze wel eens in de tuin rond,
maar ze hebben nu al een paar dagen
heel onbehoorlijk gekliekt Moeder
zou zeggen, ze hebben hun bordje niet
leeg gegeten. Nu krijgen ze van mij
hun maaltyd niet op een bordje hoor,
maar goed, het staat toch niet, als ze
de helft laten liggen. Het is me het
stel wel, die vliegende vrienden van
me. Toch, ja toch, moet ik nog iets
goeds van ze vertellen. In de stille
schemeravond, gister, gaven een paar
een kleine muziekuitvoering, waarvan
ik genoten heb. Ondanks hun slech
te manieren, blijven het mijn beste
vriendjes. En dat weten ze heel goed,
want ze blijven rustig zitten, ook al
kom ik vlak in htm buurt.
Maar nu moet ik stoppen met mijn
praatje. Eerst nog jullie allemaal een
fijne vakantie gewenst.
Jullie tante Truus.
Klavertje vier. Je hebt een aardige
schuilnaam gekozen. Heb jij zelf al West-Berlyn gelezen is.
eens een klavertje vier gevonden?
Wat heb jy veel handwerken ge
maakt. Is je zusje ook lid van de
club geworden? Dat zou wel leuker
zijn als jullie er samen op waren. Is
het nieuwe paard, met die mooie naam,
al bij jullie gewend? In je brief moet
je niet alleen je schuilnaam maar ook
je echte naam vermelden en je adres.
Mary J. te Kortgene. Heel kort nu
even aan je geschreven. Binnenkort
hoop ik je wel een langere brief te
schrijven. Nu nog even een drukke
tijd. Wat zal je zus veel te vertellen
hebben gehad over haar leven in het
verre land. Hoe zou het jou daar lij
ken, goed of kwaad? Wat naar voor
je dat je viervoetige vriend veron
gelukt is. Ik kan me je reactie goed
begrijpen, want toen eens een hond,
die ik kreeg, toen ik nog heel jong
was, van ouderdom stierf, was ik er
net zo aantoe als jij. Je hoort dus
wel-meer van me.
DIAKONISCH JAAR, OOK
IN BERLIJN
Nadat de evangelische kerken van
Frankfurt en het Rynland verleden
jaar waren begonnen om meisjes op te
roepen voor het vrijwillig hulpverle
nen aan kerkelijk-sociaal werk gedu
rende een jaar, is nu eveneens de
evangelische kerk van West-Berlijn
hiertoe overgegaan.
Bisschop Dibelius stelde een kansel-
boodschap op, die in alle kerken van
(Speciale correspondentie uit Madrid)
WELKE SPANJAARD zou de Puerta del Sol niet kennen? „De
Zonnepoort", het plein in het centrum van Madrid, de harteklop van
het gehele Spaanse volk. De vreemdelingen, die het Spaanse leven
willen kennen, zullen het niet overslaan. Immers, de Madrileen is trots
op dit vreemdgevormde trechtervormige plein. Het is wat de Kalver-
straat in Amsterdam en de Lijnbaan in Rotterdam is. Honderden men
sen lopen er, in eindeloze gesprekken vervoerd, een kenmerk van dc
rasechte Spanjaard.
Als ik zeg, dat ik in school mijn pupillen aardig
onder de duim heb, is dit een bewering, die navraag
kan lijden, zelfs bij het erentfeste college der
schoolbestuurderen, maar bij mijn hospita leg ik
voor een oortje thuis. Dit zaï ik bewijzen. Vrijdag
j.l., dus vlak voor 1 april, zegt ze zo, terwijl ze aan
stalten maakt om thee te schenken: „Ik doch zo
bie m'n eigen vanmiddag, nou zei ik maar d'ris een
hele bus babbelaars bakken voor 'n diensedag, want
dat is goeiekaoper veur de juffrouw dan datze naar
een winkel mot gaen en as ik ze dan nog wat groot
maek, binne de lastige klante veur minstens een 'alf
ure stil". Toen kreeg ik bij mijn kopje thee ook een
extra grote babbelaar geserveerd en meteen was ik
voor een half uur van de kaart. Nadien nog protes
teren, is onmogelijk, dat voelt ge zelf wel.
