Zullen Irma, Peter en Juliette ooit hun vader terug zien? Minister Klompé is voorbeeld voor veel collega's Kennismaking met het vaderland nieuwe Geen suikerzoetheid „IK HOUD HET ZONDER MIJN MAN NOOIT UIT" assmg is Aanp een probleem Optimistisch Ingewikkeld Veertig koks Contractpensions UIT DE KERKEN =J Hier past een „neen" EREPALM VOOR VROUWELIJKE EXCELLENTIE Als 't vuur hoog opschiet in de keel Stromen van kracht Paus en verdraag zaamheid Als de liefde er maar is Maandag 3 februari 1958 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 4 ALS WIJ HET VRIJ KLEINE kamertje van het contractpension in Leersum binnenstappen, staat mevrouw D. M. Spiero in de wasbak kinderkleer- tjes te boenen. Ze heeft een lange gebloemde ka toenen jurk aan met een dun vestje er over. In een houten ledikantje ligt een kleine donkere baby te huilen. Een jongetje kijkt ons met zijn prachtige grote zwarte ogen nieuwsgierig aan, terwijl hij on geduldig aan zijn wat te wijde pyamabroek sjort. Zijn zusje speelt zoet met een levensgrote pop, die zij in Napels van haar moeder heeft gekregen. Mevrouw Spiero is enkele dagen geleden met de Willem Ruys in Nederland aangekomen. Zij werd met haar kinderen, de zesjarige Irma, Petertje van Maar het geval van mevrouw Spiero is erg moeilijk. Tien jaar geleden trouwde ze met een Nederlander, waardoor zij de Nederlandse nationa liteit kreeg. Na een ruzie verliet zij haar man en haar zoontje. Nadien heeft ze geen contact meer met hen gehad, ze weet zelfs niet eens of ze nu in Nederland of in Indonesië wo nen. Haar tweede man is Indonesiër. Hij heeft geen visum en hij mag zijn land niet verlaten. Maar omdat me vrouw Spiero nooit officieel is ge scheiden, heeft zij nog steeds de Ne derlandse nationaliteit, evenals haar drie kinderen en zij móest Indonesië verlaten.... Wachten duurt lang en het kan nog maanden en maanden duren, voor haar man in Indonesië 'n visum en een exit-permit krijgt, èls hij die tenminste krijgt. De kinderen luisteren niet eens naar dit trieste relaas. Irma is misschien de enige die de grote verandering in haar jonge leventje bewust heeft ervaren. „Heb jij het koud?" vraagt ze aan haar pop, „so sielig, ja, kom jij maarr hierr hoorr!" Maar de pop staart haar met koele glazen ogen onbewogen aan. Gelukkig hebben de meeste repa trianten hun gezin bij elkaar kunnen houden. Maar velen hebben afscheid moeten nemen van hun Indonesische ouders en schoonouders. Wij hebben verschillende ecavué's gesproken en het is opvallend, hóe optimistisch ze zijn over hun nieuwe toekomst. Vaak hebben zij alles, hun geld, hun meu bels en hun boeken, in Indonesië ach ter gelaten. Maar óók de chaos, de onzekerheid, de honger, de vijand schap en de beledigingen van de be volking Op 1 januari 1955 waren er naar schatting 94.000 Nederlanders in In donesië, op 1 december 1957 nog maar 45.000. De grote uittocht is pas de laatste maanden begonnen: sinds de cember zijn er 20.000 vertrokken. Een deel hiervan is inmiddels al in Neder land gearriveerd, maar tot april zullen er bijna iedere week weer nieuwe schepen en vliegtuigen aankomen. De repatrianten die met Nederland se schepen en vliegtuigen zijn ver voerd, worden direct naar contract pensions gebracht. De anderen gaan eerst naar de legerplaats Budel op de Brabantse hei, waar zij geënqueteerd, doorgelicht, gekleed en geregistreerd worden. De accomodatie van de ge charterde buitenlandse schepen en vliegtuigen is 'hiervoor namelijk niet zo geschikt als die van de Nederland se. De kampcommandant, luitenant- kolonel 3. L. Maris, vertelde