ATTENTIE SEIN OMHOOG
VOOR CHRISTEN-OUDERS
J
- RANÖj de versnapering van de eerste RAlNw rang op sL
Boekenweek van 1-8 Maart
Moord te Driewegen in 1687 11
- 1 z
17 februari 1958
ZEEIIWSCH DAGBLAD
Pagina 5
BBk a B a K FU^ RANG is alleen
grrrti o b wrfrrrrinnnnrrrrrinnpniTinrYVinrroTirnTifYnTflTinTinpnrnTn^
WA T LEEST UW KIND
Verhoogde posttarieven funestook hiervoor
Belangrijke branden
in december 1957
UIT DE KERKEN
Slap of levend
Middelpunt
i
ARTIS MAAKTE (LEVENDE) J
INVENTARIS OP 1
Grote verschillen
Ds De Clijver van 's+Heerenhoek
wordt verdacht
Getuigen a décharge
Ingezonden mededeling (adv.)
Q Q 0 Q Q Q Q Q Q 0 0 Q 0 fl fl fl 8 a.18 fl fl fl fl fl l> II fl Bfl fl flOJ na fl Q U fl ftJUJLP ftflflflPftflftflftfl
We kregen onlangs ter bespreking een roman in twee delen. We
tullen de titel van het boek, nóch de auteur, nóch de uitgever noemen,
want we willen tegen geen prijs de verkoop van dit werk in onze kring
«timuleren. Wat hier geboden wordt, is niet anders dan de grofste en
brutaalste vorm van pornografie. Het is een verhaal van pubers en
telfs daar nog beneden, kinderen van twaalf jaar, die zich aan de
smerigste zedeloosheid overgeven. En dat wordt niet beschreven als
een feit zonder meer in dat geval zou nog sprake kunnen zijn van
een waarschuwing aan de ouders: kent gij uw kind? maar het wordt
met gretigheid, wellust en brutaal-gedetailleerd beschreven met de
bedoeling, de jeugd op te wekken ook zo met elkaar om te gaan en
de ouders een wenk te geven „breed" genoeg te zijn, om hun kinderen
hierin te onderwijzen en ze ruim de gelegenheid te geven, zich aan
hun uitspattingen over te geven. Want het kind moet zich volkomen
schaamteloos en brutaal kunnen uitleven, eerst zó kan er een „har
monische mens" uitgroeien. De zonde tegen het zevende gebod wordt
in deze roman niet meer als zonde onderkend, maar als een heerlijk
voorrecht, die ook aan kinderen van twaalf tot zestien jaar in volle
omvang toekomt.
„Deze roman werd door de Amster
damse zedenpolitie, onder leiding van
Hoofdinspecteur H. C. Hagens, bij de
Uitgever in beslag genomen. De officier
van Justitie te Breda, mr. E. C. G. Bau-
wens, belast met het gerechtelijk voor-
Snderzoek, heeft vervolgens een voor-
chtingsrapport gevraagd aan het Bu
reau Criminele Voorlichting van het
ministerie van Justitie. De voorlopige
conclusie van de voorlichtingscommis
sie, waarin o.a. zitting hadden de beken
de r.k. jurist Prof. Pompe, de literator
W. A. P. Smit en de opvoedkundige D.
L. Daalder, as van dien aard, dat de
officier van Justitie geen termen aan
wezig achtte (zoals hij vertelde aan een
redacteur van het dagblad „Het Pa
rool") om het beslag op de voorraad
nog langer te handhaven. Het optreden
van de Amsterdamse zedenpolitie was
geïnspireerd tp een nogal opgewonden
brief van een jongeman, die het ge
wraakte boek bij zijn verloofde had ge-
Vonden
Natuurlijk moet dit verhaal op het
stofomslag dienst doen, om de verkoop
te stimuleren. Wat, zoals te begrijpen is,
goed geslaagd is. Op het recensie-exem
plaar, dat ons werd toegezonden, stond
tenminste: „zesde druk".
Intussen bleek deze uitgever de smaak
te pakken te hebben gekregen met dit
soort boeken. Hij vraagt meer manuscrip
ten van hetzelfde soort.
Het was het weekblad „De Linie" (r.k.)
dat daar onlangs op wees. Het blad
gohreef:
--„Al weer enige tijd geleden heeft de
uitgeverij een roman in de
handel gebracht over een jeugdliefde!