Zodoende komt het, dat ik
vanmorgen op de eerste april,
met een volumineus pak bab
belaars ter schole tijg. Van
morgen voor het eerst stel ik
mezelf de ernstige vraag, of
dit „waterwerend" middel bij
het tegenwoordig schoolge-
slacht eigenlijk nog wel nodig
is. Nu ja, het is voor de ge
zelligheid op zo'n eerste grote
schooldag ook wel aan te be
velen, maar ik betrap mezelf
er op, dat ik het toch niet
durf wagen zonder mijn oude
beproefde middel van een
snoepje om tranenzeeën te
voorkomen. Dat is het gevolg
van een complex, opgelopen
op mijn eigen eerste schooldag.
Het was wezeniyk mijn eerste
schooldag, want ik had nog
nooit een kleuterschool van
binnen gezien. Ik heb echt nog
heugenis aan die dag. Ik vond
school een adembenemend en
angstaanjagend avontuur en
de meesten dachten er ook zo
over. Maar eerlijk, ik zette
het „waterballet" niet in. Vlak
achter mij begon opeens een
meiske te krijten: „Ikke wil
naar moetje toe." Meteen
schoot er bij mij, en bij vele
anderen, een brok in de keel.
Vandaar dat ik alle aanvangs-
dagen van het leerjaar iets
ter verzoeting bij me heb.
Doch ik had allang moeten
beseffen, dat in een twintig ja
ren er een geheel ander
sehoolgeslacht is ontstaan. Te
genwoordig wordt van hoger
hand soms een schare heren,
misschien ook wel dames, het
land ingezonden, met het doel
de opinie van ons volk te we
ten te komen. Ze kunnen in
Den Haag gerust ook een aan
tal van die opinie-onderzoe
kers op een eerste klas los la
ten en ze krijgen in alle vrij-
moedigheid gezegd, hoe de
Jantjes, Pieten en Klazen, in
de leeftpd van ten naaste bp
zeven jaren, er over denken.
Het is, dat spreekt nu wel
vanzelf, dat alles droog ver
lopen is, als men die éne traan
van Ko niet meetelt, wat ook
niet hoeft, want die is ver
droogd op de uitpuilende
wang, waarachter een kloeke
babbelaar schuilging. Intussen
is toch die ene traan van Ko
getekend in de ogen van Lies-
ke, want die merkt alles op,
dat heb ik nu al in de gaten.
Laat ik eerst eens zeggen,
dat ik, met mijn paar zitten-
blijvers erby, de vier dozijn
met één overschreden heb.
Dat wordt weer werken van
't jaar. En er is ook weer een
tweeling by! En wat voor een
tweeling! Daar moeten avon
turen van komen.
Ons begin is lang niet slecht,
want we zien zelfs kans geza-
melijk te zingen. Verder op
de morgen, mogen ze de plaat
jes eerst eens bekijken van
het boek, dat ze zeer binnen
kort ter bestudering zullen
krygen, Nu is echter alles nog
pure vreugde. De plaatjes ont
lokken al genoeg commentaar.
Ik merk echter op, dat Ko
als maar zwijgt en dat zyn ge
laat steeds meer versombert.
Zou er onraad dreigen? Ik
neem het zekere voor het on
zekere en ga opnieuw „een
rondje geven". Net als ik by
Ko kom, ontspringt er nog
geluidloos een traantje bij
hem, wat ik evenwel negeer,
maar ik stop hem monter en
wel een babbelaar als een kei
in de mond, wat onmiddellijk
verluchting schynt te brengen
in zijn stemming. Edoch de
traan is zichtbaar, wat zijn
buurvrou r aan de overkant
van het pad ter dege opmerkt.