dat de gedachte aan Budel de meeste repa trianten onderweg met schrik heeft vervuld. De woorden „kamp" en „ba rakken" riepen niet zulke prettige herinneringen opMaar dat Budel ls meegevallen, is wel zeker. Er wa ren zelfs verschillende repatrianten, die er niet meer weg wilden! De Indonesische Nederlanders wor den in Budel voor een dag of vijf zes gehuisvest in gezinskamers. In het hospitaal worden de nieuw aangeko- menen medisch gekeurd en doorge licht, in de ziekenboeg worden de pa tiënten behandeld door artsen, die zich o.a. hebben gespecialiseerd in tropische en kinderziekten. De ge zondheidstoestand van de repatrianten valt over het algemeen erg mee. Veel kleuters zijn wat zwak, omdat zij aan aan boord niet de juiste voeding kon den krijgen. Maar zij knappen, dank zij de uitstekende verzorging van de verpleegsters en de diëtiste meestal weer heel gauw op. Natuurlijk zijn er ook ettelijke griepgevallen, maar tot nu toe zijn er nog maar weinig men sen gearriveerd, die zo ziek waren dat zij naar een ziekenhuis in de omge ving moesten worden overgebracht. Het Centraal Comité van Kerkelijk en Particulier Initiatief ten behoeve van Gerepatrieerden (C. C. K. P.) en het Rode Kruis doen alles om het korte verblijf in Budel zo aangenaam mogelijk te maken. De maatschappelijke werksters re gelen de plaatsing in contractpensions. Dat is niet bepaald eenvoudig, want zij houden rekening met de wensen van degenen die onderdak zoeken. Een gezin met grote kinderen moet geplaatst worden in een omgeving waar de nodige scholen zyn, repatri anten met kennissen of familie in Ne derland worden zoveel mogelijk in dezelfde streek ondergebracht, ouden van dagen gaan naar bejaardentehui zen waar zij de verzorging' kunnen krijgen die zij nodig hebben, sommige kinderen moeten in afwachting van de komst van hun ouders in speciale pensions worden ondergebracht, kort om: er zijn ontelbare problemen die om een oplossing vragen. Voor de al leenstaanden is het natuurlijk het meest gewenst dat zij in een gezin worden opgenomen. Gelukkig komen er wat meer aanbiedingen van gezin nen die één of meer Indonesische landgenoten "tijdelijk willen huisves ten, maar het zijn er helaas nog lang niet genoeg! De steeds wisselende bevolking van het kamp bestaat voor ongeveer de helft uit kinderen. He* is voor de maatschappelijke werksters, de vrou welijke vrijwilligers, de Rode Kruis- helpsters en de jeugdleiders van het C. C. K. P. een hele opgaaf, de jeugd bezig te houden met filmpjes, poppe- kastvoorstellingen, televisie, sjoelen, tafeltennissen, wedstrijden, enzovoort. In Eindhoven hebben de scholen 'n grote spee'goedactie op touw gezet. De opslagplaats moet voor kinderen wel de schatkamer van een heel rijk sprookjesprinsesje lijken: langs de muren staan rijen poppen, fietsjes, achttien en Juliette van vijf maanden, onderge bracht in een pension in Leersum, een plaatsje in Utrecht dat 's winters bijna uitgestorven lijkt. In één kamertje wonen, slapen en eten ze met z'n vieren. „Mijn man is nog in Indonesië", vertelt mevrouw Spiero. Terwijl ze zenuwachtig aan haar sigaret trekt, vraagt ze plotseling heftig: „Kunt U ons helpen? Ik houd het hier zonder mijn man nooit uit!" Ze haalt een brief te voorschijn, die 's mor gens uit Djakarta is gekomen. „Wil je alsjeblieft bij alle belangrijke instanties vragen, hoe ik zo vlug mogelijk in Nederland kan komen? Per slot van rekening ben ik toch de vader van de drie kinde ren", lezen we. Degenen die al werk hebben dragen zestig procent van hun salaris bij voor de