ATTENTIE SEIN OMHOOG VOOR CHRISTEN-OUDERS J - RANÖj de versnapering van de eerste RAlNw rang op sL Boekenweek van 1-8 Maart Moord te Driewegen in 1687 11 - 1 z 17 februari 1958 ZEEIIWSCH DAGBLAD Pagina 5 BBk a B a K FU^ RANG is alleen grrrti o b wrfrrrrinnnnrrrrrinnpniTinrYVinrroTirnTifYnTflTinTinpnrnTn^ WA T LEEST UW KIND Verhoogde posttarieven funestook hiervoor Belangrijke branden in december 1957 UIT DE KERKEN Slap of levend Middelpunt i ARTIS MAAKTE (LEVENDE) J INVENTARIS OP 1 Grote verschillen Ds De Clijver van 's+Heerenhoek wordt verdacht Getuigen a décharge Ingezonden mededeling (adv.) Q Q 0 Q Q Q Q Q Q 0 0 Q 0 fl fl fl 8 a.18 fl fl fl fl fl l> II fl Bfl fl flOJ na fl Q U fl ftJUJLP ftflflflPftflftflftfl We kregen onlangs ter bespreking een roman in twee delen. We tullen de titel van het boek, nóch de auteur, nóch de uitgever noemen, want we willen tegen geen prijs de verkoop van dit werk in onze kring «timuleren. Wat hier geboden wordt, is niet anders dan de grofste en brutaalste vorm van pornografie. Het is een verhaal van pubers en telfs daar nog beneden, kinderen van twaalf jaar, die zich aan de smerigste zedeloosheid overgeven. En dat wordt niet beschreven als een feit zonder meer in dat geval zou nog sprake kunnen zijn van een waarschuwing aan de ouders: kent gij uw kind? maar het wordt met gretigheid, wellust en brutaal-gedetailleerd beschreven met de bedoeling, de jeugd op te wekken ook zo met elkaar om te gaan en de ouders een wenk te geven „breed" genoeg te zijn, om hun kinderen hierin te onderwijzen en ze ruim de gelegenheid te geven, zich aan hun uitspattingen over te geven. Want het kind moet zich volkomen schaamteloos en brutaal kunnen uitleven, eerst zó kan er een „har monische mens" uitgroeien. De zonde tegen het zevende gebod wordt in deze roman niet meer als zonde onderkend, maar als een heerlijk voorrecht, die ook aan kinderen van twaalf tot zestien jaar in volle omvang toekomt. „Deze roman werd door de Amster damse zedenpolitie, onder leiding van Hoofdinspecteur H. C. Hagens, bij de Uitgever in beslag genomen. De officier van Justitie te Breda, mr. E. C. G. Bau- wens, belast met het gerechtelijk voor- Snderzoek, heeft vervolgens een voor- chtingsrapport gevraagd aan het Bu reau Criminele Voorlichting van het ministerie van Justitie. De voorlopige conclusie van de voorlichtingscommis sie, waarin o.a. zitting hadden de beken de r.k. jurist Prof. Pompe, de literator W. A. P. Smit en de opvoedkundige D. L. Daalder, as van dien aard, dat de officier van Justitie geen termen aan wezig achtte (zoals hij vertelde aan een redacteur van het dagblad „Het Pa rool") om het beslag op de voorraad nog langer te handhaven. Het optreden van de Amsterdamse zedenpolitie was geïnspireerd tp een nogal opgewonden brief van een jongeman, die het ge wraakte boek bij zijn verloofde had ge- Vonden Natuurlijk moet dit verhaal op het stofomslag dienst doen, om de verkoop te stimuleren. Wat, zoals te begrijpen is, goed geslaagd is. Op het recensie-exem plaar, dat ons werd toegezonden, stond tenminste: „zesde druk". Intussen bleek deze uitgever de smaak te pakken te hebben gekregen met dit soort boeken. Hij vraagt meer manuscrip ten van hetzelfde soort. Het was het weekblad „De Linie" (r.k.) dat daar onlangs op wees. Het blad gohreef: --„Al weer enige tijd geleden heeft de uitgeverij een roman in de handel gebracht over een jeugdliefde! Zo'n echt eerlijk boek. U kent dat wel. De enige eerlijkheid, waar men finan- oieel beter van wordt. Het boek werd door de Amsterdamse zedenpolitie in beslag genomen, maar de justitie ont- sette de roman weer. Al