Vliegveld Biggin Hill gaat
binnenkort verdwijnen
Wetten
Uit de provincie
Wat doet men met een
een catalogus
Aantal telefoongesprekken
in Nederland in 5
jaar tijd bijna verdubbeld
VAN BLAUWE UNIFORM NAAR WITTE JAS
Weer landbouwgrond
macht der zonde
POSTZEGELR
februari 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
In de „Battle of Britain" werden er
1400 Duitse toestellen neergehaald
Moedige piloten
Heden feestelijke intocht van
Nog geen spoor
van Maastrichtse
grossier
MIDDELBURG
Pagina 3
(Van onze Londense correspondent)
EEN BLAUWE HEMEL, lange slierten rook, mitrailleurgeknetter,
vliegtuigen die gierend op elkaar af razen dat vertrouwde beeld uit
de eerste oorlogsjaren behoort tot het verleden. Nu over enkele we
ken Biggin Hill, het reusachtige vliegveld van de Royal Air Force in
Kent, gesloten wordt en zijn gronden aan de landbouw worden terug
gegeven, wordt meteen een heroïsch hoofdstuk uit de geschiedenis van
de Britse defensie en de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog ge
sloten. Over enkele jaren zullen alleen nog grootvaders kunnen ver
tellen over de „Battle of Britain", de strijd om het behoud van Groot-
Brittannië, die boven Kent werd gevoerd in de jaren 19401941, toen
de Britse legerleiding tegen de Duitse overmacht in de lucht alleen
kon stellenBiggin Hill.
nog vóór het Londen bereikte.
En zo werd Biggin Hill beroemd in
de „Battle of Britain". Dag aan dag
stegen de onvermoeide piloten op om
aanvallen af te weren boven de Kent-
se vlakte, om de Duitse aanvallen te
gen te gaan en de aanvaller zulke ver
liezen toe te brengen, dat hij het niet
wagen kon op het eiland te landen.
Dat was de enige taak die de Britse
legerleiding zich in die donkere da
gen stelde: de aanvallen afweren....
tot Engelands economie volledig op
bewapening was overgeschakeld en
men de vijand zelf aanvallen kon.
De meeste piloten die met hun ja
gers de lucht invlogen vanaf Biggin
Hill, zijn het slachtoffer geworden van
hun moed. De toestellen die zij ge
bruikten, z(jn verouderd er als oud
ijzer weggegooid. Eén toestel uit de
„Battle of Britain" kan men aan de
ingang van het vliegveld nog zien,
een met kogels doorboorde kleine ja
ger die als een getuigenis voor latere
geslachten op Biggin Hil1 zal blijven
staan.
Biggin. Hill ligt ruim 60 kilometer
van Centraal-Londen, in Kent, precies
op de grens tussen het heuvelachtige
gebied dat Kent van Londen scheidt
en dat nu meer en meer gaat be
horen tot het zuid-oostelijk randge
bied van Londen en de „Kentish
Wealds", de vlakte van Kent, een rijk
landbouwgebied dat tot Canterbury
doorloopt.
.In 1917, aan het einde van de eerste
wereldoorlog, werd de R.A.F.-basis
Biggin Hill opgericht. Twee officieren
van wat toen 't „Royal Plying Corps"
heette zochten naar een goed terrein
voor een vliegveld, zo dicht mogelijk
bij het continent, maar toch weer niet
te dicht bij zee. Toen zij voorbij Big
gin Hill reden, meenden zij gevon
den te hebben wat zij zochten.
Aanvankelijk deed het terrein dienst
als „station" voor het testen van en
het experimenteren met radio-verbin
dingen met vliegtuigen en gedurende
vele jaren (tot 1939) bleef Biggin Hill
in de eerste plaats dienst doen als een
centrum dat via de radio verbindin
gen onderhield met militaire vliegtui
gen.
Zodra echter de tweede wereldoor
lag uitbrak, veranderde de betekenis
van Biggin Hill. Men had berekend,
dat het bijzonder gunstig lag: als een
Duits bombardementsvliegtuig opge
merkt werd boven het Kanaal en in
de richting van Londen vloog, zou een
jagersvliegtuig van Biggin Hill kun
nen opstijgen om het te bevechten,
MET WETTEN moet men oppassen.
Wü bedoelen het zo: men moet er
niet téveel maken.
Een wet beoogt, misdrijf te be
ltrijden.