pensionprijs. Hiervoor hebben zij dus onderdak en voedsel, terwijl de vrouwen alleen het lijfgoed zelf be hoeven te wassen. Mevrouw A. J. L. BosBerrier, die zelf in Indonesië is geweest en de taal en de gebruiken van het land kent, is maatschappelijk werkster voor het C.C.K.P. Ze vertelt ons, dat de meeste repatrianten zich graag zo vlug moge lijk aan de Nederlandse nieuwe om standigheden willen leren aanpassen. Ze worden direct bij aankomst inge schreven bij het Gewestelijk Arbeids bureau en ze zijn erg blij als ze snel autopeds, poppehuizen, kleine keuken tjes, boeken en spelen opgesteld. Zo dra de kinderen in Budel aankomen, mogen ze wat speelgoed uitkiezen. En soms vinden ze dan een briefje: „Lief vriendinnetje. Hierbij mijn pop, de juffrouw in de school vertelde dat jullie zo lief zijn. Ik zal voor jullie bidden. Met veel groeten van Elsje". Voor de gasten uit Indonesië zijn 27 extra koks naar Budel gestuurd, zodat de maaltijden in de enorme keukens nu door veertig witgemutste militairen worden bereid, zowel op de Indone sische als op de Hollandse manier. De meeste repatrianten prefereren de rijsttafel, maar er zijn er ook, die zo gauw mogelijk hélemaal Hollands willen worden en die de soep, de aardappelen en de bloemkool alle eer aandoen. Voor de babies is er een spe ciale keuken. De proviandruimten liggen vol zakken, dozen, blikken, kisten en flessen. Ér komt heel wat kijken voor een gezin dat soms be staat uit zo'n 1400 personen Aan boord van de schepen krijgen de repatrianten al warme kleren voor de reis naar Budel. De toeschouwers op de kade hebben misschien wel eens een andere indruk gekregen: er zijn n.l. tamelijk veel evacué's, die zó blij zijn met de nieuwe kleren, dat ze ze zorgvuldig in een koffer stoppen „voor zon- en feestdagen" en dan in hun pyjama de loopplank af tippelen In het kamp krijgt ieder een kle- dingbon voor de noodzakelijke kle dingstukken. Tot een maximumprijs mogen de mensen zelf de kleren uit zoeken, die zij het liefst willen heb ben. Éen maatschappelijk werkster adviseert bij de aankopen. In Budel hebben zestien grote textielzaken hun tenten opgeslagen, zodat de evacué's niet naar de stad hoeven voor hun nieuwe garderobe. Kinderen en vrou wen krijgen in het kamp warme bont laarsjes plus een bon, waarvoor zij in hun toekomstige woonplaats bij iedere winkelier schoenen kunnen kopen. Na een verblijf van een jaar in Ne derland wordt de garderobe eventueel nog een keer aangevuld, wanneer de repatrianten zelf niet genoeg verdie nen. Eén van de grootste contractpensi ons ligt op de Veluwe bij het prach tige natuurbad van Doorwerth. Al ze ven jaar lang is dit hotel het eerste Nederlandse tehuis van gemiddeld vierhonderd repatrianten geweest. Ie der gezin heeft er een of twee kamers. De meeste mannen hoeven niet lang zonder werk te blijven, omdat er in de omliggende steden veel grote in dustrieën zijn. Ze worden ook auto matisch op de lijst van woningzoeken den geplaatst en zo komt het dat er iedere keer weer kamers vrij komen voor nieuwe repatrianten. werk gevonden hebben. De vrouwen bezoeken trouw de cursussen voor naaien, breien, koken, kinderverzor ging en Nederlandse taal, zodat ze als ze eens in een eigen huisje wonen beter tegen de moeilijkheden opge wassen zullen zijn. In ons land zijn op het ogenblik tien predikanten belast met de zorg voor de repatrianten. In het hotel in Door werth wordt iedere zondag een pro testantse en een R.K. kerkdienst ge houden. De kleinere contract-pensions worden regelmatig bezocht door do minees en door R.K. geestelijken