maanden leurt die uitgever met zijn proces-verbaal en de vrijspraak, alsmede met drie gunsti ge kritieken, vanzelfsprekend met de bedoeling, zijn jeugdige gelieven in zo groot mogelijk aantal de deur uit te krijgen. Als je bepaalde deuren op een kier zet, stromen de nieuwsgierigen al toe. Laat staa-, als je ze ineens ge waagd wijd open gooit. Nu is die uit gever geen verstandig man. Hij is niet tevreden met zijn commercieel succes. Hij wil meer. Hij is zich apostel gaan voelen. Apostel voor die heerlijke eer lijkheid, z', v"t dan ook een apostel, wie de simonie niet vreemd is. Hij heeft aan twee jeugdige gelieven niet genoeg; hij zou graag een heel klasje lijn kantoor zien uitstappen. Wat deed hij? Hij plaatste een grote advertentie, een oproep tot romanschrijvers, om zo gauw mogelijk hem, de uitgever, eens een lekker eerlijk manuscript over een Jeugdliefde te doen toekomen. Eén prik met gif -"as voor het I" derlandse volk niet genoeg; het moet veel meer van dia prikkel-nde prikken krijgen Tenslotte wordt nog even aangege ven bepaald niet ten overvloede welke soort roman de schrijvers moe ten sturen. Kort gezegd komt het hier op neer: Romanschrijver, verbloem niet van wat eerlijk schaamtegevoel al jaren in intieme -feer houdt. Trap de hekjes van vooroordeel om. Geef je pen de ruimte. Er zal wel geen schrij ver met een greintje beroepseer zijn, die onze uitgever ook maar een vel letje manuscript zal toesturen, ook al geniet hij de eer, last van de zedenpo litie te hebben gehad Het is een wat lang citaat, maar we weten dan nu ook precies, waar we aan toa zijn. We leven in een tijd, waarin door aller lei Instellingen, particulier en van over heidswege alles ondernomen wordt, om het .jeugdprobleem" op te lossen, of al thans binnen bepaalde grenzen af te ba kenen. Men schreeuwt moord en brand over de jeugdverwlldering en wanneer zo eens een enkele keer de zedenpolitie iets Van haar allerdroevigste ervaringen los laat, rijzen ons de haren te berge. Mil joenen bij miljoenen worden besteed, om aan de „asfaitjeug de „massajeugd", de „achterbuurtenjeugd" en hoe ze meer mag heten, nog enige leiding te geven. Maar intussen wordt diezelfde jeugd vol gespoten met de allergevaarlijkste smet stof, die 'ichaam en ziel verderven kan. Wat helpt dat alles, wanneer dergelijke lectuur over onze jeugd wordt losgelaten? Eén der ergr'e dingen van onze tijd van verval en afval is de halfheid, de lamlendigheid vaak ook, voortvloeiend uit het humanisme, dat ons allen over heerst. Er liggen sterke parallellen tussen onze tijd en het verval in de tweede helft der achttiende eeuw, die r' ook kenme k- te door verweke1'" :ng, verslapping en sentimentaliteit, maar die uitliep op de ondergang van ons volk. Het is in wezen oefenen. Het Christelijk gezinsleven is het laatste bolwerk dat ons nog rest. Wanneer de verslapping ook doordringt in onze Christen-woningen, kunnen we ons volk als verloren beschouwen. Daar om: ouders let op uw zaak! Let op uw kind. Gij zijt er naar ziel en lichaam ver antwoordelijk voor! v. S. de oude geschiedenis, die zich steeds weer herhaalt. Alle oude culturen, alle grote wereldrijken zijn tenslotte onderge gaan aan verwekelijking en verslapping, aan grenzenloze zedeloosheid en ontaar ding van de gezonde levensnormen. Men gaat zijn eer stellen in zijn schan de. Daar is ook t' roman vol van. En daar blijkbaar de justitie niet meer bjj machte is, dit vergif uit de volksziel te weren, daar rust een dubbele taak op do ouders. Weet gij, wat uw kind leest? Het is uw taak, daar sterk toezicht op te (Van één onzer verslaggeefsters) De eerste week van