In de strafrechterlijke sfeer zijn
wetten dan ook onvermijdelijk. Ze
wijzen als het ware aan, wat misdrijf
is en wat niet.
Maar men heeft ook andere wetten.
Die niet zozeer op misdrijf gericht
zijn, maar die regelen stellen. Wie
dan de regel niet volgt, overtreedt de
wet en dat is dan het „misdrijf". Ook
al is de overtreding in het geheel niet
strijdig met de zedeleer, doch alleen
bijv. met fatsoensregels, met in de
praktijk gegroeide regels, of ook vaak
met door bepaald mensen gewenste
regels, die nu eenmaal in een wet zijn
opgenomen.
Dergelijke regels zijn in het be-
drijtsleven vaak heel nuttig. Als bijv.
bedrijfsgenoten die met elkaar be
spreken, formuleren, vaststellen en
eventueel op de duur dat kan nu
in het raam van de pbo als vaste
bedrijfsregels bij verordening vastleg
gen, heeft dat onze volle sympathie.
Maar als de overheid dergelijke
regels in wetten gaat vastleggen....
WE NOEMEN twee voorbeelden.
Ze zijn beide uit de jongste praktijk.
De eerste is het cadeaustelsel.
Enkele tientallen jaren het be
gon omstreeks 1925 heeft men in
bepaalde middenstandskringen ge
ageerd voor een wettelijke regering
van het cadeaustelsel. Andere midden-
standskringen maakten zich er niet
druk om, of voelden er niets voor,
maar alleen de bestrijders van het
cadeaustelsel deden zich horen. Ten-
Slotte kwam er nu enkele jaren ge
leden een wet op het cadeaustelsel.
En wat is nu de praktijk?
Dat na de totstandkoming van de
wet het cadeaustelsel flink gegroeid
is en nu allerlei nieuwe wegen be
wandelt, die nèt buiten de wet vallen.
Men overtreedt de wet niet, maar nien
ontwijkt ze.
Wij vragen: wat heeft men nu aan
zo'n wet?
Het gevolg is nu, dat groepen mid
denstanders in casu met name tex
tielhandelaren en kruideniers te
genover elkaar staan. En dat het ca
deaustelsel floreert, want de strijd
van de middenstanders raakt juist de
grote cadeaugevers niet.
Een tweede voorbeeld: de wet op
de uitverkopen.
Er waren inderdaad op het terrein
van de uitverkopen misstanden, uit
wassen, die het naar veler oordeel
wenselijk maakten, enige regeling te
stellen.
De wet kwam.
En wat is nu het resultaat?
Zeker, dat er wel overtreders ge
straft zijn, die niet precies genoeg de
wet ontweken. Maar ook dat dit
jaar de januari-uitverkopen een fias
co waren, omdat ze waren uitgedijd
tot bijzondere verkopen van half
december af tot half januari toe, zo
dat, toen de officiële uitverkoopdatum,
15 januari, kwam, deze afliep als dun
water.
We vragen weer: wat heeft men
aan zo'n wet?
Niet anders, dan dat ze het respect
voor de wet ondermijnt.
Maar wat de piloten presteerden
was fantastisch: tussen 2 november
1939 om 10 uur, toen zij de eerste
Duitse bommenwerper neerhaalden,
tot het einde van de oorlog, schoten
zij niet minder dan 1400 vijandelijke
toestellen neer. Het vliegveld zelf
werd herhaaldelijk aangevallen, doch
het werd geen enkele keer zo erg be
schadigd, dat het buiten gebruik moest
worden gesteld.
Eén keer, in 1941, was het er na
een luchtaanval erg aan toe. De
werkplaatsen stonden in brand, de
hangars waren vernield, gas- en wa
terleidingen builen gebruik gesteld.
65 manschappen gedood. Da vlieg
tuigen die in de lucht waren kon
den toch landen, want het resteren
de personeel li~n onmiddellijk na
de aanval over het hele veld om
geschikte banen te zoeken en ze
vonden er inderdaad één.
Later vertrokken van Biggin Hill
de vliegtuigen die de zware bommen
werpers vergezelden en die parachu
tisten moesten beschermen. Tenslotte
was het het centrum van de ballon-
netjesstrijd tegen de V-bommen in
1945.
Biggin Hill zal weldra worden op
geheven. Een hoofdstuk is afgesloten
Wie zag dit ongeluk?
