1 april is niet altijd een mopje y i 1 UITSLUITEND. VOOR DE VROUW Als de sneeuwklokjes bloeien ACHTER ELK GORDIJNTJE WOONT EEN VROUW \lkw Grutten M EL /I f\ Zaterdag 22 maart 1958 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 11' Verboden toegang" voor de heren! SC Het gaat immers over mode en schoonmaak Brits echtpaar nestelde zich in een boom Variaties voor het ophangen Kr van gordijnen Kleine lofrede op haar goede smaak lil Voortvluchtige Zwijndrechtenaar failliet verklaard Nog geen spoor van hem te bekennen WAT STAAT DAT kordaat boven ons weekpraatje van SC deze week: „Uitsluitend voor de Vrouw!" Ja, dat komt zo, ik wil over de mode en de schoonmaak met u praten deze iveek. Nu gebeurt het wel vaak, dat er heren ons vrouwen- w hoekje binnenstappen om eens af te luisteren, wat we zoal onder elkaar bepraten ertVdan laten ze me merken hoe zij er over denken! Nu, dat vind ik op zichzelf wel goed. We SC moeten graag naar iemand anders willen luisteren, zelfs naar mannen, op z'n tijd. En ze zijn het soms wel aardig met ons w eens ook, daar niet van. Maar nu hebben we een paar onder- werpen bij de kop, waarover we het met de mannen nooit eens zullen worden, een paar volmaakte uitzonderingen mis- schien dan daar gelaten. Daarom deze keer een „verboden toegang" voor de heren der schepping. Immers: het is abso- SC luut onmogelijk met de andere sexe over mode en schoon- w maak te praten. Dat doe ik dan ook nooit, ik geef hen maar f volkomen gelijk, ook al zouden ze beweren, dat bij de wet alle schoonmaak verboden zou moeten worden. NU MOET IK toegeven, dat „mode" en „schoonmaak" een ietswat vreemde oombinatie is. We spreken wel eens over „ons huisvrouwenleventje", maar lk vind, dat in dat gewone bestaantje toch radicaal verschillende situaties wonderlijk in elkaar kunnen rollen. De ene avond zit je met je neus in een toegezonden damesblad over allerlei modes, en de volgende dag'zit je mid den in de prozaïsche schoonmaak. Je bent nu eenmaal vrouw, dus als je in een krant de mode 1958 ziet afgebeeld, dan ktfk je er naar. Nu zag ik in een blad pagina's vol Parijse modellen. Ge moet niet zeggen: wat hebben wij met die Parijse modellen te maken? Dat zou wat kortzichtig geredeneerd zijn. U weet toch wel, dat wij in ons land nog •1 graag de buitenlandse modes (en nog wel heel wat meer!) na-apen? Getuige epijerbroeken en hobbezakken, die uit Amerika afkomstig zijn en die we nu allarwege onze Hollandse" „jonge da mes" zien dragen. En Parijs was van ouds ons „lichtend" voorbeeld. Ik zet het maar tussen aanhalingstekens. Maar die zonderlinge mode stelt ons loms voor moeilijke vraagstukken. Ik ■ag b.v. een alleraardigst jurkje, zeg den we zo onder elkander, dat echter aan de achterzijde een ingewikkeld pa troon vertoonde. Dat zou nog niet zo'n puzzel geweest zijn, maar juist ter hoogte van het lichaamsdeel, waarop we plegen te gaan zitten, was een won derlijk uitbouwsel van draperie met relfs nog een strik er bovenop! Ga daar nu maar eens mee zitten! pi zie de vertoning al voor me. Geluk kig behoeven wij als degelijke huis vrouwen ons over dergelijke creaties niet het hoofd te breken. Ik zag geluk kig ook heel leuke en toch ook wel ge klede japonnen afgebeeld. Pakjes, zo beeldig, dat je gauw even kijken moest naar de prijs en dan met je ogen dicht even berekenen in hoeverre je „kas" het kan lijden In die bepaalde richting. Jul lie begrijpen me wel. Hulde aan de mode-ontwerpers, die toch ook zorgen, dat een gewone huls vrouw nog iets aardigs binnen haar be reik kan kragen, dat ze dragen kan en ook niet buiten het bereik van haar geldbeursje ligt. Te meer verdienen de