Zo'n echt eerlijk boek. U kent dat wel.
De enige eerlijkheid, waar men finan-
oieel beter van wordt. Het boek werd
door de Amsterdamse zedenpolitie in
beslag genomen, maar de justitie ont-
sette de roman weer. Al maanden leurt
die uitgever met zijn proces-verbaal en
de vrijspraak, alsmede met drie gunsti
ge kritieken, vanzelfsprekend met de
bedoeling, zijn jeugdige gelieven in zo
groot mogelijk aantal de deur uit te
krijgen. Als je bepaalde deuren op een
kier zet, stromen de nieuwsgierigen al
toe. Laat staa-, als je ze ineens ge
waagd wijd open gooit. Nu is die uit
gever geen verstandig man. Hij is niet
tevreden met zijn commercieel succes.
Hij wil meer. Hij is zich apostel gaan
voelen. Apostel voor die heerlijke eer
lijkheid, z', v"t dan ook een apostel,
wie de simonie niet vreemd is. Hij
heeft aan twee jeugdige gelieven niet
genoeg; hij zou graag een heel klasje
lijn kantoor zien uitstappen. Wat deed
hij? Hij plaatste een grote advertentie,
een oproep tot romanschrijvers, om zo
gauw mogelijk hem, de uitgever, eens
een lekker eerlijk manuscript over een
Jeugdliefde te doen toekomen. Eén prik
met gif -"as voor het I" derlandse volk
niet genoeg; het moet veel meer van
dia prikkel-nde prikken krijgen
Tenslotte wordt nog even aangege
ven bepaald niet ten overvloede
welke soort roman de schrijvers moe
ten sturen. Kort gezegd komt het hier
op neer: Romanschrijver, verbloem
niet van wat eerlijk schaamtegevoel al
jaren in intieme -feer houdt. Trap de
hekjes van vooroordeel om. Geef je
pen de ruimte. Er zal wel geen schrij
ver met een greintje beroepseer zijn,
die onze uitgever ook maar een vel
letje manuscript zal toesturen, ook al
geniet hij de eer, last van de zedenpo
litie te hebben gehad
Het is een wat lang citaat, maar we
weten dan nu ook precies, waar we aan
toa zijn.
We leven in een tijd, waarin door aller
lei Instellingen, particulier en van over
heidswege alles ondernomen wordt, om
het .jeugdprobleem" op te lossen, of al
thans binnen bepaalde grenzen af te ba
kenen. Men schreeuwt moord en brand
over de jeugdverwlldering en wanneer zo
eens een enkele keer de zedenpolitie iets
Van haar allerdroevigste ervaringen los
laat, rijzen ons de haren te berge. Mil
joenen bij miljoenen worden besteed, om
aan de „asfaitjeug de „massajeugd",
de „achterbuurtenjeugd" en hoe ze meer
mag heten, nog enige leiding te geven.
Maar intussen wordt diezelfde jeugd vol
gespoten met de allergevaarlijkste smet
stof, die 'ichaam en ziel verderven kan.
Wat helpt dat alles, wanneer dergelijke
lectuur over onze jeugd wordt losgelaten?
Eén der ergr'e dingen van onze tijd
van verval en afval is de halfheid, de
lamlendigheid vaak ook, voortvloeiend
uit het humanisme, dat ons allen over
heerst.
Er liggen sterke parallellen tussen onze
tijd en het verval in de tweede helft der
achttiende eeuw, die r' ook kenme k-
te door verweke1'" :ng, verslapping en
sentimentaliteit, maar die uitliep op de
ondergang van ons volk. Het is in wezen
oefenen. Het Christelijk gezinsleven is
het laatste bolwerk dat ons nog rest.
Wanneer de verslapping ook doordringt
in onze Christen-woningen, kunnen we
ons volk als verloren beschouwen. Daar
om: ouders let op uw zaak! Let op uw
kind. Gij zijt er naar ziel en lichaam ver
antwoordelijk voor! v. S.
de oude geschiedenis, die zich steeds
weer herhaalt. Alle oude culturen, alle
grote wereldrijken zijn tenslotte onderge
gaan aan verwekelijking en verslapping,
aan grenzenloze zedeloosheid en ontaar
ding van de gezonde levensnormen.
Men gaat zijn eer stellen in zijn schan
de.
Daar is ook t' roman vol van.