De hoofdinspecteur van politie te
Vught verzoekt de automobilisten, die
op donderdag 13 februari 1958 des
avonds omstreeks 20.00 uur, rijdende
over de rijksweg onder Vught, komen
de uit de richting Tilburg, getuige zijn
geweest van een verkeersongeval,
waarbij een personenauto tegen een
langs de weg staande.boom botste,
zich bij hem aan te melden. Tenge
volge hiervan overleed een van de
inzittenden ter plaatse. Het verstrek
ken van inlichtingen kan persoonlijk
of telefonisch geschieden bij de ge
meentepolitie te Vught, afdeling ver
keer, 041008555. Ook kan men zich
wenden tot de politie in zijn of haar
woon- of verblijfplaats.
in de geschiedenis van de wereldoor
log, in de geschiedenis van Engeland
enja ook in de geschiedenis van
de oorlogvoering. Want welke waarde
zullen bemande vliegtuigen nog heb
ben in een oorlog met raketwapens?
De helden hebben hun blauwe uni
form en hun gasmasker afgelegd voor
de witte jas van de wetenschapsman
in zijn laboratorium.
Ir. J. D. H. van der Toorn, directeur-
generaal van de P.T.T., heeft in een
rede voor de „commerciële club" te
Groningen in een schets over de ont
wikkeling in versneld tempo van het
P.T.T.-bedrijf, de groei in de verschei
dene sectoren onder de loupe genomen,
Over de telefoonsector vertelde de
heer Van der Toorn, dat het aantal
hoofdaansluitingen is gestegen van
546.000 in 1952 tot 850.000 in 1957. Het
aantal telefoonaansluitingen bedroeg
1.3 miljoen. Het aantal telefoonge
sprekken steeg van 172 miljoen in 1952
Ingezonden mededeling (Adv.)
de sigaar die vele 'koets-lengten'
voor ligt in smaak, geur en brand
In Nederlands oudste sigarenfabriek
kiezen ervaren vakmensen mee over
leg uit de beste tabaksoogsten.
Elke Uiltje sigaar wordt daardoor
'n waar genoegen voor u. Vraag
ook eens naar
UILTJE vooraan 20 et
UILTJE ceres 22 C«
COACH
27 cent
VOOR DE
KENNERS 1
dooi
1 ES! IE KEITl
91)
Nadat hij de gestolen schat veilig in
zijn portefeuille had verborgen, gooi
de hij het vernielde tijdschrift in de
haard en hield er een lucifer bij, om
die te zien opbranden. Kon hij slechts
even gemakkelijk haar betrekking
hiermee doen eindigen! Voor de^eerste
maal voelde hfj de bitterheid van zijn
armoede.
Toen hij naar beneden ging, zag hij
Maisie aan de open deur van haar zit
kamer.
„Kom bij mij theedrinken", zei zij.
Ik heb het laten zetten voor Peggy,
maar zij is naar haar moeder gegaan".
Hij had er over gedacht, weer uit te
gaan, om zijn onrust te verjagen aan
de oever der zee, maar een zekere
hulpeloosheid in haar gelaat bracht
hem er toe, zijn plannen te verande
ren.
„Het is tamelijk verkwistend, om zes
uur nog thee te drinken, vind je niet?"
Hij volgde haar in de kamer. Het was
er bijna tropisch war. Het vuur in de
haard werkte samen met de laatste
zonnestralen, die op het tapijt vielen.
Maar zij zag er koud uit. Haar tengere
gestalte scheen ineen te krimpen in
haar zwarte kleding.
„Wij eten pas om half acht."
„Dan zit ik al weer in de trein."
„U gaat toch vanavond niet terug?"
Zij keek verschrikt, terwijl haar pols
beefde onder het gewicht van de thee
pot. „Ikik dacht, dat^u vakantie
had genomen.
„Ik heb geen recht op vakantie, tot
ik die zelf heb verdiend", glimlachte
hij. „Tot voor enkele maanden heb ik
zelfs in 't geheel nooit iets uitgevoerd.
En voor straf moet ik nu werken."
„Waarom zou u moeten werken?"
vroeg zij. „Alleen mensen, die... zich
zelf wensen te vergeten, werken."
„Misschien werk ik, om te maken
dat anderen mij niet vergeten. Dat is
de eerzucht van een schrijver, geloof
ik."
„Uw broer en schoonzuster komen
morgen." Zij schonk geen aandacht
aan zijn grap.
„Dat hoorde ik. Vertelde Herrison
u dat?"
„Neen". De schaduw in haar bleke
ogen werd dieper, haar lippen sloten
zich. Hij vroeg zich af, wat voor aan
doening, wat voor herinnering zij ver
borg.
