D. M. BOONE J Fa. A. M. HOFMAN BENZINEBRONRAADSEL NOG NIET OPGELOST LOUISSE-GOES N.V. lOUISSE-MIDDELBURO N.V. S3IPS RIJKSPOSTSPAARBANK COLOVINYL'VLOEREN COLOVINYL voor uw bedrijf Lagere Landbouwschool der Z.L.M. te Oudelande UIT DE KERKEN ZEEUWSCH DAGBLAD De directeur van de Rijkspostspaarbank maakt bekend, dat de rentevergoeding op de spaarrekeningen m.i.v. 1 januari 1958 werd verhoogd van 2,64 °/0 tot 3 °/0 Bij de RPS gelden thans de volgende voorwaarden i RENTEVERGOEDING 3 °l0 RENTEGEVEND MAXIMUM f 10 000 Op 1 januari 1958: 4 800 000 spaarrekeningen inleggerstegoed: f 1 957 000 000 reserve: f 300 000 000 Spaarbankloketten op alle postinrichtingen De spaarbankloketten zijn iedere werkdag gedurende de gehele diensttijd geopend Handel in bouwmaterialen van de nieuwe OPEL Snelbestelwagen Jazz in de kerk Groente doordraaien Ruime doopspraktijk Rechten van kind en moeder Doopsformulier 22 maart 1958 10 in diverse smaakvolle kleuren worden door ons ge leverd en vakkundig gelegd. is een uitstekende vloerbedekking voor keuken, gangen, winkels, kantoren, ziekenhuizen, scholen, kapperszaken en andere ruimten, waar hoge eisen aan de vloer worden gesteld. FABRIKAAT K) KROMMENIE* KORENDIJK 18-28 MIDDELBURG TEL. 01180-2908 Kies uw linoleum uit meer dan '100 kleuren Desgewenst deskundig advies bij LANGE NOORDSTRAAT 25, MIDDELBURG telefoon 2948 GEEN ROOS, HOOFDJEUK OF HAARUITVAL MEER! HEEM ÉEN FLES. EN U BENT OVERTUIGD) I FA. DE JONGE Sogwrstraat 3 Alleonverkoop voor Middalburf VAN MED DRSTIEL U BEREIKT UW DOEL MET ADVERTEREN IN „ZEEUWSCH DAGBLAD" Doeltreffende publiciteit voor uw firma- en andere voordelen Panoramische voorruit Naar boven openslaande achterdeur Zitbanken, die zich_aan de vorm van het lichaam aanpassen Een proefrit zal U nog vele andere voordelen lateo' ontdekken. Dealer voor Zuid- en Noord-Beveland: Westwal 25, Goes, tel. 01100-3141 Dealer voor Walcheren: Gortstraat 60-62, Middelburg, tel. 01180-2146 Bij voldoende deelname zal met ingang van 1 september 1958 het onderwijs aan deze school volgens het „nieuwe leerplan" worden gegeven. Dit houdt o.m. in: 1. Toelating na 6 klassen lagere school. 2. Uitbreiding van het onderwijs met hand- en vakvaardigheid, d.w.z. het leren gebruiken van timmer- en metselgereedschap voor werkzaamheden op het bedrijf, onderhoud en kleine reparaties van landbouwwerktuigen en motoren. 3. Meer algemene ontwikkeling in de meest ruSme zin, o.a. door het invoeren van Engels, eenvoudige wiskunde en diverse Algemeen Vormende Vakken. Op deze wijze wordt aan de jonge agrariërs in de Zak van Zuid-Beve land een unieke kans geboden om zich reeds na 6 klassen lagere school te verzekeren van een opleiding, welke geheel is gericht op hun algemene ontwikkeling en hun toekomstig beroep. Verzuimt deze kans dus niet! Nadere inlichtingen worden gaarne verstrekt door het Hoofd der School, de heer W. FASE, Stationsstraat B 66 d te Oudelande (tel. K 1104-282). Aanmelding van nieuwe leerlingen dient uiterlijk vóór 20 april a.s. plaats te vinden bij het Hoofd der School. De luchtmachtpredikant ds. H. J. Diekerhof vraagt in „Réveille", het blad van de protestantse geestelijke verzorging, begrip voor de pogingen van hen, die jazzmuziek in de ere dienst aanvaardbaar trachten te ma ken. Hij vraagt zich af: Waarom zou de ene soort muziek wél in de kerk gebruikt kunnen wor den en de andere muziek niet? Er zijn enkele voorwaarden voor kerkmuziek, maar waarom zou de jazz daaraan niet voldoen? Waarom zouden we de mu ziek met z'n ritme, met z'n klank, met z'n als ik het zo zeggen mag hart, laten annexeren door het amusement? Dat er ten aanzien van de jazz al lerlei concessies zijn gedaan aan het amusement, is nog geen reden deze muziek zelf aan te wijzen. De oude psalmmelodieën zijn voor een deel oude „straatliedjes". Gewone mense lijke muziek, waarmee God geloofd werd, waarmee men