Vliegveld Biggin Hill gaat binnenkort verdwijnen Wetten Uit de provincie Wat doet men met een een catalogus Aantal telefoongesprekken in Nederland in 5 jaar tijd bijna verdubbeld VAN BLAUWE UNIFORM NAAR WITTE JAS Weer landbouwgrond macht der zonde POSTZEGELR februari 1958 ZEEUWSCH DAGBLAD In de „Battle of Britain" werden er 1400 Duitse toestellen neergehaald Moedige piloten Heden feestelijke intocht van Nog geen spoor van Maastrichtse grossier MIDDELBURG Pagina 3 (Van onze Londense correspondent) EEN BLAUWE HEMEL, lange slierten rook, mitrailleurgeknetter, vliegtuigen die gierend op elkaar af razen dat vertrouwde beeld uit de eerste oorlogsjaren behoort tot het verleden. Nu over enkele we ken Biggin Hill, het reusachtige vliegveld van de Royal Air Force in Kent, gesloten wordt en zijn gronden aan de landbouw worden terug gegeven, wordt meteen een heroïsch hoofdstuk uit de geschiedenis van de Britse defensie en de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog ge sloten. Over enkele jaren zullen alleen nog grootvaders kunnen ver tellen over de „Battle of Britain", de strijd om het behoud van Groot- Brittannië, die boven Kent werd gevoerd in de jaren 19401941, toen de Britse legerleiding tegen de Duitse overmacht in de lucht alleen kon stellenBiggin Hill. nog vóór het Londen bereikte. En zo werd Biggin Hill beroemd in de „Battle of Britain". Dag aan dag stegen de onvermoeide piloten op om aanvallen af te weren boven de Kent- se vlakte, om de Duitse aanvallen te gen te gaan en de aanvaller zulke ver liezen toe te brengen, dat hij het niet wagen kon op het eiland te landen. Dat was de enige taak die de Britse legerleiding zich in die donkere da gen stelde: de aanvallen afweren.... tot Engelands economie volledig op bewapening was overgeschakeld en men de vijand zelf aanvallen kon. De meeste piloten die met hun ja gers de lucht invlogen vanaf Biggin Hill, zijn het slachtoffer geworden van hun moed. De toestellen die zij ge bruikten, z(jn verouderd er als oud ijzer weggegooid. Eén toestel uit de „Battle of Britain" kan men aan de ingang van het vliegveld nog zien, een met kogels doorboorde kleine ja ger die als een getuigenis voor latere geslachten op Biggin Hil1 zal blijven staan. Biggin. Hill ligt ruim 60 kilometer van Centraal-Londen, in Kent, precies op de grens tussen het heuvelachtige gebied dat Kent van Londen scheidt en dat nu meer en meer gaat be horen tot het zuid-oostelijk randge bied van Londen en de „Kentish Wealds", de vlakte van Kent, een rijk landbouwgebied dat tot Canterbury doorloopt. .In 1917, aan het einde van de eerste wereldoorlog, werd de R.A.F.-basis Biggin Hill opgericht. Twee officieren van wat toen 't „Royal Plying Corps" heette zochten naar een goed terrein voor een vliegveld, zo dicht mogelijk bij het continent, maar toch weer niet te dicht bij zee. Toen zij voorbij Big gin Hill reden, meenden zij gevon den te hebben wat zij zochten. Aanvankelijk deed het terrein dienst als „station" voor het testen van en het experimenteren met radio-verbin dingen met vliegtuigen en gedurende vele jaren (tot 1939) bleef Biggin Hill in de eerste plaats dienst doen als een centrum dat via de radio verbindin gen onderhield met militaire vliegtui gen. Zodra echter de tweede wereldoor lag uitbrak, veranderde de betekenis van Biggin Hill. Men had berekend, dat het bijzonder gunstig lag: als een Duits bombardementsvliegtuig opge merkt werd boven het Kanaal en in de richting van Londen vloog, zou een jagersvliegtuig van Biggin Hill kun nen opstijgen om het te bevechten, MET WETTEN moet men oppassen. Wü bedoelen het zo: men moet er niet téveel maken. Een wet beoogt, misdrijf te be ltrijden. In de