Ze maakt zo'n veelzeggend
gebaar met hoofd en schou
ders en geeft dan als héér
opinie over het mannelijk ge
slacht te kennen, op een toon
van immense minachting: „Die
jongers doë oaltiéd zo gek
Dan duw ik haar óók een bab
belaar in de mond, wel van
een ietwat kleiner formaat, zo
dat die bij-de-hante jonge
vrouw niet alreeds op da
eerste schooldag een debat
ontketenen zal over de kwes
tie, man-vrouw.
Wy gaan dan weer verder
met ons leesboek, ditmaal zon
der veel bespreking, omdat ik
letterlijk alle monden gestopt
heb. Rien doet blykbaar man
haftige pogingen om de
spreekbaan vrij te krijgen,
want er ligt hem zichtbaar
wat op het hart. Na een hevig
gekraak, waaruit ge kunt con
cluderen, dat de babbelaar
verbrijzeld is, juicht Rien het
uit, dat de ome uit ons boek
net zijn ome Henk is, omdat
die ook zo'n „pak an het".
Rien huldigt dus ook de me
ning, dat de kleren de man
maken. Alleen heeft zijn ome
Henk géén apie, als de ome in
het boek, wat niet alleen hij,
maar ook ik spijtig vind, want
dat lijkt me enig, een oom te
hebben met een apie. Ben zelf
ook nooit zo'n oom rijk ge
weest. Dit gezamenlijk tekort
smeedt opeens een band tussen
Rien en mij, wat altijd van pas
kan komen.
Nu zou ik nog „vreselijk"
graag wat over de tweeling
willen vertellen, maar ik moet
binnen de perken blijven, dus
dat wacht een week. Enkel nu
even nog zeggen, dat alles wel
goed verliep, maar dat ik nu,
in de rust van myn kamer,
voor een paar uur alle fut
kwijt ben.
Hoewel in de naam het woord poort
vermeld staat, is die in de wijde om
trek nergens te vinden. Vermoedelijk
moet zich op deze plaats een stadswal
bevonden hebben. Een bewijs dat Ma
drid in de loop der jaren enorm is ge
groeid. Puerta del Sol ligt nu in het
midd ~n van de stad. Het vormt als het
ware het begin en het einde van het
Madrileense leven. Immers, op dit
plein komen de drukste avenue's van
de Spaanse hoofdstad uit: de Calle de
Aleala, de Calle Mayor en de Carrera
de San Jéronimo.
Aan het eind van deze laatste straat
loopt het Prado. Hier ontmoeten het
verleden, heden en de toekomst elkaar.
Oudere mensen genieten van het zon
netje, nette heren van het ministerie
van Binnenlandse Zaken discussiëren
over de politiek en de kinderen, de
bloem der Spaanse natie, spelen daar,
terwijl klaterend hun lach klinkt.
Wilt U, als vreemdeling, het ty
pisch Spaanse volksleven leren ken
nen? Dan moet U 'de volksfeesten
gaan zien aan de boorden van de
Manzanares, vlak bij het Noorder
station en achter de paleistuinen. Op
de avonden van de feestdagen en
dat zyn er vele in het Rooms-Ka-
thcileke Spanje komen de Madri-
lenen in menigte uit de volksbuurten
samen. Onder een feeërieke ver
lichting spelen zich dan de bontste
taferelen af.
Dan ziet U, dat Madrid een gezellige
ftad is. De bevolking is gul, gastvry en
sympathiek. Een Madrileen is van na
ture vrolijk. Daarom ziet men in de
Spaanse hoofdstad praktisch geen som
bere gezichten. Of het zou op de Ave-
nida de José Antonio moeten zijn en
dan alleen nog in de examentijd, want
daar immers vlakbij is de hoofdstede-
lyke universiteit.