zingende bad. Waarom niet met dit ritme, met déze klank, waarin zozeer het hart leeft van de mens, die de muziek maakt? Persoonlijk zie ik vooral veel in de klassieke jazz-New Orleans 1920. In geen geval zie ik iets in de slappe af treksels van de jazz in de amuse mentsmuziek. Erg aardig, erg gezellig, maar stijl heeft het niet, „klassiek" is het nooit. Voorwaarde voor kerkmu ziek is stijl, geen kitsch, geen tweede- rangs-muziek, dat laatste is goed ge noeg voor amusement. Overigens is er onder de tegenwoordige zogenaamde kerkmuziek ook nog wel wat stijlloze kitsch. Meedoen? Concessies doen? Welnee. Erkennen dat God ook in de jazz de mens een uitdrukkingsmogelijkheid gegeven heeft, die in de eerste plaats tot Zijn eer gebruikt moet worden. Psalm 150 krijgt weer echte betekenis, zomaar zoals het er staat. „Agricola", die de jeugdrubriek in de „Friesche Kerkbode" verzorgt, snijdt het probleem van het door draaien van groente aan. Hier klopt iets niet, jaar met dat te constateren lossen we het probleem niet op, meent „Agricola", die dan vervolgt: Een woestjjnbewoner, die een bezoek aan Friesland brengt, zal zich ergeren aan het feit, dat we hier kostelijk zoet water naar zee afvoeren, terwijl de woestijn ernaar smacht, 't Is daar te weinig, maar hier teveel. We kunnen toch moeilijk een pijpleiding naar de Sahara aanleggen. Afkeuring van bepaalde toestanden kan rechtmatig zijn en kritiek is ook gemakkelijk. Het is vaak moeilijker om te zeggen hoe het precies moet en om het dan uit te voeren. Men kan de hele wereld wel met erwtjes bezaaien, maar dan raken we onder de erwtjes. Dan blijft het waar, dat God de wasdom geeft, maar we hebben teveel erwtjes. Goed, we gaan erwtjes cadeau geven, maar de man, die ze cadeau geeft, waarvan moet hij (behalve van erwtjes) leven? Zoiets kan wel op beperkte schaal, doordat een diaconie of sociale dienst het over tollige overneemt en onder behoefti- gen distribueert; maar het komt niet goed als dat grote proporties aan neemt. Het enige wat erop zit is te proberen om overproduktie te voor komen, voor een goede afzetmogelijk heid te zorgen en als er dan toch nog op een bepaald moment teveel is, dit zo mogelijk te conserveren. Misbruik en verkwisting van Gods gaven is verkeerd. We moeten dat dus zoveel mogelijk trachten te voorko men. Alleen maar: de praktijk laat ons telkens weer zien, dat we in een onvolkomen en gebroken wereld le ven. Dat ontslaat de mens niet van zijn plicht om er het beste van te maken. In Hervormd Gemeenteleven te Zeist verklaart ds. C. Hooykaas zich een voorstander van ruime doopsprak tijk. Daarbij meent hij, dat men ouders en kinderen uit elkaar moet houden. De doop is wel bestemd voor kinderen uit het verbond, maar dat verbond is door de vaderen altijd ruim genomen. Ds. Hooykaas zegt o.a. Als een Israëliet overspel pleegde, volgde daar nog niet uit, dat zijn kin deren niet meer besneden konden wor den. Het genadeverbond kan soms nog meer dan één geslacht overspringen, zegt Calvijn; en de woorden waarmee de Here God het verbond gesloten heeft, sluiten zulk een uitleg niet uit. Maar mag men het Inzake de doop niet doen met die ouders, die er zich totaal buiten gesteld hebben? Het gaat niet om de kinderen zelf. Die mogen ge doopt worden. Maar het gaat om de ouders, of die, terwijl zij niet geven om de kerk of om Gods geboden, toch" maar beschouwd en behandeld moeten worden als christen-ouders, bij wie voor zover wij weten de zaak in orde is. En hier staan we er voor, dat dan de kerk iemand die zich zo houdt, on der censuur zou moeten stellen. Maar men gaat er niet gauw toe over. In sommige dorpen bestaat de gewoonte, de doop uit te stellen, voorlopig totdat de ouders begonnen zijn althans de kerkdiensten te bezoeken. Dat is een begin, hoewel we er dan toch. nog niet zijn, want als ze in hun niet-kerkgaan blijven volharden, zal