ze heren een applausje, omdat ze aan de lange zomer jas zoveel aandacht ge schonken hebben, want dat is een kle dingstuk, dat we in ons klimaat opper best kunnen gebruiken. We lijden meestal in ons landje ook in de zomer meer kou dan in de winter, omdat we menen, dat we ons ln de zomer ook ali tijd op z'n zomers moeten kleden. Dan is zo'n lange jas, en vooral een tweed jas er een lekker huidje bij! Ik geef deze tip maar even door. Mis schien kunt ge er uw winst mee doen! Er worden tegenwoordig door diver se zaken, ook ln Zeeland, modeshows gegeven. Er schijnt nogal druk gebruik van gemaakt te worden, hetgeen ik wel begrijpen kan. Het is b.v. bijzonder prettig te merken, dat een forse man nequin ook goed gekleed kan gaan, zonder dat het speciaal veel extra geld eist. En het is gemakkelijk op een show te zien, wat een bepaalde zaak heeft te bieden, want we zijn toch alijd nog wat schuchter om onverrichter zake een winkel uit te stappen en op een show kun je de ogen de kost geven, om de opgedane wetenschap ter bestemder tijd te benuten. We leren ook meer welbewust met de assessoires te reke nen. Zo wordt het een klein kunstje er gezellig uit te zien en dat willen we al lemaal, ook al dragen we een extra-or dlnaire robes uit Parijs met al haar kunstige en soms vreemde gewrocht sels. Je met smaak kleden is een kunst. Maar het kan, zelfs uit een kleine beurs. Intussen zie ik, dat ik aan wat ik nu nog over de beruchte schoonmaak te vertellen heb, niet meer toekom. Ik heb mijn plaatsruimte verbruikt. Laat ik echter nog even mogen meedelen, dat we aan de slag gegaan zfln, me ln ge dachten van uw medeleven overtuigd houdend, want dat heeft een vrouw ge durende deze stormloop op al wat vuil, grauw en stoffig, verkleurd en ge scheurd is, wel dringend nodig. En er is geen man te vinden, die ons dat noodzakelijke medeleven zal betuigen. Weest er van overtuigd, dat ik echter met al mijn lezeressen, die ook bezig mochten zijn, of natuurlijk anders bin nenkort gaan beginnen, hartgrondig meelij heb. MAJA Mevrouw Doris Mary Parkes (37) uit Pershore in midden- Engeland, heeft deze week voor het eerst in zes weken weer eens een dak boven haar hoofd gehad. Zij was namelijk aange houden onder verdenking van het stelen van een paar schoenen en moest de nacht in de cel doorbrengen. Toch zei mevr. Parkes liever naar huis te willen, hoewel zij geen huis heeft. Zij woont al zes weken met haar man in een holle boom. Ze hebben het zich in de ruimte, die een middellijn van anderhalve meter heeft, zo ge zellig mogelijk gemaakt. Vroeger woonden zij in een caravan, maar dat mocht niet langer van de overheid. Het paar zegt dat het geen ander huis kan vinden dar. de boom. Als de sneeuwklokjes bloeien is dat een nieuw geluid; een nieuwe jonge lente in weer in aantocht. Het weer kan echter ook heel erg tegen zitten en dan zal men dus nog een paar weken geduld moeten hebben, doch al is de grond misschien nog hard be vroren en al ligt er misschien wel een dik pak sneeuw; ook die gaan weg en de sneeuwklokjes komen zeker te voorschijn om de nieuwe lente in te luiden en het is goed te weten dat dit toch opnieuw komen gaat. Let nu maar eens op. Die sneeuwklokjes vol doen eigenlijk het best als ze maar «o lekker onder aan de voet van een grote boom kunnen groeien. Z* ver dragen heus het voorjaarszonnetje Wel, des zomers komen de moeilijk heden als ze in een uoor de zon gaar gestoofde grond moeten rusten; Ze rusten liever in een iets koelere om geving en daarom stopt men ook wel eens wat stenen in de grond en daar blijken ze beslist geen hekel aan te hebben. Soms kunnen de mussen erg lastig zijn; die