„Peggy vertelde het mij juist!" Zij
deed moeite, luchtig te spreken. „Me
vrouw Drake zal er op rekenen, u te
zien."
„Ik ben bang, dat ik Grania's ver
wachtingen niet altijd vervul. Toch
voor een nacht misschien...." aarzel
de hij. Er was werk, dat thuis op hem
wachtte: daar was de geheime aan
trekkingskracht van het boek, dat hij
schreef. Maar hier waren zijn werke
lijke belangen. Hier was alles, wat het
leven kleur en fleur gaf. Nog één
avond met Peggy, nog een ogenblik
met haar aan het venster ver van het
vuur, waarvan zij niet hield, vriend
als ze was van wind en water.
Zij zag zijn gelaatsuitdrukking ver
anderen en haar eigen veranderde
mee.
„Nog één dag dan?" vroeg zij; „en
misschien, als die voorbij is, kunnen
we u nog eens overhalen."
„Geen verleiding, als 't u belieft".
„Kunt u dan later nog eens terug
komen? Ik ben misschien wel erg vast
houdend". Zij lachte zenuwachtig.
„Maar ik spreek ook voor anderen,
evengoed als voor mijzelf. Anderen,
die u ook graag hier zien. Wij zijn een
vrouwenmaatschappij. We hebben een
man nodig, om ons op te wekken. En
zoals ik u al eens gezégd heb, je voelt
je zo veilig bij u."
„Er is niets, om voor te vrezen", zei
hij zacht; „mijn waarde mevrouw
Kingdon, u hebt een veel beter be
schermster in uw tante."
„Menn tante?" Zij scheen voor een
ogenblik niet te begrijpen.
„Mevrouw Brandon".
„O ja", zei zij. „Maar het is een fout,
die mannen meer maken, te denken,
dat vrouwen elkander kunnen helpen.
Zij zijn te veel aan elkaar gelijk. Ge
lijk in hun aandoeningen, in hun ziens
wijzen. Zij kunnen niet ver genoeg bo
ven hun eigen begrippen uit komen."
„Als ik iets kan doen, om u te hel
pen", zei hij, verwonderd over haar
toonloze stem. Zij was een afgematte
en vermoeide vrouw. Zij smeekte hem
haar te redden voor een onbekend lij
den. Zoveel begreep hij. Zij had iets,
dat haar pijn deed. Niet alleen haar
verlatenheid en eenzaamheid, maar
iets nieuws, of, indien het niet nieuw
was, toch weer juist naar voren ge
komen.
„U hebt mfj geëerd, door mij een
vriend te noemen. Het is het voorrecht,
een vriend te mogen dienen."
Maar op het ogenblik, dat hij een
hand scheen te leggen aan de geslo
ten deur van haar hart te openen,
schrok zij terug.
„Het was niet mijn bedoeling, tra
gisch te zijn", zei zij, „ofschoon heel
veel kleine onaangenaamheden al heel
gauw samen een grote last uitmaken.
Ik zal u een voorbeeld geven. Uw
schoonzuster zal de kleine Verney
meenemen."
(Wordt vervolgd)
tot 320 miljoen in 1957. Nederland
neemt in de internationale telefoon
statistiek een middenpositie in met 10
telefoonaansluitingen per 100 inwoners.
De opbouw van het abonnepakket is
in studie, welke studie een hulpmid
del kan zijn bij het maken van prog
noses, tariefvaststelling en uitvoering
van uitbreidingen.
In een tweede transatlantische kabel
tussen de Verenigde Staten en Europa,
die in 19591960 gelegd zal worden,
krijgt Nederland weer een direct cir
cuit.
Over de voorzieningen ten aanzien
van het televisienet zeide spreker on
der meer, dat de zender Lopik in de
nabije toekomst (in 1959 of 1960) door
een definitieve zender vervangen zal
worden, dat Markelo deze herfst ge
reed zal komen, dat de straalzender
verbinding Urk-Irnsum waarschijnlijk
nog wat verbeterd wordt, opdat de
beeldkwaliteit van de noodzender Irn-
sum meer bevredigend zal worden, een
afdoende oplossing zal pas geboden
worden na gereedkoming van de defi
nitieve zender te Smilde, met de bouw
waarvan men spoedig hoopt te begin
nen.
Deze zender zal een totale hoogte
krijgen van 300 meter, (100 meter be
tonnen mast en 200 meter mastcon-
structie), maar zal niet voor 1960 ge
reed zijn.