En daar blijkbaar de justitie niet meer
bjj machte is, dit vergif uit de volksziel
te weren, daar rust een dubbele taak op
do ouders. Weet gij, wat uw kind leest?
Het is uw taak, daar sterk toezicht op te
(Van één onzer verslaggeefsters)
De eerste week van maart zal dit jaar weer „in het teken" staan
van het Nederlandse boek. Van 1 tot 8 maart wordt voor de drie-en-
twintigste maal de Boekenweek gehouden, met als extra attractie de
in 1956 bekroonde novelle van A. Defresne „Het Gehucht". Gedurende
de hele Boekenweek wordt dit door de deskundige jury zeer geprezen
verhaal uitgereikt aan ieder, die voor ten minste vijf gulden boeken
koopt. De naam van de auteur is al bekend en daarom zal de jaar
lijkse prijsvraag voor het publiek deze keer (in tegenstelling met
vorige jaren) bestaan uit de opgave, de auteurs te noemen van alle
anoniem verschenen geschenken sinds 1947, d,w.z. van de novelles
„Insecten in plastic", „DeNacht der Girondijnen", „Oeroeg", „De
Ontmoeting", „De Porseleinen Tafel", „Twee negerpopjes" en „De
Zaak Beukenoot".
Ook de jeugd wordt niet vergeten.
Aan de zo langzamerhand al beroemd
geworden Muze-reeks, is weer een
deeltje toegevoegd: „De Muze vertelt",
een door dr. J. C. Brandt Corstius en
Han G. Hoekstra samengestelde bun
del met verhalende gedichten. Het
boekje, dat in een oplage van 47.000
exemplaren wordt verspreid, kost 90
cent.
De Boekengids, die na 25 februari
verschijnt, bevat deze keer bij wijze
van inleiding een aantal artikelen en
boekaankondigingen in de vorm van
gecommentarieerde titellijsten, zodat
de gids ook enigszins het karakter
krijgt van een boekentijdschrift. In
verschillende plaatsen zal een folder
worden verspreid, die de aandacht
vestigt op de Boekengids, die een op
lage heeft van 300.000 exemplaren.
De Boekenweek wordt officieel ge
opend in de Amsterdamse Stads
schouwburg op 28 februari. Op deze
avond, die waarschijnlijk ook zal wor
den bijgewoond door Koningin Julia
na, zal de Nederlandse Comedie twee
korte stukken van Bernhard Shaw op
voeren, terwijl het traditionele schrij
versbal de avond zal besluiten.
PROPAGANDA
Sinds kort werken de Vereniging
ter Bevordering vart« de belangen des
Boekhandels en de Algemene Neder
landse Bond van Leesbibliotheekhou
ders samen wat betreft de propagan
da .voor het goede boek.
Gedurende de maand december 1957
werden 50 personen, van wie 18 le
den van het brandweerpersoneel, door
brand gewond.
De directe schade als gevolg van
brand wordt geraamd op f 1.893.345,
(vorige maand f 6.221.210,decem
ber 1956 f"2.617.355,Uit een over
zicht van de 28 belangrijke branden,
elk met een schade van f 20.000,
of meer blijkt, dat hierbij 14 boerde
rijen o.a. gebouwen van landbouw-
en veeteeltbedrijven waren, die ge
heel of gedeeltelijk werden vernield
en waarvan de totale directe schade
wordt geraamd op f 693.900,(in de
vorige maand 7 boerderijen met een
schade van f 450.180,december 1956
10 boerderijen met een schade van
f 498.600).
B(j de boerderijbranden gingen 28
koeien, 7 varkens en 1700 stuks klein
vee verloren.
Handel en industrie leden met 12
branden een schade van f 522.200,
(vorige maand 17 branden met een
schade van f 4.938.650,december '56
11 branden, schade f 1.343.000,
Deze propaganda wordt helaas in
sterke mate belemmerd door de on
langs verhoogde posttarieven voor
drukwerk. Zo kost dit jaar alleen de
verzending van de Boekengids al vijf
tien duizend gulden meer dan in 1957.
Op de persconferentie van de Com
missie Propaganda vroeg de heer Chr.
Leeflang zich af, waarom in Neder
land niet, net als in andere landen,
een uitzondering wordt gemaakt voor
het boek, waar het de verhoging van
de P.T.T.-tarieven betreft.