strafrechterlijke sfeer zijn wetten dan ook onvermijdelijk. Ze wijzen als het ware aan, wat misdrijf is en wat niet. Maar men heeft ook andere wetten. Die niet zozeer op misdrijf gericht zijn, maar die regelen stellen. Wie dan de regel niet volgt, overtreedt de wet en dat is dan het „misdrijf". Ook al is de overtreding in het geheel niet strijdig met de zedeleer, doch alleen bijv. met fatsoensregels, met in de praktijk gegroeide regels, of ook vaak met door bepaald mensen gewenste regels, die nu eenmaal in een wet zijn opgenomen. Dergelijke regels zijn in het be- drijtsleven vaak heel nuttig. Als bijv. bedrijfsgenoten die met elkaar be spreken, formuleren, vaststellen en eventueel op de duur dat kan nu in het raam van de pbo als vaste bedrijfsregels bij verordening vastleg gen, heeft dat onze volle sympathie. Maar als de overheid dergelijke regels in wetten gaat vastleggen.... WE NOEMEN twee voorbeelden. Ze zijn beide uit de jongste praktijk. De eerste is het cadeaustelsel. Enkele tientallen jaren het be gon omstreeks 1925 heeft men in bepaalde middenstandskringen ge ageerd voor een wettelijke regering van het cadeaustelsel. Andere midden- standskringen maakten zich er niet druk om, of voelden er niets voor, maar alleen de bestrijders van het cadeaustelsel deden zich horen. Ten- Slotte kwam er nu enkele jaren ge leden een wet op het cadeaustelsel. En wat is nu de praktijk? Dat na de totstandkoming van de wet het cadeaustelsel flink gegroeid is en nu allerlei nieuwe wegen be wandelt, die nèt buiten de wet vallen. Men overtreedt de wet niet, maar nien ontwijkt ze. Wij vragen: wat heeft men nu aan zo'n wet? Het gevolg is nu, dat groepen mid denstanders in casu met name tex tielhandelaren en kruideniers te genover elkaar staan. En dat het ca deaustelsel floreert, want de strijd van de middenstanders raakt juist de grote cadeaugevers niet. Een tweede voorbeeld: de wet op de uitverkopen. Er waren inderdaad op het terrein van de uitverkopen misstanden, uit wassen, die het naar veler oordeel wenselijk maakten, enige regeling te stellen. De wet kwam. En wat is nu het resultaat? Zeker, dat er wel overtreders ge straft zijn, die niet precies genoeg de wet ontweken. Maar ook dat dit jaar de januari-uitverkopen een fias co waren, omdat ze waren uitgedijd tot bijzondere verkopen van half december af tot half januari toe, zo dat, toen de officiële uitverkoopdatum, 15 januari, kwam, deze afliep als dun water. We vragen weer: wat heeft men aan zo'n wet? Niet anders, dan dat ze het respect voor de wet ondermijnt. Maar wat de piloten presteerden was fantastisch: tussen 2 november 1939 om 10 uur, toen zij de eerste Duitse bommenwerper neerhaalden, tot het einde van de oorlog, schoten zij niet minder dan 1400 vijandelijke toestellen neer. Het vliegveld zelf werd herhaaldelijk aangevallen, doch het werd geen enkele keer zo erg be schadigd, dat het buiten gebruik moest worden gesteld. Eén keer, in 1941, was het er na een luchtaanval erg aan toe. De werkplaatsen stonden in brand, de hangars waren vernield, gas- en wa terleidingen builen gebruik gesteld. 65 manschappen gedood. Da vlieg tuigen die in de lucht waren kon den toch landen, want het resteren de personeel li~n onmiddellijk na de aanval over het hele veld om geschikte banen te zoeken en ze vonden er inderdaad één. Later vertrokken van Biggin Hill de vliegtuigen die de zware bommen werpers vergezelden en die parachu tisten moesten beschermen. Tenslotte was het het centrum van de ballon- netjesstrijd tegen de V-bommen in 1945. Biggin Hill zal weldra worden op geheven. Een hoofdstuk is afgesloten Wie zag dit ongeluk? De hoofdinspecteur van politie te Vught verzoekt de