zo wel als door maatschappelijke werk sters van de verschillende levensbe schouwelijke organisaties voor maat schappelijk werk. De huisvrouwen moeten in Door werth zelf hun kamers in orde houden. In Indonesië hadden ze voor dergelijk werk meestal be dienden, maar sommigen zijn er verrassend goed in geslaagd, om van hun kamertje met planten, platen en wandkleden een gezel lig thuis te maken. Bij anderen val je, zodra je binnen komt, bijna over de rommel... De aanpassing is en blijft een probleem, al heeft het ene gezin er minder moeite mee dan het andere. Wat er alle maal gedaan wordt voor de Indo nesische Nederlanders, welke moeilijkheden en welke mogelijk heden zij hebben, hopen wij U in een volgend artikel te vertellen. Dr. J. J. Buskes herinnert in het weekblad In de Waagschaal aan uit spraken van dr. H? van der Linde, de Middelburgse predikant, die gelooft in een toekomstige eenwording van rooms- katholieken en protestanten. Wel er kent dr. Van der Linde, dat b.v. de Ma riaverering een moeilijkheid op de weg tot hereniging is, maar hfj acht dit een bijkomstige kwestie. Nu schrijft dr. Buskes: De paus heeft voor het Lourdesjaar een gebed geschreven. Hij schreef het in het Frans. Hier volgt de vertaling van de Volkskrant: „Gehoorzaam aan uw moederlijke stem, o Onbevlekte Maagd van Lour- des, haasten wij ons naar u bij de ne derige grot, waar gij hebt willen ver schijnen om de afgedwaalden de weg van het gebed en boete te wijzen en om de beproefden de genaden en de won deren van uw soevereine goedheid te schenken. Aanvaard, o medelijdende Koningin, de hulde en de gebeden, die de volken en naties, verdrukt door de verbitteringen en de beklemmende zor gen, vertrouwvol tot u te richten. O sneeuwwit Visioen van het para dijs, verdrijf uit de geesten de duister nissen van de dwaling, door het licht van het geloof! O mystieke Rozelaar, verfris de terneergeslagen zielen door de hemelse geur van de hoop. O onuit puttelijke bron van heilbrengend water, wek de verdorde harten tot nieuw leven door de stromen van de goddelijke lief de! Maak dat wij allen, uw kinderen, door u gesterkt in de moeilijkheden, beschermd in de gevaren, gesteund in de strijd, uw zachtmoedige Jezus zo liefhebben en dienen, dat wij de eeuwige NCRV-televisie Dinsdag 4 februari zal op de film avond van de N.C.R.V.-televisie de film „Met Scott naar de Zuidpool" worden uitgezonden. Nu in het internationaal geofysische jaar 1957-1958 verschillende landen bases hebben gevestigd in het Zuidpoolgebied en speciaal de recente Britse expeditie wekenlang in het middelpunt van de be langstelling heeft gestaan, is het goed te herinneren aan het feit, dat Hillary en Fuchs niet de eersten waren, die de Zuidpool over land hebben bereikt. De pioniers Amundsen en Scott bereikten de Zuidpool respectievelijk in december 1911 en januari 1912. De film „Met Scott naar de Zuidpool" is een gedramatiseerde re constructie van de expeditie onder lei ding van de Engelsman Scott en als zo danig een hulde aan de nagedachtenis van degenen, die met veel primitievere middelen en o„der veel moeilijker om standigheden het verkenningswerk heb ben ondernomen. OP SOMBERE, ZONLOZE DAGEN zou je als vrouw de neiging krijgen om alle kranten in de brievenbus te laten en de radio met zijn nieuwsdienst onbeperkt vakantie te geven, door eenvoudig de knop op de nieuwstijd niet meer om te draaien. Je kunt je dan ver schansen in je eigen huis, en daar je in je privé wereldje het zo ge zellig mogelijk te maken. Nu zou je dit isolement niet zo heel lang kunnen