De heer Leeflang deelde nog mee,
dat de verkoop van boeken nog steeds
een opgaande tendens vertoont, al is
deze niet meer zo sterk en zo regel
matig als een jaar geleden. Er valt
eveneens een stijging waar te nemen
in de ojnzet van kinderboeken en de
heer Leeflang constateerde met vreug
de, dat deze qua gehalte en uitvoe
ring stukken beter zijn dan een jaar
of tien geleden.
Het pocketboek wordt nog steeds
goed verkocht. Het stelt een groot deel
van het publiek, dat vroeger uitslui
tend geleende boeken las, in staat,
zelf een bescheiden bibliotheekje te
vormen. De zuiver literaire en popu-
lair-wetenschappelijke boeken blijven
goed gaan, maar men zal natuurlijk
de nodige zelfkritiek in acht moeten
nemen, om te voorkomen, dat het peil
van onze pocketbooks daalt.
De eerstkomende jaren zal een
Boekenweek nog wel niet overbodig
zijn: uit het rapport van het Centraal
Bureau voor de Statistiek over de
leesgewoonten van het Nederlandse
publiek blijkt, dat een derde deel van
alle Nederlanders boven de twaalf
jaar nooit een boek leest
Nederlands Kerkewerk, zo heet het
contactorgaan van Nederlandse hervorm
de predikanten, die thans de presbyteri
aanse kerk van Australië dienen. Ds. W.
van Wijngen, voorheen te Wassenaar,
schrijft daarin, dat hij eerst niet warm
liep voor de presbyteriaanse kerk. Dit
veranderde toen hij op reis ging door
Australië, op zoek naar landgenoten:
Ik ben gaan geloven in de presby-
terian church als in een levende kerk,
waarin met ernst, toewijding en offer
vaardigheid gewerkt wordt niet alleen
door de predikanten, maar ook door
vele andere ambtsdragers en leden der
kerk. Het werk wordt ook met een ze
kere visie gedaan en het landelijke
werk wordt volgens een duidelijk plan
uitgevoerd.
„Maar die ernst en toewijding, is die
wel zo groot? Als wij de preken horen,
zijn het nogal eens vlotte verhaaltjes,
waar weinig studie achter schijnt te
zitten. De hele sfeer van de kerk
schijnt die van het land en volk te
zijn: men neemt het nogal gemakke
lijk". Zo horen we nogal eens spre
ken! Maar u zou toch niet willen, dat
het karakter van de kerk totaal ver
schillend zou zijn van dat van het volk?
Een kerk bestaat toch uit mensen? Ja,
die mensen zijn de kerk, want de kerk
is nooit zo maar een ding. En boven
dien weet u eigenlijk wel, hoezeer er
gewerkt wordt niet alleen om de ken
nis van de kinderen der zondagsschool
en b.ijbelklassen te vergroten, maar ook
de kwaliteit van het bijbelonderwijs
zelf te verhogen?
Ook de opleiding der predikanten
zelf is een gedegen opleiding gewor
den, en er is geen theologisch probleem
dat momenteel in Europa de belang
stelling heeft, of het wordt ook bij de
theologische opleiding en onder de pre
dikanten zelf besproken. De theologie
moge de Brit niet zo als de Neder
lander in het bloed zitten, maar dat is
niet noodzakelijk een nadeel. De kerk
in Holland leed nogal eens aan ge
wichtigdoenerij, die aan oprechtheid
tekort kwam.
Tenslotte: ik heb er bewondering
voor, dat de kerk hier zozeer gelijke
tred tracht te houden met de bevol
kingsuitbreiding dank zij een bepaalde
politiek voor nieuwe woongebieden.
Ook in de sociale zorg verstaat de kerk
"baar opdracht tegenover de bevolking
en na een opleiding van een of drie
"jaar worden jonge vrouwen ingescho
ven in deze zorg. Met vaak niet on
aanzienlijke offers worden de gemeen
ten opgebouwd. En overal, op de sche
pen in de havens, in de ziekenhuizen
en gevangenissen, in werkkampen en
opvoedingsgestichten, wordt de stem
der kerk gehoord.
De presbyterian church slap? Nee,
levend en vol mogelijkheden. Maar dat
ontdekken we pas als we er zelf mid
den in gaan staan.
Prof. dr. C. A. van Peursen te Gro
ningen wijst in het Centraal Weekblad
van de gereformeerde kerken op de grote
omwentelingen, die de wereld beleeft.