automobilisten, die op donderdag 13 februari 1958 des avonds omstreeks 20.00 uur, rijdende over de rijksweg onder Vught, komen de uit de richting Tilburg, getuige zijn geweest van een verkeersongeval, waarbij een personenauto tegen een langs de weg staande.boom botste, zich bij hem aan te melden. Tenge volge hiervan overleed een van de inzittenden ter plaatse. Het verstrek ken van inlichtingen kan persoonlijk of telefonisch geschieden bij de ge meentepolitie te Vught, afdeling ver keer, 041008555. Ook kan men zich wenden tot de politie in zijn of haar woon- of verblijfplaats. in de geschiedenis van de wereldoor log, in de geschiedenis van Engeland enja ook in de geschiedenis van de oorlogvoering. Want welke waarde zullen bemande vliegtuigen nog heb ben in een oorlog met raketwapens? De helden hebben hun blauwe uni form en hun gasmasker afgelegd voor de witte jas van de wetenschapsman in zijn laboratorium. Ir. J. D. H. van der Toorn, directeur- generaal van de P.T.T., heeft in een rede voor de „commerciële club" te Groningen in een schets over de ont wikkeling in versneld tempo van het P.T.T.-bedrijf, de groei in de verschei dene sectoren onder de loupe genomen, Over de telefoonsector vertelde de heer Van der Toorn, dat het aantal hoofdaansluitingen is gestegen van 546.000 in 1952 tot 850.000 in 1957. Het aantal telefoonaansluitingen bedroeg 1.3 miljoen. Het aantal telefoonge sprekken steeg van 172 miljoen in 1952 Ingezonden mededeling (Adv.) de sigaar die vele 'koets-lengten' voor ligt in smaak, geur en brand In Nederlands oudste sigarenfabriek kiezen ervaren vakmensen mee over leg uit de beste tabaksoogsten. Elke Uiltje sigaar wordt daardoor 'n waar genoegen voor u. Vraag ook eens naar UILTJE vooraan 20 et UILTJE ceres 22 C« COACH 27 cent VOOR DE KENNERS 1 dooi 1 ES! IE KEITl 91) Nadat hij de gestolen schat veilig in zijn portefeuille had verborgen, gooi de hij het vernielde tijdschrift in de haard en hield er een lucifer bij, om die te zien opbranden. Kon hij slechts even gemakkelijk haar betrekking hiermee doen eindigen! Voor de^eerste maal voelde hfj de bitterheid van zijn armoede. Toen hij naar beneden ging, zag hij Maisie aan de open deur van haar zit kamer. „Kom bij mij theedrinken", zei zij. Ik heb het laten zetten voor Peggy, maar zij is naar haar moeder gegaan". Hij had er over gedacht, weer uit te gaan, om zijn onrust te verjagen aan de oever der zee, maar een zekere hulpeloosheid in haar gelaat bracht hem er toe, zijn plannen te verande ren. „Het is tamelijk verkwistend, om zes uur nog thee te drinken, vind je niet?" Hij volgde haar in de kamer. Het was er bijna tropisch war. Het vuur in de haard werkte samen met de laatste zonnestralen, die op het tapijt vielen. Maar zij zag er koud uit. Haar tengere gestalte scheen ineen te krimpen in haar zwarte kleding. „Wij eten pas om half acht." „Dan zit ik al weer in de trein." „U gaat toch vanavond niet terug?" Zij keek verschrikt, terwijl haar pols beefde onder het gewicht van de thee pot. „Ikik dacht, dat^u vakantie had genomen. „Ik heb geen recht op vakantie, tot ik die zelf heb verdiend", glimlachte hij. „Tot voor enkele maanden heb ik zelfs in 't geheel nooit iets uitgevoerd. En voor straf moet ik nu werken." „Waarom zou u moeten werken?" vroeg zij. „Alleen mensen, die... zich zelf wensen te vergeten, werken." „Misschien werk ik, om te maken dat anderen mij niet vergeten. Dat is de eerzucht van een schrijver, geloof ik." „Uw broer en schoonzuster komen morgen." Zij schonk geen aandacht aan zijn grap. „Dat hoorde ik. Vertelde Herrison u dat?" „Neen". De schaduw in haar bleke ogen werd dieper, haar lippen sloten zich. Hij vroeg zich af, wat voor aan