Toch vrouwelijke predikanten
in Zweden
Naar men weet heerst er in de
Zweedse (lutherse) staatskerk grote
onrust omdat vorig jaar wederom be
sloten is geen vrouwen tot het predik
ambt toe te laten.
Nadat de beide kamers van de
Zweedse ry'ksdag zich met grote meer
derheid van stemmen hebben uitge
sproken voor toelating van de vrouw,
zal er in het najaar een buitengewone
kerkvergadering worden gehouden, die
zich op deze materie zal beraden en
haar mening kenbaar maken.
De levensstandaard der bevolking
laat veel te wensen over, althans voor
ons, nuchtere Noordelingen. Maar in
Madrid praat men er niet over. Mis
schien alleen in de besloten kring der
stamgasten in de „tupis", de koffie-
fiuisjes. In deze tupis, zonder welke de
Madrileen niet kan leven, vindt men
altyd wel een kring van vaste klanten,
geschaard rond een der smoezelige ta
feltjes. Het is ook daar, waar men
nieuwtjes verneemt, die niet in de
krant komen
Maar op de Puerta del Sol kijkt een
ieder blij. Daar bruist het leven van
Madrid, emotioneel en vol afwisseling.
Zoals de zon het centrum is van ons
planetenstelsel, zo is de „Zonnepoort"
het uitstralingspunt van het typisch
Spaanse.
Van de zes miljoen inwoners, die de
zuidamerikaanse staat Chili telt, zijn
er 241.000 protestant. Dat is niet veel,
maar het is meer dan het dubbele van
net jaar 1940 (119.000). Hoewel deze
groei door de rooms-katholieke over
heid uiteraard nauwlettend wordt be
keken, ondervindt het protestantisme
ln Chili geen enkele moeilijkheid. De
verhoudingen liggen hier veel gunsti
ger dan in Columbia.
Zou de kerkvergadering zich op
nieuw tegen de vrouw in het ambt uit
spreken, dan is het mogelijk volgens
de minister van eredienst dat de
kerkelijke reglementen worden ver
anderd. In dat geval zal de kerk voort
aan niet meer het vetorecht hebben.
In Zweden Is het namelijk zo, dat de
ryksdag de voornaamste kerkelijke za
ken regelt. De kerk kan door middel
van het vetorecht evenwel besluiten
om bepaalde beslissingen niet uit te
voeren. Indien de kerkelijke wetgeving
veranderd zou moeten worden, dan
dient de ryksdag daarvoor tweemaal
afzonderlijk byeen te komen.
Als men de haven van New
York binnenvaart, ziet men op
het vroegere Bedloe eiland het
wereldvermaarde Vryheids-
beeld staan: een geschenk van
Frankrijk aan het Amerikaanse
volk. De „koperen vrouw"
volgens insiders heeft de moe
der van beeldhouwer Bartholdi
als model geposeerd is in de
loop der jaren tenminste zo
bekend als de Eiffeltoren ge
worden. Zy wordt als het zin
nebeeld van de vrijheid in de
Verenigde Staten gezien, het
zinnebeeld ook van de politieke
vorm hiervan: de democratie.
Hét vryheidsideaal der Ame
rikanen zou echter wel wat
magertjes zijn, als het alleen
door het Vrijheidsbeeld werd
weergegeven. De Verenigde
Staten bezitten dan ook vele
„vryheidsbeelden": die tiental
len monumenten bijvoorbeeld,
welke ter ere van staatslieden
als Washington, Lincoln en
Jefferson overal in het land
verrezen zijn.
Daarnaast zou men zeer ze
ker ook de persconferenties
van de president en de minis
ter van Buitenlandse Zaken als
waarachtige symbolen der de
mocratie kunnen betitelen.
Vrijwillig geven deze, in de
hoogste, aardse hoogheid ge
zeten figuren zich aan de ana
lyse van honderden persmen
sen over en daarmee aan de
indringerige nieuwsgierigheid
van het wereldpubliek.