volhouden, want door alle kieren van je huis dringt toch telkens weer het gerucht van het grote wereldleven binnen. Bovendien is zo'n levenshouding van „verstoppertje-spelen" niet Christelijk te noemen. Het is wel heel droef, wat we in kranten-artikelen en foto's te zien krijgen van de gerepatrieerden uit Indië. Natuurlijk er wordt ontzag lijk veel voor hen gedaan en een woord van warme waardering voor wat onze vrouwelijke minister voor hen doet is stellig verdiend, maar vooral voor hen, die nog nooit buiten Indië zijn geweest, is het toch wel een zware opgaaf om zich hier te moeten aanpassen. Alleen al de grote overgang naar dit klimaat hier, zal moeilijk zijn. Het hele leven met al zijn moeite schijnt veel draaglijker, als je zo maar naar buiten kunt stappen, waar de zon het leven licht maakt. Zelf heb ik eens, toen het hier bar winterde, maandenlang in Californië doorgebracht. Toen het voorjaar net begon, aanvaardden we de terugreis, wat meebracht, dat we eigenlijk nog een winterse tijd moesten doormaken met schrale winden, sneeuwstormen en veel kou. Hoe viel dat af en hoe kleumden we dat lange en trage voor jaar door. En nu deze Indische mensen, die héél hun leven in veel warmer klimaat doorbrachten, wat zullen hier die kou de maanden moeilijk vallen. Ik zag in een van de kranten een foto van een heel oud vrouwtje, ge kleed in sarong, die door de stewar- des uit het vliegtuig moest worden geholpen. Dat demonstreert wel duide lijk van welke aard het regime is, dat nu ons voormalig Indië in de ban heeft. En daar durft men dan smalen over ons kolonialisme. Het heeft met eigen mensen niet eens compassie. Want zo'n vrouwtje van gemengd bloed, dat geboren is en geleefd heeft enkel in Indië kan men toch stellig wel onder hun eigen mensen rekenen daar. Deze zijn immers met elke vezel van hun bestaan Indisch. Het is daarom weldadig, dat Minis ter Klompé alles in het werk stelt om de gerepatrieerden zo goed mogelijk te ontvangen. Wat roert deze vrouwelijke excellentie op alle manieren de grote trom daarvoor enop vrouwelijke manier. Dat ieder die in staat is te helpen, dat toch zal doen. Het heeft me, en dat is toch weer een lichtpunt, ook echt goed gedaan, dat minister Klompé, ook weer speci fiek vrouwelijk, zo maar eens zonder diplomatieke woorden heeft gezegd, dat we niet moeten toegeven aan chan tage. Mijn goeie ouwe Koenen, het veel gebruikte woordenboek, zegt achter dit woord: „Afpersing, afdreiging". Dat is precies de methode van de „heer" Soekarno c.s. En minister Klompé zei dit dan maar even, kort, krachtig en kloek moedig op een vergadering. Niet toe geven aan de chantage van Indonesië. Er is een categorie van mensen, mannen dan, die in dit opzicht van onze vrouwelijke minister wat leren kunnen. Er komen vaak veel hoge he ren op „hoog niveau" bijeen uit alle delen van de wereld haast. En dat ge zelschap spreekt machtig veel mooie woorden, die zo zoet klinken als een lied op een zomeravond. In dat prach tige woordenlied beluister je vaak klanken als „rechten van de mens". EREPALM Van al die suikerzoetheid ziet men evenwel niet veel resultaat en toch zijn degenen, die deze mooie woorden gebruiken mensen, die als regerings leiders de macht en het recht in han den hebben om ook eens iets te doen als de zo veel besproken rechten van de mens deerlijk geschonden worden. Daarom verdient onze vrouwelijke excellentie wel een erepalm, want niet alleen spréékt ze juist, maar ook naar de mate van haar bevoegdheid, doet zij, wat ze kan voor de gerepatrieer den. Het doet je Nederlands