maart zal dit jaar weer „in het teken" staan van het Nederlandse boek. Van 1 tot 8 maart wordt voor de drie-en- twintigste maal de Boekenweek gehouden, met als extra attractie de in 1956 bekroonde novelle van A. Defresne „Het Gehucht". Gedurende de hele Boekenweek wordt dit door de deskundige jury zeer geprezen verhaal uitgereikt aan ieder, die voor ten minste vijf gulden boeken koopt. De naam van de auteur is al bekend en daarom zal de jaar lijkse prijsvraag voor het publiek deze keer (in tegenstelling met vorige jaren) bestaan uit de opgave, de auteurs te noemen van alle anoniem verschenen geschenken sinds 1947, d,w.z. van de novelles „Insecten in plastic", „DeNacht der Girondijnen", „Oeroeg", „De Ontmoeting", „De Porseleinen Tafel", „Twee negerpopjes" en „De Zaak Beukenoot". Ook de jeugd wordt niet vergeten. Aan de zo langzamerhand al beroemd geworden Muze-reeks, is weer een deeltje toegevoegd: „De Muze vertelt", een door dr. J. C. Brandt Corstius en Han G. Hoekstra samengestelde bun del met verhalende gedichten. Het boekje, dat in een oplage van 47.000 exemplaren wordt verspreid, kost 90 cent. De Boekengids, die na 25 februari verschijnt, bevat deze keer bij wijze van inleiding een aantal artikelen en boekaankondigingen in de vorm van gecommentarieerde titellijsten, zodat de gids ook enigszins het karakter krijgt van een boekentijdschrift. In verschillende plaatsen zal een folder worden verspreid, die de aandacht vestigt op de Boekengids, die een op lage heeft van 300.000 exemplaren. De Boekenweek wordt officieel ge opend in de Amsterdamse Stads schouwburg op 28 februari. Op deze avond, die waarschijnlijk ook zal wor den bijgewoond door Koningin Julia na, zal de Nederlandse Comedie twee korte stukken van Bernhard Shaw op voeren, terwijl het traditionele schrij versbal de avond zal besluiten. PROPAGANDA Sinds kort werken de Vereniging ter Bevordering vart« de belangen des Boekhandels en de Algemene Neder landse Bond van Leesbibliotheekhou ders samen wat betreft de propagan da .voor het goede boek. Gedurende de maand december 1957 werden 50 personen, van wie 18 le den van het brandweerpersoneel, door brand gewond. De directe schade als gevolg van brand wordt geraamd op f 1.893.345, (vorige maand f 6.221.210,decem ber 1956 f"2.617.355,Uit een over zicht van de 28 belangrijke branden, elk met een schade van f 20.000, of meer blijkt, dat hierbij 14 boerde rijen o.a. gebouwen van landbouw- en veeteeltbedrijven waren, die ge heel of gedeeltelijk werden vernield en waarvan de totale directe schade wordt geraamd op f 693.900,(in de vorige maand 7 boerderijen met een schade van f 450.180,december 1956 10 boerderijen met een schade van f 498.600). B(j de boerderijbranden gingen 28 koeien, 7 varkens en 1700 stuks klein vee verloren. Handel en industrie leden met 12 branden een schade van f 522.200, (vorige maand 17 branden met een schade van f 4.938.650,december '56 11 branden, schade f 1.343.000, Deze propaganda wordt helaas in sterke mate belemmerd door de on langs verhoogde posttarieven voor drukwerk. Zo kost dit jaar alleen de verzending van de Boekengids al vijf tien duizend gulden meer dan in 1957. Op de persconferentie van de Com missie Propaganda vroeg de heer Chr. Leeflang zich af, waarom in Neder land niet, net als in andere landen, een uitzondering wordt gemaakt voor het boek, waar het de verhoging van de P.T.T.