doening, wat voor herinnering zij ver borg. „Peggy vertelde het mij juist!" Zij deed moeite, luchtig te spreken. „Me vrouw Drake zal er op rekenen, u te zien." „Ik ben bang, dat ik Grania's ver wachtingen niet altijd vervul. Toch voor een nacht misschien...." aarzel de hij. Er was werk, dat thuis op hem wachtte: daar was de geheime aan trekkingskracht van het boek, dat hij schreef. Maar hier waren zijn werke lijke belangen. Hier was alles, wat het leven kleur en fleur gaf. Nog één avond met Peggy, nog een ogenblik met haar aan het venster ver van het vuur, waarvan zij niet hield, vriend als ze was van wind en water. Zij zag zijn gelaatsuitdrukking ver anderen en haar eigen veranderde mee. „Nog één dag dan?" vroeg zij; „en misschien, als die voorbij is, kunnen we u nog eens overhalen." „Geen verleiding, als 't u belieft". „Kunt u dan later nog eens terug komen? Ik ben misschien wel erg vast houdend". Zij lachte zenuwachtig. „Maar ik spreek ook voor anderen, evengoed als voor mijzelf. Anderen, die u ook graag hier zien. Wij zijn een vrouwenmaatschappij. We hebben een man nodig, om ons op te wekken. En zoals ik u al eens gezégd heb, je voelt je zo veilig bij u." „Er is niets, om voor te vrezen", zei hij zacht; „mijn waarde mevrouw Kingdon, u hebt een veel beter be schermster in uw tante." „Menn tante?" Zij scheen voor een ogenblik niet te begrijpen. „Mevrouw Brandon". „O ja", zei zij. „Maar het is een fout, die mannen meer maken, te denken, dat vrouwen elkander kunnen helpen. Zij zijn te veel aan elkaar gelijk. Ge lijk in hun aandoeningen, in hun ziens wijzen. Zij kunnen niet ver genoeg bo ven hun eigen begrippen uit komen." „Als ik iets kan doen, om u te hel pen", zei hij, verwonderd over haar toonloze stem. Zij was een afgematte en vermoeide vrouw. Zij smeekte hem haar te redden voor een onbekend lij den. Zoveel begreep hij. Zij had iets, dat haar pijn deed. Niet alleen haar verlatenheid en eenzaamheid, maar iets nieuws, of, indien het niet nieuw was, toch weer juist naar voren ge komen. „U hebt mfj geëerd, door mij een vriend te noemen. Het is het voorrecht, een vriend te mogen dienen." Maar op het ogenblik, dat hij een hand scheen te leggen aan de geslo ten deur van haar hart te openen, schrok zij terug. „Het was niet mijn bedoeling, tra gisch te zijn", zei zij, „ofschoon heel veel kleine onaangenaamheden al heel gauw samen een grote last uitmaken. Ik zal u een voorbeeld geven. Uw schoonzuster zal de kleine Verney meenemen." (Wordt vervolgd) tot 320 miljoen in 1957. Nederland neemt in de internationale telefoon statistiek een middenpositie in met 10 telefoonaansluitingen per 100 inwoners. De opbouw van het abonnepakket is in studie, welke studie een hulpmid del kan zijn bij het maken van prog noses, tariefvaststelling en uitvoering van uitbreidingen. In een tweede transatlantische kabel tussen de Verenigde Staten en Europa, die in 19591960 gelegd zal worden, krijgt Nederland weer een direct cir cuit. Over de voorzieningen ten aanzien van het televisienet zeide spreker on der meer, dat de zender Lopik in de nabije toekomst (in 1959 of 1960) door een definitieve zender vervangen zal worden, dat Markelo deze herfst ge reed zal komen, dat de straalzender verbinding Urk-Irnsum waarschijnlijk nog wat verbeterd wordt, opdat de beeldkwaliteit van de noodzender Irn- sum meer bevredigend zal worden, een afdoende oplossing zal pas geboden worden na gereedkoming van de defi nitieve zender te Smilde, met de bouw waarvan men spoedig hoopt te begin nen. Deze zender zal een totale hoogte krijgen van 300 meter, (100 meter be tonnen mast en 200 meter mastcon- structie), maar zal niet voor 1960 ge reed zijn. Er is nog geen licht