pikken de bloemknoppen van de chineèse klokjes of de Forythia's weg en er is niets anders aan te doen dan zwarte draden te spannen. Straks laten ze de gele crocussen ook al niet met rust en die zal men dus ook met zwart draad moeten beschermen; de blauwe en de lila en witte corcussen laten ze echter wel met rust en dat is al veel waard. Het is niet immer rozengeur en maneschijn in het leven van een schooljuffer, al zoudt u dat wellicht denken, omdat enkele weken geleden lentegeuren, die opstegen uit een grote bos prille lentekinderen, me omzweefden. Het is nu mis! Wij, dat zijn de collega's en ik, hebben, als ge woonlijk voor 1 april, gesproken met de baas over de „zitten-blijvers". Het kan wel eens gebeuren, dat een der collega's een geval uitvoerig moet be spreken, alvorens tot overeenstemming te komen met de baas, maar als het klas één geldt, is de baas het altijd eens met hetgeen ik voorstel, omdat hij het grote belang van een goede „fundering" ter dege inziet. Gelet op de datum, kunt ge zelf al be grijpen, dat we weer een „Sprechstunde" met de baas hebben gehad. Alles verliep vlot. En dan we ten we ook dat de baas ons nooit zal afvallen tegen over de ouders. We zijn dus „gedekt". Laat in het najaar bij ik eens naar zijn huis gestapt op een avond, om een poging te wagen, of moeder of vader hem wat zouden kunnen hel pen, als hij sommetjes of een leeslesje mee naar huis kreeg. Had u mij eens moeten zien, toen moeder De Bruin haar handen in de zij plantte en eens goed zei, hoe zij er over dacht. „Juffrouw, kom mien daer nie mee aan boord. Jie ben schooljuffer en je heit niks anders te doeë, dus daar mot je niet mee ankomme. Anders 'oef ik 'm nie naer schole te stiere." En nu vorige week zag ik duidelijk, dat het niet gaan zal, om Bert een visum te verle nen voor klas twee. De baas kon het begrijpen. Maar dan moet ik verder mijn boontjes zelf doppen. En zo ga ik op weg naar huize De Bruin. Ik heb ge- een beurtje meer dan een an der, of wat er ook maar nodig is. En dan duurt het weer niet zo bar lang, of ik weet, aan wie de bijvoeding besteed is en voor wie het toch niet hel pen zal. Dan moet ik met mijn grote klas de hopeloze geval len wel laten schieten, hoewel ze natuurlijk in de klas wel him gewone beurtjes mee krij gen. Doch aan de anderen ga ik verder, ze steeds een hapje meer dan de anderen te ge ven, om him kans te vergroten dat ze kunnen overgaan. Dat was ook het lot van Bert. Toch was ik van Bert nooit zeker, hoe het zou aflopen. Dan dacht ik weer eens: hij zal het halen, maar even vaak, was ik er bijna zeker van, dat het niets zou worden met dat jongmens. Toen niet, nu wel Ik heb vier blijvers. Van Martje is het te verstaan, dat ze doubleert, want ze was vaak ziek. Haar moeder begon er zelf al over op de ouder avond. Twee jongens, die bij me moeten blijven, baren me ook geen zorg. Maar o, die Bert! Nee eigenlijk is het Bert niet, dat redt zich wel, maar wat zal ik van zijn moeder te slikken krijgen Als ik met april een nieuwe klas krijg, weet ik na een paar weken heus wel, welke zor genkinderen er bij zijn. Die ga ik dan al gauw „extra voe ding" geven in de vorm van wacht tot het half negen in de avond is, dus donker. Maar goed ook, want nu kunt u het verschil niet zien tussen de schooljuffrouw, die vol gezag haar dozijntjes onder de duim heeft en het juffertje, dat met diepe denkrimpels in het voorhoofd door de stille stra ten stapt naar moeke De Bruin. Over vader De Bruin hoeven we niet te praten, want moeder zwaait haar heersers staf (eigenlijk heerseressên- staf) gelijkelijk over man en kroost. Vader zal wel zwijgen. Na de eerste woorden zal