Er is nog geen licht gekomen in de
verdwijning van de 47-jarige J. P.,
grossier in textielwaren te Maastricht,
die dinsdag 14 januari 's avonds om
negen uur het laatst werd gezien in
een garage te Maastricht, waar hij
zijn auto had gebracht om te laten
wassen. Tevoren was hij nog in een
hotel aan de Markt geweest om daar
een kopje koffie te drinken. Zoals
gemeld zou hij de volgende dag de
wagen komen halen, hetgeen echter
niet meer is gebeurd.
Maandagmiddag 13 januari is P. ge
zien op de speelbank te Chaudfontaine
in België, waar hij aan een vriend uit
Maastricht ongeveer f 300,leende.
„Geef het geld maar terug aan mijn
hospita", zei P. toen, „want ik ben er
enkele dagen niet". Zijn vrienden
vragen zich af of iemand zo maar in
Nederland kan verdwijnen zonder
ook maar het geringste spoor achter
te laten. P. was gekleed in een van zijn
oudste costuums, .hetgeen, naar men
aanneemt, erop wijst dat hij niet van
plan was lang weg te blijven.
Hij was in het bezit van zijn pas
poort en autopapieren.
Er wordt rekening gehouden met de
mogelijkheid, dat hij als gevolg van
financiële omstandigheden in over
spannen toestand is geraakt, maar
men acht een ongeval of beroving,
wellicht in het buitenland, evenmin
uitgesloten. Het politieonderzoek in
binnen- en buitenland bleef tot nu
toe zonder resultaat.
Eén der jongere leden van de ruilbeurs stelde in een brief, die zijn
ruilwaar begeleidde, de vraag: „Wat doen de „echte" postzegelver
zamelaars nu precies met een catalogus?"
Nu lijkt het ons wel eens leuk om speciaal dus voor die jongeren,
die nog geen catalogus hebben, uiteen te zetten, waarom men een
catalogus gebruikt.
In een catalogus komen alle zegels voor die uitgegeven zijn. Ze
staan dan precies in volgorde van uitgifte.
Verder vind je er de naamaanduiding in en wie de ontwerper van
de zegels is. Ook bijzonderheden over de watermerken, de tandingen,
de kleuren en opdrukken worden meestal aangegeven.
Iedere postzegel heeft in een catalogus zijn eigen nummer, dat bij
een nieuwere uitgifte van een catalogus gelijk blijft.
Alleen de prijzen welke zowel voor de ongebruikte als voor da
gebruikte zegels vermeld worden, veranderen natuurlijk al naar ge
lang de waardebepalingen.
met cijfers uit de postzegelruilbeurs.
Vanaf eind september 1957 zijn 698
inzendingen op de beurs binnengeko
men. Dat wil zeggen, dat 17.450 exem
plaren van eigenaar werden verwis
seld. Dat wil ook zeggen, dat de 136
thans ingeschreven staande leden ge
middeld ruim 5,13 maal hun ruilwaar
inzonden, terwijl men 6 keer in de
gelegenheid is geweest om in de
zenden.
Het ledental van onze ruilbeurs is
gestegen tot 136. De afgelopen week
werden ingeschreven als nieuw lid:
Johan Goudswaard (Wolphaartsdijk)
en Piet Joosse (Oost-Souburg).
De ruilwaar van de heer P. Kamer
mans ligt nog op de beurs. S.v.p. nog
enige dagen geduld. Er zijn nog niet
genoeg zegels voor u op de beurs
aanwezig.
DE BEURSMEESTER
Maar wat doe je nu met een cata
logus?
Ten eerste dit. Als je gaat ruilen
bij je vriendjes of je gaat naar een
groot filatelist, waarvan je weer een
aantal zegels probeert los te krijgen,
kun je niet altijd je hele album mee
nemen, om te zien welke zegels je
wel en welke je niet hebt. Dit geldt
vooral voor degene, die al een ver
zameling hebben van meer dan 2 of
3 duizend exemplaren.
Daarvoor is nu juist een catalogus
zo makkelijk. Het wordt dan heel
eenvoudig. Je streept die zegels aan
die je al hebt. Daardoor heb je direct
een overzicht van je verzameling zon
der dat je deze steeds behoeft mee te
nemen.
De catalogus wordt dan de inhouds
opgave van je verzameling.
Bovendien wordt het met behulp
van een catalogus eenvoudiger om bij
het inplakken van je zegels de juiste
volgorde te vinden.