gekomen in de verdwijning van de 47-jarige J. P., grossier in textielwaren te Maastricht, die dinsdag 14 januari 's avonds om negen uur het laatst werd gezien in een garage te Maastricht, waar hij zijn auto had gebracht om te laten wassen. Tevoren was hij nog in een hotel aan de Markt geweest om daar een kopje koffie te drinken. Zoals gemeld zou hij de volgende dag de wagen komen halen, hetgeen echter niet meer is gebeurd. Maandagmiddag 13 januari is P. ge zien op de speelbank te Chaudfontaine in België, waar hij aan een vriend uit Maastricht ongeveer f 300,leende. „Geef het geld maar terug aan mijn hospita", zei P. toen, „want ik ben er enkele dagen niet". Zijn vrienden vragen zich af of iemand zo maar in Nederland kan verdwijnen zonder ook maar het geringste spoor achter te laten. P. was gekleed in een van zijn oudste costuums, .hetgeen, naar men aanneemt, erop wijst dat hij niet van plan was lang weg te blijven. Hij was in het bezit van zijn pas poort en autopapieren. Er wordt rekening gehouden met de mogelijkheid, dat hij als gevolg van financiële omstandigheden in over spannen toestand is geraakt, maar men acht een ongeval of beroving, wellicht in het buitenland, evenmin uitgesloten. Het politieonderzoek in binnen- en buitenland bleef tot nu toe zonder resultaat. Eén der jongere leden van de ruilbeurs stelde in een brief, die zijn ruilwaar begeleidde, de vraag: „Wat doen de „echte" postzegelver zamelaars nu precies met een catalogus?" Nu lijkt het ons wel eens leuk om speciaal dus voor die jongeren, die nog geen catalogus hebben, uiteen te zetten, waarom men een catalogus gebruikt. In een catalogus komen alle zegels voor die uitgegeven zijn. Ze staan dan precies in volgorde van uitgifte. Verder vind je er de naamaanduiding in en wie de ontwerper van de zegels is. Ook bijzonderheden over de watermerken, de tandingen, de kleuren en opdrukken worden meestal aangegeven. Iedere postzegel heeft in een catalogus zijn eigen nummer, dat bij een nieuwere uitgifte van een catalogus gelijk blijft. Alleen de prijzen welke zowel voor de ongebruikte als voor da gebruikte zegels vermeld worden, veranderen natuurlijk al naar ge lang de waardebepalingen. met cijfers uit de postzegelruilbeurs. Vanaf eind september 1957 zijn 698 inzendingen op de beurs binnengeko men. Dat wil zeggen, dat 17.450 exem plaren van eigenaar werden verwis seld. Dat wil ook zeggen, dat de 136 thans ingeschreven staande leden ge middeld ruim 5,13 maal hun ruilwaar inzonden, terwijl men 6 keer in de gelegenheid is geweest om in de zenden. Het ledental van onze ruilbeurs is gestegen tot 136. De afgelopen week werden ingeschreven als nieuw lid: Johan Goudswaard (Wolphaartsdijk) en Piet Joosse (Oost-Souburg). De ruilwaar van de heer P. Kamer mans ligt nog op de beurs. S.v.p. nog enige dagen geduld. Er zijn nog niet genoeg zegels voor u op de beurs aanwezig. DE BEURSMEESTER Maar wat doe je nu met een cata logus? Ten eerste dit. Als je gaat ruilen bij je vriendjes of je gaat naar een groot filatelist, waarvan je weer een aantal zegels probeert los te krijgen, kun je niet altijd je hele album mee nemen, om te zien welke zegels je wel en welke je niet hebt. Dit geldt vooral voor degene, die al een ver zameling hebben van meer dan 2 of 3 duizend exemplaren. Daarvoor is nu juist een catalogus zo makkelijk. Het wordt dan heel eenvoudig. Je streept die zegels aan die je al hebt. Daardoor heb je direct een overzicht van je verzameling zon der dat je deze steeds behoeft mee te nemen. De catalogus wordt dan de inhouds opgave van je verzameling. Bovendien wordt het met behulp van een catalogus eenvoudiger om bij het inplakken van je zegels de juiste volgorde