het tenslotte tot een beslissing moeten komen. Als de ouders echter geen van tweeën lidmaat zijn, heeft men ook reglementair het recht, ze niet anders dan met getuigen tot de doop toe te laten. Bij wange drag, overspel e.d. zal, als dat ten minste wettig vaststaat, niets in de weg zijn om censuur toe te passen. Maar de kinderen blijven kinderen van het verbond. Wij maken dus onderscheid tussen het dopen van de kinderen op zichzelf en het toelaten van de ouders om hun kinderen ten doop te houden en de vragen te beantwoorden zonder liegen. Zelfs al zouden het heidenkinderen zijn, dan mogen ze gedoopt worden, als een peter en een meter ze ten doop houden en de vragen beantwoorden en zo een opvoeding in de christelijke leer willen en durven garanderen. Over het algemeen worden in de Gereformeerde Kerken de kinderen spoedig gedoopt. De z.g. vroegdoop komt men echter niet zo vaak meer tegen. Ds. G. Brinkman constateert dit in „Schiedams Kerkblad" kennelijk met ingenomenheid, als hij noteert: Dr. Kuyper wilde direct dopen en tal van dominees staan op hetzelfde standpunt. Maar ondanks dat men bij hoog en laag dit standpunt als het enig toelaatbare verdedigde, heeft 't kerk volk er geen gevolg aan gegeven. Nog geen tiende deel der babies wordt di rect gedoopt. Ik waag het erop te zeggen, dat het kerkvolk soms beter door heeft of er een principe naar de Schrift in geding is, of slechts een veelszins te verdedigen gedachte van een theoloog. Wanneer nier nu gesproken wordt van een terugdringen van de rechten van het kind, dan zou ik willen vra gen of do moeder geen rechten zou kunnen blijken te hebben, welke rech ten niet verdrongen mogen worden! Christus heeft de vrouw weer met haar man op het oorspronkelijke voet stuk geplaatst, haar rechten hersteld, een sacrament cok haar persoonlijk gegeven. Zij vindt in de nieuwe bede ling de Heiland als haar Verheffer. De eerste Adam maakte haar haast tot een slavin aan z'n voeten, de tweede Adam zet haar naast haar man op de troon. Daar (oude bedeling) ziet de vrouw de mannen hun eredienst hou den, hier (nieawe bedeling) doet ze zelf mee aan gebeden, dankzeggingen, liederen (en wie weet wat nog meer: profeteren enz!). Daar de besnijdenis, hier de doop voor meisjes en jongens. Het lijkt me een gezonde, schriftuur lijke ontwikkeling, dat men de mce- der mee laat beloven bij het heilige doopvont en dat men ook van haar de persoonlijke belijdenis vraagt: of ze gelooft, dat de leer hier geleerd, de waarachtige en volkomene leer der za ligheid is. Een remonstrante briefschrijfster heeft bezwaar gemaakt tegen het tel kens voorlezen in de eredienst van het doopsformulier (bij de remonstranten „verantwoording" genoemd). Dr. G. J. Hoenderdaal van Amsterdam an- woordt daarop in het „Remonstrants Weekblad": Ik moet toegeven, dat met name het doopsformulier wel wat lang is voor veelvuldige herhaling. Daarom kunnen de predikanten ook de drie eerste ali nea's alleen gebruiken en de andere daarbij als bekend aan de gemeente vooronderstellen. Er kan in herhaling iets vermoeiends liggen, maar er kan van herhaling ook een kracht uitgaan. Zo zouden we b.v. het Onze Vader niet graag uit een ere dienst missen. Ofschoon geen onzer formulieren het in bondigheid en kracht bij dit gebed kan halen, kan er ook van de bekende woorden onzer verantwoordingen die de gemeente vertrouwd zijn, een dergelijke kracht uitstralen. Wij zijn bij de doop als ge meente bijeen. Die doop is maar niet eij zaak van ouders, kind en dominee alleen, maar de gehele broederschap is tegenwoordig in dit formulier dat overal wordt gebruikt en daardoor de plechtigheid uitheft boven het al te individuele en subjectieve. Ook al wordt elk woord niet verstaan of be grepen, dan toch is de voorlezing der verantwoording een teken van de te genwoordigheid van de gemeente en van onze broederschap bij de hande ling die hier geschiedt. Daarom zou ik toch wel gaarne blijven pleiten voor gebruik van onze verantwoordingen in onze erediensten. Onderstaande partij is gespeeld aan één der borden in de hoofdklasse om het clubkampioenschap van de Zeeuwse Dambond tussen Souburg en Middelburg. I. 33-28, 18-23; 2. 