Hij zegt:
De zon is reeds lang geen middel
punt meer, maar een middelmatig ster
retje in een hoekje van het heelal. De
horizon van de menselijke geschiedenis
wijkt ook steeds verder terug. De pa
leontologie brengt ons in contact met
oermensen, tienduizenden jaren oud,
vreemde gestalten, die in hun dierlijk
uiterlijk toch op huiveringwekkende
wijze iets van ons zelf tonen. Zijn het
onze voorouders, zijn het mensen, zijn
het voortrappen van de mens? Wij
kunnen hen maar nauwelijks plaatsen
binnen onze voorstellingen van schep
ping en van het ontstaan van het men
selijk geslacht.
In de moderne wereld neemt ook
Europa geen centrale plaats meer in.
Reeds ligt het zwaartepunt in Amerika
nrên Rusland. Maar het gaat verder. Het
Oosten (China, India) verkrijgt steeds
meer gezag. Zal het, als het ons tech
nisch en wetenschappelijk ingehaald
heeft, hetgeen binnen enkele genera
ties zou kunnen geschieden, het mid
delpunt van politiek, economisch en
geestelijk leven worden?
Men heeft berekend, dat in het jaar
i
EEN VOLKSTELLING DE VISSEN nemen in heeft men van iedere
in de hoofdstedelijke die- het totale aantal artis- soort slechts twee exem-
rentuin „Artis" heeft uit- bewoners een flink deel plaren geregistreerd,
gewezen dat er 974 dier- .voor hun rekening'. Er WANNEER een bezoe-
soorten aanwezig zijn. zijn er nl. 2.000 in 285 ker aan elke in Artis
Onder de zoogdieren be- soorten, waaronder een voorkomend diersoort
vinden zich 72 apen, 10 groot aantal koraalvis- slechts één minuut zou
mensapen, 26 beren, 29 gelu Speciale belangstel- besteden zou hij minstens
antilopen, 28 runderen, nng hebben de tien ster- zestien uur nodig heb-
39 kat-achtigen waaron- letjes, die al flink begin- ben.
der leeuwen, tijgers en nen £e groeien en de op-
panters, 17 buideldieren, volgers moeten worden GELIJK met deze „in-
6 nijlpaarden, 39 herten, van de befame „Opa ventarisatie" heeft men
63 knaagdieren, 16 ka- steriet", die al zeventig n Artis een lijst opge-
meelachtigen en 32 hond- jaQr in het aquarium maakt van de dieren die
rondzwemt. in de Amsterdamse die-
Veel moeilijkheden on- rentuin overtollig zijn, en
dervond men bij het tel- die men graag zou willen
len van de muizen en de ruilen tegen dieren uit
insecten. Hun familie dierentuinen in het bui-
schare van 1175 stuks en breidt zich zo snel uit dat tenland. Op deze lijst ko-
266 soorten in hun voliè- een nauwkeurige telling men honderd exemplaren
res. is uitgesloten. Daarom voor.
achtigen. In totaal 507
exemplaren in 149 soor
ten.
De vogels leven in een
2000 de blanke bevolking der wereld
ongeveer met vijftig procent en de ge-
gekleurde ongeveer met honderd pro
cent toegenomen zal zijn. Zal het blan
ke ras tot een bijna uitstervende min
derheid worden? Het Christendom is
niet gebonden aan een bepaald ras of
een beschaving, noch aan een voorstel
ling waarin de aarde centraal staat.
Temidden van dergelijke omwente
lingen kan de kerk zich dieper bewust
worden van haar centrum: de verkon
diging van Christus' overwinning als
het middelpunt van elke ruimte (we
reld, heelal) en tijd (geschiedenis), dat
onder alle verschuivingen steeds dui
delijker zich manifesteert.
Menigmaal worden Vrjje Evangelischen
en Baptisten met elkaar vergeleken en
sommige opzichten als met elkaar
overeenkomend beschouwd. Nog onlangs
deed de Vrije Evang. ds. C. van Bruggen
dat. Hiertegen komt echter de Baptisten
predikant ds. Ph. Lindeman van Sneek
in verzet, als hij in De Christen vast
stelt:
Wij geloven dat de gemeente bestaat
uit niets dan gelovigen. Onze babies en
kinderen zijn geen gemeenteleden, zij
zijn op geen enkele wijze lid van de
gemeente; zij worden lid als zij met
ons hetzelfde geloven. Dan worden zij
gedoopt in het midden der gemeente
en hebEen terzelfder ure als gemeente
lid deel aan het avondmaal.