dat mijn lot ook wel zijn. Ik ga lopen, om tijd te win nen, die ik denk te benutten, om mijn speech kant en klaar te hebben en ook, om me zelf even wat moed in te spreken. Omdat ik mijn fiets liet staan informeerde mijn hospita of ik soms „ziek gong worre". De „operatie" verloopt vol gens mijn verwachting. Een kort intermezzo geeft het kroost, dat nog voltallig aan wezig is, hoewel het toch al kwart voor negen is, als ik arriveer. Geen nood voor moeder De Bruin. In no time comman deert ze haar troep in bed. Bewonderenswaardig overi gens. Dan breng ik mijn bood schap over Vader zwijgt en moeder trekt het harnas aan Ze plant weer haar handen in de zij. Met bewondering kijk ik naar haar en terwijl de stortbui over mijn arme hoofd losbreekt, zit ik te denken, dat ik dat op kritieke momen ten beslist ook eens ga probe ren en zozeer ben ik hierover in gedachten verdiept, dat ik haast aanstalten maak, om het ineens maar te gaan peproe ven. Gelukkig voorkom ik dat bijtijds, doch nu ben ik weer voldoende bij het „gesprek", om de toegebrachte genade slag goed te voelen. „O juffrouw, dat 'ad ik vleje naejaer al kenne zie ankom me. Knappe kinders wat te lere, dat ken iedereen wel, maer as je d'r moeite voor mot doeë, dan homaer. En dan is onze Bert nog gieniens dom ook. Maer ik zei deris met me neer gaen praete. Die weet wel beter. Je 'eb een ganse dag niks anders te doeë en 't kind ken nok gieneens goed leze. Nee, netjies is het niet. Zelfs onze brave moeder De Bruin r. oet zo nu en dan eens ademhalen en daar wacht ik op. Van die pauze maak ik ge bruik om te zeggen: „Zo dat is dus afgesproken, dat u eens met mijnheer gaat praten? Ik zal het hem zeggen en als u soms nu al weet, wanneer u gaat, zal ik dat met pleizier voor u door geven." Moeder De Bruin wil iets zeggen, maar ze komt niet verder dan een opengesperd» mond. Dan verdwijn ik na een be leefde groet. Nu merkt u toch zelf wel, dat het niet immer rozengeur en maneschijn is voor een schooljuffer! (Van een medewerker) Onlangs is er in de gemeente Joure enige deining ontstaan om dat de plaatselijke autoriteiten een verordening uitvaardigden, op grond waarvan in het nieuw ge bouwde bejaardencentrum Vege- lingsoord uitsluitend recht han gende gordijntjes voor de ramen A. Bonnema was van mening, dat mochten prijken. Het was het eer ste officiële gordijnenprobleem in de geschiedenis des vaderlands en misschien wel het eerste in de ganse wereldhistorie. De reden van die gordijnenver ordening kent men: de architect ir. het uiterlijk aanzien van de door hem ontworpen woningen schade zou lijden als de gordijntjes niet kaarsrecht maar anders, bijvoor beeld in de sierlijke bochten die tot de veelzeggende namen „broek gordijnen" hebben geleid, zouden hangen. Wij kennen de architect Bonnema als een gedegen vakman, wiens goede smaak niet in twijfel getrokken kan worden. En we weten dan ook, dat zij die mochten menen dat hij een „zenuw oorlog" tegen alle fantasie- in-glasgordijnen op het oog zou hebben, zich deerlijk vergissen. Gelukkig maar! Want de traditionele varia tie der gordijntjes in iedere Nederlandse straat hoort bij het aloude individualisme van ons volk. Heus, er schuilt méér achter zo'n gor dijntje dan menigeen denkt. Kleine kinderen die gaan slapen, kunnen het al zo grappig zeggen: „nu doe ik de gordijntjes voor mijn ogen toe". Ze leren die uitdrukking van een groiftmoeder of van mama-zelf, die hen in het oor fluisterde: „nog één kus en dén de gordijntjes sluiten!" Een klein kind onthoudt zulke woorden ge makkelijk en graag, omdat het zo'n scherp gevoel heeft voor wat de ouderen met hun dikke woorden „dichterlijke