-tarieven betreft. De heer Leeflang deelde nog mee, dat de verkoop van boeken nog steeds een opgaande tendens vertoont, al is deze niet meer zo sterk en zo regel matig als een jaar geleden. Er valt eveneens een stijging waar te nemen in de ojnzet van kinderboeken en de heer Leeflang constateerde met vreug de, dat deze qua gehalte en uitvoe ring stukken beter zijn dan een jaar of tien geleden. Het pocketboek wordt nog steeds goed verkocht. Het stelt een groot deel van het publiek, dat vroeger uitslui tend geleende boeken las, in staat, zelf een bescheiden bibliotheekje te vormen. De zuiver literaire en popu- lair-wetenschappelijke boeken blijven goed gaan, maar men zal natuurlijk de nodige zelfkritiek in acht moeten nemen, om te voorkomen, dat het peil van onze pocketbooks daalt. De eerstkomende jaren zal een Boekenweek nog wel niet overbodig zijn: uit het rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek over de leesgewoonten van het Nederlandse publiek blijkt, dat een derde deel van alle Nederlanders boven de twaalf jaar nooit een boek leest Nederlands Kerkewerk, zo heet het contactorgaan van Nederlandse hervorm de predikanten, die thans de presbyteri aanse kerk van Australië dienen. Ds. W. van Wijngen, voorheen te Wassenaar, schrijft daarin, dat hij eerst niet warm liep voor de presbyteriaanse kerk. Dit veranderde toen hij op reis ging door Australië, op zoek naar landgenoten: Ik ben gaan geloven in de presby- terian church als in een levende kerk, waarin met ernst, toewijding en offer vaardigheid gewerkt wordt niet alleen door de predikanten, maar ook door vele andere ambtsdragers en leden der kerk. Het werk wordt ook met een ze kere visie gedaan en het landelijke werk wordt volgens een duidelijk plan uitgevoerd. „Maar die ernst en toewijding, is die wel zo groot? Als wij de preken horen, zijn het nogal eens vlotte verhaaltjes, waar weinig studie achter schijnt te zitten. De hele sfeer van de kerk schijnt die van het land en volk te zijn: men neemt het nogal gemakke lijk". Zo horen we nogal eens spre ken! Maar u zou toch niet willen, dat het karakter van de kerk totaal ver schillend zou zijn van dat van het volk? Een kerk bestaat toch uit mensen? Ja, die mensen zijn de kerk, want de kerk is nooit zo maar een ding. En boven dien weet u eigenlijk wel, hoezeer er gewerkt wordt niet alleen om de ken nis van de kinderen der zondagsschool en b.ijbelklassen te vergroten, maar ook de kwaliteit van het bijbelonderwijs zelf te verhogen? Ook de opleiding der predikanten zelf is een gedegen opleiding gewor den, en er is geen theologisch probleem dat momenteel in Europa de belang stelling heeft, of het wordt ook bij de theologische opleiding en onder de pre dikanten zelf besproken. De theologie moge de Brit niet zo als de Neder lander in het bloed zitten, maar dat is niet noodzakelijk een nadeel. De kerk in Holland leed nogal eens aan ge wichtigdoenerij, die aan oprechtheid tekort kwam. Tenslotte: ik heb er bewondering voor, dat de kerk hier zozeer gelijke tred tracht te houden met de bevol kingsuitbreiding dank zij een bepaalde politiek voor nieuwe woongebieden. Ook in de sociale zorg verstaat de kerk "baar opdracht tegenover de bevolking en na een opleiding van een of drie "jaar worden jonge vrouwen ingescho ven in deze zorg. Met vaak niet on aanzienlijke offers worden de gemeen ten opgebouwd. En overal, op de sche pen in de havens, in de ziekenhuizen en gevangenissen, in werkkampen en opvoedingsgestichten, wordt de stem der kerk gehoord. De presbyterian church slap? Nee, levend en vol mogelijkheden. Maar dat ontdekken we pas als we er zelf mid den in gaan staan. Prof. dr. C. A. van Peursen te Gro ningen wijst in het Centraal Weekblad van de gereformeerde kerken op de grote omwentelingen, die de wereld beleeft. Hij zegt: De zon is reeds lang geen middel punt meer, maar