Ds. Van Bruggen zegt dat de vrije
evangelischen en wij elkaar in ge
meenteopvattingen heel dicht nabij ko
men. Wij kunnen deze gedachte met
hem niet delen. Wel als het gaat om
de sfeer der kleine gemeenten, soms
min of meer piëtisch, en ook wat be
treft accent op persoonlijke geloofs
overtuiging, namelijk de opwekking
daartoe. Maar dat is slechts voor het
oog en het gevoel.
Met de keus voor de kinderdoop heb
ben de vrije evangelischen gekozen
voor een kerkbegrip dat ver van het
onze afligt. De roomse kerk, de moeder
van dit kerkbegrip bindt het persoon
lijk ontvangen van het heil Gods nog
nauwer aan de kinderbesprenging dan
alle andere kerken die uit haar de
kinderbesprenging overhielden. Afge
zien uiteraard van de vulgaire bijge
lovigheid die velen koesterden bij de
kinderbesprenging. Het komt ons voor
dat bij de kinderbesprengende kerken
de heilswerkelijkheid van de doop en
avondmaal miskend wordt.
Toen het lijk van ds. Van der Velde lag opgebaard, kwamen vele
gemeenteleden en collega's uit de omgeving naar de pastorie, om nog
een laatste blik te werpen op de zo tragisch om het leven gekomen
predikant. Tot de bezoekers behoorde ook ds. De Clijver. Een hele
tijd (wel een kwartier, zegt de schrijver) keek hij naar het lijk, zonder
een spier van zijn gezicht te vertrekken. Wat ging er in hem om? Is
hij werkelijk onschuldig aan de moord? Hij beweert van wel en roept
ook getuigen op, die voor de justitie verklaren, dat ze hem die zon
dagavond om 11 uur gezien hebben.
een ladder op zijn kamer had ge
bracht. Ze wist niet wat hij daarmee
moest doen. Ook had hij gevraagd, om
zijn oude krippen rok.
Wat moeten we van dit verhaal van
dokter Soetebier geloven? Ik weet het
niet. Hij kon er ook niet meer nader
over ondervraagd worden, want plot
seling was hij spoorloos verdwenen.
Zijn vader in Goes vermoedde: naar
Frankrijk of Engeland.
In de gevangenis
Inmiddels zat ds. De Clijver vanaf
6 juli opgesloten in de Gevangenpoort
in Den Haag. Hij had dezelfde kamer
gekregen als waarin 15 jaar tevoren
de gebroeders De Witt gezeten had
den. Hangende het onderzoek heeft hij
nog veel vrijheid. Elke dag mag hij
met zijn twee bewakers wat wande
len. Hij bidt met hen, zingt psalmen
en leest hun voor uit de Bijbel, of een
geestelijk boek. Ook schrijft hij brie
ven aan zijn meisje in Den Haag en
aan familie en vrienden in Middel
burg, waarvan er enkele bewaard zijn.
Brieven, waarin hij verklaart, totaal
onschuldig te zijn en waarin hij zijn
vertrouwen op God uitspreekt, die het
recht zal laten zegevieren.
„Zo blijf ik wachten op de wil en
uitvoering van 't besluit des Almach-
tigen. Ik wil mij op mijn God ver
laten, die beloofd heeft, de zijnen niet
te zullen verlaten. God zal mijn schild
en toevlucht wezen".
Het klinkt erg mooi en vroom. Zo
heeft hij ook tijdens zijn gevangen
schap op wijnglazen teksten en vers
regels geschreven in 't Latijn, zoals:
„Het leven is mij Christus en het
sterven gewin" en „Als Christus leids
man is, is wanhoop niet te vrezen".
Ze zijn alle ondertekend: J. de Clijver.
In het boekje, waaraan deze artike
len ontleend zijn, wordt steeds ge
sproken over De Cliever. Dat zal wel
de naam zijn, zoals die in Zeeuws
dialect wordt uitgesproken.
De rechter heeft geen uitspraak be
hoeven te doen in deze moeilijke zaak.
Op 1 augustus werd De Clijver dood
op zijn bed gevonden. Het lijk werd
door vier dokters onderzocht, die tot
de conclusie kwamen dat hij door ver
gif gestorven was.