Een onverdeeld genoegen is
dit niet, om het eens in de
vorm van een Angelsaksisch
„understatement" te zeggen.
Zeker niet in een land, waar
publiciteit als een van de hoog
ste goederen wordt beschouwd
en waar carrières aan de lo
pende band door publiciteit
worden gebroken.
Een diplomaat vertelde me,
lat hy Dulles eens een keer
had horen beweren, dat, steeds
als hij voor het forum der we
reldpers stond, hy een grote
mate van zelfbeheersing nodig
had om z'n zenuwen te onder
drukken.
„Telkens als ik door die
chirurgen van journalisten ge
ïnterviewd wordt", moet Ame-
rika's minister van Buitenland
se Zaken gezegd hebben, „staat
't water me in de schoenen
Men kan de angst, die in de
ze A-oorden schuilt, pas begrij
pen, als men zelf 'n paar keer
in de gelegenheid is geweest
de persconferenties van Eisen
hower en Dulles by te wonen.
De mannen, wier opmerkingen
binnen het uur naar alle lan
den van de wereld worden ge
seind, worden door enkele
honderden journalisten als aas
gieren omringd. Elk woord
weegt zwaar en belangrijker
aan vele zinnen kan, zonder
verkrachting van de waarheid
een tendentieuze ombuiging
worden gegeven.
De president van de Ver
enigde Staten heeft het onge
twijfeld het gemakkelijkst. Hij
bekleedt een positie, die ergens
boven de partijpolitiek uit
steekt en weet bovendien bij
vriend zowel als vyand gezag
op te brengen.
De dinsdag-persconferenties
van Eisenho -er worden in ka
mer 474 van het zogenaamde
Executive Office Building ge
geven: een gebouw, dat zich
onmiddellyk naast het Witte
Huis bevindt. Zeker driehon
derd journalisten krijgt hij on
der zijn gehoor, die op grond
van hun algemene betrouw
baarheid m bijzondere kennis
door de uitgebreide persdienst
van de president zijn uitver
koren. Ten bewijze hiervan
hebben ze speciale passen op
zak. Een bezoekend journalist
moet vierentwintig uur van
te voren een éénmaal geldig
zijnde toegangskaart aanvra
gen, want kamer 474, die ook
wel het auditorium van het
wordt genoemd, wordt streng
bewaakt.
Zes keer werden m'n papie
ren gecontroleerd, toen ik me
naai de persbijeenkomst van
Eisenhower begaf. En toen ik,
na zeker een half uur in de ry
te hebben gestaan, eindelijk in
de zaal wend toegelaten, moest
ik m'n camera aan een detec
tive afgeven, die uitsluitend tot
taak had op de meegedragen
fototoestellen te letten.
Ook voor het nemen van
plaatjes heeft men namelijk
een speciale vergunning nodig.
De president van de Verenigde
Staten moet tegen kwaadwil
lende lieden beschermd wor
den, Iets wat zeer duidelyk
naar voren kwam door de aan
wezigheid van een aantal bur
gerambtenaren, dat de hele
persconferentie lang niets an
ders deed dan de gezichten
der zittende (staan is niet ge
oorloofd, behalve bij het stel
len van een vraag) journalis
ten bestuderen.
Eisenhower kwam binnen,
stralend, zelfbewust en ge
bruind. En hij had zich nog
niet achter de Katheder opge
steld, of het vragen-bombarde-
ment begon.
„Mr. President! Mr. Pre
sident! Sir!".klonken de
stemmen. Eisenhower keek
rond en wees naar willekeur
aan. En voor de vuist weg gaf
hij een antwoord op de vraag,
die de gelukkige stelde, vlot,
soepel en zelfs doorspekt met
een pittig soort humor.
„Mr. President! Mr. Pre
sident!klonk het weer.