39-33, 12-18; 3. 44-39, 7-12; 4. 50-44, 1-7; 5. 31-27, 17-21; 6. 37-31, 21-26; 7. 34-30, 26x37; 8. 42x31, 20-25; 9. 47-42, 25x34; 10. 40x29, 23x34; 11. 39x30. 15-20; 12. 30-25, 20-24; 13. 41-37, 10-15; 14. 44-39, 18-23; 15. 39-34, 24-30; 16. 35x24, 19x39; 17. 28x10, 39x28; 18. 32x23, 5x14; 19. 38-33, 13-18; 20. 33-29, 11-17; 21. 49-44, 8-13; 22. 42-38, 18-22; 23. 27x18, 13x22; 24. 43-39; 6-11; 25. 31-26, 2-27; 26. 38-33, 2-8; 27. 46-41, 8-13; 28. 44-40, 13-18; 29. 39-34, 17-22; 30. 34-30, 11-17; 31. 40-35, 27-31; 32. 36x27, 22x42; 33. 48x37, 14-20; 34. 25x14, 9x20; 35. 30-24, 18-22 36. 45-40, 7-11; 37. 40-34, 16-21; 38. 35-30, 20-25; 39. 33-28, 22x33; 40. 29x38, 21-27; 41. 41-36, 17-22; 42. 34-29, 25x34; 43. 29x40, 3-9; 44. 40-34, 9-14; 45. 37-31, 12-17; 46. 34-30, 14-20?; 47. 38-32!, 20x18; 48. 32x23, 11-17; 49. 30-24; 4-9; 50. 31-27, 22x31; 51. 36x27, 9-14; 52. 24-19, 14-20; 53. 19-13, 20-25; 54. 13-8, 25-30; 55. 8-2, 30-35; 56. 2-7, 15-20; 57. 21-16, 17x26; 58. 23-19 en zwart gaf op! Thans kunnen we ertoe overgaan om de oplossing van onze laatste problemen en de stand van de oplossers' te vermelden. Met een x betekent, dat alle vijftien pro blemen goed zijn opgelost. Van 15 A (auteur W. Lente) is de oplos sing als volgt; 27-21 (16x47) 44-40 (26x37) 50-44 (23x32) 29-23 (18x38) 49-43 (38x49) 39-33 (47x29) 34x3 (45x34) 3x35 over schijf 37 (49x40) 35x7 (2x11) 46-41 wint op tempo. Goed opgelost door; J. v. d. Meulen x, kranig van U om op zo'n leeftijd (80 jaar) alle vijftien problemen goed op te lossen. Gefeliciteerd hoor! L. Trielier x, D. Triel ier x, M. C. de Smit x, S. Blaas x, F. Blaas x, J. de Visser x, P. de Visser x, P. Walthuis x, J. L. Strooband x, C. M. v. Rijswijk x, F. de Jonge x; G. de Jager x; A. A. v. Weele; P. Deurloo x; J. Blaas x; J. Verpoorten. De oplossing van 15 B (ook van W. Lente) luidt; 19-13 (8x30) 38-32 (47x29) 40-34 (29x49) 37-31 (22x44) 31x2 (49x27) 26x8 (3x12) 2x5 eindspel (15-20 A) 5-32 (20-24) 32-38 (24-30) 38-43-49 wint. (A 16-21) 5-32 (21-26) 32-38 (15-20) 37-42 (20-25) 42-48 en wint. Een goede oplossing ontvangen van: G. Overtveld x, A. Walraven x, C. M. v. Rijswijk jr. x, F. W. Adriaanse x; J. Nijs- sen (te laat ontvangen); S. de Visser x; K. Allaart; A. Geldof x, K. Sinke, Jao. Hoogesteger, D. de Vos x, A. v. Iwaarden (te laat ontvangen); W. Dommisse x, H. Blok x. Het raadsel van het benzinebronnetje onder de woning Bosch 68 te Papendrecht is nog niet opgelost. Men weet althans nog niet waar de benzine vandaan gekomen is, maar het onderzoek, dat men er naar ingesteld heeft, is in zoverre gevorderd, dat gevoegelijk aangenomen kan worden, dat er ergens in de nabijheid een groot vat of een tank in de grond zit, waarin op een gegeven ogenblik lekkage is ontstaan. Omtrent de plaats tast men nog volkomen in het duister. Men weet ook geen verklaring voor de aanwezigheid er van. Nam men aanvan kelijk aan, dat er een mengsel van olie en benzine uit de grond bor relde, nu weet men als resultaat van een onderzoek, dat de experts van de Nederlandse Aardolie Maatschappij hebben ingesteld, dat het geen mengsel is en ook geen aardolie, maar zuiver benzine. Gisteren meende men te constateren, dat het bronnetje spoedig uitgeput zou raken en inderdaad, in de loop van de dag hield het stroompje ben zine, dat tot dusver gestadig opgeborreld was, op. De mannen van de dienst voor Gemeentewerken gaan desondanks verder met hun onder zoek. Hun opdracht is te weten te komen wat er nu eigenlijk precies aan de hand is geweest.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 10