een middelmatig ster retje in een hoekje van het heelal. De horizon van de menselijke geschiedenis wijkt ook steeds verder terug. De pa leontologie brengt ons in contact met oermensen, tienduizenden jaren oud, vreemde gestalten, die in hun dierlijk uiterlijk toch op huiveringwekkende wijze iets van ons zelf tonen. Zijn het onze voorouders, zijn het mensen, zijn het voortrappen van de mens? Wij kunnen hen maar nauwelijks plaatsen binnen onze voorstellingen van schep ping en van het ontstaan van het men selijk geslacht. In de moderne wereld neemt ook Europa geen centrale plaats meer in. Reeds ligt het zwaartepunt in Amerika nrên Rusland. Maar het gaat verder. Het Oosten (China, India) verkrijgt steeds meer gezag. Zal het, als het ons tech nisch en wetenschappelijk ingehaald heeft, hetgeen binnen enkele genera ties zou kunnen geschieden, het mid delpunt van politiek, economisch en geestelijk leven worden? Men heeft berekend, dat in het jaar i EEN VOLKSTELLING DE VISSEN nemen in heeft men van iedere in de hoofdstedelijke die- het totale aantal artis- soort slechts twee exem- rentuin „Artis" heeft uit- bewoners een flink deel plaren geregistreerd, gewezen dat er 974 dier- .voor hun rekening'. Er WANNEER een bezoe- soorten aanwezig zijn. zijn er nl. 2.000 in 285 ker aan elke in Artis Onder de zoogdieren be- soorten, waaronder een voorkomend diersoort vinden zich 72 apen, 10 groot aantal koraalvis- slechts één minuut zou mensapen, 26 beren, 29 gelu Speciale belangstel- besteden zou hij minstens antilopen, 28 runderen, nng hebben de tien ster- zestien uur nodig heb- 39 kat-achtigen waaron- letjes, die al flink begin- ben. der leeuwen, tijgers en nen £e groeien en de op- panters, 17 buideldieren, volgers moeten worden GELIJK met deze „in- 6 nijlpaarden, 39 herten, van de befame „Opa ventarisatie" heeft men 63 knaagdieren, 16 ka- steriet", die al zeventig n Artis een lijst opge- meelachtigen en 32 hond- jaQr in het aquarium maakt van de dieren die rondzwemt. in de Amsterdamse die- Veel moeilijkheden on- rentuin overtollig zijn, en dervond men bij het tel- die men graag zou willen len van de muizen en de ruilen tegen dieren uit insecten. Hun familie dierentuinen in het bui- schare van 1175 stuks en breidt zich zo snel uit dat tenland. Op deze lijst ko- 266 soorten in hun voliè- een nauwkeurige telling men honderd exemplaren res. is uitgesloten. Daarom voor. achtigen. In totaal 507 exemplaren in 149 soor ten. De vogels leven in een 2000 de blanke bevolking der wereld ongeveer met vijftig procent en de ge- gekleurde ongeveer met honderd pro cent toegenomen zal zijn. Zal het blan ke ras tot een bijna uitstervende min derheid worden? Het Christendom is niet gebonden aan een bepaald ras of een beschaving, noch aan een voorstel ling waarin de aarde centraal staat. Temidden van dergelijke omwente lingen kan de kerk zich dieper bewust worden van haar centrum: de verkon diging van Christus' overwinning als het middelpunt van elke ruimte (we reld, heelal) en tijd (geschiedenis), dat onder alle verschuivingen steeds dui delijker zich manifesteert. Menigmaal worden Vrjje Evangelischen en Baptisten met elkaar vergeleken en sommige opzichten als met elkaar overeenkomend beschouwd. Nog onlangs deed de Vrije Evang. ds. C. van Bruggen dat. Hiertegen komt echter de Baptisten predikant ds. Ph. Lindeman van Sneek in verzet, als hij in De Christen vast stelt: Wij geloven dat de gemeente bestaat uit niets dan gelovigen. Onze babies en kinderen zijn geen gemeenteleden, zij zijn op geen enkele wijze lid van de gemeente; zij worden lid als zij met ons hetzelfde geloven. Dan