vrouwenhart goed dit te kunnen constateren van een onzer. En dan nog dat andere lichtpunt! Het gaat weer over een vrouw. Een heel jonge dan, want we willen dit praatje eindigen met nog even te zeg gen, al is het dan een dag na de feest- datum dat we blij zijn, dat vrijdag onze Kroonprinses haar kroonjaar mocht vieren. Zij staat nog voor het leven en in de toekomst wacht haar, zo de Here wil, een zware taak. Daarom kunnen we ons met haar verheugen in deze mooie jaren, welke zij nu beleeft. En we wensen haar toe, dat de Here haar alles geven wil wat nodig is voor tijd en eeuwigheid. Maja. Standaard enveloppen om verzendkosten te drukken Met de Verenigde Staten en Canada pleegt Groot-Brittannië op het ogenblik overleg om te komen tot een standaard envelop, aldus heeft de directeur der Britse posterijen, de 1 er Ernest Maples, verklaard. De heer Maples zeide dat een van de gevolgen van de mechanisatie was dat deze wellicht zou leiden tot een stelsel van standaard enveloppen. Hij zeide dat in een Engelse stad een experiment zou worden ondernomen. „Over het algemeen gesproken," aldus de directeur, „wordt een envelop vier keer door vier verschil lende postbeambten gesorteerd en het proces is daarom kostbaar. Ik zou de brieven graag mechanisch en elektronisch gesorteerd willen zien, zonder dat ze ge durende dit proces ook maar een keer met de hand worden aangeraakt. Om dit te kunnen doen moeten wij een standaard envelop hebben. Als de problemen van sorteren en bestellen niet worden opge lost", aldus de directeur der Britse pos terijen, „zouden de tarieven blijven stij gen." Generaal Sir Francis Festing is met ingang van 1 september a.s. aan gesteld als chef van de generale staf van het Britse imperium, aldus een bekendmaking van het ministerie van oorlog. Ingezonden mededeling (adv.) oplaaiend vannit de maag Dat is geen kwaal die ge nog langer hoeft te dragen. Neem Rennies die blussen de brandende pijn. Voetstoots. Rennies neutraliseren alle overtollig maagzuur en nemen zo de oorzaak weg van die snerpend brandende pijn. vreugde mogen winnen bij uw troon in de hemel. Amen!" Wij weten niet, hoe dr. Van der Lin de over zo'n gebed denkt. Wij vinden het afschuwelijk. Wat zijn dat, de ge naden en de wonderen van Maria's soe vereine goedheid, en hoe kan men een mens aanspreken als een onuitputtelijke bron van heilbrengend water? Dit raakt niet de rand, maar het hart van ons geloof. Hier kunnen wij alleen maar zonder enige reserve „neen" zeg gen. Op de jeugdpagina van de (gerefor meerde) Leldse Kerkbode vertelt Sipke van der Land, dat hij een uitnodiging kreeg om samenkomsten van de op wekkingsbeweging Stromen van Kracht bij te wonen. Hij verbindt daar deze overpeinzing aan: Als je zo'n uitnodiging in de bus krijgt en je hebt de prullebak zo gauw niet bi) de handnouwie weet trek je de stoute schoenen aanwie weet heb je genoeg van die koude kof fiewie weet ben je op zoek naar de redelijke onvervalste melkwie weet Ik weet het niet. Ik weet wel dat onze dominees niet voor niks de pen ter hand hebben genomen. Ik weet wel, dat er iets aan de hand is. Ik weet wel dat ik sinds kort een broeder heb die in tongen spreekt en die chiliast ls én diegereformeerd is! Dat moet je meemaken! En we ma ken het mee! We maken het mee dat er mensen in onze kerken in de kou staan. Dat ze zeggen ergens anders wat wamte te vinden. Of een heleboel! Stromen van kracht! Het heeft onze dominees stromen van kracht gekost om onze broeders en zusters die stro men van kracht te besparen, Waarom T Omdat wij niks moeten hebben