te vinden. Vooral de bezitters van blanco albums kunnen dan mooi zien hoeveel ruimte ze open moeten houden voor de nog ontbrekende zegels en series. Eén dezer dagen is de Jeugdcatalo- gus 1958 uitgekomen. Deze catalogus omvat de zegels van Nederland, Indië, Suriname, Neder landse Antillen en Nederlands Nieuw- Guinea en werd uitgegeven door de Nederlandse Vereniging van Post zegelhandelaren. Deze uitgave, die slechts f 1,25 kost, is zeer eenvoudig. Men vindt er bij voorbeeld niet de omschrijving van de verschillende tandingen in. Wij kunnen deze catalogus vooral bij de jongeere leden en lezers van harte aanbevelen. Een echte postzegelverzamelaar kan niet zonder catalogus. Dat is het rug- gemerg van zijn verzameling. Filatelistenloketten Het maandblad P.T.T.-nieuws van januari 1958 geeft een overzicht van de openstelling van de filatelisten loketten. Wij hebben daar de Zeeuwse P.T.T.-kantoren, die een filatelisten loket hebben uit overgenomen. Iedere verzamelaar zal hier ge bruik van kunnen maken. In Goes is het loket iedere derde zaterdag van de maand van 1112 uur geopend. In Middelburg iedere derde don derdag van de maand en wel van 1415 uur. Het loket in Vlissingen is iedere tweede vrijdag van de maand ge opend van 1516.30 uur. Zierikzee opent het filatelisten-loket iedere tweede zaterdag van de maand van 11—12 uur. Tenslotte Terneuzen. Daar kan men' iedere derde zaterdag van de maand terecht van 11.3012.30 uur. Nu nog een klein beetje goochelen Ex-president Peron van Argentinië die na de omverwerping van zijn re gime het land moest verlaten, zou naar uit goede bron in Oiudad Trujillo wordt vernomen, een visum voor West- Duitsland hebben aangevraagd. Dit verzoek zou echter door Bonn zijn ver worpen. Animo bestond 25 jaar Vrijdagavond werd in het „Schut- aershof" te Middelburg het 25-jarig bestaan gevierd door de Chr. kweek schoolvereniging „Animo". In het pro gramma voor Re pauze kan als hoog tepunt worden genoemd het optre den van het kweekschoolkoor, onder de bezielende leiding van Jan Rijn. Een schitterende uitvoering op zich zelf, dat terecht het daverend applaus in ontvangst mocht nemen. Riet Cai- jouw en Ina van Kamer verzorgden op kundige wijze de declamatie. Na de pauze volgde de opvoering van het toneelstuk „Don Quichot op de bruiloft van Kamacho". Jammer, dat het publiek zö lang heeft moeten wachten, voordat het doek voor de eerste maal op ging. Het verdient mis schien aanbeveling in het vervolg de verloting niet direct na de pauze, maar tijdens het wisselen der décors en/of aan het eind van de avond te houden! Een klein schoonheidsvlekje in de af werking van het programma. Don Quichot, die Bram Dourleyn over het voetlicht bracht, maakte echter alles goed. Hij, en het andere lid van het duo, Wim Riemens als Sanche Pance, hebben beslist de opvoering doen sla gen. In pittige dialogen, met uitste kende mimiek en met kostelijk droge humor van de zijde van Wim Rie mens, hebben zij het publiek de ge hele avond doen amuseren. Trouwens de andere rollen waren ook prima be zet. Brazilius (door Job Fraanje) en Quiteria (Riet Caljouw) als het ver liefde paar waren ongetwijfeld accep tabel. Ko Wattel, die de zeer moeilijk te spelen rol van Kamacho op de plan ken moest brengen, is daar zeker in geslaagd. Maar toch zonk hun spel in het niet bij het optreden van het meesterlijke duo „Dourleyn en Rie mens". Tenslotte nog een pluim op de hoed van de heer Verkerk, die het oor spronkelijke verhaal van Pieter Lan- gendijk, zo'n aantrekkelijk jasje had aangedaan. De bewerking, in dicht vorm, was in modern Nederlands en voor het gehele publiek zeer goed te volgen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 3