Vooral de bezitters van blanco
albums kunnen dan mooi zien hoeveel
ruimte ze open moeten houden voor
de nog ontbrekende zegels en series.
Eén dezer dagen is de Jeugdcatalo-
gus 1958 uitgekomen.
Deze catalogus omvat de zegels van
Nederland, Indië, Suriname, Neder
landse Antillen en Nederlands Nieuw-
Guinea en werd uitgegeven door de
Nederlandse Vereniging van Post
zegelhandelaren.
Deze uitgave, die slechts f 1,25 kost,
is zeer eenvoudig. Men vindt er bij
voorbeeld niet de omschrijving van de
verschillende tandingen in.
Wij kunnen deze catalogus vooral
bij de jongeere leden en lezers van
harte aanbevelen.
Een echte postzegelverzamelaar kan
niet zonder catalogus. Dat is het rug-
gemerg van zijn verzameling.
Filatelistenloketten
Het maandblad P.T.T.-nieuws van
januari 1958 geeft een overzicht van
de openstelling van de filatelisten
loketten.
Wij hebben daar de Zeeuwse
P.T.T.-kantoren, die een filatelisten
loket hebben uit overgenomen.
Iedere verzamelaar zal hier ge
bruik van kunnen maken.
In Goes is het loket iedere derde
zaterdag van de maand van 1112
uur geopend.
In Middelburg iedere derde don
derdag van de maand en wel van
1415 uur.
Het loket in Vlissingen is iedere
tweede vrijdag van de maand ge
opend van 1516.30 uur. Zierikzee
opent het filatelisten-loket iedere
tweede zaterdag van de maand van
11—12 uur.
Tenslotte Terneuzen. Daar kan
men' iedere derde zaterdag van de
maand terecht van 11.3012.30 uur.
Nu nog een klein beetje goochelen
Ex-president Peron van Argentinië
die na de omverwerping van zijn re
gime het land moest verlaten, zou
naar uit goede bron in Oiudad Trujillo
wordt vernomen, een visum voor West-
Duitsland hebben aangevraagd. Dit
verzoek zou echter door Bonn zijn ver
worpen.
Animo bestond 25 jaar
Vrijdagavond werd in het „Schut-
aershof" te Middelburg het 25-jarig
bestaan gevierd door de Chr. kweek
schoolvereniging „Animo". In het pro
gramma voor Re pauze kan als hoog
tepunt worden genoemd het optre
den van het kweekschoolkoor, onder
de bezielende leiding van Jan Rijn.
Een schitterende uitvoering op zich
zelf, dat terecht het daverend applaus
in ontvangst mocht nemen. Riet Cai-
jouw en Ina van Kamer verzorgden
op kundige wijze de declamatie.
Na de pauze volgde de opvoering
van het toneelstuk „Don Quichot op
de bruiloft van Kamacho". Jammer,
dat het publiek zö lang heeft moeten
wachten, voordat het doek voor de
eerste maal op ging. Het verdient mis
schien aanbeveling in het vervolg de
verloting niet direct na de pauze, maar
tijdens het wisselen der décors en/of
aan het eind van de avond te houden!
Een klein schoonheidsvlekje in de af
werking van het programma. Don
Quichot, die Bram Dourleyn over het
voetlicht bracht, maakte echter alles
goed. Hij, en het andere lid van het
duo, Wim Riemens als Sanche Pance,
hebben beslist de opvoering doen sla
gen. In pittige dialogen, met uitste
kende mimiek en met kostelijk droge
humor van de zijde van Wim Rie
mens, hebben zij het publiek de ge
hele avond doen amuseren. Trouwens
de andere rollen waren ook prima be
zet. Brazilius (door Job Fraanje) en
Quiteria (Riet Caljouw) als het ver
liefde paar waren ongetwijfeld accep
tabel. Ko Wattel, die de zeer moeilijk
te spelen rol van Kamacho op de plan
ken moest brengen, is daar zeker in
geslaagd. Maar toch zonk hun spel in
het niet bij het optreden van het
meesterlijke duo „Dourleyn en Rie
mens".
Tenslotte nog een pluim op de hoed
van de heer Verkerk, die het oor
spronkelijke verhaal van Pieter Lan-
gendijk, zo'n aantrekkelijk jasje had
aangedaan. De bewerking, in dicht
vorm, was in modern Nederlands
en voor het gehele publiek zeer goed
te volgen.