Te vroeg overigens, want
Executive Office Building Eisenhower had nog een paar
zinnen aan x'n verklaring toe
te voegen. Pas toen hy hiermee
klaar was, wees hij de volgen
de vragensteller aan. Ondanks
de sfeer van onpartijdigheid,
waarin de bijeenkomst was ge
huld, kreeg ik .terk de indruk,
dat degene, die het hardst
schreeuwde, de meeste kans bij
de president maakte.
Een persconferentie van
Eisenhower duurt precies een
half uur. Tientallen journalis
ten, die vragen hebben, moeten
worden teleurgesteld, waarbij
ik maar niet zal uitweiden
over de consequenties, welke
dit voor de betrokkenen heeft,
als ze met een bijzondere op
dracht van hun hoofdredactie
in kamer 474 zitten.
Als de dertig „zweet"-minu
ten verstreken zijn, draait de
president, die aanhoudend ge
fotografeerd en gefilmd wordt,
zich abrupt om, ten einde zich
naar de uitgang te begeven.
Een „scramble for life" maakt
ziGh dan van de „goudgerande
jongens" meester. Iedereen
wenst 't eerst bij de telefoon
te zijn en er wordt met handen,
voeten, ellebogen en zelfs
duikbewegingen gewerkt.
Is dinsdag de persdag van
Eisenhower, 's woensdags is
Dulles aan de beurt. De vei
ligheidsmaatregelen, welke ge
troffen worden, zijn bij hem
niet zo stringent als bij de pre
sident, maar er zitten minstens
net zo veel mensen.
Omstuwd door zyn eerste
adviseurs komt Dulles het
auditorium van het ministerie
van Buitenlandse Zaken bin
nen, waar zijn persconferenties
gehouden worden. Ook daar is
't een subtiel secondenspel, met
andere woorden: wie 't eerst
komt, wie 't eerst maalt. Al
leen vrouwelijke journalisten,
zo heb ik gemerkt, maken een
uitzondering op deze regel. Ze
hebben bij Dulles een streepje
voor, waarschijnlijk omdat hun
lichte sopranen zo gemakkelijk
in de orkaan van zware bassen
verloren gaan.
Men raakte als buitenlander
diep onder de indruk van de
wyze, waarop Eisenhower zo
wel uit Dulles hun persconfe
renties geven. Beiden moeten
een hel van vragen door, die
op de gevoelige kernen van 't
wereldgebeuren slaan, die
Amerikaans „to the point" zijn
en die in Nederland vaak als
„schandelyk" of „onfatsoen
lijk" zouden worden geken
schetst.
Duidelijk is me ook gewor
den, waarom Dulles, die als
een geboren schermer pareert,
in Europa de naam heeft een
man te zijn, die altyd door
zyn ministerie gecorrigeerd
moet worden. De graadmeter
van Dulles' populariteit is op
deze woensdag-persconferen
ties aangesloten. Hij heeft met
een horde journalisten te doen
waarvan een deel weliswaar
republikein is, maar waarvan
een ander deel niet schroomt
zijn lotsverbondenheid met de
democraten naar voren te
brengen.
Zeker de helft van de tijd,
die Dulles voor de pers heeft
gereserveerd, heeft hij met po
litieke vijanden te doen. Het
zijn de mensen, die vragen
stellen, in de hoop, dat hy
zich compromitteert en die er
niet voor terugdeinzen op een
kleine onduidelijkheid een
verkeerd accent te leggen.
Wy, in Europa, die de woor
den van „Mr. Secretary" via
de persbureaux op de telex
krijgen en ze groot opgemaakt
aan het lezerspubliek doorge
ven, zouden er misschien goed
aan doen er een paar vragen
bij te stellen:
Is de Amerikaan, die het
verslag heeft doorgeseind, een
republikein of een democraat?
Heeft hij getracht een eerlijk
beeld van de bedoelingen van
de Amerikaanse minister van
Buitenlandse Zaken te geven,
of wil hij hem, door middel
van een kleine ombuiging van
zijn woorden, schade berokke
nen?