Op de grond lag een papiertje,
waarin vermoedelijk het vergif ge
zeten had. In zijn kleren vond men
nog verborgen een scherp mes en een
schaar. Hadden die misschien dienst
moeten doen, als het vergif niet goed
werkte?
Waarschijnlijk schrok hij terug voor
de steeds scherpere verhoren en da
pijnbank. Kans op vrijspraak was er
weinig en het schavot was zo ver
schrikkelijk, dat hij een eind aan zijn
leven heeft gemaakt.
Op een horde werd zijn lijk naar
het galgeveld gesleept en daar he
graven, terwijl zijn bezittingen wer
den verbeurd verklaard.
Familieleden uit Middelburg dien
den tevergeefs een verzoek in, hem
daar te mogen begraven.
Wie heeft do moord in de pastorie
van Driewegen gepleegd? Ds. De
Clijver? Dokter Soetebier? Of die
twee tezamen? Of misschien toch ie
mand anders? De vraag zal nooit be
antwoord worden door 'n wereldlijke
rechter.
L. v. W.
De schoenmaker van 's Heerenhoek,
Johannes Heyndricsen, een jonge man
van 23 jaar, verklaart dat hij die zon
dagavond tussen 11 en 12 uur voorbij
de pastorie kwam en ds. De Clijver
met zijn bovenlijf uit het raam zag
hangen. Hij hoestte erg en het scheen
wel, of hij moest braken.
Een zelfde verklaring geeft domi-
né's buurvrouw, Elisabeth Joris.
Als derde komt de heelmeester
Soetebier met hetzelfde verhaal. Deze
vroeg de dominé nog, waardoor hij
het zo benauwd had. Ds. De Clijver
antwoordde hem, dat hij vlees gegeten
had en dat het hem wat benauwde.
Uit de verklaringen van Anna
Keysers, de meid van ds. De Clijver,
worden we niet veel wijzer. Ze zei,
dat hjj om 9 uiir naar bed gegaan was,
maar of hij na dat uur nog uit ge
weest was, wist ze niet. Wel had ze
hem tussen 12 en 1 uur nog horen
praten. Misschien in zijn droom, of
dat hij ijlde van de koorts. Want hij
had 's avonds niets gegeten en be
weerde dat hij koortsig was.
Ze was die zondag een paar keer
naar dokter Soetebier gestuurd, die
echter pas na de middagkerkdienst
gekomen was. Samen hebben die twee
toen op de studeerkamer gezeten.
Dokter Soetebier
Deze twee, de dominé en de dokter,
waren goede vrienden. En ze waren
aan elkaar gewaagd, deze twee nota
belen van 's Heerenhoek. Meer dan
één daar in de buurt liep met de ge
dachte rond: zou Soetebier de moord
niet hebben gepleegd? Of zouden ze
het niet samen gedaan hebben?
Inderdaad zijn ze die zondagavond
om half tien samen op stap gegaan
naar Driewegen. Tenminste, volgens
een brief, die Soetebier naar Den
Haag stuurde en die in 't kort hierop
neerkomt: ds. De Clijver had Soete
bier overgehaald, bijna gedwongen,
met hem mee te gaan. De predikant
had een geweer hij zich. Hij had zich
raar toegetakeld: een hoge hoed met
papier beplakt, een oude versleten
rok, waaronder een paar witte onder
broekspijpen uitstaken. „Ja, nu ben
ik de duivel", had hij naar aanleiding
van de spottende opmerkingen van
Soelebier gezegd. Hij vertelde de dok
ter, wat hij van plan was te doen.
Deze wilde zo iets vreselijks uit zijn
hoofd praten en ging dan ook niet
mee tol bij de pastorie van Driewe
gen. Kort daarop hoorde hij een schot
en voegde ds. De Clijver zich weer bij
hem met de woorden „Ik heb de
duivel (ds. Van der Velde) in zijn
bakkes geschoten, hij viel als een
mus".
De verklaring, die hij eerst had af
gelegd, dat hij ds. De Clijver om elf
uur uit het raam had zien hangen,
had hij van a tot z verzonnen. Ook de
timmerman en de buurvrouw herrie
pen later deze verklaring over dat
hoesten en braken om elf uur 's
avonds. Ds. De Clijver had hen zo ge
dreigd, dat ze bang geworden waren
en alles hadden opgelepeld, wat hij
hun voorloog.
Later kwam de meid van ds. De
Clijver nog met de aanvulling, dat ze