ver gelijkingen" noemen. En, dichterlijk of niet: voor het kleine kind zijn de ramen van moeders huis nu eenmaal als ogen waarmee men naar bui tij kijkt. Welnu, dan fantaseert het zich voor de eigen kleine ogen maar gauw ook een paar gordijntjes Ook voor de volwassenen bestaat er trouwens een verband tussen vensters en ogen. Zijn niet de ogen de vensters der ziel? En herkent men een huis niet aan zijn vensters, zoals men de mens herkent aan zijn ogen? Soms, wandelend op straat ziet u ergens een rij vensters, kaal en leeg, zonder een zweem van gordijnen. Dan weet u onmiddellijk: dèt huis is on bewoond. Van buiten gezien lijkt ieder huis ontzield en van innerlijk leven ge speend, zolang de venster-ogen niet de onmisbare „make-up" hebben gekregen van haar die de gordijnen kiest. Het is verwonderlijk met hoeveel zuiver instinct de vrouwen altijd weer de ragfijne doorzichtigheden, die in vaktaal „glasgordijnen" worden ge noemd, weten te kiezen. En hoeveel variaties weten zij voor het ophangen té bedenken! Nu eens recht en hoog stens getooid met een gracieuze volant, dan weer in een boog als een sierlijke draperienu eens pralend met een decoratie-rand, dan weer strak en re soluut in diabolo-modelEn terwijl ze de ene keer als materiaal het aloude katoen kiest, laat ze haar keus de an dere maal vallen op een weefsel uit de synthetische vezels die na de oorlog burgerrecht hebben gekregen. En dan die kleuren! Meestal een wandeling door een straat „ergens in Nederland" overtuigt ons daarvan zijn onze glasgordijnen wit of crème. Een feit is dan ook, dat het hel dere wit of crème aan onze kamers altijd iets lichts en vrolijks verleent. Maar er zijn vrouwen die, met een soort van aan geboren overgevoeligheid voor atmosfeer graag een kleur in hun gordijntjes zien. En ook dan bemerkt men hoe hun na tuurinstinct hen tot de goede keuze laat komen. Het is dan alsof zij wéten, dat in een kamer met grote ramen op het zuiden ll Vj m X X i 'it 1 1 lül'1 i II ii'[ het alte felle zonlicht heilzaam verkoeld wordt door gordijnen met een blauwach tige tint. Zoals de vrouwen, in het tegen gestelde geval, voelen dat een kille ka mer op het noorden toch iets zonnigs krijgt als het binnen tredend licht ver warmd wordt door gael getinte gordijnen. Tja, die vrouwenEn de mannen zich maar afvragen of de dames ook be- sèffen dat in een interieur met leuke gor dijnen haar eigen charmes eveneens des te beter uitkomenMaar die mannen kunnen zichzelf dan ook zulke onnozele en onnodige vragen stellen! Voor de lengte meet u eerst de af stand van de bovenkant van roe of rail tot aan de vensterbank. Maar als u ringen aan uw gordijntjes kiest in- plaats van haken, trek dan de hoogte van zo'n ring van de lengtemaat af. Vervolgens moet u er stof voor de zo men bijtellen. Neem 0 cm voor de bovenzoom, 8 cm voor de krimpzoom en nog eens 6 cm voor de onderzoom. Dat betekent dus dat u er voor de lengte 20 cm bij moet rekenen. Nu de breedte. Meet ten eerste de volle breedte van rail of roe. Voor de plooien moet u daar dan de helft bij rekenen. Als de rail 1.40 breed is, moet het gordijntje dus 2.10 breed worden. Wanneer u aan die ene roe twee gor dijntjes wilt hangen, moet elk gordijn tje 1.05 breed worden. Maar als u veel van plooien houdt, mag u er zonder gewetensbezwaar best 5 cm bijtellen. De Zwijndrechtse recherche wacht in spanning op berichten omtrent de opspo ring van de voortvluchtige meubelhande laar J. B. K. die verdwenen is met waar schijnlijk een ton op zak en die een schuld heeft achtergelaten, die eerst was berekend op f 362.000,maar nu al tegen het halve miljoen aanloopt. Na de berichten over