worden zij gedoopt in het midden der gemeente en hebEen terzelfder ure als gemeente lid deel aan het avondmaal. Ds. Van Bruggen zegt dat de vrije evangelischen en wij elkaar in ge meenteopvattingen heel dicht nabij ko men. Wij kunnen deze gedachte met hem niet delen. Wel als het gaat om de sfeer der kleine gemeenten, soms min of meer piëtisch, en ook wat be treft accent op persoonlijke geloofs overtuiging, namelijk de opwekking daartoe. Maar dat is slechts voor het oog en het gevoel. Met de keus voor de kinderdoop heb ben de vrije evangelischen gekozen voor een kerkbegrip dat ver van het onze afligt. De roomse kerk, de moeder van dit kerkbegrip bindt het persoon lijk ontvangen van het heil Gods nog nauwer aan de kinderbesprenging dan alle andere kerken die uit haar de kinderbesprenging overhielden. Afge zien uiteraard van de vulgaire bijge lovigheid die velen koesterden bij de kinderbesprenging. Het komt ons voor dat bij de kinderbesprengende kerken de heilswerkelijkheid van de doop en avondmaal miskend wordt. Toen het lijk van ds. Van der Velde lag opgebaard, kwamen vele gemeenteleden en collega's uit de omgeving naar de pastorie, om nog een laatste blik te werpen op de zo tragisch om het leven gekomen predikant. Tot de bezoekers behoorde ook ds. De Clijver. Een hele tijd (wel een kwartier, zegt de schrijver) keek hij naar het lijk, zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken. Wat ging er in hem om? Is hij werkelijk onschuldig aan de moord? Hij beweert van wel en roept ook getuigen op, die voor de justitie verklaren, dat ze hem die zon dagavond om 11 uur gezien hebben. een ladder op zijn kamer had ge bracht. Ze wist niet wat hij daarmee moest doen. Ook had hij gevraagd, om zijn oude krippen rok. Wat moeten we van dit verhaal van dokter Soetebier geloven? Ik weet het niet. Hij kon er ook niet meer nader over ondervraagd worden, want plot seling was hij spoorloos verdwenen. Zijn vader in Goes vermoedde: naar Frankrijk of Engeland. In de gevangenis Inmiddels zat ds. De Clijver vanaf 6 juli opgesloten in de Gevangenpoort in Den Haag. Hij had dezelfde kamer gekregen als waarin 15 jaar tevoren de gebroeders De Witt gezeten had den. Hangende het onderzoek heeft hij nog veel vrijheid. Elke dag mag hij met zijn twee bewakers wat wande len. Hij bidt met hen, zingt psalmen en leest hun voor uit de Bijbel, of een geestelijk boek. Ook schrijft hij brie ven aan zijn meisje in Den Haag en aan familie en vrienden in Middel burg, waarvan er enkele bewaard zijn. Brieven, waarin hij verklaart, totaal onschuldig te zijn en waarin hij zijn vertrouwen op God uitspreekt, die het recht zal laten zegevieren. „Zo blijf ik wachten op de wil en uitvoering van 't besluit des Almach- tigen. Ik wil mij op mijn God ver laten, die beloofd heeft, de zijnen niet te zullen verlaten. God zal mijn schild en toevlucht wezen". Het klinkt erg mooi en vroom. Zo heeft hij ook tijdens zijn gevangen schap op wijnglazen teksten en vers regels geschreven in 't Latijn, zoals: „Het leven is mij Christus en het sterven gewin" en „Als Christus leids man is, is wanhoop niet te vrezen". Ze zijn alle ondertekend: J. de Clijver. In het boekje, waaraan deze artike len ontleend zijn, wordt steeds ge sproken over De Cliever. Dat zal wel de naam zijn, zoals die in Zeeuws dialect wordt uitgesproken. De rechter heeft geen uitspraak be hoeven te doen in deze moeilijke zaak. Op 1 augustus werd De Clijver dood op zijn bed gevonden. Het lijk werd door vier dokters onderzocht, die tot de conclusie kwamen dat hij door ver gif gestorven was. Op de grond lag een papiertje, waarin vermoedelijk