van de gaven des Geestes? Omdat wij met ons kabbelend beekje van kabbelende kracht wel welletjes vinden? Omdat wij geen tegenwoordigheid van de Geest nodig hebben? Ofomdat we weten dat wat buiten de kerk kan, ook in de kerk kan? Heb je die enthousiastelingen wel eens meegemaakt? Bedenk dan dat or hard gewerkt moet worden! Dat hit tijd wordt met onze verenigingen bid stonden te houden! Om samen open te staan voor de kracht van de Heilige Geest, die geweldig werk doet. Ook bul ten de kerk. Wat of ik nu met die uitnodiging doe? Er staat in: „Wie dorst heeft, die kome Ik bén gekomen, ik héb genomen van het water des levens om niet. In de gereformeerde kerk notabene! Wat een stromen van Kracht! De thans overleden oud-hoogleraar dr. J. Lindeboom van Groningen had kort voor zijn dood nog een artikel voor De Protestant geschreven over activi teiten van het vaticaan in 1957. Aan het slot van dit artikel schreef prof. Lindeboom: Het oecumenisch streven ls niet bui ten de aandacht van het vaticaan om gegaan. Opmerkelijk is de pauselijke toespraak ter gelegenheid van het twee de lustrum der internationale beweging van katholieke intellectuelen, op 5 april 1957, waarin hij aanspoorde tot actieve samenwerking met andersdenkenden in het gemeenschappelijk licht der rede, in eenheid met allen, die de leer van het natuurrecht respecteren. Men heeft het een doorbraak op intellectueel ge bied genoemd. Aan de oprechtheid van deze uitlating behoeft niet te worden getwijfeld. Maar hoeveel helderder zou dit geluld klin ken, wanner het zijn klankbodem vond in een ondubbelzinnige afkeuring vati discriminatie van roomse zijde, van ge loofsvervolging en ontrechting, waar van „andersdenkenden" in sommige roomse landen nog altijd te lijden heb ben! B(j alle encyclieken, allocuties en boodschappen, waarin vaak zo veel te waarderen is, wacht de wereld nog al tijd op een onomwonden uitspraak in zake verdraagzaamheid, zonder de re serves en de terughouding, waarmee zo dikwijls die uitingen van het vaticaan wij erkennen: soms nodig en onver mijdelijk behept zijn. Ergens in Kampen kreeg een jonge moeder bezoek van een buurvrouw. Ds. J. Ewold, die dit in Hervormd Kampen meedeelt, voegt er het onderstaande aan toe: Het gesprek komt op de vraag of de kleine ook gedoopt moet worden. De jonge moeder zegt, dit wel te willen, maar zij .is zelf ongedoopt, en zal dus eerst belijdenis moeten doen. Dan zegt de buurvrouw: Doe dat maar nooit, want dan betaal je je(hier moest een lelijk woord staan). Afgezien van het feit, dat buurvrouw, die zelf lidmaat is, blijkbaar erg weinig liefde heeft voor de kerk, waarin zij zelf destijds belijdenis deed en die zij beloofde, mede in stand te houden, wil ik dit voorval gebruiken om de vraag te stellen: Heeft buurvrouw gelijk? Ik dacht van niet! Hier in Kampen wordt 0.9 pet. "hoofdelijke omslag geheven van het inkomen, waarbij dan nog verschil lende factoren kunnen leiden tot ver mindering. Het percentage ligt in Kampen laag. Er zijn gemeenten, waar ongeveer 2 pet. geheven wordt. Om dan nog maar niet te spreken over allerlei kleine gods dienstige groepjes, die met 40 a 50 ge zinnen een eigen predikantsplaats be kostigen en een pastorie moeten onder houden. Hoeveel zuilen deze mensen wel niet van him Inkomen voor hun kerk moeten afstaan?! Neen, als de liefde er maar is, heeft men best veel voor de kerk over. In Kampen kost het lid maat zijn aan geld niet veel! Tenslotte gaf de Koning der kerk Zijn leven voor haar.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1958 | | pagina 4