de verdwijning van K. is de politie nog door verschillen de mensen op de hoogte gesteld van fi nanciële manipulaties van de 29-jarige meubelhandelaar, waarvan zij het slacht offer zijn geworden. Daarbij hebben ver scheidene schuldeisers zich met haar in verbinding gesteld. De arrondissementsrechtbank te Dor drecht heeft de 29-jarige meubelhande laar, die tot dusver zaak heeft gedreven in het pand Burgemeester de Bruïnelaan 14, failliet verklaard. Tot rechter-commis- saris in dit faillissement werd benoemd mr. H. van Zeggeren en tot curator mr. J. G. v. d. Steenhoven, advocaat en procu reur te Dordrecht. Wanneer u een „gezond" nagerecht op tafel wilt brengen dat iets anders dan het alledaagse is, denkt u dan eens aan boek- weigrutten. Zij hebben een hoge voedings waarde, bevatten goede eiwitten en veel vitamine B èn zijn lekker bovendien. Vooral de oudere huisvrouwen kunnen daarover meepraten. In het noorden van ons land worden deze grutten vaak ge bruikt voor karnemelksepap of gebakken grutjes met stroop. Houdt u niet van kar nemelksepap, dan wilt u zeker eens d» proef nemen met onderstaande recepten. En vergeet intussen niet, dat ook -voor de ochtendpap van de kinderen boekwei- tegrutten zeer goed zijn. Recepten voor 4 personen: Boekweitepap 1 liter melk, 100 g grutten, ongeveer 4 eetlepels suiker, zout (dun stukje citroen schil of een weinig kaneel). De melk aan de kook brengen met een weinig zout (en citroenschil of kaneel). De grutten erin strooien en in ongeveer 10 minuten zachtjes gaar koken. (De ci troenschil verwijderen) en de pap op smaak afmaken met suiker. Een zeer smakelijke variatie verkrijgen we door 100 a 150 g geweekte gedroogde abrikozen of pruimen door de pap te scheppen. Ook gestoofde peertjes smaken er uitstekend bij. Chocoladegrutten 1 liter melk, 65 g (8 eetlepels) grutten, 45 g (9 eetlepels) cacao, ongeveer 100 g (10 eetlepels) suiker, zout. De melk op een klein deel na aan de kook brengen met een weinig zout. De grutten erin strooien en in ongeveer 10 minuten zachtjes gaar koken. De suiker en de cacaopoeder dooreenmengen en de rest van de melk toevoegen. Het mengsel tje door de pap roeren en even meever- warmen. De grutten laten afkoelen. De vla in een schaal overdoen en desgewenst garneren met koekjes of schuimpjes. Bessesapvla 3 dl (2 kopjes) bessesap. ongeveer 4,5 dl (3 kopjes water, 75 g (9 eetlepels) grutten ongeveer 80 g (8 eetlepels) suiker (een dun stukje citroenschil). Het bessesap met het water (en de ci troenschil) aan de kook brengen. De grut ten en de suiker erin strooien en in onge veer 10 minuten zachtjes gaar koken. De vla laten afkoelen. (De crtruemrehfl verwijderen). De vla enkele minuten flink kloppen met een garde tot zij licht van kleur en schuimig is. De vla in een schaal overdoen. Desgewenst biscuits er bij geven. Om u de veelzijdigheid van boekweite- grutten te tonen, geven wij nog een re cept voor hartige gruttenkoekjes. U kunt ze geven bij de warme maaltijd of bij de boterham. Men is er nog steeds niet in geslaagd de voortvluchtige te arresteren. De poli tie speurt ijverig naar hem, maar behal ve dat haar in België een aantal plaatsen bekend zijn, waar K. gelogeerd zou heb ben, is haar tot nog toe verder niets be kend. Inmiddels heeft zich een inwoner van Hendrik Ido Ambacht bij de Zwijndrecht se recherche vervoegd om aan te geven, dat K. een bedrag van f22.500 van hem in zijn bezit heeft. Vorige week vrijdag had hij de meubelhandelaar nog f15, geleend. Ingezonden mededeling (Adv.) „oowp'm? verkoudheid? ER IS GEEN f Q ASPIRIN ZONDER BAYERKRUIS \Jf J

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 11