het vergif ge zeten had. In zijn kleren vond men nog verborgen een scherp mes en een schaar. Hadden die misschien dienst moeten doen, als het vergif niet goed werkte? Waarschijnlijk schrok hij terug voor de steeds scherpere verhoren en da pijnbank. Kans op vrijspraak was er weinig en het schavot was zo ver schrikkelijk, dat hij een eind aan zijn leven heeft gemaakt. Op een horde werd zijn lijk naar het galgeveld gesleept en daar he graven, terwijl zijn bezittingen wer den verbeurd verklaard. Familieleden uit Middelburg dien den tevergeefs een verzoek in, hem daar te mogen begraven. Wie heeft do moord in de pastorie van Driewegen gepleegd? Ds. De Clijver? Dokter Soetebier? Of die twee tezamen? Of misschien toch ie mand anders? De vraag zal nooit be antwoord worden door 'n wereldlijke rechter. L. v. W. De schoenmaker van 's Heerenhoek, Johannes Heyndricsen, een jonge man van 23 jaar, verklaart dat hij die zon dagavond tussen 11 en 12 uur voorbij de pastorie kwam en ds. De Clijver met zijn bovenlijf uit het raam zag hangen. Hij hoestte erg en het scheen wel, of hij moest braken. Een zelfde verklaring geeft domi- né's buurvrouw, Elisabeth Joris. Als derde komt de heelmeester Soetebier met hetzelfde verhaal. Deze vroeg de dominé nog, waardoor hij het zo benauwd had. Ds. De Clijver antwoordde hem, dat hij vlees gegeten had en dat het hem wat benauwde. Uit de verklaringen van Anna Keysers, de meid van ds. De Clijver, worden we niet veel wijzer. Ze zei, dat hjj om 9 uiir naar bed gegaan was, maar of hij na dat uur nog uit ge weest was, wist ze niet. Wel had ze hem tussen 12 en 1 uur nog horen praten. Misschien in zijn droom, of dat hij ijlde van de koorts. Want hij had 's avonds niets gegeten en be weerde dat hij koortsig was. Ze was die zondag een paar keer naar dokter Soetebier gestuurd, die echter pas na de middagkerkdienst gekomen was. Samen hebben die twee toen op de studeerkamer gezeten. Dokter Soetebier Deze twee, de dominé en de dokter, waren goede vrienden. En ze waren aan elkaar gewaagd, deze twee nota belen van 's Heerenhoek. Meer dan één daar in de buurt liep met de ge dachte rond: zou Soetebier de moord niet hebben gepleegd? Of zouden ze het niet samen gedaan hebben? Inderdaad zijn ze die zondagavond om half tien samen op stap gegaan naar Driewegen. Tenminste, volgens een brief, die Soetebier naar Den Haag stuurde en die in 't kort hierop neerkomt: ds. De Clijver had Soete bier overgehaald, bijna gedwongen, met hem mee te gaan. De predikant had een geweer hij zich. Hij had zich raar toegetakeld: een hoge hoed met papier beplakt, een oude versleten rok, waaronder een paar witte onder broekspijpen uitstaken. „Ja, nu ben ik de duivel", had hij naar aanleiding van de spottende opmerkingen van Soelebier gezegd. Hij vertelde de dok ter, wat hij van plan was te doen. Deze wilde zo iets vreselijks uit zijn hoofd praten en ging dan ook niet mee tol bij de pastorie van Driewe gen. Kort daarop hoorde hij een schot en voegde ds. De Clijver zich weer bij hem met de woorden „Ik heb de duivel (ds. Van der Velde) in zijn bakkes geschoten, hij viel als een mus". De verklaring, die hij eerst had af gelegd, dat hij ds. De Clijver om elf uur uit het raam had zien hangen, had hij van a tot z verzonnen. Ook de timmerman en de buurvrouw herrie pen later deze verklaring over dat hoesten en braken om elf uur 's avonds. Ds. De Clijver had hen zo ge dreigd, dat ze bang geworden waren en alles hadden opgelepeld, wat hij hun voorloog. Later kwam de meid van ds. De Clijver nog met de aanvulling, dat ze

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 5